De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 11 april pagina 3

11 april 1909 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

1659 D E A M S T E R D AM M K li WEEKBLAD T O O R N E D E R L A N D. behalve strijk-orchest en hoorns, ook tnompetten en bazuinen aangewend. Verrassend z|jn de klankeffecten di« hij met deze in strumenten en bet orgel beeft weten te be reiken. De vinding van dit opus komt mij niet zo» belangrijk voor a4s thv. van sftn thema met variaties; ook ia het midden gedeelte wel wat lang uitgesponnen. Niette min is het een dankbaar en effectvol nummer dat den componist zoowel als Mengelbergharjtelyke toejuichingen deed verwerven. Kossi ia een der verschijningen in onzen lijd, waarmede men rekening moet houden. De Amerikaansche zangeres Susan Metcalfe hseft hier drie lieder-avonden gegeven en daarmede zooveel succes ingeoogst dat de laatste avond uitverkocht was Ontegenzeggelijk ia Susan Metcalfe een zangeres van immens kunnen. Haar wijze van den toon aan te zetten is prachtig; baar mezza voce is zoo fluweelig zacht dat het een bekoring uitoefent, waaraan niemand zich kan ont trekken; haar coloratuur is zoo volmaakten liefa* dat men vol bewondering opziet tot een zangeres die bare gaven van de natuur te* een* dergelijke hoogte heeft weten te oatwikkelen. De adembeheerschirJg is mede buitengewoon. Ttet waar, dat zija eigenschappen die men zeker niet alledaagsch mag noemen? Ia da Italiaast*che nummers Se florindo fefMe" van Scarlatti, Intorno all' idol mio" van Cesti ea in bet Engelsche Wher 'er you walk" van Handel, kon men zich zoo volop overgeven aan het luisteren met welgeVfflie'H »a*r hetgeen oog de zangeres te haorefi gaf. In het Chanson du papillen" van Campra kon men een lichtheid van cokttiwuur bewonderen, zoo grcot als men meende dat ds italiaansche zangeressen uit d«a ouden tjjd slechts konden ten toon spreiden. EB toeb.... Susan Metcalfe kon mij den geheelen avond niet boeien. Wat door kunst bereikt kan worden, heeft zy bereikt. Het instrument stem" wordt door haar met de grootste virtuositeit behandeld. Doch het innerlijk, wat in het bart van den menech leeft, vermocht deze zangeres niet tetieffen. Haar stem is een instiument; de ziel, de echo van het rnenechelijk gemoed komt bij haar niet tot uiting. Dit bleek het sterkst uit d'amour l'ardente flamme" van Berlioz en uit de liederen van Brahms. Hoe heeft onlangs Pregi ons niet dieper getroffen met bet eerste en wat was onze emotie niet oneindig sterker toen onlangs mevr. Noordewier hetzelfde Am SoLntag-morgen" van Brahms ons van datzelfde podium voortooverdel G<-lyk een vogel zingt mevrouw Sasan Meicaife; baar tonen zitten uitsluitend in het houfj. Gewis een ideaal, voor menig zangeres, by wie zalks te weinig hes geval ie. Maar het zingen van Suean Metcalfeis voor mg op den duur te weinig mecschelyk. Zij heeft geen borst-reeonauce en daarom is zij niet in staat uitingen van menaehelyke smart en hartstocht weer te geven. Mein Leid kommt stets in die Höh", wa« dat een uiting van smart? Moet dan Bi ahais' diep weemoedige Immer leUer wird mein Bchlummer" worden weerg+ge-enin een teon, waarin het oneindig bittere zoo volko men absent is ? Getuigt ook bet aceentueeren van de zwakke lettergrepen wel genoegzaam van een artistieke behandeling van het woord? IK wil nog daarlaten dat het tempo van Botschaft" »oo snel werd genomen dat het gracieuwwiegelende waaruit de charme van dit lied bestaat, geheel te loor ging. Een der schoonste nummers van het progtamma was bet als toegift gezongen Wiegelied van Loois Sehnitzter. Deze knaetenaar gaf een deugdelijk bewyg van zijn artistiek kunnen, rfet de fraaie pianobegeleidingen, den gebeeten avoijd door. Alleen zou een mooie Becbstein htm be er ter zyde gestaan hebben dan de «enigszins dor klinkenden Broadwoodtleuitel. Ondanks myn opmerkingen, moet ik toeb. erkennen dat Su-an Metcalfe een buitenge wone zangeres is van groot kunnen en van wit zeer veel te leeren valt. ANT. AVEBKAMP. ?tlllttllllllllUIIHIMlMMIItnlIIMMUIIIMlm Cnristelüie Literatanr. De JKeuwe GPid», de eerste, i« nn dood en ?l»og begraven, Maar zijn geest werkt nog na. Das i» verreweg 't beste wat zoo'n geest doen kac. H«t lerendaJicbasm hindert nu niemand me«r, ergert, verschrikt na niemand meer, terwijl s*n zij a levendea gee-t andere geesten zie b ontvonken, o«k daar waar zulks 't minst verwae&t en bedoeld werd: in de stille hofje» der roomsen katholieken en anti-revoluiiüDBaiien. Het ii daar sinds eenige jaren een leUerkui.dig lef en als een Oordeel; geen wonder ]) Naar aanleiding van Seerp Anema's In 's LKVENS OPGANG. i itiitiiimiiitMfiiMiiiiiiiimfifmiHiimHHimiMiiiiiiiMiMiiiMiiMiiiiiMmi J<,(ijuut giug «en paar etappen achteruit en beüeek ueui lang en suhrooinvajlig. Toen begreep nij het op eens en zija strakke ge zichtje ontspande zich. Hg stapte weer naar voreu. Ahl" zei bjj, terwftl büj zjjn handje op de moa» »aa dea persoon tag, QD weet ik bet, u is Dieu te Per*." Weer werd er oi«t geantwoord, maar de gestalte kwam aaar Jacquot toe, nam da lan taarn uit zijn h*adje ea zette baar op den gioud. l'k begrgp het," zei Jacqnot, de kleine Jezus kon niet komen en daarom kwam u in zijn plaats. Dat is heel vriendelijk van u, D eu Ie Père." Dieu l.e Pêre knikte: ja," zei hij, ,.je bent een aardige, kleine jongen, daarom wilde ik zelf komen. Maar." riep Jacquot plotseling bezorgd uit, de kleine Jezus is toch gezond, hij is niat ziek, wel? ik zou 't verdrietig viiiden als dat zoo was." Neen, het gaat hem goed," zei Dieu Ie Père, hij is heel goed, maar hij was ver moeid vanavond, en ik wilde ook liever zelf komen." Ui gelukkig dat bij gezond is; ik was zelf eens ziek, twee ja drie weken en mijn hoofdje was zoo heet, maar moeder legde natte doeken er op en ik werd beter." Kr was weer een stilte. Goedertier^nd en peinzen.l stond Dieu Ie Père daar in de halve duisternis; Ja^quot voelde zich heel klein, bij dacnt na om iets te zeggen om de stilte te vei breken. En ia iedereen welvarend, Dieu Ie Père?" dus dat menige neepjesnaut* verschrikt-om haar deurtje komt loeren, meenende dat het wel eens het laatste kon zü'n.... Dat valt dan betrekkelijk mee, als er blijkt dat enkel Van onzen Tijd en Ons Tijdtchrift dat buren gerucht verwekken. De deurtjes worden meest wee» drifiig in 't slot gejjooid, omdat geen Christenmensen zich persoonlek van zulk rumoer iets behoeft aan te trekken. Daar is de politie voor... al lijkt 't spytig te moeten zit n, hoe die bengels tegenwoordig zelfs daarvoor geen eerbied meer hebben. En ook niet eens meer voor het literaire oordeel van Dr. Kuyper!.,. Waar moet dat naar toe ... vraagt Neepje*muts, ala Kunst en Geloof gescheiden worden! En zij bedoelt: als dominee of kapelaan niet meer alleen uitmaken wat mom en leelijk is, wat wy zullen le<ien en niet zullen hzen.. . Edc'ch die jongere mens-chen van Om Tijdschiift of Van cnzen Tijd bedoelen eigenlijk niet zoozeer Kunst en Geloof te scheiden, ala wel hen te verzoenen en dat is 't nu juist, wat on=, die noch katholieken noch calvi nisten zyo, bij votrtduiing belang inboezemt. Wij zouden dat n.l. graag by wonen, die verzoening van Kunst en Gelocf... vooral zoo men dit op Calvinistiechen grondslag zou willen beproeven.... Ee Hieuwe Gidsbeweging, de Nieuwe Gi^s zelf, 't was alles beestachtig heidenech. Dat valt nu niet meer te loochenen. Ik vrees dat Multatuli en de l/ageiaad, de moderne, maar afvallige dominees, de al te parmantige natuurwetenschap en alle koude voeten, die men in de kerk vatte", sinds de varme stoven onhygiënisch geoordeeld werden, daar de schuld v»n zyn geweest. De N. G. was paganistisch, individmlis6cb,na'ura- of minsten» rea listieeb^zuiverlyk uit reactie tegen een geloof zonder sracnt of heerlijkheid, tegen een schaapachtige a ge meenheid en een idealisme, dat allerminst verheven, ja, eerder kofiifhuis-achtig vulgair en huiselijk nuchter aandeed. Nu men weer zelf, d.w.z. individueel iets voelen ging van de omringende realiteit, nu het leven belangrijk minder algt-meen zeurig werd, kon men van die jonge menechen van omstreeks '80 bezwaarlijk eerbied of gene genheid verwachten vuor bet lees;e kultel van dat moderne geloof, dat hun vaderen trachtten te belijden, noch voor de ramme lende gemeenplaatsen, waarmede diezelfde vaderen hun on 'erscailligneid ten opzicnte van het uiterlijke teven voor zich en anderen ontveinsden. Er was, inderdaad, niet veel Hooger Leven",.. . maar er was o< k niet veel layer leven. Er was eigenlyk in 't getieel niet veel leven. En dat stelden nu die jongeren zich tot doel weer te maken", door luiddel van hun zinnen t Herperst, daarna ook van hun gevoel en hun verbeejding t n zóó waren ze daarmea bezig, zoo boordevol waren ze van leven, ifcnnelijk leven en de moeilijke, heer lijke uiting daarvan, dat 't hun absurd leek als er iemand kwam beweren, dat kunst en moraal en waarheid toch in ztker verband mueattn s aan. Notabene! Zij wilden niet eens grif toe geven, dat de Kuret etcig rtcht op Schoonheid had, omdat immers het Leven, het groote Leven, dat zij genoten en beleden, ook niet aan zulke onderscheidingen deed, majesteitlyk-onbewust het laagste en ge ringste naait het verhevenste en grootste voortbracht Wat rnen thans ook voor kwaads van de Tachtigers zeggen moge, geletfd hebben z$ tenmins e, in net burgerlijK-benepen, dootffatsoenHjke Holland den roes hunner zinlykbeid ten volle aitgevierd, zóó, dat in de nuchtere schemering van nieuwe generaties zelfsdta min ap-petijtlijke resten hunner o> gieën de omgeworpen bekers de vei flenste kranten, de wrjnoirerioten kussen?, ons nog met ontzetting en eerbied en soms zeer hevige benijding vervullen. Maar dat ook de rechterzijde" naar het fchouwspel zou komen kijken, dat heeft aanvankelijk zeker niemand gedacht, nog minder dat zij er ontroerd bij zou worden. Want zij scheen zér on-outroerbaar, dw rechterzyde", deels van na; ure en deels uit principe. Wat kon haar het aardsche leven schelen, die zoo ongeveer het hoogere als monopolie bezat ? Wat zeide haar de natuur, het gewone uiterlijk van eiken dag, de alledaagtcue ievenaverricatingen ala het enkel om zmnenlngt ging? Niets zou men meenen, en 't mocht ook nieta zijn. Intusechen schijnen er tocti ook duur jon geren" gokomen, die (gelukkig of helaat-) voor dien puur htïdenschr.n levenslust zoo waar ieta gevoelden. L)e Standaard mo^e uitmaken of dit een sluipend zedelijk bederf beteekent, wij benoeven hier enkel het feit te coustateeren, kunnen hoogstens de sctiuchtere verwaqhting uitspreken dat het ook een plus aan levenskracht beduidt, als men bij dat deel van ons voik ieta gewaar wordt van dien levenslust der ISieuwe Gid-ers>. Dat men er vroeg uij vriendelijk, da heilige Maagd Maria was zij ook goed, toen u haar verliet?" Ja," antwoordde D.eti Ie Père, zij was gezond en jjelukkig." Zij is zoo goad. ' mjmpelle Jacquot, en Jezas uw zoon, kijkt hij altijd nog/soo ernstig en droevig?" Hy is droevig, maar toch gelukkig," zei Diau te Père." Jaiquot dacht over deze schijnbare tegen strijd gheid na. Er was weer een stilte, die nu verbroken werd door Dieu Ie Père. Ik kom vanavond bij je., omdat ik weet, dat je om iets heel groots wilde vragen, zeg mij nu eens wat dat ia ?" Weken lang had Jacquot zich op die vraag voorbereid, bij tiad tot de kleiuate bijzonderbeid toe bepaald wat hij «raag wilde bebben, hij had in zicbzelf beraaald en Lerhaald tot hy 't als een van buite-n geleerd lesje kon opzeggen, maar nu de crisis gekomen was-, kon bij geen woord uitbrengen. Het scheen heua nu zoo ontzetteud veel toe, wat hij wilde hebben, zócWeel dat hij 't niet durfde vragen. Toen hij einde'ijk sprak, was 't bijna onverataanbaar: een doos met verf." Zonder te aarzelen stali Uien Ie Père zijn hand in zijn wijden mantel en haalde er een langwerpige, platte doos uit, die hy 't kind gaf. Jacquot nam haar besctieiden endaukbaar aan; 't was een prachtige doos. Op 't deksel was een p.aat geplakt - een hooiland voor stellend, met prachtig aangekleede damea en heeren die in bevallige houdingen aan 't hooien wareu. Ea totn hij 't deksel e?en het individualistische, principieel-realistische niet aanvaart, is heel natunrfijk en in 't algemeen zonder bezwaar. Voor die m: nschen is de reünie niet het zuiver fotmeele, conventioneel-bykomstige, dat zy toentertijd bij de andere helft van 't Nederlandeche volk geworden scheen. Enkel in den sfeer van het religieuze kan men hier de kunst aannemen, en wei speciaal ter ver heerlijking Goda!'; en daar ia absoluut niets tegen. In plaats van icdi/idualistiech en na turalistisch, kan de kunst weer een gemeen schapsgevoel gaan uitdrukken en zal dan van zelf idealistisch worden. De middeleeuwen zijn daar 'en bewijze hou innig en waarachtig de aardsnhe Schoonheid bloeien kan in dienst van het Geloof. Mnar Let Calvinisme, is dat met zinnelijk reh< on, met lunst in 't algemeen vereenigbaar? Wij hadden eigenlijk altijd gedacht van niet, en ziedaar het pikante van dit antirevolutionairb" knnststrevca. Het lijkt voor ons leeken een puzzle. Hoe zal iemand tegelijk het aardsche en vleeachelijke verach ten en g'orifieeren? Hoe kan men levenslust be zitten en waardeeren, als het leven ons voor komt een duistere voorhof des doods" te zijn? Welke Verloren Zoon tracht het zich in een slechte herberg nog aangenaam te rua<en, als hij zoo meteen het vaderlijk paleis mag binnengaan ? En het ergst en tenslotte: welke gevolgen kan deze toegevendheid aan het zwakke vltefch hebben voor den, wel Bewilligen" maar tegenwoordig oot al niet oversterken getal 1 Leidt ons niet in de verzoeking... van het ijdele Schoonheidsspel des levens. Want we kragen er maar last van en't kan ons boven dien niet schelen.. ., Was dit niet zoo ongeveer altijd het credo van het proteatants hèHolland? Een credo dat trouwens nog in Alberdingk Tby'ms tijd ook door het katholieke werd overgenomen, zoo perfekt paste het by de benauwde levens en het volkomen gemis aan scnoonheida-sin. Nu krijgt men echter laat van ecboonheidsan en wil deaondanka calvinist blyven. Dat lijkt een krachttoer te zuilen worden, waar we zeker naar moeten kijken en zoo slaan we dol nieuwsgierig de romans dier christelijke jongwen op, een fiteketee, een Van der Zee, een Antma. Vooral diens laatsten roman, want hij schijnt een primus geacht te worden in die school. En vooral zijn roman, niet zy,n slappe verzer. Want zoo ergens, dan kan in den roman het wonder dier ongelijksoortige verbintenis zich voltrekken. De roman nl. is een zeer liberaal soort van kun«t en kan letterlijk alles inhouden. Wij hebben romans van avonturen, van karakters, van zeden, psycho logische, realistische, naturalistische, mora listische ea tei,ds-nzitu8e romans. En wij hebben ook godsdienst, ge romans, die miaschien tot geloof^verher-rlijkende kaneen wor den uit de pen eens g< inspireerden makers. Zoo zocbtt-n wij dan in Seerp Anema's boek, In 's Le.virn Opgang, de uitdiukking van de heerlijkheid des Geloofs in en t aas: (of doorgeord van) de heerlijkheid de» Levens wereld. En vonden noch de «en noch de andere.,. en waien teleurgesteld. Maar de eerste teleurstelling was verreweg de gtootètc. Immers, de heerlijkheden onzer wereld waren al door de Tachtigers gezegd ea 't wa» a pfiori Biet waarecny'nlyk dat -Anerna 't hn:n,v»*rleteren zou. "Doch op de ''teudeie heerlijiTleïd, die des Geloofs, waren wij gespitst a op> de vereeniging van beide. Daarom gin* >het. Daarvoor was de heele beweging, benevens al ome belangstelling. En wat krijgen we EU? Een familieverhaal van Friesche en Haagsche calvinisten, niet vervelend, maar toch ook niet erg belangwekkend. De calvinistische wereldbeschon ving blijkt er natuurlijk bij een superieuren levensttaat te behooren en het geloof zelf opereert er als een soort van ernstige ziekte, die den mensch ineens over valt en waar hij door" moet, zonder dat overigens blijkt wat daarby des patients innerlijke gevoelens zijn. De uiterlijke ver schijnselen kunnen b. v. zijn, dat iemand naar zijn <cheurkalei der kijkt en leest: Ik heb u geroepen bij uwen naam; gij zijt mijne..." Dat is dan al genoeg, als er namelijk een zeker ... voorbereidingstydperk is vooraf gegaan. ... Maar voor ons die niet voorbereid zijn en enkel scheurkalenders met keukenrecepten bezitten, ia het niet genoeg om iets te voelen van de toch zeker be loeide grootheid van het proces en dat hadden wij toch zoo gaarne gewild Zoo blijkt er dan noch noemenswaarde kunst, noch geloof, noch geloofaverbeerlijking in kunst in dit boek. Wel v^el praten over het geloof en de kunst n een groote mate van zelf bebagelyke eigenwijsheid mitsgaders een kleinere van snobisme en typisch Calvinisiitch-joodtrch meerderheidsgevoel tegen over de vrouw Met no,{ al veel valsche pathos en sentimenteele symboliek maakt dit het boek nu juist niet tot een verrukking om te lezen, al blyft er genoeg opendeed, zag nij drie rijen mooie stukjes verf met vier pen-seelen liggen; in den hoek een porceleinen bakje oua verf in te mengen, alles wat hij maar weuschen kon en zoo gezellig bij elkaar, een waar genot om naar te kijken. En toch, offchoon hij trachtte 't te ver bergen, was Jacquot in 't diepste van zy'n hart wat teleurgesteld en toen de bezoekeaanstalten maakte om te vertrekken, zei hy zach jes: O l Dieu Ie Père, wilt u mijn groeten overbrenge i aan de heilige Maria en 't kindje Je us." Ik zal 't niet vergeten," zei Dieu Ie Père en nij stapte meteen naar 't venster. Wilt u nog even wachten, ik heo u nog iets te laten zien en dat kunt u dan aan den kleinen Jezu? ge ven. Het is ... het is hemzelf." Jac q lot oukte en raapte het stuk papier op, lat hij dien avon i geteekend had. Dieu !e l'ère keek er eerst onverechillig raar, maar toen hij 't by 't licht van de Jan taarn zan, schrikte hij op, keek naar't kind, toen weer naar ae tet-kening en was geduren ie een paar minuten geheel ea al er in veidiapt. Jij beot dat geteekend?/ Ja," zei Jacquot ik teekende het voor den kleinen Jezus." Dieu Ie Père haalde diep adem. Wel, ik zal ..." weer keek bij naar de teekening. Wel ik zal je..." herbaalde hij, maar weer werd de zin niet voleindigd. Een plotaelinge beweging deed Jacquot vreezen, dai hij veitrekken zou. curieus in over om onze aandacht zoolang gaande te houden. Maar een nieuwe, verheven kunst, waarin die der Tachtigers zou zyn opgegaan, vinden wij hier vo >r!oopig niet, niet bij Anema en niet bij die anderen. De natnurfrifchhei l ?n levenslust der voorgangers heeft er geen !igen, geen dichterlijke stem meer, daartegen Verneemt men bier weer, zij 't nog zwakjen, die toon, waartoe alle romankunat in Hol and, die niet objectief tracht te zijn, trots zijn subjectivisme, op den duur schijnt terug ie moeten vallen: de meenttra Idige en de preek toon. En zoo lijkt deze opgang voorlooiig nog 't meest een ondtrgaiig. FKAKS COENEN. Benemen. KONING PETER OVER SEBVIÈ. In het boek S.-rvia r>y the Servians" dat binnenkort zal verschijnen, komt ook een artikel voor van konim: Peter. Hij zegt daarin o.a : jj be schouwen vrijheid, persoonlijke en nationale, ala het eerste groote vereigchte voor eene krachtiae ontwikkeling". De koning zet in het artikel zy'n beginselen omtrent deregeering van het land en de lijnen langs welke hij de nntwikkeling en het geluk van zy'n volk tracht"te bevorderen, op overtuigende wijze uiteen. BuiTTANMCA. De nieu»e uiigave van deze encyclopae.lie, welke in be werking is, zal vo!gens oude tradities weer ie Edinburgh gedrukt worden. Die betrekkin eu tusscuen de Sctiotsche hoofdstad en d- ze >roote literaire ondernemiüg datrereu sedert den eersten druk vai dit werk. De uitgave daarvan werd in 1821 voor bereid door een Edinburgachen drukxer, olin M' Farquhar, die, met zijn compagnon Andrew Bell, ook den tweeden en een ge deelte van den dtrden druk uitgaf. De er-me druk bestond uit drie deelen en had een op laag van 300U exemplaren. Klke voUemle editie bevatte meer deelen, de tweede d'UK tien, ae derde druk twintig derlen. lu 1840 werd Archihald l mstahle e'gena r van h. t werk en betaalde daarvoor tusschen £ 1 3.000 en £ 14.000. Deze liet op het werk een supplement veiSehijnen, onder redactie van M. Napier, later redacteur van de Edinburgh Rentw. BIBLIOTHEEKWETENSCHAP. In Leipzig verScheen het eerste iiuuimer van Der Bi-blmthekar, Monatescbrift lür Irbeitèrbibiiotheken; prys per kwartaal 5(1 pfenning. Ker oat zien bij ons de behoefte aan een dergelijk 'ilad zal doen gevoelen, zal er nog heel wat moeten veranderen. THOREA-Ü, WALDEN. Het manugt-rivt van Tiioreau'e Walden, is in iu:t bezit gekomen van de Bouten Biblicphile Soci-ty '. weike er voor het eerat een complete editie vau het licht zal doen zien. In de be»iaand>- uit gaven moeten n.l. erscüillen de hoofdstukken besnoeid zijn. EKN LUTHEE-VOXDST. In het prnisiscbe iorp Ostrao ia op dt-n zolder van de piedisantswoaing een kostbare vondst gedaan Ondereen bundel echiiftmen, waarin eigen handige aan teek en i n g en van Caspar Cruzigi-r (1S42;, Philip Melanchton (ionier jaartal), Paul Luther (1582), Johannes Ernst Luthe (1682) en Johacnes Fritdnch Luther (158.') z;;n ook a:achriften van eeniae brievm van dr. Maarten Luther gevonden, alsmede 16 blad ijden van het ori(iineele manunkript van diens bijbelvertaling, th wel dat gedeelte dat handelt over den profeet Jeremia. De ge schriften bevinden zith thans in bewaring bij de kerkelijke overheid van Oscrau. Dit dorp ligt niet ver van Wittenburg wat de vondst verklaarbaar maakt. WANDELBIHI.IOTIIKKEN VOOR ZEELIEDEN. De noorweegache raad van state besloot onlinüs de renten van het Mulktfonds'', da ontstaan is door aan zeelieden opgelegde b >eten voor vergrijpen van allerlei aarden thans ongeveer 77.000 kronen groot is, ten bedrage van rond 3000 kronen jaarlijks aan te wenden tot op richting -van vrandelbibliotbeken voor zt-e lieden. Men wil daartoe kisten aanscbaff-u, elk met twintig boeken, en die zoo inrichten dat ze zoowel geschikt zijn om verzonden te worden als voor boekenkast aan boord, lu het buitenland zullen de verschillend» consuls", die zich meen .allen daartoe reeda bereid verklaard hebben, aan boord de kapitein en in noirweegache havens daarvoor bepaald aangewezen beambten als tusschenpersoon bij het uitleenen dienst doen. ETOLLAXDPCITE 11I.OBMEN EN TUINEN. Bij de uitgevers B^acK A (Jo. te Londen zal ver schijnen Ijulrh bulhi and garden* door de dames Una Silnerrai en Sophie Lyall, terwijl Miss Nixon voor de illustraties /.orgde. M-;t toestemming van koningin Wilhelmina maakte deze laatste vele teekeuintjen in den tuin van het Loo, met zijn prachtige collt-ctie azalea's, rozen en hoornen van allerlei soort. Nieuwe Ui JOIIANNKS PORDEWIJK JR., ZitlManken. Rot terdam. M indert Boogaerdt Jr. r>AvmoFSKy. Wereldxtad. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. Oudheidkundige mede ieelinjsn van het iik-i'ïiu-enai van Oudheden te Leiden, III. 's Gravenbage, Mart. Nyhoff. J. W. K. HOEVERS, Het Chriitendom tn de Vrouw. Lrrrnwrngrn Serie III, No. 8: C. G. ('HAVANNES, D?, daop een levensvraag? B^arn, Hoil -drukuerij. De v<m en de Vrouw, afl. 33. Amsterdam, H. M-nlenboff. M. J. RRUSSE, Een dierenkolnnie in een groote gtiui. 1 11 Rotterdam." W. L. en J. Brusse. Vivnt's k/tint encyclopedie. Amsterdam, Mij. Vi vat. In 'i belang van 'het recht, uitgave der Ver. vaii Directeuren en Commiezen der Posteryen en Telegrafie. fSi-M'rtnf* Taalmethode Praxis, afl. 2^3, * ru"t«rdam, H. Meulenhoff. Krttimtrnbofk, bijgewerkt tot 31 Dec. 1908. G'onmgen P. Noordhoff. Ome p'ilitifte partijen, No. 4: A. ROODHUIJZEN, De liberale Unie. Baarn, Holi.-drnkkerij. l lu:?r,',riften der Ned. Z.-Afrik. Vpreeniging. N o. 2: Wat in den laatsten tijd door de vereeniging en de met haar verbonden of vriendschappelijk samenwerkende vereenigingen gedaan ig. Vereer, i gin g V0or de Zeevaart, afl. 46. Kotteidaii), J. C. van Vliet. 21e Jaarverslag van de Vereeniging Het Buitenland." l>rs'o<7 o er 1908 van de Coöperatieve Win nel vereeniging, vroeger van bet district 'sGravenbaae der Vereeniging Eigen Hulp," drukkerij Trio." 40 cents per regel. BOUWT te NÜNSPEET op de VELUWE. Inlichtingen bij Ar t i", doorloopende schilderyen-tentoonstelling aldaar. Nyniiül-DiiderkWn van ProfDrG. Eenige Fabrikanten W.BengerSöhne Stuttgarn Hoofddepöi, te AMSTERDAM: Kalvemr. 157 K. F. DEUSCHLE-BENGEE. Koopt UITSLUITEN» ROT K» OVHRR RIJKSCONTROLE. l>e STiAT 4J A K AND HERT ( een ON V ERVALSCHT product. Roterhandel K U 11> I. A R E !¥«, REGULIERSGRACHT 27. TELEFOON 8935. imiimiiiliiiimmiiiiiilnmi iiliiliiilHiillliilMitiiiiiiiiMinm O ! Diea 'e i'ère", riep l ij, ik wiJdd u zoo graag wat vragen." Vraag maar," zei Dieu Ie Père vriendelijk Ik doe iets, wat ik vrees dat net goed is en wilde nu van u weten of 't neel slecht is; ik geloof van wel." * Wat ia het?" Als ik naar de mis ga," begon bij aar zelend, geeft vader mij een cent voor de collecte, maar ik ... ik geef tiem niet." Niet?" zei Dieu Ie Père een beetje ver ontwaardigd, wat doe je t-r dan inee?" Ik koop ... ik koop houtskool en kaarsen," fltiiiterde Jarquot. Toen gebeu-de er iets vreemds. Dieu Ie I'ère begon te acnudden, zonder dat Jacquot begreep waarom; bij vreesde dat Ihtu ie Père boos wa°. Maar neen, ge ukkig met, want hij kwam naar hem toa en kusie hem op zijn vcorhuofd. O!" riep hij verrukt, u ia dan tct-h met boos en houdt evengoed van me?" Weer kuste hij den klemtn juLgen en voor dat Jacqiot 't wis', begon hij zijn harije zoo vol V:IQ n prqot ver.'aLgeu, uit te storteii. O, Ditu Ie l'èiv, wat ik wilde vragen aan den kleinen Jezus, was met een doos met verf, maar iets audtre, iets heel groots. Ik wilde... ik wilde..." Wat wilde je?" Ik dacht, dat u misschien monsieur Vil'liame in kondt fluisteren mij te leeren schil deren." Monsieur Villiame," vroag Dieu Ie Père verbaasJ, wie is dat?" .,Ik draag zijn duozen, als bij gaat schil dert.-!', ' Ieij.de JLuquo: uit. .,O, bij tciji.-.'eit prachtig! Als u eens voor mij wilde vn.gen of hij nij les wilde geven." Schildert hij zóó mooi," mompelde Dieu Ie Pèrf; m^t iets van belangstelling. ..Zóó mooi, zóó mooi, 't is een heerlyklijbheid." En eer hij wist wat er met hem gebeurde, wa-i bij van dun grond opgetild en werd half gesmoord in den witten mantel en baard, dia i aar scha >e7acht rook. Ik zal 't doen," zei Dien Ie Père, je zult leeien fchilderen en eens, dat beloof ik je, zu' je beroemd worden evenals monsieur Villiame," voegde hij er zachtjes aan toe. Toen zette hy 't ventje weer voorzichtig op den grond en verdween even majestueus als hy gekomen was; de ladder trilde even tegen den muur en Jacquot zat weer alleen in de koude en duisternis Maar in zijn hartje ?was het licht en warm en telkens trilde de kleine jen gen in zijn armelijk bedje, door een aai:doemng van onuitsprekelijke vreugde. Etn , aar dagen daarna, toen hy monsieur Villiame's eigendommen droeg, vond bij ze zwaarder dan gewoonlijk. Toen ze aan hnn doel gekomen waren een gezellig plekje aan ten beek verklaarde het zich op eens, want er waren twee ezels, n voor monsieur Villiame en n veel kleiner; en ook twee krukjes waarvan hst eene weer veel lager was dan het ander, inderdaad er was van allea -twee stuks. Z wijgend werd alles opgesteld. Toen: ik zal je leeren schilderen," zei monsieur Villiame. .T*?" vroeg Jacquot. En hij scheen in 't gtttjeef'niet verbaasd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl