De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 11 juli pagina 9

11 juli 1909 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 1672 DE AMSf KDAMM'E* WEEKBLAD YOOÏt NEDERLAND. 4IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII il liiiiiiiiii i i u ui minimi i IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIII in Paleleh's belangrijk ia koers terug op berich ten uit Indië, dat de Maatschappij opnieuw zal worden gereorganiseerd. Daarbij zonden dan eerst aan pref. aan deelhouders f 200.?aandeelen als achter stallig dividend worden uitgekeerd, waarna het prof. aandeelenkapitaal tot op de helft en het gewone tot op VLO zou worden terug gebracht. Door uitgifte van verdere aandeelen tot ? 2,000,000.?zou men alsdan f 400,000. contanten in kas zien te krijgen, ten einde de verdere exploitatie te kunnen voortzetten. Dat klinkt derhalve heel wat anders dan de onlangs, verspreide dividend-geruchten. Op de zoo omvangrijke daling in Tabaksaandeelen is weer eene flinke reprise gevolgd, waar van by na allen zonder on derscheid hebben geprofiteerd. Niettegenstaande dat de taxatie-prezen voor de inschrijving op heden buitengewoon lage cijfers over b y'kans de geheele linie te zien geven. Wat derhalve'niet veel belooft. Zoo kwamen Aand. Amsterdam Deli van 531 op 562 pCt., Amst. Langkat gew. van 150 op 155 pCt, Deli Batavia van 564 op 590, Deli Maatschappij van 435 op 443, Me dan Tabak van 223 op 241, Senembah van 370 op 388 en Sumatra Cultuur van 186 op 200 pCt. Ook de Amer. markt blijft een vaste tendenz onderhouden, welke, na de feestdagen daarginds, vooral tot uitdrukking kwam bij de zwaardere soorten. Zoo verbeterden de aand. Topeka van 113X tot ? 115 pCt., de Southern Pac. aand. van 129M tot 134 pCt., welke rijzing verband houdt met ^de conversie] der pref. aandeelen, verwisselbaar stuk voor stuk in gewone of tegen 4 H pGt. Oonv. obligaties plus f 200 in geld, terwijl, wie de voorkeur geeft aan aflossing, 115 pCt. in contanten ontvangt'. Ook werkte stimnleerend het gerucht, dat het dividend op deze aandeelen zou worden verhoogd. Unions verbeterden ca. 2 pCt.; in verhou ding derhalve gering, ondanks dat de ont vangsten wederom een enormen vooi uitgang aanwijzen. Van de kleinere soorten bestond, ook van New-Yorksche zyde, vraag voor Rock-Island ehares, die dientengevolge ca. 2 pCt. verbe terden. Staatswaarden hadden een kalm verloop, de grondtoon blijf echter vast. De Duitsche belasting-plannen hebben vrij wel schipbreuk geleden; p. m. is de Qaotirungs-steuer, waarvan wy in ons vorig over zicht spraken, verworpen. Er moeten nu andere bronnen van inkom sten worden opgespoord, te welken einde de regeering opnieuw met de van ouds bekende hazelaar-twijg is uitgetogen. Deze beproefde middelaar heeft natuurlijk, zijne reputatie eer aandoende, dezelfde plek aangewezen, zoodat de regeering nu met een talon-belasting komt aandragen, die in prin cipe vrijwel met de verworpen Quotirungssteuer overeenkomt. Dit ontwerp is intusschen aangenomen. Van de exotische staatswaarden werden heden de Columbianen ca. 2 pCt. lager afge daan op berichten omtrent revolutie in deze republiek. Bankaandeelenmetietwatmeerderenhandel, doch op weinig veranderde koersen; aand. Deutsche Reichsbank ca. 2 pCt. hooger. Ook beleggings-fondsen varieerden niet noemenswaard. Aan 't einde der week is het geld plotse ling, door het tijdely'k uitzetten van belang rij te sommen, zeer ruim geworden, zoodat de prolongatie-rente ruim l pCt. lager noteert dan acht dagen geleden. 9 Juli. V. D. M. * * * De wolproductie van Australië. Australië, dat by'na gedurende een eeuw als de voornaamste wol-leverancier der we reld, ook om de goede hoedanigheid van het product, een eenige reputatie genoot, staat op het punt zijn beroemdheid in dit opzicht t* verliezen. In 1807 werd voor 't eerst Australische wol naar Engeland uitgevoerd, echter nog op zeer bescheiden schaal, want deze eerste zen ding bedroeg «leehts 111 Kg., dus nog niet n baal. Allengs echter nam de hoeveelheid toe, toen de Britsche industrie met de uitstekende hoedanigheid van het product had kennis ge maakt en in 1820 vond te Londen de eerste veiling van Australische wol plaats. Sedert 1843 echter is de hoofdmarkt naar Australiëzelf verplaatst geworden. Voor den producent immers waren aan den verkoop te Londen velerlei bezwaren verbonden. Hij moest daarby' gebruik maken van tusschenpersonen en door verkoop op crediet dikwijls geruimen ty'd op de opbrengst wachten, ge durende welken ty'd hy dan in onzekerheid omtrent den goeden afloop verkeerde. Om daaraan een einde te maken, besloten de Australische producenten in 1843 een proef te nemen met het houden van een wol-veiling te Sydney tegen contante betaling big levering. Ook de afnemers schenen met deze nieuwe regeling niet ontevreden en sedert dien komen Amerikanen, Engelschen, Franschen en Duitschers rechtstreeks naar Australiëom de wol te koopen. In Augustus dagen gewoonlijk de eerste Enropeesche koopers op en in het midden van het wol-seizoen levert dat gedeelte van Sydney, waar de wool-stores" zyn, door het groot aantal koopers van allerlei nationali teiten en door de bedrijvigheid en levendig heid van den handel een eigenaardig schouw spel op. De veilingen worden eerst te Sydney, vervolgens te Brisbane, Melbourne en Geelong en ten laatste te Adelaïde gehouden en duren verscheidene maanden daar 't seizoen eerst tegen Januari ten einde loopt. De hoeveelheid der geproduceerde wol verschilt naar het aantal schapen, dat nu en dan belangrijk afwisselt. In 1891 was de productie 't grootst, nl. 568.000.000 Kg., in 1902 'c kleinst, nl. 289.000.000 Kg., zynde in 11 jaren dus een teruggang van bijna 50 pCt. Daarna nam de hoeveelheid weder toe en bedroeg in 1904 380.000.000 Kg. De juiste waarde in geld is van verschil lende omstandigheden afhankelijk; de prijzen varieeren belangrijk, niet alleen tengevolge van de bijzondere voorwaarden, in Australi gesteld, maar ook door de positie van de wereldmarkt, de behoeften der industrie en de grillen van de mode. Aangenomen wordt, dat een schaap ge middeld 546 francs wol levert; de produc tie van 1904, de grootste van de latere jaren, is op ruim frs. 900,000,000 te schatten. In 1891 was de geëxporteerde hoeveelheid tot 628,000 balen gestegen en tegenwoordig bedraagt de waarde van Australië's wol-uit voer bijaa de helft van het totaal export van dit werelddeel. Het product wordt thans niet meer uitsluitend via Londen geëxporteerd, maar gaat voor een groot gedeelte naar Manchester. En 't is ook Engeland niet meer alleen, dat als kooper optreedt: Frankrijk, Duitschland, Amerika en eveneens ludië, Cnina en Japan zijn beteekenende importeurs van Australische wol geworden. Het wol-verbruik is gestadig toegenomen en aan afcet-markten is geen gebrek; de vraag is slechts tot welk cijfer kan de Aus tralische schapen-kudde worden opgevoerd? Volgens officieele opgave, zou 't aantal scha pen tot 300 millioen kunnen worden uitge breid, maar de juistheid daarvan wordt betwijfeld. In het begin van dit jaar althans waren in Australië80 millioen schapen, tegen 106 millioen in 1891. Aan voedsel voor deze talryke kudde is geen gebrek, zoodat men. een cijfer van 100 millioen gevoegelyk als basis kan aannemen. In de latere jaren zijn de voorwaarden voor een doelmatige fokkerij belangrijk verbeterd, de dorheid van den bodem is door geschikte maatregelen overwonnen, hydraulische inrich tingen, voorraadschuren voor voeder, vernuf tige en goedkoope transportmiddelen, oor deelkundig gebruik maken van den loop der rivieren, de aanleg van artesische putten, door dit alles heeft men van woeste streken goed weiland kunnen maken. Men raamt de uitgestrektheid grond, die op deze wijze kan worden bruikbaar gemaakt op 280.000 Q kilometer. Is deze raming niet overdreven, dan zou men voor een aantal van 140 millioen schapen grond en voedsel hebben, maar dit aantal acht men het maxi mum. Het is dan ook een zeer belangryke ' hoeveelheid, die een grooten ry'kdom, by oordeelkundige exploitatie, vertegenwoordigt. En dit laatste nu is volgens de meening van deskundigen?aan bedenking onderhevig. Er zyn nl. twee hoofdsoorten, de fijne en de zware of sterke wol. Langen ty'd was de fijne wol een specia liteit van Australië, waarin het geen mede dinging had te vreezen. Maar later begonnen de fokkers de voorkeur te geven aan de zwaardere wol en het gewicht boven de kwaliteit te stellen. Sedert de laatste 15 jaren is het gemiddeld gewicht van Australische wol met bijna 25 pCt toegenomen. Deze veranderde praktijk is een gevolg van de groote droogte in de jaren 1897 tot 1903, toen men vreesde, dat er gebrek aan merinos-wol zou komen en men deze te duur zou moeten betalen. Men maakte dus meer werk van de grovere soorten, ook omdat Engeland tot 1905 voornamelyk de zwaardere wol verlangde. Onder den invloed van tijdelyke omstan digheden begonnen, werd deze wijziging in ,4e gedurende een eeuw gevolgde praktijk door de fokkers systematisch voorbereid en volgehouden, zonder te bedenken, dat dit op den duur voor hen nadeelig kan worden. Engeland immers kan weder terugkeeren tot het verwerken van fijne wol, waarvan het tydeïy'k 'is afgeweken, voorts produceert Amerika een voldoende hoeveelheid sterke wol Om in de eigen behoeften te .voorzien en behoeft het deze kwaliteit niet te inaponeeren. Het Earopeesch continent is voornamelijk afnemer van fijne wol; tijdens de campagne 1903/4 ging daarvan uit Australië63 pCt. naar 't vasteland van Europa en slechts 24 pCt. naar Engeland. De fijne kwaliteiten waren de specialiteit van Australië, waarvoor de bodem, de natuur en het klimaat by uitstek geschikt zijn. Door dit monopolie prijs te geven, wordt zyn positie als de eerste op de wereldmarkt ernstig bedreigd, daar de zwaardere Austra lische wolsoorten het product van andere landen volstrekt niet overtreffen. Daarby zyn de toestanden in Australi somtyds zeer eigenaardig. De ,,'abour-party" meent met haar overdreven nationaliteits beginsel en hare leuze Australiëvoor de Australiërs" de geheele wereld te kunnen dwingen; de verhooging der belastingen en douane-rechten sedert 1901 heeft bij den handel in Europa kwaad bloed gezet en zelf i in Engeland gaan stemmen op tegen het somtyds eigendunkelijk optreden van deze Britsche kolonie. Zoolang men nergens anders de fijne wol kon bekomen, moesten de afnemers zich aan dit alles onderwerpen. Nu de concurrentie zich echter voornanely'k tot de zwaardere soorten bepaalt, kan de kooper ook elders ter markt gaan en wanneer Argentiniëvoort gaat met zóó oordeelkundig als tot dusver zyn productie ontwikkelen, zou't niet onmogelijk zyn, dat het te eeniger ty'd de plaats van Australiëals leverancier van fijne wol gaat innemen of als een niet te verwerpen mede dinger optreedt. 9/7?'09. V. d. S. tot het yerilrii?fn En tortoeïals m In het jaar 1479 wendde de raad van de stad Bern zich in zijn wanhoop over de meikeverplaag tot het geestelijk gerechtshof te Lausanne, met het verzoek dat dit hoogwijze hof de roofzuchtige ingers" (d. i. alle engerlingen, kevers en wormen) voor zyn rechterstoel zou dagvaarden. Daar echter de ingers" zich als beklaagden niet persoonlijk zouden kunnen rechtvaardigen, werd hun door de aanklagers een verdediger toege voegd, en wel niemand minder dan de voorname" raadsheer Johannes Perrodatus te Freiburg. Hierop liet de bisschop van Lausanne niet slechts op het kerkhof te Bern, maar ook op alle dorpen in den omtrek, de vol gende dagvaarding aan de engerlingen voor lezen-: Gij onverstandig en onvolkomen kreatuur, gij inger I Er was niemand van uw geslacht in de Arke Noache. In den naam van mijn Genadigen Heer, den Bisschop van Lausanne, krachtens de Hooggeprezene Drie vuldigheid en "de verdienste -onzes verlossers Jezus Christus en bij de; gehoorzaamheid aan de heilige kerk, gebied ik n, elk en een iegelijk, in de eerstvolgende zes dagen te wijken van alle plaatsen, 'op de welke voedsel groeit voor menschen en aree !''.... Ingeval ze naar deze kerkelijke aanmaning niet moch ten luisteren, zonden ze op den zesden dag, 's namiddags te l nar, voor de a rechterstoel van den Bisschop van Wiflisburg hebben te verse jnen. Wie echter geen notitie namen van de geestelijke aanmaning en zelfs op het vast gestelde uur niet verschenen, dat waren die booze ingers". Nu werd er een tweede be vel uitgevaardigd, ditmaal in nog krachtiger bewoordingen: Gij vervloekte onreinheid, gij, die niet eens met den naam van dieren moogt worden genoemd worden, . . ." enz. En toen nu die vervloekte ingers" ook van dezen oproep niet de minste notitie namen, werd eindelijk de banvloek uitge sproken. Die luidde als volgt : Wij, Benediktus van Montferrand, Bisschop van Laueanne, gehoord hebbende de aanklacht der grootmachtige heeren van Bern, tegen de ingers, en ons toegerust hebbende met het heilige kruis en alleen God voor oogen heb bend, van wien alle rechtvaardige vonnissen uitgaan .... dientengevolge zoo graveeren" en beschuldigen wij deze schandelijke wormen, en bannen en vervloeken hen in den Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes, dat ze bezworen worden in den persoon van Johannes Perrodati, hun beschermer, en dat er van hen niets overblyve dan wat nuttig is voor het gebruik des mengchen". De rapporten echter, die daarna door de ge meentebesturen van verschillende plaatsen in den omtrek aan de regeering te Bern werden ingeleverd, luidden, trots den kerkelyken banvloek, treuriger dan ooit te voren. N. Inbond m Tlscliriften, (Vervolg van pag. 3.) De Beweging, Juli'u9: Albert Verwey, Leonard en Juliana. Prof. dr. T. J. tie Boer, Wereldstaat. Alex Gutteling, De Oden van Klopstock, H. Giza Ritsche, Nieuwe Lie deren. Albert Verwey, Shelley's alastor, Is. P. de Vooys, Sociale Hygiëne. Albert Verwey, Boeken, menschen en stroomingen. Onze Eeuw, Juli '09: David Jaynne Hill, The Star of Holland. Gerard van Eckeren, Guillepon Frères", I. Prof. dr. B. H. C. K. v. d. Wijck, Darwin's Eeuwfeest (slot). Prof. dr. G. Wildeboer, Opgravingen in Pa lestina. Dr. W. W. v. d. Heulen, Blok's Geschiedenis v. h. Nederl. Volk. Dr. A. H. Garrer, Een Schuldvordering omstreeks 1640. H. S. Economische Kroniek. Onze Leestafel, Herinneringen van mevrouw Josephine E. Butler. Vragen v. d. Dag, afl. 7: Dr. H. Blink, Nederland en deVereenigde Staten van S oordAmerika (1609?1909). - J. H. O. Reys, Goethe en Camper als voorloopers van Darwin. Geboorte van Genieën. J. v. d. Linde, Juliana van Stolberg. Slachtoffers bij de hevigste aardbevingen. J. J. Bekaar, Nederlandsch-Indische statistiek. Bibliographie. Van maand tot maand. Over het Na tuurgevoel. Het Noord-Amerikaansche Bevolkingsvraagstuk. Pygmeeën. Het uit stervend volk der Li ven. Observatoria op de Piek van Teneriffe. Communistische toestanden bij de boeren in Portugal. De oorzaak van het roesten van ijzer. De Katholiek, Juli '09: B. H. Molkenboer O.P., Een nieuwe Poëtiek, I. Louis B. M. Lammers, Een der Weinige (Rénéde Clercq). Dr. J. Sassen, Het Regeeringssysteem van Willem van Holland, Roomsen Koning, en zijn beoordeeling. Jos. Cremers, De Vleer muizen in Limburg. Hedendaagsche Apo logie IL," Moderne kunswerken, 7e Jaargang, afl. V. De vrouw en haar Huit, no. 3: Elis. M. Rogge, H and vlij t in den Vreemde. Albertine de Haas, Ons Huis, Hollandsen Aardwerk, II. J. C. van Lanschot Habrecht, Ziekenverpleging, II. Martine Wittop Koning, Verduurzamen van vruchten en vruchtensappen. Zomertoiletten. Cato Neeb, Kindergoed, kruip- of epeelpakjes voor kleine jongens. Elck wat wils. enz. Nieuw Vrouwenleven Juli '09: Notaris A. Mol, Moet al geheel e gemeenschap van goederen het wettelijk gevolg van het Huwelijk zijn? en welk aandeel moet de vrouw hebben in 't beheer der goederen van de echtelieden ? De Bond voor Vrouwenkiesrecht en zyn ideëelen kant. Vrouwke, De Freiburger Frauenclub. enz. Eigen Haard. Cosma, door Mareile, IV. Johannes Calvijn (Juli 1509 1909), door Jer°. de Vries, met portr. en af b. De Amsterdamsche Handvlyt-Tentoonstelling, door Saneer, met al b. Het oude 's Hertogenbossche der twintigste eeuw, door W. P. J. M. v. d. Heuvel, III, slot, met foto's van A.C.Verhees. Zwolle en Omgeving, door L. Nooter, III, slot, met portret en afo. Feuilleton. De Middenstands-Tentoonstelling. Opening van het Diaconiehof. Eerste steenlegging van de nieuwe R. K. kerk aan de Jacob Obrechtstraat te Amsterdam. Amerika-Holland, enz. imilllllHHIMIIIIIIIimilllMIMIIIIIHIIIIIIIII Een laa'ste woori, In zyn repliek op mijn art. Onjuiste voor stellingen, heeft Scharten zich de vrijheid veroorloofd weer enige nieuwe onjuiste voorstellingen aan de andere toe te voegen. Ik voel mij verplicht noch even tegen enige dier hopeloos op onwaarheid gegronde be weringen op te komen. Scharten 8an beweert o.», dat ik een onjuiste aanhaling deed uit zijn artikel: Inleiding tot Guido Gezelle (Nederl. Spectator 1902) door te zeggen, dat Scharten Bilderdijk daar slechts onder de dichters rangschikte, die wel eens een ge dicht van talent" gemaakt hebben. Welnu, ik geef hier dan de bedoelde passade in zijn geheel; eenieder oordele: (Nederl. Spectator, 19 April 1902) Wat dit jaartal (1858) beteekent, ik be hoef 't u bijna niet te zeggen: dat, terwijl sinds de groote meesters der zeventiende eeuw geen sterveling meer ik wil niet zeggen een enkel gedicht van talent, maar van die boeken en bundels vol van de weligvloeiende poëzie des geboren dichters in de Nederduitsche taal geschreven had of echretf of in de eerste twintig jaren schrijven zou, dat onderwyl, daar in 't nederig Rousselare, onbekend en onbegrepen door wie hem kenden, een dichteropstond, met niemand dan Bilderdijk ten voorbeeld, die opeens de grootsten van voorheen in echtste kunst op-zijde streefde." Dit is, dunkt mij, duidelik genoeg. Zelfs bly'kt Scharten zich hier te verbazen, hoe Gazelle met slechts Bilderdyk ten voorbeeld toch de grootste kunstenaars op zy' kon stre ven, terwyl Bilderdyk nota bene door zijn grotere, forsere werken noch boven Gezelle uitgaat. Ik heb, gelyk men boven zien kan, letterlik aangehaald en dus volstrekt niet de waarheid algeheel omgedraaid", zoals Schar ten beweert, doch integendeel die gans nuch ter weergegeven. Voorts durft Scharten het doen voorkomen, alsof ik beweer, dat hij mij nageschreven heeft op een punt, dat ik juist andersom als een geschilpunt tussen zijne en mijn beschou wing van Bilderdyk heb aangewezen. Ik schrijf hierover in mijn Bilderdykboek im mers : Niet dus alleen profeet, ook wegbereider. Zonder Bilderdijk, beweer ik, geen poesie der tachtigers. Doch dit wil men niet inzien. Enz." Kan het klaarder? Hier is iedere vergissing onmogelik, hoe komt het dus, dat charten de zaak op zijn kop zet? Doch over de be schouwingen «n meningen, die Scharten wél overnam, en welke ik in mijn studie aangaf, zwijgt Scharten in dit laatste artikel. Een debat moet een einde hebben, en ik meen hier trouwens voldoende aangetoond te hebben, hoe een verder debat met een Bchryver, die zo willekeurig met de waarheid omspringt, vruchteloos zeu wezen. Men zou by hem immer weer opnieuw moeten begin nen. Ik meen dus hiermede te kunnen volstaan. 22 Juni. G. VAN ELBINO. 6e Jaargang. 11 Juli 1909. Red.: C. H. BBOEKKAMP, Damrak 59 Amst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Probleem No. 140 is goed opgelost door: S. Abram, M. Coe, K. C. de Jonge, A. D. Querido, A'dam; K. Bouwes, N. Bouwes, D. Kikke, Edam; J. Luteyn, Groede; J. Meijer, Haarlem; W. van Rumt, Hilversum; C. Mos selman, R'dam; J. H. Makkink, J. J. O^kam, utrecht; W. Koeman, Zaandam. NATIONALE 8IMULTAAN-WEDSTRIJD. PER CORRESPONDENTIE. A. B. C. D. F. H. z verloren. G. remise. E. z 17-22, w 44 40. Zwart moet spelen. UIT DE DAMWERELD. J.I. Maandag hield de Haarlemsche Damclub" zijn jaarvergadering. Na voorlezing van notulen en ingekomen stukken werd de agenda vlug afgewerkt, en hierna de volgens rooster aftredende bestuurders herkozen. Het bestuur is samengesteld als volgt: de heeren W. J. A. Matla, voorzitter; J. Jacobson Az., secretaris, Antoaiestraat 48; A. M. Verkerk, penningm; J. Meijer en Mulder, commissarissen. Op voorstel van het bestuur werd met algemeene stemmen besloten, zich als club aan te sluiten bij den Alg. Ned. Dambond", die hierdoor weder met pi.m. dertig leden wordt versterkt. Ook werd besloten met Sep tember een huishoudely'ke wedstry'd te be ginnen, waarvoor nu reeds verschillende prij zen, door de leden werden toegezegd. Herhaaldelijk zjjn wy verzocht de partijen uit den Nat. Sim. Wedstrijd, mot acht deel nemers tegelijk per correspondentie gespeeld, nog eens in hun geheel te plaatsen, daar velen de wekelijksche zetten niet geregeld konden byhouderr. Gaarne voldoen wy hieraan, maar moeten dan de analyse achterwege laten, wijl de verhandeling van de Gewijzigde Centrum opening" eerst wordt afgewerkt. Zoo mogelijk plaatsen wy elke week een partij, in volgorde der alphabetische letters. Partij No. 1. (A.) S. S. van Baaien, Amster dam zwart. LINKERHOEK-OPENING. Wit. Zwart. Wit. Zwart. 1.3127 2024 26.5045 27 2.3631 1520 27.4140 712 3.4136 1015 28.4943 2024 4.33 28 18 23 29.47 42 17 5.3933 1218 30.4035 1520 6.3126 712! 1)31.3833 711 7.3430 2025 32.4238 2025 8.4034 1722? 33.4339 914 9.28:17 11:31 34.4843 1117 10.86:27 2429 35.2721 16:27 11.33:24 2328 36.31:11 6:17 12.82:23 1820? 37.3631 1721 13.4641 410 88.2617 12:21 14.4136 1924 39.3126 1822 15.30:19 1423 40.28:17 21:12 16.8731 2329? 41.3228 23:32 17.34:23 2530 42.38:27 1318 18.35:24 20.18 43.8429 1420 19.4237 1014 44.2621 813 20.3782 H19 45.3984 39 21. 32 28- 18 23 46. 43 39 9 14 22.3832 510 47.4540 2530 23.45 40 1014 48.84.25 19 23 24.4338 1218 493934 opgegeven. 25.4034 1420 1) De symmetrische zet 20-25, doet twee schijven verliezen. GEWIJZIGDE CENTRUM-OPENING. VIII. Stand na 49-44 van wit (zie vorige rubriek). Wij hebben nret het voorgaande aangetoond, dat zwart thans verplicht is om af te ruilen met 24-29. Hierop volgt echter: 33:24 20:29 39:33 14:20 (a,) 33:24 20:29 4339(*) 9 14 (b) 3933 8 12 (c) 33:24 12 18 of ? 44 39 18:27 3933 1420 een van de beste zetten, om te trachten de remise te bekomen, want op elke andere zet dreigt groot gevaar in het spel van zwart. 34 29 23:34 gedw. 30:39 20 29 33:24 19:30 35:24 Met de betere stelling, wy'l de schijven bij zwart's korten vleugel zoo goed als krachte loos staan. (a) 812 en 12-18 moet op dit moment gespeeld worden, met iets beter gevolg, in dien zwart correct blijft spelen. (*) Stand na den zet 43 39 van wit. Wy hebben op dit moment weder een diagram gegeven, om te doen zien, dat een der beste stellingen thans voor zwart is ont wikkeld, waarin de remise vrijwel verzekerd is. Men heeft echter kunnen opmerken, dat zwart tot heden een buitengewoon zwaar spel heeft moeten spelen, en heel wat klippen heeft'moeten omzeilen, om zoover te komen, terwijl de aangegeven varianten duidelijk lieten zien, dat er steeds gevaar bleef dteigen. Om nu verzekerd te blijven van de remise, moet zwart als volgt spelen: (ziediagram). (b; 812 39 33 12 18 de eenige goede zetl 33:24 18:27 Nu is wit verplicht, de remise aan te bieden, met den zet 48-43, waarna de beste voort zetting is: ,, H17 44 39 9 14 enz. en by correct spel van zwart, is de remise onvermijdelijk. Wy herhalen echter nog eens, dat in geen enkel geval, zwart de betere stel ling kan ontwikkelen. (c) Indien zwart zou vervolgen met 14-20, dan won wit weder een schy'f op serieuse wijze. Om het volgen dier variant gemakkelijk te maken spelen wij nog eens vaaaf hetlaatsto diagram, b.v.: (43 39) 9:14 3933 Speelt zwart nu 14-20, in plaats van den be handelden zet 8-12, dan volgt: 33:24 20:29 37 31 26:37 32:41 23:43 34:14 25:34 43:30! Wordt vervolgd.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl