Historisch Archief 1877-1940
1659
D E A M S T E R D AM M K li WEEKBLAD T O O R N E D E R L A N D.
behalve strijk-orchest en hoorns, ook
tnompetten en bazuinen aangewend. Verrassend
z|jn de klankeffecten di« hij met deze in
strumenten en bet orgel beeft weten te be
reiken. De vinding van dit opus komt mij
niet zo» belangrijk voor a4s thv. van sftn
thema met variaties; ook ia het midden
gedeelte wel wat lang uitgesponnen. Niette
min is het een dankbaar en effectvol nummer
dat den componist zoowel als
Mengelbergharjtelyke toejuichingen deed verwerven.
Kossi ia een der verschijningen in onzen
lijd, waarmede men rekening moet houden.
De Amerikaansche zangeres Susan Metcalfe
hseft hier drie lieder-avonden gegeven en
daarmede zooveel succes ingeoogst dat de
laatste avond uitverkocht was
Ontegenzeggelijk ia Susan Metcalfe een
zangeres van immens kunnen. Haar wijze van
den toon aan te zetten is prachtig; baar mezza
voce is zoo fluweelig zacht dat het een bekoring
uitoefent, waaraan niemand zich kan ont
trekken; haar coloratuur is zoo volmaakten
liefa* dat men vol bewondering opziet tot
een zangeres die bare gaven van de natuur
te* een* dergelijke hoogte heeft weten te
oatwikkelen. De adembeheerschirJg is mede
buitengewoon.
Ttet waar, dat zija eigenschappen die men
zeker niet alledaagsch mag noemen?
Ia da Italiaast*che nummers Se florindo
fefMe" van Scarlatti, Intorno all' idol
mio" van Cesti ea in bet Engelsche Wher
'er you walk" van Handel, kon men zich
zoo volop overgeven aan het luisteren met
welgeVfflie'H »a*r hetgeen oog de zangeres te
haorefi gaf. In het Chanson du papillen"
van Campra kon men een lichtheid van
cokttiwuur bewonderen, zoo grcot als men
meende dat ds italiaansche zangeressen uit
d«a ouden tjjd slechts konden ten toon
spreiden.
EB toeb.... Susan Metcalfe kon mij den
geheelen avond niet boeien. Wat door kunst
bereikt kan worden, heeft zy bereikt. Het
instrument stem" wordt door haar met de
grootste virtuositeit behandeld. Doch het
innerlijk, wat in het bart van den menech
leeft, vermocht deze zangeres niet tetieffen.
Haar stem is een instiument; de ziel, de
echo van het rnenechelijk gemoed komt bij
haar niet tot uiting. Dit bleek het sterkst
uit d'amour l'ardente flamme" van Berlioz
en uit de liederen van Brahms. Hoe heeft
onlangs Pregi ons niet dieper getroffen met
bet eerste en wat was onze emotie niet
oneindig sterker toen onlangs mevr.
Noordewier hetzelfde Am SoLntag-morgen" van
Brahms ons van datzelfde podium
voortooverdel
G<-lyk een vogel zingt mevrouw Sasan
Meicaife; baar tonen zitten uitsluitend in
het houfj. Gewis een ideaal, voor menig
zangeres, by wie zalks te weinig hes geval
ie. Maar het zingen van Suean
Metcalfeis voor mg op den duur te weinig
mecschelyk. Zij heeft geen borst-reeonauce en
daarom is zij niet in staat uitingen van
menaehelyke smart en hartstocht weer te
geven. Mein Leid kommt stets in die Höh",
wa« dat een uiting van smart? Moet dan
Bi ahais' diep weemoedige Immer leUer wird
mein Bchlummer" worden weerg+ge-enin een
teon, waarin het oneindig bittere zoo volko
men absent is ? Getuigt ook bet aceentueeren
van de zwakke lettergrepen wel genoegzaam
van een artistieke behandeling van het woord?
IK wil nog daarlaten dat het tempo van
Botschaft" »oo snel werd genomen dat het
gracieuwwiegelende waaruit de charme van
dit lied bestaat, geheel te loor ging.
Een der schoonste nummers van het
progtamma was bet als toegift gezongen Wiegelied
van Loois Sehnitzter. Deze knaetenaar gaf
een deugdelijk bewyg van zijn artistiek kunnen,
rfet de fraaie pianobegeleidingen, den gebeeten
avoijd door. Alleen zou een mooie Becbstein
htm be er ter zyde gestaan hebben dan de
«enigszins dor klinkenden
Broadwoodtleuitel.
Ondanks myn opmerkingen, moet ik toeb.
erkennen dat Su-an Metcalfe een buitenge
wone zangeres is van groot kunnen en van
wit zeer veel te leeren valt.
ANT. AVEBKAMP.
?tlllttllllllllUIIHIMlMMIItnlIIMMUIIIMlm
Cnristelüie Literatanr.
De JKeuwe GPid», de eerste, i« nn dood en
?l»og begraven, Maar zijn geest werkt nog na.
Das i» verreweg 't beste wat zoo'n geest doen
kac. H«t lerendaJicbasm hindert nu niemand
me«r, ergert, verschrikt na niemand meer,
terwijl s*n zij a levendea gee-t andere geesten
zie b ontvonken, o«k daar waar zulks 't minst
verwae&t en bedoeld werd: in de stille
hofje» der roomsen katholieken en
anti-revoluiiüDBaiien.
Het ii daar sinds eenige jaren een
leUerkui.dig lef en als een Oordeel; geen wonder
]) Naar aanleiding van Seerp Anema's In
's LKVENS OPGANG. i
itiitiiimiiitMfiiMiiiiiiiimfifmiHiimHHimiMiiiiiiiMiMiiiMiiMiiiiiMmi
J<,(ijuut giug «en paar etappen achteruit
en beüeek ueui lang en suhrooinvajlig. Toen
begreep nij het op eens en zija strakke ge
zichtje ontspande zich. Hg stapte weer naar
voreu.
Ahl" zei bjj, terwftl büj zjjn handje op de
moa» »aa dea persoon tag, QD weet ik bet,
u is Dieu te Per*."
Weer werd er oi«t geantwoord, maar de
gestalte kwam aaar Jacquot toe, nam da lan
taarn uit zijn h*adje ea zette baar op den
gioud.
l'k begrgp het," zei Jacqnot, de kleine
Jezus kon niet komen en daarom kwam u
in zijn plaats. Dat is heel vriendelijk van u,
D eu Ie Père."
Dieu l.e Pêre knikte: ja," zei hij, ,.je bent
een aardige, kleine jongen, daarom wilde ik
zelf komen.
Maar." riep Jacquot plotseling bezorgd uit,
de kleine Jezus is toch gezond, hij is niat
ziek, wel? ik zou 't verdrietig viiiden als dat
zoo was."
Neen, het gaat hem goed," zei Dieu Ie
Père, hij is heel goed, maar hij was ver
moeid vanavond, en ik wilde ook liever zelf
komen."
Ui gelukkig dat bij gezond is; ik was zelf
eens ziek, twee ja drie weken en mijn
hoofdje was zoo heet, maar moeder legde
natte doeken er op en ik werd beter."
Kr was weer een stilte. Goedertier^nd en
peinzen.l stond Dieu Ie Père daar in de halve
duisternis; Ja^quot voelde zich heel klein, bij
dacnt na om iets te zeggen om de stilte te
vei breken.
En ia iedereen welvarend, Dieu Ie Père?"
dus dat menige neepjesnaut* verschrikt-om
haar deurtje komt loeren, meenende dat het
wel eens het laatste kon zü'n.... Dat valt
dan betrekkelijk mee, als er blijkt dat enkel
Van onzen Tijd en Ons Tijdtchrift dat buren
gerucht verwekken. De deurtjes worden
meest wee» drifiig in 't slot gejjooid, omdat
geen Christenmensen zich persoonlek van
zulk rumoer iets behoeft aan te trekken.
Daar is de politie voor... al lijkt 't spytig te
moeten zit n, hoe die bengels tegenwoordig
zelfs daarvoor geen eerbied meer hebben.
En ook niet eens meer voor het literaire
oordeel van Dr. Kuyper!.,.
Waar moet dat naar toe ... vraagt
Neepje*muts, ala Kunst en Geloof gescheiden worden!
En zij bedoelt: als dominee of kapelaan niet
meer alleen uitmaken wat mom en leelijk
is, wat wy zullen le<ien en niet zullen hzen.. .
Edc'ch die jongere mens-chen van Om
Tijdschiift of Van cnzen Tijd bedoelen eigenlijk
niet zoozeer Kunst en Geloof te scheiden,
ala wel hen te verzoenen en dat is 't nu juist,
wat on=, die noch katholieken noch calvi
nisten zyo, bij votrtduiing belang inboezemt.
Wij zouden dat n.l. graag by wonen, die
verzoening van Kunst en Gelocf... vooral
zoo men dit op Calvinistiechen grondslag
zou willen beproeven....
Ee Hieuwe Gidsbeweging, de Nieuwe Gi^s
zelf, 't was alles beestachtig heidenech. Dat
valt nu niet meer te loochenen. Ik vrees dat
Multatuli en de l/ageiaad, de moderne,
maar afvallige dominees, de al te parmantige
natuurwetenschap en alle koude voeten, die
men in de kerk vatte", sinds de varme
stoven onhygiënisch geoordeeld werden, daar
de schuld v»n zyn geweest.
De N. G. was paganistisch,
individmlis6cb,na'ura- of minsten» rea listieeb^zuiverlyk
uit reactie tegen een geloof zonder sracnt of
heerlijkheid, tegen een schaapachtige a ge
meenheid en een idealisme, dat allerminst
verheven, ja, eerder kofiifhuis-achtig vulgair
en huiselijk nuchter aandeed.
Nu men weer zelf, d.w.z. individueel iets
voelen ging van de omringende realiteit, nu
het leven belangrijk minder algt-meen zeurig
werd, kon men van die jonge menechen van
omstreeks '80 bezwaarlijk eerbied of gene
genheid verwachten vuor bet lees;e kultel
van dat moderne geloof, dat hun vaderen
trachtten te belijden, noch voor de ramme
lende gemeenplaatsen, waarmede diezelfde
vaderen hun on 'erscailligneid ten opzicnte
van het uiterlijke teven voor zich en
anderen ontveinsden.
Er was, inderdaad, niet veel Hooger
Leven",.. . maar er was o< k niet veel layer
leven. Er was eigenlyk in 't getieel niet veel
leven. En dat stelden nu die jongeren zich
tot doel weer te maken", door luiddel van
hun zinnen t Herperst, daarna ook van hun
gevoel en hun verbeejding t n zóó waren ze
daarmea bezig, zoo boordevol waren ze van
leven, ifcnnelijk leven en de moeilijke, heer
lijke uiting daarvan, dat 't hun absurd leek
als er iemand kwam beweren, dat kunst en
moraal en waarheid toch in ztker verband
mueattn s aan.
Notabene! Zij wilden niet eens grif toe
geven, dat de Kuret etcig rtcht op
Schoonheid had, omdat immers het Leven,
het groote Leven, dat zij genoten en beleden,
ook niet aan zulke onderscheidingen deed,
majesteitlyk-onbewust het laagste en ge
ringste naait het verhevenste en grootste
voortbracht
Wat rnen thans ook voor kwaads van de
Tachtigers zeggen moge, geletfd hebben z$
tenmins e, in net burgerlijK-benepen,
dootffatsoenHjke Holland den roes hunner
zinlykbeid ten volle aitgevierd, zóó, dat in de
nuchtere schemering van nieuwe generaties
zelfsdta min ap-petijtlijke resten hunner o> gieën
de omgeworpen bekers de vei flenste
kranten, de wrjnoirerioten kussen?, ons
nog met ontzetting en eerbied en soms zeer
hevige benijding vervullen.
Maar dat ook de rechterzijde" naar het
fchouwspel zou komen kijken, dat heeft
aanvankelijk zeker niemand gedacht, nog
minder dat zij er ontroerd bij zou worden.
Want zij scheen zér on-outroerbaar, dw
rechterzyde", deels van na; ure en deels uit
principe. Wat kon haar het aardsche leven
schelen, die zoo ongeveer het hoogere als
monopolie bezat ? Wat zeide haar de natuur,
het gewone uiterlijk van eiken dag, de
alledaagtcue ievenaverricatingen ala het enkel
om zmnenlngt ging? Niets zou men meenen,
en 't mocht ook nieta zijn.
Intusechen schijnen er tocti ook duur jon
geren" gokomen, die (gelukkig of helaat-)
voor dien puur htïdenschr.n levenslust zoo waar
ieta gevoelden. L)e Standaard mo^e uitmaken
of dit een sluipend zedelijk bederf beteekent,
wij benoeven hier enkel het feit te
coustateeren, kunnen hoogstens de sctiuchtere
verwaqhting uitspreken dat het ook een plus
aan levenskracht beduidt, als men bij dat
deel van ons voik ieta gewaar wordt van dien
levenslust der ISieuwe Gid-ers>. Dat men er
vroeg uij vriendelijk, da heilige Maagd Maria
was zij ook goed, toen u haar verliet?"
Ja," antwoordde D.eti Ie Père, zij was
gezond en jjelukkig."
Zij is zoo goad. ' mjmpelle Jacquot, en
Jezas uw zoon, kijkt hij altijd nog/soo ernstig
en droevig?"
Hy is droevig, maar toch gelukkig," zei
Diau te Père."
Jaiquot dacht over deze schijnbare tegen
strijd gheid na.
Er was weer een stilte, die nu verbroken
werd door Dieu Ie Père.
Ik kom vanavond bij je., omdat ik weet,
dat je om iets heel groots wilde vragen, zeg
mij nu eens wat dat ia ?"
Weken lang had Jacquot zich op die vraag
voorbereid, bij tiad tot de kleiuate
bijzonderbeid toe bepaald wat hij «raag wilde bebben,
hij had in zicbzelf beraaald en Lerhaald tot
hy 't als een van buite-n geleerd lesje kon
opzeggen, maar nu de crisis gekomen was-,
kon bij geen woord uitbrengen. Het scheen
heua nu zoo ontzetteud veel toe, wat hij
wilde hebben, zócWeel dat hij 't niet durfde
vragen.
Toen hij einde'ijk sprak, was 't bijna
onverataanbaar: een doos met verf."
Zonder te aarzelen stali Uien Ie Père zijn
hand in zijn wijden mantel en haalde er een
langwerpige, platte doos uit, die hy 't kind gaf.
Jacquot nam haar besctieiden endaukbaar
aan; 't was een prachtige doos. Op 't deksel
was een p.aat geplakt - een hooiland voor
stellend, met prachtig aangekleede damea en
heeren die in bevallige houdingen aan 't
hooien wareu. Ea totn hij 't deksel e?en
het individualistische, principieel-realistische
niet aanvaart, is heel natunrfijk en in 't
algemeen zonder bezwaar.
Voor die m: nschen is de reünie niet het
zuiver fotmeele, conventioneel-bykomstige,
dat zy toentertijd bij de andere helft van 't
Nederlandeche volk geworden scheen. Enkel
in den sfeer van het religieuze kan men hier de
kunst aannemen, en wei speciaal ter ver
heerlijking Goda!'; en daar ia absoluut niets
tegen. In plaats van icdi/idualistiech en na
turalistisch, kan de kunst weer een gemeen
schapsgevoel gaan uitdrukken en zal dan
van zelf idealistisch worden. De middeleeuwen
zijn daar 'en bewijze hou innig en waarachtig
de aardsnhe Schoonheid bloeien kan in dienst
van het Geloof.
Mnar Let Calvinisme, is dat met zinnelijk
reh< on, met lunst in 't algemeen
vereenigbaar? Wij hadden eigenlijk altijd gedacht
van niet, en ziedaar het pikante van dit
antirevolutionairb" knnststrevca. Het lijkt
voor ons leeken een puzzle. Hoe zal iemand
tegelijk het aardsche en vleeachelijke verach
ten en g'orifieeren? Hoe kan men levenslust be
zitten en waardeeren, als het leven ons voor
komt een duistere voorhof des doods" te
zijn? Welke Verloren Zoon tracht het zich
in een slechte herberg nog aangenaam te
rua<en, als hij zoo meteen het vaderlijk paleis
mag binnengaan ? En het ergst en tenslotte:
welke gevolgen kan deze toegevendheid aan
het zwakke vltefch hebben voor den, wel
Bewilligen" maar tegenwoordig oot al niet
oversterken getal 1
Leidt ons niet in de verzoeking... van het
ijdele Schoonheidsspel des levens. Want we
kragen er maar last van en't kan ons boven
dien niet schelen.. .,
Was dit niet zoo ongeveer altijd het credo van
het proteatants hèHolland? Een credo dat
trouwens nog in Alberdingk Tby'ms tijd ook
door het katholieke werd overgenomen, zoo
perfekt paste het by de benauwde levens en
het volkomen gemis aan scnoonheida-sin.
Nu krijgt men echter laat van
ecboonheidsan en wil deaondanka calvinist blyven.
Dat lijkt een krachttoer te zuilen worden,
waar we zeker naar moeten kijken en zoo
slaan we dol nieuwsgierig de romans dier
christelijke jongwen op, een fiteketee, een
Van der Zee, een Antma. Vooral diens laatsten
roman, want hij schijnt een primus geacht
te worden in die school. En vooral zijn
roman, niet zy,n slappe verzer.
Want zoo ergens, dan kan in den roman
het wonder dier ongelijksoortige verbintenis
zich voltrekken. De roman nl. is een zeer
liberaal soort van kun«t en kan letterlijk
alles inhouden. Wij hebben romans van
avonturen, van karakters, van zeden, psycho
logische, realistische, naturalistische, mora
listische ea tei,ds-nzitu8e romans. En wij
hebben ook godsdienst, ge romans, die
miaschien tot geloof^verher-rlijkende kaneen wor
den uit de pen eens g< inspireerden makers.
Zoo zocbtt-n wij dan in Seerp Anema's
boek, In 's Le.virn Opgang, de uitdiukking
van de heerlijkheid des Geloofs in en t aas:
(of doorgeord van) de heerlijkheid de»
Levens wereld.
En vonden noch de «en noch de andere.,.
en waien teleurgesteld.
Maar de eerste teleurstelling was verreweg
de gtootètc. Immers, de heerlijkheden onzer
wereld waren al door de Tachtigers gezegd
ea 't wa» a pfiori Biet waarecny'nlyk dat
-Anerna 't hn:n,v»*rleteren zou. "Doch op de
''teudeie heerlijiTleïd, die des Geloofs, waren
wij gespitst a op> de vereeniging van beide.
Daarom gin* >het. Daarvoor was de heele
beweging, benevens al ome belangstelling.
En wat krijgen we EU?
Een familieverhaal van Friesche en Haagsche
calvinisten, niet vervelend, maar toch ook
niet erg belangwekkend. De calvinistische
wereldbeschon ving blijkt er natuurlijk bij
een superieuren levensttaat te behooren en
het geloof zelf opereert er als een soort van
ernstige ziekte, die den mensch ineens over
valt en waar hij door" moet, zonder dat
overigens blijkt wat daarby des patients
innerlijke gevoelens zijn. De uiterlijke ver
schijnselen kunnen b. v. zijn, dat iemand naar
zijn <cheurkalei der kijkt en leest: Ik heb
u geroepen bij uwen naam; gij zijt mijne..."
Dat is dan al genoeg, als er namelijk een
zeker ... voorbereidingstydperk is vooraf
gegaan. ...
Maar voor ons die niet voorbereid zijn en
enkel scheurkalenders met keukenrecepten
bezitten, ia het niet genoeg om iets te voelen
van de toch zeker be loeide grootheid van
het proces en dat hadden wij toch zoo gaarne
gewild Zoo blijkt er dan noch noemenswaarde
kunst, noch geloof, noch geloofaverbeerlijking
in kunst in dit boek. Wel v^el praten over
het geloof en de kunst n een groote mate van
zelf bebagelyke eigenwijsheid mitsgaders een
kleinere van snobisme en typisch
Calvinisiitch-joodtrch meerderheidsgevoel tegen
over de vrouw Met no,{ al veel valsche
pathos en sentimenteele symboliek maakt
dit het boek nu juist niet tot een
verrukking om te lezen, al blyft er genoeg
opendeed, zag nij drie rijen mooie stukjes
verf met vier pen-seelen liggen; in den hoek
een porceleinen bakje oua verf in te mengen,
alles wat hij maar weuschen kon en zoo
gezellig bij elkaar, een waar genot om naar
te kijken.
En toch, offchoon hij trachtte 't te ver
bergen, was Jacquot in 't diepste van zy'n
hart wat teleurgesteld en toen de
bezoekeaanstalten maakte om te vertrekken, zei hy
zach jes:
O l Dieu Ie Père, wilt u mijn groeten
overbrenge i aan de heilige Maria en 't kindje
Je us."
Ik zal 't niet vergeten," zei Dieu Ie Père
en nij stapte meteen naar 't venster.
Wilt u nog even wachten, ik heo u nog
iets te laten zien en dat kunt u dan aan den
kleinen Jezu? ge ven. Het is ... het is hemzelf."
Jac q lot oukte en raapte het stuk papier
op, lat hij dien avon i geteekend had.
Dieu !e l'ère keek er eerst onverechillig
raar, maar toen hij 't by 't licht van de Jan
taarn zan, schrikte hij op, keek naar't kind,
toen weer naar ae tet-kening en was
geduren ie een paar minuten geheel ea al er in
veidiapt.
Jij beot dat geteekend?/
Ja," zei Jacquot ik teekende het voor
den kleinen Jezus."
Dieu Ie Père haalde diep adem. Wel, ik
zal ..." weer keek bij naar de teekening.
Wel ik zal je..." herbaalde hij, maar weer
werd de zin niet voleindigd.
Een plotaelinge beweging deed Jacquot
vreezen, dai hij veitrekken zou.
curieus in over om onze aandacht zoolang
gaande te houden.
Maar een nieuwe, verheven kunst, waarin
die der Tachtigers zou zyn opgegaan, vinden
wij hier vo >r!oopig niet, niet bij Anema
en niet bij die anderen. De natnurfrifchhei l
?n levenslust der voorgangers heeft er geen
!igen, geen dichterlijke stem meer, daartegen
Verneemt men bier weer, zij 't nog zwakjen,
die toon, waartoe alle romankunat in Hol and,
die niet objectief tracht te zijn, trots zijn
subjectivisme, op den duur schijnt terug ie
moeten vallen: de meenttra Idige en de
preek toon. En zoo lijkt deze opgang
voorlooiig nog 't meest een ondtrgaiig.
FKAKS COENEN.
Benemen.
KONING PETER OVER SEBVIÈ. In het boek
S.-rvia r>y the Servians" dat binnenkort zal
verschijnen, komt ook een artikel voor van
konim: Peter. Hij zegt daarin o.a : jj be
schouwen vrijheid, persoonlijke en nationale,
ala het eerste groote vereigchte voor eene
krachtiae ontwikkeling". De koning zet in
het artikel zy'n beginselen omtrent
deregeering van het land en de lijnen langs welke
hij de nntwikkeling en het geluk van zy'n
volk tracht"te bevorderen, op overtuigende
wijze uiteen.
BuiTTANMCA. De nieu»e
uiigave van deze encyclopae.lie, welke in be
werking is, zal vo!gens oude tradities weer ie
Edinburgh gedrukt worden. Die betrekkin eu
tusscuen de Sctiotsche hoofdstad en d- ze
>roote literaire ondernemiüg datrereu sedert
den eersten druk vai dit werk.
De uitgave daarvan werd in 1821 voor
bereid door een Edinburgachen drukxer,
olin M' Farquhar, die, met zijn compagnon
Andrew Bell, ook den tweeden en een ge
deelte van den dtrden druk uitgaf. De er-me
druk bestond uit drie deelen en had een op
laag van 300U exemplaren. Klke voUemle
editie bevatte meer deelen, de tweede d'UK
tien, ae derde druk twintig derlen. lu 1840
werd Archihald l mstahle e'gena r van h. t
werk en betaalde daarvoor tusschen £ 1 3.000
en £ 14.000.
Deze liet op het werk een supplement
veiSehijnen, onder redactie van M. Napier, later
redacteur van de Edinburgh Rentw.
BIBLIOTHEEKWETENSCHAP. In Leipzig
verScheen het eerste iiuuimer van Der
Bi-blmthekar, Monatescbrift lür Irbeitèrbibiiotheken;
prys per kwartaal 5(1 pfenning. Ker oat zien
bij ons de behoefte aan een dergelijk 'ilad
zal doen gevoelen, zal er nog heel wat moeten
veranderen.
THOREA-Ü, WALDEN. Het manugt-rivt van
Tiioreau'e Walden, is in iu:t bezit gekomen
van de Bouten Biblicphile Soci-ty '. weike
er voor het eerat een complete editie vau
het licht zal doen zien. In de be»iaand>- uit
gaven moeten n.l. erscüillen de hoofdstukken
besnoeid zijn.
EKN LUTHEE-VOXDST. In het prnisiscbe iorp
Ostrao ia op dt-n zolder van de
piedisantswoaing een kostbare vondst gedaan
Ondereen bundel echiiftmen, waarin eigen
handige aan teek en i n g en van Caspar Cruzigi-r
(1S42;, Philip Melanchton (ionier jaartal),
Paul Luther (1582), Johannes Ernst Luthe
(1682) en Johacnes Fritdnch Luther (158.')
z;;n ook a:achriften van eeniae brievm van
dr. Maarten Luther gevonden, alsmede 16
blad ijden van het ori(iineele manunkript van
diens bijbelvertaling, th wel dat gedeelte dat
handelt over den profeet Jeremia. De ge
schriften bevinden zith thans in bewaring
bij de kerkelijke overheid van Oscrau. Dit
dorp ligt niet ver van Wittenburg wat de
vondst verklaarbaar maakt.
WANDELBIHI.IOTIIKKEN VOOR ZEELIEDEN. De
noorweegache raad van state besloot onlinüs
de renten van het Mulktfonds'', da ontstaan
is door aan zeelieden opgelegde b >eten voor
vergrijpen van allerlei aarden thans ongeveer
77.000 kronen groot is, ten bedrage van rond
3000 kronen jaarlijks aan te wenden tot op
richting -van vrandelbibliotbeken voor zt-e
lieden. Men wil daartoe kisten aanscbaff-u,
elk met twintig boeken, en die zoo inrichten
dat ze zoowel geschikt zijn om verzonden
te worden als voor boekenkast aan boord, lu
het buitenland zullen de verschillend» consuls",
die zich meen .allen daartoe reeda bereid
verklaard hebben, aan boord de kapitein en
in noirweegache havens daarvoor bepaald
aangewezen beambten als tusschenpersoon
bij het uitleenen dienst doen.
ETOLLAXDPCITE 11I.OBMEN EN TUINEN. Bij de
uitgevers B^acK A (Jo. te Londen zal ver
schijnen Ijulrh bulhi and garden* door de
dames Una Silnerrai en Sophie Lyall, terwijl
Miss Nixon voor de illustraties /.orgde. M-;t
toestemming van koningin Wilhelmina maakte
deze laatste vele teekeuintjen in den tuin van
het Loo, met zijn prachtige collt-ctie azalea's,
rozen en hoornen van allerlei soort.
Nieuwe Ui
JOIIANNKS PORDEWIJK JR., ZitlManken. Rot
terdam. M indert Boogaerdt Jr.
r>AvmoFSKy. Wereldxtad. Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf.
Oudheidkundige mede ieelinjsn van het
iik-i'ïiu-enai van Oudheden te Leiden, III.
's Gravenbage, Mart. Nyhoff.
J. W. K. HOEVERS, Het Chriitendom tn de
Vrouw.
Lrrrnwrngrn Serie III, No. 8:
C. G. ('HAVANNES, D?, daop een levensvraag?
B^arn, Hoil -drukuerij.
De v<m en de Vrouw, afl. 33. Amsterdam,
H. M-nlenboff.
M. J. RRUSSE, Een dierenkolnnie in een groote
gtiui. 1 11 Rotterdam." W. L. en J. Brusse.
Vivnt's k/tint encyclopedie. Amsterdam, Mij.
Vi vat.
In 'i belang van 'het recht, uitgave der Ver.
vaii Directeuren en Commiezen der Posteryen
en Telegrafie.
fSi-M'rtnf* Taalmethode Praxis, afl. 2^3,
* ru"t«rdam, H. Meulenhoff.
Krttimtrnbofk, bijgewerkt tot 31 Dec. 1908.
G'onmgen P. Noordhoff.
Ome p'ilitifte partijen, No. 4:
A. ROODHUIJZEN, De liberale Unie. Baarn,
Holi.-drnkkerij.
l lu:?r,',riften der Ned. Z.-Afrik.
Vpreeniging. N o. 2: Wat in den laatsten tijd door
de vereeniging en de met haar verbonden of
vriendschappelijk samenwerkende
vereenigingen gedaan ig.
Vereer, i gin g V0or de Zeevaart, afl. 46.
Kotteidaii), J. C. van Vliet.
21e Jaarverslag van de Vereeniging Het
Buitenland."
l>rs'o<7 o er 1908 van de Coöperatieve
Win nel vereeniging, vroeger van bet district
'sGravenbaae der Vereeniging Eigen Hulp,"
drukkerij Trio."
40 cents per regel.
BOUWT te NÜNSPEET
op de VELUWE.
Inlichtingen bij Ar t i", doorloopende
schilderyen-tentoonstelling aldaar.
Nyniiül-DiiderkWn
van
ProfDrG.
Eenige
Fabrikanten
W.BengerSöhne
Stuttgarn
Hoofddepöi, te AMSTERDAM: Kalvemr. 157
K. F. DEUSCHLE-BENGEE.
Koopt UITSLUITEN» ROT K» OVHRR RIJKSCONTROLE.
l>e STiAT 4J A K AND HERT ( een ON V ERVALSCHT product.
Roterhandel K U 11> I. A R E !¥«, REGULIERSGRACHT 27. TELEFOON 8935.
imiimiiiliiiimmiiiiiilnmi
iiliiliiilHiillliilMitiiiiiiiiMinm
O ! Diea 'e i'ère", riep l ij, ik wiJdd u
zoo graag wat vragen."
Vraag maar," zei Dieu Ie Père vriendelijk
Ik doe iets, wat ik vrees dat net goed
is en wilde nu van u weten of 't neel slecht
is; ik geloof van wel." *
Wat ia het?"
Als ik naar de mis ga," begon bij aar
zelend, geeft vader mij een cent voor de
collecte, maar ik ... ik geef tiem niet."
Niet?" zei Dieu Ie Père een beetje ver
ontwaardigd, wat doe je t-r dan inee?"
Ik koop ... ik koop houtskool en kaarsen,"
fltiiiterde Jarquot.
Toen gebeu-de er iets vreemds. Dieu Ie
I'ère begon te acnudden, zonder dat Jacquot
begreep waarom; bij vreesde dat Ihtu ie
Père boos wa°. Maar neen, ge ukkig met,
want hij kwam naar hem toa en kusie hem
op zijn vcorhuofd.
O!" riep hij verrukt, u ia dan tct-h met
boos en houdt evengoed van me?"
Weer kuste hij den klemtn juLgen en voor
dat Jacqiot 't wis', begon hij zijn harije
zoo vol V:IQ n prqot ver.'aLgeu, uit te storteii.
O, Ditu Ie l'èiv, wat ik wilde vragen
aan den kleinen Jezus, was met een doos
met verf, maar iets audtre, iets heel groots.
Ik wilde... ik wilde..."
Wat wilde je?"
Ik dacht, dat u misschien monsieur
Vil'liame in kondt fluisteren mij te leeren schil
deren."
Monsieur Villiame," vroag Dieu Ie Père
verbaasJ, wie is dat?"
.,Ik draag zijn duozen, als bij gaat schil
dert.-!', ' Ieij.de JLuquo: uit. .,O, bij tciji.-.'eit
prachtig! Als u eens voor mij wilde vn.gen
of hij nij les wilde geven."
Schildert hij zóó mooi," mompelde Dieu
Ie Pèrf; m^t iets van belangstelling.
..Zóó mooi, zóó mooi, 't is een
heerlyklijbheid."
En eer hij wist wat er met hem gebeurde,
wa-i bij van dun grond opgetild en werd half
gesmoord in den witten mantel en baard,
dia i aar scha >e7acht rook.
Ik zal 't doen," zei Dien Ie Père, je zult
leeien fchilderen en eens, dat beloof ik je,
zu' je beroemd worden evenals monsieur
Villiame," voegde hij er zachtjes aan toe.
Toen zette hy 't ventje weer voorzichtig
op den grond en verdween even majestueus
als hy gekomen was; de ladder trilde even
tegen den muur en Jacquot zat weer alleen
in de koude en duisternis Maar in zijn hartje
?was het licht en warm en telkens trilde de
kleine jen gen in zijn armelijk bedje, door een
aai:doemng van onuitsprekelijke vreugde.
Etn , aar dagen daarna, toen hy monsieur
Villiame's eigendommen droeg, vond bij ze
zwaarder dan gewoonlijk. Toen ze aan hnn
doel gekomen waren een gezellig plekje
aan ten beek verklaarde het zich op eens,
want er waren twee ezels, n voor monsieur
Villiame en n veel kleiner; en ook twee
krukjes waarvan hst eene weer veel lager
was dan het ander, inderdaad er was van
allea -twee stuks.
Z wijgend werd alles opgesteld. Toen: ik zal
je leeren schilderen," zei monsieur Villiame.
.T*?" vroeg Jacquot. En hij scheen in 't
gtttjeef'niet verbaasd.