De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 18 juli pagina 5

18 juli 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1673 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. l Ontzettend eenvoudig i m m Men lette op den naam MAGGI" en het fabrieksmerk Kruisster". is de bereiding van versch vleeschnat, wanneer men MAGGI" BOUILLON-BLOKJES met de Kr nisster gebruikt. Het daaruit bereide vleeschnat dient zoowel om te koken (bij de bereiding van soepen, sausen, ragout p, peul vruchten, groenten etc.) als om te drinken (bouillon puur of met ei). Prijs per blokje 2% et. Moeüer's lees-nnrtje. Er is al veel geschreven over de eischen, die men aan goede kinderliteratuur moet stellen (hoewel nog lang niet genoeg, want dan zon het publiek er beter van overtuigd blijken te zijn!) en ook daarover zou ik nog veel te zeggen hebben, maar wq, oudere, mogen er bok wel eens ernstig met elkaar over spreken, hoe we onze kinderen het best zullen voorbereiden tot het genieten van al dat goede. Hoe zullen we hun leeren op den dnur in ae litteratuur echt goud van klatergoud te onderscheiden? Ik meen dat de weg daartoe ongeveer de volgende moet zijn, en mijn eigen ervaringen hebben dat tot nu toe grootendeels bevestigd: We moe ten \oor de heele kleintjes veel oude rijmpjes zingen en zeggen, en dan langzamerhand met eenvoudige sprookjes beginnen, waar van we, door onze wijze van vertellen, en niet door veel praatjes, het mooie doen uit komen, zoodat de kinderen er geheel in Ie «ren (wie niet kan vertellen, vrage een ander, of leze desnoods voor). En dan, naar mate ze onder worden en zelf verlangen te lezen, acht ik het zoo goed, hun een mooi boek eerst voor te lezen en, al lezend, alle kleine trekjes typische dingen zóó tot hun recht te dien komen, dat de kinderen er hun aandacht op vestigen. Hoe dikwijls ge beurt het dan niet, dat ze dezelfde lektuur nog eens en nog eens vragen, dat ze Moeder of Vader verzoeken, dat mooie verhaal" toch ook eens aan dit of dat vriendje of vriendinnetje voor te lezen. En kijk dan eens, hoe ze zoo'n nieuwelingetje dan helpen genieten, hoe ze op allerlei dingen de aan dacht vestigen! En daarna het genot om zoo'n boek dan zelf in handen te mogen hebber, en van alle onderdeden nog eens echt te kunnen genieten, wat big een kind meestal eerst recht het geval kan zijn, als de nieuwsgierigheid naar den afloop gebluecht is. En hoe kunnen ze hechten aan alle kleine bijzonderheden, die aan een verhaal zijn eigenaardig cachet geven! Vertel hun eens op levendige, frissche w|jze een verhaal, en laat dan later eens iemand met het kale geraamte van hetzelfde verhaal aankomen l Hun ergenis zal grenzenloos zijn, zelfs al is de stof op zichzelf nog zoo avontuurlijk l Ze missen het mooiste en beste er uit, en zonder dat voelen, ze er niet voor l Dit illustreert de groole waarde van kernachtig vertellen en goed voorlezen. Gedurende de eerste schooljaren zou ik de kinderen dus liefst alleen datgene laten lezen, wat hun al eens voorgelezen is, zoodat ze zich gewennen (navolgertjes van hun ouders als ze zijn!) den klemtoon goed te leggen en alles 'nog eens te doorleven zoo als 't hun is gegeven. Een goede gewoonte is zooveel waard l En hoe gemakkelijk komen anders de kin deren er toe, om vluchtig en haastig te leeren lezen om oppervlakkige véllezers te worden I Ook Heinrich Wolgast spreekt over dit UIT BE_NATUU^. CCCXXXI Artis. Wie in deze dagen vaak met de tram van den Dam naar de Mutderpoort rijdt, krijgt eerst een goed begrip wat Artis beteekent voor Amsterdam. 'eMorgens tegen tienen en in de eerste middag uren zijn in den regel de helft van de passagiers, soms bijna allen, vreemdelin gen uit binnen- of buitenland, die op den hoek van de Kerklaan uitstappen op het sein van den conducteur; die roept daar dan ook eenvoudig Halte Artis" en wijst al ongevraagd de richting naar den ingang. Het spreekt vanzelf dat het bestuur en de directie van onze diergaarde er voor zorgen, dut er aan den tuin om dezen tijd niets ontbreekt; van de leden en stadgenoot en alleen kan Artis niet bestaan, de vreem delingen zyn een onmisbaar element en gelukkig blijft nog steeds de traditie gehandhaafd, dat wie een uitstapje naar Amsterdam doet, het bezoek Artis niet mag overslaan. Misschien zullen enkelen beweren, dat dit niet elk j aar, dat zij de hoofdstad bezoeken, behoeft te gebeuren, en dat wil ik niet tegen spreken; maar in dit jaar doet ieder, die er zoo over denkt, zichzelf be paald schade. Want zoo mooi en ze o rijk als in dezen zomer is de tuin nog maar zelden geweest. Er is zooveel nieuws te zien, dat wie Artis al vol doende meende te kennen er versteld van zal staan. /-''t/Om te beginnen het nieuwe apen-verblijf. De kranten heb ben er al zooveel van verteld, dat ik het gebouw in zijn ge heel niet behoefte beschrijven. Het is in n woord verbluf fend door bouwtrant, goeden smaak, overvloed lucht, licht en ruimte en practieche inrichting. Eerlijk gezegd, steekt deze moderne dierenwoning nu wel wat af bij de rest in de buurt en ze wekt de gedachte, dat als het bestuur van plan is, alles successievelijk zoo te vernieuwen en te vermooien, het op heel wat meer en een steeds drukker vreemdeling-bezoek rekent. Nu ik geloof, dat er in dit opzicht niet mis gerekend is; van een stichting als Artis mag niet gezegd kunnen worden, dat ze een beetje onderwerp in zijn standaardwerk : Das elend unserer Jugendliteratur'. Hij waarschuwt er voor, de kinderen dl te vroeg zelfstandig te laten lezen. Hij weet, als vroeger onderwijzer, bij ervaring hoeveel woorden er zijn, die door 8 a 10 jarigen nog niet begrepen worden. Op die manier komen ze er dan maar al te licht toe om, allén om den loop van de een of andere interes sante gebeurtenis te volgen, over allerlei dingen vluchtig heen te springen. Wie de lektuur der kinderen beschouwt uit het oogpunt van de opvoeding tot zuiver en rein genieten, die mag niet beginnen, de kinderen te gewennen aan een gering schatting van den dichtelijken vorm, meent hq. En daar is veel van aan; maar, zooals ik reeds zei: dit kan voorkomen worden, doordat men eerst de kinderen een verhaal voorleest, en het daarna henzelf nog eens ter lezing geeft, alleen wanneer ze er zelf naar verlangen, natuurlijk. Zonder dat ik vroeger nog dieper over deze vraag had na gedacht, las ik altijd, daartoe gedreven door mijn heilig respekt voor het schoone, het beste en diepste wat ik in de kinder-lit teratuur vond, 's middags na den eten aan mijn kinderen voor. En, als 't daarvoor geschikt was, lazen ze 't zelf daarna nog eenige malen. Dit vormde meteen hun oordeel. Langzamerhand wisten ze precies te zeggen, als ik hun een boek ter lezing gaf, of het mooi genoeg was voor onze avond-uurtjes, Mooi" was een verhaal al gauw, maar als dat criterium gesteld werd, dan twijfelden ze soms wel even, maar meestal kwamen ze, na even nagedacht te hebben, tot de rechte conclusie. Onze lees-uurtjes werden alleen voor 't alkrbeste besteed, en zoo kwamen we van goede kinderboeken, langzamerhand tot dat gene uit de groote literatuur, wat, naar mijn inzien, de kinderen zouden kunnen genieten. We begonnen met een paar novellen van Cremer en kleine verhalen van Van Lennep en daarna lazen we ook de Saïdja's-geschie denis, stukken uit de Odyssee, en David Copperfleld" en Het verlaten huis" van Dickens, toen de kinderen 11 en 13 jaar oud waren, een hél enkelen keer als iets heel bijzonder feestelijke, een stuk ven Shakespeare. Of ze daar alle onderdeelen van begrepen? Natuurlijk niet, maar we heb ben den grooten indruk, dien ze er van kre gen, niet ondermijnd door alles te bespre ken" en uit te leggen", waardoor op veel scholen het genieten van een kunstwerk voor de jeugd wordt verletrd in plaats van geleerd. Dahlmann heeft wel gelijk, als hij zegt, dat we in de lektuur die we onzen kinderen bieden, niet hen achterna moeten 'kruipen, maar dat er naast het begrijpelijke, tegelijk een aansporende toegift van niet begrepen dingen" in behoort te zijn. En ook met Anatole France ben ik het eens waar hij in het stuk uit de Mort de mon arm" (dat ik onlangs in dit blad aanhaalde), afgekeken raakt. Er moet elk jaar iets bij komen of gewijzigd worden, dat den trek er i u houdt. De oude bnitenkooi en de kwalijk riekende donkere binnen hokken voor de apen, waar men even binnen wipte om er gauw weer uit te stappen, zijn verdwenen; de toegang is nu zoo aanlokkelijk als maar mogelijk is, ik denk nu ik me die voorstel, ik weet niet waardoor, aan een moderne inca-so of wisselbank, waar ik tot mijn spijt, toch zoo weinig kom. In elk geval er zijn niet veel zaken" met een liefelijker en geriefelijker entree dan deze zaal der wetenschap. Nu zijn de dieren te zien en te bestudeeren in het volle licht, ze zijn niet meer levend weggestopt als vroeger en door een gezonde en vroolijke beweeglijkheid toonen alle bewoners hun tevredenheid met de nieuwe behuizing, die meer glas dan hout vertoont. DAMEjS. volhoudt dat de toeken, welke bij kleine jongens en meisjes het meest in den smaak vallen, juist de hooghartige werken vol grootsche scheppingen zijn, waarin zich de schoone orde der onderdeelen tot een schit terend geheel vereenigt, en die geschreven zijn in krachtigen, kern acht igen stijl. Dat, als alles leeft, als alles in een verhaal groot, verheven en machtig is, het gewoonlijk ook wel geschikt is voor kinderen, altijd onder voorwaarde, dat het hun zinnen niet ontijdig wekt," is echter slechts gedeeltelijk waar. In principe zou men het kunnen onderschrijven, maar in de praktijk zou ik toch wel een beetje reserve willen aanbevelen. Met romans b. v. moeten we spaarzaam zijn. Niet, dat ik er iets op tegen heb dat kinderen door 't lezen van heel enkele serieuse boekan, zich half onbewust, een voor stelling van de liefde leeren maken, maar denken we eens aan onze eigen jeugd terug! een normaal gezond kind dat nog geheel kind is, interesseert zich daarvoor uit den aard der zaak niet bijzonder. Zijn gevoels'even verschilt no^ te veel van dat der volwassenen, om voortdurend met voor dezen bestemden kost te worden gevoed. Geheele gebieden", zoo zegt dan ook Wolgast, die in de vol ontwikkelde menschenziel een meer of minder groote plaats innemen, ont breken nog bij het kind. Tot deze gebieden behooren: de geslachtsliefde, de mystiek, de Weltschmerz" en ten deele ook het ge voel voor natuurschoon". Wat dit laatste betreft, meen ik trouwens opgemerkt te hebben dat kinderen van de natuur dikwijls veel dieper en blijvender indrukken krijgen, dan de meeste volwassenen wel meenen. Die indrukken zijn echter heel kortstondig, alsof de nog half slapende ziel hél even de oogen opsloeg om het beeld in zich op te nemen, om ze dan dadelijk weer te sluiten. Maar het beeld blijit bewaard, dikwijls gedurende het geheele leven. Daarom zul een kind ook nooit veel voelen voor lange natuur beschrijvingen, terwijl het dikwijs een kort, pittig stemmingsbeeld htel goed weet te apprecieeren. Overigens vindt ook Wolgast, dat men, wat de hierboven genoemde ge voelens betreft, toch ook niet al te exclusief moet zijn: Ze zijn zulke integrente bestanddeelen van het menschelijk bestaan", zegt hij, dat het zelden mogelijk zal zijn, een stuk menschenleven ter poëtische bewerking uit te snijden, dat niet van deze bestanddeelen doortrokken of doorgroeid was. Maar ze mogen geen hoofdzaak, niet het eigenlijke THEMA zijn, waarom alles draait". Terloops wil ik hier even wijzen op het gevaar dat er ligt in de lektuur van de geeikte meisjesboeken", waarin maar al te dikwijls bakvischjee-verliefdheidjes tot een Uvemliefde worden opgeblazen, die dan natuur lijk ook op een huwelijk uitloopt! Kan men een kind in de puberteitsjaren wel iets gevaarlijkers ter lezing geven dan zoo'n boek, waaruit ze wel moet concludeeren dat ook De meest belangetelling van oud en jong genieten natuurlijk de mensch apen en het allermeest het jeugdige tweetal orang en chimpansé; de jolige koddige kindermaniertjes van die twee geboren acrobaten hebben onge looflijk veel bekijk bij de jeugd; maar ze ver dienen ook de aandacht van volwassen bezoekers, hoe die ook over de kwestie der lichamelijke en geestelijke menachwording denken mogen. De groote bruine orang met zijn koffiezak en zyn melancholiek gezicht en de nog donkerder chimpaneé, die het zaakje minder wijsgeerig opvat, wekken errstige gedachten bij heel wat bezoekers; dat zal ieder moeten toegeve'n die eens kalmpjes op een sofa gaat zitten en op dieren en menschen te gelijk let. De bekendheid met de evolutieleer dringt gestadig, langzaam en zeker door onder het ontwikkeld menschdorrj; belijders en bestrijders vinden in Artis stof tot denken. Ook de collectie apen en aapjes aan de overzijde deelt nu in de algemeene belang stelling; er zijn er bij die in hun uiterlijk zoo weinig aapachtigs vertoonen, dat de oppassers de nieuwsgierigen attent moeten maken op de handjes en op de oogen om het niet zoölo gisch aangelegd publiek te overtuigen, dat het toch ook apen zijn. Hoe onooglijk, in vergelijking met dien van het nieuwe apenhui?, de toegang naar het iosectarium en de slangenzaal voorloopig nog mag zijn, ik raad ieder aan, niet uit die buurt te gaan, zonder ook daar een kijkje te hebben genomen. Vooral voor jongelui die plezier in natuurstudie hebben of al wat liefhebberen in vlinders en kevers, is daar veel te leeren en te genieten. De mooiste inlandsche en uitheemgche vlinders komen nu uit de pop pen ; er zyn verscheidene zeldzame kevers zooals poppenroovers en helden bokken in leven te zien en wandelende takken bij hon derden; n is er, een Javaansche, die al een hand lang is, en nog steeds groeit. De terra riums zijn goed onderhouden en bezet met pJanten en dieren, met inlandsche slangen en met curieuse uitheemsche amphibiëen en reptielen. Ook staat er een jeugdige boa conatrictor te kijk, op den Oceaan geboren; die ziet er nog snoezig uit. Bij den ingang van de apen-zaal, waar vroeger de orang-oetang huisde, staat voor het eerst een groote bijen-kijkkast, die wordt eiken middag een half uur lang geopend, (de tijd staat er op aangegeven); de verzor ger van het insectarium, de heer R. A Polak, is er dan in den regel om desgewenscht verkla ring te geven; maar ook zonder aanwijzing wordt hier van het geheimzinnig bijenleven al heel wat geopenbaard. Het vlieggat is zoo vernuftig aangebracht, dat niemand eenigen last van de in- en uitvliegende bijen kan krijgen, waarschijnlijk zijzelf al rijp zou zijn voor dergelijke gevoelens net als die boeken-bak visschen? Neen, laat ze dan liever het verschil leeren kennen tusschen b.v. de jonge, onbesuisde liefde van een David Copperfield voor zijn kind vrouwtje" en het ernstige, diepe gevoel, waarvan hij zich later bewust wordt dat hu het eigenlijk van 't begin af aan voor Agnes heeft gevoeld, zonder te beseffen dat dit liefde was. Met hem had niemand ooit over ware liefde gesproken! Een leeg-uurtje, waarin dit goed tot zijn recht komt, n waarop allicht ongezocht een vertrouwelijk praat-uurtje volgt, kan op het volgend leven van onze opgroeiende kinderen misschien van grooten invloed zijn. Wanneer we op deze wijze met onze kin deren lezen en hun ook langzamerhand leeren begrijpen waarom iets mooi is, en zooveel anders dat den onervarene toch op 't eerste gezicht dikwijls zoozeer boeit, niet, (desnoods ook door eens een exemplaar van die soort onder handen te nemen en het henzelf te laten critiseereu), dan zullen ze zich later nooit op den duur laten boeien door Nick Carter en Buflalo Bul niet alleen, maar even min door Carl May, Gustave Aimard, Paul d'Ivoi en zooveel anderen! Wanneer ze zich afvragen: zijn deze boe ken wel mooi genoeg voor ons lees-uurtje?" dan zullen ze hèal goed zelf daarop het antwoord kunnen geven, en dat zal het beate wapen tegen dergelijke invloeden zijn, dat we hun op den levensweg kunnen meegeven, Ik wil hier nog even bijvoegen dat ik met mijn uitdrukking goed" voorlezen, volstrekt niet bedoel dat alle ouders zich in die kunst zouden moeten volmaken, Heusch, onze kin deren zijn tevreden wanneer we zingen zooals we gebekt" zijn als we er maar zelf geheel in opgaan en onze ziel er in weten te leggen! Velen zullen misschien een boek eerst zelf moeten lezen om er goed in te zijn en waarom niet? Die moeite is niet te groot, waar het de vorming onzer kinderen geldt. Geloof me, de kleine inspanning die dit van ons vergt, zal rijkelijk beloond worden, niet alleen door den invloed dien het op de kinderen heeft, maar ook door de steeds inniger verbinding, die daardoor tusschen hen en ons tot stand komt. N. VAN HlCETUM. Modes. Beethovens laatite levensjaren. Madame Mode weet vél, maar, ten allen ty'de was zij een povere weerkundige l Voor het zomer-seizoen 1909 had zij in haar vindingrijk, dartel hoofdje allerlei wazige imniminmmnnim vinden de meesten het niet eens. Van de bijen naar de insecten en reptielen gaande, komt ge langs een rijke collectie uitheemEche vinkjes;vergeet niet ze even te bekij ken; de onbeschrijfelijk mooie en harmonische kleuren van de meeste amadientjea zullen uw bewondering wekken. Ge zijt nu toch nog in den voortuin, wandel terug om de herten en langa de kameelen heen door da oprijlaan. Die vindt ge geheel veranderd. De oude iepen zijn verdwenen, z.e werden gevaarlijk in hun ouderdom;, jonge linden nemen hun plaats in en de lange rij papegaaien, die vijftig jaren lang de bezoekers bij het binnenkomen toeschreeuwden, is opgelost in een verspreide orde, die misschien minder overweldigend is voor kinderen; die voor het eerst Artis betreden, maar stellig meer den goeden smaak streelt. De drie vijvers zijn als altijd vol en mooi; vooral nu het zware geboomte ze overscha duwt, komen de talrijke zwanen, pelikanen en ooievaars, meeuwen, reigers, ook de eenden en ganzen krachtig uit op het donkere water. De jonge aalscholvers zijn al weer groot; de jonge zwarte en andere zwaantjes worden voor de veiligheid verderop ondergebracht, maar misechien kunt ge in den ganzen vijver het stellig voor u nieuwe schouwspel genieten, een schuwe brandgans met jongen te zien zwemmen Aan jonge dieren is Artis op dit oogenblik bijzonder rijk; behalve de jaarlijksche ezelveuIens,bisonkalfje8,is er een jeugdige eland.en een leuk jong pantertje te zien;de oude pan ter blaast ieder, die wat lang voor haar hok blijft staan, geweldig nijdig aan; het jong, een mooie poes met groote blauw-groene oogen, stoort zich aan niets, jammer dat n voorpoot niet in orde schijnt te zijn, maar dat kan misschien nog bij komen. Vlak voor de roofdieren is ook een jeugdige aanwinst te zier, een jonge reuzenreiger, een prachtig dier, en al net zoo groot en brutaal als de ouden. In de nieuwe woning van de dikhuiden wonen twee nieuwe tapire; een oud en een jong; het is de mooie Indische soort met den witten lap op den rug: de schahraktapir; het jong vertoont nog zwakjes de teekening van zeer jeugdige tapirs, lichte lengte streepen en vlekken. Nog veel meer nieuws is er, dat ge zelf wel vinden zult; ik wil liever de regels, die ik nog over heb gebruiken, om u te herin neren, dat ge zelf ook wat tijd moet over houden voor het aquarium; een belangwek kend en buitengewoon leerrijk onderdeel van Artis, dat door tijdsgebrek veel te vaak wordt overgeslagen. Het is weer zoo vol en rijk a!s ooit; sommige bassins overvol en toch altijd machtig mooi en boeiend door bet kijkje in het verborgen leven der visschen en andeie zoet-en zoutwaterdieren, kreeften, krabben, enzoovoort. luchtigheden, a jour weefsels, soupele kanten en ninon robes en mantels bedacht, die aller minst weerstand bieden aan stortbuien en windvlagen, om de beurt ons bestokend. De lange, chique redingote van sbantung en tussor doet overdag goede dientten; voor de gure avonden kan men ten bate zijner gezondheid de warmste mantels en jassen te voorschijn halen, die wij im wunderschönen Monat Ma i" in onze garde-robe hadden op geborgen. De lange redingotes worden bij voorkeur in half donkere tint gekozen: de elegante, lange revers of van zwart satijn, óf van de zelfde kleur als de mantel, maar in donker der tint. Havanna-kleurig tussor met zwart satijn en zwarte zijden franje gegarneerd, is beeldig voor rok en mantel, het zoogenaamde wan del- of bezoek-toilet. Witte blouses bij gekleurde _rokken zijn in den ban. De modieuse blouse harmonieert in tint met rok, zoowel als met wandelcostuum. Dat geeft ook een veel mooier geheel. De blouses van kant, Grieksche tulle, foulard zijde, ninon, of mousseline de soie wor den gegarreerd met borduursels, geheel in tint met het materiaal van blouse of robe. De kanten overroi, tunique, op zijde on derkleed, zal zich in 't najaar handhaven in solieder, meer voor 't jaargetijde geschikt weefsel. Het strensf- aangesloten punt-corsage, het genre cuirasse is in aantocht. Het past bij het moderne kapsel: scheiding in't midden, met de geonduleeide bandeaux. De Japansche parasol met de prachtige zér kostbare stokken heeft niet aan de grootsche verwachting beantwoord. Geldkwestie? Dat is bijna niet te denken! Wanneer men met bezadigd oog de grenzenlooze weelde van kleeding en toilet-attributen bekijkt, die gedragen worden, niet enkel door de Upperten" maar door middenstand-menschen, dan krygt men een joligen indruk, die in woorden omgezet verklapt dat het geld voor 't schep pen ligt I De vorschende blik, glijdend over brutale mode-excentriciteiten voert de gedachten óók wel langs sombere banen. Men vraagt zich af: Zou die uitzinnige ijdelheids kermis een naderende crisis voorspellen? De nieuwste zonnenschermen worden kuns tig geweven uit rafia, het aardig stroo waaruit reeds zooveel voorwerpen in den laatsten tijd zijn geweven. Het roomkleurig, eoupel materiaal maakt den indruk van grove tussor, hét mode-artikel bij uitnemendheid. De rafia- parasols zijn gegarneerd met schul pen, festons van rafla die er als grof kantwerk uitzien. De modieuse schermen zijn er. Moge de zon nu eindelijk schijnen! (Zie vervolg op pag. 9.) In het groote driedubbele bassin in het midden, dat verleden jaar door een on geluk leeg stond, zwemmen nu weer statig reusachtige kabeljauwen langs u heen, ge flankeerd door een haai, een paar snotdolven en een leng, een aantal gepen en nog veel meer; nog leven er eenige zeeduivels bij in, waarvan ik u al eens wat verteld heb, maar hoe lang die het nog maken zullen, durf ik niet voorspellen. "Het zijn geweldig woest uitziende dieren, die visschen met hun groote parelmoeren tanden; het is of ge ze de krabben er mee hoort kraken. Bijzonder mooi zijn dezen keer verschil lende bassins met zeeanemoontjes bezet; ook de school haringen is er weer en het laatste bekken links van den ingang bij de kleine zaal,biedt voor ieder, die wat weten wil van het leven op den zeebodem, een studieveld van groote beteekenis; daar kruipende zilverharige zeemuizen rond, daar steken de gapers bij tienen hun lange syphon omhoog, en schuiven de kinkhoorns op hun groote witte voeten rond; 't is de pier van Ymuiden in de diepte. en ander zeebekken is vol met de be langwekkende zeepaardjes; die ouderwetsche beesten met hun rug- en kopwieltjes maken het best; vele hebben eieren gelegd, de man netjes broeden ze uit; ze dragen ze mee in hun buikzak, die er geweldig van zwelt. Als ge treft, ziet ge de jongen al uit zwemmen gaan. Prachtig in n woord zijn de groote zoetwater bassins; de goudzeelten, de baarzen en de mooie groengevinde Amia calva met de leelijke naam moddervisch, leven in een schitterend met waterplanten versierde om geving. Trouwens alle bassina zijn op smaak volle en natuurlijke wijze aangekleed. Maar weinig menschen zullen begrijpen, wat dat een moeite kost. Niet het minst,diein de kleine zaal met de anemoontjes, de alikruiken en de sala manders. De verzameling zeldzame vieschen uit onze Oost en West neemt elk jaar in omvang toe, en de kleinste, sommige van een paar centimeter, zijn over het algemeen de mooiste en belangwekkendste. Ook leeft er weer een blinde grotsalaman der; het gordijntje is neergelaten, trek maar aan het touwtje en ge ziet het beroemde witte dier in zijn rotswoning heen en weer bewegen. Dat zijn maar 'enkele vaak vergeten dingetjes, waarop ik even wijzen wilde; waarlijk, wie van zyn bezoek aan Artis het volle genot wil hebben, moet niet te weinig tijd uittrekken voor het Aquarium, minstens twee vol:e uren. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl