Historisch Archief 1877-1940
No. 1668
DEAMSTERDA MM EE WEEKB-LAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
Beo doofteiHoft,
Onder de oude gebruiken, waaraan de
Chineezen, trots allen invloed, die ook op
hen| de nieuwe tjjd uitoefent, onherroepelijk
vastbonden, ia er een, dat wel bijzonder
luguber ie. Een Italiaansche zendeling, die
zpofn ceremonie eens van 't begin tot bet
einde heeft bijgewoond op een dorp aan den
boven-Yangtse, deelt daarvan het een en
andier mee in een te Bome verschijnend blad.
Bg de Chineezen bestaat n.l. de gewoonte
om; hun dooden uit Ue huwelijken. Er zgn
huwelgksmakelaarsters, die zich exptes met
het' in orde maken van zulke bruiloften"
bezig honden. Sterft er in een familie ngv.
een. jonge man, dan laat ze zich dadelijk bjj
sijni ouders aandienen: Uw zoon is dus
werkelijk in de andere wereld overgegaan?"
En, als deze droeve tijding onder snikken
wordt bevestigd, dan komt ze met baar voorst el:
Ik, ken hier in de buurt een goed en mooi
en jbraaf meisje, ongeveer even oud als zjj
was, en dat ook dezer dagen gestorven is.
Nu! wou ik n voorstellen,, deze beide jonge
lieden samen te doen huwen."
Meestal geven de ouders hun toestemming,
en dan gaat de> mikelaarster de familie van
het! meisje voor de zaak winnen. En, als de
wederzijdsche ouders het dan eens zg'n ge
worden, wordt de spookachtige bruiloft
geviejd.
DéItaliaansche zendeling vertelt daarvan
het! volgende: All», familieleden en vrienden
schaarden zich achter de lijkkist van de
jonge bruid, en trokken zoo, op de maat van
de i voor Europeesche ooren bg'na
onverdraaglgke Chineesche muziek, naar het graf
van) den bruidegom. Daar aangekomen, ver
hief zich de muziek tot een oorverdoovend
geraas,-en de plechtigheid ging verder haar
gang, preciee zooals alles vooraf in alle onder
doe en was vastgesteld. Een apart daarvoor
aan gestelde ceremoniemeester zorgde, dat alles
in de puntjes ging. Telkens gaf hy b.v. aan
een_ van de beide families een teeken, dat
't nu haar beurt was, om luid te gaan huilen,
dit was een onderdeel van zg'n taak.
En nu werd de kist van het meisje naast
die van haar echtgenoot" neergezet, en van
IIIIIIIIIMMIIIHItllMIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMilllllllllll
LIBERTY
SPECIALITIES
UNÓBTAINABLE
E L S E W H E R E
LATEST DESIGNS
DRESSÉSLINS
FROM FL. O.5O A METER
GUARANTEED
NON FAD1NG GRAPE
FL. O.8B A METER
PATTERNS ON REQUEST
METZ&COk'
SOLE REPRESENTATIVES IN HOLLAND
LEIDSCHESTRAAT
MSTERDAM
limilllllHllllltlllllllllllllMlltllllMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllHHMII
UIT DB NATUUQ.
CCCXXII. Paardestaarten.
Ik bedoel natuurlijk de planten die zoo
heeten; een opstel over dierlijke paarde
staarten zou me slecht afgaan, ik ken in dit
'genre alleen onnatuurlijke korte en natuur
lijke lange paardestaarten en meen te weten,
dat de lange voor een paard van nut zgn om
de vliegen weg te ranselen
en de korte nergens toe
dienen, niet eens als vol
doende dekking voor ge
voelige deelen. Van plant
aardige paardestaarten weet
ik gelukkig meer. Den naam
vind ik niet bijzonder ge
lukkig ;. ik geloof niet dat
iemand, die ueze planten
alleen bij naan kent, da
delijk wanneer hij er een
vindt, zal zeggen: dat moet
een paardestaart wezen.
En stellig is de naam al
zeer weinig toepasselijk op
de paardestaarten, die in
deze week langs dijken, w
gkanten en op akkers bloeien;
die lijken veel meer op pad
destoelen of tenminste op
woekerplanten. Het zgn
knoppen op steel'j es van
een paar bandbreedten, met
een kleur als het vel van
een verbleekte roodbuid;
er zit iets rozigs
doorschgnends en glanzend s in, dat
inderdaad aan menechenvel
doet denken. U moet vooral
zoo'n dingetje eens afpluk
ken en mee naar huis nemen.
Kies er een waarvan het
ovale knopje op den kop
nog bg'na geheel gaaf is,
zonder veel insnijdingen;
zet ze thuis in een glas met
water of nog beter droog
in een glazen huisje, een
reacreerbnisje of een
mosterdflescbje of zoo, dat met
een kurk goed is afgesloten.
Daarmee kunt eet aardige
dingen zien gebeuren; ook
zonder dat er een micros
coop bg te pas komt, een
flinke loep is er voldoende
voor.
Om nog even op de kleur
terug te komen. Dat er geen
Een Amerikaansche feministische prent. (Puck.)
i
II
Een leider van Boss-politiek, die met geld en sterken drank de kiezers omkoopt, zegt tot de
moederwerkvrouw thuis: Let niet op die beweging voor vrouwenkiesrecht l Jou plaats is thuis tusschen je
kinderen. Help niet mee verwarring brengen in de' bestaande orde van zaken !" (Die bestaande orde van
zaken ziet men rondom afgebeeld.)
niiiiitiimm in iiiiiimiiitmimiiiiiiiiii
iniiiiiimnmiiMnimiiiuiii
dat oogenblik af aan kreeg de feestelijkheid
een ander karakter: nu werd, volgens de
oude overlevering, het echte
doodenfeestmaal" gehouden. De Chineezen gelooven n.l.
dat alle goede menschen hiernamaals, tot
loon voor hun braafheid, permissie krijgen,
om weer naar de aarde terug te kunnen
keeren. De groote liefde en aanhankelijkheid
van hun nagelaten betrekkingen zorgt er
daarom voor, dat deze gasten uit de andere
wereld een schitterend feestmaal bereid
vinden. Op de een of andere vrije plek wordt
een groote tribune van bamboes opgericht,
en daarop de lekkernijen voor de geesten
uitgestald. Er wordt dikwijls op duizenden
onzichtbare geesten gerekend. Elke geest
heeft zgn eigen plaats, die door een roode
kaars wordt aangeduid. Op iedere plaats
staat een kom rijst, een bokaal voor den
rgstwgn, en twee kleine eetstokjes, zooals
de Chineezen zegeebruiken in plaats van
lepels en vorken. Bij den ingang van het
feestterrein wordt een groote papieren figuur
opgesteld een symbool van den Beheei scher
der Geestenwereld, die ook hier waakt over
zgn onderdanen. n, als dit alles geheel in
orde is, dan gaat een priester naar bet kerk
hof, om de geesten plechtig uit te noodigen
tot deelname aan het feestmaal, 't Waf een
eigenaardigschonwspel",zoo vervolgt de zende
ling de nacht brak aan, duizenden kaarsen
flikkerden in de duisternis, en eerst bg de
.morgenschemering eindigde de zonderlinge
ceremonie." ~ Of de geesten hun lekkernijen
ook schijnbaar of in werkelijkheid kwamen
weghalen, ? vertelt hu ons niet en dat is
jammer.
N.
Tuberculoiivrees. Fijf kranige Deensche
vrouwen. Aan»taand tweede nationaal
vredescongrei te Stuttgart.
Het tweede nummer van den vijfden jaar
gang van Tuberculose", orgaan van de
IIIIMIIIIIM1IIIIIIIIMIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIMIIHIIIIIIIIII1IMMIIIIIMIMIM
spoor van groen aan te vinden is, wijst er
voldoende op, dat wij met een plantje of althans
een orgaan te doen hebben, dat niet voor
zgn eigen onderhoud zorgt. Iedereen weet
immers, dat de groene kleur van
plantendeelen te danken is aan kleine korrels in
het binnenste er van, waarin uit lucht en
bodemwater meel wordt gemaakt; ook dat
dit mee!, in suiker veranderd, door het beele
plantenlichaam heen vervoerd kan worden.
Sporeniragende stengel van een paardeataart.
1. De schildjps van de aar worden duidelijk. 2. De
sporenhouders worden zichtbaar. 3. Schildje met 5 sporenh >uders.
4. Idem, omgekeerd; bet steeltje is in 't mid len te zien.
5. Een ontkiemende spore. 6. Vrouwelijke voorkiem. 7. Man
nelijke voorkiem. 8. Spore in vochtten toestand. 9. Dezelfde
bij droge lucht; de vier epriugdraden ontrold.
Nederlandsche Centrale Vereeniging tot Be
strijding van Tuberculose, opent haar
Aprilafleverlng!909 met een waarschuwend woord,
getiteld: Tuberculose-vrees". Mogen vele,
uitzinnig van angst voor besmetting, door
deze verstandelijke, praktische raadgevingen
tot kalmte komen.
Wie toch, zal in onzen gespierden tijd van
wederzijdsch hulpbetoon, dralen met het
offeren van zgn penninkeke om verlichting
te brengen in 't lot der teringlijders,
behoorend tot de kleine lugden"? Al moest men
er een uur langer voor werken, om dat geld
der deernis te verdienen, dan nog, mocht
men niet blijven staan met gesloten hart, en
gesloten beurs, tegenover zooveel ellende; zg,
die 't geld voor 't grijpen hebben, behooren
heel diep in hun goudbeurs te delgen om
volkssanatoria voor Ionglg'der8 te steunen.
Een tiencal geboden Belgische raad
gevingen, vervat op bid. 243 en 244 van het
Tijdschrift Tuberculose" doe ik hier volgen,
omdat zij ieder onzer, tot leering kannen
strekken:
I. Gjj zult leed en kommer schuwen, over
werk en overdaid;
II. Gy zult op den grond niet spuwen,
EO'h ia huis, noch op ds straat;
III. Gij zult geene woon begeeren, die niet
zindly'k is en net; ? -?
IV. Oude boeken, vorïdep, kleeren, die niet
grondig z$n ontsmet; > V,
V. Laat de melk eens duchtig koken; wees
bezorgd voor uw gerief;
VI. Laat het vuur of 't licht niet rooken,
en heb orde en reinheid lief;
VIL Neem het stof met natte doeken van
de meubels en den vloer;
VIII. Laat de zon in al de hoeken stralen
van uw huis en koer;
IX. Dikwerf schep met volle teugen in uw
loEuen vereche lucht;
X. Help door heul;.en troost verheugen
Al, wie ook, diéboest of kucht. .
* *
*
mmiiiiiimiiimimmiiiiiiniMiiiiiiniiiHiMiimiitmiiiimiiimiHiiiiiiii
Zulke niet-groene planten, die dus zelf geen
voedsel uit lucht en water kunnen bereiden,
motten leven of van dooden afval, of zg zui
gen andere lerende planten uit, en Ie ven dus
zelf als parasieten.
Wie nu voor 't eerst een paardestaart als
de hier bedoelde ziet, meent, lettend op het
gebrek aan bladgroen, een afvalplant. of
een woekerplant, eea saprophyt of een
parasiet, voor zich te hebben. Toch is die
conclusie verkeerd; want, wat ge voor de plant
houdt, is er maar een deel, een orgaan »an;
de eigenlyke plant ligt als een gitzwarte
stengel onder den grond; daarin is verleden jaar
voedsel in overvloed opgestapeld, en op dit
reserve voedsel teert onze geel-rood-bruine
paardestaart. .ij
Natnurljjk moet dit reserve-voedsel, deze
winter- of voorjaars-provisie, opgedaan zgn
in groene planiendeelen, en deze komen er
inderdaad aan die verborgen onderaard^che
stengels, de zoogenaamde wortelstokken;
maar nu nog niet, eerst als de teere, niet
groene paardestaarten verdroogd of vergaan
zijn, komen uit di*-nzelfden wortelsiok die
groene rare dirjgen omboog, welke door hun
pluimvormig harig uiterlijk aan de beele plant
den naim van pa rdestaa't hebben bezorgd.
lie kent ze stelliu; bet zijn die slappe of stijve
groene stengels, waaruit van a's and tot
afstand kraneen van dunnere takjes voor
komen, die neerhangen of recht opstaan, al
naar de foor1; de stengels bestaan uit holle
leedjes, die geuiakkelyk uit elkaar getrokken
kunnen worden. Vandaar dat sommige soor
ten van paaidestaart bij het volk ook wel,
naaldekokeis, holpiepen. bolscbacht
enevenals in bet Duitsoh: Scbaehtelhalm
(doosjeshalm) heeten. Anderen noemen
zemetonvert laarnare n iiuan: Heermoes, U rijers, Roobolt
(inigfchieD vi-n ruwhont); of wel met zeer
dnideliJKe bedoeling: Kwalenaard, On-eet en
Koe-gif, daar het vee ze niet-eet, of alleen bij
pebiek aan beter; en er dan ziek van kan
worden.
Van al dat groene goedj-» is nu nog niets
of heel weinig te zien, altbars bg de hier
afgebeelde soort; de vleetchkleurige
voorloipers zijn niet zoo talrijk en in bet oog
vallend, dat ze de aandacht trekken van
nietbotanifeerende menschen; of liet vee er ooit
kennis mee maakt, ^etwyfel ik, daar de koeien
in den r^-gel nog niet buiten grazen, als deze
paardeptaart bloeit.
Dut woi rd bloeien is maar bij wijze van
spreïen gebruikt; een bloem is dat
vreemdkleurige orgaan niet; de paardestaarten be
hnoren niet eens tot de planteneroep die
bloemen en zadt-n voortbrengt. Wel dient
het geel-roae toestel als middel ter
voortimiiMiiMiHiiiiMitiimiiiimiimmiii
Het kleine, kordate Denemarken is 't Land
van Belofte voor feministen. Bg'na nergens
op dit ondermaansche, neemt de vrouw zulk
een maatschappelijk gunstige plaats in, als in
den weinig omvangrijken staat, waar eenmaal
de wieg stond" van koningin Alexandra,
Souvereine van Engeland.
Sedert Aptil van 't vorig jaar, maakt Dene
marken geen verschil voor zgn gemeente
raadsleden, tusschen man en vrouw. De
Deenscbe vrouw mag niet alleen stemmen
voor een gemeenteraadslid, maar zg zelf
wordt voor deze onderscheiding gekozen.
Het aantal stemmen op de vrouwelijke
candidaten uitgebracht, doet niet onder voor
dat op haar mannelijke collega's.
In Denemarken steekt men de emancipatie
der vrouw niet onder stoelen en banken. Zg'
openbaart zich in alle richtingen, ook in de
appreciatie van 't geen een jong meisje en
vrouw wel mogen doen, al geven zij aanstoot
aan hen, die sterven bij traditie en sleur.
Het jonge meisje uit de allerbeste krin
gen, wordt niet meer angstvallig bewaakt
bg iederen stap dien zg doet. Men vertrouwt
dat haar eigen zorgvuldig gekweekte gevoe
lens van betamelijkheid, haar voor struikelen
en vallen zullen behoeden. Aan de steeds
meer opbloeiende Deeneche vrouwenbeweging
gaf een beeldschoon achttienjarig meisje,
reeds in 1849 den stoot, door een uitgave in
boekvorm van een 12tal epistels, die pp
pooten stonden en aan duidelijke expositie
over de rechten der vrouw niet veel te
wenschen over lieten.
MATHILDE FIBIGBK is de naam der schrijf
ster, die nog steeds met dankbaarheid ge
noemd vordt door allen, wier verstani en
inzichten zoover reiken, om te erkennen, dat
de vrouw nog iets anders is dan de
traditioneele huissloof.
De generale staf der Deensche
Vnnwenvereenigingen zetelt in Kopenhagen. Tot de
Deenscbe feministen van wie een
electriseerende kracht uitgaat, behooren de dames:
Emma Gad, Johanna Munter, Ida
FalbeniimiimMiiiiiiiiiiiiHiii
planting; het is een sporendrager; of eigenlijk
alleen dat eivormig koopje er boven op.
Wanneer ge dit, zooals ik zei, thuis voor
u neer zet, kunt ge gemakkelijk een episode
uit de ontwikkeling van een paardestaart
volgen.
Ge ziet al spoedig, dat het gladde nu teer
bruin-rose dopje teekening krggt; er komen
d warslijntjes en kleine kringen op,
dieregelmatig tusschen de ly'nen liggen. De cirkeltjes
komen hoe langer boe verder van elkaar te
staan, het worden hoekige schildjes; in de
tnsschenruimten komt wat wits te voorschijn
en het gele ovale dopje, krijgt den vorm
van een bijenkorf of een pausenkroon; dan
ziet het er ongeveer uit als het tweede
figuurtje. Het is dan donker bruin met veel
licht havanna en wit; hier en daar met iet*
groens er tuaschen. Ook heeft het dopje zich
losgewerkt van den steel; die zit er om
heen als een halskraag; tegelijkertijd zgn
de bladeren, of tenminste hun toppen
heel donker bruin, bg'na zwart geworden,
de leden er tusschen echter zgn zoo mogelijk
nog fijner van tint; zoodat het geheel bij
zonder mooi is en tot aqnarelleeren uitlokt;
\\at niet mee valt, daar de kleur lastig te
treffen is en heel moeilijk glanzend en door
schijnend is te houden.
Vooral de zwarte toppen van de bla
deren geven aan het plan'je een ongewoon
en verrassend aandien. Misschien vindt ge
den naam bladeren ongepast voor die rose
kokers met zwarte franje, die als man
chetten den stengel omsluiten. Dat is ook
zoo; toch zgn het, botanisch gesproken, wel
degelijk de bladeren van de plant. Ze st^ran
in kransen op de knoopen, maar zijn
saamgegroeid en kleurloos (niet groen); dat ifhet
vreemde van het geval. Ook de groene
voedeelmakende stengels hebben zulke bladen. In
den oksel van deie vreende bladeren «taan
knoppen, die takken uitzenden, welke door
den voet van de manchet heen breken en
dan die lange dunne groene paardestaarten
vormen, die 's zomers heele weilanden be
derven kunnen.
Maar de hier geteekende sporenvormende
stengels krijgen in den regel geen zijtakken; als
de top volwassen is,valt er onder uit desporen
doopjes, dit is bet witte gedeelte »an de bruine
schildjes, een fijn donkergroen poeder, de
sporen van de paardestaart. Het blijft, liggen
op de randen van de knopjes, die er vlak
ouder staan als op een balkon. En nu gebeurt
iets bij'.ouders.
Is het mooi droog zonnig weer, met een
zacht koeltje, dan verandert dat groen in
wa*ig wit en het poeder schijnt op te
zwellen; treft nu een tochtje de plant, dan is het
Hansen, Sophie Alberti, dr. E)na Munch(de
jongste van 't verdienstelijk vijftal).
Mevrouw Emma Gad, echtgenoote van
admiraal Gad, is een wondere mengeling
van mannelijke zelfbewustheid en vrou
welijke beminnelijkheid.
Waar hulp moet verleend worden, staat
mevrouw Gad aan de spits. Onvermoeid is
zij er op uit, gaven en talenten van vrou
wen te ontwikkelen; zg' onderwijst haar
medezneteren door haar bezielend woord, door
haar eigen, werkzaam leven. Zij heeft voor
alles tijd, omdat ieder uur van haar dag
bezet is. Mannen en vrouwen die niet» om
handen hebben, jammeren het hardst over
gemis aan tijd I
Mevrouw Gad ontvangt geleerden, artisten,
industrieelen, militairen, allerlei menschen,
vogels van diverse pluimage, in haar salons.
Zg schrijft fijne, geestige blyspelletjes, die
met succes worden opgevoerd in 't Koninklijk
Theater te Kopenhagen.
Op politiek terrein, is de gevatte,
zaakknndige mevrouw Johanna Munter, de
algemèene vraagbaak. Haar scherpzinnige ad
viezen, haar tact en beleid, worden zoowel
door mannen als vrouwen erkend.
Mejuffrouw Ida Falben Kaneen is leerares
ia de Deensche taal- en letterkunde te Kopen
hagen. Uiterlijk en innerlijk herinnert zij een
beetje aan den stillen, soberen, Duitschen
geleerde van 't oude slag. Haar bibliotheek
is haar grootste schat. Sierlijke meubels, ele
gante kleeding ontgaan aan Ida's peinzend
oog. Het kost haar altijd strijd, zich uit de
eenzaamheid en het bijzijn van'haar stille
boeken te begeven in de rumoerigheid van
débatteerende menschen. Tóch doet zy dit
herhaaldelijk, wanneer de belangen der
vrouwen dit vorderen. Wanneer in een
politieke vergadering, of in een feministi
sche club, het woord gevraagd wordt
door de eenvoudige Ida Falben-Hansen
met haar forgche, mannelijke gelaatstrekken,
strak en gladgestreken haar, dan luisteren
al de aanwezigen met gespannen aandacht
naar de vernuftige argumenten der bescheiden
Deensche Leerares.
Mejuffrouw Sophie Alberti, is de zuster
van den eenmaal gevierden, thans bernchten
minister van justitie, wiens bedriegergen en
geknoei, gelukkig geen smet wierpen op zgn
gerespecteerde, en respectabele familieleden.
Sophie Alberti is een sierlijke en slag
vaardige woordvoerster. De leiding van de
leesinrichting voor vrouwen, een model
inrichting in Denemarken's hoofdstad, een
vereeniging die over de 35000 leden telt, is
de lievelingstaak van Sophie Alberti, de
keurig gekleede, onberispelijk gekapte femi
niste met haar fijn, zacht innemend gelaat.
Dr. Elna Mnnch, is door haar jeugd en tem
perament, de meest strijdlustige van het vijftal.
Zg spreekt vlot, met mathematische juist
heid, zg promoveerde in mathesis maar
vlijmend scherp, niets en niemand ontziend
zijn dikwijls haar heftige uitvallen en haar
oproerig verzet.
Zestig jaar is 't geleden, dat de van ijver
blakende Mathilde Fibiger haar twaalftal
brieven _in 't licht gaf,-zij was later de eerste,
vrouwelijke postbeambte in Denemarken.
Sedert .dien, heeft het feminisme reusachtige
vorderingen gemaakt; in Mathilde Fibiger's
geboorteland is de energieke kundige vrouw
zóó gewaardeerd, dat men in gemoede kan
vragen, doelend op deze yüf, kranige Deensche
vrouwen: In wier handen zal nog eens de
minister-portefeuille worden gelegd?
Barones Bertha van Siittner, de bekende,
vrouwelijke vredes apostel, schrijfster van die
Waffen niedei", is ingeschreven om een
spreekbeurt te vervullen, op het tweede,
nationale Vredescongres, dat van 10?16 Mei
te Stuotgait zal plaats hebben.
CAPRICE.
lllllllllllllllllllllllflIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIHMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIiiiMiiH
opeens weggeblazen, de lucht in. Wat dit
beteekent en hoe dit in zgn werk gaat, fs in
de natuur, waar je op je knieën er bg moet
gaan liggen, lang niet zoo goed na te gaan als
thuis. Daar klopt ge even met zoo'n
sporenhouder op een dun glaasje en dadelijk ligt
er een stapeltje groen sporenstof op het glas.
Terwijl ge er naar kijkt, begint de verkleu
ring; bet is of de massa kookt en opzwelt,
pas nu op, dat ge er niet zijdelings tegen
blaast of praat; dan is het meteen weg.
Maar ademt ge f r voorzichtig boven op dan
is de heele stapel opeens weer donkergroen,
en slinkt tot op een klein deel van zga om
vang; een oogenblik later, als uw adem water
van het glaasje verdampt is, wordt het poeder
weer lichtgrijs en zwelt op.
Dénaaste oorzaak van dit vreemde ver
schijnsel geeft u een sterke loep te zien of
nog. veel duidelijker een microscoop met
zwakke vergrooting. Dit is het geval: rondom
elke groene spore liggen vier doorschijnende
banden heengeslagen ; zóó, dat ze als met een
windsel den bal'omslingeren; droogt
desporeumassa op door wind of warmte of zonne
schijn, dan springen plotseling, of althans zeer
snel, de banden los, en, als vier uitgestrekte
armen, spreiden de witte spiralen zich naar
vier 'zijden uit. Bg de minste bevochting
krommen de slingers zich weer in en sluiten
zorgvu dig de spore in hun vier armen. Het
ia een verrassend gezicht, het Ig'kt wel of
die dingen leven, zoo snel is de beweging.
Dit uitspreiden en insluiten heeft tot ge
volg, dat bg droog weer de sporen gemak
kelijk door den wind gepakt en verre heen
gevoerd kunnen worden. Uit zoo'n spore
ontwikkelt zich, in het gunstige geval, dat
ze tot ontkiëming komt, geen paardestaart,
noch iets wat er op lijkt; maar een heel
klein groen lapje met nitgerafelden rand en
bruine fijne wortels. Op den rand van zoo'n
lapje (voorkiem) ontstaan oiganen in den vorm
van vaapje», die als de vrouwelijke geslachtsor
ganen dieust doen ; onder in ligt een eitje.
Op een ander lai>je dicht in de buurt, grofien
aan den rand knopjes, waarin zich spermato
zoïden ontwikkelen, die zwem uen door het
water (én danwdrup kan voldoende zijn) naar
de bekertje* en bevrucht en zoo de, eitjes. En dan
eerst groeit er uit zoo'n ei-bekenje,
archegoninm heet het in de botanie, een nieuwe
paardestaart op.
E. HEIMANS.