De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 30 mei pagina 7

30 mei 1909 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1666 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Geb. 13 Augustus 1886 te Dronryp Gest, 17 Mei 1909 te Leiden. EfOf. «Ir. M. J. D» Frof. Dr. M. J. de Goeje promoveerde In 1859 te Leiden tot Dr. in de letteren op een proefccbrift: De belangrijkheid yan de be oefening der Arabische taal en letterkunde. Na aanneming der nieuwe wet op het Hooger Onderwas gaf Prof. Dr. M. J. de Goejn uit sluitend college in de Arabische faal en let terkunde. Van 1881?1832 was bjjj Rector Magnificus. Toen bij in 1906 den leefttfdggrens bereikt had, huldigde men hem door de stichting van een De Ootje'» fondl, bestemd tot bevordering van de O istprsche studiën. Zijne vele werken over het Arabische zijn modellen van nauwkeurige bewerking. Hjj nam onder de Arabisten der ge heel e wereld een voorname, een geheel eenige plaats in. IN MEMORIAM. GEOKGE MEEEDITH. Toen Meredith zijn laatsten roman vol tooid had (?The Amazing Marriage") moest ik zelfs zijn eerste nog eeren kennen, die goed 35 jaar oud was. Zijn ganse hèproductie was iie van een vroeger tijdperk.; en zijn werk droeg daar de duidelijke sporen van. EQ wanneer de lezing van zijn laatsten rouan mütot een aansporing werd om nu alle» van hem te lezen, en ik bijna IX jaar van mijn leven daaraan gaf, dan moet dit werk geenszins alledaagsere kwaliteiten vertoond hebben, moet het de uiting ge bleken zijn van een zeer bizondere per soonlijkheid. En dat is hu dan ook in waarheid geweest. Geenszins alledaagse!), zeer zeker; zelfs bijkans te veel van het tegendeel. En een persoonlijkheid, dat is een krachtbron; een die niet zoozeer gebonden kan zijn aan het tijdelijke van zijn verschijning, dat het eeuwige en blijvende in hem iemand zou kunnen ontgaan, die eenmaal heen was door dat tijdelijke. Er leefde een eigen stoere kracht, een heel diepe warmte, een rijke en levendige verbeelding, een fijnst-ontledende geest in hem. En zoo bracht hij al wat hij in zich opgenomen had van de buitenwereld weer voor ong terug, versterkt, doorgloeiJ, verlevendigd, verfijnd. Ik zeg met bedoeling: .al wat hu in zich opgenomen had van de buitenwereld", want er zyn misschien weinig romanciers van zijn tijdperk, die zoozeer geput hebben uit documents Buraaing". De historie van Mrs. Norton werd omgewerkt in Diana of the Cros*ways; die van Lasalle en zjjn liefdesgeschiedenis met een jonge adellijke werd de bron voor zijn Tragic Opmedians en het zou me verwonderen als niet hetzelfde zou blijken van zijn andere werken, behalve dan van dit wonderbaarlijke verhaal naar de Duizend en n Nacht, pracht van oostersch getinte fantasie: The Shaving of Shagpat. Hij hield zich aan de werkelijkheid, schilderde haar uitvoerig, ontleedde haar, en liet toch allerminst den indruk van hetgeen nu, pok bij ons, aan gevochten staat als: realisme. Dat komt, hijzelf was niet nuchter; bij stond niet pesHmistischiy k onder de realiteit; hij stond als herschepper, er boven. Hij gaf er groot heid aan; hij gaf er nobelheid aan; gaf er kleur en subtielheid aan. Ik geloof dat in veel geredeneer van den laatsten tijd over het goed recht of het verkeerde van het dusgenoemde realisme in kunst" al te veel gedacht wordt aan kunst als iets abstracts; te weinig aan de kunst als het zuivere voortbrengsel eener persoonlijkheid. Van deze laatste hangt alles af. Als de persoon lijkheden klein en nuchter zijn, doet het er bitter weinig toe of hun kunst uiterlijk onrealistisch of realistisch lijkt. Ze zal zelve klein en nuchter blijven, en waardeloos voor ons wezen, omdat er by haar vloeien door den kunstenaars-trechter niets bij is gevoegd niets om ons te verwarmen; niets om onze verbeelding te wekken, om onze ziel te vullen. Er is zielloos realisme" zooals er zielloos idealisme" is; er is machtig realisme, zooals er machtig idealisme is. Of, juister nog: als er mach', is, zijn beide elementen altijd in het kunstwerk aanwezig, want dan is er herschepping van werkelijk heid gebeurd en kunt ge, (zelfs al werd programmatig zeker isme" vooropgesteld) in het werk zelf nooit zuiver n der ele menten aanwijzen. *** Uiterlijk was Mereciith's kunst zoo onre alistisch mogelijk. Zyn personen werden nooit zoo geobjectiveerd, of ze bleven Meridithian", zooals alle figuren van Israels Israels-achtig zijn. Ze leefden in dat halflicht, in die half-intellectueele half artistieke vaagheid, die den eigenaard van zijn stijl uitmaakten. Ze staan niet voor ons, we zien ze verrijzen, opstijgen, groeien, groot worden. Er is wel verschil. Soms wordt hun omlijning scherper, is de atmosfeer om hen klaarder (Lord Ormondund kif Atninta); soms is hun omneveling zoo dicht, dat wij hen slechts schijnen te zien als in een grot, achteraan wat licht: (The Amazing Mar riage; maar vooral OneofourConq^erors). Alles is dan niet meer dan aanduiding; de teekening schijnt verlaten voor een neiging tot omdpezelen; als hu Th ijs Maris. Maar onder die omdoezeling staan sterke, forsche wezens; wezens met hevige aandoeningen en passies; wezens met drang tot de daad; wezens .met zeer diepe doorwoelingen, Meredith heeft niets van dat 'irriteerendEngehoh ontkennen der menschelijke driften. Hij ziet ze fel leven in zijn volk, en accep teert ze, HU voelt zich altijd zoon van moeder aarde; sensualist, en daardoor sappig in zijn menschteekening als in zijn kleur rijke stem. Hem lezend zie ik van die welige donkergroene akkerschilderingen van Jb. Maris voor me. Een levensgenieter. Ook een geestelijk epicurist, en daardoor groot bewonderaar van fransche letterkunde, tegelijk vanzelf er toe neigend zijn personen liefst te kiezen uit de aristocratische kringen. Wie hem zag, kon moeilijk anders dan in hemzelf een aristocraat onderkennen, van den geest. *.* Curieus, dat men hem, hoe onnoemelijk ook van dezen verschillend, aldus verwant moet voelen aan Ibsen. Curieus ook dat hij, evenals deze (en Björnson) vooral de vrouw tot zijn held" kiest. Niet zoo exclusief, niet zoo satiriek* anti-mannelyk als dezen. Hij heeft figuren van mannen. die mannen" zün. Toch heeft hij vooral de vrouwen, ik wil niet zeggen: verheerlijkt, maar ze versterkt", vergroot, vernobeld, ze afgeschilferd van kleingeestige alledaagschheid; er wezens van gemaakt van zelfkracht, toewijding, devotie ook wel met duivelarü, behaagzucht, speelzucht, wisselvalligheid, doch altijd met iets eigens en bizonders, boven de banaliteit; tenzij ze, om diezelfde banaliteit, tot voorwerp worden van zjjn satire. De vrouw -is voor Meredith nooit geweest de voetwisch, speelpop, onder geschikte, inférieure van en aan den man; integendeel heeft hij, zoekend naar iets groots in den tegen woord igen mensch, dit evenals Ibsen, meer gevonden in de vrouw dan in den man. Eenmaal doorgloeid door een hartstocht, geprikkeld door een denk beeld, concentreert zij daarop al haar innerlijke kracht, ea dit concentratie-ver mogen van haar gemoedsleven drijft haar heen over moeilijkheden, vooroordeelen en over lijden, verzekert haar haar deel van het heroïsche. Niét aldus bezeten", is zij zwakker . dan de man, ondergaat zij voor oordeelen en bezwaren, tornt zij moeilijker op tegen de wereld. Maar zij is makkelijker mee te nemen op de golf van haar gempedsen verbeeldingsleven. Aan dit psychologische beeld van het vrouwelijke beantwoorden Meredtth's voorname vrouwenfiguren. En zij danken er hun sterken eigenaard aan. Ze zijn heel subtiel en tegelijk sterk; ze vragen leiding en geven inspiratie; ze hebben toe wijding, maar ook zelfbesef. Ze zijn ouderwetsch en modern, alles bijeen. En in hun verscheidenheid tponen züdeze eenheid, dat ze van een boeiende bövenwerkelijkheid zijn. Moderne Brünhildsn. Zijn mannen zyn soms kleingeestiger. De besten onder hen vertoonen een nuchter idealisme; een ridderlijke toewijding aan de vrouw hunner keuze, maar met een ridderlijkheid die geheel 19e eeuwsch is: zakelijk en stevig. Zij zijn vaste ankers, die de vrouw, aan wie zy zich geven, behoeden voor het wegdrijven op de golving, waarop ze rijden. * * * Meredith was een Kelt van afkomst; Angelsakser bij preferentie, omdat de sterkte van déze zijn keltisch verbeeldingsleven tot stut werd. Maar hoe Engelsch ook, hij is aiets insulair. Duitschland hielp hem opvoeden in denzelfden tijd toen ook Richard Wagner er jong was en evenals deze heeft hij in zijn kunst geboet voor de filo sofische gedaehte-zwaarheid die toen in Duitschland over de geesten broeide. Mis schien juist omdat die zwaarte hem drukte, heeft hij later zijn groote adoratie aan het natuurlijk tegengift besteed: V esprit ganlois! Die opvoeding en die neiging, beiden buitenlandsch; versterkt door een groote sympathie voor het zich vry'vechtend Italië, dat hij als dagbladcorrespondent in zijn worsteling volgde (zie zijn Vittnria en Sandra Bettoni) hebben hem behoed slachtoffer te worden van Britsche zelfadoratie; maakte deze zelfs tot een graag doelwit van zijn spotternij. De geheele Victoriaansche bourgeoisie met haar zeer engen levenskring, haar angst valligheid, haar bigotterie was hem geheel antipathiek. De oude adel met haar ruwer wezen en verfijnder vorm trok hem aan, en hij is zijn leven lang een radicaal gebleven uit de school van Cobden en Bright. Vry pok inzijnlevensziening; als gevoelsmensch in sympathie met het echte en diepe religieuse leven, doch te sterk zich verwant gevoelend aan de Moeder Aarde, om zich te onderwerpen aan theologische voor schriften omtrent het hiernamaals en het onzienlijke. Zoo is het eigenlijk wel heel natuurlijk geweest, gansch afgezien ervan dat zijn stijl en zijn intellectueele dracht hem ongenietbaar maakten voor de opper vlakkige nouveaux-riches, dat deze weinig in zijn werk vonden om hem aan te trekken, en dat hun vertegenwoordiger in Westminster Abbey de asoh van dezen, in zijn oog, ongeloovige, er liever geen rustplaats gaf. Ze rust beter in de Aarde. En als men in Engeland hem roemt als den laatsten groote uit de Victorian Aera hebben we dit verband met zijn tijd zóó te verstaan, dat hij groot heeft kunnen blijven, door in oppositie tegenover dat Victoriaansohe te leven, dat, in alles, en voor zichzelf, het sterke tegendeel van alle artistieke en intel lectueele grootheid beduidde. Bournemouth, 25 Mei. L. SIMOXS. Tentoonstelling Ca Eraan en f illy Sloyfer io den Laretóen Van deze twee exposanten acht ik Co Breman beslist den meest merkwaardige. Niet dat Willy Sluyter in zekere bekwaamheden van den vakman bij Br erna i achter zou staan integendeel misschien. Hij is, als lang niet elkeen, knaphandig, fiksen van aanpakken bij ieder voorkomend onderwerp, zij het in olieverf, in aquarel, of in teekenkrgt uit te voeren. Over de betrekkelijke waarde van deze voordeelige uitkomsten eener jarenlange oefening willen we nu niet verder ingaan. De inhoud van deze kunst intnsechen is vrij mager. De allure die zyn werk soms heeft, die het oppervlakkig bezien, behagelqk doet zijn van uitzicht aan die genoemde handvaardigheid en fikschen durf is daarby het meest te danken. Het volst aan innerlijkheid is wel licht de aquarel: Volendammer Vtescher. Zjjn typeering van, visschers, is hier meer boven het illustratieve uitgekomen, scherper en doordringender dan gewoonlijk. Bij Co Breman ligt de hoofdeigenschap aan tegenovergestelden kant. De inspanning 0 ? !? ? [? F. 450.?F. 500. EN 725.?GULDEN COMPLETE MODERNE WONINGINRICHTINGEN IEDER BESTAANDE UIT SALON - EETKAMER EN SLAAPKAMER VRAAQT PRIJSCOURANTEN. MEUBILEERING MY. H O L L A N D" AMSTERDAM - TELEF. 0974 N.Z. VOORB.W. 274 O/H. «.y.o.o.. ?||a ?!)? ?!!? ?!? VOSKUIJL& YAN DER LOOS, Pfleubelfabrikanten.Heerengracht 244 b/d Hartenstraat, Amster dam, leveren Moderne Woning inrichtingen, b.v.: Massief Eiken Huiskamer, Italiaanse!) Noten Salon en Pitchpine Slaapkamer voor 485 GLD. Vraag catalogus. Telefoon 6940. Meubelfabriek Nederland". J. A. BINNEN BETIMMERINQJÖt, BEHANGERIJ, MODELKAMERS, Groningen. WESTERSINGEL. TUL». 111. FRANCO LEVERINO. BOEKENREKKEN. ALLSTEEL TAFELS. ALLSTEEL LESSENAARS. ALLSIEEL BUREAÜX. | kantoormeubelen geheel van geperst J staalplaat vervaardigd. + AIXSTEEL LOKETKASTEN. + JLLI>TEE:L ACTE KASTEN. £4IXSTEEI BRIEVENKASTEN. ? ALLSTEEL KLEERENKASTEN. | ALLSTEEL Complete inrichting; der kassa afdeeling. | ! MOEMS&BECK i te Bloemendaal. i Mag-azijn Oud-Holland" Telefoon 4541. Directie: F. C. F AE R ELS. ia verplaatst van DAMRA.K 76, naar ROKIN 130, over de NEDEEL ANDSCHE BANK. (Perceel voorheen DE KLEINE MELKMOUT".) Complete inrichtingen in Ond-Hollandsch en andere onde stijlen. txxxt- ccwvpiWte NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP AMSTERDAMSCHEWEG, ARNHEM. Fabriek van Kunstaardewerk, Vazen, Jardinières Bloempotten etc. IAMPHORAI MODERN Innst-Aardewerk naar bekende ontwerpers. ||HGLLAND| Oegstgeest bij Leiden. FUYT EU ZOMEN - Meubelfabrikanten UTRECHT ? ? Behangen - OOMPLETE AMEUBLEMENTEN 'T BINNENHUIS. RAADHUISSTRAAT 48?50 AMSTERDAM WONING INRICHTINGEN VAN H. P. BERLAGE EN JAC. V. D. BOSCH MAISOW DROV/OT H- ?* WESSER & Co. +? 4* * LANGE HOUTSTBA1T 7 A 8 * ? ? - en Ktaagr - ? ? - - TELEFOOar ISfTEEf. *74 - ? GROOTSTE INRICHTING VOOE COMPLETE MEUBILEERING = IN ALLE STIJLEN = = = == ANTIQUITEITEN = = = EIGEN MEUBELFABRIEK EIGEN MEUBELMAKERIJ. BEHANG- EN STOFFEERDERIJ GLAS-, AARDE- EN METAALWERKEN MiïMiiiiiiiiiiiiitHtiiiiiimijii KUNSTZAAL KLEUKAMP FILIAAL TE ROTTERDAM. KUNSTHANDEL Molenstraat 65,65' en 67 '?-GR A VEMII Adi E. 6KTE8TIGD 1889. VAN Schilderyen en Aquarellen vin moderne meesters, 6RATO, ETSEN, ENCADEEMENTEI. Inrichting TOOT het restanreeren en r«nÜMen Tan SohlldertJen, BeUst iloh met het honden rui knnitr«ülnfem TU oolleotUn alt nslktensohapp^a, *n>.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl