De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 13 juni pagina 6

13 juni 1909 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 668 CcEceihaal van Feliz Meritig te Amsterdam. (18de eeuw.) Concertzaal in de Oude Doelen" te 's Gravenhage. Het Muziekleven in Nederland in de tweede helft der 18e eeuw in ver band met Mozart's verbluf door D. F. SCHEURLEER, met meer dan 200afbeel dingen^ Uitgave rap Martinus Nijhoff te 'a Gravenhage 1909. Liefde yoor het onderwerp: ?j.Het muhetziekleven in Nederland", en liefde vóór het pchoonehebben,ne vens andere redenen, .dit pracht-en kunstwerk het aanzijn ge geven. Het bestaat uit t «ree deelen, in perkamenten opslag, waarop in kloeke koperkleurige schrijfletters de titel prijkt, en dat gehouden wordt in lossen roomkleurigen band, versierd met motieven iicht-groene kransjes en teergele kleine Violen, enz.?in den Louis XV-stjjl, en verder niets bevat dan den titel en een vignet, doelend óp de beoefening der muziek ia de 18e eeuw, het een zoowel als het ander koperkleurig. Met smal groen zijden linten sluit men den band. Maakt het uiterlijk een hoogst voor namen indruk, het binnenwerk evenaart dien. Zeer opmerkelijk zijn er de vig netten en de culs de lampe, allen in 't karakter der 18èeeuw/ gelijk de geheele uitvoeringJ wee honderd afbeeldingen bevatten de beide deelen, afbeeldingen van zeldzame prenten of schilderijen, en reproducties van brieven van Mozart's vader, berustende in het Mozartmuseum te Salzburg, alsmede van aankondigin gen van muziekuitvoeringen, tooneel- en opera-voorstellingen, o.a. dat der openingsvoorstellihg van den nieuwen schouw burg, in 1774 op het Leidscheplein te Amsterdam. Het eerste deel he3ft daarenboven tegenpver den tekst het afbeeldsel van den jeugdigen Mozart, gelijk Goethe, als jon gen van 14 jaar den nog jongeren Mozart zag op het door hem'bij gewoond concert in Frankfort a.M., in lila jasje met goud borduursels van den aartshertog Maximiliaan, een geschenk van Maria Theresia. De kleine Mozart heeft op de af beelding kleuren eene reproductie van het m olie^erfportret te Salzburg een witte pruik op en een degen op zij. Zóó her innerde zich Goethe het ventje nog op hoogen leeftijd. In 1830, dus aan het eind van zijn lang leven, zei Goethe in een der beroemde gesprekken tot Eekerman : Ik herinner mij het ventje nog zeer goed in seiner Frisur, und Degen." * * * In de 26 jaar, die de gewone van de pracht-uitgave scheiden, is op muziekhistorisch gebied veel gewerkt, veel ontdekt, in de allereerste plaats door D. F. Scheurleer zelf en dan door Dr. Worp, vooral wat diens studie over Buysero in Oud-Holland" betreft, en verder in zijn werk over de Dramatische kunst in Nederland, door wijlen Professor Rogge, over de Opera in Nederland, insgelijks verschenen in Oud-Holland"; door J. W. Enschedé, door deze vooral o. a. met zijne lezenswaarde studie: Dertig jaren muziek in Holland" (1670?1700), met vele afbeeldingen, verschenen bij Vincent Loosjes te Haar lem, en door nog eiikele anderen. Voor het muziekleven, met name dat te Amsterdam, heeft D. F. Scheurleer voornamelijk het oog geslagen op de muziek in den Amsterdamschen schouw burg. Hij heeft daarvoor uitstekend materiaal gevonden in de dikke deelen, uit de nalatenschap van den dichter en schouwburgregent Jan Hilman, vooral in die, behandelende het feest ter ge legenheid van het 100-jarig bestaan van den schouwburg. Dit is niet nieuw. C. N. Wybrands heeft er ons, vóór lang, alles en uitvoerig van verteld, in zijne Geschiedenis van het Amsterdamsen Tooneel", geput uit dezelfde bron. Maar het belangrijke van Scheurleer's studie is de uitbreiding, de uitwerking, de toevoeging van veel onbekends, de reproductie der portretten van de personen, die er bij voorkwamen en de reproductief van wat^verder interessant was bij dit feest. Mogen we bieraan toe voegen, dat de muziek bij het Eeuwfeest (1738) een 130 jaar later, in Januari 1872, nog eens voor een groot deel ten gehoore is gebracht door het orkest van Johan Coenen, in de concertzaal van het Paleis voor Volksvlijt, en wel met algemeen en uitbundig succes. De schouwburgen, vooral de Hoogduitsche schouwburg te Amsterdam, worden, in verband met het operawezen en vooral in betrekking tot Mozart uit voerig behandeld, zijn boeiend en hoogst belangwekkend om te lezen. Jodengezelschappen hebben al vroeg Mozart's werken uitgevoerd. Reproducties van aanplakbiljetten verhoogen het interes sante. Vroeger hingen in de koffiekamer van den nog niet verbouwden schouw burg A. v. Lier geel ge wórden aanplak biljetten van werken van Mozart-daar opgevoerd, toen het théatre nog een Hoogduitsche schouwburg was. Van de schouwburgen gaat Scheurleer naar de concertzalen en neemt als middel punt de maatschappij Felix Meritis", die zich voor de muziek bizonder ver dienstelijk heeft gemaakt en in dat op zicht tot aan haar ontbinding toongevend voor de hoofstad was. In het archief van Felix Meritus" vond ik in de notulen van 1777?1823, op blz. 275 dat de maatschappij de vol gende muziekwerken van Mozart had: 5 symphoniën, 7 ouvertures, marschen; en'van vocaal-muziek: een requiem, de partiture van de Barbier de Seville, die van La Noce de Figaro en van Don Juan. Van een andere lijst in bovengenoemd archief teekende ik op: Dies irae, dies illa," requiem NO. 2 van Mozart, klavierr uittreksel, 15 sopr. 7 alto's, 7 tenoren, 11 basso's; Ave verum Corpus, smeeklied met de partijen. Dfr komst van het wonderkind Wolf gang Mozart in Amsterdam (Januari en Februari 1766) en de concerten, die hij daar op de bovenzaal van de manege op Trapjesschans,'' bij de Leidsche poort gegeven heeft, door vader Leppold Mozart in der maniere van kermisreclame in de Amst. Courant aangekondigd, heeft natuurlijk invloed op de liefde voor zijne werken gehad. Behalve allerlei wetenswaardie's over Mozart in den Haag, Amsterdam, Utrecht en Haarlem, vertelt Scheurleer ook van de uitgave van vader Leopold's uitgave zijner Handleiding tot het Vioolspel bij Izaak en Johan Enschedéte Haarlem. Toen vader Leopold met zoon en dochter Nederland verlaten h ad, schreef hij erover, in een brief uit Parijs: Dies Buch haben die H.H. Hollander in dem namlichen format in meinem Angezicht in das Hollandische bersetst, dem Prinzen (Prins Willem V) dedecirt und zu seinem InWolfgang Mozart. Reproductie naar het in 1766 door D. r. Smissen geschilderd portret. Gezicht büeene voorstelling van De Tooverfluit" in den schouwburg te Amsterdam. Concert; van' Eruditie Musica" te Amlterdam. Eerste concert, air 'chantépar Mademoiselle Colin. stallationsfest presentiert. Der Verleger: (der Buchdrucker in Harlem): kam mit einer Ehrfuchtsvollen mine zu mir und bèrreichte mir dar Buch in Begleitung der Organisten, der nsern "Wolfgang einlude auf der so berühmten grossen Orgel in Harlem zu spillen, weieher auch den Morgen darauf von 11 bis l hr geschah." Eigenaardig is het te lezen, dat in de 18de eeuw Ruloffs, de orkestdirecteur Van Felix in den Stadsschouwburg meende dat hg de eerste Nederlandse hèOpera had geschreven, zooals in de volgende eeuw George de Groot zich noemde: stichter der Nederlandsche Opera; ter wijl men in de 17de eeuw reeds Nederdüitsche opera's" ten tooneele voerdeen er een algemeene beweging voor de opera was, geleid door Arents, in het. tijdperk dat: De Bruiloft vanKlorisen Roosje" ontstond, misschien het meest oorspronkelijke van al wat zich in de drie eeuwen zoo noemde. Plaatsruimte noopt tot eindigen, hoe gaarne nog op veel voortreffelyks van: Het muziekleven in de 18de eeuw" ge wezen ware en er hier en daar iets aan toegeroegd. Alleen dit nog: De muziekkamers der 17de eeuw hebben tot in de tweede helft der 19de eeuw, misschien nog langer voortbestaan. In laatstgenoemde eeuw was er een op een groote kamer dus ook in werkelijkheid, niet alleen in begrip op de Prinsengracht bij de Looierstraat. Daar kwamen goede zangers en musici, veelal van den Stadsschouwburg met speelluidan, en maakten er tot genieting van zich zelf muziek of verlustigden zich in het zingen van opera's. Tot de ijverige toehoorders telde men o.a. de acteurs Anton Peters en L. J. Veltman. Op Zater dagavond ging het er soms vreemd toe, dan liep het volk er op en moest de wacht gehaald om de ongenoode gasten 'te verwijderen. Een zekere Musch was de ziel der kamer. Ook over muziek en zang in Amsterdamsche familiën valt nog wel het een ander op te diepen. Het is lang, tot na 1850 gebruik geweest, dat zinnebeeldige voorstellingen.met muziek en zang, zelfs een enkel stuk van J. v. d. Vondel bij echt oud-Amsterdamsche familiën in hunne deftige zalen werden gegeven. Andere rijke familiën waagden zich aan opera's. De familie Fuld heeft in het bekende huis op de Keizersgracht (Becker en Fuld) meer dan eens muziek vrienden op de vertooning eener groote opera ten harent genoodigd. Aan de zinnebeeldige voorstellingen, aan de tooneel- en opera uitvoeringen in de huizen der rijke Amsterdammers werden geen kosten ge spaard. De toenmalige costumière aan den stadsschouwburg, Mevrouw de Wed. Samson, verdiende zooveel aan de kos tuums, dat zij die, gebruikende voor de artiesten aan genoemden schouwburg, er geen cent aan te kosten had te leggen en de geheele 5000 gulden, welke het schouwburgbestuur haar 'sjaars betaalde, zuivere winst wCrd. En nog voor kort voerden tweemaal 's jaars de zusters, de kinderen, de nichten en neven van den boekdrukker M. J. Portielje met hem heele opera's op,o.a.Mozart's Tooverfluit." Men zag die op een miniatuurtooneel door poppen vertoon en, terwijl zangers en zangeressen, die ter dege hadden gestudeerd, onzichtbaar waren. Het tooneel was prachtig ingericht, met alle mogelijke maohineriën, en zelfs voor zien van electrisch licht. Alles ging ten huize van den heer Portielje als in een schouwburg, tot het nemen van een loodje toe. Dan... maar de plaatsruimte is ver bruikt, ik moet eindigen, doch niet zon der gewezen te hebben op No. 23 der Gartenlaube" van 1891, waarop pag. 380, in zake het graf van Mozart een ver klaring voorkomt van den doodgraver van het Hundsthurmer Friedhof", met een enkele bijvoeging. J. H. RÖSSING.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl