Historisch Archief 1877-1940
DE A M 8. T EIS D A BI M E II W R BE K IS L A VOOR N E D H. R I. A N D.
Nxx.
?*
de honderd vruchteloos zwoegen o m-door
eigen vlijt den prijs der
stemgerechtigdheid'goed te maken, is er strijd tussehen
stoffelijke huishouding en staat-(begin
sel". 1) Dien strijd gevoelde De Koo
diep en het lag in zijn aard dien te
toeren met al den feilen hartstocht,
waarover zijn onstuimig temperament
en al de, slagvaardigheid, waarover zijn
hoog intellect hem débeschikking
verRen dte.
Om stelsels, in den zin van afeerontte
theorieën, bekreunde hij zich. weinig.
Naai: geloofsbelijdenis gevraagd,, zou, hij
echter,, zonder aarzeling, een democraat
zich gemoemd' hebben. Zeker i», dat hij
nooit; eene gelegenheid liet voorbij gaan,
om op handhaving van, hetgeen hem
voorkwam, volksrachten te zijn, aan te
Dringen. Ia dia gevallen, kende noch
«Baarde hij hoog of laag, vriend of vijandi,
'^stalde macht of ambtsdrager. Eens In
.?jraaeniusti'ng, toog, hij, ten strijde, kon
et?veBzeldr moest Het,, alleen» Niet om
.de zege,, maar om de vflBmaning was.het
.Kern te doen.. En deze klonk lüidigenoeg,
'orarluid" soms, gelijk bazuineefiohal. Nooit
.echter viel, daarin, des.schrjj.vera eerlijke
Ijadóelins te miskennen.
. Déze is, ten, sl'atte, bealiaaarid, wanaeer
de rekening, van een nienschenleven wordt
,ftp gemaakt. De KÜQ had speelsch vernuft,
jae ironie, guitige opmerkingsgave,
.gablijkt uit da werken, waarmede bij.:
or. jura" zich dbopend, onza
toaneeilratuur verrijkte. Da begaafdheid, van
den jpurnali'at, die het midden houdt
,tiMSchen. des yorscnera grondigheid en
."de" oppervlakkigheid-' der tafelgesprekken,
was in hooge mate hem. eigen. De kunst
am in keur en kleur van taal te kleedan
.Het denkbeeld,, dat langzaam ontstond of
(Kuisend opwelde beoefende hij mat
.meesterschap. Dit alles echter is sieraad.
_Bèwaarde van den. man wordt bepaald,
door karakter, en dit was vlekkeloos bij
De Koo. M)cE. ge-vafnsdheid. noch dee
moed kende hij. Stoar en. strak waazijn
woord,, dat. vloog als. een, scherp gepunte
pjjï, recht op. het doel aan, en vaak
zitten bleef. Van zijn eerste ambt kan
hij 't onthouden, hebben: exit seminator
ad seminandum daac giag eens een
zaaier uit om te. zaaien. Gevolgd heeft
Bij hei zeker.
Amat.,. 12 Mei. '09. J., A. LEVT.
1) ,T'. R, Thurbeeke, over het
hedeudaag.gche Staa&ibnrgsrschap (1884) in H is:.
Schet?en) Don Haag 1860) blz: 95.
Braakensiefc over de Koo.
Op den Overtoom slaan een drietal
klein formaat keele-tittizen, men zou
zeegen Holland in octavo en bruin
gein e»a. vaa w*Lke de? familie
woont..
niniiiniiiimMiinjniiiMimiiininiHiiiimiMfHuiUHwiiiMimiiiin
HET ERKIEZINGSBILJET,
Ui* de 2J8 i-ote-van Poeren- JUK»' (J'. DB Ebo.)
TJfr Gdndtdatour vati Bommel}
blijspel in J badrjfron;
P p i t- r. Dag Mijnheer, pap» heeft mij ge*
sondea om u uit zijn nraun te' vragen, of het
?iet beter was; dat ik vtterait excerpt vaam w
rttdecaeriag maakte en wat a (hij teiht
«n. papier oitr), van deze toevoeging; dacht.
Johan Braakenaiek heeft meer dan
twintig jarea met De KOQ samengewerkt.
Ik ben Braakensiek gaan vragen om
herinneringen aan zijn gestorven redac
teur en- vriend, en op de gulle manier,
die hem eigen is, heeft hij in volle open
hartigheid- met me; zitten praten- en
babbelen.
Menheer De Koo heb ik, zei hij, het
eerst gezien in '77. Ik illustreerde toen
al vo >r Van M'aurik de schetsjes, die
bezig waren, opgang te makeru fiefc was
op 't, Damrak, tusschen de Bisschop en
de Beurs, in de sigarenfdJbriak van den
ouden Van Maurik, dat ik mijnheer De
Koo ontmoette. Nou, daar heb-ik eigenlijk
niet veel herinnering; van-, Maar in '85
toen is het zoetjesaan nog altijd
begonnen. Toen kwamen Van Maurik
en mjjph«er De Koo bij; mij o£ ik een
plaat voor 't Weekblad' wou teekenen,
dat moeat een aoort attractie aanbrengen,
weet u, en of ik niet iedere week eens
aan de: redactie wou komen hoocen of
eu bijgeval oak iet» te- teekenen, viel.
Dat heb ik gedaan. De eene week WAS
er eens wat, de aadere niet* Zoe is- de
relatie begonnen. Wat znl ik u vertellen,
mijn- beste mijn-heer, v<aa die eerateitijdett.
Ik was-, in. mijn opkomst, ik kwam, nog
weL eens;,, omdat ik mezelf op prijs"
stelde de oogea van Braakenaiek keken
mij eens1 fijn, aan met da toenmalige
eigenaars van de krant ia conflict, en,
weet u, da* is zoo- mijn eerste goede
herinnering van mijnheer De Koa, dat
die me dan stieuada. Hij; luisterde strak
naar wat, je zeis, hii dacht e.vea na, en
dan was 't-: Braak, je hebt gelijk.
Ik heb« zoolang, ik mijnheer Ds Koo
heb' bijgewoond, dien- indruk behouden
vau zijn aangeboren rechtvaardigheidszin.
Mij: koa de- mensa hen. wantrouwen,, nou!
Hij koa- zet veuwlgen, daar hoef j.e het
Weekblad maar war op, te slaan ! Maar
van nature en oorspronkelijk had. hij
geen andere. bedoeling dan recht te-. doen.
Dat weet ik zaker. O, mijnheer, als hij
vaa je hield,, dan> kon hij zoo zacht, zijn !
zoo hartelijk.! In, '90 of '91, toen bij mijn
esrste influenza-periode, heb. ik het al
zoo aardig onderbonden. Mijnheer De
Koo kwam toen naar mij; kijken.. Jonge,
Braak, zei hij, kun je nog ieta doen ?
Ja,, zeg ik, oen, teekenen kan ik altijd!
Nou, t eek e a jezelf dan uit, zooala je.-daar
zit, dat i» dan ons excuus, dat we zooder
plaat komen. Ea is heb het gedaan, ook!
Later, toen ik met mijn gebroken beea
lag» was niets, hem te veel. Aan belang
stelling van heoi; geen gebrek. Op een
goeie morgen krijg, ik een kanteloep
thuis, een reuzon-kanteloep,, zeo! Ea
dao, die reizen, naar Hilversum! Ik, met
mijn vrouw en mij a dochters, allemaal
te zamea trokken we naar hem toe.
Dat zal nou niet meer wezen. Daumoaat
het bestuur d«r ArbeiierakiiesvereeD-.
OM BtlrnigF.
Namens het beitvmr der fcie&roiteenzging
.Vroom fit Altaar".
M e- v r. (tol Luoleen Frits-). Ztezoo kinderen,
learen jullie dat nu maar van buUen<!
Brits, je bljjft koffiedrinken, hè?
E rits. Graag Mevrouw (k
jktopzijn.horlöye). Over een uurtje?
v. B. (op een afiiand, naar het biljet kijJcend,
dat Kalf' opdien g rond 1H</»)- Pracht ia'inderdaad1.
Niet» t» veel göeeül (M Lns.it). Waar ia Lis»?
Lu.fr i, e. Ia den tuin, denk it, ik zal
haar roepen l
v. B, (>.ot.Frit>). 07«r die toevoeging spreek
v. Bommel. Aanstonds jongen, laten.
vU eerst het aanplakbiljet eens zien.
(Kèvrouw grijpt de rol<en ontrolt die lantaarn
óttr den rwg ran een ttöel),
BFevr. Gftel' papieren; wat eenioeien van
tteïBj 't lijkt wel' of'jè:
geveild'mcmfcwor«l(8iu.?KJ:a8feM'r; Hienma<n vaiuB^o m mei...
tttnaami ijvtrigt.terlijli, onafhankelijk^ «oornttr
ttftotnd demofraati"
'. Dau komt na geen.- jokkentje in; voor l
'
_
uüoftdèztn waardigenmede&urger,. inziens
dtn uwe. belangen veilig zijn.
Bidlnüt' Net, we tttm fanr beiliuend: wezen.
! . . . Hét, bestuur- der kÜBSvereenigihg
Voorwaarts".
iki met ja pajm wel eens.
Frits. Maar u vindt het zeker goed, dat ik
hier vaet een verslag van uw redevoering
maak?
v. Bi. (<fe redevoering- in de hand). Ale je
mijn handschrift kunt lézen....
F rit» (in 't. stuk- ziondt). Dat ig'niet
gemakteeHjk.! zalk<a-groot«deHkbeeldettia:zulke
kJeina lettertjes^ '
L.u.ai.e (ivmggeicomen). Ik ie. Lise- niet.
. v.. B.. Ja, je- dient daar hatp bij te hebben....
VTachl;,. misschien kan. Luoie je asmsteeren.
(te« iacte); ZeE zou je Fj-its niet kannen
helden- imjp lezing- te ontcijferen f
F rd t B; Je'kent? j e papa-'a hand bet er dan ik...
Lucle. Als ik u een dienst kan bewijzen,
u hem gezien hebben, hoe hij on* be
dierf, dj*n was de grond te koud, waarop
we liepen. Hij bestelde twee rijtuigen
en daar zaten we met z'n allen in.
Want al's- je- met mij iheer De Koo was
dan zat je of dan reed je. Van loopen
moeat hij niet* hebbea. H-ij had geweldig
't land' aan- beweging.
Die vacantics van hen! Dan was hij
bijv. aan den Rijn. Maar dan most u
niet denken, dat hij uit zijn veranda
kwam! De hesle vacantie door zat hij
van daaruit te koekeloeren naar de m joie
perspectieven, van uit zijn leunstoel
geen pas zette hij teveel! Ea dan kreeg
je het baricht: Jonge, jonge, wat oen
mooie natuur, wat een heerlijke,
genotvolle vacantie ... Hij was wat blij, dat
f een mensch hem ginds om zijn ooren
on zaniken!
Wat! zit u daar met ean dooie sigaar,
mij.nheer! Braakensiek ia ineens in
de weer. Met niet te miskennen zwier,
aanganaam altyd, toont hij zich hulp
vaardig.. Dadelijk moet je weer worden
voorzien'1. Deze kunstenaar kan er za»
jong uitzien ata hij, wil, es naar zijn
dochters, te rekenen op even in. de,veertig
worden» geschat,, de goeda hoofschheid
vaa de dagen,, toen. Albe-rdingk Thijm
ter redaotiekamar binnensehireed^zijp hem
eij^en. "Hij mist onze nonchalance die
niet noodzakelijk een deugd is!
Wacht er«a, zegt hij, u sprak daar
vaa de platen van 't Weekblad, en. van
't ontstaan er van. Jonge, en hij
krabde zich achter de oorea, zoo'n
plaat geeft wel? eens zwarigheid! Niet
altijd, 't Kan wezen, dat je. op de ver
gadering, konat, en dat er ean 'n idee"
heeft, gereed en wel. Nuk zoo gebeurde
't natuurlijk mijnheer De Koo nog al
eens. een keer. Daa was het: mi de
schets". Ik moest een: saortement schetsje
ranken, en mijnheer DJ Koo, die uit
n. oog keek, aóó door zijn, brilleglas,
beloertó- 't even:. Dam was 't dit, of dat,
dat hij anders wou, of hij zei: zoo; ie
't,, ga j.ij je gang- maar!" Dan kwam
ik zelf ook erea met 'n gedachte.
Mija^heer Da Koo ging te paa-d zitten op
een stoel en zei hartelijk: Zag j.ij 'tes^
Br tak!'1 Ik gaf dan mijn idee. Nou,
soms gaf ik hem zelfs katoe-n. Dat
was eens aardig 't geval in de dageBi,
dat Vikfcie (aldus betitelt, gemeenzaam,
de heer Braakensiek wij-len Victoria^
Koningin van Engeland en Keizerin van
Indië) dat Vikkie 'r zestigjarig j 'ibilee
vierde. Mijnheer De- Koo kon fel weaen^,
maar ja zoudt het niet zeggen,, ik kou
bijgeval hem dosn schrikken vao mijn
voorsfeellen! Het was dan ook, mijn lieve
mijnheer, niet gering! Ik zei: mijnheer
De Koo, laat ons de gruwelen, die in
Indiëgebeuren voorstellen op een krasse
manier en onze j ubileerenda Vikkie
daariiiriiiiiiinitin mniiiiiiiiraitiimiiHiiiiiiiiiMHHitmiimiijiiiiiimimiii
heel Kraag.
v. B. Dan doe jtj oofe iets voor de
verkie^ing
('). Aalst on- Lise komtn binnen).,
v1. Aalst, 't. Is in orde oom..
v B. Zoo, dank ja w«l.
Lise (tot, Lucir). Och zal jij, Frits lezen
leereu, dat ia wel aardig. Ik dacht niet, dat
j e zoo dom was, Frits!
v. B: (tot List). Zich dom te weten, is som
tijds-de noogste wgsheid, kindje; Iaat jij Frits
maar begaan; ik ben er zeker van, dat hij
met Lucie het er veel beter afbrengt dan
een. reporter van professie.
( Lucie en F'-il» af).
v. B. (lot L>se). Maar om te beginnen be
wijs jij me met Ferdinand nog een anderen
dienst....
Lise. Wat wou u?
v, B. Gaat met ja beiden eens ergens
opstaan, en houdt dat aanplakbiljet zóó hoog,
dat ik het goed zien kan ia zijn g alles], zoo
(hij wijtl).
Lite. en Ferdinand schuiven twe» stoelen. naaM
elkaar, gaan daarop slaan en haudeu het bilje.t
uitgerold voor snch,,zóó dat zij zelf voor v. B.
onzichtbaar zijn en alleen Ftrdmand's rechter
hand en Lise's linkerhand boven uitkomen.
Lise. Kan n 't zao zien, papa?
v. A. Een kolossaal biljet, oom!
v. B, Buitengewoon. Ze hebben et eer
van! I1t had het zoo niet gedacht!
v. A. (Slaat zijn ai m om Lisfi. 'tig het
mooiste biljet, dat ik in mijn leven nog, ge
zien heb,
Liae. En zoo breed, papa!
v. B. 't Is haast een'kerkgordijn!
v. A. 'c Lijkt wel een theateracherm.
v. B. Ja, jullie zouden er comedieachter
kunnen spelen.
v. A. En wat stevig papier, U kan er
ons aeker niet door heen zien.
v. B. Als een plank! het bestaat uit twee
stukken aan elkaar ge...(/tij gaat kijken).
v. A. Gesmeed als twee zielen, gloeiend
aaneengesmeed....
v. B. Neen geplakt... of gelij md .., geplakt,
geloof ik.
v. A. (tij kussen elkaar). Ja oom, geplakt,
dat is het!
v. B. (leest) Kiest!"
Lise, Ik heb al gekozen, papa l
v. B, Goed, kind; in je hart, ja; jij zou
m» wel kiezen; als j» mo'oht. (Hij, leest
verder: b?kwaam" enz.) Die drie besturen er
onder, dat is ook niet min....
Lise. Maar die drie zijn toch niet zooveel
waard, als de kiesvereenigingy die er achter
rtaat...
v. B. Wat bedoel je, meid ?
Lise. Ik denk aan de genegenheid, die U
niet ziet.
v. B. Daar heb je gelijk io. Aardig gazegd
hoor I Drommels aardig l Komt erf nu. maar
weer af I
Lise. Als U nog een poosje zien wil,
mij verveelt het niet.
v. A Wüzyn nog niet moö.
v. B. Neen; meer mag ik niet van jelui
vergen.
(Ji'.iden springen van den stoel).
Lise (tot van Aaltt). Houd jij eens even
vast, zoo (zij legt zijn hand op de plaats,
waar de hare het papier heeft gehouden) wacht
een moment (zij gaat haastig heen). (»-?).
v. B. (tol v. A). Zeg, hoe ben je bij
Duitusschon, zich de- handen in onschuld
wasscheni Jonge, Braak, dat is wat
erg, zei hij! Maar mij liet die plaat gean
rust. De boerenoorlog begon te spannen
en mjjnheer De-Koo werd vuur en- vla-m.
Dat is een tijd voor hem geweest! Ik
geloof, dat Mafeking had plaat» gehad
wat voor sla?, daar mag* ik anders af
zijn en toen kwa-n ik met mijn plaat
nog eens bij de patroon. Toen was ie
goed! Gra nou je gang, hoor!" En ik
toekende de lieve Vik, d'r handjes
wasschend, terwijl Chamb^rlain haar een lijst
dooden en gewonden toonde.
Ea we waren beiden tevreden.
Mijnheer de Koo heeft het met veel
menschen aan den stok gehad. Dat zal
waar wezen! Maar ik moet zeggen, ik
heb het met hem altijd kunnen vinden.
Ik behoud een heel mooie en dankbare
herinnering aan hem.
Terwijl wij het aardige witte trapje
afgingen, waarlangs d'e heer Braakensiek
mij naar de buitendeur leidde, verklapte
hij mij nog iets: Ik zal straks beginnen
aan een teekening, waarop mijnheer
DB Koo moet komen, voor zijn bureau
zittend*. We hebben eindelijk, na de
grootste moeite, een portret van hem
bemachtigd. Me dunkt het publiek zal
verlangend zijd eens te weten, hoe die
mijnheer Da Koo, die het zooveel heeft
gelezen maar nooit of nimmer heeft ge
zien, er toch eigenlijk uitzag!' Maar,
nietwaar, mijnheer de journalist, wat ik
u zoo op de trap vertel, is niet voor de
krant?
V. D. E.
J. DE EOO. f
Als ik me gedrongen voel te dezer zoo
rechte plaats mijn geiraarw-ording te uiten
op het vernemen vaa de Koo's onverwachte
verscheiden,, als-, eamlaatste eerbiedige groet
aan het gereede graf, kan ik hem 'niet
herdenken, ia het sa wicht van zijn openbare
persoonlijkheid. Da beteekenis der
hoofdverrichting in dit memschenleven tegenover
de maatschappelijke wereld, gaat mijn in
zicht'voorbij; toch, waar men den rechten
inhpu t niet vermag te zien; is het soms mo
gelijk door den uitingsvorm heao, al; of niet,
een; redelijken ea deugdelijkan ziu toraden.
Bij tijd; en; wijlenislechts, ils ik de Groene!'
naden besüuffialda- aan. den afwisselenden
Inhoud van hare vele kolommen, nam ik
kennis vau de Koo's vertoogenen polemiek
aangaande eenige politieke ot' sociale aan
gelegenheid. Al was dan zelfs het onder
werp me vrijwel onverschillig, toch las ik
het artikel meestal uit, verlokt door d«
klare zegswijze, dan spüsan zinsbouw, de
fluksehe en ongediwoagen wendingen van
den stijl. Ea dan herinnerde ik me wel,
hoe ik eens bij de afwijzing vau een bij
drage tegenwoordig was en hem hoorde
zeggen: die man kan niet schrijven'. Die
hautaine geringschatting van een artikel,
raeb kennelijketongeneigdaeid'tot(ïoorpeilen
iiMiiiiiiiiMiMiiiniiiiiiiiiuiiiiiMiiiiiiiiMiiiiiiiiimiiirMiiiimuMmuiMiii
melaar geslaagd? Wou. hy 't geld hebben.?
v. A. 't. Viel hem mee Op de. volJe houder J
Bad' hij niet gerekend. Neen^, zei ik, dat wil
ik gelooven, maar, als je op een goeden- voet
met mijn oom staat, is hij. altijd royaal.
v. B. Daaraan heb je niet te veel gezegd;;
maar kunnen wij hem Twrtrouwea'.'
v. A Hjj rekende op minstens ?yf(ig
stemmen-, die anders verloren zouden, zija
gegaan.... en 't was noodig, want de werklui
waren erg ver Jeeld en begonnen van de
kieavereeniging afvallig te worden....
(Hendrik verschijnt met détrap; Lise).
v. B. Waarachtig ! Je kunt dan ook nergens
staat op maken!
v. A. (tot LifSt). Ah! nu begry'p ik het!
Uitstekend! Ja Hendrik, hang j.ij dat papier
daar; eens tegen het behang. (Hendrikplaat»t
de trap en> neemt het boveneind vanhet aanplak
biljet).
v. B. Maar zou dit niat te gek staan ?
Li.se. Neen papa, U behoeft U daarover
niet te schamen het is niet e«ngetuigschrift,
maar een bewijs vaa goed: g«drag-.
v. A. U kan. 't i min w s dadelijk weer laten
wegnemen, aJa 't u niet bevalt.....
Lise (tot Hendrik op de trap), hier, heb j.e
de punaises, (tot v. B.) 't is maar voor een
oogeablikja....
v. B. Dat is zoo ...
(Lise en v. Aalst spelden het beneden vast).
v. B. Zoo iets is hier in Veenenburg nog
nooit vertoond!... Het is lacger dan 2
meter, zou ik haast zoggen ....
(Hendrik neemt de trap weg, v. Aaltt en Lise
treden- iet f achteruit),
Lise. Nu, papa, voldoet het zoo niet nog
veel betert
v. B. Ja. kind, uitmuntend Wat komt
zoo'n ding in een kamer goed uit!
Lise. Wat zeg jy, Hendrik? (Hendrik
antwoordt n<et).
Scheelt j» iets? Wat zie je er raar uit
vandaag, je lij kit wel in de rou v?
Hendrik. Och j uffrou w, wat zal ik zeggen!
Mij hebben ze uit- en Mijnheer hebben ze
aangekleed; Mijnheer staat in livrei en
ik in. een zwarten jas.... (hij veegt met zijn
mouw zijn oogen uit en gaat met de trap weg).
Lise. Maar Hendrik, is 't je in je brein
gaslagen ?
Hendrik, (even zwijgend) Mij niet juffrouw,
mij niet....
(Lise- gaat hem, achterna). (buiden af).
v. A, (tot v. B.). Ik heb nog wat gehoerd
by Duimelaar. In den Oosthoek zal u veel
stemmen krijgen, maar te Watergouw geen
enkele; zoo had hem iemand van daar ver
teld, omdat U twee ? Watergouwers, die de
pacht niet konden opbrengen, van hun plaats
had gezet en door lui \«an hier vervangen.
Ze moeten erg boos op U zijn.
v. B. Welzeker, die boeren denken dat
je je pachters- Voor je plezier houdt. Dat
vee, je moest ze met den stok naar den
stembus ranselen !
v. A. Nu ziet U" eeng hoe dom zulke lui
zijn in de- politiek.
v. B. Natuurlijk, een boer en bet achter
eind van een koe. En hoeveel hiezera zijn
er te Wateegouw ?
v-. A. Zaowat 230, Oom l
v. B» Ei, zooveel nog. l'
v. A. Er moesten maar wat van dis bil
jetten worden aangeplakt.
v. B. Daar zeg je zoo iets!
van den inhoud, waar de vor.m aoozaer mis
haagde, verwekte* in me een hèi mei ij k en
wrevel. Doek' ik merkte op, dat iemand
met zoo'n ongemeen journalistiek schrijf
talent, allereerst an bovenal lat oji de lees
baarheid en achteraf ging ik bedenken, dat
hij ook wel in den grond de kwestie goed
berechtigd had immers: vorm en inhoud
zijn toch niet afzonderlijk te beoordeelen,
ze zijn onscheidbaar. Maar buiten het wijze
inzicht, was die houding tovens een
rationeele. De hoofdredacteur van een uitge
breid weekblad, is als een bouwheer bij
iedere editie; hij h-eft te schikken, te
keuren te bestieren, dat het geheel tot
een samenstel zich vo«ne zonder storende
deelen. Bij de keuring der bijdragen kan
(ie meest veelzijdige geest niet tot het
wezen van iedere behandelde stof in al zijn
fijne vertakkingen doordringen, moet er toe
geraken de deugdelijkheid van den inhoud
naar het gehalte van den vorm te
bsvroeden In die verfaoudïirg ook sta ik tegen
over het werk \nan de, Koo,. de boeikracht
vaa zijn schrijfwijse was ma het stellig
getuigenis van dévolheid der uitgesproken
meening, van de grondigheid eener over
tuiging.
Ba het gesehuwea woord is tooh ook
als een fontein: uit hoe dieper grond
van mensehelijka aeceatifl gewald, hoe rech
ter en klaarder hat tot ben getuigende
vorm rijst.
Mijn persoonlijke herinneringen aan De
Koo; aan den rnaatschappelrjken mijnheer De
Koo, houden hoofiizakelijk verband met de
talrijke mag ik zeggen collegiale ont
moetingen op het .redactiebureau, als ik
soms nog even revisie kwam nazien. Het
zijn dan altiji beBlommerende uren voor
den hoofdredacteur tegen het verschijnen
van hak blad en buiten het half hwuscbe
half amicale begroeten, kwam het maar
zeldfitt tot een praatja". Slechts eenmaal
bezocht ik hem in zijn huiskamer in ge
zelschap zijnar vrouw, maar toch hoe verras
send me daar zijn gedaante ver wisseling nu
w-as in den vreedzaam keu reienden gastheer,
raaktan we niet op een terrein-van discoure
waarbij ik zijn innerlijke persoonlijkheid
meer benadenen mocht. Maar hij. pcaatte
onderhoudend en. n verhaal vooral bleef
ma bij vau een vermakelijke mystificati»,
toen eens bij het verblijf in een
buitenlandsch hotel, de gasten hem voor een
gepensionneerd militair van hoogen rang
aanzagen, Zijn optreden en verschijning
verklaarden zeker dien indruk. Van den ge
wezen dominee geen spoor bij hem, tenzy
men de plechtstatigheid van don zielezorger
zou willen terugvinden in een zekere waar>
digheid bij zijn houding en manieren, dia
dan toch eerder fransch dan hollandsc
was, een verschijning van eigenaardig»
distinctie in correcte zwart-lakensch»
kleeding, met een- zorgzaam getailleerde»
witten baard zoo helder tegen zijn
kleusTig en regeknatig, galand gelaat onder een
glanzenden schedel. Maar die
waardig;heil was mear het kenmerk vau het koene
zelfbewustzijn-, darii men sterk achter deze
natuur voelde,, een rustige beslistheid op
bijna schalksch-lieBBScheiide toonzich uitend,
(maar steeds gereed tot den spot) als h.yj
met langzame gebaren maar bewegelijken
oogenschijn, zijn meening uitte, zyn oordeel
llimiltllllllllUltMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIUIHtllllllllHltllirilHIHIIIIIIIIUIIinill
r. A. Og. v. Druten, de scriba van Troon
en Altaar, heeft er gestaan.
v. B. (zenuwachtig). Goed, spreek er Meeu wis
sen orer, maar dan dadely'ki Toe haast
je wat! Maak dato j» ar b.;j. bent, vóór ze
zyn verplakt I... (.,. Aalst af).
(a. B. alteen^.
Je wordt heb toch met,, aoi Judia... zjj kon
wal geüjfe habbeni Wan wieni ben ja Beker?
Wat ean tobbery ! Wat een tobberij!!
Ik, dia oo rustig leefde,, is het niet of ze
een zwerm nikkers op me losgelaten hebban,
om me te porren, te prikken, te priemen!
(ffij kijk', m den spiegel). Ik geloof, dat ik
er al niflgsr van begin te worden!
Geddank, ovw vyf dagen is hat uit als
ik tenminste niet. in herstemming komt, Dan
duurt het vaa nu af nog; l!ödagen l Ik k wam
net zoo lief op den. brandstapel.... E» dan,
kan ik het nog heekmaaL afleggen ... Brr !
Enfin dan onttuek ik me aan den boel; maar
waar ik ook heenga Julia verhuist mé"!
(Hij gaut in zijn stoel, zitten tegenover het
aanpbaMbiljet, de armen gekrtciM}.
Dat i s, t och a.ardig! Je vindt dat
nu aan alle hoelce-n van. de stad.
Dat mogen ze lezen; ook de lui,
die h»t land aan j; a h eb ben; Die
victorie heb je daa tok;h behaald,
zelfs, ala- i'e de necterlaag Igdt.
Bekwaam, ijverig, eerlijk,
onafhankelij &.. .de waardige' medeburger
in wien-s haarden uw belangen
veilig «yn. Mij zal d'atnu geen
kwa-a-d doeni maar als dut nu
eens iemand va/a zichzelf moest
lez-en, die- a-a n l eg had t'o t pedan
terie?! Met het oog op de
awakken mochten z-yV zich wel wat
matigen in dergelyke uitspra
ken Zouden ze dat nu vaa
Kramer ook geschreven hebben,
als die in m^jn p'l ara ts'ca'n di d a a t
w a-s geworden, of van Meeu wis
sen, of vanden meesterknecht
van den loodgieter....
(Hij hoort iemand aan den hnop van de dMr,
keert haastig zijn slod om, en dost altof hij
zit te lezen).
(Donker, de zwayer van Mr. Herman van
Bommel, komt binnen).
D. Ik stoor je met-?
v. B. Neeni... ifc heb niets te doen, althans
nietS' dHtfgends; ga ztttent....
D. (een stoel-ntntend) DUB je hebt een half
uurtje?
v. B. Als 't noodig is...>
D. (ziel het aanplakbiljet) Dat had ik al g»>
IBZBH je bent' er op vooruitgegaan, sinds
w« mekaar de laatste maal gesproken hebben..
v. B. Hoe bedoel je dat?'
D. <wijzend op '< biljet). Het lijkt hier wel
de tempel van Delphi, met het opschrift:
Ken- U Zehwf'.
v. B, Dat is maar een grapje.
D. Als ik jou- was, ik zou het voor ernst
houden!
v. B-. Neen, ik meen, dat' ding, dat daar
hangt, is maar een grapje; dat hebben de
kinderen gedaan' 'f gast er aanstonds
weer af.