Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V-OOR NEDERLAND.
No. 1678
nemingen in het Beneden-Langkatsehe, waar
met Toordacht laat geplant werd om de regens
af te wachten, de tabak thans bizonder mooi
?taan en zoowel kwantitatief als kwalitatief
oen gooden oogst beloven.
Wat de kwantiteit aangaat, moet deze bij de
bovenbedoelde ondernemingen van 11 tot 20
picol per veld bedragen, welk laatste c\jfer
een reuzen-oogst beteekent.
Doch anderzijds wordt het gemiddelde van
den geheelen Sumatra-oogst op ca. 8 picol
per veld geraamd, wat beslist een gering
percentage beteekent en de markt in het
volgende jaar eerder ten goede zou komen,
dan een groote oogst.
Onder meer waren ook aand. Langkat
Tabak My vr\j vast gestemd op het bericht,
dat het der Maatschappij is mogen gelukken
een consignatie-contract met eene andere
firma te sluiten, zoodat haar voortbestaan
voor de naaste toekomst verzekerd is.
Ook Cultuur-aandeelen reageerden.
Liquidatie Barge-Moorman liepen ruim
5 pCt. terug, aand. Handelsvereeniging
Amsterdatn 13 pCt.; daarentegen konden die
der Vorstenlandên, na eerst te zijn afgebrok
keld, weer iets verbeteren, terwijl ook aand.
N*d. Ind. Handelsbank nog een avana van
2 pCt. aantoonen.
? De verschillende Rubber-waarden verzeilen
langzamerhand ia een verlaten toestand; eene
nitMttdering hierop maken slechts die der
Arotterdam Rubber-Mij., welke ondanks de
kapitaal»-«itbreiding nog 8 pCt. konden rijzen.
Het wekeljjks aan de markt brengen van
steeds weer nieu weRubber aandeelen is natuur
lijk in hoofdzaak schold aan dit mindere animo.
Ditmaal waren het die der Indische Rubber
Compagnie, welke Mij. de gronden, bekend
onder den naam van Tanah Radja, van de
Nieuwe Asahan Tabak Mij. heeft gekocht
en hierop algnu de rubber-Cultuur zal uit
oefenen.
Wat of de Nieuwe Asahan voor deze gron
den heeft kunnen bedingen, is niet bekend,
doch in elk geval zal die verkoop het enorme
verües-saldo dezer onderneming wel niet
zoodanig reduceeren, dat eenige meerdere hoop
voor de toekomst mag worden gekoesterd.
Om echter tot de Ind. Rubber Compagnie
terug te keeren, willen wij niet onvermeld
laten, dat, evenals by de Kenden g Lemboe,
ook bij deze Mij nog met den aanplant moet
worden begonnen.
Dat dus hier een toekomstige
dividenduitkeering nog verder verwijderd ligt dan
büde ondernemingen, welker aandeelen hier
vroeger aan de markt werden gebracht. Om
toch adhaeeie van het publiek te krijgen,
heeft men nu uitgedacht een dividend van
4 pCt. voor de eerste jaren d.w.z. tot dat de
rubber-boomen in het stadium van aftapbaar
heid zijn gekomen, een dividend van 4 pCt.
te garandeeren.
Wat de aandeelhouders zich natuurlijk nit
eigen zakken betalen.
Mijn-waarden ondervonden geene variaties
van beteekenis.
Slechts aandeelen Great Cobar verloren
ca. 10 pCt. in verband met de weer minder
vaste tendenz van het koper.
Onder de diverse soorten valt eenige koers
verbetering voor aandeelen Int. Landsyndicaat
op te teekenen; restant-bewijzen Maxwell
liepen, nu de inschrijving achter den rug is,
ca. l pCt. terug.
Aandeelen Santa Fe Land Cy. verbeterden
ca, 4','i pCt.
Ondanks dat de politieke horizon op 't
oogenblik niet ganschelijk onbewolkt is,
bleven staatswaarden vast van toon.
iiiiHtlriimiiniimininmiimiiiimiiiiMmiiMiMiiiiiiiiiiiim
MaMit Eiccllentie,
Dit geval, geliefde broeders en zusters,
heeft ook nog een anderen kant dan den
politieken; er zit een kwestie van stijl in.
Idenburg was een anti-revolutionair minis
ter met een sterk persoonlijk stempel. Cremer
was een handelsvorst-minister, met een
sterk kaste-stempel. Malefijt is anti-revolu
tionair, anti-revolutionair,anti-revolutionair.
Er is geen anti-revolutionairdere anti- revo
lutionair dan Malefijt; daar mag ook wel
eens aan worden gedacht, nu men zoo afgeeft
op zijn bekwaamheid. Er komt nu süjl in
het ministerie: het blijmoedige christendom
krijgt zijn plaats tusschen Theo's joligheid,
Talma's slimmigheid, Eegout's sierlijkheid,
Van Swinderen'samerikanismeenWentholt's
boert. Een plank van het echte wagenschot
komt in de kast.
Is dat niets ?
Ik heb Malefijt altijd graag mogen lijden.
Hij is een stuk vaderland voor mij geweest,
als ik rondzwierf in den vreemde. Ik kon
mij Holland's beemden, stadjes als Uouda,
Delft en Oude water, niet voorstellen zonder
stoffage met Malefijten. En ik kan mij
Malefijt thuis niet voorstellen, dan in een
ruime kamer met solied ouderwetsche,
glimmend geboende mahonie meubelen,
ringetjesgordijnen en nette horren voor de
blinkend gezeemde ramen, een vredig
theeDe Grieksch-Turksche kwestie houdt de
mogendheden in spanning; er zal eene op
lossing moeten worden gevonden om beider
houding, die er een is van nationale eer, te
redden, doch de beurs blijkt de kwestie nog
al lacouisch op te vatten en vertronwen te
stellen in eene vreedzame beslechting.
Ook het Spaanache geploeter in Marokko
laat de beurs onaandoenlijk. Geploeter? Bijt
Spanje niet voor de mogendheden de spits
af, om daar ginds dien woesten en
ontembaren Rif-bewoners de zegeningen der be
schaving te brengen. . met kruit en lood?
De geesten der oude hidalgo's, in hun astrale
rust gewekt door het gedonder van 't
ge.schut, zijn opgestaan en in de lijven hunner
nazaten gevaren, die nu, vol chevalareske
droomen, als gewoon soldenier ten strijde
trekken.
Den verwordenen volke tot illuster voor
beeld. Maar de wijze trekt ter beurze en
sjachert Integralen.
20 Aug. V. D. M.
Esnerato,
(De kunstmatige werelitaal.)
Een woord aan al dezulken,
die meenen, dat het doel toch
nooit zal worden bereikt!
De behoefte aan uitbreiding van de nauwe
taalgrenzen doet zich by de reusachtige toe
name van het wereldverkeer steeds sterker
gevoelen. Reeds eeuwen hebben geleerden
zich bezig gehouden met dit bij uitstek inter
nationale vraagstuk en talloos zijn de wijzen,
waarop men getracht heeft eene oplossing
te vinden.
Het zoeken eener wereldtaal ter vervanging
der nationale talen kan het doel van dit
streven niet zijn. Gesteld, dat het mogelijk
ware over de geheele wereld voor invoering
van zulk eene taal medewerking te verkrijgen,
het ideaal zou niet worden bereikt. De taal
van een volk is een levend iets, altijd wisselend
onder den invloed van plaats, tijd en om
standigheden, en zal zich nooit blijvend laten
beheerfchen door wetten, haar vooraf door
menschen gesteld. Dit zou in strijd zjjn met
de geheele wordingsgeschiedenis der taal.
Over haar oorsprong zegt Pierre Larousse:
On pense généralement que les hommes
ont commencépar exprimer leurs pensees
au moven de signes; aux signes succédèrent
sans doute les cris, puis les sons articnlés,
et, dés qu'ils eurent donnédes noms aux
objets qui lesenvironnaient, les mots devinrent
les signes de leurs idee?. Ce langage, qui
n'était tout d'abord qu'un assemblage informe
de sons rappelant nergiquement les propriétés
de la chose désignée, fut sans doute Ie
langage commun des différentes families qui
peuplèrent la terre dans les premiers ges
du monde; mais peu a pen ces families de
pasteura venant d se disperser, la langue
s'altéra, se transforma, et Ton vit naitre une
foule d' idiomes nouveaux; en sorte qu'
aujourd' hui il y a prerque autant de langues
que de peuples différente."
En met al die verschillende talen, wier
aantal nog altijd toeneemt, zitten wij thans
opgescheept, en dat in een tijd van steeds
Sterker wordend internationalisme l
Het is niet te veel gezegd: yapresque
autant de langues que de peuples différente."
Ja er zijn zelfs stammen in Brazilië, waar
men afzonderlijke talen voor mannen en
vrouwen aantreft, of elders gaat verschil In
Stand met verschil in taal gepaard (hoog- en
laag-Javaanscb).
servies op tafe! en een zingende ketel
ernaast, in een hoek op een chiffonière een
standaard met goudsche pijpen, een
boekenhanger met stichtelijke lektuur, familie
portretten in ovale zwarte lijsten aan den
wand, en de Statenbijbel op de sekretaire.
Bij gebrek aan een eigen ouderhuis gingen
al mijne nationale verlangens uit naar de
huiskamer van Malefijt, als in het wufte
boulevardleven van Parijs, in de koude
weelderigheid van !Xew-York's fifth avenue,
maar vooral in de eenzaamheid der russische
steppe m ij u ziel kracht zocht door zich
onder te dompelen in haar oorsprong....
Marchant, die het bij het leger hoogstens
tot luitenant bij de schutterij heeft gebracht,
en toch een ontzettende militaire specialiteit
is, schrijft nu, dat Malefijt te stom is voor
minister van koloniën, omdat hij Indiëniet
kent. En anderen, daar weer tegen in,
^yijzen erop, dat niemand minder dan de
liberale minister Fock Malefijt benoemde tot
curator van de Indische bestuursakademie,
zoodat die hem dan toch wel voor een
bolleboos moest houden.
Moeten vrij nu zoo gaan vechten in
Xederland:; Welke reputaties blijven dan
nog overeind'r Is het zóó'n heksenwerk
om minister te zijn? Kom, kom. Vooral bij
Koloniën, dat altijd brieven onderweg heeft
van het Plein naa;1 Buitenzorg en
viceversa, en dus nooit definitief uitsluitsel kan
geven; dat nooit op onverhoedsche,
rauweDe wenechelijkheid van n wereldtaal
wordt dan ook wel door niemand bestreden.
En wanneer w£ daaronder verstaan eene
hnlptaal voor internationaal vtrkeer naast
de landstalen, overal te gebruiken, waar door
handel of wetenschap of sport de verschil
lende nationaliteiten met elkaar in contact
komen, zou dan eene oplossing onmogelijk
zijn?
Waarom ik met vertrouwen de toekomst
der wereld-hulptaal, en wel inzonderheid die
van het Esperanto" tegemoet z'.e, hoop ik
in de volgende regelen duidelijk te maken.
De oplossing van het internationale taai
vraagstuk kan op drieërlei wijze worden be
proefd: door het aanwijzen van eene der
bestaande talen voor het beoogde doel; door
het uitdenken eener wereldtaal zonder daarbij
met bestaande idiomen rekening te houden,
en tenslotte door het vormen eener kunst
matige taal, waarbij zooveel mogelijk gebruik
wordt gemaakt van bouwstoffen uit de daar
voor het meest in aanmerking komende be
staande talen.
Ware het niet, dat de somtijds zeer moei
lijke uitspraak der levende talen en de dool
hof harer grammaticale regelen een ernstig
beletsel opleverden, dan zou voor invoering
van een dezer zeker pleiten, dat thans reeds
zulk een belangrijk deel der beschaafde wereld
er zich van kan bedienen.
Maar er is meer l
Slechts eene kunsttaal zal als neutraal hulp
middel voor wereldverkeer kunnen bestaan
zonder die uiterst delicate kwestie te beroe
ren, die beslist over oorlog en vrede: de
taal is gansch een volk!"
Gewoonlijk wordt het Engelsen als inter
nationale taal aanbevolen, maar waar uit
breiding van taalgebied zeer zeker politieke
versterking beteekent, zou van de grootere
naties ter bereiking van dit doel zeker al
heel weinig medewerking zijn te verwachten.
De kleinere zouden dus gezamenlijk den door
slag moeten geven, maar wat vermogen die
hoogstens 50 millioen verbondenen van zoo
uiteenloopenden aard te zamen tegen alleen
reeds 55 millioen Franschen, tegen meer dan
75 millioen Duitsch sprekende menschen? En
hecht dan een klein volk geen waarde aan
zijn onafhankelijkheid?
In het gebruik van eene der doode talen
heeft men meermalen gedacht de oplossing
te moeten zoeken. Behalve, dat deze echter
zeer moeilijk te leeren zijn, zouden wij ze
tot onherkenbaar wordens toe moeten
moderniseeren, om ze voor hedendaagsch gebruik
geschikt te maken; en dit zou de weten
schappelijke wereld in zoo'n storm van ver
ontwaardiging doen losbarsten, dat een Cicero
of Virgiliua, ja zelfs Homerus zich in het
graf zouden omkeeren.
Dat eene willekeurig uitgedachte kunsttaal
wel nooit toekomst zal hebben, ligt voor ;de
hand. Ondanks haren eenvoud en de uiterst
vernuftige wijze, waarop zij kan zijn samen
gesteld, zullen alle volkeren zich vreemd
blijven gevoelen tegenover dat kunstproduct,
waarin zij geen enkele herinnering aan hunne
moedertaal kunnen terugvinden. Het jam
merlijk fiasco, dat reeds zoovele pogingen in
deze richting hebben geleden, is hiervoor
het duidelijkste bewijs, en ongetwijfeld heeft
ook het toch zoo geniaal samengestelde
Volapük zijn kwijnend en kort bestaan te
wijten aan de dikwijls weinig internationale
vorming, waardoor het vele goede in pastoor
Schleijer'g grootsche werk in de schaduw
werd gesteld.
lijks in het debat geworpen vragen behoeft
te antwoorden, maar altijd eerst nadere
inlichtingen moet inwinnen; en je hebt
toch je ambtenaren, meesters in het stellen
van memories van antwoord, en die voor
een minzaam minister nog wel wat mate
riaal achterhouden, waarmee hij in het
mondeling debat zijn veelzijdigheid kan
bewijzen, en zijn wonderlijke bekwaamheid
om zich snel in allerlei zonderlinge kwes
ties in te werken .... Vooral bij Koloniën
slaat een minister die er niet te veel ran
weet, en dus niet eigenwijs tegen de rap
porten en adviezen der betrokken deskun
digen ingaat, vaak een beter figuur dan
een specialiteit, die het departement en de
sekretarie in Indiëverontrust niet zijn
partikuliere liefhebberijen. Er moet continu
teit in het gezag zijn.
Malefijt nu, weet wat het gezag toekomt.
Hij is een man van het gezag, getemperd
door blijmoedig christendom. Hij is het
symbool van het gezag, getemperd door het
blijmoedig christendom. Kuyper, bij al zijn
onwaardeerbare gaven, heeft vari zijn studie
aan de Leidsche universiteit, uit die
paganistische omgeving, altijd iets van de atmos
feer van het romeinsche recht, iets
cesarigtisch overgehouden. Malefijt is daarvan te
eeuen male vrij: in zijn gaan en staan, in
zün handel en wandel is Malefijt nooit iets
anders geweest dan het levend beeld van
den büjmoedigeB christen. Hij zou niet in
De grondslag, waarop de wereldtaal zal
worden opgebouwd, moet vóór alles inter
nationaal bezit zijn, en nu geloof ik, dat aan
dezen eisch in het Esperanto op meester
lijke wijze is voldaan.
Het zou natuurlijk onmogelijk zijn bij.de
keuze van materiaal voor eene wereldtaal
met de eischen van alle raseen en volkeren
rekening te houden en gelukkig zal wel
niemand hiervan de noodzakelijkheid beplei
ten. Van de ruim 1500 millioen bewoners,
die onze aarde wordt geacht te bezitten,
durf ik reeds dadelijk de helft w. o. de Mon
golen, de Xegers en andere minder talrijke
rassen buiten beschouwing laten, oin slechts
aandacht te wijden aan dat overgroote deel
van het overblijvende Kaukasische of
Middellandsche ras, dat, onder den naam van
Indo-Germaanscbe groep, in het wereldver
keer verreweg de belangrijkste rol speelt.
De Indo-Germanen kunnen wij als leiders der
geheele menschheid beschouwen en dusdienen
wij bij het kiezen onzer wereldtaal met h unne
eischen rekening te houden. Ondanks de groote
verscheidenheid bestaat er tusschen de talen
der Inde-Germaan sche volken toch eene nauwe
verwantschap, wat door de vergelijkende
taaistudie der laatste tijden ten duidelijkste is
gebleken. Waar elders van eene overeen
stemming niet het minste wordt bespeurd,
is de veronderstelling niet te gewaagd, dat
hunne talen alle uit n zelfde grondtaal zijn
ontsproten. Een stroohalm, lezer, maar laten
wij er ons dankbaar aan vastkklampen!
In het Esperantowoordje ne" zullen wij
Hollanders gemakkelijk onze ontkenningen
neen" en nie-," terugvinden, maar ook voor
Duitschers (aein, nicht), Sngelschen (no, not),
Franschen (non, ne ... paf), Latinisten (non,
ne). Russen en anderen zal het geen vreem
deling blij ven. Zoude a al deze woorden slechts
toevallig overeenkomst vertoonen? Waar
mogelijk heeft Dr. Zamenhof, de schepper van
het Esperanto, met zulke kostbare bouwstoffen
rekening gehouden. (Esperanto, longa
Nederl., lang Duitsch, lang Engelsch,
long r= Fransch, longue Latijn, longus
Italiaanecb, lungo). Natuurlijk zijn verder
alle woorden, welke door handel,, weten
schap en?, reeda internationaal burgerrecht
hebben verkregen,in het Esperanto opgenomen
(minuto minuut). Voor het overige is de
samenstelling m hoofdzaak Romaansch
Germaansch (vergelijk: atendi = wachten;
lerni leererj).
Dat eene aldua gevormde taal een sterk
Romaansch karakter zal dragen ligt voor de
hand. Dat zij zooals veelal wordt op
gemerkt bij de Franechen dus meer zal
inslaan dan bij Duitechers of Engelschen,
zal niemand betwijfelen, maar eene fout van
het Esperanto is dit niet. De logische samen
stelling dezer wereldtaal wordt hierdoor niet
in 't minst bestreden, veeleer moeten wij de
Franschen gelukwenschen, dat juist hunne
taal zooveel internationale elementen voor de
Ungvo internacia" kon leveren. Maar Fransch
is het Esperanto niet! En wie zich de moeite
getroost aan deze kunsttaal iets meer dan
eer.e zeer oppervlakkige beschou wingtewij den,
zal ontwaren, hoe kennismaking met die helder
heid, met dat onafgebroken rationeele, met die
verrassende conieqnenti.es, een werk'lijk genot
oplevert *). En dat heb ik in de 2265 vormen
der Fransclie werkwoorden nooit gevonden!
Esn zeer grootcn voorsprocg boven andere
ta'en dankt het Esperanto aan zijn uiterst
*) Zie Prof. Dr. van Einden: Het goed
recht van het Esperanto".
het Parlement komen met een werelds
gesneden ja#je, of met een zware
horlogeketting, bengelend op zijn buik. Hij draagt
de jas der deftigheid, en hij draagt ze be
scheiden, een beetje slobberig om zijn schrale
persoon, met een vormelijkheid, die indach
tig is aan de vergankelijkheid van het
aardsche. Hij zou zijn papieren niet
verfomfaien, maar na do studie do ezclsooren
er weer netjes uitstrijken, want het zijn
toch altijd oificieele staatstukken waarin
hij zich had verdiept. Hij zou niet, als
Duymaor, met een kort, gebiedend gebaar,
den voorzitter van uit de verto toeroepen,
dat hij wil spreken, maar in alle nederig
heid doch beslistheid de trapjes van het
presidentsgcstoelte opgaan en zich opgeven
voor het woord, pp zijn beurt. En dan
zou hij niet, onstuimig, hartstochtelijk, zich
weer in hot gewoel begeven, en den spreker
sarren met interrupties, om hen van de wijs
te brengen en daaruit munt te slaan straks,
in zijn speech, rnaar in het bewustzijn van
's lands belang en dat van de
anti-rovolutionaire partij op zijn schouders te dragen,
ging hij wat afzijdig, zocht bezinning en
bedachtzaamheid. En als hij dan sprak,
zocht hij nooit zijn kracht in vuistslagen
op de lessenaar, of in grappen, maar werkte
hij veeleer met den wijsvinger, om to ver
manen, of met duim en wijsvinger samen,
om het puntje, want het is Malefijt altijd
o in een bepaal! puntje te doen, niet te
beknopte grammatica en aan het gering aan
tal stamwoorden,die onveranderlijk hun eigen
beteekenis behoudend, bouwstof leveren voor
eene vernuftige, stipt consequente, doch rijke
woordvorming Hierdoor is de taal, ook zonder
voorafgaande studie uitsluitend met behulp
van het woordenboek, voor ieder begrijpelijk.
Nochtans geloof ik niet, dat het Esperanto
in rijkdom, buigzaamheid en zeggingskracht
voor eene der bestaande talen behoeft onder
te doen, want al moge de vereischte woorden
kennis voor den E'perantist gering wezen,
zijn woordenkeus is onbegrensd. En juist
door deze vorming is het aanleeren der taal
niet uitsluitend geheugenwerk, en moet hare
studie een ruimeren blik geven, die den
Egperantist ook bij het eventueel beoefenen
van andere talen zeker ten goede zal komen.
De eisch, dat eene wereldtaal volmaakt
moet zijn en in geen enkal opzicht meer
gewijzigl zal worden, is natuurlijk te dwaas
om te bespreken. Onaantastbaar is de samen
stelling van het Esperanto zeer zeker niet,
maar wordt OES vandaag in het Ido" een
vereenvoudig! Esperanto aangeboden, morgen
komt een geleerde met verbeterd Ido.
Het wereldtaal-vraagstuk geeft aanleiding tot
eindelooze wetenschappelijke verhandelingen,
en als wij daarop moeten wachten, zal in
het praktische leven het doel nooit worden
bereikt.
Welk beletsel ig er, om reeds nu van de
voordeelen, die het Esperanto biedt, te
proflteeren ?
Als onze grootouders hun spoorweg van
Amsterdam naar Haarlem niet hadden ge
bouwd, omdat er misschien later wel eens
een electrischetram kon worden uitgevonden,
dan zouden wij op dit oogenblik zeker nog
met de trekschuit moeten reizen.
Dat het Esperanto in zijne aamenstelling
nog niet zoo heel d vaas is, heeft het in zij n
nu ruim 20 jarig bestaan voldoende bewezen,
Al wat voorafgegaan is aan het Esperanto,
heeft afgedaan, en den talloozen proeven,
die na zijne verschijning der wereld zijn
aangeboden, is het gegaan als vuurpijlen,
die met groot geraas en schitterend effect
de lucht in gaan, maar waar zij blijven zien
wij niet! En wat er dan nog de aandacht
der wetenschappelijke wereld heeft getrokken.
dat was: gewijzigd Esperanto. Geen enkele
wereldtaal heeft ook maar bij benadering
zooveel verbreiding gevonden als het Espe
ranto, en de vele boeken en tijdschriften in
deze taal, die in de meest verscheidene landen
steeds weer het licht zien, zijn evenveel
bewijzen voor haren groei.
En als het Esperanto niet sneller de wereld
verovert, en er nog tijden moeten verloopen,
vóór wüons ideaal zien verwezenlijkt, dan
zoek ik de schuld juist bij hen, die meenen
er geen aandacht aan te moeten schenken,
omdat... het doel toch nooit zal ivorden
bereikt!"
Maak kennis mot het Esperanto l
Gaarne worden u a'.le gewenschte inlich
tingen gegeven. Voor een luttel bedrag koopt
gij eene bandleiding; blader haar door in
uwe verloren uurtjes, en na de eerste week
roept gij met mij uw medemenschen toe de
woorden van S?anbom:
Ne atendu ei u minuteto
De mallonga vivo llugas for,
Lernu kun malmulta laboreto
Li B g VOD, kiun amos via kor!"
Z u t p h e n, Juli 1909. H. MEXALDA.
verliezen in het geroezemoes van de poli
tieke zee. Zijn ietwat lijzig tenor-geluid
verveelde nooit, want hij maakte het
altijd kort; hij ergerde nooit iemand,
want zelfs al gooide hij bij zijn eigen
menschen roet in het eten, ieder was
overtuigd dat hij te braaf was om het met
opzet te hebben gedaan. Het is eens voor
gekomen, dat hij Kuijpor uit een moeilijke
positie wou belpen, maar dat deze zijn
reddingsplank bot van de hand wees; hij
verloor er zijn blijmoedigheid niet om maar
bleef steeds tot dienst bereid. Hij heeft
eens gestemd tegen een amendement dat
hijzelf had voorgesteld, maar dat aan de
groene tafel geen genade vond. Men lachte
hem uit; maar hij heeft nooit iemand
uitgelachen.
De bittere spot van Talma, de joligheid
van Theo, zijn vreemd aan Maleiijt's tempe
rament. Ook in zijn scherts klinkt de stille
levensernst van de antirevolutionaire ge
loofsbelijdenis. Zijn uiterste concessie aan
den waereldzin is het bij het leven afge
sneden sikje dat hij draagt. Wie niet ge
voelt, welk een stijl hierin zit, hoe door en
door Hollandsen dat is, en hoe derhalve
Malefijt als Excellentie een versterking is
van het nationaal karakter van ons minis
terie, die naoet dan maar oppositie tegen
hem maken en moties tegen hem voorstellen.
Ik doe er niet aan mee.
Z. Z. Z.
G-ids voor Buitenlandsche Hotels, Pensions, Uitstapjes.
BASEL
GENUA.
GENUA.
! International Hötel-Telesraafcode voor kamerfoestellen.
B A I* HAKZBURG.
Centraal punt Tan midden
Europa. Interessantste
stad aan den Rijn.
Hoofd_______________?_____?gt&d der zijdeindustrie,
"" beroemd oni haar uitmun
tende onderwjjsinrichtingen als: Universiteit, gesticht
1459, Muziek-, K mist- eii Industriesclioleii.
Praclitvolle Promenadewegen.
Alle Holkmdsche touristen die Zwitserland bezoeken, of!l>::e'-> n n biamlii;. op lam
rein fan en naar Ned. Indië, wordt een oponthoud in £asel i.:n zetrste aanbevolen.
Aan 't Ceatraal-Station bevinden zicb de met allen comfort ingedekte l Ie Rang Hotels:
Hotel Victoria & National. Hotel Scliweizerliof.
Hotel Euler. Hotel Univers.
G E 3 U A.
1 kar
1
1
1
2 kar
2
2
3
3
3
3
3
4
?1
4
ner 1 bet
2 per
2 bcc.
3
nera 2
3
4
3
4
5
6
7
4
5
6
7
8
9
1 A'I'i
soonsbed. . . . Albaduo.
den. ..... Arah.
Al/eo.
Bel11 b
. . . Eouid
Circc.
C'arid.
...... Calde.
Cadnf.
Danid.
Dalme.
Dirich.
Durl-i
Mooiste vrije kamer
Goede
Eenvondige
Salon
Privaat badkamer
i
AANKOMST.
Taasche.'i 12 n. 's nachts en 7 a.
7 nnr en middag:
middag en 7 uur :
7 n. en 12 n. 's nachts:
T E R E L IJ F.
Eén nacht
Meerdere nachter.
Best.
J!on.
riaiu.
,-.YI ,
. . Sal.
, . l;at.
Serv
Granmatin.
Matin.
Sera.
Gransera.
. . Pass.
Stop.
HflTO 011 PüllOlfiH rjQTini'1'i Juui uicmsiu u ii eiKenw. gei. voorn, rammen-uotei. l'cnsion,
iiUlöl GÜ1 tuiiMUll nadullllJ. met inbegrip van kamer, vanaf 11. 5.50. In Juni en Sopt. ver
minderde prijzen. Touristenkamers van af SI. 1.50. Prosp. gr. en fr. bij eigen. H. BUCIIIIEISTEF.,
jajjo !?Iaa;a;i«re L.OCAKXO Zwitserland.
"O"^x4-f\l "RoT^AT* On lor* ^^®ijodden. Hotel lo Kang. Pension vanaf
-0-Ul/tM iVeUüi »U 1ÖO. s franc. 10.000 Jr.= Schaduwrijk part. Geliefd
Herfst- en '\Yinterverblijf. Prospectus. Door Hollanders veel bezocht.
JLUZJ£HJii + Scliiller-Hotel g-arni Aieuw!
nabij het Station, tegenover de nieuwe Kantonalbank.
Alleen kamers met ontbijt. Mooi, rustig gelegen. Lift. Centr. verw. VestiDule.
Lees- en Damessalon. Electr. licht. Kamers met private badkamer. Kamera
van 2?4 francs. Ontbijt fr. 1.25. Ei?. LD. LEIMGRUBER.
31 0 \T T R E 1 X.
Cj ] 1*1 TT-.J.,.'! Familie Hotel. Modern comf. Tegenover de aankomst
DD1611Q1U.~J[1.0 tul» der treinen en in <IB nabijh. van 't station. Centr. ligging.
t. Gr. Restaurant. Diverse bieren v, h vat. 0. LEIEBUAXD.
Hotel Koj-ul (Aquila). Tegenover het station en nabij de ,
haven. Electr. licht. Centr. verwarr.;. Alle comfort.
Hollanders ten zeerste aanbevolen. Eigen. GEBSS. UODISO.
Hotel de laTillc. Naar het zuiden gelegen met prachtig uitzicht
op zee en omgeving. Vroeger Palazzo Fies-.'O. Daitsch Hotel
Ie B. Met alle comfort. Duitache Eigen. WALTHEB & OESTERLE. l
ia niie
Ilófets i er
\VIESBADEN.
Hotel WIIMfflA,
: Eerste rang. Termalbaden nit eigen bron.