Historisch Archief 1877-1940
No. 1674
D E AM S T E II D A MM ER WEEKBLAD V O O R N E D E K L A N D.
YOOÏl DAMEjS.
De CÉmescïe Men,
De Chinees die in alles zoo heel anders is
dan de westerling heeft ook mndere
gastronomischa principes dan wij. Vooral houdt hjj er
van, zooveel mogelijk schotels tegelijk op tafel
te zien. Onbekend ia voor hem die harmonische
opeenvolging van gerechten van een
Enropeesoh diner, product der ervaring van
eenwen, waarbij eetlngt-opwekkende spijzen
de ouverture vormen, die op een allegro
van gebraad, groenten ea gevogelte voorbe
reidt, hetwelk gevolgd woidt door een adagio
van aardbeien met alagroom, op zyn beurt
besloten met een droomerig andante van
mokka, een pousse" en een huile".
Zulk een kunstwerk kent de Chinees in het
algemeen niet,
De Chinees begint het liefst met zich
doormidiel van zoetigheden en sigaretten den
eetlust te benemen en laat, wanneer een
onnoemelijk aantal schoteltjes de revue zijn
gepasseerd, het iware geschut van een
fijstgerecht aanrt}kk#D. Met zijn stokjes, die hij
bevalliger hanJWert dan de onbeschaafde
Europeaan vork en mes, plukt hij het eten
van z\jn bordjes, tot eindelijk krachtige, uit yn
diepst* binnenste opkomende geluiden, die
men in ons werelddeel alleen aan den
landeljjken disch hoert en die daaraan dan ook
hun naam ontleenen, de tevredenheid over
het genotene moeten te kennen geven.
Maar die Chineeeche keuken is lang niet
slecht. Gebakken visch, zoo malsch als gij ze
in Europa nauwelijks vindt ; in dunne reepjes
gesneden, met groente vermengd vleescb,
pasteitjes en andere spijzen smaken uitmun
tend. Alleen het brood, dat in den vorm van
zemelen, niet gebakken maar gekookt wordt,
is voor een nropeésche maag niet stree
lend. Overigens leer en de Chineesche
boys verrassend vlug de spijzen opzijn
Europeesch toebereiden.
Aan de talrijke Chineezen van
Mohamedaansch geloof in de provincie Tsjili, is het
te danken, dat men dagelyksch vleesch be
komen kan van alle slachtbare dieren, zoodat
ik mü, zegt een Europeaan, tot dusver nog niet
bij kip met rijst behoefde te bepalen. Als
echt Chinees gelooft mijn kok natuurlijk, dat
ik deze lievelingsspys van zijn volk veracht
en dies he'i ik ze nog heelemaal niet gegeten.
Maar dagelps is er uitstekend rund-,
schapenof varkensvleescb. Ook op den Chineescben
haas, die van fijne f jantoengkool leeft en
allerlei viichsoorten, kan 'een Duitscher
niets aanmerken. Behalve die uitmuntende
sjantoengkool zjjn njjboonen, spinazie, wor
telen en witte bieten te krijgen. De heete
Aziatische zon kweekt prachtige groote
druiven, die aan muskadellen doen denken,
peren, appelen, perziken, kakivruchten (rood
bruine vruchten, die van buiten eenigszins
op tomaten gelijken), goudgele mandarijnen,
groene oranjeappels, meloenen, verschillende
soorten van noten, dadels en andere
uitbetmsche vruchten. Ook is er overvloed van versche
eierep. Aalleen boter, melk en kaas zijn niet
te krijgen, daar de Chineesche koe geen melk
geeft en de Chinees een walg heeft van
zuivelproducten.
interesseert den lezer misschien welke
prijzen men in China voor levensmiddelen
betaalt. Als munteenheid geldt overal in het
rijk de caih, de doorboorde munt met een
duim-dik vuil er op, die uit een mengsel van
koper en tin bestaat en waarvan er 500 aan
een koord geregen, gelijk staan met 1000
evenzoo bewaarde, «renzoo doorboorde
kleinere munten, JELet tjau, de rist groote caah
heeft .een afwisselenden koers, gemiddeld is
het een halven dollar waard. De dollar zelf
schommelt tus»chen ?1.02 en ?1.38. Tien
cash is dus zoowat evenveel als een cent.
Bij de afrekening, die mijn boy mij
wekeIjjks voorleggen moet, zegt de schrijver, en
waarbij bij mü, naar Oosterschen trant zeker
nog behoorlijk afzet, vind ik voor eencattie
(0,606 K. G.) de volgende prijzen in kleine
cash berekend: soepvleesch 200, filet,
varkensvleesch, schapenvleesch 240, varkensvet 320,
groenten 50, fruit naar gelang van fraaiheid
en jaargetijde 50 tot 120, een kip 270, een
haas 225,twintig hoendereieren 260 kleine caah.
illlllllll ..... IIIIIIIIHIIIIIIIIIIIII .......... imiiiilllimiiliiiiiillilHimii ......
UIT DE_.NATUU^.
CCCXXXIH. Dierlijke Electriciteit.
Electrische schokken en electriach licht,
sedert onze schooljaren zijn die in onze ge
dachten zoozeer met de instrumenten uit het
phyeica-lokaal verbon
den, dat het ons telkens
weer verbaast, ze zonder
elementen, machines of
koper draad te zien on t.
staan.
Toch is het waarschijn
lijk, dat dierlijk weefael
en in de eerate plaats
het zenuwstelsel, zoo
het al niet van begin
tot eind een electrigch
orgaan ia, het vermogen
bezit electrische werkin
gen te verdichten. Waar
en hoe de electrieche
kracht in het dierlijk
lichaam ontstaat, dat
is een moeilijk uit te
maken vraagstuk ; het
moet wel chemische
electriciteit zijn, maar de
electriciteits-bron, het
element uit de les, dat is maar zelden te
vinden.
Büenkele lichtgevende dieren, waar van
phosphorepcentie geen sprake kan zijn, wordt
ook electriciteit als oorzaak van het lichten
aangenomen.
Zekerheid alleen is verkregen voor enkele
dieren, die van oudsher als eleetrisch bekend
staan. Zooals de Bidderaal, de sidderrog en
de siddermeerval.
? Van de week nog heb ik eens door op
zettelijke aanraking met een vingertop den
schok van zoo'n torpedo- visch, die in een
aquarium werd gehouden aan den lijve ge
voeld ; ik kan u verzekeren dat hjj aankwam.
Tot in den schouder toe sloeg hét door ; het
was volkomen dezelfde werking als van een
Leidsche flescb, die tamelijk sterk geladen
werd.
? Eenigszins vreemd is het, dat de electrische
organen van deze zoo weinig verwante en
ook in hun uiterlijk zoo verschillende visschen,
zoozeer met elkaar overeenkomen wat de
fijDeze getallen komen den Europeaan-natuur
lijk belachelijk laag voor. Bedenkt men echter,
dat de Chineesche daglooner, een koelie met
een dagloon van 300 kleine cash rekent, dan
begrijpt men dat slechts een voornaam huis
houden zich zooveel weelde kan permitteeren.
Dat de Chineetsche slempparty'en niet voor
de oud-Eomeinsche feestmalen onderdoen,
leert men het best bij een voorstellingsdiner.
Onze Euiopeaan verhaalt daarvan het
volgende.
Onlangs gaven wij, drie Dnitiche
jonggezellen, die samen in een afgelegen dorp in
de provincie Tsjili wonen, ter eere van eenige
hooge gasten van het ministerie van oorlog,
een diner. Het was geheel op z'n Chineesch
ingelicht. Na een zeer ceremonieele be
groeting namen wij, streng naar rang ge
plaatst, met de noodige plichtplegingen onze
houten zetels in, welker leuningen na den
geëindigden rouw wegens keizer Kwangtioe
en zijn tante weder rijkelijk met vuurrood
doek behangen waren. Plechtig was de ken
nismaking, waarbij allereerst ouderdom en
kinderaantal der aanwezigen vastgesteld wer
den. Daarop begon onze taak tot het ledigen
van de kleine napjes, bordjes en schoteltjes,
die de tafel bedekten, en welke gevuld waren
met de kostelijkste vleescbgerechten, pas
teitjes, wonderbaar gefatsoeneerde zoetighe
den uit my onbekende stoffen samengesteld,
opengebroken perzikpitten en andere ver
snaperingen. Ook rotte eieren" waarover
men het in Europa steeds zoo druk heeft
ontbraken niet, maar ze smaakten heel goed
en roken heel niet onaangenaam. De eenden
eieren worden namelijk gerookt, vervolgens
met schaal en al in een bederf werende stof
geplaatsten zoo in den grond begraven waar
zij zooveel maanden blijven tot het dooier ge
heel zwart geworden is en het eiwit een door
zichtig bruine, geleiachtige kleur aangenomen
heeft. Dan komen de eieren aan schijfjes
gesneden op tafel.
Twee reeksen elk van zes der nitgezochtste
gerechten werden aldus, volgens het bij gala
diners gebruikelijke cermonieel opgediend
en ik moet zeggen, dat alles zonder uitzon
dering mij voortreffelijk smaakte. De Chinee
sche kookkunst is uiterst verfijnd. Ook de
lekkernijen waarover men in Europa zoo graag
veracht Jyk de schouders ophaalt, omdat men
ze niet kent, bleken keurig van smaak. Glin
sterende haaivisnhvinnen, teere karpers,
bamboesprnitjes, zeekwallen, deze en andere rari
teiten waren werkelijk kostelijk toebereid, en
zoo luchtig, dat men ze zonder (de in China
onbekende) messen met de stokjes kon op
nemen. Behalve Enropeesche wijn, dien de
boys gekookt hadden en vervolgens in de
waterput doen afkoelen, kregen wij rijst- en
gouleang-wyn, die heet gedronken wordt en
eenigazins smaakt als slappe Madeira.
Daartnsschen door werd thee geserveerd, om de
tong voor nien we geneuchten vatbaar te maken.
Telkens wanneer een nieuwe schotel opge
diend werd, gingen, als op commando, elf
paar eet stokjes daarin en legden vervolgens
op het bord van den buurman of den tegen
over zittende de beste brokken neer. Wilde
men buitengewoon beleefd zijn, dan stak men
die zelfs in den mond van den geëerden
diechgenoot. Met dezelfde stokjes eet men ook zelf,
zoodat het deelnemen aan een Chineeschen
maaltijd vrüveel zelf bedwang kost. Af en toe
nemen de stokjes een gemeenschappelijk bad:
een schotel met heet water, of worden aan
een Tochtige, weinig appetytelijken lap af
geveegd.
Nadat dan eindelijk de twaalf gerechten
verwerkt zijn, worden voor wie na al dat
lekkers nog een natuurlijken eetlust mocht
gevoelen, zes reusachtige tinnen vaten opge
bracht, aan welker inhoud men zijn genoegen
kan eten. Snuivend, slurpend, smakkend,
lepperend hanteerea de gasten hun stokjes dan
nog zoolang totdat zij ten laatste daarmede een
horizontale lijn door de lucht teekenen om
aan te duiden dat z\j boordevol zijn en heuech
niet mee'r kunnen.
nere inrichting betieft; terwijl van de nauw
verwante soorten geen enkel ook maar een
spoor van dit merkwaardig electrisch wapen
bezit. Dit verschijnsel, dat namelijk geheel
verschillende dieren zeldzame en bijna gelijke
wapenen of eigenschappen bezitten, die niet
tot de soort of familiekenmerken behooren,
Sidderaal.
wordt, zooals mijn lezers nu al wel weten,
met den naam convergentie aangeduid. De
poging tot verklaring er van brengt tot de
onderstelling, dat zulke organen van betrek
kelijk jongen datum zijn.
BÜhet anatomisch onderzoek van elec
trische dieren valt dadelijk het wonderlijk
orgaan, dat ze beroemd heeft gemaakt, in
het oog; het vormt bij den sidderaal haast
de geheele licbaamsholte en vult den kop van
den sidderrog voor een derde. Oppervlakkig
bekeken, lijkt het wel wat op een kuitmas^a;
langwerpige huisjes of staafjes eindigen als
facetten en geven aan de buitenzijde een
netof celachtig uiterlijk. Het microscoop heeft
den fijneren bouw aan het licht gebracht;
elk facetje is de eindvlakte van een kolom,
bestaande uit op elkaar gestapelde doosjes.
En elk zoo'n doosje bevat in het midden
een liggend plaatje of schijfje, dat aan weers
zijden met een laagje van een korrelige stof ii
bedekt. Zoo'n toestelletje ligt gebed in een door
schijnende geleiachtige stof, dat de rest van
zwakte tM.
Zwakke kinderent
Wie midden-zomer iets voor hen wil doen,
denkt onwillekeurig aan die heerlijke instel
lingen, bronnen van levenslust en levens
kracht, aan de vacantie-kolonies.
Steeds grooter werd het aantal vereenigingen
en comité'g, steeds groeide het aantal
afdeelingen van het Centraal Gerootschap voor
kinder herstellings- en vacantie-kolonies.
Jaar op jaar vermeerderde het aantal zwakke
kinderen, die het genootschap deed verplegen.
Het cijfer 1200 wordt dit jaar overschreden.
In 1906 werd het mooie, ruime koloniehnis
Kerdijk" gebouwd. Reeds het jaar van vol
tooiing was er aanmerkelijk te kort aan
plaatsruimte.
Nu in 1909 heeft het centraal genootschap
naliet koloniebuis Kerdijk" 5 tehuizen in
huur, die tegelijkertijd te zamen 190 kinderen
kunnen herbergen.
Wat dringend nopdig is, daHs de uitvoering
van een tweede eigen kinderhuis, waarvoor
de plannen reeds lang gereed zijn.
Pasmunt is slechts voldoende, als die van
alle zijden stroomt naar CEINTUURBAAN
216, AMSTERDAM, by den heer Th. M.
Ketelaar, schoolopziener in het arrondissement
Hilversum, den penningmeester van het
Centraal Genootschap.
Zeventig a tachtig duizend gulden zullen
noodig zijn voor een koloniehuis, dat aan
de hoogste eischen voldoet.
Moge een beweging ontstaan voor het nieuwe
tehuis, een steeds sterker wordend begeeren
naar wat zoo dringend noodig is, een beweging,
niet tot bevrediging van den nationalen trots,
maar ter wille van het zwakke kind.
Egmond aan Zee, Juli 1909.
MerlaBitóe Ka&Mool te 's-öraTeiage.
Den loden dezer had in het gebouw der
Nederlandsche Kantwerkschool te 's
Gravenhage de bevordering plaats der werkstukken,
vervaardigd door vijf werksters-leerlingen der
school, die na afloop van den cursus het
einddiploma wilden verkrijgen. De beoor
deeling had plaats door de dames mej. Elise
M. Rogge, Haarlem; mej. A. P. van Rijn,
Haarlem; mej. Boom, 'sGravenhage;mevrouw
van der Goes van Derxland, 's Gravenhage.
Beide laastgenoemde dames zijn leden van
het comitéder school. Lid en voorzitter der
commissie is E. A. von Saher, Haarlem, secre
taris-penningmeester der Vereeniging. Het
einddiploma werd toegekend aan Betsy van
Setere, Antje Morgenstein, Anale Roos en
Marie Waalberg, terwijl het einddiploma met
onderscheiding werd toegekend aan Knierke
van der Ploeg.
Deze zelfde werksters hebben praktische
bewijzen van bekwaamheid afgelegd, bij het
vervaardigen der kanten voor de koninklijke
wieg, geschenk aan E. M. de Koningin van
het Haagsche comité.
Geachte Redactie l
In de nrs 1671 en 1672 van dit Weekblad
komen onder de rubriek Voor dames" eenige
recepten voor tot het maken van jams enz.
Zonder nu de recepten van mevr. A. van
Leeuwen?Francken af te keuren, meen ik
de volgende methode, door ons sinds jaren
toegepast en uitstekend bevonden, te mogen
aanbevelen, als minder omslachtig en ook
voordeeliger wat betreft het suikerverbruik.
Op 7 pond aardbeien neem ik slechts 2
pond witte kandijsuiker, die zoethoudender is
dan de gewone suiker. Eerst ontdoe men de
aardbeien van de groenesteeltjes en blaadjes;
daarna flink en ruim wasechea en op een
zeef goed laten uitdruipen. Vervolgens in een
pan, die alleen en uitsluitend voor vruchten
gebruikt mag worden, een weinig water, dat
IIIIIMIIIIIIIIIItlllllllMIIIIIIIIIHtMIIIIIIUIIIIIIIHMIIIIIMmlllHHIIIIIIIIIIIII
het doosje opvult; het hulsel is van
bindweefsel gevormd. Een groot aantal van deze
opgetaste doosjes vormen samen een kleine
kolom, die een verrassende overeenkomst
vertoont met de beroemde kolom van Volta.
Zooals ieder zich wel herinnert bouwde
de ontdekker Volta zijn eerste electrieche
batterij zoo op, dat by achtereenvolgens een
plaatje zink, dan een lapje met verdund
zwavelzuur, dan een koper-plaatje er boven
op, weer een zinkscbyf, lapje, koper, enz,
steeds in de zelfde volgorde. Wordt dan
het bovenste koper plaatje van zoo'n kolom
door een geleider, hetzij koperdraad of de
vingers van een menscheuhand met het
onderste zinkplaatje in aanraking gebracht,
dan ontstaat de electrische stroom, en voelt
men een schok.
Ook bij de eidderaal is de batterij zoo ge
bouwd. Aan de achterzijde van het
tusschenplaatje in elk doosje ligt de laag, die negatief
geladen is; aan de voorzijde de positieve
korrellaag. Uit de positieve laag komen
zenuwdraden te. voorschijn, die den dienst
van het koperdraad vervullen. De onder- en
bovenlagen vertegenwoordigen de koper- en
zin k platen.
Wel ia elke kolom in het electrisch orgaan
van zoo'n sidderviech miniem van omvang
en de electrische kracht gering; maar er
liggen duizenden van die kolommetjes, elk
uit talrijke opgestapelde doosjes bestaande,
vlak tegen elkaar; aan de oppervlakte ko
men de draden van elke pool bijeen tot
een net van zenuwstrengen, waardoor een
sterke stroom gaat. De spanning daarin is
door die samenstelling bij een dier zijn
millioenen doosjes geteld aanzienlijk genoeg.
By een siddermeerval, die in den Ny'l voor
komt, is de kracht van den eersten slag na
lange rust gemeten; de spanning bedroeg
ruim 200 volt. En dat was nog maar een
kleintje van een voet lengte. Raakt EU zoo'n
geladen dier een prooi aan, dan veroorzaakt
dit contact de ontlading. De schok die het
kan toebrengen is zoo geducht, dat gewoonlijk
tijdelijke verlamming, bij een klein dier in
den regel de dood het gevolg is. In elk geval
heeft de torpedist nu tyd en gelegenheid zijn
buit te grijpen. De sidderrog van de
Middellandsche Zee legt zich plat op den bodem, als
hij op jacht is; hij werkt zand of steentjes
op zij n rug en alleen een deel van den kop
maar juist den bodem bedekt, aan den kook
gebracht en hierin de suiker geheel laten
smelten, in die kokende suiker de vruchten
doen en ze onder gestadig roeren met
een houten lepel laten koken. In een
uur, soms nog korter, heeft men de
gewenschte dikte, wat men kan zien, door
een beetje van de substantie even op een
schoteltje koud te laten worden. Terwijl de
jam aan het koken is, keeft men
ondertusschen de % liter fleschjes van de
Wecksterelüator in de bekende Weck's ketel,
waarin zich op den bodem een draad bodem
bevindt tegen het springen der fleaachen,
met kond water opgezet en aan den kook
gebracht. Nu wordt de kokende jam in de
heete tlesschen gegoten, die natuurlijk op
een plank móeten staan, met de gezuiverde
caoutchoucringen, deksels en veeren afgesloten
in heet water, waarin de thermometer van
te voren met kond water is afgezet
(tusechen 80 en 90 graden celsiua) 10 minuten
lang gestereliseerd. Op die manier behandel
ik alle jams. Van de kleine roode en
witte pruimpjes moeten natuurlijk eerst de
vellen en pitten worden verwijderd. Dit
geschiedt door ze in een net in kokend water
te houden, gedurende een paar minuten en
ze dan van pit en vel te ontdoen. In de hoop
dat deze inlichtingen van nut kunnen zijn,
teeken ik gaarne Uwe d we,
Amersfoort, Juli '09. A. H.
Vroolijke weduwen. Vrouwen-tehuis te
Hampttead. Clevelana's Bijbel.
Juliette Adam over de koningin van
Portugal.
Wij, bewoners der Lage Landen zijn niet
de nigen die naar warmte en zonneschijn
verlangen. Buitenlandsche bladen en berich
ten van reizende vrienden melden ons om
strijd, dat 't in het buitenland, vooral in
Zwitserland eren koud, nat en donker is,
als bij ons. Meteorologen vertellen, en dat
is óók een schrale troost voor de kleumende
klagers in 1909, dat de jaren 1871 en 1884
precies even guur en vochtig waren als de
zonlooze zomer, die thans zooveel verzuch
tingen doet slaken. In Berner Oberland, aan
den voet van de Gemmi, te Kandersteg,
waar regen en w nd hun mistroostig spel
dag-in-dag-uit voortzetten, heerscht een
buitengewone drukte, wegens het hervatten
van den bouw van een tunnel, voor een
electrischen trein van Bern naar Milaan.
In Kandersteg is voor dit uiterst gevaarlijk
werkje, waaraan Zwitsers zich niet wagen,
een Italiaanach dorp verrezen. Italiaansche
mijnwerkers met vrouwen en een wriemelend
aantal kinderen, een geheele kolonie. Verleden
jaar gebeurde een ongeluk- in den tunnel.
Midden in den nacht, met 't springen van
dynamiet had een instorting van zand en
een steenmassa plaats. Vier en twintig
mannen en twee paarden kwamen om 't
leven. Het zand werd 189 meter den tunnel
ingedreven en met een vaart, die den
werklieden de kleeren van 't lijf scheurde.
Het werk stond acht maanden stil en nu
is 't weer met groote bedrijvigheid hervat.
De vrouwen der Italiaansche mijnwerkers
zijn geen Eponina's = ontroostbare wedu
wen, zooals de tragische figuur van Sabinus'
echtgenoote.
Toen een mijner vriendinnen, te Kander
steg toevend, haar medelijden uitdrukte met
de vrouwen en kinderen der omgekomen
werklieden, werd haar meegedeeld, dat de
weduwen eerst erg te keer gingen", maar
de waarheid van het gezegde: Luid gekreten,
gauw vergeten" ook hier bleek. Denderden
dag na 't overlijden harer mannen, waren zij
weder verliefd, den .vierden dag verloofd en
na een week getrouwd l! Devant Monsieur
leMaire?!
* *
»
Donderdag, 8 Juli j.l., is te Hampstead bij
Londen een nieuw Tehuis, voor vrouwen"
ingewijd. Reeds den eersten dag, waren vijftig
kamers bezet.
Het nieuwe Tehuis" stichting eener rijke,
met de oogen en een puntje van denstaart,
dat beweegt als een lokaas, steken er boven
uit; of hij houdt zich geheel en al onbeweeglijk.
Het is waarschijnlijk, dat het argeloos vischje
den rog niet eens behoeft aan te raken;
maar dat het alleen in de nabijheid behoeft
te komen, om de noodlottige ontlading te
veroorzaken. Of de sidderrog daarbij nog naar
willekeur kan te werk gaan, of dat het een
geheele passieve ontlading is, valt niet ge
makkelijk uit te maken. Voor de hand ligt de
onderstelling, en de feiten bij den sidderaal
waargenomen wijzen er op dat de electrische
dieren zelf het oogenblik van de ontlading
kunnen bepalen; anders zou ook elke aan
raking, ook van een steen of een plant, hen
berooven van hun opgespaarde kracht.
Schets van een doorsnee van een sidderaal.
E en e zijn de beide electrische organen.3
Sb de zwemblaas. W wervelkolom en
n zenuwetrengen.
(Uit Schoenichen Biologie und Phytik}.
philautropische vrouw, is uitsluiten'd bestemd
voor vrouwen en meisjes, die in haar eigen
levensonderhoud voorzien. En dat aantal is
in Engeland niet gering, aangezien daar 1%
miljoen meer vrouwen dan mannen zjjn. In
dien deze statistiek betrouwbaar is, dan is
't zeer goed te begrijpen, dat juist in Engeland,
tegenwoordig zooveel betrekkingen : door
vrouwen vervuld worden, waarvoor vroeger
uitsluitend mannen in aanmerking kwamen.
Dat trouwen en kinderea baren de natuur
lijke totping der vrouw is" zal door legio
zwoegende, ploeterende Engelsche vrouwen,
als bittere ironie aanvaard worden!
Ge'ukkig hebben de moedige strijderessen;
om het bestaan een aangenaam home in
Hampstead. Voor veertig galde a in de maand
hebben zy een kamer en voeding. Lees- en
recreatie za'en zijn aan het Hom« verbonden.
* *
Bij het lezen van dr. Edward B. Koster'»
sympathiek stukje: Bijbelkennis", voorko
mend in netnummer van 12 Juli van ons Week
blad, dacht ik aan Cleveland, en, vroeg mij
af, wat die wel zon gezegd hebben van het
volslagen gemis aan Bijbelkennis van; een
groot gedeelte onzer jongens en meisjes l
, Cleveland kreeg als knaap van zgn moeder
het Boek der Boeken, in klein formaat, een
beekske dat hu in den zak kon dragen.
Toen hij als president der Vereenigde
Staten den ambtseed moest afleggen, forma
liteit die geschiedde met het plaatsen der
rechterhand op een Bijbel, tijdens het uit
spreken der gelofte, haalde hu een klein,
versleten boekje te voorschijn. ?
Op dat boekske, het Bybeltje, hem door
zijn moeder geschonken, zwoer president
Cleveland trouw aan zijn ambt.
"**
De geestdriftige, werkzame redactrice van
de Nouvelle Revue, die met een aantal
tooneelspeelsters het geheim eener eeuwige
jeugd bezit, heeft een conférence gehouden,
waarvan de opbrengst ten bate kwam der
slachtoffers van aardbevingen in Portugal.
Naar aanleiding van Jnliette Adam's
menschlievend werk, genopt de schrandere Francaise
het voorrecht eenige malen de gast te zijn
van haar landgenoote koningin Amélie van
Portugal. Juliette Adam die een mamnelpe
belangstelling heeft voor politiek, zooals uit
haar geschriften blijkt,voerde met de koningin
van Portugal langdurige gesprekken over
hedendaagsche staatkunde.
Behalve politiek, waarin Amélie van Por
tugal malgréelle verzeild is, heeft de koningin
weduwe andere dingen die haar meer aan 't
harte liggen en waaraan zij al haar krachten
wijdt: in de allereerste plaats de opvoeding
van het koninsje", zooals zij Don Manuel
noemt, liefdadigheid, kunst en literatuur.
Het door haar verrezen kinderziekenhuis is
in veel opzichten een model-inrichting, Van
staatswege werd het ziekenhuis gebouwd,
maar de koningin bekostigde de geheele
meubileering, met inbegrip van alles wat
noodig is voor ziekenverpleging en het ver
richten van operaties. Een bekwaam genees
heer heeft zyn gewone praktijk opgegeven,
om als geneesheer directeur werkzaam te zy'n
Met groote voldoening biechtte de koningin
aan de redactrice der Nouvelle Revue, hoe
heerlijk zij het vond het ziekenhuis te kunnen
steunen door bezuinigingen die zij zich zelf
oplegde: Het geld, waarover ik beschikken
kan, besteden om het getal mijner japonnen,
hoeden en mantels in 't oneindige te varieeren
en vermenigvuldigen en het aan mijn lief
ziekenhuis onthouden, dat nooit l"
'Moge de verstandige moeder en de welda
dige vrouw in de zorgvuldige leiding van
het koninkje" en in de beoefening der wer
ken van barmhartigheid troost vinden voor
het schrikkelijk leed, dat haar trof, door den
moord gepleegd op haar echtgenoot en haar
oudsten ZOOD.
De meest overtuigde republikein zal moeten
erkennen, dat deze vrouw een koninklijk
voorbeeld van geestkracht geeft.
CAPBICB.
Evenals de bijensteek als geneesmiddel
wordt gebruikt en inderdaad tegen
rheumatieche aandoeningen, mits geen jicht, wel
doosjes uit een
. der kolommen van
'" het electrisch
orgaan
(sterk vergroot).
pi de elect. plaatjes.
g de geleiachtige
massa waarin ze
liggen.
eens genezend heeft 'gewerkt, zoo is ook
de electriciteit van de sidderaal aangewend
bij verlammingen. Dit lijkt anders een middel
erger dan de kwaal; althans wanneer het
bekende verhaal, dat Humboldt geeft van den
homerischen strijd in de Orinoco tusschen
sidderalen en wilde paarden, geen uitzonde
ring op den regel betreft.
Dat waren trouwens sidderalen van ander
halven meter lengte; ze drongen tegen den
buik van de zwemmende paarden op en
schenen herhaaldelijk hun batterijen te ont
laden. De uitwerking was zoo hevig, dat de
paarden verlamd werden en twee er van
binnen vijf minuten al waren verdronken.
De angst van de overige was zoo hevig, dat ze
met uitpuilende oogen aan land trachtten te
komen; waarin ze evenwel door de Indianen,
die het schouwspel voor Humboldt op touw
hadden gezet, werden verhinderd.
Na den strijd waren ook de overwinnaars
uitgeput, ze zwommen naar den oever; een
groot aantal sidderalen werd voor den
natuuronderzoeker aan land getrokken door middel
van speren met touwen. De gewone manier
van vangen is de bedwelmings-methode; de
inboorlingen kennen talrijke vischvergiften,
die ook op den sidderaal hun uitwerking niet
missen.
E. HEIMANS.