De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 4 april pagina 5

4 april 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1658 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMEjS. Zal Cnmtiai Science olijYen bestaan? In het Engelsen tijdschrift the Coniemporary, trefien wjj een artikel aan, genoemd The Pedigree of Chrittian Science, de stamboom van Chrittian Seienee, waaraan wy 't een en ander ontleenen. De schrijver, mr. Podmore, geeft een kort verslag van wonderbaarlijke, ongewone ge nezing. Deze is, zooals hu aantoont, reeds van ouden datum. In de primitieve Kerk oefenden de ouderlingen het ambt van geaezen nit en in de geheele geschiedenis der alchemie, was het zoeken naar den steen der wijzen steeds vergezeld van hot zoeken naar het levenselixir, welke beide beschouwd werden, als bijna 't zelfde. Eindelijk kwam Mesmer met zijne leer van het Aardfluïde". De Fransche geneesheer Puységnr bracht Mesmer's fluïde over in wilskracht: croyez et veuillez', was zijn groote machtspreuk. En daarna hebben wy de groote figuur van den Amerikaanschen doctor Phineas Parkburst Quimby, de eigenlijke vader van Chrittian Science, die Mrs. Eddy genas van de toevallen, waaraan zij van der jeugd af onderhevig was geweest en haar inwijdde in zijn denkbeelden. Dr. Quimby, eerst ook geloovende in een werkelijk fluïde, kwam daarbij tot het in jicht, dat de genezende kracht gezocht moet worden in den geest van den patiënt. Maar, zoo redeneerde hij verder, indien de geest alle ziekten genezen kac, dan moet ook de geest de bron van alle ziekten zijn, d. w. z. alle ziekte is maar eene zinsbegoocheling. Die zelfde leer, met nog enkele stellingen van Saredenb rg, vindt men in Mrs. Eddy'a Science and Health" en the Church of Chriit Scientist." De secte wordt nu vertegenwoordigd door 1100 kerken of genoodschappeo, waarvan er 37 in Engeland zijn en het aantal neemt bijna dagelijks toe. Er zijn over de 4000 beoefenaars van Christian Science, zooge naamde healers, waaraan 191 vrouwen en 23 mannen het beroep uitoefenen in Engeland. De Moederkerk in- Boston is een statig gebouw, welks oprichting £ 400.000 heeft gekost. Nog verscheidene andere steden in de Vereenigde Staten kunnen zich beroemen op groote, fraaie kerken, aan de leer gewijd. Het getal ledeo der kerk wordt, in Amerika, begroot op Gü.dOü. Van het Evangelie der beweging ,,6't«;r<ee and Health with Key to the Scriptures," zijn niet minder dan 440 ui'gaven verschenen en meer -dan een balf millioen exemplaren verkocht. Waarschijnlijk ma? men aannemen dat het getal dergenen, die order Mrs. Eddy's invloed zijn gekomen, honderd duizenden beloopt, en nog voortdurend toeneemt. Mr. Podmore, die den tegenwoordigen toe stand der secte aldus beschrijft, gelooft dat zij zil blijven bestaan. De Science" heeft de menschen genezen van werkelijke en ver meende kwalen en men kan zich gemakkelijk voorstellen met hoe vurig geloof de geneZenen" zich er aan vastklemmen en er propaganda voor maken. De oude leer van zaligmaking, door zelfverloochening en zelfopoffering en kruisiging van 't vleeech, is misschien onbegrijpelijk en zeker onaange naam, de nieuwe leer heeft in alle geval hoofdpijn en maagpyn genezen, zij is duidelijk en ook gemakkelijk. En als men den sluier van dwaze methapbysiek ter zij schuift dan is de geheele (Jhristian Science" gegrond op een der gewoonste feiten der ervaring n.l. dat een patiënt die opgeruim i is, alle kansen in zijn voordeel heeft terwyïeen somber en wanhopend patiënt zijn best doet or.i, zoo hij niet sterft, althans chronisch ziek te worden. De schrijver verhaalt van den knaap, die vast overtuigd was, dat een glas zuiver water een hevig vergif bevatte en daar bijkans van stierf. En leidt daaruit af, dat 'c moeilijk zou zyn om theoretisch vast te stellen hoever die weldadige of nadeelige invloed der verbeelding gaan kan; indien zij zuiver water in vergif kan doen verkeeren, zou zij dan niet, onder zekere voorwaarden, Pruisisch zuur volko nen onschade k kunnen maken ? Zoo zyn de feiten, met hunne natuurlijke gevolgen : zoo zijn de feiten, die Mrs. Eddy heeft verwrongen tot de uiterst dwaze bewering, dat er geen HIIIIIIMIIIIIIIIIIII llllllllllmlIIIIHII UIT DE NATUUR. CCCXVII. De vogelweek. De eerste week van April, en ook nog de Paaschweek die er op volgt, is in dit jaar bijzonder geschikt om de vogelstudie te be ginnen of weer op te vatten. De bodem ver toont al groen genoeg en getft de vogels volop te eten, maar er zal nog maar heel weinig loof aan de boomen te zien zijn; en juist daardoor valt het veel gemakkeiyker dan later in het voorjaar de vogels, die wij hooren, ook in het oog te krijgen. Want dit moet bij het nagaan van het vogelleven in de vrije natuur voorop gesteld worden : met n zintuig komen wy er niet. Oor en oog moeten samenwerken, het oor wy'st de algemetne richting aan, betoog volgt en zoekt en vindt meestal ook. Nu is net verre van gemakkelijk uit vogel geluiden wijs te wordeu; maar mogelijk is het en wie er eik jaar in Maart of April mee begint, zal snelle vordermaen maken. Wel ly'kt het soms, of men in elk voo'-jaar alles van het vorige j*ar weer vergeten is, de zanglijstertonen klinken ons zoo zwak en vreemd in de ooren en de groenvink trillert, schijnt het, heel anders dan gewoonlijk, maar spoedig vult het gelijkoortige nieuwe de oude verzwakte ht-rinnering weer aan en als de boomen weer groen zijn, kent en herkent de natuurvriend ook den vogel aan zijn geluid en niet enkel of in de eerste plaats aan zijn veeren, Evenals bij de bloemenstudie is het noodig een klein getal soorten goed te kennen, o-n, gesteund door die stevu staande kennis, mj het bemerken van wat nieuws snel te Kunnen uitmaken wat her niet is, de herinnering pan boekenstudie helpt daarbij o a aan te ge/en wat het oan wel zijn kan en de directe waarneming of de hulp van andereu wat het nu eigenlyk is. Nu is de vogelstulie in zoover e gemak kelijker dan het leeren kennen van planten, dat er een veel g-ringeraanial gewone 'oael soorten zijn en dat die nog in verschillende Uiden te hooren en te zien zijn. Var> da'f Mei ot half Juni evenwel vliegt en zingt alles wat vogel heet en dan werkt Let aamal verojjsterend op hen, die zoo laat in 't jtar Bijdrage van costuum-historische beteekenis. (Jugtnd). Een stormachtige omhelzing, of: Hoe de laatste hoedenmode ontstond. IIIIIIIIMIMMIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIMMIIIIIMIIIImlIMItmlIIII stof bestaat, dat een cholerabacille niets dan hallucinatie is, dat een slechte kies minder ?is dan ijdele waan. 't Zou niet onmogelijk zijn, veronderstel ik, land op zulke wijze te behandelen, dat graan er niet in zou kunnen ontkiemen, als men 't zaaide, maar zulk een proefneming zou nog niet 'c bewy's leveren, dat graan niet bestaat. Voor zoover ik weet, is 't wellicht mogelyk voor de men schen of voor enkele menschen om zich bestand te maken tegen ziekte ; maar als dat zoo is, hebben wij toe a nog geen reden te veronderstellen, dat ziekte niet bestaat. Ik geloof dat de Scientists zeggen dat gewoon eten en drinken niet verboden zyn, zooals medicijnen; voor zoover ik weet worden de geloo/igen niet aangespoord om alleen van geloof te leven. En ik zou wel eens willen weten waarom niet ? Als de materie niet be staat als het stifielijk heelal niet anders is dan eene veelkleurige zinsbegoocheling waarom is dan een mengsel van quinine verkeerd en een biefstuk goed? Indien malariapynen een hallucinatie zijn, waarom behooren dan niet de pijnen van honger en dorst tot dezelfde categorie? Daaromtrent zou ik gaarne ingelicht worden. 't Is nu eenigen tijd geleden dat Mrs Eddy, eene aanklacht iüdiende voor een gerechtshof in Massachueetts tegen een tegenstander; nij werd er* van beschuldigd, dat er schadelijk dierlijk magnetisme" van hem uitging m. a. w. dat nij een toovenaar was. Het Hof verklaarde zich uit t ontvankelyk voor de aan klacht, al zijn er in de geschiedenis der Amerikaansche rechtspleging buitengewone voor beelden aan te halen van vervolging wegene toovenarij. Maar natuurlijk waren de geloovigen niet overtuigd en wanneer tot op dtn huldigen dag, een Cliristian Mealerniet slaagt in zyne behandeling van een geval, en den patiënt, in 't laatste stadium der ziekte over geeft aan een gewonen doctor, dan wordt de dood, zoo die volgt, op rekening gesteld van kwaadwillig oefenen van des doctor's wil. Benige weken geleden werd er een antiEddy vergadering gehouden in the Coloniil Theatre, Cleveland, tj. S. A. Als sprekers traden op Mr. Frederick W. Peabody, een rechtsgeleerde uit Boston en Mr. Arthur G. Frisbie, die vroeger reader geweest was bij de Scientists van Cleveland. Van geheimzinnige syde hoorde Mr. Frisbie, dat er veertig gere serveerde plaatsen bestemd waren voor Ckristian Scientists, die alleen kwamen om hem de stille" behandeling te doen onder gaan, zoodat zijne onthullingen slechts met getemperd effect, zijne hoorders bereiken zouden. En toen Mr PeaboJy de vergadering toesprak, bracht hij 't feit in herinnering. dat toen hij een proces voerde tegen Mrs. Eddy, de gerechtszaal eiken dag vol was met haar trouwe volgelingen, die hui geest lieten inwerken op de jury, den rechter, den cliënt en den verdediger. Mr Peabody verloor het proces, wagens 't een of ander rechtskundig pont, maar in 't kamp der Scientiets" werd algemeen aangenomen, dat 't vonnis verkregen was door etille" behandeling en behandeling uit de verte". Hét feit is, dat ofi-choon Mrs. Ed iy en oeginnen met hun opmerk?aamheid op de vog-ls te richten. Wie om dezen tijd om en bij de steden, in de parkeu en viLatuinen naar de vogels luistert, krijgt al spoedig den indruk dat haaat elke week een ander geluid de over macht krijgt en de heele bent boheergcht. In Maart en ook nog in de eerste dagen van April, zijn het vooral de meezen, die den boventoon voeren, de koolmees i tietd'ukst en bet lastigst door de menigvuldigheid van zijn uitings vormen de pi m el is wat zijn stemkunst betref", minder veelzijdig; die houdt zich aan weinige karaite istieke deuntjes, maar de beste vogeliiejkeuner kan zich verSchildvink. gissen en den een voor den a ader houden. De koolmees is negenennegentig van de hon derd geval en d« auteur van het zatren"', dat het beste is aan te duiden door het teeken voor deanapest ??"?met een zeer sterke druk op de laat-te lettergreep. De wo rd-n schiet in t VUHI", drie- tot tienmaal herhanlil, geven aan wat sommigen er in tiooren ; maar e ke andere d ie eenlettergrepige woori en zijn ook goed; al zijn de i en de u de hnste klinkers >m vogelklank n aan te dui den. Dat wordt ook beve-tigd door: Spin niKke,. ipin-fiiK.k', m«t den klemtoon op DIK, dit ie een ander koolmeezen-wor rd. Het laatste word volgens sommigen meer in hen najaar gehoord; schiet in 't vuur! in 't btzonder in het voorjaar; in dit voorjaar evenwel lijkt het wel andersom te gaan; Als straks de Paaschvuren rooken op de haar volgelingen zich kleeden als beschaafde menschen en hun hoofdkwartier hebben in Boston, dat gehouden wordt voor de meest intellectneele" stad der wereld, zij en hunne behandelingen" ons terugvoeren tot lang vervlogen tijden en primitieve geneeswijzen. Voor den antbropoloog moeten deze herleving, deze overblijfselen van hetgeen geweest is, uitermate belangwekkend zijn, hij ziet dat beschaving, cultuur, democratie, de heer schappij der machine, de strijd, de snel voortschrijdende macht van het industrieele leven niet bij machte zijn om de elementaire instincten der menschbeid uit te roeien. C. C. AlexaMra Iwanowna Scnnbsrt, Onlangs is in Moekou op SSjarigen leeftijd een vrouw overleden, die tot Dostojewsky in dezelfde verhouding stond als Frau von Stein tot Goethe. Ze heette Alexandra Iwanowna Schubert en was vroeger actrice geweest. In 1843, kort na haar debuut in het keizerlijk theater te Petersburg, leerde ze den grooten dichter kennen en sinds dien dag waren ze vereenigd door een innigen vriend schapsband, die eerst door Dostojewski's dood werd verbroken. Bij haar zocht de dichter ontspanning na zijn arbeid en in haar vond hij zijn gelijke op geestelijk gebied, iemand die beter dan iemand anders sijn kunst begreep. Voor haar dood vermaakte zij aan den criticus Jakusjkin de brieven die Dostojewski haar schreef en waardoor misschien een slip van den geheimainnigen sluier zal worden opgeheven die over Dostojewki's werken ligt. De actrice, die een zuster was van de groote treurspelvertolkster Orlov, was bevriend met alle litteraire grootheden van haar tijd, zooals Turgenjew, Pissemski en Ost-ovski. Ook van Turgenjew kreeg ze brieven, die spoedig in druk zullen verschijnen. V. Anti-iufj'ragettes. Mevrouw Ivor Guest. De, >:ier zus.ers van den Dui-Schen keizer. Minerva godin der wijsheid. In Londen, waar de strijd om de politieke rechten der vrouw, het felst werd aangebon den, in zoo sterke mate, dat Engelpnd's hoofd stad het centrum der internationale vrou wenbeweging werd, woelt een strooming in gansch andere richting. Allicht heeft het forsch, het manlijk, het rumoerig optreden der voorstandsters van vrouwenkiesrecht,aanleidinggegeven, dat zich een nieuwe partij Vrouwelijke vrouwen" vormde. Tot dusverre bestaat deze nieuwe groep uit louter weelde kinderen ; vrouwtjes, die door geboorte en fortuin zich niet verdiepen in den kamp om het be<taan, want iiaar levenspad, met rosen bezaaid, is een blije, lichtende haan, voerend naar de nige overwinning, di« zij begeeren voor haar jeugd, voor haar schoonheid, ter vulling van haar vrouwen Velu ve, kimt het schiet in 't vuur" weer meer in trek bij de koolmeezen, om een gezochte verklaring van de woorden waartcMjnlyk te maken. Oua 't even; wie de tonen hoort, vindt den vogel ook wel; hij is zoo groot als een muscb, maar veel bonter van kleed, de kop koolzwart, met w>tte wangen; over de gele borst loopt van de keel tot aan den buik een dikke zwarte streep. De meeste menschen, ook zij die het in ernst pn beeren vogels te leeren kennen, klagen. dat zij zoo zelden iets anders dan silhouetten of grauwe pietjes zien; dit komt doordat men vergeet, dat zooveel mogelijk het tegenlicht dient te worden vermeden, en men met den rug naar de zon de vogels moet bekijken; ook zoudfr een kijker zijn de vogelkleuren dan wel duidelijk, tenminste als de afstand niet al te gi oot is. Wie van de parkvogels c!e koolmees en de grijs-blauivöpimpel met zijn witt^» wangetjes en lichtgeel buikje goed kent en bovendien de vink in elk geval kan onderscheiden, is al een neel eind op weg. De pink-pink periode van den mannetjes-vink is al haast weer voorbij ; hij heeft den slag al weer beet. Wie den vinkenslag niet kent, moet maar even on Ier een vinkenkocKtje gaan staan, dan vergeet ge hem niet licht weer. Dat is het eeuige goeds en nuttigs dat van zoo'u eng kooitje kan gezegd worden. Vooral naüuiten is een beste mnemotechniek; dat heipt n«t zoo goed , als nateekeneu voor het onthouden van vormen. In de verte is onze vink al te kennen en te onderscheiden van een musch aan zijn helder witte spiegels op de vleugels en aan zijn kranige houding, van dichtbij verrast hij ie Ier, die hem nooit an Iers dan in het donkere kooitje zag, door zijn inderdaad prachtig gevederte; vooral het bruinrood van de borst, het ti]ne grijsblauw van de kuif en de enkele zwavelgele vleugelveertj*-8 zijn werkelijk mooi. AU middeltje om den gewonen vinkenslaa te onthouden en nog eens uit het hoofd te fluiten, kan men de vier voorslagen van een kanarie nemen; dan een steeds snellere iets dalende triller, en en afsluiten met een rijdng, eenkrachtigen met een zwaai omhooggaanden rektoon. die als Kom je hier"? Of lust je bier?'' klinkt; met de klemtoon op hier of bier, en iets vragends er in, duor een daling bij de r. leven: verovering van mannen-harten. Zij willen zijn: gevierde, omstuwde, vrouwelijke vrouwen, voor mannen, die gaarne hun be wondering en liefde, in slaafsche gedweeheid neerleggen aan de sierlijke, coquette vrouweu voetjes, die nimmer zich schramden, kneusden of ontwrichtten op 't doornig, oneffen, door haar niet betreden, hobbelig pad van 's levens strijd. Mevrouw Ivor Gueet, echtgenoote van den toekomstigen Lord Wirnborne, bekend om haar schoonheid en geestigheid, toongeefster op modegsbied, staat aan 't hoofd der Vrouwelijke Vrouwen", waarbij zich aanslo ten: Lady Colebrooi, Lady Crewe, Lady Beauchamp, Lady Allendale, mevrouw Lulu Harcourt, e. a., altegader dames, die als een nationale ramp vrouwenkiesrecht beschouwen, dat een roekeloos einde dreigt te maken aan de heerschappij der vrouw. Het echtpaar Beauchamp, dat een gelukkig huwelijksleven leidt, staat op politiek terrein lijnrecht tegenover elkaar. Lord Beauchamp schaart zich geheel aan de zijde van Lord Tweedmouth, oom van den heer Ivor Guest, wiens redevoeringen in 't Parlement, hem menigmaal steunden als vurig aanhanger van de politieke rechten der vrouw. Het onschadelijk spelletje der Vrouwelijke vrouwen" heeft een onmiskenbaar gunstig kantje. De dames hou ien de feministen een waarschuwenden spiegel voor oogen! VoorBtandsters van vrouwenkiesrecht moeten haar billijke eischen op vrouwelijke wijze te berde brengen. Zij moeten blijven «rouwen. Schran dere, kloeke, zelfstandige vrouwen, prat gaand op haar vrouwelijkheid, en die steeds open barend in kleeding, manieren en toon. * * * Even als keizerin Augusta, echtgenoote van den Duitschen keizer, Wilhelm II. zijn de vier zusters des keizers steeds au second plan" gelieven. Zijn breeJ-uitslaande, rumoerige, tempera mentvolle, impulsieve persoonlijkheid, stelt n zusters on gemalin onwillekeurig in de echaduw. Toch, zijn Wilhelm's zusters, even als hij, onvervalschte Hohenzollernf» kranige vrouwen, vrouwen van karakter. Prinsessen, die, alle vier, door haar begaaf iheid, inzichten en ontwikkeling, persoonlijkheden van be teekenis zijn. 's Keizers oudste zuster de 49-jarige erfprinses Charlotle van Sachsen?Heiningen, komt in karakter, Temperament, in't hart op de tong dragen, haar broeder 't meest nabij. Ge\at en slagvaardig als Wilbelm, had zij 't dikwijls met hem aan den stok. De woor den, die hij haar in hun kibbelpartijtjes en meeningsverschillen steeds toevoegt, bewij zen, dat de Duitsche keizer het voor een vrouw heeiemaal onnoodig acht, dat zij een beetje op den voorgrond treedt. Geloof me Lot~,e, jij hadt een man moeten ijn, dat zou veel verstandiger van moeder natuur zijn geweest." Prinses Gharlotte en prinses Sophie, de SU-jarige kroonprmses van Griekenland, zijn de mooiste van 't viertal. (Jharlotte en Sophie erfden de prachtige, slanke gestalte van hun Tusschen de opeenvolgende slagen komen dm vaak weer de loktonen pink, pink; die de vogel soms dertig of veer tigmaal met regelmatige tusachenpoozen laat hooren. Zijn gewone slag wordt in navolging van Voigt gewoonlijk grafisch voorgesteld met ^-??-*-*-«?«-#'-?' SJE: of naar Nauman nagebootst met de klanken titititututa-chtzke jier. Als het-druilig weer K .-olmees. i* zitten de mannetjes soms uit den treure een vibreerend ge'uid v )ort te brengen, dat met if.rr te vergelijken is. Veel minder trekt de groenvink de aan dacht; toch is ook hij een zeer algemeene vogel; hij is zoo weinig bekend, be'iaive natuurlijk bij de vogelvrieuden, doordat zijn kleur en klank niets oudringends hebben, eerder ge kenmerkt zijn door een overmaat van be scheidenheid. Xu gaat het nog, althans van nabij een groenvink van een tnusch te on ierscheiden, maar als het jonge loof komt, versmelt zijn groengele vederkleedje zoo geheel met den algemeenen voo7Jaarstint- van het loof, dat er h >rderd groenvinken in de wilgen, populieren en beuken kunnen huizen zon ier dat een onkun dige het opmerkt. Ook is hij in zijn houding en bewegingen veel meer inuschachtig dan sympathieken vader, de zoo vroeg ge storven keizer Friedrich. De naar haar moe der vernoemde prinses Victoria, is nu 43 jaar, en echtgenoote van prins Adolf van Schaumburg?Lippe. De vierde en jongste zuster van den Duit schen keizer, is de 37-jarige prinses Margaretha, gehuwd met prins Friedrich Karl van Hessen. De moeder van den kei jer en van't viertal zusters, de Engeleche prinses Victoria van Engeland, had een kleine, niet uitgegroeide gestalte. Toen zy vernam, dat de prachtige kroonprins Friedrich van Pruisen, aan 't Engelsche hof zou komen, om haar ten huwelijk te vragen, i?ing zij lachend voor den spiegel staan, en zei tot haar moeder, koningin Victoria: Moeder, als dat pracht' exemplaar van een man, mij goed bekijkt, dan kiest hy mij zeker niet tot vrouw"! En waarom niet 71 Wddrorn niet 11? wél, omdat ik er uitzie als een prop, een dikke negerin, die uit pure schrik over haar eigen gestalte, zóó van kleur verschoot, dat zy blank werd! De prinsessen erfden het uiterlijk van haar vader, en het verstand, het schalk vernnft van haar moeder. De kroonprinseo van Griekenland, die als zoodanig den titel voert van hertogin van Sparta, is in Griekenland zér bemind. Dat de protestantsche prinses niet aarzelde over te gaan tot de Griekech-katholieke geloofs belijdenis, heeft haar veel harten in haar aangenomen vaderland ontsloten. Van de vier zusters des keizers, die allen goede musiciennes zijn en de schilderkunst beoefenen, is toevallig de kunstzin van prinses ophie het sterkst uitgesproken, waardoor zy zich in Griekenland, bakermat der kunst, tevreden en gelukkig gevoelt. De keizer voelt zich bizonder aangetrokken tot de diepzinnige, bespiegelende, ietwat melancholische natuur zijner jongste zuster Margaretha. Prinses Margaretha van Hessen heeft een buitengewoon scherpen kijk op menschen, iets wat men allen vorsten en vorstinnen zou toewenschen, ten einde koren van kaf te kunnen onderscheiden, en een verschil te speuren in eerlijke naturen en laffe vleiers. Wanneer men de menschenkennis der prinses roemt, zegt zij: Ik ken de menBchen niet, maar ik raad wie ze zijn." Prinses Charlotte en prinses Victoria zijn onverschrokken amazones. De Amerikaansche milliardaire, miss Helen Gould, bekend om haar buitengewone mild dadigheid, bezit niet alleen een onmetelijk fortuin, maar ook een sprankelend vernuft, en een grooten zin voor humor. Menigmaal doen haar leuke gezegden en scbalke ant woorden de ronde. Zoo ook nu, naar aan leiding van een feest door haar georganiseerd voor een aantal weesmeisjes. Zij ontving de kleine gasten in haar eigen huis, met haar gewone, gulle gastvrijheid. Na gebruik van een feestmaal, gaf zy poppen, speelgoed, allerlei aardige en nuttige geschenkjes aan de meisjes Daarna leidde zy de kinderen door haar huis, liet hen alles zien en bewonderen. In een der salons, trok een Minerva-beeld de aandacht der jeugdige gasten. Dat is Minerva, zei miss Gonld. Was die getrouwd ? vroeg een der meisjes. ? O, neen l antwoordde Helen Gould lachend, zij was de godin van het verstand. CAPRICE. Blanc-manger. Benoodigdheden: % Liter room; % stokje vanille; 125 gram suiker; 30 gr. gelatine; l d. L, kirsch ofmaraequin. Bereiding: Kook de room met de vanille en suiker. Voeg er de geweekte gelatine bij. Giet uit in een kom om een beetje te be koelen. Neem de vanille er nit, voeg er aan toe kirsch of marasquin. Giet het mengsel in een met amandel olie bestreken en met suiker bestrooide pijp vorm. Presenteer vanille biitons bij deze blanc-manger. de gewone schildvink; ik heb er bij gestaan dat een uitmuntend vogelkenner, misschien wel de neste in ons land, die verplicht werd niet de buks opruiming te houden onderde tallooze musschen, welke in een grooten tuin de andere zangvogels het leven lastig maak ten, een groenvink van een tak schoot in de meening een musch voor zich te hebben. Ook by dezen vogel is het menschelijk oor het beste zintuig voor de studie; d-* geluidjes van de groenvink zijn zwak, maar zoo klankrijk, om zoo te zeggen metalliek en tegelfk parelend als droppels die in water vallen, dat ze niet te verwarren zijn met die van andere kleine zangvogels. Hebt ge dat belletjestingelen eens in het oor gekregen, dan vindt ge de muschachtige vogelvormen meestal hoog in de boomen; de kijker, een gewone tooneelkijker moet ieder vogelstudent bij zich hebben, helpt n dadelij t terecht; want de likkesnavel en de guttegomkleurige vogelveeren ook de beide citroengele zy'pennen van den staart zyn dan duidelijk te zien. Ook als het regent, trilleren de groen vinken diuk en zitten dan dikwijls oij tienen dicht bijeen in de toppen van de kale boomen. Van tijd tot tijd hoort ge ze daartusschendoor een zonderling geluid maken als een gerekte geeuw, waarin meer een dan een ie-klank doorklinkt; dit groenvinkengeluid wordt in de vogelboefeen met gwiie of schuèaangegeven. Het klitkt als een zeer verre en zwakke ekster- of gaaien roep. Maar ook bij helderen hemel kunt ge dezen karakteristieken groenlingen-roep vaak genoeg hooren. Ze roepen het elkaar bij het morgenkrieken toe en evenals de hanen be antwoordt de een den ander, steeds met regel matige tusschenpoozen. Van morgen vroeg heb ik twintig minuten lang dat monotone groenlingen-dialoog hooren houden in de tuintjes achter het mijne; toen zetten de eerste musschen die wakker werden het vervelend morgengetjüp in; dat overgenomen wordt door alle mus schen die in mijn kl:mop slapen en dat geleide lijk aanzwelt tot een ijselijk hoog en valsch getierelier, waarlijk druk en hinderlyk als kermisgejoel. E. HKIMANB.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl