Historisch Archief 1877-1940
tfo. l'fcfcl
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Het hui 3 waar Anne Hathaway in woonda.
Kerk van de H. Drievuldigheid, waiar Shakespeare begraven ligt.
Het huis van Mary Arden, Shakespeare'a moeder.
SHAKESPEABE'S DOODENMASKER.
Kesnelstadt afgietsel, in 1848 door Ludwig
Be aker te Mainz gevonden. Aan den achter
kant staat + A°Dm 1616.
E. A. Taylor f etisr, t
B. A. TAYLOR WEBER,
Oud Oouverneur van Sumatra's Westkust,
Bidder in de orde van den ederlanrlschen
Leeuw, overleden te 's Gravenhage
16 April 190!).
Toen wij in den loop van het vorig jaar
een reeks begonnen van Indische figuren",
wendden wij ons al spoedig tot den
oudGouverneur yan dat Sumatra's Westkust,
hetwelk ia die dagen zonder dat er van
opstanden nog sprake was de aandacht
Irok.
Wij hebben toen reeds dadelijk van het
karakter van den thans overleden bewinds
man een beeld ontvangen, dat ons in zijn
eenvoudige schoonheid voor altijd ongerept
kan bijblijven.
De heer Taylor Weber,?er kan geen reden
zijn dit alles thans te verzwijgen, weigerde
toen, met zijn gewone zachtheid, maar
ook beslist, voor eene opname onder de
Figuren" ons zijne medewerking te
verleenen. Geenszins van plan tegenover ons iets
te verbergen van zijne opinie omtrent de
ter Westkust aangenomen
gouvernemenreele gedragslijn, (welke later geleid heeft
tot de zoo bloedige opstanden), wilde hij
zoolang daar de regeering de zelfgeschapen
moeilijkheden niet gepasseerd was, met geen
enkel door hemzelf gesproken woord die
moeilijkheden vergrooten. De gedachte van
als stil levend gepensionneerde weer eens,
gelijk vroeger in den tijd van zijn Gouver
neurschap, de eer te genieten van de publi
citeit, was hem zeker niet onwelgevallig;
maar zijn plicht weerhield hem.
Ik ben ambtenaar geweest, zei hij ons,
en dat legt mij correctheid op tegenover
de regeering ook in de zaken van de
Westkust; en ik houd met een groote
genegenheid van de Maleiers ginds, en dat
legt mij de plicht op mijn meeningte zwijgen,
om die arme menschen niet tot een verzet
te prikkelen, dat absoluut hopeloos is.
Wanneer ik thans zei, wat ik ervan dacht,
en de Maleische hoofden, waarmee ik als
jong controleur, naar 's lands wijs, op een
matje, zoo dikwijls uren lang heb gepraat,
en waarvan ik later de bij die Oosterlingen
zoo geëerde Gouverneur' was, kwamen te
hooren hoe ik sprak, dan kon alleen een
verscherping van "den toestand het gevolg
zijn....
Het was niet alleen deze natuurlijke
SMorl-oi-ATon,
Het moge weinig zijn wat wij zeker weten
omtrent Snakespeare dat hij te Stratford
geboren werd, daar trouwde en kinderen
kreeg; naar London toog, waar hy op het
tooneel speelde en stukken schreef; in
zyn geboortestad terugkeerde, zyn testament
maakte, stierf en begraven werd, het is
niettemin genoeg om met de vele kleine
gegevens die ons zoo dierbaar geworden zijn
een duidelijk beeld vau xijn leven te zien,
van zy°n jongste en zijn laatste jaren vooral.
Hoe zijn vader en moeder met hun kleine
kinderen in het straatje woonden dat thans
zeker niet drukker is dan het toen geweest
kan zijn; hoe de knaap
With bis satchel
And shining moruing face, creeping like a snail,
naar de Gram nar School ging, waar hu zijn
les moest opzeggen van hig, .hag, hog";
hoe hij op vrije dagen door de golvende
bloemige velden dwaalde, door de boom
gaarden Warwick is etn welig
vruchtenland en langs de Avon, stroomopwaarts,
overweging, het was de manier waarop h\j
haar voordroeg, het was de jegens het volk,
dat hij geregeerd had, z.x> liefdevolle wijze
van zich uitdrukken, het was vóór alles het
hart van dezen gezagsman, dat treffen
moest. Als alle mannen, zoo zei men,
hem ziende, tot zichzelf, die in ons
Indiëover honderdduizenden een meer
dan koninklijke macht uitoefenen, die goede
mengeling b' zaten van genegenheid en
oordeel, die Taylor Weber had; indien zij
allen, gelijk hij, met sympathie zich hadden
ingeleefd in de gebruiken en begrippen van
de ons zoo verre staande Aziatische volken,
hoeveel minder zouden wij dan hooren van
opsta tid en bloedige dempingl
Wij willen aan het doodbed van dezen
man, wiens overlijden ginds op Sumatra
door duizenden met ontroering zal zijn
vernomen, de pas dank zij ook zijn
stillen arbeid in iets betere richting ge
leide politiek niet opnieuw gaan oprakelen...
Voor het oogenblik moge die worden
vergeten, BU hij, die voor de bekroning
van een menschlievender politiek het zijne
deed, voor altijd rust.
Er is in het leven van Taylor Weber een
mooi oogenblik, waarvan de beteekenis tot
voor kort, zelfs ter Westkust, verborgen
bleef, en dat hem in zij a karaktervollen
eenvoud zoo goed doet kennen.
Het was in de dagen, dat de Ned.-Ind.
regeering over de invoering dacht eener
hoofdelijke belasting ter Westkust van Su
matra, en Gouverneur-Generaal Van Heutz
die gedachte ging ten uitvoer leggen.
Taylor Weber, zoodra van die belasting
sprake was, verzette zich. Op grond van
zijn jarenlange kennis der a'iats van die
landstreek, achtte hij de voorgestelde
wijze van invoering der bela-ding in
strijd met het belang van de Maleische
maatschappij. Door van Heutz naar
Buitenzorg geroepen om zijn bezwaren te ontwik
kelen, betoogde hij hoe men op 't punt
stond een normaal zich ontwikkelende
samenleving in haar grondslagen aan te
tasten. Het antwoord luidde: dat aan de
Indische- Regtering geen andere weg be
kend was en dat hij, gouverneur, den
regeeringswil nu maar uit moest voeren.
Taylor Weber, die dit antwoord, opschrift,
in zijn hotel ontving, stelde zonder aarzelen
een brief op, waarin hij ontslag vroeg uit
's Lands dienst. Zonder eenigen ophef had
hij de conclusie getrokken: wat hij door
en door verkeerd vond zou hij zelf niet
uitvoeren.
Zulke daden zijn eenvoudig maar
eenvoudig als mooie muziek!
Wanneer men alle rangen in een zoo
goede carrière als de zijne heeft doorloopen
en in een land, dat men in zijn jonge jaren
lief kreeg, en waarvan de bevolking zich
aan u hechtte, het hoogste gezag voert, er
eerbewijzen geniet als een vorst: met
standaard en saluutschoten van de
oorlogschepen aan de ree, om dan zondermeer
in allen eenvoud, uit overtuiging, dat alles
te verlaten, daar hoort een rechtschapen
hart toe en een geest, die weet wat hij wil.
Taylor Weber was zacht, maar hij was
ook sterk.
Hij zal om die eigenschappen, welke zoo
harmonisch in hem leefden, nog lange jaren
in 't verre land, dat hij liefhad en dat
zulke moeilijke tijden doorging, in eere
worden herdacht.
W.
YrenEflefed te Amsterto over de geboorte
yan liet Me
Napoleon III, Keizer der Franschen, is
voorbestemd geweest Koning van Holland
te worden. Over zijn geboorte heeft men te
Amsterdam gejuicht, gejubeld,geilluinineerd,
gebanketteerd, gehost en gedanst.
Op denzelfden dag, Woensdag 20 April
1808, 's middags te l uur. dat Lodewijk
Napoleon, bij de gratie Gods Koning van
Holland, Connétable van Frankrijk" zijn
plechtigen intocht in Arasterdam hield, nadat
hem voor het Rechthuis in de Watergraafs
meer, door Burgemeester J. Wolters van
waar de roode appeltjes aan de wildlingen
groeien en de wilgen zich overbuigen
There's a widow growing o'er a brook
Tbat shows ita hoary leaves i' thi glassy
stream,
('.ie hoe die jongen de blaadjes bekeken
heeft, terwijl hy aan het kabbelend watertje
zat, om visch te vangen, denk ik, want het
wemelt er van snoek!) en hoe hij op zijn
verdere tochten het kasteel van den
Kingmaker, het slagveld van Boswortb zag, waar de
groote daden van vroegeren tyd in zijn ver
beelding verschenen; en dan, aan het einde
van den knapentyd zou ik zeggen, maar ik
weet niet waar die knaap eigenlijk ophie'd
en de minnaar begon, dan zijn wandel ngen
eenzaam in den avond met neergeslagen
o eigen, zijn scherp gehoor by meisjestemmen,
ei) de eerste kuisen daar aan het einde van
het laantje naar Shottery order da hooge
Meidoornboomen. Er gaan twee we<ennaar
aottery waar zij woonde, ie al gemeen e weg.
en dit ha^edoornlaantje, juist breed genoeg
voor twee naast elkaar; waar, meent gij, zou
zjj hem wachtea, WilJ, ssveet Wiü? Dat was
een byzonder laantje, vooral in het duisterend
uur wanneer de lauwe bloesemgeuren dwalen
en ginds de curfew luidt, ga daar eens
wandelen op een Juni-avond en hoor die
zelfde curfewklok. Will was achttien jaar
toen hij trou vde en vader werd, en Ie zor
gen begonnen. Wat was hij toen? Notaris
klerk, leerling by een apotheker of een dokter?
In dien tijd moet ook het voorval van de
stroopeiy in het park van Lowsy Lucy"
gebeurd zijn; kleuters in Cüarleedle zingen
nog <ran Shakeapeare stole the deer", en
gij ziat de herten grazen.
Hy ging naar Locden. In een van zijn
vroegste stukken hooren wij van liefde
misgraffed in respect of years", en later :
Then let thy love be younger than tbyself
Or thy affections cannot nold the bent.
De overlevering wil dat hij ieder jaar een
poos by zijn gezin kwam; maar zwijgen wjj
daarover, wij weten niets van zy'n huwelijk,
niets van de omstandigheden van zijn vrouw
en kinderen in dien tijd.
Een twintig, vijf en-twintig jaar later
keerde hij rijk terug en bewoonde het
groote huis weifes grondvesten nog bestaan.
Hij bezat landerijen en een tuin waar bij,
de Poll, gekleed in een oud achtbaar kos
tuum", de sleutels der stad, liggende op
een blauw kussen met gouden franje, waren
aangeb >den, ging de blijde verwachting"
van zijne gemalin, Koningin Hortense
Beauharnais.in vervulling en schonk H M.
te Parij ?!, waar Zij na den dood van haar
eerstgeborene was gaan wonen, het leven
aan een zoon, in wien men het eerste
Hollandsch Koningskind, begroette.
Overeenkomstig artikel 40 van de Akte
der Constitutie van den 28sten Floreal
12de jaar, was Z. D A. Monseigneur de
Prins, Aarts Kanselier des Rijks bij de ge
boorte tegenwoordig geweest. Terstond na
de geboorte zond Z. D. missiven aan Z. M.
den Keizer en Koning, aan H M. de Keizerin
en den Koning van Holland om Hun er kennis
van te geven. Da Heer de Villeneuve,
Kamerheer der Koningin van Holland, werd
met de missives voor Hunne Keizerlijke
en Koninklijke Majesteiten belast en de
heer Otao van Byland, Kamerheer van den
Koning van Holland, met het zendschrij ven
aan Koning Lodewyk. Den volgenden
morgen, zeer vroeg, nog voor het krieken
van den dag,aanvaardden beide hoog
waardigheidsbekleederg de reis, nadat den vortgen
avond te vijf uur de Akte van Geboorte
door Z. D. H. den Prins Aartskanselier,
bijgestaan door Z. E. den Heer Rehaud de
St. Jean d'Angely, Minuter van Staat en
Staatssecretaris der Koninklijke Familie,
was opgemaakt. Om de afwezigheid van
Z. M. den Keizer en Koning kon aan den
jongen Prins later Charles Louis ge
noemd nog geenen naam gegeven
gegeven worden, waartoe bij eene nadere
acte, volgens bevel van Z. M. den Keizer
voorzien zou worden.
Getuigen bij deze Acte waren : H. D. H. de
Prins-Aarts-Tbésaurier en de Prins
Vicegroot-Kiezer Zij waren daartoe
o^ereenkomstig art. 19 van Keizerlijk Statuut van
den SOsten Maart 1806, door den
Prins-AartsKanselier benoemd, aangezien de afwezig
heid van alle de Prinsen van den bloede.
De inschrijving der geboorte was geschied
in tegenwoordigheid van H. Keizerl. H.
Mevrousve Moedei, H. M. de Koningin van
Holland; H. Keizerl. H. Mevr. de Prinses
Karolina, Groot Hertogin van Berg: Z. Em.
H. Mgr. de Kardinaal Flesch en Z. E. de
heer Admiraal Verhuell, ambassadeur Zijner
Maj. den Koning van Holland bij Z. M.
den Keizer en Koning. Den 21sten A >ril
verscheen afschrift dezer acte in het
officieele dagblad te Parijs.
Den 22sten April 1808 vernam men te
Amsterdam de heuglijke tijding, dat de
Grave O. van B y l a n d t, Ridder der Ko
ninklijke Orde van Holland en Kamerheer
van Hare Majesteit de Koningin,
des middags van Parijs was aangekomen,
en aan Zijne Majesteit den Koning
de belangrijke en heugchelijke tijding had
overgebragt, dat de Koningin den 2üsten
dezer, de dag der intrede van Zijne Majes
teit ,,in deszelfs goede Hoofdstad", des
morgens te n uur, zeer voorspoedig was
bevallen van eenen Prins.
De blijde tijding der voorspoedige beval
ling Harer Majesteit de Koningin, werd
dadelijk door het lossen van het Geschut,
aan de Ingezetenen van Amsterdam be
kend gemaakt. Omstreeks 6 uur in den
avond verscheen onder het steken der trom
petten, het roeren der trommen en het
luiden der klokken, de Prefect van het
Paleis, op het baloon, en deed, na verkre
gen stilte, aan de op den Dam
saamgestroomde burgerij de volgende bekend
making:
Zijne Majesteit, de Koning, aan zijne
ijo de en getrouw-' Hoofdstad een, n-euw blijk
willend?, geven can zijne liefde en welwillend
heid, begeert, dat zij de rers e zij, welke
i-enni* -al, dragen van de heugelijke en voor
het Vaderland zno belang* t/kv 'jeli Hrteni*,
waarin Zijne Majesteit op heden de tijdtnij
heeft bekomen.
Zijne M'jfüt-it, doet aJzoo, op deze
}>lfch',nta'iijK wijze, aan de belangrnki'Bur
gerij van zt/ne goede en getrouwe Hoofdstad
kennis gecen, dut Hare Mnjeateit, <le Ko
ningin, o/nlt<ri 'Maten dezer maand, te Purijx,
gelukkig en voorufwedig bevallen is van eeiten
P r i n s.
Onder tromgeroffel en trompetgeschal
trok de Prefect zich in het Paleis terug.
Oumiddehjk er na vertrokken uit het Paleis
tal van couriers om het bericht der geboorte
van een Hollandschen prius naar alle depar
tementen over te brengen. Met
oorverdoovend gejuich was de tijdiug door de
burgerij begroet, zoodat men er officieel het
volgende van opgeteekend heeft :
De herhaalde en eenparige en luide toe
juichingen van de talrijke menigte, welke
op den Dam vergaderd was, heeftopnieuw
een overtuigend bewijs opgeleverd vaneen
hartelijke deelneming der goede Ingezete
nen vau deze stad in alles, wat het genoegen
en den bloei van het Koninklijk Huis
eeniszms kan vermeerderen, en van hun
diep gevoel van al het belang dezar ge
beurtenis voor het bestendig welsyn van
het vaderland".
Den 24steu April sprak de Burgemeester
van A'nsterdam ter bijzondere publicatie
de overtuiging uit: dat de goede Burgerye,
naar waarde weet te schatten eene gebeur
tenis, zoo gelukkig voor het gansene Rijk
in het algemeen als voor de Hoofdstad in
het bijzonder, en zoo genoegelijk (') voor
Zijne Majesteit onzen geliefden Kont g, als
streeleudu voor het hart eeuer Vorstinne,
doe door Hoogst derzelver
beminnenswaardige deugden, eene onbepaalde aan
spraak heeft op de achting en liefde der
Ingezetenen, en, zich tevens verzekerd
houdende, dat de goede Burgery, niets
vurigers verlangde, dan in de gelegenheid
te worden gesteld, om hare rechtmatige
vreugde en deelneming over de blijde
ge-beurtenis, door een openlijk blijk aan den
dag te leggen, bracht hij, burgemeester, bij
deze, ter kennisse van de Burgerij voor
noemd, dat er op Woensdag, den 27sten April,
aanstaanden, ter zake van de gelukkige
bevalling van Haare Majesteit, onze
veelgeliefde Koningin, eene algemeene Illumi
natie binnen deze Stad en derzelver Juris
dictie zou plaats hebben, aan de Voorgevels
der Huizen en Gebouwen, en wel van des
avonds ten Acht Uren,t;t ten n Uur des
Nachts. luviteerende derhalven de Bur
gemeester voornoemd allen en eeiien iegelijk,
om, ieder naar zijne omstandigheden, zoo
veel mogelijk bij te dragen tot een
Yieugdefeest, Zijner Majesteit1^ goede en getrouwe
Hoofdstad waardig".
De illuminatie werd echter wegens het
natte weder een paar dagen uitgesteld.
Op een prachtigen Mei-avond had ze plaats.
Alle openbare gebouwen ook de Beurs,
Rokinzijde te water uitgebouwd", de Hooge
sluis, de magere of Blauwbrug waren met
illumineerglaasjes verlicht. Schitterend o.a.
was de verhchiiug van het Paleis op den Dam,
en der eerepoorten. Bizonder trok de aan
dacht een kolom, geplaatst aan de Oostzijde
.van den Amstel voor de Keizersgracht, naast
het Diaconie oude- Vrouwen- en Mannen
huis, boven welke de koninklijke kroon
prijkte, zijnde de kolom ondersteund door
een kolossalen leeuw, met een bundel pijlen,
in een ziji.er vourklauwen, rus ende opeen
voetstuk, waarop mtri dijze inscriptie las:
J n dient XX Aprflin
MhCCCVlllAmxtelodiimenni/j/t.-i s-crum, ilex, reiiit, l'rinceps
nalas fixt, Deus nobis hurc O'ia fecit.
Erfiie oritzaglijse menschenmenigte ver
drong zich op grachten en in straten, overal
vreugde bedrijvende. In vele herbergen,
danshuuen, college/alen werd tot. den
vroegen morgen feest gevierd. J. H. Meeler
die bal en redoute gaf ten huize van D.
Kolle, kastelein in het Wapen van Kin
den", op den Nieuwendijk bij den Dam,
thans Het Keizershof'", verklaarde nooit
zulk een opgewekt feest te hebben bijge
woond. II)e groot de zaal in het Wapen
van Einden" ook ware, zij kon geen
tiende deel der danslustignn bevatten.
Des morgens op den dag der illiminalie
waren alle hoo^e collegiën en hooggeplaat
ste personen Z. M. koning Lodewijk geluk
komen wenschen niet de geboorte vau een
Prins.
De Prins was een zwak kindje, dat be
trekkelijk laat op krachten kwam. Du doop,
die zeven weken na de geboorte zou plaats
hebben, werd eerst voltrokken in Juni 1810.
J. H. R.
zeker met goed begrip, gaarne tuinierde.
Rustig en in zich zelf gekeerd schreef hij
waarschijnlijk nog enkele stukken, die tot de
schoon <te behooren, getuigend van zijn liefde
tot de natuur, en leidde een leven dat
Finds tongnes in trees, books in the rnnning
brooks,
Sermons in s t on es, and good in everything
Hy stierf den 23en April Ao. 1616 en werd
begraven in het fijne kerkje by de Avon.
Den 23en April beginnen in Stratford de
spelen ter gedachtenis van zijn geboorte- en
sterfdag. Daarna is het weer stil in het lieve
ouie stadje; want er komen wet vreemden
des zo ners, maar zy' bezoeken even het ge
boortehuis, de kerk, het museum, het huisje
van zijn vrouw, en reizen verder. Gy die er
langer blijft, wandelt van zelf langs de heer
lijke Avon, naar de gehuchtjes rondom,
Alcester, Wilmecote, Henley (denk aan
Touchetone en Bosalind l), dranken" Bidford,
Snitterfleld, Cbarlecote, en ziet de landschap
pen van As you like it, Winter's Tale,
Cymbeline, Tempest, Midsummer-night'a Dream.
AETHUE VAN SCIIENDEI,.
(Mes Swuiiame. t
ALGEBNON CHARLES SWINBUBNK.
Geb. 5 April 1837. Gest. U) April 1909.
iMitimlliliHHtniMMiiMiiniHiiiliinHiiiiiiiHtMMMiiiiiiniHiimitMiiitm
Ha ze?eo jaar.
AprillMei 1902?Maart / April 1909.
V.
DPZO nieuwe conferentie vond op 19 Mei
te Pretoria plaats. Daar ook bleek, dat Lord
Milner den korten tijd, dat hij zich aan
getrokken ge'oelde tot de socialistische
Fabians in Engeland (toen hij een radicaal
journalist was, ontdekt door den k>»ning
der journalists d'industrie" William Stead)
niet geheel was vergeten, althans had
onthouden, dat een volk eerst dan alle
kracht verloren heeft, als actief, als ge
schiedenis-makend volk verdwijnt, wanneer
het is geworden tot een volk van paupers.
Na den vrede hefft hij, willens en wetens,
gbtracht de geruïneerde Boeren te maken
tot paupers. Gedurende de onderhandelingen
heeft h\j van het voornemen hiertoe reeds
duidelijk doen blijken, door elke clausule
in het vredes-contract, die de Britsche
Regeering zou binrfen tot bepaalde con
cessies van materieelen aard. tot het minst
moaelijke, en dit minimum in vage termen,
te beperken. Het Middelburgsche voorstel
dat, in zake het door de Engelsche
Regeering betalen van door Boeren-officieran
geteekende quitanties voor geleverde of
requireerde goederen, duidelijk sprak,
werd op zij geschoven, ofschoon het door
Larisdowne was genoemd als basis van
on lerhandeling, en beschouwd als richt
snoer", niet in bijzonderheden, maar in
algemeeue beginselen". En dit gebeurde
speciaal daar, waar de Republikeinsche
onderhandelaars hun volk eenigszins wilden
beschermen tegen de financieele gevolgen
van den oorlog.
Er werd, op de basis van het
Middelburgpche voorstel, een nieuw verdrag
opgesteld. Van handhaving der. onafhan
kelijkheid was geen sprake meer, doch de
commando vertegenwoordigers konden nog
het voorstel in zijn geheel verwerpen. Art.
11 maakte voorziening voor het tegen goud
inwisselen van de door de Transvaalsehe
Regeerints volgens Wet No. l, uitgegeven
schatkist-bewijzen. Generaal Botba, ook
generaal IJe Wet, vroegen met deze schat
kist bewijzen (Gouvernements-nottn) gelijk
te stellen en ook in art 11 te noemen, alle
door Boeren- offi ieren geteekende quitarities
voor gedurende den oorlog gekochte
ofgerequireerde goederen. Lord Milner weigerde,
.de Britsche Regeering behoefde niette
betalen voor al het geld, door de Repu
blieken geleend om haar te bevechten";
en later (blz. 124):