De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 25 april pagina 7

25 april 1909 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

tfo. l'fcfcl DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Het hui 3 waar Anne Hathaway in woonda. Kerk van de H. Drievuldigheid, waiar Shakespeare begraven ligt. Het huis van Mary Arden, Shakespeare'a moeder. SHAKESPEABE'S DOODENMASKER. Kesnelstadt afgietsel, in 1848 door Ludwig Be aker te Mainz gevonden. Aan den achter kant staat + A°Dm 1616. E. A. Taylor f etisr, t B. A. TAYLOR WEBER, Oud Oouverneur van Sumatra's Westkust, Bidder in de orde van den ederlanrlschen Leeuw, overleden te 's Gravenhage 16 April 190!). Toen wij in den loop van het vorig jaar een reeks begonnen van Indische figuren", wendden wij ons al spoedig tot den oudGouverneur yan dat Sumatra's Westkust, hetwelk ia die dagen zonder dat er van opstanden nog sprake was de aandacht Irok. Wij hebben toen reeds dadelijk van het karakter van den thans overleden bewinds man een beeld ontvangen, dat ons in zijn eenvoudige schoonheid voor altijd ongerept kan bijblijven. De heer Taylor Weber,?er kan geen reden zijn dit alles thans te verzwijgen, weigerde toen, met zijn gewone zachtheid, maar ook beslist, voor eene opname onder de Figuren" ons zijne medewerking te verleenen. Geenszins van plan tegenover ons iets te verbergen van zijne opinie omtrent de ter Westkust aangenomen gouvernemenreele gedragslijn, (welke later geleid heeft tot de zoo bloedige opstanden), wilde hij zoolang daar de regeering de zelfgeschapen moeilijkheden niet gepasseerd was, met geen enkel door hemzelf gesproken woord die moeilijkheden vergrooten. De gedachte van als stil levend gepensionneerde weer eens, gelijk vroeger in den tijd van zijn Gouver neurschap, de eer te genieten van de publi citeit, was hem zeker niet onwelgevallig; maar zijn plicht weerhield hem. Ik ben ambtenaar geweest, zei hij ons, en dat legt mij correctheid op tegenover de regeering ook in de zaken van de Westkust; en ik houd met een groote genegenheid van de Maleiers ginds, en dat legt mij de plicht op mijn meeningte zwijgen, om die arme menschen niet tot een verzet te prikkelen, dat absoluut hopeloos is. Wanneer ik thans zei, wat ik ervan dacht, en de Maleische hoofden, waarmee ik als jong controleur, naar 's lands wijs, op een matje, zoo dikwijls uren lang heb gepraat, en waarvan ik later de bij die Oosterlingen zoo geëerde Gouverneur' was, kwamen te hooren hoe ik sprak, dan kon alleen een verscherping van "den toestand het gevolg zijn.... Het was niet alleen deze natuurlijke SMorl-oi-ATon, Het moge weinig zijn wat wij zeker weten omtrent Snakespeare dat hij te Stratford geboren werd, daar trouwde en kinderen kreeg; naar London toog, waar hy op het tooneel speelde en stukken schreef; in zyn geboortestad terugkeerde, zyn testament maakte, stierf en begraven werd, het is niettemin genoeg om met de vele kleine gegevens die ons zoo dierbaar geworden zijn een duidelijk beeld vau xijn leven te zien, van zy°n jongste en zijn laatste jaren vooral. Hoe zijn vader en moeder met hun kleine kinderen in het straatje woonden dat thans zeker niet drukker is dan het toen geweest kan zijn; hoe de knaap With bis satchel And shining moruing face, creeping like a snail, naar de Gram nar School ging, waar hu zijn les moest opzeggen van hig, .hag, hog"; hoe hij op vrije dagen door de golvende bloemige velden dwaalde, door de boom gaarden Warwick is etn welig vruchtenland en langs de Avon, stroomopwaarts, overweging, het was de manier waarop h\j haar voordroeg, het was de jegens het volk, dat hij geregeerd had, z.x> liefdevolle wijze van zich uitdrukken, het was vóór alles het hart van dezen gezagsman, dat treffen moest. Als alle mannen, zoo zei men, hem ziende, tot zichzelf, die in ons Indiëover honderdduizenden een meer dan koninklijke macht uitoefenen, die goede mengeling b' zaten van genegenheid en oordeel, die Taylor Weber had; indien zij allen, gelijk hij, met sympathie zich hadden ingeleefd in de gebruiken en begrippen van de ons zoo verre staande Aziatische volken, hoeveel minder zouden wij dan hooren van opsta tid en bloedige dempingl Wij willen aan het doodbed van dezen man, wiens overlijden ginds op Sumatra door duizenden met ontroering zal zijn vernomen, de pas dank zij ook zijn stillen arbeid in iets betere richting ge leide politiek niet opnieuw gaan oprakelen... Voor het oogenblik moge die worden vergeten, BU hij, die voor de bekroning van een menschlievender politiek het zijne deed, voor altijd rust. Er is in het leven van Taylor Weber een mooi oogenblik, waarvan de beteekenis tot voor kort, zelfs ter Westkust, verborgen bleef, en dat hem in zij a karaktervollen eenvoud zoo goed doet kennen. Het was in de dagen, dat de Ned.-Ind. regeering over de invoering dacht eener hoofdelijke belasting ter Westkust van Su matra, en Gouverneur-Generaal Van Heutz die gedachte ging ten uitvoer leggen. Taylor Weber, zoodra van die belasting sprake was, verzette zich. Op grond van zijn jarenlange kennis der a'iats van die landstreek, achtte hij de voorgestelde wijze van invoering der bela-ding in strijd met het belang van de Maleische maatschappij. Door van Heutz naar Buitenzorg geroepen om zijn bezwaren te ontwik kelen, betoogde hij hoe men op 't punt stond een normaal zich ontwikkelende samenleving in haar grondslagen aan te tasten. Het antwoord luidde: dat aan de Indische- Regtering geen andere weg be kend was en dat hij, gouverneur, den regeeringswil nu maar uit moest voeren. Taylor Weber, die dit antwoord, opschrift, in zijn hotel ontving, stelde zonder aarzelen een brief op, waarin hij ontslag vroeg uit 's Lands dienst. Zonder eenigen ophef had hij de conclusie getrokken: wat hij door en door verkeerd vond zou hij zelf niet uitvoeren. Zulke daden zijn eenvoudig maar eenvoudig als mooie muziek! Wanneer men alle rangen in een zoo goede carrière als de zijne heeft doorloopen en in een land, dat men in zijn jonge jaren lief kreeg, en waarvan de bevolking zich aan u hechtte, het hoogste gezag voert, er eerbewijzen geniet als een vorst: met standaard en saluutschoten van de oorlogschepen aan de ree, om dan zondermeer in allen eenvoud, uit overtuiging, dat alles te verlaten, daar hoort een rechtschapen hart toe en een geest, die weet wat hij wil. Taylor Weber was zacht, maar hij was ook sterk. Hij zal om die eigenschappen, welke zoo harmonisch in hem leefden, nog lange jaren in 't verre land, dat hij liefhad en dat zulke moeilijke tijden doorging, in eere worden herdacht. W. YrenEflefed te Amsterto over de geboorte yan liet Me Napoleon III, Keizer der Franschen, is voorbestemd geweest Koning van Holland te worden. Over zijn geboorte heeft men te Amsterdam gejuicht, gejubeld,geilluinineerd, gebanketteerd, gehost en gedanst. Op denzelfden dag, Woensdag 20 April 1808, 's middags te l uur. dat Lodewijk Napoleon, bij de gratie Gods Koning van Holland, Connétable van Frankrijk" zijn plechtigen intocht in Arasterdam hield, nadat hem voor het Rechthuis in de Watergraafs meer, door Burgemeester J. Wolters van waar de roode appeltjes aan de wildlingen groeien en de wilgen zich overbuigen There's a widow growing o'er a brook Tbat shows ita hoary leaves i' thi glassy stream, ('.ie hoe die jongen de blaadjes bekeken heeft, terwijl hy aan het kabbelend watertje zat, om visch te vangen, denk ik, want het wemelt er van snoek!) en hoe hij op zijn verdere tochten het kasteel van den Kingmaker, het slagveld van Boswortb zag, waar de groote daden van vroegeren tyd in zijn ver beelding verschenen; en dan, aan het einde van den knapentyd zou ik zeggen, maar ik weet niet waar die knaap eigenlijk ophie'd en de minnaar begon, dan zijn wandel ngen eenzaam in den avond met neergeslagen o eigen, zijn scherp gehoor by meisjestemmen, ei) de eerste kuisen daar aan het einde van het laantje naar Shottery order da hooge Meidoornboomen. Er gaan twee we<ennaar aottery waar zij woonde, ie al gemeen e weg. en dit ha^edoornlaantje, juist breed genoeg voor twee naast elkaar; waar, meent gij, zou zjj hem wachtea, WilJ, ssveet Wiü? Dat was een byzonder laantje, vooral in het duisterend uur wanneer de lauwe bloesemgeuren dwalen en ginds de curfew luidt, ga daar eens wandelen op een Juni-avond en hoor die zelfde curfewklok. Will was achttien jaar toen hij trou vde en vader werd, en Ie zor gen begonnen. Wat was hij toen? Notaris klerk, leerling by een apotheker of een dokter? In dien tijd moet ook het voorval van de stroopeiy in het park van Lowsy Lucy" gebeurd zijn; kleuters in Cüarleedle zingen nog <ran Shakeapeare stole the deer", en gij ziat de herten grazen. Hy ging naar Locden. In een van zijn vroegste stukken hooren wij van liefde misgraffed in respect of years", en later : Then let thy love be younger than tbyself Or thy affections cannot nold the bent. De overlevering wil dat hij ieder jaar een poos by zijn gezin kwam; maar zwijgen wjj daarover, wij weten niets van zy'n huwelijk, niets van de omstandigheden van zijn vrouw en kinderen in dien tijd. Een twintig, vijf en-twintig jaar later keerde hij rijk terug en bewoonde het groote huis weifes grondvesten nog bestaan. Hij bezat landerijen en een tuin waar bij, de Poll, gekleed in een oud achtbaar kos tuum", de sleutels der stad, liggende op een blauw kussen met gouden franje, waren aangeb >den, ging de blijde verwachting" van zijne gemalin, Koningin Hortense Beauharnais.in vervulling en schonk H M. te Parij ?!, waar Zij na den dood van haar eerstgeborene was gaan wonen, het leven aan een zoon, in wien men het eerste Hollandsch Koningskind, begroette. Overeenkomstig artikel 40 van de Akte der Constitutie van den 28sten Floreal 12de jaar, was Z. D A. Monseigneur de Prins, Aarts Kanselier des Rijks bij de ge boorte tegenwoordig geweest. Terstond na de geboorte zond Z. D. missiven aan Z. M. den Keizer en Koning, aan H M. de Keizerin en den Koning van Holland om Hun er kennis van te geven. Da Heer de Villeneuve, Kamerheer der Koningin van Holland, werd met de missives voor Hunne Keizerlijke en Koninklijke Majesteiten belast en de heer Otao van Byland, Kamerheer van den Koning van Holland, met het zendschrij ven aan Koning Lodewyk. Den volgenden morgen, zeer vroeg, nog voor het krieken van den dag,aanvaardden beide hoog waardigheidsbekleederg de reis, nadat den vortgen avond te vijf uur de Akte van Geboorte door Z. D. H. den Prins Aartskanselier, bijgestaan door Z. E. den Heer Rehaud de St. Jean d'Angely, Minuter van Staat en Staatssecretaris der Koninklijke Familie, was opgemaakt. Om de afwezigheid van Z. M. den Keizer en Koning kon aan den jongen Prins later Charles Louis ge noemd nog geenen naam gegeven gegeven worden, waartoe bij eene nadere acte, volgens bevel van Z. M. den Keizer voorzien zou worden. Getuigen bij deze Acte waren : H. D. H. de Prins-Aarts-Tbésaurier en de Prins Vicegroot-Kiezer Zij waren daartoe o^ereenkomstig art. 19 van Keizerlijk Statuut van den SOsten Maart 1806, door den Prins-AartsKanselier benoemd, aangezien de afwezig heid van alle de Prinsen van den bloede. De inschrijving der geboorte was geschied in tegenwoordigheid van H. Keizerl. H. Mevrousve Moedei, H. M. de Koningin van Holland; H. Keizerl. H. Mevr. de Prinses Karolina, Groot Hertogin van Berg: Z. Em. H. Mgr. de Kardinaal Flesch en Z. E. de heer Admiraal Verhuell, ambassadeur Zijner Maj. den Koning van Holland bij Z. M. den Keizer en Koning. Den 21sten A >ril verscheen afschrift dezer acte in het officieele dagblad te Parijs. Den 22sten April 1808 vernam men te Amsterdam de heuglijke tijding, dat de Grave O. van B y l a n d t, Ridder der Ko ninklijke Orde van Holland en Kamerheer van Hare Majesteit de Koningin, des middags van Parijs was aangekomen, en aan Zijne Majesteit den Koning de belangrijke en heugchelijke tijding had overgebragt, dat de Koningin den 2üsten dezer, de dag der intrede van Zijne Majes teit ,,in deszelfs goede Hoofdstad", des morgens te n uur, zeer voorspoedig was bevallen van eenen Prins. De blijde tijding der voorspoedige beval ling Harer Majesteit de Koningin, werd dadelijk door het lossen van het Geschut, aan de Ingezetenen van Amsterdam be kend gemaakt. Omstreeks 6 uur in den avond verscheen onder het steken der trom petten, het roeren der trommen en het luiden der klokken, de Prefect van het Paleis, op het baloon, en deed, na verkre gen stilte, aan de op den Dam saamgestroomde burgerij de volgende bekend making: Zijne Majesteit, de Koning, aan zijne ijo de en getrouw-' Hoofdstad een, n-euw blijk willend?, geven can zijne liefde en welwillend heid, begeert, dat zij de rers e zij, welke i-enni* -al, dragen van de heugelijke en voor het Vaderland zno belang* t/kv 'jeli Hrteni*, waarin Zijne Majesteit op heden de tijdtnij heeft bekomen. Zijne M'jfüt-it, doet aJzoo, op deze }>lfch',nta'iijK wijze, aan de belangrnki'Bur gerij van zt/ne goede en getrouwe Hoofdstad kennis gecen, dut Hare Mnjeateit, <le Ko ningin, o/nlt<ri 'Maten dezer maand, te Purijx, gelukkig en voorufwedig bevallen is van eeiten P r i n s. Onder tromgeroffel en trompetgeschal trok de Prefect zich in het Paleis terug. Oumiddehjk er na vertrokken uit het Paleis tal van couriers om het bericht der geboorte van een Hollandschen prius naar alle depar tementen over te brengen. Met oorverdoovend gejuich was de tijdiug door de burgerij begroet, zoodat men er officieel het volgende van opgeteekend heeft : De herhaalde en eenparige en luide toe juichingen van de talrijke menigte, welke op den Dam vergaderd was, heeftopnieuw een overtuigend bewijs opgeleverd vaneen hartelijke deelneming der goede Ingezete nen vau deze stad in alles, wat het genoegen en den bloei van het Koninklijk Huis eeniszms kan vermeerderen, en van hun diep gevoel van al het belang dezar ge beurtenis voor het bestendig welsyn van het vaderland". Den 24steu April sprak de Burgemeester van A'nsterdam ter bijzondere publicatie de overtuiging uit: dat de goede Burgerye, naar waarde weet te schatten eene gebeur tenis, zoo gelukkig voor het gansene Rijk in het algemeen als voor de Hoofdstad in het bijzonder, en zoo genoegelijk (') voor Zijne Majesteit onzen geliefden Kont g, als streeleudu voor het hart eeuer Vorstinne, doe door Hoogst derzelver beminnenswaardige deugden, eene onbepaalde aan spraak heeft op de achting en liefde der Ingezetenen, en, zich tevens verzekerd houdende, dat de goede Burgery, niets vurigers verlangde, dan in de gelegenheid te worden gesteld, om hare rechtmatige vreugde en deelneming over de blijde ge-beurtenis, door een openlijk blijk aan den dag te leggen, bracht hij, burgemeester, bij deze, ter kennisse van de Burgerij voor noemd, dat er op Woensdag, den 27sten April, aanstaanden, ter zake van de gelukkige bevalling van Haare Majesteit, onze veelgeliefde Koningin, eene algemeene Illumi natie binnen deze Stad en derzelver Juris dictie zou plaats hebben, aan de Voorgevels der Huizen en Gebouwen, en wel van des avonds ten Acht Uren,t;t ten n Uur des Nachts. luviteerende derhalven de Bur gemeester voornoemd allen en eeiien iegelijk, om, ieder naar zijne omstandigheden, zoo veel mogelijk bij te dragen tot een Yieugdefeest, Zijner Majesteit1^ goede en getrouwe Hoofdstad waardig". De illuminatie werd echter wegens het natte weder een paar dagen uitgesteld. Op een prachtigen Mei-avond had ze plaats. Alle openbare gebouwen ook de Beurs, Rokinzijde te water uitgebouwd", de Hooge sluis, de magere of Blauwbrug waren met illumineerglaasjes verlicht. Schitterend o.a. was de verhchiiug van het Paleis op den Dam, en der eerepoorten. Bizonder trok de aan dacht een kolom, geplaatst aan de Oostzijde .van den Amstel voor de Keizersgracht, naast het Diaconie oude- Vrouwen- en Mannen huis, boven welke de koninklijke kroon prijkte, zijnde de kolom ondersteund door een kolossalen leeuw, met een bundel pijlen, in een ziji.er vourklauwen, rus ende opeen voetstuk, waarop mtri dijze inscriptie las: J n dient XX Aprflin MhCCCVlllAmxtelodiimenni/j/t.-i s-crum, ilex, reiiit, l'rinceps nalas fixt, Deus nobis hurc O'ia fecit. Erfiie oritzaglijse menschenmenigte ver drong zich op grachten en in straten, overal vreugde bedrijvende. In vele herbergen, danshuuen, college/alen werd tot. den vroegen morgen feest gevierd. J. H. Meeler die bal en redoute gaf ten huize van D. Kolle, kastelein in het Wapen van Kin den", op den Nieuwendijk bij den Dam, thans Het Keizershof'", verklaarde nooit zulk een opgewekt feest te hebben bijge woond. II)e groot de zaal in het Wapen van Einden" ook ware, zij kon geen tiende deel der danslustignn bevatten. Des morgens op den dag der illiminalie waren alle hoo^e collegiën en hooggeplaat ste personen Z. M. koning Lodewijk geluk komen wenschen niet de geboorte vau een Prins. De Prins was een zwak kindje, dat be trekkelijk laat op krachten kwam. Du doop, die zeven weken na de geboorte zou plaats hebben, werd eerst voltrokken in Juni 1810. J. H. R. zeker met goed begrip, gaarne tuinierde. Rustig en in zich zelf gekeerd schreef hij waarschijnlijk nog enkele stukken, die tot de schoon <te behooren, getuigend van zijn liefde tot de natuur, en leidde een leven dat Finds tongnes in trees, books in the rnnning brooks, Sermons in s t on es, and good in everything Hy stierf den 23en April Ao. 1616 en werd begraven in het fijne kerkje by de Avon. Den 23en April beginnen in Stratford de spelen ter gedachtenis van zijn geboorte- en sterfdag. Daarna is het weer stil in het lieve ouie stadje; want er komen wet vreemden des zo ners, maar zy' bezoeken even het ge boortehuis, de kerk, het museum, het huisje van zijn vrouw, en reizen verder. Gy die er langer blijft, wandelt van zelf langs de heer lijke Avon, naar de gehuchtjes rondom, Alcester, Wilmecote, Henley (denk aan Touchetone en Bosalind l), dranken" Bidford, Snitterfleld, Cbarlecote, en ziet de landschap pen van As you like it, Winter's Tale, Cymbeline, Tempest, Midsummer-night'a Dream. AETHUE VAN SCIIENDEI,. (Mes Swuiiame. t ALGEBNON CHARLES SWINBUBNK. Geb. 5 April 1837. Gest. U) April 1909. iMitimlliliHHtniMMiiMiiniHiiiliinHiiiiiiiHtMMMiiiiiiniHiimitMiiitm Ha ze?eo jaar. AprillMei 1902?Maart / April 1909. V. DPZO nieuwe conferentie vond op 19 Mei te Pretoria plaats. Daar ook bleek, dat Lord Milner den korten tijd, dat hij zich aan getrokken ge'oelde tot de socialistische Fabians in Engeland (toen hij een radicaal journalist was, ontdekt door den k>»ning der journalists d'industrie" William Stead) niet geheel was vergeten, althans had onthouden, dat een volk eerst dan alle kracht verloren heeft, als actief, als ge schiedenis-makend volk verdwijnt, wanneer het is geworden tot een volk van paupers. Na den vrede hefft hij, willens en wetens, gbtracht de geruïneerde Boeren te maken tot paupers. Gedurende de onderhandelingen heeft h\j van het voornemen hiertoe reeds duidelijk doen blijken, door elke clausule in het vredes-contract, die de Britsche Regeering zou binrfen tot bepaalde con cessies van materieelen aard. tot het minst moaelijke, en dit minimum in vage termen, te beperken. Het Middelburgsche voorstel dat, in zake het door de Engelsche Regeering betalen van door Boeren-officieran geteekende quitanties voor geleverde of requireerde goederen, duidelijk sprak, werd op zij geschoven, ofschoon het door Larisdowne was genoemd als basis van on lerhandeling, en beschouwd als richt snoer", niet in bijzonderheden, maar in algemeeue beginselen". En dit gebeurde speciaal daar, waar de Republikeinsche onderhandelaars hun volk eenigszins wilden beschermen tegen de financieele gevolgen van den oorlog. Er werd, op de basis van het Middelburgpche voorstel, een nieuw verdrag opgesteld. Van handhaving der. onafhan kelijkheid was geen sprake meer, doch de commando vertegenwoordigers konden nog het voorstel in zijn geheel verwerpen. Art. 11 maakte voorziening voor het tegen goud inwisselen van de door de Transvaalsehe Regeerints volgens Wet No. l, uitgegeven schatkist-bewijzen. Generaal Botba, ook generaal IJe Wet, vroegen met deze schat kist bewijzen (Gouvernements-nottn) gelijk te stellen en ook in art 11 te noemen, alle door Boeren- offi ieren geteekende quitarities voor gedurende den oorlog gekochte ofgerequireerde goederen. Lord Milner weigerde, .de Britsche Regeering behoefde niette betalen voor al het geld, door de Repu blieken geleend om haar te bevechten"; en later (blz. 124):

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl