Historisch Archief 1877-1940
No. 1671
DE A M S T E R D A M M K R W-'K-K KB L A 'D VOOR N E D E-R LA N D.
De. Khimono, door CEïusssbL. G. C. ;T.
van Dorp & Co., Semarang
Soerabaia?'s-Gravenhage.
Er zijn al heel wat boeken over Indi
geechreven, goede en slechte.
Helaas, ook in dit geval meer van de
laatste dan van de eerste kwaliteit.
Tot welke rubriek is dit boek nu te rekenen?
Dat hangt er van af.
TJ zult dit misschien een Socratisch ant
woord vinden en daar zou ik mij door gevleid
voelen, want je kan bij minder vergeleken
?worden.
't Hangt af van het standpunt, waarop men
zich plaatst.
Ja'' 'zegt u maar u staat hier als
letterkundig beoordeelaar." Dan frons ik
mgn wenkbrauwen en antwoord a l'instar
van dtn modernen duitechen liberaal onlangs
ia de SimplicisEimus: Hier sta ik. Godhelpe
uaqj. Ik kan ook anders."
Want n.houdt aay toch niet voor zoo
armutif «n bekrompen, dat ik er maar n
?tandpunt op na zou hoüie,n? Neen! al
klinkt 't misschien wat parvencïg ik bezit
bMit meerdere, ja \éle standpunten (vergeef
U» deze contra- dictio in termini?) En sinds
ik?uit Scheltema's boek de Grondslagen"
«n. weet, dat de kunst, die doel en middel
ia zich rereenigt ea die dus alleen om en
door zichzelf bestaat, een dood-geboren kindje
it, na ben ik de» 4« meer op ra'n andere
iteaéponteB gesteld ea weaacfa ik die ook
te onderhonden en te erkennen. M'n hemel,
men is mtnsck, niet vaar?
Literatuur alleen beteekent niet veel tegen
woordig, 't Is een gebied, voorzeker; maar
een gebied, dat het moderne leven mijdt als
een dorre woestijn, (ronder automobiel-wegen).
Waai lij k, 't is voor iemand, die aan de tach
tiger-beweging ontsproten is, hard 't te
moeten erkennen: maar een hoek kan in deze
tijden ook nog andere dan alleen literaire
waarde hebben.
Zoo de (ze) Khimoro.
Dit boek u geen literatuur.
De «duiver zal mjj niet ten kwade duiden,
dat )k dit zoo onomwonden zeg, want ik zon
my al.«ér moeten vergissen, als dit bundeltje
met literaire pretentie geschreven was. En
toch heeft 't waarde, toch ia 't iets en zou
ik n raden 't te lezen ... als u 't toevallig
toch in handen krijgt.
In de eerste plaats is 't amnzante lektuur...
Ja, tacht'gers, ik zie 't wel, ge baalt den
neus op. Maar, kyk in je porte-monnaie en
erken, dat amuzant-te-zyn iets ie... in de
maatschappij (ik zeg 't erbijI); of directer:
erken dat literair te-zyn niets is... in je
portemonnaie (ik zeg 't erbij ')? Dit boek
dan ie amuzant en 't is luchtig en niet te
Biecht gefebreven. Maar 't is ook nog iets
ouden, 't is meer: 't is Indiëop en top. Geen
bladzij, geen regel, geen zin of 't is Indië.
Afgeschreven direct van de' realiteit. En
daaraan heeft dit boek zijn voornaam ite
belang te danken. Ge xuifct er Indiëuit,
voortdurend walmt die onaangenaam-muffe,
penetrante stank van klapper-olie en het
vieze wrange sirih-geurtje er uit op, en on
weerstaanbaar komt d((n) Oost-stemming over
?n onder het lezen, 't Is alles echt, geen sur
rogaat. Ge leert er Indiëuit kennen, en vooral
de blanke gemeente met al haar kleinzielig
heid, afgunst, achterklap, geknoei en gekonkel,
haar nauwkeurig uitgemeten stand- en
kleurgraduaties en daarop gebaseerde pretenties.
De kracht van dit boek schuilt in de feiten,
die gy zelf, lezer, in u tot een stemming ver
werken moet, evenals ge dit doet onder het
lezen der berichten onder Kolonieën" in
de krant. Ge voelt hieruit meteen, dit en
waarom De Khimono" geen knnst is, even
min als de berichten in de krant dit zijn,
Er wordt te teel aan den lezer zelf overge
laten. Nergens bijvoorbeeld levert Creusesol
een eenigsnne materie-pakkende nat
uur-beschrijving, nooit waagt hjj zich aan een
dieperingaande karakter analyze.
Men merkt echter terstond, dat Creusesol
iemand ip, die met verstand van zake spreekt,
die Indiëdoor en door kent. Dit is al zeer
respectabel. Dat zijn boek niet mooier, dat
't geen literatuur geworden is, kan hij waar
schijnlijk niet helpen. Waar niet is, verliest
de keizer zyn recht." Kunst ia immers nog
altyd: la nature, vne a travers un tempe
rament'r" Dat temperament zit daar ergens
binnen in je bol of weet ik waar, maar in
i?, hij wis haar afgod. Nergens vond men
zoo'n keuken: overal af blij ven" zou men aan
alle kanten willen neerschrijven!
En nu?
Pip had een stoel bij de gootsteen getrok
ken, hij had een kraan omgedraaid en toen
ook een tweede. Zelfs ha l hij verzuimd ze
weer dicht te draaien. Tante Jeanne wilde
nooit linoleum in haar keuken hebben.
Kleedjes, gebreid van stukjes zelfkant beel
dig, nieuw, zonder vlekken, met veel schit
terend rood er in, oat was tante Jearine's
ideaal voor een keukenvloer I Misschien is
" 't onnoodig meer woorden te verspillen: ieder
heeft genoeg verbeeldingskracht om te be
grijpen wat zulk een overstrooming met
vuurroode kleedjes doet!
Pip zelf was kletsnat, 't leek wel, of hjj
een zwempakje aan had. En even onbewust
van kwaaddoen als 't water zelf, dat hem
uit de kleertjes droop, hield hy tante Jeanne
twee rose, frissche zeephandjes voor en zei
stralend: mooie, schoone handjes nul"
Tante Jeanne zei niets. Ze had niets te
zeggen, maar een onweerstaanbare drang tot
handelen, direct en met gevolg te handelen,
overviel haar. Ze draaide de kranen dicht
en ... te sloeg Pip.
Voor de eerste maal in haar heele leven
bleken hare theorieën onuitvoerbaar.
Hij gilde zoo versahrikkeljjk, dat er twee
stukjes koek en een pepermnntje coodig
warea om hem stil te krijgen.
Het strijdt tegen alle regels om kinders
op die manier om te koopen, maar men moet
toch wel iets doen om er een einde aan te
maken, als men niet wil, dat de buren er bij
te pas zullen komen.
En 't was Ada, die de pepermuntjes aan
de hand deed en ze in de zak had.
En als dat alle» niet had geholpen, had
tante Jeanne al de wanhopige gedachte, hem
een prop in de mond te stoppen. Ze had nooit
te voren ondervonden, wat het zeggen wil
ieder geval in je... ik bedoel in den artiest;
en wanneer nu dat instrument maar van heel
alledaagsche kwaliteit is, dan zal de manier
waarop hu de natuur, het leven ziet ook heel
alledaags zijn. Bij Creusesol is dat tempe
rament nu om zoo te zeggen maar van heel
gewoon, soms zelfs een beetje hobbelig ven
sterglas. Hij ziet alles dan ook maar heel
ordinairtjep, zonder mystieke diepten, zonder
felle contrasten, zonder scherpe contouren;
en zoo vertelt hjj 't ook precies over aan ons
in zijn boek. Dat is heel eerlijk, dat is her
beste wat hy doen kan, en veel veel beter,
dan zich te forceeren tot machtige kunst
wei ken die hij toch niet aan kan.
Ik ken een schilder, die hetzelfde ver
schijnsel vertoont. Hy maakt schilderijen,
die.,, niet heel mooi zyn. Ze zyn nogal
hard, nogal oppervlakkig, nogal kleurloos, in
n woord: nogal ongevoelig. Maar voor hem
is er ililes in, om de eenvoudige reden, dat
hij niet meer en niet dieper ziet. Zóó ziet
voor hem de wereld er uif, en zoo schildert
hu baar (technisch zoo waar zeer vaardig);
en hij zou u zeer verwonderd en veront
waardigd aankijken, wanneer u hem de te
kortkomingen onder het oog bracht, die ik
hierboven opsomden. Zoo iemand is ook de
heer Creusesol.
We zonden 't gaarne anders wenscben en
stellen talenten van zwaarder aanslag, warmer
toon en dieper inzicht natuurlijk hooger,
maar we hebben zijn eerlijk streven te achten.
Ook madelieven hebben haar recht van be
staan. Dergelyke middelmatighedea zonden
zelfs niets hoegenaamd tegen hebben, ware
't niet, dat ze in de maatschappij door
overwaardeering van het groote publiek een valsche
positie innamer.
De beste der drie novellen, waaruit deze
bundel bestaat, ia ongetwijfeld de laatste en
kleinste: Bij 't scheiden van de markt'.
In dit verhaaltje klaagt een weggezon
den rjjahi (?inlandsche huishoudster) haar
nood en haar leed over het ondergane
onrecht, en hierin vinden we voor het eerst
iets van de enorme tragiek van een
overheerscht land, een geknecht volk. Tevens is
hier getracht, wat van het bloem- en beeld
rijke van de taal der inlandera in het
hollandÊch over te brengen.
Van die tragiek in Indiëook gemani
festeerd in zoovele vermorete jonge blanke
levens moet Cieusesol overigens niet veel
hebben, 't Is of hij als zoovelen haar
niet zien wil, bang is, duizelig te worden bij
het staren in die diepe gruwelijke poel ^ol
menschelijke ellende. Gelijk de Duitsche
Keizer, dpldt hij geen zwart-galligheid; bij
wil vroolijk zyn en het leven vroolijk zien;
dat is zoo zijn moraal. Maar daarbij ontzeilt
hij niet de kust der oppervlakkigheid, waar
zijn schriftuurlijk scheepje eerlang door den
stroom der tijden op het strand gezet zal
worden om alras in het zand der vergetelheid
weg te zinken.
Creusesol behoort tot een soort, die wel
langzamerhand lijkt uit te sterven, die althans
niet tot de nieuwe generatie behoort of
't moest als uitzondering wezen. Laat my hem
daaiom even mogen portreteeren in tegenover
stelling van het jonge geslacht Stel u
voor een dinerije. Ziet ge daar dien gezelligen,
fristenen, ouwen-heer, stevig-gebouwd, met
grijze haren en een vol rood gezicht, dien
pat er-goed-leven? Vriendelijk, joviaa), open
hartig kijkt hij in het rond. Dat is om den
drommel geen kniesoor l HU voert dit cours
met de geheele tafel, houdt veel van een
grapje, en voelt zich blijkbaar in zijn element.
Hij houdt ook en niet platonisch l van
een stevig glas wyr>. Hoe langer hoe
bewegelijker en loslippiger wordt bij. Herhaaldelijk
vraagt hij het woord om zijnoverkropt gemoed
uit te storten in een hruisenden overvloed van
woorden, woorden. Ja, hij wordt zel/s ondeu
gend tegen de dames naast hem. Maarniematd
neemt daar aanstoot aan: zoo'n ouwe man!,.."
integendeel iedereen vindt 't sympathiek, die
jeugdige ouderdom. De ene kwinkslag volgt
den anderen, zijn moppen worden er niet
fijner op en zijn epraak niet duidelijker.
Maar 't kan hem niets schelen, bij is juist
het tegendeel van gereserveerd, zijn gemoed
legt by om zoo te zeggen open op tafe). Hij
amnzeert zich kostelijk, en ten slotte sfast
bij op met een daverenden lach, hoewel 't
hem spijt dat de pret uit is en hij nog best
een uur of wat had kunnen doorfeesten.
Tegenover hem zit een Week, nietig, ern
stig, ja somber jongmenecb. Hij draait ver
legen met zijn lange nerveuze vingers het
ene brcodpillelje na het andere, zegt heel
weinig, hoogstens heel zachtjens eenige
monosyllaben tegen zyn buur-dame en kleurt dan
heel even als ze hen niet begrijpt.., ook
wel als ze hem wél begrijpt. In den beginne
heeft hij den cuwen heer als een wonder
als een kind zyn adem inhoudt, tot hij blaiw
in 't gezicht wordt en dan zóó begint te gil
len, dat men zou denken, dat hij vermoord
wordt. Maar het pepermuntje deed wonderen
en in eens was 't een lachend kindje met
kuiltjes in de wangen, dat op het bed rond
sprong en wilde rollebollen." v
Toen hij eindelijk gin» liggen, streelde hij
zacht tante Jeante's hand.
E ven naast Pippie gaan ligïeiJ" smeekte hij.
Dat kan niet" zacht.
Toe maar... heel eventjes. Pippie in
slaap zingen."
Het kan niet."
Vind jou zoo lief!" zei bet gmeekerde
stemmetje.
't Werd tante Jeanne warm om 't hart.
Dat zegt hij ook altijd tegen moeder ah ze
geen zin aan zingen heeft," lei Ada uit.
Dit déaillusioaneerde tante .Teinne weer,
Neen Pip, het gebeurt niet "
Dan zal ik jou een pakkert geven!" en
op eens voelde tante Jeanne haar hoofd naar
beneden trekken. Zie zoo," zei Pip en gaf haar
een klinkende kus: nu zingen."
En tante Jeanne zong:
't Is zeven uur, mijn bedje wacht,
'k Zeg alle vrienden goeden nacht. ..
en zoo tot het einde.
Het was een wonder hoeveel satisfactie
't haar gaf. En ze wist de woorden weer zoo
precies. En hoe streelde 't haar, toen 't uit
was, dat Ada zei: dat is een heel mooi
liedje, tante Jeanne.'
Daarbij was Pip al half in slaap gevallen.
Ze kuste hen allebei en dekte hen warmpjes
toe, daarna ging ze op de teenen de kamer
uit. 't Was tegen hare principes om op de
teenen te loopen: kinderen hooren te wennen
aan de gewone geluiden in huis.
Kort daarop zat ze op haar gemak met een
boek in haar leuningstoe). Ze was zóó ge
stemd, dat ze al zonder bitterheid kon denken
aan een nieuw kleedje, dat ze in plaats van
aangestaard, en met kritisch-gaknepen wenk
brauwen naar hem geluisterd. Doch aldra
heeft hy bespeurd, dat 't niet veel soeps is,
wat die ouwe uitbralt. Hy'vindt zijn moppen
grof, zijn inzichten oppervlakkig en niet nieuw,
zijn manier van doen een beetje... kinder
achtig; het geheel: een feeet-nummer Het
gevolg is een geheele reeks metamorpbosen
op zy'n ge'aat, in deze volgorde: minachting,
verveling, vermoeid- en ten slotte geïrri
teerdheid. Eg houdt n kort, gevoelig, maar
stotterend speecbje; en wanneer hij, god
dank, eindelijk mag opstaan, is hij nerveufer
dan ooit, dood-moe en zich voortdarend be
wust dat bij dit fuifje weer met drie dagen
zware hoofdpijn zal-moeten bekoopen.
De ouwe-heer is Creueesol, gelijk ik hem,
den Echryrer zoo duidelijk als maar zel
den by een boek achter zijn ietwat
watcrigen stijl vermccht waar te nemerj. Het
jonge memch is ... onze veelbelovende jonge
generatie.
Ik deelde reeds mede, dat de Khimono"
amuzan'.e lektuur is. Creasesol is geestig.
Maar soms stooft zijn geestigheid hem rare
kolen. Ziehier zoo'n kool, die geheel tot moes
gestoofd is: (blz.' 97?98). Dus moeten de
soms gry's harige jongens" erop uit, met de
wit op zwart gegriffelde sommatiën, waar
mede hun lastgeefster, de Njonja minta
pitndjem *), onhandige, altyd verliezende
parlntis weet te prtssen, onder zulke harer
kennissen als die nooit weten hoe j e iemand
wel eens zou kunnen noodig hebben" ".
Of deze zonderlinge draderige ratje
toe: (blz. 99).
Zoo ooit eenig Javaansch bediende reden
zou kunnen hebben zyn levenslot te prijzen,
gedurende de avondstonden, waarop van
zessen tot negenen de lampen blijven branden
in de slaapvertrekken van alle blanda-ver
blijven der Ulo, zijner inwoning, dan is het
toch zeker alleen in het huis des meestere,
wiens echtgenoote, bij de voorziening in een
toevallig dffavt van de, bals en schouders
bloot latende rusting, waarin zij opconqvêtet
zal uitgaan, ook voor den spiegel njonja
bttdr, d. w. z. groote mevrouw weet te blij ven
tot .zelfs en dat wel in de eerste plaats
tegenover de baboe, haar kamenier...." (oef!)
Ten laatste nog een kleine opmerking. Er
komt in Cr.'s ccbrifturen een opvallend groot
aantal vreemde, nog wel curskf gedrukte
woorden voor, niet alleen uit het Maleisch
en Javaanscb, maar ook uit de drie groote
levende" talen. Ook dit is op en top Indië,
want iedereen, die in d«(t) Oost geweest 'w,
weet dat daar het bezigen van vreemde
woorden (om beschaving te toonen?) zeer
in zwang is. Het gebruik van een enkel
vreemd woord is soms noodig, is althans
niet bioderlyk ; 't is als een klein vlekje op
een egaal blanke huid en valt niet op; maar
wanneer die vlekjes zoo talry'k worden, dat
ze wél opvallen, dan wordt 't bedenkelijk,
Creusesol l Bedenk dan de u tspiaak van
-was 't niet Maerlacdt? De tael, dat ia
het volck." Als dus de taal, het van
moeuergekregene, gaat verbasteren... Ik laat aan u
zelf de conclusie over, die als ik uw boek
gcèd gelezen heb u niet aangenaam
mott zijn.
J. EMHTS JK.
*) Njonja minta picndjcm: letterlijk me
vrouw vraagt ter leen."
BeMteD,
GEDICHT or EEN IORTEKI VAN EKMBBAKUT.
In het laatste nummer van de Kantichi onik
vertelt dr. Jan Veth dat hij on'angs door
den heer Ant. Mensing (van de firma Fred.
Muller & Co.), opmerkzaam werd gemaakt op
een curieus oud boekje, onder den titel Le
Cabinet de Mr. de Scudtry in 1646 te Parijs ver
schenen, waarin bet volgende gedicht voor
komt:
Le Portraict
de Montieur
Ie Mmquis
d' Andelot,
De la main de Rheimbrandt.
Tels les Perses antresfois,
Vouloient que fussent les Rois,
Qu'ls eslevoient eur Ie Thióne:
Cbacun en Ie voyant en demeure charme;
11 paroist Adonis, lors qu'il n'eet point armé,
Et Iers qn'il a son Casque, une ReineAmazone.
Men heeit hier dus het dichtwerk van een
tijdgenoot op een door Rembracdt vóór 1646
geschilderd portret. Dit portret, dat thacs
in het bezit is van Richard Mortimer te
New-York, is zonder twijfel dat van den
markies a'Andelot, welke behoorde tot de
Hugenoten-familie der Colignys eu als zoo
danig verwant aan Frederik Hendrik.
?Hoogstwaarschijnlijk: heeft diens secretaris,
't bedorven zou leggen. Ze had toch eigenlijk
ook ze!f aan Pip gezegd, dat hij zijn handjes
mocht wasschei), al was 't niet in haar opge
komen, dat hij dit self zou gaan doen. Ze
bedacht zich nu ook mtt berouw dat ze Ada
had afgepnauwd, toen die 't had willen voor
komen, Maar Ada was ook te wijs voor haar
leeftijd.
Het poesje vras dood. Tante Jeanne had
van 't diertje gehouden. De keukenvloer was
bedorven en ze was dol op haar keuken.
Maar er was iets geweest in dat vind jou
zoo lief!" zelfs al zei hij 't ook tegen zijn
moeder, dat haar geheel verte odcrd had. Nu
sliepen ?.e in elk geval en morgen zou 't
allemaal beter gaan. Ze zou zelf ook beter
op haar hoede zijn. Ze zou stil zijn niet weer
met zoet zijn verwarren en ze zou Ada toonen,
hoe men een kind als Pip door strengheid
niet door slaan moest regeejen. Zeker
ze had hem geslagen, maar hoe onvermijdelijk
was dat ook geweest.-En toch nou ze mis
schien een betere straf hebben bedacht, als er
maar lijd tot denken was geweest. Nu had
't haar buiten zichzelf gebracht en dat zou
niet weer gebeuren.
En op n overwinning kon ze zich ten
minste beroemen, hoe zoet had hij zijn
drankje ingenomen. Mary zou zeker weer
haar toevlucht hebben gezocht in omkooperij.
Omkoopen de vloek van de opvoeding!
Ze dacht nog wat ni over deze uitdrukking.
't Zou een uitstekende titel zijn voor een
artikel in een tijdschrift".
Alles zcu beter gaan na een goede nacht
rust. Ze zou vroeg naar bed gaan en morgen
zouden hare zenuwen weer normaal zijn.
Tante Jeanne!" Een smal wit figuurtje
stond bedeesd in de deur.
A.da wil je wel eens dadelijk naar bed
gaan."
Ja tante. Maar weet u wel, wat u doen moet,
als Pip eens croup mocht krijgen?"
Wat?"
de groote Constanten HnygenF, den markies
met -Bembrandt in aanraking gebracht.
Dr. Veth trekt hieruit de conclusie dat
opnieuw is gebleken dat onze grootste schil
der in zijn eerste Amsterdamsen e periode een
tydlang de modeschilder der voorname wereld
is geweest en dat menig portret dat men
voor een genrestuk hield, een authentiek
schilderstuk i?.
JONAS LIE. OnSer de nagelaten papieren
van Jonas Lie bevindt zich een voltooid
manuscript van een bundel sprookjes, welke
nog in dezen zomer te Kopenhagen zullen
worden uitgegeven.
PAUL BOURGET. Sinds Paul Bourget tot de
Katholieke Kerk is overgegaan, heeft hij zoo
wel in zijn boeken als op het tooneel ijverig
propaganda gemaakt voor zyn nieuwe ziens
wijze. Zijn laatste tooneelstuk, hetwelk de
kwestie van echtscheiding tot onderwerp heeft,
maakte in aristocratische kringen grooten
opgansr. Binnenkort zal van hem een nieuw
tooneelstuk in het Vaudeville Theater wor
den opgevoerd onder den titel La Bar
ricade." Hierin wordt het socialisme behan
deld, dat door Bonrgetjn de donkerste kleuren
wordt afgeschilderd.
VREEMDE WOORDEN IN DE ENGELSCHB TAAL.
Een ijverig philoloog heeft nagegaan hoeveel
Angel Saksische woorden door de voornaamste
Engelse hèschrijvers in hunne werken worden
gebezigd en heeft daarvan het volgende staatje
openbaar gemaakt:
Sbakespeare gebruikt 85% Angel-Saks, en 15%
andere woorden.
Milton 81 .,... 19%
Coroley 89 11
De Engeltche Bybel. 97 3
Thomson .... 85 , 15
Addison 83 17
Spenser 81 19
Locke 80 20
Pope 76 24
Young 79 21
Swift 89 11
Robertsen .... 68 32
Hume 65, 35
Gibbon 58 42 ,
Johnson .... 75 25
**AsiEOKOMitcnE TEGEN&LAO. Voor de waar
neming van de zon wordt een groot obser
vatorium gebouwd op den top van Mount
Wilson in Californië. Hiervoor heeft men
een reuzenlens onderhanden, die de tot nn '
toe bereikte afmetingen verre overtreft. De
grootste lens heeft tot nu toe de
Yeikeesterrenwacht en dit glas heeft een middellijn
van ruiin een Meter, (daarvoor is een kijker
in gebruik van 22 Meter lengte en een ge
wicht van verscheidene tonner).
De nu ontworpen lens heeft een middellijn
van niet minder dan twee en een halve Meter,
een bijna fintastische afmeting. De kijker
die daarvoor noodig is zal op zichzelf al een
wonderwerk van stevige en toch licht be
weegbare bouw zijn.
Het gieten alleen al, van zoo'n blok glas
is technisch verbazeüd moeily'k
doordeontzaggelyke kans-vergrooting op foutjes die het
glas onbruikbaar maken. De reuzenlens was
al gegoten en nu is gebleken dat het reeds
gedane werk alles tevergeefs is geweest daar
de gegoten lens te groote fouten heeft om
verder bruikbaar te zijn. De gebeele bewer
king moet weer van voren af aan beginnen.
Uit de berichten is niet op te maken of ook
het slijpen van de lens ree is begonnen was.
De Bwue der Uitvindingen en Ontdekkingen,
No. 2: Dr. Grzanna's nieuwe vorm van de
Telautograaf. De Invloed der Katoen
industrie op den vooruitgang der bescha
ving, enz.
Lux, afl. 3: Rnd. Duhrkoop-nummer. 'V*Wj
Lotutknoppw, No. 7: R., De invloed der
Zon op de Aarde, enz.
De Levende Natuur, afl. 2: G. J. Meinen,
Het Konenberger Veen. E. Heimans,
Vrouwenschoentje, enz.
Nieuw Vrouwenleven, No. 6: De
onderkleeding van. de Vrouw. Brief uit
Connecticut, enz.
Het Nieuwe Leven, No. 12: Wil en Lot, III.
De drie sferen (*lo1) enz.
Belang en Recht, Juni '09.
Moleschott, No. 49?51.
De Klaroen, No. 9.
Eigen Haard: Cosma, door Mareile, III.
De Visscherij op de Zuiderzee, do ar P, Fran
sen Jz, II, slot, met foto's van A. Dekema.
Op de Zuiderzee, door Jfr". de Vries, met
groote plaat, naar ene foto van E. van
Elfrinkhoft'. Impressie, door Jo Sernée.
Bellenblazen, met afb. Zwolle en Omge
ving, door L. Nooter, II, met portretten en
afb. De feesten te Groningen, met portret
ten en afb. Feuilleton. De
MiddenstandsTentoonstelling, II. Weerbare Vrouwen.
De Halve Maan." Amaterdamiche Hen
gelaars. Een Juliaca Bord. Kinderen
van Abonnë'p, alles met atb.
MimMiiMiiiHiiiimmHitiiiHiNiiMiuiHiiiini
40 centa per regel.
BOUWT te NUXSPEET.
Inlichtingen by het bouwbnreau i.rti",
aldaar.
C. H. TAM DER VELDEN, Fa. fl.ffl. B8SCH,Hofjnw.
KALYERSTRAAT153-155, Amsürdam. Tel 2045.
Mond Yan TöMen,
De Aarde en haar Volken, No. 29 : Roald
Amundsen, De Noordwestelijke Doorvaart.
Wonderlijke toestanden in Oresnet. Echte
Panama's door Nederlanders gevlochten.?De
Duitscher, onder boeten gebukt gaande, enz.
De Nai-orscher, afl. 2: G. Eschauzier, De
geschiedenis van een gedenkpenning. G.
A. Nauta, Twee non lique's,:' uit de Kroniek
van Aduard. S. Ka'ü', Een Indische
Navorscher." G. Fuldauer, Iets over de
spotschiiften van 1720.
Noraaal-OnWfeEiliii
van
ProfDrO.
Eenige
Fabrikanten
V/.BengerSöhne
Stuftgart
Hoofddepöt te AMSTERDAM: Kalverstr.157
E. F. DEOSCHLE-BENGEE.
z-;*
HILVERSUMSCHE'
_, J YZERGIETERYcN [
O MACHINE.FABRIEK: (j
ENSINK^©
KPLOMMENEÏS
o PALEN o
|)^ERCDN5TRUCTIE5|
UNITY"
met
Het RIJWIEL voor U,
A. DRUKKER & Co., Rokin 126.
Koopt UITSLUITEN» BOTER ONDEU RIJKSCONTROLE.
De STAAT GARANDEERT U een ONVERVALSCHT prodact,
Roterhandel ZUID L AREN", REGULIERSGRACHT 27. TELEFOON 8935.
Moeder slaapt altijd op een ruststoel in
onze kamer, als ze bang ip, dat Pip croup zal
krijgen." Ada's stem was wanhopig.
Krijgt Pip dan croup?"
Ik ... ik ben er bang voor."
Tante Jeanne sloot haar boek. Ga weer
naar bed, Ada. Ik blijf hier op de canap
slapen."
Ja tante, maar zal u hard loopen, als u
iets hoort?"
Tante Jeanne verzekerde haar, dat ze 't
zou doen, ze ging haar toedekken en voelde
Pip's voorhoofd, 't Was ongetwijfeld verhit.
Ze ging weer naar de zitkamer terug en
zocht in een oud werk over geneeskunde de
rubriek croup op.
Croiip een zeer gevaarlijke ziekte.
Dikwijls met slechten afloop. Overvalt het
kind meest des nachts. Directe behandeling
Loodzakelijk, anders stikt de patiënt."
Tante Jeanne kreeg een vreeselijke schrik.
Ze had geen i lee gehad van de ernst van
croup. 's Morgens had ze immers nog half
minachtend Mary afgeweerd, toen deze, haar
de behandeling er van wou uitleggen. En
toeh was het mogelijk, dat de patiënt zou
stifcken.1' Onzin! Ze had zelf immers ook
tallooze malen croup gehad en hoeveel kin
ders werden er niet beter van. 't Was echter
wel zaak om voor alle zekerheid even het
nummer van den dokter in 'C telefoonboek
op te zoeken. En wat moest ze dan doen,
vóór dat bij kwam?
Het boek ried ipecacuana aan en olie met
terpentijn. Toevallig was er geen van deze
dingen in huis ook sprak het vaag van
oogenblikkelijke en krachtige pogingen om
den kleinen lijder verzachting aan te brenger.
Tante Jeanne tobde zich af met de vraa?,
waaruit die pogingen wel bestonden. Heet
water ze was zeker, dat er heet water
by te pas kwam.
Maar hoe? ze wist niet meer, wat er met
dat heete water gedaan moest worden.
Ze ging op de canapéliggen, maar slapen
kon ze niet. Ze luisterde naar een geluid:
een pchor, Wallend hoestgeluid. Had Mary
niet gezegd, dat 't begon met schor, b'affend
hoeeten? Of was 't misschien al te laat om
voorzorgen te nemen, als die schorre hoest
begon? En nog wou 't haar maar niet te
binnen schieten, wat er met dat warme water
gedaan moest worden. Al haar hoog geroemd
gezond verstand," al baar zelfvertrouwen eu
eigendunk lieten haar plotseling indesteek,
Ze kon niet meer redeneer en, want het ge
voel, dat haar op eens beheerschte, maakte
haar radeloop.
Ah dat kind crovp kreeg, zou liet kunnen
slikken, vóór z? hel kon redden !
Het was een geheel veranderde tante
Jeanne, die daar naar het bed van de
kinders sloop en de slapende Ada zacht
aan haar schouder trok.
Ada," fluisterde ze, toe word eens
even wakker. Wat doet moeder met heet
water, als Pip croup heeft?"
Ada werd met een echrik wakker.
Haar handje greep instinctmatig naar haar
broertje'g hand. Ze bevoelde het slaperig.
Hij zal heelemaal geen croup krijgen,"
antwoordde ze gapend. V'oel zijn handjes
maar eens, ze zijn frisch en heelemaal niet
klam meer en hij beeft geen een keer
gehoes^. En hoor maar eens, hoe geregeld zijn
adem gaat. Zou u nu ook maar niet rustig
naar bed gaan, tante Jeanne?"
Tante Jeanne ging terug naar de canapé.
Ze liet er zich op neervallen. Ze merkte tot
haar eigen verbazing, hoe sterk ze beefde.
Zenuwen," mompelde ze. Zenuwen! Een
goede moeder moest immers geen zenuwen
hebben l En nu komen nog morgen en over
morgen en al de andere dagen van de weekl"
Ze lachte evtn.
Arme Mary l"