De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 9 mei pagina 5

9 mei 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1668 DEAMSTERDA MM EE WEEKB-LAD VOOR NEDERLAND. DAMEjS. Beo doofteiHoft, Onder de oude gebruiken, waaraan de Chineezen, trots allen invloed, die ook op hen| de nieuwe tjjd uitoefent, onherroepelijk vastbonden, ia er een, dat wel bijzonder luguber ie. Een Italiaansche zendeling, die zpofn ceremonie eens van 't begin tot bet einde heeft bijgewoond op een dorp aan den boven-Yangtse, deelt daarvan het een en andier mee in een te Bome verschijnend blad. Bg de Chineezen bestaat n.l. de gewoonte om; hun dooden uit Ue huwelijken. Er zgn huwelgksmakelaarsters, die zich exptes met het' in orde maken van zulke bruiloften" bezig honden. Sterft er in een familie ngv. een. jonge man, dan laat ze zich dadelijk bjj sijni ouders aandienen: Uw zoon is dus werkelijk in de andere wereld overgegaan?" En, als deze droeve tijding onder snikken wordt bevestigd, dan komt ze met baar voorst el: Ik, ken hier in de buurt een goed en mooi en jbraaf meisje, ongeveer even oud als zjj was, en dat ook dezer dagen gestorven is. Nu! wou ik n voorstellen,, deze beide jonge lieden samen te doen huwen." Meestal geven de ouders hun toestemming, en dan gaat de> mikelaarster de familie van het! meisje voor de zaak winnen. En, als de wederzijdsche ouders het dan eens zg'n ge worden, wordt de spookachtige bruiloft geviejd. DéItaliaansche zendeling vertelt daarvan het! volgende: All», familieleden en vrienden schaarden zich achter de lijkkist van de jonge bruid, en trokken zoo, op de maat van de i voor Europeesche ooren bg'na onverdraaglgke Chineesche muziek, naar het graf van) den bruidegom. Daar aangekomen, ver hief zich de muziek tot een oorverdoovend geraas,-en de plechtigheid ging verder haar gang, preciee zooals alles vooraf in alle onder doe en was vastgesteld. Een apart daarvoor aan gestelde ceremoniemeester zorgde, dat alles in de puntjes ging. Telkens gaf hy b.v. aan een_ van de beide families een teeken, dat 't nu haar beurt was, om luid te gaan huilen, dit was een onderdeel van zg'n taak. En nu werd de kist van het meisje naast die van haar echtgenoot" neergezet, en van IIIIIIIIIMMIIIHItllMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMilllllllllll LIBERTY SPECIALITIES UNÓBTAINABLE E L S E W H E R E LATEST DESIGNS DRESSÉSLINS FROM FL. O.5O A METER GUARANTEED NON FAD1NG GRAPE FL. O.8B A METER PATTERNS ON REQUEST METZ&COk' SOLE REPRESENTATIVES IN HOLLAND LEIDSCHESTRAAT MSTERDAM limilllllHllllltlllllllllllllMlltllllMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllHHMII UIT DB NATUUQ. CCCXXII. Paardestaarten. Ik bedoel natuurlijk de planten die zoo heeten; een opstel over dierlijke paarde staarten zou me slecht afgaan, ik ken in dit 'genre alleen onnatuurlijke korte en natuur lijke lange paardestaarten en meen te weten, dat de lange voor een paard van nut zgn om de vliegen weg te ranselen en de korte nergens toe dienen, niet eens als vol doende dekking voor ge voelige deelen. Van plant aardige paardestaarten weet ik gelukkig meer. Den naam vind ik niet bijzonder ge lukkig ;. ik geloof niet dat iemand, die ueze planten alleen bij naan kent, da delijk wanneer hij er een vindt, zal zeggen: dat moet een paardestaart wezen. En stellig is de naam al zeer weinig toepasselijk op de paardestaarten, die in deze week langs dijken, w gkanten en op akkers bloeien; die lijken veel meer op pad destoelen of tenminste op woekerplanten. Het zgn knoppen op steel'j es van een paar bandbreedten, met een kleur als het vel van een verbleekte roodbuid; er zit iets rozigs doorschgnends en glanzend s in, dat inderdaad aan menechenvel doet denken. U moet vooral zoo'n dingetje eens afpluk ken en mee naar huis nemen. Kies er een waarvan het ovale knopje op den kop nog bg'na geheel gaaf is, zonder veel insnijdingen; zet ze thuis in een glas met water of nog beter droog in een glazen huisje, een reacreerbnisje of een mosterdflescbje of zoo, dat met een kurk goed is afgesloten. Daarmee kunt eet aardige dingen zien gebeuren; ook zonder dat er een micros coop bg te pas komt, een flinke loep is er voldoende voor. Om nog even op de kleur terug te komen. Dat er geen Een Amerikaansche feministische prent. (Puck.) i II Een leider van Boss-politiek, die met geld en sterken drank de kiezers omkoopt, zegt tot de moederwerkvrouw thuis: Let niet op die beweging voor vrouwenkiesrecht l Jou plaats is thuis tusschen je kinderen. Help niet mee verwarring brengen in de' bestaande orde van zaken !" (Die bestaande orde van zaken ziet men rondom afgebeeld.) niiiiitiimm in iiiiiimiiitmimiiiiiiiiii iniiiiiimnmiiMnimiiiuiii dat oogenblik af aan kreeg de feestelijkheid een ander karakter: nu werd, volgens de oude overlevering, het echte doodenfeestmaal" gehouden. De Chineezen gelooven n.l. dat alle goede menschen hiernamaals, tot loon voor hun braafheid, permissie krijgen, om weer naar de aarde terug te kunnen keeren. De groote liefde en aanhankelijkheid van hun nagelaten betrekkingen zorgt er daarom voor, dat deze gasten uit de andere wereld een schitterend feestmaal bereid vinden. Op de een of andere vrije plek wordt een groote tribune van bamboes opgericht, en daarop de lekkernijen voor de geesten uitgestald. Er wordt dikwijls op duizenden onzichtbare geesten gerekend. Elke geest heeft zgn eigen plaats, die door een roode kaars wordt aangeduid. Op iedere plaats staat een kom rijst, een bokaal voor den rgstwgn, en twee kleine eetstokjes, zooals de Chineezen zegeebruiken in plaats van lepels en vorken. Bij den ingang van het feestterrein wordt een groote papieren figuur opgesteld een symbool van den Beheei scher der Geestenwereld, die ook hier waakt over zgn onderdanen. n, als dit alles geheel in orde is, dan gaat een priester naar bet kerk hof, om de geesten plechtig uit te noodigen tot deelname aan het feestmaal, 't Waf een eigenaardigschonwspel",zoo vervolgt de zende ling de nacht brak aan, duizenden kaarsen flikkerden in de duisternis, en eerst bg de .morgenschemering eindigde de zonderlinge ceremonie." ~ Of de geesten hun lekkernijen ook schijnbaar of in werkelijkheid kwamen weghalen, ? vertelt hu ons niet en dat is jammer. N. Tuberculoiivrees. Fijf kranige Deensche vrouwen. Aan»taand tweede nationaal vredescongrei te Stuttgart. Het tweede nummer van den vijfden jaar gang van Tuberculose", orgaan van de IIIIMIIIIIM1IIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIMIIHIIIIIIIIII1IMMIIIIIMIMIM spoor van groen aan te vinden is, wijst er voldoende op, dat wij met een plantje of althans een orgaan te doen hebben, dat niet voor zgn eigen onderhoud zorgt. Iedereen weet immers, dat de groene kleur van plantendeelen te danken is aan kleine korrels in het binnenste er van, waarin uit lucht en bodemwater meel wordt gemaakt; ook dat dit mee!, in suiker veranderd, door het beele plantenlichaam heen vervoerd kan worden. Sporeniragende stengel van een paardeataart. 1. De schildjps van de aar worden duidelijk. 2. De sporenhouders worden zichtbaar. 3. Schildje met 5 sporenh >uders. 4. Idem, omgekeerd; bet steeltje is in 't mid len te zien. 5. Een ontkiemende spore. 6. Vrouwelijke voorkiem. 7. Man nelijke voorkiem. 8. Spore in vochtten toestand. 9. Dezelfde bij droge lucht; de vier epriugdraden ontrold. Nederlandsche Centrale Vereeniging tot Be strijding van Tuberculose, opent haar Aprilafleverlng!909 met een waarschuwend woord, getiteld: Tuberculose-vrees". Mogen vele, uitzinnig van angst voor besmetting, door deze verstandelijke, praktische raadgevingen tot kalmte komen. Wie toch, zal in onzen gespierden tijd van wederzijdsch hulpbetoon, dralen met het offeren van zgn penninkeke om verlichting te brengen in 't lot der teringlijders, behoorend tot de kleine lugden"? Al moest men er een uur langer voor werken, om dat geld der deernis te verdienen, dan nog, mocht men niet blijven staan met gesloten hart, en gesloten beurs, tegenover zooveel ellende; zg, die 't geld voor 't grijpen hebben, behooren heel diep in hun goudbeurs te delgen om volkssanatoria voor Ionglg'der8 te steunen. Een tiencal geboden Belgische raad gevingen, vervat op bid. 243 en 244 van het Tijdschrift Tuberculose" doe ik hier volgen, omdat zij ieder onzer, tot leering kannen strekken: I. Gjj zult leed en kommer schuwen, over werk en overdaid; II. Gy zult op den grond niet spuwen, EO'h ia huis, noch op ds straat; III. Gij zult geene woon begeeren, die niet zindly'k is en net; ? -? IV. Oude boeken, vorïdep, kleeren, die niet grondig z$n ontsmet; > V, V. Laat de melk eens duchtig koken; wees bezorgd voor uw gerief; VI. Laat het vuur of 't licht niet rooken, en heb orde en reinheid lief; VIL Neem het stof met natte doeken van de meubels en den vloer; VIII. Laat de zon in al de hoeken stralen van uw huis en koer; IX. Dikwerf schep met volle teugen in uw loEuen vereche lucht; X. Help door heul;.en troost verheugen Al, wie ook, diéboest of kucht. . * * * mmiiiiiimiiimimmiiiiiiniMiiiiiiniiiHiMiimiitmiiiimiiimiHiiiiiiii Zulke niet-groene planten, die dus zelf geen voedsel uit lucht en water kunnen bereiden, motten leven of van dooden afval, of zg zui gen andere lerende planten uit, en Ie ven dus zelf als parasieten. Wie nu voor 't eerst een paardestaart als de hier bedoelde ziet, meent, lettend op het gebrek aan bladgroen, een afvalplant. of een woekerplant, eea saprophyt of een parasiet, voor zich te hebben. Toch is die conclusie verkeerd; want, wat ge voor de plant houdt, is er maar een deel, een orgaan »an; de eigenlyke plant ligt als een gitzwarte stengel onder den grond; daarin is verleden jaar voedsel in overvloed opgestapeld, en op dit reserve voedsel teert onze geel-rood-bruine paardestaart. .ij Natnurljjk moet dit reserve-voedsel, deze winter- of voorjaars-provisie, opgedaan zgn in groene planiendeelen, en deze komen er inderdaad aan die verborgen onderaard^che stengels, de zoogenaamde wortelstokken; maar nu nog niet, eerst als de teere, niet groene paardestaarten verdroogd of vergaan zijn, komen uit di*-nzelfden wortelsiok die groene rare dirjgen omboog, welke door hun pluimvormig harig uiterlijk aan de beele plant den naim van pa rdestaa't hebben bezorgd. lie kent ze stelliu; bet zijn die slappe of stijve groene stengels, waaruit van a's and tot afstand kraneen van dunnere takjes voor komen, die neerhangen of recht opstaan, al naar de foor1; de stengels bestaan uit holle leedjes, die geuiakkelyk uit elkaar getrokken kunnen worden. Vandaar dat sommige soor ten van paaidestaart bij het volk ook wel, naaldekokeis, holpiepen. bolscbacht enevenals in bet Duitsoh: Scbaehtelhalm (doosjeshalm) heeten. Anderen noemen zemetonvert laarnare n iiuan: Heermoes, U rijers, Roobolt (inigfchieD vi-n ruwhont); of wel met zeer dnideliJKe bedoeling: Kwalenaard, On-eet en Koe-gif, daar het vee ze niet-eet, of alleen bij pebiek aan beter; en er dan ziek van kan worden. Van al dat groene goedj-» is nu nog niets of heel weinig te zien, altbars bg de hier afgebeelde soort; de vleetchkleurige voorloipers zijn niet zoo talrijk en in bet oog vallend, dat ze de aandacht trekken van nietbotanifeerende menschen; of liet vee er ooit kennis mee maakt, ^etwyfel ik, daar de koeien in den r^-gel nog niet buiten grazen, als deze paardeptaart bloeit. Dut woi rd bloeien is maar bij wijze van spreïen gebruikt; een bloem is dat vreemdkleurige orgaan niet; de paardestaarten be hnoren niet eens tot de planteneroep die bloemen en zadt-n voortbrengt. Wel dient het geel-roae toestel als middel ter voortimiiMiiMiHiiiiMitiimiiiimiimmiii Het kleine, kordate Denemarken is 't Land van Belofte voor feministen. Bg'na nergens op dit ondermaansche, neemt de vrouw zulk een maatschappelijk gunstige plaats in, als in den weinig omvangrijken staat, waar eenmaal de wieg stond" van koningin Alexandra, Souvereine van Engeland. Sedert Aptil van 't vorig jaar, maakt Dene marken geen verschil voor zgn gemeente raadsleden, tusschen man en vrouw. De Deenscbe vrouw mag niet alleen stemmen voor een gemeenteraadslid, maar zg zelf wordt voor deze onderscheiding gekozen. Het aantal stemmen op de vrouwelijke candidaten uitgebracht, doet niet onder voor dat op haar mannelijke collega's. In Denemarken steekt men de emancipatie der vrouw niet onder stoelen en banken. Zg' openbaart zich in alle richtingen, ook in de appreciatie van 't geen een jong meisje en vrouw wel mogen doen, al geven zij aanstoot aan hen, die sterven bij traditie en sleur. Het jonge meisje uit de allerbeste krin gen, wordt niet meer angstvallig bewaakt bg iederen stap dien zg doet. Men vertrouwt dat haar eigen zorgvuldig gekweekte gevoe lens van betamelijkheid, haar voor struikelen en vallen zullen behoeden. Aan de steeds meer opbloeiende Deeneche vrouwenbeweging gaf een beeldschoon achttienjarig meisje, reeds in 1849 den stoot, door een uitgave in boekvorm van een 12tal epistels, die pp pooten stonden en aan duidelijke expositie over de rechten der vrouw niet veel te wenschen over lieten. MATHILDE FIBIGBK is de naam der schrijf ster, die nog steeds met dankbaarheid ge noemd vordt door allen, wier verstani en inzichten zoover reiken, om te erkennen, dat de vrouw nog iets anders is dan de traditioneele huissloof. De generale staf der Deensche Vnnwenvereenigingen zetelt in Kopenhagen. Tot de Deenscbe feministen van wie een electriseerende kracht uitgaat, behooren de dames: Emma Gad, Johanna Munter, Ida FalbeniimiimMiiiiiiiiiiiiHiii planting; het is een sporendrager; of eigenlijk alleen dat eivormig koopje er boven op. Wanneer ge dit, zooals ik zei, thuis voor u neer zet, kunt ge gemakkelijk een episode uit de ontwikkeling van een paardestaart volgen. Ge ziet al spoedig, dat het gladde nu teer bruin-rose dopje teekening krggt; er komen d warslijntjes en kleine kringen op, dieregelmatig tusschen de ly'nen liggen. De cirkeltjes komen hoe langer boe verder van elkaar te staan, het worden hoekige schildjes; in de tnsschenruimten komt wat wits te voorschijn en het gele ovale dopje, krijgt den vorm van een bijenkorf of een pausenkroon; dan ziet het er ongeveer uit als het tweede figuurtje. Het is dan donker bruin met veel licht havanna en wit; hier en daar met iet* groens er tuaschen. Ook heeft het dopje zich losgewerkt van den steel; die zit er om heen als een halskraag; tegelijkertijd zgn de bladeren, of tenminste hun toppen heel donker bruin, bg'na zwart geworden, de leden er tusschen echter zgn zoo mogelijk nog fijner van tint; zoodat het geheel bij zonder mooi is en tot aqnarelleeren uitlokt; \\at niet mee valt, daar de kleur lastig te treffen is en heel moeilijk glanzend en door schijnend is te houden. Vooral de zwarte toppen van de bla deren geven aan het plan'je een ongewoon en verrassend aandien. Misschien vindt ge den naam bladeren ongepast voor die rose kokers met zwarte franje, die als man chetten den stengel omsluiten. Dat is ook zoo; toch zgn het, botanisch gesproken, wel degelijk de bladeren van de plant. Ze st^ran in kransen op de knoopen, maar zijn saamgegroeid en kleurloos (niet groen); dat ifhet vreemde van het geval. Ook de groene voedeelmakende stengels hebben zulke bladen. In den oksel van deie vreende bladeren «taan knoppen, die takken uitzenden, welke door den voet van de manchet heen breken en dan die lange dunne groene paardestaarten vormen, die 's zomers heele weilanden be derven kunnen. Maar de hier geteekende sporenvormende stengels krijgen in den regel geen zijtakken; als de top volwassen is,valt er onder uit desporen doopjes, dit is bet witte gedeelte »an de bruine schildjes, een fijn donkergroen poeder, de sporen van de paardestaart. Het blijft, liggen op de randen van de knopjes, die er vlak ouder staan als op een balkon. En nu gebeurt iets bij'.ouders. Is het mooi droog zonnig weer, met een zacht koeltje, dan verandert dat groen in wa*ig wit en het poeder schijnt op te zwellen; treft nu een tochtje de plant, dan is het Hansen, Sophie Alberti, dr. E)na Munch(de jongste van 't verdienstelijk vijftal). Mevrouw Emma Gad, echtgenoote van admiraal Gad, is een wondere mengeling van mannelijke zelfbewustheid en vrou welijke beminnelijkheid. Waar hulp moet verleend worden, staat mevrouw Gad aan de spits. Onvermoeid is zij er op uit, gaven en talenten van vrou wen te ontwikkelen; zg' onderwijst haar medezneteren door haar bezielend woord, door haar eigen, werkzaam leven. Zij heeft voor alles tijd, omdat ieder uur van haar dag bezet is. Mannen en vrouwen die niet» om handen hebben, jammeren het hardst over gemis aan tijd I Mevrouw Gad ontvangt geleerden, artisten, industrieelen, militairen, allerlei menschen, vogels van diverse pluimage, in haar salons. Zg schrijft fijne, geestige blyspelletjes, die met succes worden opgevoerd in 't Koninklijk Theater te Kopenhagen. Op politiek terrein, is de gevatte, zaakknndige mevrouw Johanna Munter, de algemèene vraagbaak. Haar scherpzinnige ad viezen, haar tact en beleid, worden zoowel door mannen als vrouwen erkend. Mejuffrouw Ida Falben Kaneen is leerares ia de Deensche taal- en letterkunde te Kopen hagen. Uiterlijk en innerlijk herinnert zij een beetje aan den stillen, soberen, Duitschen geleerde van 't oude slag. Haar bibliotheek is haar grootste schat. Sierlijke meubels, ele gante kleeding ontgaan aan Ida's peinzend oog. Het kost haar altijd strijd, zich uit de eenzaamheid en het bijzijn van'haar stille boeken te begeven in de rumoerigheid van débatteerende menschen. Tóch doet zy dit herhaaldelijk, wanneer de belangen der vrouwen dit vorderen. Wanneer in een politieke vergadering, of in een feministi sche club, het woord gevraagd wordt door de eenvoudige Ida Falben-Hansen met haar forgche, mannelijke gelaatstrekken, strak en gladgestreken haar, dan luisteren al de aanwezigen met gespannen aandacht naar de vernuftige argumenten der bescheiden Deensche Leerares. Mejuffrouw Sophie Alberti, is de zuster van den eenmaal gevierden, thans bernchten minister van justitie, wiens bedriegergen en geknoei, gelukkig geen smet wierpen op zgn gerespecteerde, en respectabele familieleden. Sophie Alberti is een sierlijke en slag vaardige woordvoerster. De leiding van de leesinrichting voor vrouwen, een model inrichting in Denemarken's hoofdstad, een vereeniging die over de 35000 leden telt, is de lievelingstaak van Sophie Alberti, de keurig gekleede, onberispelijk gekapte femi niste met haar fijn, zacht innemend gelaat. Dr. Elna Mnnch, is door haar jeugd en tem perament, de meest strijdlustige van het vijftal. Zg spreekt vlot, met mathematische juist heid, zg promoveerde in mathesis maar vlijmend scherp, niets en niemand ontziend zijn dikwijls haar heftige uitvallen en haar oproerig verzet. Zestig jaar is 't geleden, dat de van ijver blakende Mathilde Fibiger haar twaalftal brieven _in 't licht gaf,-zij was later de eerste, vrouwelijke postbeambte in Denemarken. Sedert .dien, heeft het feminisme reusachtige vorderingen gemaakt; in Mathilde Fibiger's geboorteland is de energieke kundige vrouw zóó gewaardeerd, dat men in gemoede kan vragen, doelend op deze yüf, kranige Deensche vrouwen: In wier handen zal nog eens de minister-portefeuille worden gelegd? Barones Bertha van Siittner, de bekende, vrouwelijke vredes apostel, schrijfster van die Waffen niedei", is ingeschreven om een spreekbeurt te vervullen, op het tweede, nationale Vredescongres, dat van 10?16 Mei te Stuotgait zal plaats hebben. CAPRICE. lllllllllllllllllllllllflIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIHMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIiiiMiiH opeens weggeblazen, de lucht in. Wat dit beteekent en hoe dit in zgn werk gaat, fs in de natuur, waar je op je knieën er bg moet gaan liggen, lang niet zoo goed na te gaan als thuis. Daar klopt ge even met zoo'n sporenhouder op een dun glaasje en dadelijk ligt er een stapeltje groen sporenstof op het glas. Terwijl ge er naar kijkt, begint de verkleu ring; bet is of de massa kookt en opzwelt, pas nu op, dat ge er niet zijdelings tegen blaast of praat; dan is het meteen weg. Maar ademt ge f r voorzichtig boven op dan is de heele stapel opeens weer donkergroen, en slinkt tot op een klein deel van zga om vang; een oogenblik later, als uw adem water van het glaasje verdampt is, wordt het poeder weer lichtgrijs en zwelt op. Dénaaste oorzaak van dit vreemde ver schijnsel geeft u een sterke loep te zien of nog. veel duidelijker een microscoop met zwakke vergrooting. Dit is het geval: rondom elke groene spore liggen vier doorschijnende banden heengeslagen ; zóó, dat ze als met een windsel den bal'omslingeren; droogt desporeumassa op door wind of warmte of zonne schijn, dan springen plotseling, of althans zeer snel, de banden los, en, als vier uitgestrekte armen, spreiden de witte spiralen zich naar vier 'zijden uit. Bg de minste bevochting krommen de slingers zich weer in en sluiten zorgvu dig de spore in hun vier armen. Het ia een verrassend gezicht, het Ig'kt wel of die dingen leven, zoo snel is de beweging. Dit uitspreiden en insluiten heeft tot ge volg, dat bg droog weer de sporen gemak kelijk door den wind gepakt en verre heen gevoerd kunnen worden. Uit zoo'n spore ontwikkelt zich, in het gunstige geval, dat ze tot ontkiëming komt, geen paardestaart, noch iets wat er op lijkt; maar een heel klein groen lapje met nitgerafelden rand en bruine fijne wortels. Op den rand van zoo'n lapje (voorkiem) ontstaan oiganen in den vorm van vaapje», die als de vrouwelijke geslachtsor ganen dieust doen ; onder in ligt een eitje. Op een ander lai>je dicht in de buurt, grofien aan den rand knopjes, waarin zich spermato zoïden ontwikkelen, die zwem uen door het water (én danwdrup kan voldoende zijn) naar de bekertje* en bevrucht en zoo de, eitjes. En dan eerst groeit er uit zoo'n ei-bekenje, archegoninm heet het in de botanie, een nieuwe paardestaart op. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl