De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 15 augustus pagina 5

15 augustus 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1677 DE AMSTERDAMMER W E E K B L A D VOOR NEDERLAND. Ontzettend eenvoudig is de bereiding van versch vleeschnat, wanneer men MAGGI' BOUILLON-BLOKJES met de Kruigster gebruikt. Het daar uit bereide vleeschnat dient zoowel om te koken (bij de bereiding van soepen, sausen, ragouts, peulvruchten, groenten etc.) als om te drinken (bouillon puur of met ei). Men lette op den naam MAGGI" en het fabrieksmerk Kruisster". p» Blokje 2}k et Wenteling in Sparta" en over de sociale ongelijkheid als bron van het verderf in eiken staat." De jonge Patriotten, zooals ze door het volk werden genoemd, gingen nu van de theorie tot de daad over. In l'62 klaagden Lavater -en Füssli den landvoogd Grebel van Grüningen aan wegens tirannie en bedrog. In 176ébewerkten Lavater en Schinz de bestraffing van den predikant Hottinger te Dartlikou, wegens misdaden tegen de zeden. In 1767 werd een vlugschrift ver spreid in den vorm van een boerengesprek" waarin de patriotten krachtig op kwamen voor het recht der burgers van Genève, om hun bestuur naar hun eigen wil in te richten. De schrijver van dit vliegend blad, Muller, zag zich genoodzaakt te vluch ten, en hij werd uit het Eedgenootschap ver bannen. Pestalozzi, die onder verdenking stond Müller's vlucht begunstigd te hebben, kreeg 4 dagen arrest en een scherpe be risping. Het orgaan der patriotten", de Erinnerer", werd onderdrukt. En zoo werd Pestalozzi nu gestempeld tot een vijand van den staat, en er uitgestooten. Pestalozzi heeft aan de wieg van ons courantenwezen gestaan. Hij werd mede werker aan| den Erinnerr, en schreef sociale, politieke, paedagogische en moreele artikelen. Later wendde hij zich geheel naar het socia lisme, en stichtte in 1782 in Baden het wekelijksch tijdschrift Das Schweizerblatt. Prachtige artikelen over politiek en op voeding wisselen hier elkaar af. Hij schrijft over de zedelijkheid van de boerenbevolking; hu toont aan, hoe misdadigers slechts zwakke menschen in ongelukkige omstandigheden zijn, terwijl de zwakke menschen in ge lukkige omstandigheden in raadszalen en kerken troonen. Hij schrijft nu eens over de beteekenis van den handenarbeid, en dan weer over de vrijheid, die eea volks zegen is. In 1789 werden de feodale maatschappij en het despotisme in Frankrijk weggevaagd. Evenals Goethe en Kloppstock, begroet ook Pestallozzi deze gebeurtenis met blijdschap en, evenals Eant, verdedigt ook hij in een vlammend geschrift: Ja of neen?'' de revolutie. Hij schrijft: De absolute regee ringen hebben zich voortdurend rechten aangematigd, die zich niet verdragen met een werkelijk goeden toestand der menschelyke maatschappijl" De vrijheid heeft de messenen overal goed gedaan. Ze heeft deugden tot ont wikkeling gebracht, den welstand bevorderd, wet en orde begunstigd." De christelijke huichelaars in staat en maatschappij roept bij toe. De wereld wordt niet christelijk geregeerd, regeeringen en staten handelen tegen het christendom. Een christelijk leger, een christelijke veldslag, een christelijke veldprediker, christelijke finantieele en regeeringsdadeu, christelijke politie-tollen en christelijke maatregelen, de blinde gehoor zaamheid der lagere, en de almachtige rech ten der hoogere klassen, al deze dingen zijn in tegenspraak met het Christendom". En de geestelijken toonden dat gewoonlijk best te weten, vond hu, wanneer het gold, de grooten te verontschuldigen; maar ze ver gaten het geregeld, als ze de kleinen aan klaagden. Men zal beweren," zoo gaat hij voort, dat ik de anarchie verkondig, maar mijn doel is alleen om, zonder deze volks fouten te loochenen, hun oorzaken bloot te leggen." iminiMiimiiiM MMiiiimiiiinmiiiiiiiiiiiiii UIT DE NATUUR. CCCXXXV. Om Bergen op Zoom. Weken lang regen en nu, de eerste dag van de vacantie, mooi zonnig weer. Vlak achter myn tijdelijke woning ligt-, blikkerend in het felle licht, het witte zand bloot van de bergen aan de Zoom ; mooie oude duinen, begroeid met eiken, brem en heide, met teunisbloemen en zandblauwtjes. Veel is er niet meer van over; de menschen graven de hoogten af en vullen er, net als overal in ons landje, de diepten mee om effen bouwland te kry'gen; dan vervangen al spoe dig lekkere zandaardappeltjes de mooie wilde planten. Maar alles is gelukkig nog lang niet verdwenen, het is nog altijd hoog en laag be noorden Bergen op Zoom; overal omlijsten hooge hakhoutboscbjes de diepliggende be bouwde velden; hier en daar steekt er een hooge koepel, een echt oorspronkelijk bergje van 10 tot 12 meter bovenuit, het is met zeedennen bewassen, die massa's groote kegels dragen. Deze dennenkoepels geveneen beste gelegenheid, om den omtrek te verkennen. Van de stad in het zuiden tot aan den Halsterschen weg ten westen, die langs de pol ders en de Eendracht naar Tholen voert van het lage dennenhout om de oude forten in het noorden tot aan de hooge donkere bosschen van Wouw in het oosten, kykt ge een uur ver over het mooie golvende land heen; en duidelyk ziet ge dat het middelste het diepste gedeelte wordt ingenomen door een meertje; met riet en biezen omzoomd; verder op her kent ge aan de kleur nog ean paar van die kommen, rond en langwerpig in een lang gerekte weidevlakte. Een oude Schelde-arm. Wazig-blauw als de hemel op dit oogenblik, ligt het ronde meer wittig-stil te gluren tusschen blauwig dennengroen en blonde korenakkers, en de naam Melanen" dje aan zwarte wateren doen denken, komt mij vreemd voor. By betrokken hemel evenwel, zal dat oog ook wel eens donker ky ken; wellicht heeft de naam heel wat anders te beteekenen. Overal in het rond duiken torens en torentjes op,ik weet ze nog zoo dadelijk Biet thuis te brengen;ook niet met de stafkaart; die groote in het noorden zal wel Steenbergen zy'n; naderbij, even dicht by als de zware toren van Bergen op Zoom zelf kykt het kleintje van Halsteren tusschen twee hooge beuken door. Zie zoo; dat is het eerste vluchtig kijkje; het land valt mee uit de verte en belooft Hij verklaart zichzelf voor partijdig, maar vóór het volk: Ik ben partijdig. Ja. Mijn geheele hart hangt aan de hoop, dat de wereld niet zoover komt, dat ze vraagt: "Wat is het recht van het volk ? en dat het antwoord zou moeten luiden, dat dit niet bestaat onder de zon." Verder vordert hij dat de Staat opvoe dingsinrichtingen zal stichten voor het volk, opdat het zich: onafhankelijk brood, dagen zonder kwelling, en een geëerden ouder dom" kunne verschaffen. In de Stafnerkwestie van 1795 trakt Pestalozzi levendig partij voor de boeren; den regeerders roept hij toe: Er is in het volk veel goede, en weinig slechte wil." In het jaar 1798 stortte het oude eed genootschap ineen. Pestalozzi's richting kreeg nu het roer van den Staat in handen. De gevechten tegen de Franschen in Nidwalden hadden veel ellende en een massa weeskinderen ten gevolge, en nu werd Pestalozzi aangesteld tot weesvader te Staus; zoo vond hij op zijn 53ste levensjaar, eindelijk den opvoedkundigen werkkring, waarnaar hij al zoolang verlangd had. Hier verwierf hij zich onsterfelijken roem. Het duurde echter niet lang, of het weeshuis moest weer worden opgeheven. Toen vond hij te Burgdorf, eerst aan de hintereassen" 1) en later aan de bur gerschool, een nieuw arbeidsveld, en hier bewees hij schitterend zijn groot opvoe dingstalent. Hier verschenen ook zijn Elem entarmethodenbücher". lu Juni 1800 stichtte de verziende minis ter van kunsten en wetenschappen van de Helvetik", Albrecht Stampfer, de Zwitsersche vereeniging van vrienden der opvoe ding" met het doel, Pestalozzi bij zijn werk te steunen. Maar het jaar 1802, dat den val van de Helvetik" bracht, trok Pesta lozzi weer midden in het politieke leven. Hij werd in de Kausulta" met aaderen naar Parijs gedelegeerd, en zijn eischen legde hij neer in het geschrift: Beschouwingen over de punten, waaraan de wetgeving in Helvetiëhaar bijzondere aandacht dient te wijden." Hij eischt volksopvoeding, zorg voor de rechtvaardigheid, en een recht vaardige, progressieve belasting. Hij eischt dat driemaal 865 dagloonen (!) onbelastbaar zullen zijn, hij eischt ook het vrije kiesrecht. Napoleon echter wees den eisch van volks opvoeding af met de woorden: Ik bemoei me niet met het A. B. C." In het laatste gedeelte van zijn rede be handelde de heer Seidel Pestalozzi in zijn kwaliteit van een sociaal-paedagoog, die heeft ingezien dat beschaving en opvoeding afhankelijk zijn van oeconomische, sociale en politieke toestanden. Als producten van de foutieve inrichting van staat en maatschappij beschouwt hij de vele: verstandsezels, verstandsgekken en veratands-wilde-beesten". Ja, het is de schuld van den staat l ..." roept hij telkens opnieuw uit. Daar de menschen naar hun aanleg gelijk in wezen zijn, en voornamelijk door de omstandigheden gevormd en veranderd worden, moeten er betere toestanden gegeschapen worden, vindt hij. In het moeras der ellende wordt da mensch geen mensen".... De eerste plicht van den mensch is, de armoede zijner medemenschen te helpen be 1) Ik vind hiervoor in het woordenboek : vasallen, landlieden, onvrijen." Het zal dus w«l een armenschool zy'n geweest. wat van nabij; een slingerend nmans-paadje tusschen het hooge eiken hakhout bracht mij naar den uitzicht koepel;het boschje aan weers kanten van het pad staat vol met cantharellen en onder de dennen groeien al mooie rossiggryze amanita's, met lichte hoekige schubjes op den zuiver bollen hoed; de terugtocht gaat langs het mulle karrepad; dat is in het eerst wat vreemd voor stadsvoeten, die elf maanden op asphalt of gladde keien hebben gewandeld. Hoe water toch altijd aantrekt! Zon der opzet of bedoeling kom ik toch dicht by de Melanen uit; dat ia geen poeltje, maar een flinke uitgestrektheid ! Een half uur in omtrek, zoo op het oog in het ruwe gemeten. Er groeien veel dnllen langs den kant en mattenbies, dat is uit de verte al te zien, het klaverland, dat tusschen ons beiden ligt, staat vol met groote dooier-gele ganzebloemen, veel mooier en zachter dan gouds bloemen. De vriendelijke dame, aan wie ik de kennismaking met dit hoekje van ons land te danken heb, is bezig een groote korf er van (e plukken; zij neemt ze straks mee naar den Haag, om uit te deelen aan strijden, opdat een ieder zich zonder druk en kommer de noodigste levensbehoeften zal kunnen aanschaffen." En deze eerste plicht is, volgens hem, vooral de eerste plicht der regeerders: Eeuwig zal het... een onbestrijdbare waarheid blijven, dat de opheffing der laagste standen uit hun diepten, een onpmstooteliike eisch der nationale zedelijk heid is." Maar Pestalozzi was niet alleen een erkennend en bespiegelend, maar ook een willend sociaal-paedagoog. Volgens hem moet ware volksontwikkeling alzijdig en harmonisch zyn; moet ze zonwel physieke, als geestelijke en moreele ont wikkeling zijn. Hy eischt daarom krachtig beroepsmatige ontwikkeling, ontwikkeling tot arbeid, kunst en wetenschap. De arme heeft een maatschappelijk recht om te vorderen dat de staat hem de middelen tot arbeidsont wikkeling verschaffe. Het privaat eigendom is een kunstmatige maatschap pelijke schepping. Het heeft geen recht van bestaan, zoolang staat en maatschappij den arme geen gelegenheid geven, zijn arbeidsen artistieke kracht te ontwikkelen. De mensch is er niet ter wille van het eigen dom, maar het eigendom ter wille van den mensch." Der menschen aanspraak op voedsel en dekking, d. i. opeendemenschelijke natuur bevredigend bestaan, is om Gods- en om des Christendoms wil hooger dan elk eigendom en elk overheerschingsrecht." Pestalozzi's verhouding tot God en Gods dienst blijkt wel het beste uit de volgende citaten: Als ge den arme helpt om als een mensch te kunnen leven, dan toont ge hem God," en verder: zichzelf overwinnen, voor anderen leven en aan den rand van het graf nog een vroolijk gemoed en eendankbaar hart toonen, is het bewijs, dat een mensch religie heeft." En naar die stelregels heeft Pestalozzi geleefd en gewerkt, als een heerlijk mensch: een mensch uit n stuk, die niets voor zichzelf, maar alles voor het volk begeerde. De heer Seidel sloot zijn rede met dan uitroep: Pestalozzi, gij onbekende, gij zult, bij den trouwen, toewijdenden arbeid ten bate van ons volk, voor ons en voor de menschheid altijd een voorbeeld en een lichtende ster blijven! N. VAS HlCHTUM. StaalteWMe, Sonia vertelt in de Figaro, tusschen allerlei ir, het volgende: Ik had gisteren, schrik niet, staathuishoud kundigen te dineeren. Een ernstige conver satie! Het gesprek liep over de ontvolking van Frankrijk. Want het schijnt dat Frankry k zich ontvolkt. Mijnheer V. noemde cijfers waarvan ik schrok. Hy zei verder: De toestand is ernstig. En u bent er zelf, mevrouw, het levend bewijs van... Ik?! Ja, u. Ik zie op 't oogenblik naar uw toilet: het costuum, prachtig, fijn van kleur, dat u om 't lichaam gegoten schijnt. Hebt u dat costuum zelf aangedaan? Maar dat is onmogelijk. Het moet van achteren worden toegeknoopt. Ik zie het. Daarom doe ik u juist de vraag. Nietwaar, er is dus iemand geweest, die u dit kleed heeft toegeknoopt? Ja, my'n kamenier. de kennissen, die zy'n er dol op, zy kan er niet genoeg van meebrengen. Geen wonder het is ook een onbetaalbare kamer-decoratie die chryeanthemnm segetum; in een donker of blauwpaarse hoekige vaas of kom, doen ze innig en voornaam. Het lapje grond, waarop ons landhui-je staat, is nog versch ontgonnen heide; dat is aan alles te zien, aan het gras, aan de paden, aan de sierplanten en het moestuintje; het is alles nog jong en het worstelt met de oude rechtmatige bewoners; overal schieten ze op, ondanks tuinmanszorg, de wilde planten, de zandblauwtjes en de teunisbloemen vooral die hier in eigen land nu onkruid heeten. Ik heb er plezier in, dat ze zoo hardnekkig blijven strijden, ik wou dat ze het wonnen. Het groote grasveld voor het huis is stellig binnemkort weer mooie wildernip. Ach ter het huisje, zooals ik zei, ligt het witte duinzand bloot, er is een groote kuil ontstaan, mis schien bij het bouwen van het huis en daarin groeit als versiering een groote rozestruik, een crimson-rambler prachtig en volop in bloei; maar daar kijk ik niet lang na ik heb gemerkt dat het afgestoken deel van den hooge zandIn het bouwland bij Halsteren. En als u nu eens geen kamenier halt? We!, dan riep ik de hulp in van het dienstmeisje, of van mijn man. En als u die nu eens niet hadt of ze voor langen duur niet bij de hand waren? Dan riep ik de conciërge van 't huis. Goed ... Maar als u nu eens een kind hadt van een paar maanden, dat u zelf moest voeden, vele keeren per dag? Ik zag hem sprakeloos aan, en mijn gasten keken lachend naar mij. In dat geval, zei ik, zo'i ik my niet naar de mode kunnen kleeden ... Daar ziet u het, zei nu mijnheer V., hoe terecht de staathuishoudkundigen onge rust zijn. De gedachte, dat een elegante Parisienne kinderen zou hebben en ze zelve ^zou willen voeden, is zoo'n ver verwijderde 'faniazie geworden, dat de kleermakers dat heelemaal geen zaak meer vinden, die kan meetellen. Die gedachte komt absoluut niet meer in hen op!... Ik weet tot op dit oogenblik niet of er waarheid in leze opmerking zit.... a/levering van de Vrouw en haar Huis. Graaf de Saint-Aulaire.?De keizerin van Rusland en haar kinderen. In het maandschrift: De Vrouw en haar huis", Augustua-nummer, komt een aardig artikeltje voor: Onze handschoenen" van M. van IJsselstein. Da geschiedenis van den handschoen, van-af tijden wegdoezelend in vaag, grauw verleden, tot heden, wordt in luchtige causerie-vorm prettig verteld en, verduidelijkt door reproducties van typische handbekleedingen. Een ijverige bewonderaarster van hand schoenen was Catharina de Medici?. Des daags droeg zij, over de met kostbare ringen versierde hand, rykversierde bekleedingen, maar ook :s nachts had zij, ter verzorging harer handen, handschoenen aan, die van binnen geurig gepommadeerd waren. Men vertelt van haar, dat zij aan de ongelukkige koningin van Navarre, de moeder van Hen drik IV (Jeanne d'Albret) een paar ver giftigde handschoenen ten geschenke gaf, die, om het gif zekerder te doen werken, van binnen bestrooid waren met fijn diamant poeder, om kleine wondjes te maken." De hooghartige, heerschzuchtige Catherine de Médicis ruimde uit den weg wat haar hinderde. Gifmengen, sluipmoorden begaan door het listig toedienen der vernietigende preparaten, was a l'ordre du jour. Catherine was in dat opzicht een kind van haar tijd. Een befaamd Fiorentynsch gifmenger was de vertrouweling der wreede imperieuse vrouw. Keizerin Joséphine verbruikte per jaar duizend paar en had iemand aangesteld, wiens werk alleen bestond, in het haar aanbieden van nieuwe handschoenen op een zilveren blad, hy droeg den titel van gantier". Arme, ijdele Joséphinel meer dan twee paar nieuwe handschoenen per dag! ik zou haar beklaagd hebben, als zij over haar slanke, blanke vingeren het heerlyk soupele peau de Suède, of het stroeve glacéin krap snit had moeten schuiven, want die handschoenen zitten" eerst behagelijk, wanneer men ze een paar maal gedragen heeft, maar, gelukkig vermeldt M. van IJsselstein, dat de hand schoenen toen groot moesten zy'n, veel te wal vol ronde gaatjes zit, alsof een speelsch kindje er een uurtje met een griffel in had zitten prikken. Zoo'n lichtgele, steil afgestoken zandmuur met zyn donker grijze humuskorst van ver gane wortels er bovenop, en met afwisselende lagen en aderen van koffiebruin y'zerzand, dat is altijd een attractie voor een natuur vriend; want als zoo'n kleine, geïsoleerde combinatie van hellingen, wanden en kui len met rust wordt gelaten, en niet ver der word afgezand, dan komen er al heel gauw pioniers, die er kolonies in stichten, en binnen een paar jaar schuilt er een heele bevolking van holbewoners. Zoo iets is ook hier in wording. Drie passen van de keukendeur lig ik languit in het zand, met minstens voor een maand levend studie materiaal om me heen; ala het tenminste zonnig en warm blijft. Op het oogenblik is het al leven en beweging; het is ook zoo lang nat en koel geweest, de diertjes moeten hun schade inhalen nu de zon uit helderen hemel op het witte zand staat te blikkeren of het tot poeder verbrand meest worden. Uit elk gaatje, dat een mijngang vertegen woordigt, komt een harig kopje kijken; of er duikt een bruin, zwart, rood of geel diertje in weg. En het zoemt en bromt en piept en fluit in de lucht om mij heen, dat het een heel concert wordt. Allemaal graafwespen en graafbijec, groote en kleine; dwergjes van een paar millimeter met mijnputten als een groote speldeknop, reuzen als aardhommels met groote halvemaanvormige grotingangen, waar mijn pink best in kan zonder de wanden te raken. Griezelig, zult u zeggen, zoo midden in het ge brul en het gewriemel te liggen van die gevaar lijke beesten met hun giftige angels. Och, heelemaal niet, ik beweeg mij niet meer dan hoog noodig is, en in dat groote blok, dat dwars voor hun stad, ligt zien ze niets anders dan een zandbonk of een boomstronk, die er op is gevallen. Daar loopt een zwarte wesp met een rood achterlijf over mijn mouw, b.y sjouwt een spin tusschen zijn pooten met zich voort O, hu legt zijn prooi vlak naast mijn hand op mijn manchet; hij duikt naar binnen over mijn pols de mouw in; zijn lange sprieten wieken onrustig in het rond; waarschijnlijk lag ik op de plaats waar hij van plan was zijn spin te be graven. Daar is hij er weer boven op, hij pakt zijn spin beet en legt hem, na een vijf minuten doelloos rondsjouwen, weer neer; blijkbaar is de roover uit zijn humeur, hij knauwt de lang van vingers, zeer ruim over de hand, wy'd, dat was de grootste chic." Den gantier" beklaag ik tóch I quelle insipide besogne!! nietsdoen dan handschoe nen aanbieden op een presenteer-blaadje! De fransche, ongeloofelyk-productieve romanschrijver, Graaf de Saint?Aulaire, is door-en-door behoudsman. Hy' verfoeit vrije liefde ; echtscheiding ; het zich als man voor doende, moderne, jongemeieje. In zijn zoo juist verschenen werk: Unétrangedivorce", ze i t hij ongezouten waarheden. A propos, waarom in onze taal pittige, rake waarheden juist: ongezouten waarheden genoemd worden is mij een raadsel; pekelwaarheden, bijtend, zuiverend, verderf-werend als de pekel zélf, gaan nu eenmaal door voor: ongezouten. Soit! Graaf de Saint-Aulaire, geeft in zijn roman Een vreemdsoortige echtscheiding," volgende ongezouten! op de tong brandende karak teristiek van 't moderne juffertje" : Denise was de volmaakte type van 't moderne jonge meis;e, van haar, die men zoo te-recht de demi-vierge" noemt. Met een vry'-wfil ongerept lichaam, bezat zy een volslagen verdorven ziel. Denise rookte, dronk alcohol, kleedde zich als man, ging op jacht, reed paard en flets; reed van de bok; chauffeerde h»ar auto; flirtte" op bals, déjeüners, five-o'-clock's,; speelde -komedie, ea, voltooide bijgevolg haar aangeboren kunst van veinzen, van schy'nwezen, van uiting geven aan alle mogelijke zoo goede als slechte gevoelens." Er is een nieuw portret verschenen van l'Impératrice blanche" van de Caaritsa. Een aardige groep: de stroef-ernstige keizerin te midden van haar vy'f kinderen, de vier prinsesjes: O l ga, Tatiana, Marie, Anastasia, en den vijfjarigen Tzarewitch, den perrnantigen dikzak met blonde krullen, rond gezichtje, fijn neusje en guitige oogen. Het oudste dochtertje van het Russische keizerspaar, groot-hertogin Olga is nu reeds een meisje van 14 jaar. Zij is de vreugde van haar Engelse hègouvernante Miss Eagar, die, aangegrepen door den tijdgeest ook aan 't mémoires schrijven is gegaan. In die geschrif ten stelt de Engelsche onderwijzeres de veertienjarige Olga te» exempel aan alie jonge meisjes, om haar verstand, vly't en volharding. De leerlingen Tatiana en Marie hebben Miss Eagar's hart gestolen door haar goedheid, en door haar merkwaardig geheu gen. Anastasia is een vóórlgk meisje in alle opzichten; als driejarig dreumesje zat zij als een rustig grootmoedertje te breien. Het kindje breidde wollen wanten voor de solda ten van Vadertje". De keizer belast zich ge heel met de opvoeding en leiding van den kroonpretendent. Nicolaas II weet bfl ervaring dat het Keizer-ailer-Russen zijn, geen gemak kelijk en allerminst een rustig ambt ia! CAPRICE. spin een paar maal met zijn kaken, het on gelukkige beest is of verlamd of dood, het vertrekt geen poot. Dan pakt hy in arren moede zijn spin weer met de kaken beet, neemt hem tueschen de voorpooten en loopt op de fier overige voort. Een klein kwartier heeft de graafwesp noodig, om met zijn last van mijn hand mijn schoenen en van daar het warme zand te bereiken. Intuaechen lig ik heerlijk te bak ken in de zon. De wesp legt de spin near en duikt achtereenvolgens weg in vier ver schillende open gaatjes; maar het rechte achynt hij niet te kunnen vinden. In woeste vaart komt hy op de beweginglooze spin af, bijt hem geducht in den kop, of die het helpen kon, en vliegt dan weg. Ik steek een graspunt bij de spin in het zand, om hem niet uit het oog te verliezen; 't is mogelijk dat de graafwesp terug komt als hij een nieuwe gunstige plek heeft ontdekt om een kuil te delven. Daarin zal zij haar spin be graven, het voedsel voor haar jong; als pootlooze larve zal die uit het ei komen, dat zij in de kuil op de spin gaat leggen. Maar de spin ligt nog steeds onafgehaald; daar nadert in danshuppeling een andere veel grootere graafwesp, met een achterlijf dat als een kanon op een affuit tusschen de hooge achterpooten achter de kop aanry'dt, die er alleen door een fijn draadje mee verbonden is. Zij komt langs de spin, tast even met de sprieten, en loopt snel door, want zij heeft alty'd haast. Het is ook een moeder,die van deze eerste zonnige zomerdagen moet pronteeren om haar kinderen, die lang na haar dood geboren zullen worden, van voedsel te voorzien; maar zij weet dat haar jongen geen spinnen eten, wel rupsen; en ook, dat die rupsen als ze dood zy'n, zouden verrotten nog vóór haar jongen groot zy'n; daartoe ver lamt zij alleen de rupsen, haar speciale prooi, doodt ze niet. Daar komt ze terug naar de doode spin. Zou ze nu toch van haar leef regel afwijken; zij betast de spin en rolt hem om; geen beweging; meteen is ze al weer heel verder doorgehold. Het kan toeval zijn geweest, natuurlijk; de wild rondwarende rupsendooder kan op haar onbereken baren weg wel zonder eenig opzet tweemaal de spin gepasseerd zy'n; maar op mij maakt het indruk, dat zij geïntrigeerd en geïnteresseerd was. Nu gaat ze als een dolle aan het graven, dat het fijne zand, en grove kwartskorrels onder haar lijf doorvliegen. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl