De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 20 juni pagina 6

20 juni 1909 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

fc DE AMSTERDAMMER WBE/KBLAD VOOR NEDERLAND. No. Koffieverleester. Limburg. Huiaweefster. Noord-Brabant. Naar aanleiding van de Nederlandsche Tentoonstelling van Huisindustrie. I. Den Oen Juli zal in het gebouw Velox te Amsterdam een tentoonstelling ge opend worden, waarvan het doel is licht te verspreiden over de toestanden, die heersenen in de huisindustrie in Nederland. Wel is al door de arbeidsinspectie en door een enkel artikel, hier en daar ver schenen, de aandacht op de huisindustrie gevestigd, terwijl op een der laatste gezondheidscongress m eenige praeadviezen werden uitgebracht en zelfs al enkele plaatselijke enquêtes werden ingesteld, o. a. de bekende van de gemeente Amster dam naar de toestanden der kleermakers, maar toch is over het algemeen het groote publiek weinig op de hoogte van de huis industrie en de daarin heerschende toe standen. Zoo is bijv. algemeen de ver warring van huisindustrie met huisvlijt, die hiervan zeer streng dient onderschei den te worden. Huisvlijt is het vervaar digen of knutselen van voorwerpen, die door den bewerker voor eigen genoegen gemaakt worden. Huisindustrie daaren tegen»^ Oen bypn yan inkomsten voor den arbeider; net is die bedrijfsvorm, waarin de arbeider tegen loon in eigen woning .voor Ben ondernemer de grondstoffen of .halffabrikaten, -verwerkt, die i$f|W£ dft^W iwetatrekt en na de verwerking verkocht worden. Tusschen consument en vervaardiger staat dus een tusschenpersoon, die zich belast heeft met de technische en commercieele leiding. Hierdoor onderscheidt zich de huisindus trie ook scherp van het werken voor eigen rekening, het z.g. handwerk, waarin een zelfstandig ondernemer de doorhem ingekochte grondstoffen verwerkt en daarna aan den consument verkoopt; hier de baas", daar de loonarbeiders. De huisindustrie heeft reeds een lange geschiedenis achter den rug. Zij gaat terug tot het einde der middeleeuwen en was de organisatievorm voor de be langrijkste industrieën in ons land. De concurrentie met de fabrieksindu strie is de oorzaak ran de meeste mis standen, waardoor de tegenwoordige huisnijverheid bekend is. Daar deloonen in de huisindustrie gedrukt worden door den fabrieksarbeid zijn deze meestal zeer laag en wordt de thuiswerker, vooral in de steden, genoodzaakt overmatig lange arbeidsdagen te maken om ook maar eenigszins in het onderhoud te kunnen voorzien. Dikwijls ook is hij niet in staat alleen genoeg te verdien en en wordt in zijn arbeid bijgestaan door een of meer leden van zijn gezin. Vandaar, dat in sommige huisindustrieele bedrijven de kinderarbeid algemeen voorkomt. Ook andere nadeelen ondervindt de huisarbeider, nog geldt vbflr hem in sommige plaatsera. het systeem van gedwongen win kelnering en deze. tentoonstelling zal leeren, of ook in Nederland het sweatingsysteem voorkomt. Dat natuurlijk bijna nooit de woning van een huisarbeider voldoet aan deeischen, die uit een oogpunt van hygiëne aan een fabriek of werkplaats gesteld mogen worden, spreekt vanzelf; in zeer veel fevallen wordt het werk verricht in ezelfde kamer, waar gekookt en ge slapen wordt. Het is niet overbodig, dat deze toe standen ook voor ons land eens bekend temaakt worden; dat in andere landen e kwestie van de huisindustrie actueel is, bewijzen de reeds gehouden tentoon stellingen te Berlijn, Londen en Frank fort a/M. en de nog in dit j aar te houden tentoonstellingen in Zwitserland en Parijs, terwijl ook in België, waarschijnlijk in het volgende jaar, een dergelijke ten toonstelling te verwachten is. Het plan voor de alhier te houden ten toonstelling werd opgevat in 1906, in 1908 werd de steun der regeering verworven. Het springt in het oog, hoe moeilijk hot verzamelen is van gegevens o ver de toe standen dezer arbeiders, die uitteraard in het verborgen1 Ie ven en enkele groepen uitgesloten niet georganiseerd zijn. Oorspronkelijk hoopte men zijn doel te bereiken idool, het oprichten van plaatse lijke corinMfeMes, die zich bezig zouden houden met het opsporen van alles, wat met de huisindustrie in verband staat en zoo de enquête-commissie in haar taak zouden bijstaan. Verder hoopte men van particulieren, geneesheeren, onderwijzers e. a. een aantal adressen te verkrijgen. De plaatselijke commissies zouden zich dan ook verder met het onderzoek, in vulling der vragenlijsten enz. belasten. Maar toen na eenigen tijd bleek, dat zelfs na herhaalde aanmaning slechts in zeer enkele plaatsen het werk der commissies voortgang had, moest men er wel toe overgaan vaste enquêteurs aan te stellen. Op deze wijze werden tot nu toe 10.000 arbeiders en arbeidsters, in huisindustrie werkzaam, bezocht, wat slechts de helft is van het aantal, dat men na a Hoop der geheele enquête hoopt bereikt te hebben. Voorwerpen, ingekocht door daartoe bevoegde personen zijn in groot aantal over het geheele land verzameld om een zoo juist mogelijk beeld te geven van de ar beidsvoorwaarden en de arbeidsverhou dingen in de hui&industrie. Behalve die der eigenlijke huisindustrieele arbeiders kwamen ook de produkten van hen in aanmerking, die de huisindustrie als nevenyerdienste uitoefenen, die overdag op fabriek of werkplaats, 's avonds nog thuis een loon trachten te verdienen. Bij de bepordeeling der industrieën, wier produkten in aanmerking kwamen om tentoongesteld te worden, is niet angstvallig vastgehouden aan de hierboven gegeven definitie. Beslist geweerd zijn voorwerpen, door zelfstandige baasjes, door ven ters of in huisvlijt vervaardigd. Daar entegen zijn wel opgenomen sommige gevallen, die een bijzondere schakeering van huisindustrie vertoonen, zooals die, waarin thuis arbeid wordt verricht voor opkoopers en zelfs die gevallen, waarin niet thuis, maar in een af zonderlijke werkplaats werk verricht wordt, mits voor tusschenpersonen. Al moeten bij eventueele wettelijke rege ling deze gevallen scherp onderscheiden worden van de eigenlijke huisindustrie, om een beeld te geven van de huis industrie in ons land, moesten zij op de tentoonstelling vertegenwoordigd zijn. Daar het in de bedoeling van de tentoonstelling ligt een volledigen indruk van de huisindustrie te geven en dus zoowel de betere als de slechte toestanden tot kennis van het publiek te brengen, is ook een vak als de diamantslijperij vertegenwoordigd, waarin de arbeids verhoudingen een geheel ander beeld te zien geven dan dit der meeste overige huisindustrieele bedrijven. Vertegenwoordigd zullen zijn de hout en rietbewerking, metaalbewerking, voedings- en genotmiddelenindustrie, kleedingindustrie, textielindustrie, papier bewerking en kunstnijverheid. Uit al deze branches zullen tevens huisarbeiders op de tentoonstelling te vinden z^jn, die, zooveel mogelijk in eigen omgeving, hun bedrijf uitoefenen. Van de houtbewerkers zullen aanwezig zijn een klompenmaker, boendermaker, mattenvleohter, stoelenmatter en stroohulzenmaker, van de metaalbewerkers een zilversmid, van de Sigarenmaker. Overijssel. Kantwerksters. Noord-Brabant. Schoenmaker. Noord-Brabant. Erwtenleester. _ Zeeland. Stroohulzenmaker. Noord-Brabant.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl