Historisch Archief 1877-1940
I*. l «59
DE AMSTERDAMMER
A°. 1909.
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
OzxcLer recLacrtl*
torat «en
. Hl. £>. L. "WTZBSSHTC3-.
0it<r«v«nt V AH HOLKEMA ft WA&ENDO&F. Keiiengraeht 333, Amtterdam.
Het antennreoht roor den inhoud van dit Blad wordt renafcerd oTeroen komrtig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
p«r 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65
f M* te£l pcv iaar, bij vooruitbetaling , . mail » 10.
Mammen aan de Kiosken Terkrfjgbaar , 0.121/»
Zondag 11 April
Advertentièn van 1?5 regel* / 1.25. elke regel meer. .
Advertentièn op de finanüeele- CD kunstpagina pei regel
Reclames per regel
f 0.25
. 0.30
.0.40
INHOUD:
VAN VKRBE ES VAN NABIJ: De eed van
de Kaagbaan. Spelen, wandelen, baden
«n reizen der schooljeugd in Leipzig, door
J. W. Gerhard Geloof op de markt, door
Nellie. FEUILLETON: Hoe de kleine
Jacqnot aan zijn etbilderjj kwam. Uit bet
Ennolseh, door C. M. V. - KUNST EN
LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad, door
Ant. Averkamp. Christelijke literatuur,
door Frans Coenen. Berichten. VOOR
DAMES: Over een huis vol menscben, door
M. E. van de VeMe-Pjjnappel. Allerlei,
door Caprice. UIT DE NATUUR, door
E. Hei mans. Gaston La Touche (Tergteeg,
den Haait), met afb., door Plasscbaert.
Schopenhaner. III, door mr. J. A. Levy.
Ond-'s Hertogenbosch, met afb., door Th. T.
Wamel. B indenzorg in Japan, door A. V.
De tbee, naar 't Frausch, van M. Waller
FIN. EN OE ON. KRONIEK, door V d M.
en V. d. S.?Besliste volzinnen, door Jacob
Israël de Haan. Brieven van Oom Jodncns,
XL. - DAMBtnRIEK. - SCHAAKSPEL.
ADVERT iNTIEN.
?nilllllllllllflIlHIIMIIimiMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMHIIIIMIIMIIIIIIIHIIIIIIIiniHI
De eed van de Kaatsbaan.
De, samentmelting van de actie der
ambtenaren tn arbeiders in htt
Hippodrome te Parij».
Een der jongste nummers van LeRïre
heeft op zijn titelblad een teekening van
Willette. Wat is er over van het vage
artistieke anarchisme van dezen teekenaar,
indertijd de roem van de Chat-Noir?
O al verzachtende invloed van het ouder
worden, ... dat overschotje anarchie" is
maar een klein beetje! Zie eens naarde
voorstelling, die hy hier ten beste geeft,
?vlak na de staking bij de posterijen
een gewelddaad, welkj hem sympathiek
zou geweest zijn in de groene dagen van
zijn jeugdig vernuft Aprèsle grand
soir", heet het boven de prent. Een
moedernaakt man staat in de laatste
stralen van de ondergaande zon op
barren rotsgrond, alleen in de eenzaam
heid van een streek, die alle cultuur (in
beide beteekenissen) volmaakt ontbeert:
een woestenij, ledig als de Sahara
En hij zucht, denkend aan de dagen,
toen de vernieling van de burgerlijke
maatschappij" in plaats van een feit te
zijn, nog maar uit meeting-woorden
bestond: Jonges, nu ben ik wel vrij,
maar in die dagen was ik tenminste
postbode." 1)
Dit is een charge op wat er ondanks
alle lessen van de geschiedenis in 't
hoofd van opgewonden idealisten, in 't
genre van een zekeren Willette van
vroeger!, omgaat. Het kan een charge
beteekenen op de lieve, kinderlijke profe
tieën van gerechtigheid en broederschap",
die nu -in 't zicht zijn", profetieën, welke
zoogoed als in 1789, 1830, 1838, 1871,
thans weer worden gehoord, het is
zeker gén charge om de eenvoudige
reden dat dit hél iets anders is dan
profetieën op hetgeen gebeurt.
Want wat er, ónder al de krullende
golfjes van idealisterij, in het maat
schappelijk leven van Frankrijk bezig is
te gebeuren, als ware het een onder
stroom van realiteit, heeft met de
grand soir", d. w. z. met de anarchie",
door den geestigen "Willette zoo aardig
in 't ootje genomen, geen eigenlijk ver
band, het is zelfs zoo weinig anarchie",
dat het een begin is vaninterker politiek
(zoo al niet parlementair) leven, want
het is de politieke bewustwording van
een tot na toe slechts oeconomisch zich
manifesteerende instelling: de
vakvereeniging.
Frankrijk beeft altijd het staatkundig
laboratorium van Europa geheeten. Het
is thans zonder eenigen twijfel wederom
bezig dien naam te rechtvaardigen. Wij
achten het van het socialistisch hoofd
orgaan in ons land, zoo goed als van
een conservatief blad gelijk de Ar. K. C t.,
.gewone struisvogel-politiek het belang
van de jongste Parijsche gebeurtenissen
niet in zijn vollen omvang te willen
erkennen.
In een zeer overzichtelijk artikel zette
de Parrjsche correspondent van het Han
delsblad de feiten uiteen (avondbl. van
6 April). Op een groote vergadering van
ambtenaren, gehouden j.l. 2 April, zoo
vertelde hij, werden de aanwezige
Kamer
1) Er staat eigenlijk electricien". Willette
denkt zich n.l. de staking der arbeiders in
de electriciteitsbedrijven als het groote voor
beeld, dat door de postambtenaren slechts is
gevolgd, en zoo gaf mj den electricien als
vertegenwoordiger ook van de poststaking.
leden, van -welke partij ze ook waren,
met een stortvloed van scheldwoorden
en verontwaardigde uitroepen begroet.
En terwijl deze heeren een goed heen
komen zochten, ontving men daarentegen
met geestdriftige toejuichingen de speech
van den electricien Pataud, den
eenigszins beruchten leider van de nog niet
vergeten electriciteitsstaking. uitkwam,
omdat de «e Pataud voor de verzamelde
ambtenaren het symbool was van 't geen
een goed aaneengesloten corps tegen
parlement en regeering vermag. En het
was onder herhaalde toejuichingen, dat
men de uitnoodiging van dezen man
aannam om in een monsterbetooging van
ambtenaren en arbeiders het verbond
der gesalarieerden van alle soort te
bezegelen.
De monsterbetooging had plaats op
Zondagochtend 4 April. Men zag er",
zegt de correspondent, de metselaars in
hun witte broeken, de grondwerkers in
hun boezeroenen met de roode sjerpen
om, de postboden in hun blauwe uniformen,
en daarnaast deftige heeren in keurige
kostuums of plechtige gekleede jassen,
met den ronden hoed of den glinsterenden
cylinder op het hoofd. En de boezeroenen
maakten geen glossen op de hoogehoeden,
de hoogehoeden weken niet terug voor
de boezeroenen. Hier was inderdaad een
verbroedering, een nvoelen van allen
tegenover den gemeenschappelijken
vijand: de regeering, het parlement."
En iets verder zegt hij: 't Belangrijke
lag in de wijze, waarop het gemengde
auditorium het (gesprokene) aanhoorde,
het luide applaus, waarmede het onder
streepte het Leidmotiv, dat terugkeerde
in elke rede: de ambtenaarsklasse als
bijzondere klasse bestaat niet; alle
gesalarieerden staan gelijk, 't Belangrijkste
was ook het besluit, dat genomen werd:
de instelling van een geheim comitévan
twaalf leden, belast met het nemen van
alle noodige maatregelen voor het geval
de regeering over repressie van de
syndicalistische beweging mocht denken."
Nu is geestdrift in Frankrijk van ouds
geen buitengemeen zeldzaam verschijnsel
en op zichzelf genomen zou een tijdelijke
verbroedering van deftige ambtenaren
en grondwerkers geen reden geven tot
groote gevolgtrekkingen. Men verbroedert
in dat zonnige land zoo spoedig, en het
enthousiasme is er dikwijls een aange
naam vuurwerk. Hoe dikwijls werd er
niet 't is toch een bekend feit in
de laatste jaren met handen en voeten
geapplaudisseerd op
stakingsvergaderingen, waarvan de resoluties" door
geen tien percent der aanwezigen werden
opgevolgd!
Maar er is sedert dien vél gebeurd!
De machtsdaad der electriciens, die de
Parysche lichten doofden, beter dan
minister Viviani het tot nu toe de
lichten des hemels" deed, en de regee
ring in 't nauw brachten, heeft op alle
corporaties een diepen indruk gemaakt.
De nog beter gelukte staking bij poste
rijen en telegrafie, die het ministerie
machteloos liet, heeft thans het gevoel
bevestigd, dat solidariteit een middel
is, waarmee van alles kan worden
bereikt. Het geloof in de STAATKUNDIGE
beteekenis der syndicaten, vroeger van
woorden en ijle hoop aan elkaar hangend,
heeftr thans een vaste basis gekregen.
Dit mag werkelijk niet worden gering
geschat. Het geeft een gansch ander
karakter aan de manifestaties, die plaats
hebben. Dat die manifestaties ook een
gansch ander karakter hadden, wordt
door wie ze bijwoonden unaniem gecon
stateerd, in Fransche en in Hollandsche
bladen. De correspondenten van Telegraaf
en Handelsblad, de redactie van de Figaro,
enz. enz., spreken van de vergadering
der duizenden in het Hippodrome als
van een indrukwekkende betooging,
waarbij men op de gezichten las:
rustigen triomf en sterk vertrouwen".
Er was een dubbele reden voor, dat
het 't Fransche parlement zijn moest,
waarop de eerste succesvolle stormloop
der vakvereenigingen plaats had. Ten
eerste is .er zeker geen land, waar de
volksvertegenwoordiging in zoo kwaden
reuk staat als Frankrijk. De geringe
dunk, die men er van de gunsten vragende
en gunsten gevende députés en senatoren
heeft, is sedert de heeren zicbzelven
verhooging toekenden van traktement,
tot een peil gedaald, dat wel niet lager
kan komen. En juist het feit merk
waardig genoeg , dat deze verhooging
alleszins gerechtvaardigd en in veel op
zichten noodzakelijk was, illustreert ten
duidelijkste de waarheid, dat voor den
boordevollen beker van afkeer, om hem
te doen overloopen, maar een enkelen
druppel meer noodig was. Het hoeft geen
betoog, dat een parlement, hetwelk geen
flinke meerderheid des volks achter zich
heeft, bij zijn verweer tegen een revo
lutionair maar onbloedig, want zuiver
economisch optreden, niet de kracht kan
ontplooien, die het in zoo moeilijke om
standigheden wecschen moet.
Nu is er behalve dit nog iets anders.
Het Fransche parlement en de Fransche
regeering zijn in 't algemeen, door de
uit de dagen van 't koningschap over
gebleven centralisatie, oppermachtig.
Alles gaat uit van de bureaux te Parijs.
Alle leidsels komen hier samen. Echter,
daar hoeft in Parijs dan ook maar een
aanval te slagen op dit hart van het
regeeringsorganisme, en heel Frankrijk
voelt er den weerslag van, heel dat
machtig bestel kan wankelen op zijn
grondvesten.
Niets is in dit opzicht leerzamer dan de
geschiedenis der verschillende revoluties,
die Fransche"re voluties worden genoemd.
Het is te Parijs, dat zij worden afge
speeld. Daar vormen zich op den boulevard
de opstootjes, de oproeren, daar verza
melen zich eenige dui «enden burgers, en
eer men 't weet, eer men goed kan over
zien wat.er uit dat alles worden moet,
hebben de vrijwilliger-vendels de macat
in handen en verandert het aangezicht
van Frankrijks geschiedenis. Zeker,
op 't laatste oogenblik, wanneer het de
provincie" te ver gaat, komen de boeren
ouder hun leiders en trekken naar de
hoofdstad op, maar Parijs, hoewel
geen tiende deel van het heele land
vertegenwoordigend, geeft de eerste stoot
en tot op zekere hoogte de beslissing.
Dit moet men ook bedenken in ver
band met den plotselingen groei in be
teekenis van de syndicaten. Tot nu toe
waren het bij revoluties slechts politieke
groepen, die naar de wapens grepen en
een korte terreur schiepen in de Fransche
hoofdstad. Tegen de mogelijkheden van^
zulk een terreur had de derde Repu
bliek zich uitnemend gewapend. Parijs,
met haar eigen prefect van politie, in
tijden van nood over ziestigduizend ge
wapende agenten en militairen beschik
kend, met kanonnen en sterke kazernes
tot zijn dispositie, scheen voor goed in
handen van de vertegenwoordiging van
het souvereine volk". De prefect Lépine
en de regeering lachten om de opstootjes!
Dat de zaken een ander aa o schijn kunnen
gaan krijgen heeft de meeting in 't Hip
podrome ongetwijfeld bewezen. En dat is
het historische belang van die meeting.
Het zullen niet meer behoeven te zijn de
burgers met geweer op den schouder,
die de regeeringen dwingen. Het zullen
de eigen ? ambtenaren en het zullen de
arbeiders zijn, die, hun beteekenis in bet
raderwerk der maatschappij begrepen
hebbend, het gouvernement de wet zullen
stellen of willen stellen. Het probleem
van binnenlandsthe staatkunde heeft ginds,
van nu af, een ander aanzien.
Het is zeker een zeer merkwaardige,
en moeilijke positie, waarin de socialis
tische partij in Frankrijk zich thans be
vindt! Hoe gunstig in veel opzichten de
geünifiëerden, z.g. Jaurèsisten, (samen met
eenige groepen onder de gematigden en
reactionairen) van de overgroote meerder
heid der parlementsleden afstaken, toch
bleven ze in de oogen der Parijerehe
arbeiders en lagere beambten, vooral
ongetwijfeld door hun vroeger heulen
met de politiek van de Combistische
kliek, een troep ,.parlementariërs", zoo
goed, of juister gezegd zoo slecht, als de
rest. En nu ziet men het gebeuren, dat
enkele agitators, die steeds de Kamers
hebben genegeerd, mannen van weinig
beteekenis, een Pataud, een Janvion,
een Merrheim, door alleen aan daden te
doen (het in 't duister zetten van Parijs
en het stil leggen van het bedrijf der
posterijen) de sympathie naar zich toe
halen van den Parijschen werkman, en
den socialist in zijn hemd laten staan.
De heer Jaurès is «> r blijkbaar zoo van
geschrokken, dat hij tot in het Donder
dag-nummer van zijn blad over de heele
Hippodrome-meeting geen enkel woord
zegt
Hij zegt, door te zwijgen, slechts
te meer. Men kan verwachten, dat de
Hippodrome-meeting een mijlpaal blijft
in de geschiedenis der socialistische
machtsvorming.
Het wordt belangwekkend de houding
te leeren kennen, die door de
regeeringskringen tegenover deze syndicalistische
beweging, nu ze nog in haar begin is,
zal worden aangenomen. In het Handels
blad (Avondbl. van 8 April) geeft Mr.
Israëls te kennen, dat in het licht van
de gebeurtenissen de houding der regee
ringen in deze behoort te bestaan in
een steeds grootere onthouding van
Staatsen gemeente-exploitatie. Voor een stelsel,
dat er vóór alles op bedacht is zichzelf
intact te laten, ten koste wellicht van een
snellere en betere maatschappelijke ont
wikkeling, is deze hier aangewezen weg
inderdaad wel een practische. De invloed
door de syndicaten te oefenen, zal dan
ten opzichte van het staatsbestuur slechts
uit een indirecte dwang kunnen bestaan.
En die dwang werkt niet zoo vlug als
een directe! Een staatsman wint genoeg
al wint hij niet dan tijd!
Het zal ons benieuwen den opvolger
van Clemenceau (wiens ministerieele
dagen, naar men zegt, geteld zijn), of
hij Briand zal heeten of Millerand, bij
deze democratische processen" bezig
te zien.
Spelen, wandelen, baden en
reizen der schooljeugd inLeipzig.
Voorwoord. Velen onder de lezers en
lezei essen van dit blad hebben waarschijnlijk
reeds allerlei vacantie-plannen in 't hoofd.
Voor hen is 't zeker gemakkelijk een of ander
plan uit te voeren. Doch al denken zij er
over, met de voorbereiding kan nog gewacht
worden. En evenzoo zal de uitvoering van
eventueele vacantie plannen hunner kin
deren hen nog niet bezig houden. Doch wat
zullen die duizenden kinderen in de vacantie
uitvoeren, wier ouders niet in de gelegenheid
zijn, den zomer buiten door te brengen?
Moeten zij aan hun lot en de straat"
worden overgelaten ? Het behoeft zeker
geen lang betoog, dat hier het gemeenschaps
belang zegt: neen! Wat dan te doen?
Het hier volgende artikel wil die vraag
beantwoorden. Het wil aan een voorbeeld
uit het buitenland laten zien, wat en hoe
ook hier gedaan kan worden voor de ge
zondheid onzer jeugd, en daarmee voor de
gezondheid en de kracht van ons volk. En
indien het voorbeeld van Leipzig (en zoo
vele andere steden) hier tot navolging mocht
aansporen, dan is het niet te vroeg, als
reeds thans begonnen wordt aan de voor
bereiding van zulke plannen voor
vacantiewandeltochten en reizen Het is daarom dat
dit artikel nu reeds verschijnt.
De Schoolcommissie te Amsterdam wil
gemeentelijke subsidie vragen 1) voor een
yereeniging, die schoolreisjes organiseert voor
behoeftige kinderen. Zulk 'n vereeniging
bezit Leipzig in de
GEMEIN-NÜTZIGE ESELLSCHAFl".
Over hare Vacantie-reizen van arme kinderen
het voegende.
Voor zoover hare middelen het toelaten,
stelt deze vereeniging elk jaar een aantal kin ?
deren van behoeftige ouders in staat een reisje
van 8 dagen te doen onder geleide van een
onderwijzer of onderwijzeres door een
der mooiste streken van Saksen.
Doel: lichamelijk en geestelijk welzijn
der kinderen te verhoogen" ; dit doel is vol
gens de jaarverslagen der vereeniging vol
komen bereikt.
In aanmerking komen alleen kinderen uit
de hoogste klassen der volksscholen alzoo
13 a 14 jarigen! Vooraf -worden ze door
'n geneesheer onderzocht, of ze lichamelijk
geschikt zijn: op de reis wordt n.l. zeer
veel van oord tot oord gewandeld. De
kinderen behoeven niets te betalen; zelfs
de benoodigde Rücksiicke" zijn eigendom
van de vereeniging. Alleen moeten ze na
afloop een reisverhaal inleveren, dat aan de
vereeniging blijft. Op de tentoonstelling
Opvoeding van het kind" in den Haag,
was ik in de gelegenheid een aantal dezer
rReiseberichte" en zulke der geleiders (of
geleidsters) benevens een groot aantal
kiekjes der groep", op de reis genomen,
te exppseeren. De schriften dier Leipziger
volkskinderen van 13?14 jaar wekten al
gemeen de bewondering op, zoowel wat
het schrift als de stijl betreft 2).
Van 1898 -1907 hebben 469 arme kinderen
zulk 'n reisje op kosten der Gemeinnützige
Gesellschaft" gedaan, tot 1906 in groepen
van 10 jongens of meisjes. In 1907 werden
12 kinderen per groep uitgestuurd, de reis
duur daarentegen tot 6 dagen verkort;
daardoor konden er in dat jaar meer kinderen
dan anders uitgezonden worden. Het aantal
in 1907 bedroeg 47 jongens en 37 meisjes.
De kosten kwamen op ca. 4 Mark per
kind en per dag: voor voeding en logies
alleen ruim 2 Mark. 's Avonds wordt de
hoofdmaaltijd genomen, waar gelogeerd
wordt. Met inbegrip van 'n ontbijt, ont
vangt de hotel hou der dan altijd en overal
l' 2 Mark per hoofd. De uitgaven in 1907,
bedroegen voor de vereeniging 2330 Mark,
en van 1897?1907 totaal 13,926'/* Mark.
De kosten worden geheel door de vereeni
ging uit contributies (6 Mark per jaar) en
vrijwillige bijdragen bestreden.
Van nog grooter sociaal belang is het
werken eener andere vereeniging, de
1) Dit artikel werd reeds geschreven in
September 1908.
2) Mocht er spoedig te Amsterdam een
vereeniging als de schoolcommissie bedoelt
en te Leipzig bestaat, tot stand komen, dan
ben ik bereid pp de constitueerende vergade
ring dit materiaal ter bezichtiging te stellen.
Wie voor de oprichting daarvan iets voelt,
verzoek ik mij een bewys van instemming
te zenden, om daartoe te geraken.
VEREIS FÜR VOLKSHYGIËNE
afdeeling van den Deutschen Verein ffir
Volkshygiëne."
Doel: verbreiding der resultaten van>
hygiënisch onderzoek, en de bevordering.
der volksgezondheid.
Onder de middelen, welke de vereeniging:
tot bereiking van dit doel aanwendt, lijkt,
mij het voornaamste, het houden van
VACANTIE-WANDELTOCHTEN.
?
Gedurende de vacanties kunnen jongens
en meisjes ia groepen van 25?SO onder
geleide een dag in de omgeving van Leipzig
gaan doorbrengen. Gewoonlijk blijven de
groepen gedurende alle tochten in 'n
vacantie uit dezelfde kinderen bestaan. Br
wordt gewandeld, gespeeld, geteemend, en
vrij onderwijs in Heimatkunde" gegeven.
In de rusttijden leert men vaak de kinderen
van takjes enz. allerlei voorwerpen maken.
Op de tentoonstelling in den Haag heb ik
dat laten zien, benevens 'n groot aantal
op die tochten vervaardigde teekeningen
(alles reform!") Om den anderen dag wordt
gewandeld (behalve des Zondags.) 'sAvonda
krijgen de deelnemersfneemsters 'n badkaar
voor den volgenden dag. De tocht begint
's morgens tusschen 7 en 8 en eindigt
's avonds. Om aan 'n wandeling door de
drukke, stoffige stad te ontkomen, wordt
van de Electrische" gebruik gemaakt, die
de kinderen tegen half tarief buiten d e stad
brengt. Brood wordt meegenomen ; onderweg
wordt gewoonlijk eenmaal in 'n restauratie
soep met brood, of koffie en melk genuttigd.
Tegen 't gebruik van snoeperijen en van
alcoholische dranken wordt door de leider»
streng gewaakt. De kin leren betalen voor
4 wandeltochten in de PaaschTacantie 72et
3 Pinkster 54 ,
12 , Zomer , 216 ,
3 Herfst 54 ,
Een zeer groot aantal der kinderen be
taalt echter niet*: daarvoor ontvangt de
vereeniging een subsidie van 2000 Marie
per jaar uit de Gemeentekas.
De ontwikkeling van deze hoogst nuttige
instelling der Vacantie-wandeltochten leert
men uit de volgende staatjes.
il Ja
S a -S S
.S S "£ is
r? e. :s
1905
Paschen .
Pinksteren
Zomer . .
Herfst . .
Totaal
6 125
U 338
21 6"4
20 545
58 1632
104
333
120
105
662
21
5
488 18
440
954 18
1906
Pa^chen .
Pinksteren
Zomer . .
Herfat . .
' TotaaT
5 132
17 449
24 637
J17 418__
66 1636
97
440
110
_36_
683
36
7
469
355
867"
2
58
27_
87
1907
Paschen .
Pinksteren
Zomer . .
Herfst . .
Totaal"
l 26
25 659
30 796
_2j3_ _601
"78 " 2082"
6 18 2
249 323 87
136 572 8a
186 337 7»
"577 250 255"
1908
Paachen . . 12 330 96 150 84
Pinksteren . 35 975 511 341 123
Zomer ... 28 689 137 406 14&
Herfst . . . 30 860 288 299 273
Totaaï""7Ï5""2854 "I032""il96 626"
Inkomsten en Uitgaven (in Marken).
£
"a
Inkomsten| 1 | l| l
«i j (S3 >
Totaal
1905 1000 2000 250 200
1906 1025 2000 50 300
1907 1070 2000 20 1000
1908 1740 2000 510 300
TÖ"taai""7~4835""8Ö" 830" 800
3450
3375
4090
4550
"15465 ?
s
Uitgaven TS £ _s ?§S J3
1905 2100 70 100 600 100 2970
1906 2250 70 175. 500 125 150 3270
1907 3000 90 200 800 30 150 4270
1908 3500 100 330 640 50 50 4670
Totaal .10850 330 805 2540 205"450"Ï5Ï8
De leiders ontvangen 6 Mark honorarium
voor elke tocht; zij moeten zich voor 'B
heele vacantie verbinden. Voor't welslagen
van 'n .Vereeniging voor Vacantie-Wandel
tochten lijkt het my ook bepaald noodig,.
den leiders eenige vergoeding te geven.
Als 't regent worden de kinderen in een
lokaal bezig gehouden.
Een nog uitgebreider arbeidsveld hebben da
SCHREBERVEREINE".
Hoofddoel van deze is: de stadsjeugd
zooveel mogelijk in den school vrijen tyd