De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 2 mei pagina 5

2 mei 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 16&2 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. YOO3 D oen ik voor eenige jaren een langdurige knar in liet buitenland moest doen, was ik veel samen met eefa jonge actrice, die me allerlei' van baar leven, en vooral van dat harer minder gat sitnierte" beroepsgenooten vertelde. Ze toonde me brieven van meisjes die geen thuis badden, waar ze de tooneelvacanties konden doorbrengen, en die dus ook in die tot uitrusten bestemde maanden voor haar levensonderhoud moesten zorgen. Enkelen hadden zich, met een paar in de zelfde omstandigheden verkeerende acteurs, tot een gezelschap vereenigd, dat in het Reazengebergte geïmproviseerde voorstellin gen gaf voor reizigers en badgasten, en wat een grenzende ellende moesten die armen doorstaan l En dan alle moeielykheden, waarmee een actrice, die fatsoenlijk: wil blijven, heeft te worstelen l Vooral sommige direkteuren profiteer en maar al te dikwyls van de materieele ellende der actrices. Ik hoorde van iemand, die tegen een jonge actrice met veel talent, maar zon der geld, gezegd had: Der Weg zurBüane fïhrt nur durch das Schlafzimujer des birektpra wüssten Sie das denn nicht?" .NatuurIjk zijn er ook anderen die, zelf gelukkig getrouwd, een vaderlijke houding aannemen tegenover hun personeel. Maar de con tracten blijven overal vrjjwel gelijk ! en die zQn zóó, dat men 't niet voor mogelijk zou houden, als men ze zelf niet las. Ie heb - ze gezien en. ik stond verstomd over al die ellendige en dwingende bepalingen, over al de boeten, die kunnen worden opgelegd, over de groote lijst van verplichtingen der actrices, w»ar geen enkel recht tegenover stond l En nu schijnt aan de arme meisjes een EÓg erger contract te worden opgedrongen l Geen wonder, dat ze, zooals de bladen melden, eindelijk eens in beweging komen! Ziehier eenige der daarin voorkomende bepalingen: Als een actrice trouwt, moet ze zich verplichten geheel niet meer op te treden, zoolang het contract loopt; het theaterbestuur echter mag, van. den dag dat het huwelijk gesloten wordt, elk oogenblik het contract ontbinden. Aan een getrouwde solóknnstenares kan 4e dii ectie, van den dag dat men sporen van zwangerschap aan haar bemerkt, haar gage onthouden. Buiten-ecbtelyke zwan gerschap echter geldt als een reden voor onmiddellijk, ontslag. Ea hoe dikwijls worden de arme meisjes niet, juist door haar ontoereikende ga <e, als 't ware gedwongen, zich te laten mainteneeren! En dan de boeten, die op elk klein ver grijp gesteld zijn! Ea de groote eisenen, die aan het toilet der actrices gesteld worden! Het schijnt dan ook meer dan eens te ge beuren dat rijke meisjes, met middelmatigen aanleg, maar die groote koffers vol brillante toiletten meebrengen, door de directeurs liever worden aangenomen dan armere, die werkelijk talent hebben. Ze beweren, dat ze met deze toilet-eiscben tegemoet komen aan de verlangens van het publiek, en werkelijk schijnen er dames te zijn, die alleen naar den schouwburg gaan, om het eüekc van nieuwe modes aan het levend model te bestudeeren. In de Deutxche Theater-Zeitichnft verscheen onlangs de volgende, ironiacbe prijsvraag die, ze moge wat overdreven zijn, toch een echril licht werpt op de bestaande toestanden: Als een jonge actrice 120 Mark gage per maand ontvangt, waarvan 76 Mark strafgeld wordt afgetrokken, hoe moet ze het dan klaar spelen, om zich er door te slaan zonder schulden te maken, en zich toch elke maand, voor twee premières, eiken keer drie elegante toiletten tegen een gemiddelden prijs van 250 Mark aan te schaffen?" lIJHiriMnilllMmmiHIIIHtlllMIIIIIIMIMtlHIIIimillltmiMIIIMIIMHIIIIIIII UÏT PB NATUUR. CCCXXI. Grutto en Tureluur. Meer dan eens werd me gezegd: Maak toch eens een klein handig boekje voor ons, waarmee we de vogels determineeren kunnen; een fauna voor de inlan ische vogels, zoo op de manier van een flora, alleen om de na men te vinden." En meer dan eens heb ik het geprobeerd; jaren geleden al voor mezelf, en latje* voor anderen; maar tot nu jtoe is het mij niet gelukt. Dat rligt voor een deel aan de voiele; die laten zich niet in de tyand nemen en bekijken, zooals i een plant. Ja, als ze in een vpliê'e zitten of opgezet of dood zyn, of als men alleen met gedroogd-; huiden te doen heeft, dan gaat het wel; en daarvoor bestaan al beste boe ken, ook een, voor ons land bewerkt, door dr Buekers. Maar Bat is de bedoeling niet. Een vogeltje dat je daarginds heel duidelijk op een tak ziet zitten, of een die daar zoo vlug door de wei loopt, daarvan met behulp van een boekje den naam te vinden dat gaat zoo maar niet. Zoo'n boekje zou meer gekleurde plaatjes en andere fleuren moeten bevatten dan woor den, vooral omdat wijfjes en jongen zoo vaak verschillen van oudere mannetjes; en stellig zou in vele gevallen de schrijver den eiech moeten stellen, dat de nieuwsgierige den vogel ook gehoord heeft, voor hij in de tabellen n tar den naam gaat zoeken. Voor een klein getal vogels behoefde dan de verdere omschrijving niet lang te zijn. Ik bedoel de vogels, die hun eigen naam roepen. Eigenlijk heb je daar geen hulp bünoodig, die determineeren zie a zelfWiökoeioek" hoort, en het dier daarbij eindelijk in het oog krijgt, twijfelt immers niet, óf het is een koekoek. Zoo zijn er nog een paar, die iedereen, aan den roep her kent; maar het geval is ook denkbaar, dat iemand een vogel duidelijk ie'8 hoort roepen en niét weet, dat het zjjn eigen naam is, Dit is heel goed mogelijk, by twee vogels dieniét zoo overal voorkomen als de koekoek, maar die toch by-verre-na niet zeldzaam zijn in ons land, het zijn de grutto en de tureluur. Vooral de grutto, zegt naar mijn gehoor te oordeelen, met buitengewone duidelijkheid zijn naam; soms nog duidelijker dan de koe koek, en ook eenige kt eren achter elkaar. Daar het geluid in den regel van boven uit de vi y a lucht komt, niet uit een dicht beMaar na wordt langzamerhand de druk te erg, en de actrices vereenigen zich. En?gelukkig! enkele van de beroemdste en oest gesalarieerden hebben zich bij haar aangesloten. Mevrouw Hedwig Wangel, van het deutsche Theater'',, hield zelfs verleden Dinsdag een rede, waarin ze den toestand uiteenzette. Ze wees er op, hoe noodig het is dat juist de vrouwen, dia aan het tooneel de zwaarste lasten hebben te dragen, haar stem eindelijk eens laten hooren, dat ze eindelijk eens dezelfde rechten gaan eischen als haar manne lijke collega's, vooral op het punt van de costumes. Beide moeten zich, wat het costuum betreft, richten naar de aanwijzingen der direktie, maar de vrouw moet baar dure kleeding zelf bekostigen, terwijl de man, die bovendien beter betaald wordt, ze van de direktie ontvangt. Weliswaar worden aan enkele hoftheaters de historische costumes ook aan de actrices verschaft, maar dat geeft niet veel, daar tegenwoordig byna ui sluitend moderne stukken worden opgevoerd. Het kost uu en behoort tot de stoffeering van het stuk," beweerde mevr. Wangel, en het is eenvoudig ongehoord, van de actrices te eischeu dat zjj voor den directeur de stukken zullen stoffeeren, van een gage van slechts 120 Mark! Am het hoitheater te Kassei, bijvoorbeeld, verdient de eerste actrice maar 180 Mark per maand. Daarvan gaat eerst al af: 5 pCt. voor den agent, en 5 pCt. voir 't pensioen fonds, zoodat ze van 162 Mark niet alleen moet leven, maar ook zorgen voor de kost bare toiletten, die voor het optreden in moderne stukken noodig zijn. Wij moeten het zoover zien te brengen, dat we den eisch kunnen stellen: Onze zuur verdiende t/age be hoort aan ons f' Helaas, ze ia dikwijls nauwelijks toereikend om ons in het dagelyksch leven netjes te kleeden, vooral als we nog nabestaanden moeten onderhouden, wat toch met velen onzer het geval is. De eeuwige zorg voor de moderne garderobe, die eenjaar daarna alweer uit de mode is, moet ons worden afgenomen. Ook wij zijn ons loon waard, en niet alleen op de wereld, om de direkteuren nog vetter te maken! Volgens het Burgerlijk Wet boek is bovendien de direkteur verplicht, ons alle voor de uitoefening van ons beroep noodzakelijke voorwerpen te leveren. We moeten ook eischen dat de zoogenaamde respektdagen", die aan elke zangeres en danseres zonder bezwaar elke maand worden toegestaan, ook voor ons, tooneelspeelsters, worden ingevoerd, zonder dat ons, zooals thans geschiedt, de gage daarvoor wordt in gehouden. De spreekster Bloot haar met warm applaus ontvangen rede met een aansporing aan haar collega's, om in woord en schrift propaganda te maken voor haar eigen belangen, om zoo doende het materiaal, dat het publiek over de misstanden bij het tooneel kan inlichten, steeds te vergrooten; ook moeten er onderteekeningen worden bijeengebracht voor een petiliéaan den Rijksdag, om een Rijks-theaterwet samen te stellen, waartoe ook de vrou wen gaarne haar bouwsteenen willen aan dragen". In het debat, waaraan ook mevr. Breitscheid en dr. Osterrieth, de algemeene secre taris der Bühnengenossensehaft", deelnamen, probeerde mejuffrouw Adèle Schreiber de tooneelspeelsters te winnen voor de vooruit strevende vrouwenbeweging. Zij wees er o. a. op, hoe een groot deel der directeurs de gage-vraag als iets bijkomstigs behandelt, met een meer of minder duidelijke toespeling op het feit, dat de marktwaarde van een vrouw immers stijgt, als ze de gelegenheid krijgt, zich op het tooneel te vertoonen, en hoe ze op deze wijze de prostitutie in de hand werken. Ook vond ze het niet te pas komen, bladerd boschje, klinkt het heel ver en hel der door. 't Zou me dan ook niet verwonderen als ge van de week, uu ge den roep kent hem op verschillende plaatsen boven u hoort klin ken, tot in de stad toe, als ze over trekken. Want het is geen zeldzaam dier, al hoort ge er zelden over spreken; oreral waar vochtig weiland is, dicht bij zee- of rivieroevers, daar Kop van Grutto en Turreluur. huist nu zoo goed als zeker een grutto-paartje Ook in droge streken als er maar heipoelen in de buurt zijn. Ik heb in de w weken toe vallig eenige ver uiteen liggende deelen van het land bezocht, maar de grutto heb ik nergens gemist. Al in de Paaschvacantie was hy weer present; toen zag ik hem aan de Ooster-Schelde bij Bergen op Zoom en van middag, toen ik na vieren nog een raar uurtjes vry had, ben ik hem even als elk jaar een bezoek gaan brengen in de lage weiden bij Zomerlust aan den Zuiderzeedijk bij Amster dam. Nog voor ik op den dijk stond, klonk zijn begroeting al over alles heen: grutto, grutto! Een vogel hooren, en zijn naam weten, is evenwel nog geen vogel kennen. Dat net een groot dier moet zijn, leidt ge echter in de verte al af uit het eterke geluid. Als hij eindelijk op u af komt, om u heen zwenkt, en vlaïboven u zijn naam uit schreeuwt, dan ziet ge zijn witten onder kant; maar als hij daarna met een zwaai door de lucht op dertig meter afstands vlak voor u in het korte tras neerstrijkt en op koddig knikkende wijze een eindje voort draaft, dan eerst ziet ge uw nieuwe kennis in zijn volle wezen. Ik weet natuurlijk niet, of u behalve een ooievaar en reiger, nog meer steltloopers kent, als dat niet het gival is, dan zult u ongetwijfeld blij wezen met deze nieuwe kenslechts 5 Mark voor een gastvoorstelling in de provincie te betalen, en voor avondrollen, waarin de actrice 5 maal van toilet moet ver wisselen, slee MS 10 mark honorarium, en evenmin, dat een maandgage van 85 tot-1 20 Mark nog maar al te dikwijls voorkomt! Dat dit alles nog lang niet het ergste is wat in Duitschland de- tooneelspeelsters soms te lijden hebben, blijkt wel uit een kort uittreksel uit een eerstdaags bij 6. Birk en Co. te( Müncnen te verschijnen boek, (?Hinter den Coulissen", Entülluneen aus dein Theaterleben", door Arno Hoffinann), in het Unterhaltungsblatt" van de Vorwdrtt van 16 Maart. Uit het dagboek van een actrice,-die ver bonden was aan het gezelschap van den met name genoemden direkteur Eduard Meijer, wordt hier het een en ander meegedeeld, dat ons ongeveer een beeld geeft van de middeneeuwactie toestanden, die tegenwoordig soms nog voorkomen. N* elke voorstelling werd," zoo vertelt de schrijfster, ausgeknobelt", welk stuk we den tweeden volgenden arond zouden opvoeren; we waren daardoor gedwongen,de grootste rol len in n dag te leeren, en ze te spe,en na slechts n repetitie, want de dag, die er tusschen lag, had toch immers ook zijn eigen repetitie en voorstelling. Sn dan de vele voorstellingen in de provincie! 's Middags reden we dan weg,enmeestal twamen weden volgenden mor gen tegen vijf uur pas weer thuis En dan moesten we in bed de den votigen dag uit gedeelde rollen nog leeren! Om tien uur hadden we alweer repetitie, en'u avonds werd het stuk al opgevoerd. Daarbij halden wij, vrouwelijke leden, dan nog de zorg voor de huishouding, moesten we onze costumes in orde houien en alles zelf wasschen, daar. bij onze kleine gage zuinigheid geboden was. Ik moest van nog geen 60 Mark alles bekostigen: huur, levens onderhoud, verwarming en kleeding. Direkteur Meyer verlangde dat we onze rollen vloeiend van buiten kenden, de souf fleur moest rustig zijn! Onstonden er pauzen of toonden we ons sterfelijk, en zwommen" we, dan werd hij grof l Ons echter vielen van vermoeidheid de oogen toe. Daar hy rond dat het vervullen van twee rollen op a avonüschrnierenhaft" was, gaf hij er iemind, die daarvoor in aanmerking kwam, liever 'A of 4." En dan die voorstellingen in de provincie! Soms vonien de dames niet eens een kleed kamer, en moesten ze zich, met de heeren samen, op het tooneel verkleeden l Soms ook was er een klein hokje, waar de dames, vooreen stoel geknield, bij een zelf betaalde kaars haar haar konden opmaken. En eens zelfs moest ze, bij een temperatuur van 4 gr. onder nul, optreden in eea laag uitgesneden neieldoeksch toilet, terwijl het publiek in schapen pelzen, en met grogglazen in de hand, zat te luisteren! Onder tranen en verwenschingen moesten ze zich ook hierin schikken ? want waar zouden ze elders midden in den winter een engagement vinden? En dan troffen ze nog een Bühne," die gemaakt was van eenige grofhouten bokken," met wat planken er op gelegd. A.ls ze te ver naar den kant kwanen, vielen, ze er af..... En een gordijn, dat niet op of neer wou, zoodat ze ns moesten spelen, terwijl het nog voor % ueer hing, hooger wou het absoluut niet! Het publitk hoorde wel de stemmen der akteurs, maar kon, door dat gordijn, hun hoofden niet zien I Eindelijk, in het tweede bedrijf, klimt de inspi/dent" op een stoel, en rolt het ding met de handen op. Gelukkig! Maar mis, hoor! Schwabb l" daar ontrolt het zich op eens weer! Het publiek, in een stuip van lachen, begreep na toch einde'ijb, dat onder deze omstandigheden niet verder gespeeld kon worden! Demenschen eischten hun ge d terug en gingen zich nis. Wel is hij van het type ooievaar, wat zijn vorm en beweging aangaat, maar dan een op meer dan de helft verkleinde en naar mijn smaak ook een verfijnde en vermooide uitgaaf. Op het oogenbljk, dat hij van u afitreek, zoodat u hem van achieren in de vlucht zag, lebt ge eventjes dat leuke wit met gryze figuurtje bew< nier i, dat door zijn staart zyn vleugel punten en door zijn recht aoateruit gestoken pooten wordt ge vormd. Naar dat vliegfiguur, kijk ik altijd ruft ge noegen; ik vind het zoo'n kenmeikende teekening, die ik hetsteiligin het dfcterruineerboek zuu zetten; en ook nu weer nam ik me voor het op slag te schetsen; maar n oogenblik later stond de vogel als gt-woonlijk op zijn lange pooten en keerde zich naar mij om; nu is het zoo'n getieel ander beest dpn zoo even dat vliegende teekenmodel, zoo'n verrassende verschijning met zijn roode borst en lange knikpooten, dat ik voor de zooveelste maal vergat de lijnen dadelijk neer te zetten; en uit het hoofd doe ik het liever niet, ik zal nog wel eens meer grutto's zien neer strijken. Mijn grutto van van middag is een bijzon der leuk beest; hy' simuleert als een mensen; met de grootste onverschilligheid of hij heelemaal niet bang was en niets te verber gen had ook, loopt hij in zuiver profiel langs mij heen; en wel op reigermanier, de opge heven poot sterk geknikt. Ik verroer mij natuurlijk niet- Ook al weer met bewonde renswaardig voorgewende nonchalance steekt hij z'n lange dunne bek, tweemaal zoo lang als de rest van zijn snippekop, in den grond; en doet net of bij daar iets heel lekkers opdiept, dat zijn volle aandacht waardig is, en dat hij nu heelemaal niet mwr op die veiit met zijn kijker let, die daarginds op een granietkei zit. Die komedie herhaalt hij een paar maal. Ik verroer mij nog niet, ik zit op nijn gemak, de ellebogen op de knieën, de kijker in twee handen voor de oogen, maar ik kijk er overheen. Even bewon ier ik naar benooren zijn kunst en nog meer zijn heerlijk vlammend bruinroode borgt, en den langen hals, die net lang ge noeg is, om hem ook 's zomers te veroorloven over het hooge gras heen te kijken, maar niet lang genoeg om leelijk te zijn. Nu rekt hij opeens zijn hals ver uit en kijkt mij aan, dan doet hij of hy vervaarlijk schrikt en vliegt met een gierend geweldig geschreeuw van gru'to, wiette wiette, giuUo, echuin over mij heen naar een ander weiland, «aar hij op dezelfde manier aan het acteeren slaat. Neen, j n ge man, jij fopt mij niet. Mijn kijker glijdt systematisch over en langi het eerste weivlak ; niet lang duurt het, of ik heb beet: een lange donkere hals met een warmen in de koffiekamer, terwijl de arme tooneelspelers in de bittere kou achterbleven: huilend, snikkend, vloekend, ieder naar zyn aard. En toen klanterden ze weer (in die kou!) op hun open ladderwagen, en hotsten over de bevroren wegen naar huis terug Ze maakten dien winter in 't geheel 19 reizen naar buiten, waarvan 17 per lad ier wagen, en dat dikwijls o'er een afstand van 20?22 K.M. naar Burgdorf zelfs 32 K.M.! Geen beest werd ooit zoo mishandeld als wij!' zoo eindigt de schrijfster de schets van haar leven by directeur Eduard Meijer. En hiermee eindig ook ik. Laten we de actrices in haar strijd veel solidariteit wenschen, eu vooral ook daar door, de overwinning! N. VAX HICHTUM. Kus mij niet. Réjane, kindervriendin. Hulde aan Coguelin's nagedachtenis Aan my'n mededeeling: Kus mij niet T' wegens gebiek aan plaatsruimte op my'n gewoon terrein: de pagina: Vour Dames", ditmaal afgedrukt op blz. 10, van ons vorig nummer, wil ik nog een kenmerkende bizonderheid toevoegen, om te bewijzen, hoe wenschelijK een aantal ouders het achten, dat hun Kinderen niet door vrienden en kennissen gekust worden. Een poosje geleden, bracht ik een bezoek aan kennissen, die zich verheugen in 't bezit van t*ee snoezige, bionde meiskes. /n de vesüoule, vlak boven dan standaard voor zonne-, regenschermen en wandelstok ken, recht tegenover den ingang, hangt een wit kartonnen kaart, waarop in forsche, zwarte letters staat gedrukt: Men wordt verzocht de kinderen niet te zoeuen". Bij mijn vertrek, deed de heer des huizes mij uitgeleide. Met mijn parasol op de kaart wijzend, vroeg ik: Heeft men u dat nooit een beetje kwalyk genomen?" Wel neen! waarom?! 't Lijkt mij eene onvriendelijke verma ning by 't binnentreden van uw huis. Volstrekt niet! Niemand behoeft zich dit verzoek persoonlijk aan te trekken als iets onvriendelijk». Er staat niet >," wordt verzocht de kinderen niet te zoenen" maar men", en men" is iedereen". Ik vond deze argumentatie: logisch, zaakry'k, raak, praktitcb, en tóch! to :h kil, precies als de wine kaart inet de zwarte letters. Ik had, en heb nog't gevoel, dat ik zoo iets niet zou durven optiangen in mijn huil?. Daarom, leve het mutsje met den band: . Kus mij niei"! Het kind verzoekt dan zélf; de naïve eerlijkheid, waarmee onze kleintjes open voor hun rneeniug en gevoelens uitkomen, is meestal van Komische, zelden van onfympatitcüe werking. Het guitige Do not kiss me" mode-muttje zal menigeen tot nadenken brengen, en een einde maken. aan de supra-onhygiënische kinderkwelling, de griezelige zoen-be f lieging van oudereu van dagen. * * £. Gedurende de repetities van het jongste too neelwerk ,,L'Impératrice" van den zoo nood lottig omgekomen crauschen scury ver CatUile Mende*, hebben de jongetjes en meitjes die in 'c stuk fungeeren, een buitengewoon goed leventje gehad. In 't taéatre van madame Réjane, werd Vlrnpérdtnce" onder leiding van de dichteres Jane Catnlle Mendès, weduwe van den schrij ver, in siudiegenomen. Gedurende de pauzes was de jonge bende aan 't ravotten tusschen de ledige fauteuils in de schouwburgzaal. Réjane, die even als de auteur van i'Iinp rairice" dol is op kindereu, keet lacuend naar de dartele buit-siiugen der figuranten. kleine knop er op en een brtinaald er in, aan de punt een ietsje dikker, steekt in de verte op twee honderd meter boven een aardkluit uit; dat zal het wijfje zijn. Weer hoor ik de grutto boven uiij, hij vliegt zoo dicht langs mij neen, dat ik het zwiepen van de slagpennen hoor; en daar gaat hy weer voor my siaan in den weeken grond te pik ken; nu wat verder van mij af en dicntbij grutto nummer twee. Daar staat hij in een diep afgestoken gedeelte, als in een grcote ondiepe oadkuip, waar de grijze klei de bodem van vormt. Nog eens probeert hij mij uit mijn posnie te lokken; dan gaat hij opeens raar en druk doen, gooit den kop achterover eii fluit daarbij vreemde welluidende alt-toonen, die is nooit vroeger geüoord had, zoo ongeveer als toeh toeh-tjeh. Jin meteen komt het wijfje toeloopen, en beide vliegen op met een auder geroep: een gierend geluid van kwiet k wiet, met acuter elke lettergreep iets zachts en zu gends als een inademing. Dat brengt mij een aardigheidje over grutto-getu den te binnen, dat een kennis uit friesland mij verleide. Een boer was een paar schapen kwyt en met dat hy's morgens vroeg er op uittrekt, om ze te zoeken, roept, een vogel grietto, grietto grietto iis groet jt). Dans je," bromt de boer, zeg me liever, waar mijn se apen zijn." Ii wiet ze, ik wiet ze." roept de grutto en vliegt voor hem uit. Be^t," zegt de boer, ik loop je na." Tvvie Twieë, wieë," schreeuwt de grutto. Precies, je weet het, het zijn er twee, vlieg maar door, ik ga je na." Wiette,. wiette, wiette!!I" klinkt het na em poosje. Neen," zegt de boer, Nou ben je mis, ia ga terug nant er was een zwarte i»y." Wie dat goed weet na te vertellen, kan makkelijk de voornaamste woorden van de grutto-taal onthouden; maar allemaal zyn ze Let nog nieijwie een sioeiend paartje kan beluisteren, leert er nog heel wat meer. Maar ze met onze letters en klanken weer te geven, i« een bacae'ijK pogen; dat blijkt al wel uit de om* audigheid, dat in Hongarije on'.e grutto's niet grutto's of griete of greto heeten xooals bij ons en in No jrd-Duitecaland maar Lodjo- Slip. Ea nu heb ik hem van inidlag inderdaad ook Lodjo hooren roepen. Het kan gebeuren, dat ge, op grutto's uit, kennis maaki rnet een iets leinere stipacatige vogel; die mist de mooie roode borst, en is niet ^rooier dan een duif, maar op hooge oranje-roode pooten en ook met een breinaaldttnavel; ofscho >n niet i.óó lang als van de giut o. Die trouwens wat de gruotte betreft wel een eend op stenen g^njemd kan worden. Dat vogeltje mept ook vaak zijn eigen naam tureluur. Maar nu moet «e dat woord niet vervelend gaan uitspreken, maar In de groote pauze riep zij 't heele t roep j e op 't tooneel, en, onthaalde de kinderen op allerlei versnaperingen. Limonade, chocolat, koekjes, vruchten, van alles kregen de figu rant j es van madame Réjane, die voorkinde ren onuitputtelijk is in mildheid, geduld en vriendelijke bedenksels. * * Op mevrouw Edmond Ros'and, is heelemaal niet van toepassing het bekende gezegde: Het is moeilijk, de vrouw eens dichters te zijn." ? Ligt dit aan Edmond Rostand, of aan zyne echtgenoote? Laat ons zeggen aan Rostand's gelukkige en verstandige keuie! Hij koos als levensgezellin een fijn besnaarde, hoog gestemde, door-en-door artistieke levens gezellin, iemand, die hem inspireert, die hem begrypt, bewondert, zijn lief en-leed deelt, hem niet stoort b;; den arbeid, en, die, ge dreven door eigen, artistieken zin, zyn pad verefient. De moeilijkheid met een artist te leven en om-ti-spriagen, wordt 't felst gevoeld door mensehen, wier vlakheid zich niet boven de nuchtere werkelijkheid van wereldsche beslomtneriugen kin opwerken, die, vastge klonken in alledaagschheid, geen notie hebben van artistieke buien, stemmingen, opwellingen, vale neerslachtigheid, stralende opgewektheid. Mevrouw Edmond Rostand raadt en voor komt de wenschen van baar man, omdat ook in haar het kunstvuur brandend is Rostand heeft zich den plotselingen dood van zijn vriend Constant Coquelin zeer aan getrokken. Het overlijden van dezen minenten kunstenaar, die zulk een onovertroffen creatie van Cyranj de Bergerac leverde, die op 't punt stond de hoofdrol te vervullen in Rostand'a nieuw werk: Cbantecler", was voor den dichter van La Samaritaine" en l'Aiglon" een gevoelige slag. Bij mevrouw Rostand is de gedachte op gekomen, een eigenaardige hulde te brengen aan de nagedachtenis van Frankrijk's be roemden tooneelspeler, in den vorm eener kunstvolle uitgave van een pracht-album. Dit Coquelin-album, dat voor den pry's van 100 francs in den handel zal gebracht worden, een coulant handelsartikel wordt zulk een luxe-uitgave natuurlijk niet, zal 40 platen in smaakvollen omslag bevatten. De platen zijn gekleurde reproducties van doeken van beroemde meesterg, die Constant Coquelin in alle mogelijke rolle.n hebben geschilderd^ In verschillende rollen en op verschillenden leeftyd. Dertig gekleurde platen en 10 platen photo ypie en typographie in twee tinten, op velijn papier. Tot deze platen behooren fac simile's van den heer en mevrouw Rostand, te weten het facsimile van de voorrede in versmaat door den dichter,Rostand geleverd; het facsimile vau eenige versregelen van mevrouw Rostand; en facsimile's van brieven aan Cnquelin geschreven door bekende en beroemde personen. De gekleurde platen zijn reproducties naar doeken van: Detaille, Beek, Friant, Picard, Charlemont, Boldini, Louis Leloir, Morisset, Bérand en Madrazo. Een uitgave... om van te watertanden! CAJ EICB. Gevaarlijke kousen. Ineen verslag, uitgaande van het Engelsche ministerie van plaatselijk bestuur, en handelende over het gevaw van tinvergiftiging door het gebruik van verduur zaamde levensmiddelen uit blik, wordt ook een geval vermeld van een mefsje, dat weg kwijnde en het gebruik harer beenen ver loor. De oorzaak van hare ziekte werd ge vonden in het dragen van gele kousen, waar van de grondstof met tinchloride verzwaard was. Vroeger is ook al eens de aandacut gevestigd op het gevaar van kleedingstukken van kunstzyde, die door middel v-an vergiftige stoffen zwaarder gemaakt wordt. (Maandblad, gewijd aan Hygiène en Industrie. Dr P. F. van Hamel Roos en Harmens ) zingen met de liefste, zoetste, zachtste en aandoenlijkste fluütonen die ge voortbrengen kunt, ongeveer op de hoogte van C, twee gestreept. Nadert ge zyn nest, dan stijgt de toon een octaaf en het wordt een in steeds sneller tempo herhaalde angstkreet; zoo wee en zoo droeng en zoo drenserig, dat ge er zelf tureluurscb van woid . Maar ook dat zyn de eenige noten niet die een tureluur op zijn zang heefc, ik zal nog heel wat keeren aan de Zuiderzee moeten liggen, eer ik ze alle ken; en ik heb al zoo weinig lig uren. Ik kan niet aan een tureluur denken, of er gaat mij een zwakke rilling over mijn rug; eens moest ik voor school en les een paar opgezette vogels hebben; ik bestelde ze by een j >g ir en die zei: Ga mee ze sctaeien."' IK wis nog nooit echt mee op jacht geweest, wel eens niet een drijver of t-trooper mee. Ik mocht ien hond vast houden, een ellendig lastig beest, tot wy in de zelfde natte wei landen, eigenlijk zee-uiterwaarden" kwa men, waarover ik nu schrijf Daar werd vastgebonden en wij gingen op de loer liggen achter een hoop taskebossen, die daar lagen ter vernieuwing van een schoeiing. De jager schoot heel wat, maar veel ging erlureu, door lat de bond nog al eens niet goed verkoos te apporteeren; hij hield er een eigen wil op na en verkoos niet steeds naar andermans pijpen te dansen. In een van de poeltjes stond een tureluur te vi^scrien, een prachtig diertje, het knalde weer en de tureluur lag onbeweeglijk op zij. Nu moest ik apporteeren, want de hond bedankte feestelijk; en de ja^er bleef op de loer liegen. Wat ifc .ag, toen ik intt bloote beenen door het klei water bagger endeemdely k de geschoten vogel ber-ikte, maakt my nog akelig. Het dier was nog niet dood, de helder oranjeroode pootjes trokken nog, en hij keek mij met zijn eene oog aan; de oek stond open of l/ij schreeuwen wilde, maar niet kon; en de ingewanden laeen naast zyn mooie lijfje; zóó moest ik het dier apporteeren, ik pakte hem bij den hek,- het eenige d*-el dat ie aan d)ist raken. D<ii "is al twintin jaar geleden; ik ben na dien tyd nooit meer uaee op jacht geweest. Denkt am die ronde pooten! Daaraan is de tureluur het beste kenbaar en d delijk te onderscheiden van den wijfjes kemphaan, dus een keinphen, n a*r dat klinst te mal. Ik heb ze vannaiidig weer zien vechten, daar op de zelfde gurt.' lai den, de leuke kemphaantjes met dun malle kragen eu hun DonQnictiotte manieren. Zoo'ji spiegelgevecrtt is heel aardig; er waren twee partijen, elk van 30 a 4il Htiij.iers. Maar daarvan heb ik u al meer dan eens iets verteld. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl