De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 22 augustus pagina 10

22 augustus 1909 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V-OOR NEDERLAND. No. 1678 nemingen in het Beneden-Langkatsehe, waar met Toordacht laat geplant werd om de regens af te wachten, de tabak thans bizonder mooi ?taan en zoowel kwantitatief als kwalitatief oen gooden oogst beloven. Wat de kwantiteit aangaat, moet deze bij de bovenbedoelde ondernemingen van 11 tot 20 picol per veld bedragen, welk laatste c\jfer een reuzen-oogst beteekent. Doch anderzijds wordt het gemiddelde van den geheelen Sumatra-oogst op ca. 8 picol per veld geraamd, wat beslist een gering percentage beteekent en de markt in het volgende jaar eerder ten goede zou komen, dan een groote oogst. Onder meer waren ook aand. Langkat Tabak My vr\j vast gestemd op het bericht, dat het der Maatschappij is mogen gelukken een consignatie-contract met eene andere firma te sluiten, zoodat haar voortbestaan voor de naaste toekomst verzekerd is. Ook Cultuur-aandeelen reageerden. Liquidatie Barge-Moorman liepen ruim 5 pCt. terug, aand. Handelsvereeniging Amsterdatn 13 pCt.; daarentegen konden die der Vorstenlandên, na eerst te zijn afgebrok keld, weer iets verbeteren, terwijl ook aand. N*d. Ind. Handelsbank nog een avana van 2 pCt. aantoonen. ? De verschillende Rubber-waarden verzeilen langzamerhand ia een verlaten toestand; eene nitMttdering hierop maken slechts die der Arotterdam Rubber-Mij., welke ondanks de kapitaal»-«itbreiding nog 8 pCt. konden rijzen. Het wekeljjks aan de markt brengen van steeds weer nieu weRubber aandeelen is natuur lijk in hoofdzaak schold aan dit mindere animo. Ditmaal waren het die der Indische Rubber Compagnie, welke Mij. de gronden, bekend onder den naam van Tanah Radja, van de Nieuwe Asahan Tabak Mij. heeft gekocht en hierop algnu de rubber-Cultuur zal uit oefenen. Wat of de Nieuwe Asahan voor deze gron den heeft kunnen bedingen, is niet bekend, doch in elk geval zal die verkoop het enorme verües-saldo dezer onderneming wel niet zoodanig reduceeren, dat eenige meerdere hoop voor de toekomst mag worden gekoesterd. Om echter tot de Ind. Rubber Compagnie terug te keeren, willen wij niet onvermeld laten, dat, evenals by de Kenden g Lemboe, ook bij deze Mij nog met den aanplant moet worden begonnen. Dat dus hier een toekomstige dividenduitkeering nog verder verwijderd ligt dan büde ondernemingen, welker aandeelen hier vroeger aan de markt werden gebracht. Om toch adhaeeie van het publiek te krijgen, heeft men nu uitgedacht een dividend van 4 pCt. voor de eerste jaren d.w.z. tot dat de rubber-boomen in het stadium van aftapbaar heid zijn gekomen, een dividend van 4 pCt. te garandeeren. Wat de aandeelhouders zich natuurlijk nit eigen zakken betalen. Mijn-waarden ondervonden geene variaties van beteekenis. Slechts aandeelen Great Cobar verloren ca. 10 pCt. in verband met de weer minder vaste tendenz van het koper. Onder de diverse soorten valt eenige koers verbetering voor aandeelen Int. Landsyndicaat op te teekenen; restant-bewijzen Maxwell liepen, nu de inschrijving achter den rug is, ca. l pCt. terug. Aandeelen Santa Fe Land Cy. verbeterden ca, 4','i pCt. Ondanks dat de politieke horizon op 't oogenblik niet ganschelijk onbewolkt is, bleven staatswaarden vast van toon. iiiiHtlriimiiniimininmiimiiiimiiiiMmiiMiMiiiiiiiiiiiim MaMit Eiccllentie, Dit geval, geliefde broeders en zusters, heeft ook nog een anderen kant dan den politieken; er zit een kwestie van stijl in. Idenburg was een anti-revolutionair minis ter met een sterk persoonlijk stempel. Cremer was een handelsvorst-minister, met een sterk kaste-stempel. Malefijt is anti-revolu tionair, anti-revolutionair,anti-revolutionair. Er is geen anti-revolutionairdere anti- revo lutionair dan Malefijt; daar mag ook wel eens aan worden gedacht, nu men zoo afgeeft op zijn bekwaamheid. Er komt nu süjl in het ministerie: het blijmoedige christendom krijgt zijn plaats tusschen Theo's joligheid, Talma's slimmigheid, Eegout's sierlijkheid, Van Swinderen'samerikanismeenWentholt's boert. Een plank van het echte wagenschot komt in de kast. Is dat niets ? Ik heb Malefijt altijd graag mogen lijden. Hij is een stuk vaderland voor mij geweest, als ik rondzwierf in den vreemde. Ik kon mij Holland's beemden, stadjes als Uouda, Delft en Oude water, niet voorstellen zonder stoffage met Malefijten. En ik kan mij Malefijt thuis niet voorstellen, dan in een ruime kamer met solied ouderwetsche, glimmend geboende mahonie meubelen, ringetjesgordijnen en nette horren voor de blinkend gezeemde ramen, een vredig theeDe Grieksch-Turksche kwestie houdt de mogendheden in spanning; er zal eene op lossing moeten worden gevonden om beider houding, die er een is van nationale eer, te redden, doch de beurs blijkt de kwestie nog al lacouisch op te vatten en vertronwen te stellen in eene vreedzame beslechting. Ook het Spaanache geploeter in Marokko laat de beurs onaandoenlijk. Geploeter? Bijt Spanje niet voor de mogendheden de spits af, om daar ginds dien woesten en ontembaren Rif-bewoners de zegeningen der be schaving te brengen. . met kruit en lood? De geesten der oude hidalgo's, in hun astrale rust gewekt door het gedonder van 't ge.schut, zijn opgestaan en in de lijven hunner nazaten gevaren, die nu, vol chevalareske droomen, als gewoon soldenier ten strijde trekken. Den verwordenen volke tot illuster voor beeld. Maar de wijze trekt ter beurze en sjachert Integralen. 20 Aug. V. D. M. Esnerato, (De kunstmatige werelitaal.) Een woord aan al dezulken, die meenen, dat het doel toch nooit zal worden bereikt! De behoefte aan uitbreiding van de nauwe taalgrenzen doet zich by de reusachtige toe name van het wereldverkeer steeds sterker gevoelen. Reeds eeuwen hebben geleerden zich bezig gehouden met dit bij uitstek inter nationale vraagstuk en talloos zijn de wijzen, waarop men getracht heeft eene oplossing te vinden. Het zoeken eener wereldtaal ter vervanging der nationale talen kan het doel van dit streven niet zijn. Gesteld, dat het mogelijk ware over de geheele wereld voor invoering van zulk eene taal medewerking te verkrijgen, het ideaal zou niet worden bereikt. De taal van een volk is een levend iets, altijd wisselend onder den invloed van plaats, tijd en om standigheden, en zal zich nooit blijvend laten beheerfchen door wetten, haar vooraf door menschen gesteld. Dit zou in strijd zjjn met de geheele wordingsgeschiedenis der taal. Over haar oorsprong zegt Pierre Larousse: On pense généralement que les hommes ont commencépar exprimer leurs pensees au moven de signes; aux signes succédèrent sans doute les cris, puis les sons articnlés, et, dés qu'ils eurent donnédes noms aux objets qui lesenvironnaient, les mots devinrent les signes de leurs idee?. Ce langage, qui n'était tout d'abord qu'un assemblage informe de sons rappelant nergiquement les propriétés de la chose désignée, fut sans doute Ie langage commun des différentes families qui peuplèrent la terre dans les premiers ges du monde; mais peu a pen ces families de pasteura venant d se disperser, la langue s'altéra, se transforma, et Ton vit naitre une foule d' idiomes nouveaux; en sorte qu' aujourd' hui il y a prerque autant de langues que de peuples différente." En met al die verschillende talen, wier aantal nog altijd toeneemt, zitten wij thans opgescheept, en dat in een tijd van steeds Sterker wordend internationalisme l Het is niet te veel gezegd: yapresque autant de langues que de peuples différente." Ja er zijn zelfs stammen in Brazilië, waar men afzonderlijke talen voor mannen en vrouwen aantreft, of elders gaat verschil In Stand met verschil in taal gepaard (hoog- en laag-Javaanscb). servies op tafe! en een zingende ketel ernaast, in een hoek op een chiffonière een standaard met goudsche pijpen, een boekenhanger met stichtelijke lektuur, familie portretten in ovale zwarte lijsten aan den wand, en de Statenbijbel op de sekretaire. Bij gebrek aan een eigen ouderhuis gingen al mijne nationale verlangens uit naar de huiskamer van Malefijt, als in het wufte boulevardleven van Parijs, in de koude weelderigheid van !Xew-York's fifth avenue, maar vooral in de eenzaamheid der russische steppe m ij u ziel kracht zocht door zich onder te dompelen in haar oorsprong.... Marchant, die het bij het leger hoogstens tot luitenant bij de schutterij heeft gebracht, en toch een ontzettende militaire specialiteit is, schrijft nu, dat Malefijt te stom is voor minister van koloniën, omdat hij Indiëniet kent. En anderen, daar weer tegen in, ^yijzen erop, dat niemand minder dan de liberale minister Fock Malefijt benoemde tot curator van de Indische bestuursakademie, zoodat die hem dan toch wel voor een bolleboos moest houden. Moeten vrij nu zoo gaan vechten in Xederland:; Welke reputaties blijven dan nog overeind'r Is het zóó'n heksenwerk om minister te zijn? Kom, kom. Vooral bij Koloniën, dat altijd brieven onderweg heeft van het Plein naa;1 Buitenzorg en viceversa, en dus nooit definitief uitsluitsel kan geven; dat nooit op onverhoedsche, rauweDe wenechelijkheid van n wereldtaal wordt dan ook wel door niemand bestreden. En wanneer w£ daaronder verstaan eene hnlptaal voor internationaal vtrkeer naast de landstalen, overal te gebruiken, waar door handel of wetenschap of sport de verschil lende nationaliteiten met elkaar in contact komen, zou dan eene oplossing onmogelijk zijn? Waarom ik met vertrouwen de toekomst der wereld-hulptaal, en wel inzonderheid die van het Esperanto" tegemoet z'.e, hoop ik in de volgende regelen duidelijk te maken. De oplossing van het internationale taai vraagstuk kan op drieërlei wijze worden be proefd: door het aanwijzen van eene der bestaande talen voor het beoogde doel; door het uitdenken eener wereldtaal zonder daarbij met bestaande idiomen rekening te houden, en tenslotte door het vormen eener kunst matige taal, waarbij zooveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van bouwstoffen uit de daar voor het meest in aanmerking komende be staande talen. Ware het niet, dat de somtijds zeer moei lijke uitspraak der levende talen en de dool hof harer grammaticale regelen een ernstig beletsel opleverden, dan zou voor invoering van een dezer zeker pleiten, dat thans reeds zulk een belangrijk deel der beschaafde wereld er zich van kan bedienen. Maar er is meer l Slechts eene kunsttaal zal als neutraal hulp middel voor wereldverkeer kunnen bestaan zonder die uiterst delicate kwestie te beroe ren, die beslist over oorlog en vrede: de taal is gansch een volk!" Gewoonlijk wordt het Engelsen als inter nationale taal aanbevolen, maar waar uit breiding van taalgebied zeer zeker politieke versterking beteekent, zou van de grootere naties ter bereiking van dit doel zeker al heel weinig medewerking zijn te verwachten. De kleinere zouden dus gezamenlijk den door slag moeten geven, maar wat vermogen die hoogstens 50 millioen verbondenen van zoo uiteenloopenden aard te zamen tegen alleen reeds 55 millioen Franschen, tegen meer dan 75 millioen Duitsch sprekende menschen? En hecht dan een klein volk geen waarde aan zijn onafhankelijkheid? In het gebruik van eene der doode talen heeft men meermalen gedacht de oplossing te moeten zoeken. Behalve, dat deze echter zeer moeilijk te leeren zijn, zouden wij ze tot onherkenbaar wordens toe moeten moderniseeren, om ze voor hedendaagsch gebruik geschikt te maken; en dit zou de weten schappelijke wereld in zoo'n storm van ver ontwaardiging doen losbarsten, dat een Cicero of Virgiliua, ja zelfs Homerus zich in het graf zouden omkeeren. Dat eene willekeurig uitgedachte kunsttaal wel nooit toekomst zal hebben, ligt voor ;de hand. Ondanks haren eenvoud en de uiterst vernuftige wijze, waarop zij kan zijn samen gesteld, zullen alle volkeren zich vreemd blijven gevoelen tegenover dat kunstproduct, waarin zij geen enkele herinnering aan hunne moedertaal kunnen terugvinden. Het jam merlijk fiasco, dat reeds zoovele pogingen in deze richting hebben geleden, is hiervoor het duidelijkste bewijs, en ongetwijfeld heeft ook het toch zoo geniaal samengestelde Volapük zijn kwijnend en kort bestaan te wijten aan de dikwijls weinig internationale vorming, waardoor het vele goede in pastoor Schleijer'g grootsche werk in de schaduw werd gesteld. lijks in het debat geworpen vragen behoeft te antwoorden, maar altijd eerst nadere inlichtingen moet inwinnen; en je hebt toch je ambtenaren, meesters in het stellen van memories van antwoord, en die voor een minzaam minister nog wel wat mate riaal achterhouden, waarmee hij in het mondeling debat zijn veelzijdigheid kan bewijzen, en zijn wonderlijke bekwaamheid om zich snel in allerlei zonderlinge kwes ties in te werken .... Vooral bij Koloniën slaat een minister die er niet te veel ran weet, en dus niet eigenwijs tegen de rap porten en adviezen der betrokken deskun digen ingaat, vaak een beter figuur dan een specialiteit, die het departement en de sekretarie in Indiëverontrust niet zijn partikuliere liefhebberijen. Er moet continu teit in het gezag zijn. Malefijt nu, weet wat het gezag toekomt. Hij is een man van het gezag, getemperd door blijmoedig christendom. Hij is het symbool van het gezag, getemperd door het blijmoedig christendom. Kuyper, bij al zijn onwaardeerbare gaven, heeft vari zijn studie aan de Leidsche universiteit, uit die paganistische omgeving, altijd iets van de atmos feer van het romeinsche recht, iets cesarigtisch overgehouden. Malefijt is daarvan te eeuen male vrij: in zijn gaan en staan, in zün handel en wandel is Malefijt nooit iets anders geweest dan het levend beeld van den büjmoedigeB christen. Hij zou niet in De grondslag, waarop de wereldtaal zal worden opgebouwd, moet vóór alles inter nationaal bezit zijn, en nu geloof ik, dat aan dezen eisch in het Esperanto op meester lijke wijze is voldaan. Het zou natuurlijk onmogelijk zijn bij.de keuze van materiaal voor eene wereldtaal met de eischen van alle raseen en volkeren rekening te houden en gelukkig zal wel niemand hiervan de noodzakelijkheid beplei ten. Van de ruim 1500 millioen bewoners, die onze aarde wordt geacht te bezitten, durf ik reeds dadelijk de helft w. o. de Mon golen, de Xegers en andere minder talrijke rassen buiten beschouwing laten, oin slechts aandacht te wijden aan dat overgroote deel van het overblijvende Kaukasische of Middellandsche ras, dat, onder den naam van Indo-Germaanscbe groep, in het wereldver keer verreweg de belangrijkste rol speelt. De Indo-Germanen kunnen wij als leiders der geheele menschheid beschouwen en dusdienen wij bij het kiezen onzer wereldtaal met h unne eischen rekening te houden. Ondanks de groote verscheidenheid bestaat er tusschen de talen der Inde-Germaan sche volken toch eene nauwe verwantschap, wat door de vergelijkende taaistudie der laatste tijden ten duidelijkste is gebleken. Waar elders van eene overeen stemming niet het minste wordt bespeurd, is de veronderstelling niet te gewaagd, dat hunne talen alle uit n zelfde grondtaal zijn ontsproten. Een stroohalm, lezer, maar laten wij er ons dankbaar aan vastkklampen! In het Esperantowoordje ne" zullen wij Hollanders gemakkelijk onze ontkenningen neen" en nie-," terugvinden, maar ook voor Duitschers (aein, nicht), Sngelschen (no, not), Franschen (non, ne ... paf), Latinisten (non, ne). Russen en anderen zal het geen vreem deling blij ven. Zoude a al deze woorden slechts toevallig overeenkomst vertoonen? Waar mogelijk heeft Dr. Zamenhof, de schepper van het Esperanto, met zulke kostbare bouwstoffen rekening gehouden. (Esperanto, longa Nederl., lang Duitsch, lang Engelsch, long r= Fransch, longue Latijn, longus Italiaanecb, lungo). Natuurlijk zijn verder alle woorden, welke door handel,, weten schap en?, reeda internationaal burgerrecht hebben verkregen,in het Esperanto opgenomen (minuto minuut). Voor het overige is de samenstelling m hoofdzaak Romaansch Germaansch (vergelijk: atendi = wachten; lerni leererj). Dat eene aldua gevormde taal een sterk Romaansch karakter zal dragen ligt voor de hand. Dat zij zooals veelal wordt op gemerkt bij de Franechen dus meer zal inslaan dan bij Duitechers of Engelschen, zal niemand betwijfelen, maar eene fout van het Esperanto is dit niet. De logische samen stelling dezer wereldtaal wordt hierdoor niet in 't minst bestreden, veeleer moeten wij de Franschen gelukwenschen, dat juist hunne taal zooveel internationale elementen voor de Ungvo internacia" kon leveren. Maar Fransch is het Esperanto niet! En wie zich de moeite getroost aan deze kunsttaal iets meer dan eer.e zeer oppervlakkige beschou wingtewij den, zal ontwaren, hoe kennismaking met die helder heid, met dat onafgebroken rationeele, met die verrassende conieqnenti.es, een werk'lijk genot oplevert *). En dat heb ik in de 2265 vormen der Fransclie werkwoorden nooit gevonden! Esn zeer grootcn voorsprocg boven andere ta'en dankt het Esperanto aan zijn uiterst *) Zie Prof. Dr. van Einden: Het goed recht van het Esperanto". het Parlement komen met een werelds gesneden ja#je, of met een zware horlogeketting, bengelend op zijn buik. Hij draagt de jas der deftigheid, en hij draagt ze be scheiden, een beetje slobberig om zijn schrale persoon, met een vormelijkheid, die indach tig is aan de vergankelijkheid van het aardsche. Hij zou zijn papieren niet verfomfaien, maar na do studie do ezclsooren er weer netjes uitstrijken, want het zijn toch altijd oificieele staatstukken waarin hij zich had verdiept. Hij zou niet, als Duymaor, met een kort, gebiedend gebaar, den voorzitter van uit de verto toeroepen, dat hij wil spreken, maar in alle nederig heid doch beslistheid de trapjes van het presidentsgcstoelte opgaan en zich opgeven voor het woord, pp zijn beurt. En dan zou hij niet, onstuimig, hartstochtelijk, zich weer in hot gewoel begeven, en den spreker sarren met interrupties, om hen van de wijs te brengen en daaruit munt te slaan straks, in zijn speech, rnaar in het bewustzijn van 's lands belang en dat van de anti-rovolutionaire partij op zijn schouders te dragen, ging hij wat afzijdig, zocht bezinning en bedachtzaamheid. En als hij dan sprak, zocht hij nooit zijn kracht in vuistslagen op de lessenaar, of in grappen, maar werkte hij veeleer met den wijsvinger, om to ver manen, of met duim en wijsvinger samen, om het puntje, want het is Malefijt altijd o in een bepaal! puntje te doen, niet te beknopte grammatica en aan het gering aan tal stamwoorden,die onveranderlijk hun eigen beteekenis behoudend, bouwstof leveren voor eene vernuftige, stipt consequente, doch rijke woordvorming Hierdoor is de taal, ook zonder voorafgaande studie uitsluitend met behulp van het woordenboek, voor ieder begrijpelijk. Nochtans geloof ik niet, dat het Esperanto in rijkdom, buigzaamheid en zeggingskracht voor eene der bestaande talen behoeft onder te doen, want al moge de vereischte woorden kennis voor den E'perantist gering wezen, zijn woordenkeus is onbegrensd. En juist door deze vorming is het aanleeren der taal niet uitsluitend geheugenwerk, en moet hare studie een ruimeren blik geven, die den Egperantist ook bij het eventueel beoefenen van andere talen zeker ten goede zal komen. De eisch, dat eene wereldtaal volmaakt moet zijn en in geen enkal opzicht meer gewijzigl zal worden, is natuurlijk te dwaas om te bespreken. Onaantastbaar is de samen stelling van het Esperanto zeer zeker niet, maar wordt OES vandaag in het Ido" een vereenvoudig! Esperanto aangeboden, morgen komt een geleerde met verbeterd Ido. Het wereldtaal-vraagstuk geeft aanleiding tot eindelooze wetenschappelijke verhandelingen, en als wij daarop moeten wachten, zal in het praktische leven het doel nooit worden bereikt. Welk beletsel ig er, om reeds nu van de voordeelen, die het Esperanto biedt, te proflteeren ? Als onze grootouders hun spoorweg van Amsterdam naar Haarlem niet hadden ge bouwd, omdat er misschien later wel eens een electrischetram kon worden uitgevonden, dan zouden wij op dit oogenblik zeker nog met de trekschuit moeten reizen. Dat het Esperanto in zijne aamenstelling nog niet zoo heel d vaas is, heeft het in zij n nu ruim 20 jarig bestaan voldoende bewezen, Al wat voorafgegaan is aan het Esperanto, heeft afgedaan, en den talloozen proeven, die na zijne verschijning der wereld zijn aangeboden, is het gegaan als vuurpijlen, die met groot geraas en schitterend effect de lucht in gaan, maar waar zij blijven zien wij niet! En wat er dan nog de aandacht der wetenschappelijke wereld heeft getrokken. dat was: gewijzigd Esperanto. Geen enkele wereldtaal heeft ook maar bij benadering zooveel verbreiding gevonden als het Espe ranto, en de vele boeken en tijdschriften in deze taal, die in de meest verscheidene landen steeds weer het licht zien, zijn evenveel bewijzen voor haren groei. En als het Esperanto niet sneller de wereld verovert, en er nog tijden moeten verloopen, vóór wüons ideaal zien verwezenlijkt, dan zoek ik de schuld juist bij hen, die meenen er geen aandacht aan te moeten schenken, omdat... het doel toch nooit zal ivorden bereikt!" Maak kennis mot het Esperanto l Gaarne worden u a'.le gewenschte inlich tingen gegeven. Voor een luttel bedrag koopt gij eene bandleiding; blader haar door in uwe verloren uurtjes, en na de eerste week roept gij met mij uw medemenschen toe de woorden van S?anbom: Ne atendu ei u minuteto De mallonga vivo llugas for, Lernu kun malmulta laboreto Li B g VOD, kiun amos via kor!" Z u t p h e n, Juli 1909. H. MEXALDA. verliezen in het geroezemoes van de poli tieke zee. Zijn ietwat lijzig tenor-geluid verveelde nooit, want hij maakte het altijd kort; hij ergerde nooit iemand, want zelfs al gooide hij bij zijn eigen menschen roet in het eten, ieder was overtuigd dat hij te braaf was om het met opzet te hebben gedaan. Het is eens voor gekomen, dat hij Kuijpor uit een moeilijke positie wou belpen, maar dat deze zijn reddingsplank bot van de hand wees; hij verloor er zijn blijmoedigheid niet om maar bleef steeds tot dienst bereid. Hij heeft eens gestemd tegen een amendement dat hijzelf had voorgesteld, maar dat aan de groene tafel geen genade vond. Men lachte hem uit; maar hij heeft nooit iemand uitgelachen. De bittere spot van Talma, de joligheid van Theo, zijn vreemd aan Maleiijt's tempe rament. Ook in zijn scherts klinkt de stille levensernst van de antirevolutionaire ge loofsbelijdenis. Zijn uiterste concessie aan den waereldzin is het bij het leven afge sneden sikje dat hij draagt. Wie niet ge voelt, welk een stijl hierin zit, hoe door en door Hollandsen dat is, en hoe derhalve Malefijt als Excellentie een versterking is van het nationaal karakter van ons minis terie, die naoet dan maar oppositie tegen hem maken en moties tegen hem voorstellen. Ik doe er niet aan mee. Z. Z. Z. G-ids voor Buitenlandsche Hotels, Pensions, Uitstapjes. BASEL GENUA. GENUA. ! International Hötel-Telesraafcode voor kamerfoestellen. B A I* HAKZBURG. Centraal punt Tan midden Europa. Interessantste stad aan den Rijn. Hoofd_______________?_____?gt&d der zijdeindustrie, "" beroemd oni haar uitmun tende onderwjjsinrichtingen als: Universiteit, gesticht 1459, Muziek-, K mist- eii Industriesclioleii. Praclitvolle Promenadewegen. Alle Holkmdsche touristen die Zwitserland bezoeken, of!l>::e'-> n n biamlii;. op lam rein fan en naar Ned. Indië, wordt een oponthoud in £asel i.:n zetrste aanbevolen. Aan 't Ceatraal-Station bevinden zicb de met allen comfort ingedekte l Ie Rang Hotels: Hotel Victoria & National. Hotel Scliweizerliof. Hotel Euler. Hotel Univers. G E 3 U A. 1 kar 1 1 1 2 kar 2 2 3 3 3 3 3 4 ?1 4 ner 1 bet 2 per 2 bcc. 3 nera 2 3 4 3 4 5 6 7 4 5 6 7 8 9 1 A'I'i soonsbed. . . . Albaduo. den. ..... Arah. Al/eo. Bel11 b . . . Eouid Circc. C'arid. ...... Calde. Cadnf. Danid. Dalme. Dirich. Durl-i Mooiste vrije kamer Goede Eenvondige Salon Privaat badkamer i AANKOMST. Taasche.'i 12 n. 's nachts en 7 a. 7 nnr en middag: middag en 7 uur : 7 n. en 12 n. 's nachts: T E R E L IJ F. Eén nacht Meerdere nachter. Best. J!on. riaiu. ,-.YI , . . Sal. , . l;at. Serv Granmatin. Matin. Sera. Gransera. . . Pass. Stop. HflTO 011 PüllOlfiH rjQTini'1'i Juui uicmsiu u ii eiKenw. gei. voorn, rammen-uotei. l'cnsion, iiUlöl GÜ1 tuiiMUll nadullllJ. met inbegrip van kamer, vanaf 11. 5.50. In Juni en Sopt. ver minderde prijzen. Touristenkamers van af SI. 1.50. Prosp. gr. en fr. bij eigen. H. BUCIIIIEISTEF., jajjo !?Iaa;a;i«re L.OCAKXO Zwitserland. "O"^x4-f\l "RoT^AT* On lor* ^^®ijodden. Hotel lo Kang. Pension vanaf -0-Ul/tM iVeUüi »U 1ÖO. s franc. 10.000 Jr.= Schaduwrijk part. Geliefd Herfst- en '\Yinterverblijf. Prospectus. Door Hollanders veel bezocht. JLUZJ£HJii + Scliiller-Hotel g-arni Aieuw! nabij het Station, tegenover de nieuwe Kantonalbank. Alleen kamers met ontbijt. Mooi, rustig gelegen. Lift. Centr. verw. VestiDule. Lees- en Damessalon. Electr. licht. Kamers met private badkamer. Kamera van 2?4 francs. Ontbijt fr. 1.25. Ei?. LD. LEIMGRUBER. 31 0 \T T R E 1 X. Cj ] 1*1 TT-.J.,.'! Familie Hotel. Modern comf. Tegenover de aankomst DD1611Q1U.~J[1.0 tul» der treinen en in <IB nabijh. van 't station. Centr. ligging. t. Gr. Restaurant. Diverse bieren v, h vat. 0. LEIEBUAXD. Hotel Koj-ul (Aquila). Tegenover het station en nabij de , haven. Electr. licht. Centr. verwarr.;. Alle comfort. Hollanders ten zeerste aanbevolen. Eigen. GEBSS. UODISO. Hotel de laTillc. Naar het zuiden gelegen met prachtig uitzicht op zee en omgeving. Vroeger Palazzo Fies-.'O. Daitsch Hotel Ie B. Met alle comfort. Duitache Eigen. WALTHEB & OESTERLE. l ia niie Ilófets i er \VIESBADEN. Hotel WIIMfflA, : Eerste rang. Termalbaden nit eigen bron.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl