De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 8 augustus pagina 5

8 augustus 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

«Tv, Na 1676 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. zooals vermecellisoep, sagosoep, gries meel soep, groentensoep, rijstsoep, juliennesoep, enz., bereidt men snel en goedkoop met MAGBI'S BOUILLON-BLOKJES. Men lost de noodige blokjes in kokend water op en kookt de gewenschte toevoegingen daarin gaar. Men lette op den naam ,, Hl AC-G l" en het fabrieksmerk Kruisster". Soepen Bouillon «2 Gil iiimniimiiimmiiiimillii iilllln lllliliimiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii m M internationale Terpleensters-eoiiiiFes, Onder de vele internationale congressen, welke gedurende de maand Juli te Londen gebonden zijn, heeft het internationale ver pleegsters-congres slechts weinig aandacht getrokken. De Engelsche couianten hebben maar korte berichten gegeven, en alleen een zwakke echo daarvan drong door in de Hollandsche bladen. n toch is dit congres van groote beteekenis geweest voor de verpleeg sters niet alleen, maar ook voor het publiek, want vele vraagstukken over opleiding, die nog wachten op een goede «plossing, zyn hier besproken, terwijl ons vele nieuwe wegen, voor nuttigen arbeid voor verpleegsters ten behoeve van de algemeene gezondheid ge wezen werden. De behoefte aan aaneensluiting met de collega's uit anderelanden, aan samenwerking ter verkrijging van betere arbeidsvoorwaar den, van een vollediger opleiding heeft reeds meer dan tien jaar geleden bij mrs. Bedford Fenwick, de talentvolle leidster der Engelsche vereeniging voor Staatsregistratie voor ver pleegsters het besluit doen ontstaan om een Internationalen Bond te stichten. In 1899 werd te Londen de constitueerende vergadering gehouden. De twee eerste kinden, welke zich aansloten waren Engeland en Amerika, in 1904 trad Duitschland als lid toe, terwijl dit jaar Nederland (vertegen woordigd door Nosokomos", Ned. Vereeniging tot bevordering van de belangen van Ver pleegsters en Verplegers), Finland, Denem ar ken en Canada den wensch te kennen gegeven hadden om lid te worden. Maandag 19 Juli werd de tweede vijfjaarlyksche ver gadering van den Int. Bond door Mrs. Bedford Fenwick geopend met een gloedvolle rede, waarin zjj aan het einde als motto voor de volgende periode van vijfjaar het woord Leven gaf. Zg zeide: Ik stel als motto voor Leven. Leven in zjjn diepte, verscheidenheid en majesteit. Het leven waarvan wij elke minuut goed moeten besteden. Kennis, waarheid, liefde, schoonheid, goedheid, geloof, vormen ons leven. Hij leeft het meest intens, die het diepst denkt, die het edelst voelt, het beste handelt. Kameraden, tot onze volgende, blijde samenkomst wensch ik n toe de volheid des levens te mogen MIII! M Illllli 111IIIIIMIHHIIIII iiniiiiiitiiiiiiiii DAME£. Het was een oogenblik van groot en thousiasme toen daarna de presidenten der vakvereenigigingeu van de nieuw aangeloten landen met een hartelijke toespraak en onder het aanbieden van ee« fraaien ruiker Welkom werden geheeten als leden van den Bond. Op deze algemeene vergadering werd ten slotte een motie ten gunste van Staatsregi stratie voor verplegenden voorgesteld en met algemeene stemmen aangenomen. Het aan nemen van deze motie, waarin de ernstige overtuiging van den Int. Bond uitgesproken werd, dat het wenschelyk is zoowel in het belang van den beroepsstandaard der ge diplomeerde verplegenden als van het publiek, dat van hunne diensten gebruik maakt, dat er maatregelen genomen worden ter ver krijging van Staatsregistratie, bewijst hoezeer de verpleegsters in de landen waar vakvereenigingen gevormd zijn, doordrongen zijn van de gedachte, dat alleen een wettelijke bescherming van haar beroep, alleen een wettelijke regeling van opleiding en examens, dat beroep tot bloei kan brengen. Het eigenlijke congres, dat ons zooveel belangwekkende te hooren gaf, werd geopend op Dinsdag 20 Juli. De eerste en voornaamste spreekster van dien morgen was Mrs. Hampton Eobb uit Amerika, de titel van haar voor dracht was Een Internationale standaard van opleiding". Zg toonde aan hoe noodig samen werking tusschen de verschillende landen is. Wel ijveren allen voor een betere, meer volledige, praktische opleiding, maar voor zeker zal dat doel spoediger bereikt worden indien wy ons van eikaars methoden van onderwys op de hoogte stellen en trachten daarin overeenstemming te brengen. By het debat, dat aan het slot van dien eersten morgen gehouden werd, was de eerste spreker mr. Sydney Holland, de president van het bestuur van het Londen Hos pi t al. Reeds den vorigen dag had hy het woord gevraagd, ten einde een woord van protest tegen Staats registratie te doen hooren. Dinsdagmorgen werd hem de gelegenheid tot spreken gegeven. £ngeland heeft evenals bijna alle andere landen zijn reactionaire en zijn vooruit strevende party onder de verpleegsters. Het groote principieele verschil tusschen beide is, dat de vooruitstrevende verpleegsters zich vereenigen tot -vakvereenigingen, die ijveren voor Staatsregistratie, terwijl de meer con servatie re lid zijn van bonden waarvan het bestuur in handen is van doktoren en directrices. Zelden komen zij zelf voor haar belangen op, zij laten zich leiden. Mr. Sydney Holland, vertegenwoordigende een zekere groep van directrices, verklaarde dat deze niet op het congres tegenwoordig waren omdat zij sterk gekant zijn tegen staatsregistratie. Hij trachtte aan te toonen op welke gronden deze bestrijding berustte, maar zijn gebrek aan eenig serieus argument, gevoegd by het feit, dat men algemeen van meening was, dat deze directrices liever zelf hadden moeten komen om haar zaak te be pleiten inplaats van iemand te zenden, die buiten het beroep staat, was de oorzaak, dat zijn rede met weinig sympathie begroet werd. De eenigste persoon, die zich bij het protest aansloot was de afgevaardigde van den Ned. Bond voor Ziekenverpleging, welke verklaarde dat voor Nederland staatsregistratie onnoodig is. Ook in ons land wordt de duidelijk uitgesproken wensch der verplegenden naar een wettelijke regeling der opleiding en examens bestreden door de directeuren der ziekenhuizen 9n krankzinnigengestichten. Het geheele congres heeft vier dagen ge duurd. W\j hebben vele goed doorwerkte voordrachten over algemeene opleiding, over speciale opleiding van particuliere verpleeg sters, over sociaal werk, met name in gevan genissen, scholen, fabrieken, enz gehoord. De laatste morgen was gewijd aan het onder werp zedelijkheid in verband met gezond heid". Miss Brodrick en Miss Doek hebben gewezen op het groote verband tussehen deze beide, op den invloed die de vrouwen in deze kunnen uitoefenen, door de opvoeding van haar zonen ernstig ter hand te nemen, door mede te werken aan de bestrijding van vele misstanden, gevolg van onzindelijkheid, slechte woningen, prostitutie en daaraan verbonden handel in blanke slavinnen, enz. Ook voor verpleegsters is hier een ruim arbeidsveld, zij komen zooveel in aanraking met de donkerste zijden van het leven, zij zyn zoo dikwijls in de gelegenheid te helpen, kwaad te voorkomen door tijdige waarschuwingen. Maar om haar in staat te stellen deze hoogst moeielyke taak goed uit te voeren, moet reeds gedurende de opleiding over dit onder werp gesproken worden. Het congres heeft ons in alle opzichten veel gegeven, vooral de Engelsche en Amerikaansche verpleegsters hebben onze bewon dering opgewekt door de breede en ruime wijze waarop zij haar onderwerp behandel den. Uitstekende spreeksters vindt men onder het werd juist weer zonnig, als ik buiten op de goede plekken kwam. Dezen keer was het van half Juni tot half Juli gezegend weer voor de de studie van het slakkenleven; en het is gelukt; voor my liggen de twee lang be geerde liefdepijlen, door mij eigenhandig ontroofd aan een paar verliefde huisjes slakken. Een wreed vermaak, een noodeloos iimnmmiiMir tuiiii UIT DE NATUUR. CCCXXXIV. Liefde-prjlen. Dikwyls wordt me door kennissen gevraagd, of ik niet eindelijk verlegen raak, om een onderwerp voor myn wekelyksch opstel. Eerlek kan ik antwoorden: 's zomers nooit, al moest ik er drie per week schrnven, en als het goed wandel weer is, ook 's winters maar zel den. Heb ik geen voorraad en ook geen ideetje, dan ga ik mr ar een eindje fietsen of loopen b ai ten de stad, dan zie ik altijd wel iets dat my interresseerten waar ik- het nog niet met myn le zers van de Groene over gehad heb. Lastig wordt het eomt, ais ik mij voorgenomen heb, een bepaald onder werp, dat mij bij zonder geschikt Inkt, te behande len; dat heb ik Tuinslak. dan al in myn Links een liefdepijl (van kalk) in den koker (vliezig) en n uitgestooten. hoofd klaar, maar Rechts pijlen van andere soorten. vaak moet ik nog l 6 even naar de groei- of vindplaats om een teekening te maken of om een bijzonderheid, die my niet duidelijk is, nog eens weer goed op te nemen. Dan komt er wel eens ty'dsgebrek of ietg anders tusschen beide, en dan is myn onderwerp my de baas en plaagt het mij, tot het er uit is. Zoo had ik allang een opstel over de liefdepijlen by slakken willen schrijven, maar ik had die dingen nooit zelf in werking gezien; ieder keer, in Juni en Juli dat het regende en ik tijd had er op uit te trekken, waren de slakken mij niet gunstig gezind; of ingrypen in de huishouding der natuur, al was het maar een slakkennatuur, neen, dat is het geenszins geweest; de pijlen waren net afge schoten en hadden hun dienst dus al gedaan. We waren toevallig op een gunstige plek aan het Zwarte Water beland, myn zoon en ik; het was er nat en drassig op die oude verlande doorbraak, het regende zoetjes en de biezen stonden er prachtig in bloei. Op eens bemerkten wy, dat daar een groote slakkenbruiloft werd gehouden. Denk om de pijlen! Nu of nooit! Een paar flinke slakkenhuisjes, grijsbruin hen, maar ook uitstekende werksters, zy hebben onsnieu we gezichtspunten geopend.ons getoond op hoeveel verschillende wijzen een verpleegster haar arbeid productief kan maken voor de gemeenschap. Overweldigend groot is de hoeveelheid nieuwe indrukken, die wy van het congres meegenomen hebben, eerst later, wanneer wy het gehoorde nog eens rustig kunnen overlezen, zal het vrucht kunnen dragen. Dan zullen wij eerst ten volle beseffen, hoezeer zulk een congres bijdraagt om ons ruimer te maken, ons steunt bij ons streven naar verbetering, ons moed geefc om zelf voor onze belangen op te komen. Als direct resultaat van het congres begroet ik met vreugde da benoeming van een inter nationale commissie, waarin alle aangesloten landen vertegenwoordigd zijn en wier taak het opmaken van een internationalen stand aard van opleiding zal zyn. Wat de gastvrijheid der Engelschen betreft, daarover was maar een roep, de ontvangst is prachtig geweest. De schitterende recepties in Mansion House, en by' den Amerikaanschen gezant, de lunch, welke ons aange boden werd, het diner gepresideerd door lord Ampthill, die verleden jaar in het Hoogerliuis met zulk een grooten ijver en kennis van zaken een wet voor staatsregistratie van verpleegsters verdedigd heeft, de welgeslaag de tocht naar Windsor en de vele tea's en avondrecepties waren even zooveel gunstige gelegenheden tot nadere kennismaking en tot bespreking van wederzijdsche belangen. J. C. VAN LANSCHOT HUBRECHT. Het maken m jams. Geachte Redacteur I Door een verblijf in 't buitenland, kwamen mij de opmerkingen over jams, in uw blad van 25 Juli, pas heden in handen. In de hoop, dat u zoo beleefd zult willen zijn, mij nog eenige plaatsruimte over dit onderwerp toe te staan, wensch ik hierop te antwoor den, dat ik de belangstelling van mevr. A. H. ten hoogste waardeer, waar bij zoo velen de ijver voor het koken niet groot is. Ik kan my zeer goed begrijpen, dat de vruchten op hare wyze bereid zeer goed smaken, en frisscher van smaak zyn dan de my'ne, maar ik wil slechts opmerken dat zij geen70»» zijn en dat zjjj zich nitt goed houdek. Dit Is ook zeker de reden, waarom mevr. A. H. ten laatste het kooksel in Weck's flesschen doet. Waar zy dit echter beoogt, zou zij volgens Weck's recept de vruchten met de suiker rauw in de flesschen kunnen doen en ze zoo koken, daardoor den vollen geur behoudende. Ik deed het vaak op deze wijze; wat men dan verkrijgt is echter geen jam, maar wat men in den handel noemt vruchten au jus." Jams en confituren moeten nu nmaal zoet zyn en moeten bewaard kunnen worden ook buiten Wecksche jiesichtn. Dat resultaat kan men niet bereiken, wanneer men op 7 pond vruchten maar 2 pond kandij suiker neemt, al moge deze zoeter zyn dan de gewone suiker. Een zelfde hoeveelheid suiker als vruchten is de eisch, men zou er alleen voor steenvruchten van af kunnen wijken en desnoods 2/3 suiker kunnen nemen, maar nooit bij aardbeien, frambozen enz. Laat mevr. A. H. de proef eens nemen om haar vruchten te bewaren, op de gewone wijze, niet in Weck's flesschen, dan zal zy het zelve ondervinden en al spoedig tot een grooter suikerverbruik overgaan. U dankend M. de Red., Uw dw., A. v. LEEUWEN-FRANCKEN. imillillimmn met mooie gewaterde figuurtjes er op, scho ven op een paar centimeter afstand en in een voor slakken bijzonder vlug tempo langs elkaar heen. Op die twee was onze hoop, ons oog en onze volle aandacht gevestigd. De beide jongelui bekommerden zich om onze nabijheid en nieuwsgierigheid niet het minst; en wy konden op onze hurken het zaakje zorgvuldig waarnemen. De wedloop van de twee slakken, eerst rechtlijnig, ging in een spiraalvormige over; het was of ze het motief, waarnaar ze hun huis hadden gebouwd, op den grond tee kenden ; maar dan in dubbele lyn en zoo dat de spiralen elkaar naderden in den top. Na vijf minuten volgde de botsing. Of neen, zoo heftig ging het niet toe, het woord is te kracbtig voor een slakken gemoed; zelfs bij de opwinding waaronder ze nu blijkbaar verkeerden; het was een aanraken, een aanstooten, op zijn meest. Ze bleven een paar minuten elkaar aan kijken, de voelhorentjes rekten en krompen, slingerden en bogen en zy betikkeiden eikaars kop met de horentjes, als een paar mieren met de sprieten. Nu naderden de koppen elkaar; het was heusch of ze elkaar zoete woordjes toefluisterden; even wrijven ze de koppen tegen elkaar, en by'na tegelyk richten de beide dieren zich op; ze gingen op hun teenen staan, d. w. z. op h«t eind van hun zool. Haast loodrecht als steigerende paarden staan ze tegen elkaar aan. Dat is inderdaad een curieus schouwspel, want zoo iets ver wacht je toch niet van een slak, voor wie het aeguo animo, wel de meest gepaste zin spreuk lijkt. Met snel opeenvolgende golvingen worden nu de voetzooien tegen elkaar aangelegd, de ademhalingsopeningen gaan wijd openstaan, en aan den hals treden uit een smalle spleet de organen en de producten voor de copu latie te voorschijn en vermengen zich tot een onkenbare massa met elkander. De ten deele opgerichte zooien linken neer en van pijlen zien wy niets, hoe scherp wy toekijken met de pincet in de hand, gereed om toe te knijpen. Ja toch, daar zwelt een zakje of kokertje, dicht bij den kop ; een witte punt duikt er uit, het komt hooger op, het Een onbekend Heine-portrft, Goethe's en Hans von Kahknberg'g definitie Van flirt". Mon poux óf mm marif Een Hongaarscb schilder: Ndudor Dusznak' woonachtig te Parijs, heeft bij een uitdrager in de Rue de la Convention, een vrij goed geconserveerd, tot dusver onbekend portret van Heinrich Heine ontdekt. De geniale dichter is geheel en face geno men, met open kraag en losjes omgestrikfe roodgele, zyden foulard. De rechterarm steunt op een schrijftafel; de fyn-ge 'ormde rech terhand omsluit een ganzenveder. Tot de welgeslaagde, artistieke bijzonder heden van dit levensgroot portret in olieverf, behoort de aristocratische hand, het prachtige, hooge voorhoofd en de uitdrukking der zelf bewuste oogen. Het sprekend gelijkend en fascineerend portret vermeldt aan den boven kant der rechterzijde den naam des schil ders : Laynaud. (Franijois Louis Laynaud, geboren 1805. Op n-en-dertipjarigen leeftijd, in 1836, schilderde Laynaud, den Duitschen dichter, wiens naam n door de kostelijke vondst vanden Hongaar Duszr.dk. n door de Nora's striemende ontboezeming, nu weer op aller lippen zweeft. Dat doet nu wel niets af aan de onsterfelijkheid van den geweldigen kunstenaar, doch het kon voor velen een opwekking zyn, Heine's Eeisebilder" of gedichten weer eens ter hand te nemen. Wie dit verzuimt, doet zichzelf 't neeste nadeel. I te hoop, dat gy u de Nora's variant op Heine's Die Grenadiere" herinnert. Een aangrijpende, laaiende verontwaardi ging, een vlijmende kastijding den Duitschen keizer gegeven voor zijn jammerly k gemis aan piëteit, door hem geopenbaard bij 't verschacheren van de Ueine-buate door keizerin Elizabeta van Oostenrijk, de groote Heinevereerster, te Cörfu in haar paleis Achilleion, aangebracht. Wilhelm II, die het geliefkoosd verblijf der zwaar beproefde keizerin van Oostenrijk, na den gruwelmoord op haar bedreven, aan kocht, maakte het weer te gelde, en verkocht Heine's wit marmeren buste op voetstuk van graniet aan den Hamburgschen uitgever Julius Campe. Het slotcouplet van de Nora's boutade luidt: Und selber mag sie dann lesen genati, Wer mieti binaus gewimmelt, Und wie der Liebling der bohen Frau, Der Kaiser, der Kaiser verkümmelt". Doch, men moet de Nora's variant op de Grenadiere in zyn geheel lezen, om zyn chtHeiniaansche minachting te kunnen waar deeren. Het vers heeft o.a, gestaan in Het Nieuws van den Dag en wel in iet nummer van 11 Juni jl. op 't 4de Blad, Blalzijde 13. Voor belang stellenden gemakkelijk op te sporen. Ik hoop dat hun aantal niet gering zij! Wat zal het lot nu weer zijn van Heine's nieuw ontdekt portret?! * * * De woorden flirt" en flirtation" hebben met den stroom van Engelsche woorden, behoorend bij spel en toilet, ook by ons burgerrecht verkregen, Onder onze jonge meisjes zyn er hél wat die men als flirt" kan aanduiden, en op tennis-veld en tea's" is flirtation" aan de orde van den dag. Niemand minder dan Goethe, die expert was in flirtation" l heeft voor't sollen en spotten met gevoelens die .hoog moeten blijven, een heerlyk woord bedacht: mieieln". lyk wel een dolk, die van onder uit de scheede wordt omhoog geduwd; de liefdepylenl Ze schuiven over elkaar heen en zullen in de wederzydeche geslachtsorganen verdwijnen; maar dat gaat niet zoo snel of wij hebben ze te pakken. De dieren zelf hebben er heel waarschijnlijk niets van gemerkt; aan geen enkele beweging of verandering in hun houding was te be speuren dat zij het ontbreken van de pijlen als een gemis of een hiaat by huncipulatie gevoelden; en wij lieten ze verder met rust; de waarneming was toch al een van de onsmakelijkste, die een natuurvriend te doen krijgt; maar daar moet en daar kom je wel overheen! Ge kunt er anders heel wat poëzie by te pas brengen; en wie er over begint te fantaseeren, is niet gauw aan het eind. In de oude opera's en in de sentimenteele roman literatuur waren vroeger de liefdepijlen, die het hart verwonden, iets dat niet goed gemist kon worden; en de mythische Amor die er immers alty'd een kokertje vol van bezat, had misschien wel een huisjes-slak tot proto type. Nu zijn de liefdepijlen van de slak al heel lang bekend; in 1760 zyn ze al vermeld en beschreven; Swammerdam wist er al alles van, en die had ook al het elkaar aanraken met den bek gezien, want hij spreekt van trekkebekken" als bij duiven. Maar of die kalken liefdepyl wel als liefdeprikkel dienst moet doen, is toch twijfelachtig; wel is bij scherp genoeg, en ook de kracht waarmee het raadselachtig voorwerp wordt uitgedreven is voldoende, om het halverwege in het lichaam te doen dringen ; ik heb een slak gevonden die er letterlijk mee geharpoeneerd was; in zijn kop nog we). In elk geval lijkt het my' geen opwekkingsmiddel te zijn, zooals vaak beweerd wordt, want het uitschieten gebeurt, voor zoo ver ik het nu heb mogen waar nemen, niet vóór, maar tijdens de copulatie. Wat het dan wel beteekent ? Niets, niemen dal ? Zie, dat wil er by my nog maar niet in, dat zoo iets gecompliceerds als die liefde pijl-geschiedenis zoo maar heelemaal doelof nutteloos zou zijn. 't Is weer een van de natuurraadsels, die nog op een oplossing wachten. Mieseln" noemde Goethe het dwaze spelen met liefde: het behoedzaam omcirkelen van den hartstocht, het steeds met n voet zweven boven een afgrond; het zich de vingers branden; de krulletjes schroeien; verliefdhedentjes ; plagerijtjes; verstoppertje spelen; elkander vinden en verlaten. Hans van Kahlenberg noemt flirt": de luchtbelletjes van bruisende champagne, geur van de roos Maréchal Niel minus den aanblik van haar blijden, wiegelende nagalm eener walsmelodie; innig verlangen ; echalkernij ; smeeking van een schoon oog; echuchterlaohje om den mondhoek; herinnering aan Ondine, aan verzen van Goethe, aan Heine, aan Kastagnette; gelnidsprankels van zilveren klokjes; een beetje weemoed ; lindebloesem nachtegalenslag; Behüt dich Gptt, es war zu schön gewesenl, .. das ist Flirt. Eere-saluut aan Goethe l Leve Hans van Eahlenberg ! *** Juist nu Blériot zyn vlieg-triomf geniet, verschijnt te Parijs, bij de firma Hachette, van de hand van M. A. Berget, een goed gedocumenteerd van 66 platen voorzien werk, getiteld: La Route de l'Air." Het zit in de lucht" de aéroplanes, de luchtballons, 'en het schrijven er over. Te oordeelen naar mevrouw Blériot's foto, ziet zy er wel uit, op een goeien dag met haar knappen in ieder opzicht, Blériot heefteen ietwat stroef, maar gunstig uiterlijk, echt genoot een vliegreisje te durven ondernemen. * * * In de figaro van 31 Juli, wordt aan taaigeleerden de vraag voorgelegd, uit te willen maken, wat plechtiger, statiger, deftiger, béter, minder gewoon en alledaagsoh is voor een vrouw, om te zeggen: mon tpovx, of mon mari. Aanleiding tot die vraag, gaf een briefje van Saint- Saëns gericht aan den heer Calmette, Directeur-gerant van de Figaro. Saint Saëns zegt, dat de Figaro abusievelijk heeft geschreven, dat in de Fransche vertaling van Fran^ois Victor H ugo (zoon van Victor Hugo) van Shakespeare's Macbetb, de vertaler, Lady Macbeth na den moord op Duncan, met haar met bloed besmeurde banden doet uitroepen : Mon poux" l Neen", beweert Saint Saëne, in de vertaling van Frarpois Victor Hngo, staat: mon mari, de letterlijke vertolking voor my husband. De redactie van de Figaro geeft als haar meening te kennen, dat mon mari inniger is, meer doelt op den metgezel der vrouw, en, dat mon poux meer slaat op den door partijen wettelijk gesloten bond. Het geestige, Fransche blad wil gaarne betreffende monmari, en mon poux, onderricht worden ondanks dathet zelf de meest puntige oplossing der beide termen geef'. Dat poux" statig en pompeus klinkt, bewijst Fauline in Corneille's klassiek werk: Polyeucte. Wanneer men onder een stortvloed van lasterlijke termen aan Pauline zegt, dat haar echtgenoot Christen is geworden, antwoordt zy: II est ce que tu dis, s'il embrasse leur foi, Mais, il est mon poux, et tu parles a moi l" Fier, klassiek woord eener hoog-geatemde vrouwenziel. CAPBICE. *»* Omelette a l'Italienne. Maak een omelette van 3 eieren en 2 lepels bloem. Snijd twee gekookte zwezerikken in stukjes, santeer ze met boter, een fijn gesnipperd uitje, een weinig citroensap en meel. Gameer de omeletten met de zwezerikken, giet er 1/1 liter dikke room en geraspte Gruyère kaas over. Een half uur in den oven zetten. De voortplanting van de meeste huisjesslakken is toch al zeer ingewikkeld. Elk individu is mannetje en wijfje te gelijk; en bevat dus eicellen en spermatozoïden beide; bij de copulatie kan, zoeals wetenschappelijk is aangetoond, een wederzydsche bevruchting tot stand komen. Beide dieren leggen dan ook bevruchte eieren, waaruit later jonge slakken komen; wel zyn er in den regel eenige schiereieren bij, die dan als voedsel voor de pas uitgekipte slakjes dienst doen. Het verzamelen van schelpen en slakkenhuisjes is een beetje uit de mode geraakt; 't is anders een onschuldige bezigheid, die als het met kennis van zaken gebeurt, heel vaak aanleiding geeft tot het overdenken van belangrijke kwesties in het natuurleven, vraagstukken over erfelijkheid en soortvor ming voora). Nu biedt ons land, behalve dan Zuid-Limburg en de duinen, niet overmatig veel gelegenheid tot slakken-studies. Naakte slakken heeft de klei en ook het veen genoeg, meer dan den landbouwer lief is. Voer verscheidenheid van huisjesslakken evenwel, moet je op kalkhoudenden grond zyn. Dat is ook nog al natuurlijk; het huisje bestaat evenals de liefdepijlen uit kuolzure kalk, met een fijn geraamte van organische stof, en die kalk moet uit den bodem komen. Wel gaat dat in den regel langa een omweg, door bemiddeling van de planten ; maar het is zoo goed als zeker, dat vele slakken de kalk ook direct kunnen opnemen, en dat zij ook doen, als ze hun huis wat stevig willen maken. Het determineeren van slakken is vry ge makkelijk ; van de huisjesslakken tenminste; mooie soorten wat teekening betreft, en sterk gevarieerde, komen er ook bij ons wel voor. Vooral wat de waterslakken betreft, is er by ons in dit opzicht heel wat te doen voor iemand, die oog heeft voor de sierlijke lijnen en profielen van het huisje der meestal zoo gesmade slakken. Een aardig en bandig boekje er voor, waarmee ook de kalksoorten be paald kunnen worden is: Geier, Die Land-und Süszwassersch uecken Deutechlands. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl