De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 4 juli pagina 5

4 juli 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

G A Na 1&71 DE AMSTERDAMMER WEEK B L AD VOOR NEDERLAND. DAMEJ& ?i* ? «???? £enige vrienden van 4e te vroeg overleden geftreWB dkeetrice van bet Nationaal Bureau vowr Vrouwenarbeid, Marie Jnngius, zenden ee» rondschrijven, waarin om bijdragen gevraagd wordt, ten einde de nagedachtenis der ia xoo vete maatschappelijke kringen betreurde vrouw op bet passendst teeeren. WÜlezen o. a. in het rondschrijven: «Zóó komen dan thans de ondergeteekeBden tot u ooi uwe medewerking te vragen voor bet plan to» stichting van een RU8TFONDS voor min-, of onvermogende ABaSBiDtttBHS 'kfT HOOFD OP HAND, waaraan de saam van Marie Jungius zou verbonden zijn. Mag bet ons gelukken door de bijdra gen van velen een kapitaal! je bijeen te brengen', dan is dus de bedoeling uit de jaarlijksehe rente enkele vrouwen of meisjes in staat te stellen door volledige rust hare werkkracht te herwinnen na al te afmattenden arbeid, of wel na een ziekte weer op krachten \ékomen. .Omtrent beheer en inrichting van dit Marie Jungius Rustfonds" zullen nadere regelingen worden bekend gemaakt, terwijl niet aal verzuimd worden, voeling te houden met die stichtingen en vereenigingen, in wier oprichting of arbeii Marie Jungius een overwegend werkzaam aandeel heeft gehad. Yoorloopig is me j. M. van Dijk, expenningmeesteres van de Nationale tentoon stelling van Vrouwenarbeid en van het eerste Congres van Kinderbescherming, aangezocht en bereid bevonden de gelden in ontvangst te nemen en te beheeren." De circulaire is onderteekend door talrijke personen en uit de meest onderscheidene kriogen. Het adres der penningmeesteresse is M*jr M. VAN DIJK, Amst. Veerkade 27, 's-Gravenbage. Jais en Eenvoudige Handleiding. De onderen oader ons herinneren zich nog dien tg'd, dat het vleesch de hoofdzaak was bij d* voeding, dien tjjd, toen men als kind geaoodttakt werd zijne portie vleesch op te eten, al Torens iets anders te kragen. Menige traan is er toen vergoten om drooge boeuf van drie dagen, die haast niet door de keel te krijgen wae, of vet varkenavleegch, niet af gebraden,' dat haast niet verdragen werd. Maar de belooning kwam, bestaande uit een halte sinaasappel, want ge kosten / 0.10 in dien tjjd, en wij waren overgelnkkig er mee. Die tjjjden zijn gelftkkig voorbij, naast vleeieb, ia kleiner hoeveelheid, mi m t men tegenwoordig een groote plaats in aan vrncpten, jsttVs, confltnren. Niet langer zijn die een luxeafiikel, neen, ze »yn een uitstekend voedingsmiddel geworden, vooral voor kindertn. Tech bestaat er soms vrees, dat zij in miscrediet zullen komen, door de vele minderwaardige producten met salicylznur kleurstoffen sacciarine .bereid, die in den handel gebracht warden, Wügeven terstond toei "UaV er* veel'stfpè!e.nre waar voorkomt, maar deze ia over 't algemeen duur, daarom is het van belang de fabricage van jams en conflturen weer in 't huisgezin te doen plaats hebben, en meenen w$, dat naa-t de vele recepten, die reeds bestaan, eene eenvoudige bandleiding niet onwelkom zal zijn. 'ilgemeene Kegel» bij het eanfijten en het maken van jamt. Men neemt steeds een telfde hoeveelheid tukker als vruchten, en wel gewone witte, onnenaltchle suiker, en voor covfi turen, prima kwaliteit vrachten, voor jams daaren tegen mindere kwaliteit, zoo mogelijk min of ; meer onrijp; ook gekwetste vruchten kubnen dienst doen. Onrijpe vruchten, zooals iiiiiHlHtiinniliiiiiiiiiiniiiiiiimi UIT DB Vlfegenvallen en Convergentie. CCCXXIX. Ze stonden er nog, aan den hoogen bloemrüken Rijnoever, de py'pbloemen, de planten waarvan ik de vorige week vertelde; precies op de zelfde plaats, waar ik ze twaalf jaar geleden voor het eerst bloeiende vond. Ook dit is een merkwaardig iets, hoe goed wilde planten de standplaats die ze eens hebben veroverd, weten te behouden. Men zou zoo zeggen, dat er in die twaalf jaren en wie weet hoelang ze er al stonden vóór ik ze opmerkte, allicht een of ander zaad was aangespoeld of aangewvaid, dat planten deed ontkiemen, beter ongeschikter was voor diezelfde plek, en met hun wortels de püpoloem- wortels konden ver dringen. Maar zoo iets gebeurt in den regel niet. Waar. een flinke groep vaneen bepaalde plantensoort eens is gevestigd, blijft de kolo nie soms eeuwen lang bestaan, indien geen menscbenhanden of overmachtige natuurkrachteninvrypen.Erzyn gevallen geboekt van planten, die overal eldeig zeldzaam zijn, en sedert meer can honderd jaar op enkele, bij de botanici welbekende plaatsen voorkomen. Van gewone planten wordt dat in den regel niet opgemerkt; maar als het een merkwaar dige plant geldt, zooals die Pijpbloem, en een andere die er vlak naast groeit, en waarover ik later nog iets vertellen moet , dau loopt het geval in het oog en wekt het verklaar lust van de vakmenecher. Er moet iets besta n, dat aan goed geves tigde plantenwortels het vermogen verleent, zich te verdedigen tegen indringers. Maar wat? 't Is niet aan te nemen, dat er juist op dat eeneplekjeeen bijzonder mineraal in den grond zon zitten, of dat er een bijzonder gunstige voor waarde zou bestaan, wat de omgeving betreft, die, meer dan voor andere planten, juist voor deze gunstig werkte. Men zou eerder op theoretische gronden kunnen onderstellen dat de grond uitgeput juist moest raken, daar steeds weer dezelfde speciale zouten aan dat kleine plekje gronds worden onttrokken en nooit teruggegeven. Isde oor '.aak, waarom zulke zeldzame planten blijven bestaan zonder zich noemeuswaard uit te breiden, al moeilijk te vinden, nog lastiger is het na te gaan, hoe ze er gekomen zijn; juist daar; terwyl uren in het rond geen tweede exemplaar is te vinden. Het kan natuurlek doodgewoon toeval zyn, of wat men daarvoor houdt ; het lot van een zaadkorrel, aan wind of weer of water over gelegerd, is al zeer wisselvallig. Voor som mige van die zeldzame, vasthoudende planten wier groeiplaatsen als eenzame, verspreide men in Engeland veel voor de jams gebruikt, zqn danrom uitstekend, omdat zich daarbij een natuurlijk snor ontwikkelt, dat, waar het niet aanwezig is, somt door citroenznur »ervaagen moet worden. Vruchten die veel sap bevatten, sooals bessen en kersen en soms aarjbeien, moeten een deel van dit sap ver liezen, omdat de jams anders niet vast worden, alvorens men ze met de suiker vermengt, by andere vruchten is dit onnoodig. Enkele vrachten sooals kweeperen en sinaasappels moeten vooruit gekookt worden. Wij richten ons naar de natuurlijke volgorde en be ginnen mét: Sinaasappel of nagemaakte Oranjej&m, 6 sinaasappels, 6 schillen van sinaasappels of by voorkeur mandarijnen, zelfde gewicht suiker als de gekookte massa en M stokje vanille, 10 gram citroenznnr (100 noodig). De sehillen en de sinaasappels worden n nacht in water gelegd met twee lepels zout, voor het weeken van,déschil, den dag daarna er uitgenomen en heel fl:n gesneden, zonder dat er n pit m blijft. Men kookt ze dan GEHKSL gaar in nieaw water, met het H stokje vanille, en laat het water bijna verkoken. Nu weegt men het kooksel en neemt evenveel suiker, die men in een platte pan zeer sterk verhit, steeds over den bodem roerende, om de suiker los te houden; zoodra zich hierin lichtbruine klontjes beginnen te vormen, doet men er iets van de vrachten bij, de suiker moet dan sissen; steeds meer vruchten doet men er bij, tot dat al het sinaasappelmoes en de suiker n kokende massa is. Dit laat men nagenoeg tien minuten flink koken, zon der schuimen, zet daarna de pan terug en laat het verder een uur zacht koken, het kooksel wordt dan weggezet tot den volgen den dag; heeft het dan de verlangde dikte, zoo doet men het in fiesschen, bedekt het met een papier in alcohol of brandewijn ge drenkt, en zet het. in warm jaargetijde, op een koele plaats. Is bet niet stijf genoeg, zoo kookt men het nog ns op. Bij rijpe sinaasappels is toevoeging van opgelost citroenzunr gewenscht; pas in 't laatst, ata de massa koud is, er door te roereu, en niet op te lossen in een metalen of alluminium pannetje. Rhaba'bermoe» of stukjes (de suiker niet schuimen). Rhabarbermoes bestaat uit kleine stukjes rhabarber, van het buitenste schilletje ont daan, men weegt ze, neemt hetzelfde gewicht aan suiker en verhit die, volgens opgegeven racept Dan worden de stukjes rauw er bij gedaan onder voortdurend roeren, daar zij niet terstond zulk een vochtige massa geven, als by de sinaasappels het geval is Na tien minuten zijn z\j fijn gekookt en worden dan verder behandeld juist zooals in het vorige recept de sinaasappels. Stukjes rhabarber verkrijgt men door jonge bij voorkeur roode rhabarber te nemen, deze in stukken te snijden van een halve vinger of langer en ze niet te schillen. Deze vermengt men voorzichtig met de heete suiker, laat ze eenige minuten doorkoken en verder zacht confijten. Citroenzuur is hierbij overbodig. Onrijpe kruiibetten (suiker niet schuimen). De onrype kruisbessen worden even onder het water staande, tien minuten ongeveer gekookt, goed roerende voor het aanzetten, daarna afgenomen en gewogen met het nat. Hetzelfde gewicht aan suiker wordt verhit '(zie sinaasappeljam) en het kookeel langzaam tiierby gedaan. Da behandeling is juist de zelfde als bij sinaasappels, citroenzuur over bodig. Rijpe Kruisbessen Deze worden niet vooraf gekookt, maar rauw bij de verhitte suiker gedaan, niet schuimen en gekookt zooals ver meld bij de sinaasappels. Citroenzuur naar smaak by te voegen goed opgelost, als het kooksel koud is. Aardbeien en benen. Vooral de laatste ontMiiiiiiiilliiiiiiliiliiiiiiMitiimiiiimiiiiiiiiiiiittiiHitiiiiimuiifiiHiiiiiim eilandjes in ons land liggen, is evenwel een gissing geopperd, die veel schijn van waarheid heef r. Zoo voor de kieritsbloemen, de mooie hangende dambord i lokken, die alleen by Zwolle, bjj den Haag en nog op een of twee plaatsen in ons land voot komen; voor de wilde gele boschtulp; voor de witte leucojum of hangende zomerklokjes van Weesp en Haarlem en ook voor deze Aristdlochia van den dninrand, de Rijnoevers en Zuid Limburg Er schijnt een gewoon-historische grond voor te bestaan, geen natuur histori sche. Het vermoeden is uitgesproken en in sommige gevallen gestaafd, dat althans daar, waar meer dan n soort van die conserva tieve planten bjjeen groeien, in ouden tijd een kasteel of een klooster zal gestaan hebben. In de middel een wen en later ook nop, wer den in den slot- of den klooster tuin een aantal, bijzondere planten, om bepaalde redenen (in den regel als vergif plant of geneesmiddel, soms als liefde- of toovermiddel) uit andere landen overgebracht en voortgek weekt. Mogelijk is dit ook met onze pypbloem het geval; ik keek er den harden hoogen zandwal eens op aan, twintig meter hoog boven den mooien stroom. Daar behoorde eigenlyk een ruïne by; evengoed ala hoogerop aan den Duitschen Ry'n. Wat een uitgezochte, prachtig met wild ge was begroeide plek voor een roofslot. Uit den |0 ?o o p o ZIJN NACHTMERRIE. (Puck.) De ttem van zijn vrouw: Maak nou wat voort met het toekfiQÓpen vent, gauw wat, anders komen we weer te laat in de komedie." . nu lummimmiiiiiiiiMiiiiniii iiiimmii wikkelen te veel sap, om de jam goed vast te kunnen krijgen, 'toen- kookt ze dus even 5 minuten op, (mftt ;een;weinig water, op den bodem der pan, voor het aanzetten), legt ze op een vergiet ea neemt het; uitdruipende nat als bessensap; de bessen die op't vergiet liggen, (nipt uitgedrukt), worden gewogen en by hetzelfde gewicht verhitte suiker gedaan en op de bekende manier gekookt engeconfijt, zonder tchuimtn, citroenzuur overbodig By aardbeien ontwikkelt zich vaak ook veel sap, maar dit kan voor gelei dienen. Men laat hiervoor, als de aardbeien klaar zijn, rauw bij de suiker gekookt, ze tot den vol genden dag staan; is het mogelijk zoo houdt men ze, zoo als ze zijn, in aanmerking nemende, dat jam in het staan sty rer wordt. iiiMiiimimimiii imiiiMiimiililuiiiiiimniii 111*11111111111111111 toren van zoo'n kasteel kon de torenwachter uren ver over het vlakke land ten Noorden en te Zuiden heen toren en het vruchtbare land aan den voet kon heel wat vee en knechten voeden. Maar dat zjjn louter stoute vermoedens. Een ander is bet weer: dat het geval een geologische kwestie U, en de pypbloem, die nu nog hier en daar aan Rijn- en Usel-oevers groeit, ook op andere plaatsen den ouden loop der rivieren aanduidt, toen ze nog tnsschen hooge zandige oevers ons land doorslingerden. Voor deze onderstelling spreekt de geographische verspreiding van de pijpbloem; hoe verder naar het Zuiden, hoe veelvuldiger de plant voorkomt. In de wynbergen van Bingen en Büdesheim is het een gewoon onkruid; en de oevers van Zwitsersche en Italiaansche meren zijn er op sommige plaatsen zso dicht mee begroeid dat de voet in de stengels ver ward raakt. Voor de eerste ghsing daarentegen spreekt weer het feit, dat de wortel als Radix aristolochiae in de oude apotheek te koop was en voor ve -schillende, niet even onschul dige doeleinden werd gebruikt. Dit is allemaal heel inte ressant gelijk elke natuur bes piegeling; maar het haalt niet bij de positieve werkelijke wonderen, die het leven van deze plant ons Weascht men dit niet, dan neemt men een deel van het kooJtsel, door een fijne zeef ge dropen en laat dit behoorlek verdampen, tot dat een druppel op een kond hord gedaan niet meer uitloopt, dan is de gelei gereed. By beide citroenzuur naar smaak. : Conjiturtn (suiker «cftuimcn). Waar men voor jam allerlei vruchten, ook tweede kwaliteit, kan gebruiken, moet men voor conflturen priaaa kwaliteit rijpe vruchten nemen en bij onrijpe aarde, een deciliter water voegen. Men neemt eveneens een gelijk gewicht aan gewone witte onvervalicnte suiker, en schudt ook de vrachten rauw er in wanneer de suiker goed verhit is mét het water, maar men zorgt dat de vruchten niet stuk koken en neemt ze zoo noodig er uit, zoodra ze gaar en zacht zijn daarbij de suiker schuimende. Bij aardbeien, frambo zen en rijpe krnisbessen is dit reeds na 5 a 10 minuten het geval, bij kersen, abrikozen, perziken enz. duurt het langer. Deze beide laatste kannen het best met de pit gecoufljt worden evenals pruimen en reine clandes, omdat ze dan beter heel blijven. Wanneer de vruchten uit de suiker zijn, laat men deze nog dikker koken, zoo dik als men verlangt, en giet ze warm over de vruchten. Na een maand of langer kookt men het nat nog n keer op. Hoe langer zy staan hoe lekkerder zy worden. (Slot volg?). A. v. LEEUWEN-FRANCKEN. iiiiiiiiiiiliiiilililiiliiltlliirllHillliHilllllllMllliliHiiliiimiiiililillillmiii Polaire. Margherita van Italiëniet langer automobiel-rijdster. Verjaardag vanpririfefjeYolanda. Eene Egyptische feministe. Polaire, de jeugdige tooneelspeelster, voor 't oogenblik het troetelkindje der Paryzenaars, heeft in ongeloofelijk korten tijd, van liedjeszangeres in een café-concert, zich een eereplaats weten te veroveren onder de eerste Par ij ach e actrices. De muziek-kritikns en romanschrijver Willy (Henri Gauthier-Vülais), die met haar trouwde, heeft den stoot gegeven aan Polaire's artistieke opleiding. Zij is geen Parisienne zooals men wel denkt. Polaire werd in Algeriëgeboren en is daar door ook het Arabisch nog een beetje machtig. Haar hart gaat open als zij een Arabier ont moet. Dat toonde zy' te Marseille, waar zy in baar eerste groote succes rol optrad (Claudine). Op den hoek van een straat, neerge hurkt op qjn matje, ontdekt Polaire een Arabischen frnitverkooper. In een wip is de ranke, graciense Polaire naast haar vriend neergehurkt, dien zij in 't Arabisch begroet, en, met wien zy half Fransch, half Arabisch een levendig gesprek voert over haar kinder jaren. Geheel verdiept in de herinneringen aan haar prille jeugd, een-en-al oog voor den glunderen Arabier, ziet Polaire niet, dat een troepje omstanders glimlachend staan te kyken naar de levendige bewegingen van het ele gante persoontje. Met den bekenden Lucien Guitry, den to> ueelspeler, die nu in plaats van den ver scheiden Coquelin, den titelrol zal créecren in Rostacd's Chantecler" speelde de intelli gente, temperamentvolle Polaire in les Hannetons." In Ia G!u" speelde zy de rol, die in 1882 dooi de gevierde Réjane was gecreëerd. Op 't oogenblik brengt Polaire de Paryzenaars in verrukking door haar creatie van Gyp's Le Friquet" door Willy" voor 't tooneel bewerkt. Polaire's eenig vriendinnetje" is haar git zwart hondje Zézette, dat haar meesteres o wal vergezelt. Polaire's schrijfpapier prijkt met Zézette's foto. Polaire ia geen klassieke schoonheid, maar haar levendig, schrander gezichtje met den grooten neus en grootën IHIIIIIIIHUIIfmillllllllNII openbaart. Ge herinnert n de opsomming van merkwaardige feite a, die ik u den vorigen keer gaf en waaruit ge zelf de bloembiologie van onzen inlandschen aronskelk kunt opbouwen. Snijdt ge een bloem van deze inlandsche pypbloem open, dan treft u de groote overeenkomst van de inrichting tot kruisbestuiving met die van de a onskelk; en tegelyk het groote verschil in uiterlijk van de geheele plant. Vergelijk om uw geheugen te hulp te komen de beide figuren maar eens met elkaar. In beide vindt ge een soort van zak of toet, waarin de vliegen binnen komcn;daaronder een vernauwing of een pijp, dicht bezet met neer waarts gerichte stijve haren of stekels; daar onder in beide gevallen een ketel; die doét dienst als gevangenis voor de vliegjes, die in den val zjjn geloopen, opgesloten, alszezgn, door de haren, die door hun richting wel toe gang maar geen uitgang verleenen. Ook de uitwerking van de vliegenvangst en het nut voor de plant van deze gecom pliceerde bestnivingsmachine is in beide ge vallen vry wel gelijk. Zoowel aronskelk als Aronskelk, geheele bloem en geopende ketel op halve grootte. Pypbloem, geheele bloem en geopende bloembuis met ketel op dubbele grootte. mond, i* bettotd «a bewegelijk. Van het slanke peivooatje met de wespen-taille en het prach tig donker krullend haar, gaat een sugges tieve bekoring uit. * ? ? Margherita, koningin-weduwe van Italië, heeft gedurende de laatste jaren bewezen, welk een hartstochtelijke liefhebster van automobiel-rijden zy was. uitgestrekte reizen ondernam zy per automobiel. In een van haar mooiste auto's reisde zy door ons land. En nu is 't rj)den in automobielen haar door medische autoriteiten verboden. Een niet geringe teleurstelling l Koningin Margherita was vóór eenige maan den behept met aangezichtspijnen, en, rhumatieche aandoeningen van hals- en schouder gewrichten. Vandaar het zoo teleurstellend verbod. Gedurende haar ongesteldheid werd zy byna dagelijks opgevroly'kt door het bezoek van haar drie snoezige kleinkinderen Yolanda, Mafalda en Umberto. * * l Juni j,L werd het oudste prinsesje Yo landa, het kindje met de mooie, zwarte, weemoedige oogen van haar bekoorlijk moe dertje, koningin Elena, acht jaar. Ter eere van Yolanda'8 verjaardag, had de koningin over de 300 kinderen op het Quirinaal genoodigd. Allemaal kinderen uit Messina en Reggio, die de schrikkelijk aardbeving-ver woesting overleefd hebben. De tuinen van het Quirinaal weerklonken van het gejuich en gelach der jeugdige gasten, wier spelletjes persoonlijk door de vriendelijke moeder van het jarige prinsesje werden geleid. Elk kind kreeg als souvenir aan den feest dag een stuk speelgoed, en een zijden zakje, geweren in de kleuren van Italië, gevuld met bonbons. Geen wonder, dat de zachtmoedige, intel ligente Suuvereine van 't zonnig Zuiden de populariteit geniet, die ieder weldenkend mensch der beminnelijk, koninklijke Vrouwe van harte gunt. *»* . Mevrouw Mulaika Baaszil, echtgenoote van een ry'ken grondbezitter in Tayoum, den Bedouin Abdul Sattaar maakt in Egypte propaganda voor de beginselen die zy met hart-en-ziel voorstaat: de belangen en rechten der vrouw; haar maatschappelijke positie; de opvoeding der meisjes; de ver houding tusEchen man en vrouw. Mulaika Baaszil, is de dochter van een Arabischen dichter en rechter. Zy zelf schryft ook, leverde eenige artikelen aan het blad de Geriela. Haar feministische beschouwingen ouderteekent zy : Baahisza fil Baady'a (Vorscheres in de wöestyn). Een onlangs door haar gehouden confe rentie te Cairo, werd bezocht door een luttel aantal mannen, doch, onder de 260 toe hoorsters was de fine fleur uit Cairo's voor naamste harims. Mulaika slingert den banvloek over veejwy'very, heftig protesteert zy tegen de sloome werkeloosheid, de dofie onverschilligheid, en de gebrekkige, verstandelijke ontwikkeling der hiarim- bewoon s terg. Toen Ab'dul Sattaar twee jaar geleden de energieke Mulaika. ten-huwelyk vroeg, bad het jonge meisje juist haar examen voor onderwijzeres gedaan. Zy huwde Abdul Sattaar, maar vorderde van hem, dat hij, op zy'n eerewoord zou De loven, nimmer, tijdens Mulaika'd leven, een tveede vrouw te nemen. De jonge man willigde haar verzoek in, en heeft er nog geen oogenblik berouw van. Hy verheugt zion over de voorbeeldige wijze, waarop zijn vrouw haar huishouding bestuurt: een voorbeeld van orde en net heid voor een aantal hem omringende Mahomedaanache families. CAPRICE. pypbloem zijn wat men in de botanie noemt protogynisch of eerst-vrouwelijk. Dastempel is al ry'p om het stuifmeel te ont fangen tot bevrucdting van den stamper.éu dag minstens vóór de e gen meeldraden zich openen, om het bevruchtend poeder te ontlasten De vliegjes nu bly ven in den bloemketel opgesloten tot dit laatste staiinm, het mannelijk tijdperk, in het bloemenleven is ingetreden; dan zijn ze rondom bepoederd en meteen worden ze in vrijheid gesteld. Want nu verdort opeens de geheele versperring van haren. Bij- Aristolochia gaat dat zeer snel en grondig, de stekels in de bloembuis verdwijnen zoo compleet, dat er alleen zwarte stipjes overblijven. De vliegjes kunnen er uit en zy maken onmid dellijk gebruik van hnn vrijheid, om weer in een andere jonge bloem naar binnen te krui pen en weer een dag gevangenis te ondergaan. Meteen bestuiven ze dan den nieuwen stempel, en eerst een dag later komen ze weer vry, opnieuw met ander stuifmeel be laden. De bloem laat dan tevens zy'n slip over de opening vallen, ten teekeu dat er niets meer te halen of te brengen ?alt. Is het nu niet vreemd, dat een,,ia debloemenwereld zoo zeldzame vliegenval-mekankk voorkomt by twee planten, alsof de eene het oorspronkelijk kunstje van de andere bad afgekeken. Waren het verwante planten, dan behoefde dat geen verwondering te _ wekken; maar aronskelk en pijpbloem zy'n in de verste verte geen familie van elkaar. De eerste vindt ge voor in uw flora in de buurt van de lelies en grassen, de pypbloem veel. verder op, in de buurt van de sleutelbloemen. Ik heb n al vroeger een paar van zulke raadselachtige gevallen van convergentie verteld, van zulke zonderlinge overeenkom sten in de natuur by wezens, die in het natuurlijk stelsel wel zoo ver uitstaan, dat aan een naaste verwantschap niet te denken valt. Soms kan nog een gissing geopperd worden, dat gely'ke climatologische in vloeden of een wisselwerking tusschen insecten en bloemen er toe bijgedragen hebben, zooals by mimeerende dieren; maar dat is bier toch waarschijnlijk niet het geval. Wel komen er iu de pypbloem dikwijls vliegjes te land, die nauw verwant zy'n met de diertjes die ook het meest in aronskelken de beg'uiving bevorderen; maar het gaat bezwaarlyk, zich een voorstelling te maken van de wijze waarop die zaken den ongewonen vorm van de bloem en de ingewikkelde bestuivingemechaniek zoo speciaal beïnvloed kunnen hebben. Voorloopig moeten we Aronskelk en Aristolochia maar by het ry'kje onverklaarbare natuuiwonderen zetten, en geduldig afwach ten tot eens het genie komt, dat ons een aan nemelijke verklaring aan de hand doet. E. HKIMANB.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl