De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 29 augustus pagina 6

29 augustus 1909 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1679 Voorgevel van het Warenhauë" Leonhard Tietz in de Bazar- en Alleestrasse te Dusseldorf. Voorgevel van het Warenhaus" Leonhard Tietz in de Konigsallee te Dusseldorf. Een Warenhaus" te Dusseldorf. Het toeval heeft gewild, dat twee bouwmeesters van een Warenhaus", de een kort na de voltooiing, de ander weinig tijds vóór de voltooiing, verschei den zijn, en dat beiden met dit hun laatste werk, een gedenkteeken voor zich zelf hebben gesticht. De een is Mossel, bouwheer van het Warenhaus Wertheim" te Berlijn, de ander, Olbrich, bouwheer van het Wa renhaus Leonhard Tietz" te Dusseldorf. Kan bij een kunstenaar van groote beteekenis, zooals bjj°alle talenten in 't algemeen, voor eene ongerapte waardee ring, de dood te laat komen, bij Messel, en dat is het tragische van deze afge broken loopbaan, kwam hij te vroeg." Dit zegt de bouwheer H. P. Berlage Nz. over Messel in een opstel, hem en zijn laatste werk gewijd, voorkomende in het maandschrift De Beweging van Augustus. In verband met Olbrich's laatste werk: het Waarenhaus van Leonhard Tietz" te Dusseldorf, wien de bouw van dat door Messel te Berlijn niet vreemd is febleyen, bij behoud van alle zelfstanigheid, al vindt men in de Perzische tapijtafdeeling sterke herinnering aan die in het Warenhaus" van Wertheim, en ook om de algemeene opmerkingen, is het der moeite waard kennis te nemen wat Berlage schrijft, te meer daar hij het Warenhaus" van Tietz te Berlijn als minder goed geslaagd oordeelt. In die opvatting blijken n Tietz zelf en Olbrich gedeeld te hebben, want Olbrich heeft voor Tietz te Dusseldorf een gebouw geschapen, dat geheel breekt met dat van Tietz te Berlijn, en, bij alle verschil, overeenstemming vertoont met dat van Wertheim, het bouwwerk van Messel in dezelfde stad. Daarom het woord aan den heer Berlage. Toen nu eenige jaren geladen het hoekgebouw van het bekende Waaren haus Wertheim" aan de Leipzigerstrasse te Berlijn, voltooid was, was men het daarover vrij wel eens, dat iets zeer bijzonders was ontstaan, en dat vooral, omdat het gold de architectonische vorm, van een zoo bij uitstek modern gebouw als een Waarenhaus". Het beginsel eener degelijke pijler oplossing van de gevelarchitectuur van een Waarenhaus" was niet nieuw. Reeds had Paul Sédille te Parijs in de jaren 1881?1883 met zijn gebouw Magasins du Printemps" den weg daartoe aange wezen, en was het Sehring, die, eenigszins daarop doorgaande, den brutalen moed had de geheele faeade van het Waarenhaus Tietz" (te Berlijn) op te lossen in twee reusachtige gtasvensters, welke door een steenconstructie zijn omlijst. Die samenstelling bleef bij den Franschman nog binnen de perken van het toelaatbare, maar bij den Duitscher had de brutaliteit de overhand, zoodat de grenzen van dat toelaatbare op ruwe wijze werden ver broken. En nu is het de bijzon dere verdienste van Messel dit conflict te hebben ver meden, en een harmonische verhouding tusachen Ie plein et Ie vide1' te hebben tot stand gebracht, al wordt het, en dat is wel de voor naamste oorzaak van die zekere onvastheid, bij Mes sel, juist een harmonische afsluiting, een verbinding van de boveneinden der pijlers gemist. De reden echter waarom desniettegenstaande, dit ge bouw toch zoo hoog moet worden aangeslagen, is het beginsel volgens 't welk het gebouw is samengesteld en den gevel is geleed; het beginsel, en ik het is nog altijd de heer Berlage die spreekt herhaal hier hetgeen Curt Behrends daar over schrijft: einer bewusst vollzogene Gothisieringder Renaissance". En het meest volkomen wordt deze syn these tusschen Gothisch en Renaissance bij den gevel aan de Rosenthalerstrasse, maar vooral aan het hoekgebouw aan de Leipziger Platz", welk laatste zeker behoort tot het beste wat de Duitsche bouwkunst in dezen tijd heeft voort gebracht." Berlage wijst op het beginsel eener degelijke pijleroplossing, Olbrich heeft in den bouw van het Waarenbaus" van Tietz te Dusseldorf, er ook alle aandacht aan geschonken. Als, zelfs een leek, het reusachtige gebouw aan de zijde der Allerstrasse der Königsallee nadert, trekt het groote en grootsche gebouw, ook door voornaamheid, eenvoud en rust al zijn aandacht. De slanke pijlers rijzen hoog in de lucht. Zij trekken als het ware de gedachte van den mensch op. Het hooge koperachtige dak stuit de rijzing, of de pijlers dragen het dak, verbonden met bloemversiering. De leek, het gebouw van de drie zij den Groote Lichthal. Een licht-eikel in de groote lichthal. beschouwend, begrijpt, dat men het noemt: het mooiste bouwwerk in de residentie aan den Beneden-Rijn. Alles aan en in dat gebouw is groot gedacht en logisch. Geen schijn wil er echtheid nabootsen. Het houtwerk is geen nabootsing van ander. Alle fijnere houtsoorten zijn er gebruikt, o.a. deuren van kostbaar ebbenhout. Versiering aan de buitenzijde van het gebouw heeft men zoo goed als niet. Winkelramen, niet al te groot tusschen de pijlers, en groote dubbele toegangsdeuren aan de drie zijden. Het gebouw van buiten maakt een indruk van voorname soberheid. Verrassend is het als men dit verkoophuis binnenkomt. 1) De reusachtige afme tingen belemmeren niet het gezellige. In stille opgetogenheid raakt men ko mende in de groote lichthal. Daar staat men in het midden van het gebouw en is dit niet een verdienste? over ziet men het geheel met al de afdeelingen, gelijkvloersch en op de verschillende verdiepingen. De breede trappen in de hoeken houden zich bescheiden op een afstand en de groote lift's aan alle vier zijden hebben niets opzettelijks. Wilhelm Schiifer, een man tot oordeelen bevoegd, staande iii deze groote lichthal, die nog twee kleinere lichthallen nevens zich heeft, gaf over Olbrich en zijn werk deze lofspraak: Die gröszte Ueberraschung als Baumeister bereitet Olbrich durch die Klarheit und Anlagc, die man ziemlich von jedem Punkt des Gebaudes völlig zu ueberblicken glaubt. Der mittlere Licht hof als Kern, ohne sichtbare Treppenführung, die beider seitlichen ihm parallel nur niedriger, dazwischen und gegen die Fensterflachen nach auszen hin die Verkaufsstande und besonderen Verkaufsrii urne: alles rechtwin kelig durchschnitten, seine Bogen, die Pfeiler quadratiach im Durchschnitt, ohne Sockel und Kapitale. Der Eindruck davon ist der einer klaren Sachlichkeit; wahrend im Wertheim-bau (in Berlijn) sehr oft die Raumstimmung ber den Zweck (Gliisar, Küchenlampen, Körbe oier Matten zu verkaufen) einen feierlichen Schritt hinausgeht, bleibt hier der Verkaufsraum in seiner eleganten Nuchternheit bestehen. Der Luxus liegt mehr in angewandten Material (poliertem Holz, im Wechsel mit Marmor und 1) Zon Verkoophals" niet de Hollandsche naam voor Waarenhaus" zijnAllemansgading? drukt het begrip 't best en 't juist uit, doch het klinkt wat plat. Messing) als in den Formen. Eigentlicher Schmuck tritt fast nur in Profilen und Kanten der Pfeiler aüf. Selbst die beiden Nebenschiffe sind relativ einfach und nur die grosze Mittelhalle zeigt in der ueppigen Wandverkleidung einen unverhiillten Luxus". Toen Olbrich stierf, stond het gebouw wel, doch aan alles moest de fijnere hand nog worden gelegd. En in dit af-maken was Olbrich juist de meester. Haddehij de afwerking van het ge bouw kunnen leiden, hij zou hier en daar, bij de versiering het sterk spre kende hebben tegengegaan, en ook ontwaard hebben dat in de groote lichthal de groote lichtverspreider in eikel vorm, kunstig messingwerk, te groot was en de deftige sierlijkheid ver brak. Want juist in al wat versieringskunst betreft,was Olbrich, die recht had op den titel Professor, de meester. Zijn eigenlijk vak toch was het decoratieve zijn eigenlijke kunst de ver sieringskunst, en daarin muntte hij door groot begrip voor het teere en fijne, het stille en rustige, uit. De decoratieve kunst verlatende om de bouwkunst te dienen, heeft hij ook in den bouw van het Warenhaus" van Leonhard Tietz te Dusseldorp zijn ware wezen als kunstenaar uitgedrukt. Dit gebouw, met zijn wit-grauwe Mainzerzandsteenen-pijlers, met zijn marmer en kostbare houtsoorten, met zijn licht hoven, heeft een dichter-bewonderaar tot de lofspraak gedreven: Kunde, du stolzer Ban, noch lange künftgen geslechtern. Genius und Kraft des Manns, der eich ein, Denkmal hier schuf. Olbrich, dein Name lebt fort in diesem erhabenen Werke Brach auch dein Auge zu fruh, um es vollendet zu sehen, O rer Olbrich's bouwwerk is het laatste woord nog niet gezegd. Binnenkort ver schijnt o. a. bij den uitgever Ernst Wasmuth te Berlijn een brochure over Leonhard Tietz' Warenhaus te Dus seldorf." Duizend bedienden, voor het meerendeel jonge vrouwen of juffers, zijn noodig om de clientèle in het Warenhaus" Leonhard Tietz te Dusseldorp te bedie nen, terwijl vjjf automobielen, waarvan de Carosseriën" gemaakt zijn naar een ontwerp van professor Olbrieh, en drie voertuigen noodig zijn om het gekochte aan de klanten thuis te bezorgen. Het groot aantal bedienden en voer tuigen geeft het duidelijkst begrip wat iederen dag in het Warenhaus" te Du9seldorf omgaat. Men kan er van alles krijgen, want de 64 verschillende afdeelingen zijn gelijk aan 64 winkels. Gelijkvloersch heeft men 30, eerste verdieping 12, tweede verdieping 14, 3de verdieping 8 afdeelingen, allen ge plaatst met behoorlijke ruimte, iedere afdeeling met eigen kas. In die ordening blijkt ook het bizonder talent van Olbrich, want hoeveel men bij Tietz ook kunne koopen, het heeft er niet den minsten schijn van een bazar, alle rommeligheid is er uit den booze. Men kan niets bedenken, of het is bij Tietz te koop, zoo goed kersen als korsetten, zoo goed meubelen als kom kommers, zoo goed de fijnste en kost baarste robes als doosjes lucifers, zoo goed horloges als aardbeien, zoo goed porrelein als marmelades, enz. Dingen" dat de dames zoo gaarne doen kent men er niet, en koopenop-krediet evenmin. Alles wordt er con tant en zoo goedkoop mogelijk verkocht en is van een kwaliteit naar den prijs. Een geheime politie houdt ongemerkt op allen en alles toezicht, want in een Warenhaus" als van Wertheim te Berlijn is men tot de ontdekking ge komen, dat het stil-meenemen door som mige dames jaarlijks een hoog bedrag vertegenwoordigt. In het Warenhaus" te Dusseldorf kan men ook toegangbewijzen koopen en plaatsbespreken voor alle theaters; men kan er plaatsbiljetten voor de spoor nemen, boeken huren uit de leesbibliotheek die bizouder goed inge richt en rijk voorzien is, enz. Op de tweede verdieping heeft men een zaal waar ververschingen gebruikt kunnen worden. Als daar iets bizonder lekkers is, wordt het aan de ingangen op bil jetten vermeld. En iederen dag is er iets bizonders. Bovendien is er nog een tentoonstel lingszaal. In Juli o. a. was daar veel moderne kunst te bezichtigen. Hoe of Tiets op alles wat in de stad voorvalt, acht geeft, merkte men o. a. op met de viering van het 10 jarig beTapijtenzaal.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl