Historisch Archief 1877-1940
Na 1680
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
l HUM WERELDBEROEMDHEID
l n danken de MAGGI Producten aan de voortreffelijke kwaliteit, het practisch gebruik en de goedkoope prijzen.
MAGGI's Aroma
verbetert OOGENBLIKKELMK
den smaak van zwakke soepen,
bouillon, groenten, sausen enz.
MAGGI's Gekorrelde Bouillon
dient voor de bereiding van
beerlijken bouillon IN IEDERE
GEWENSCHTE HOEVEELHEID.
MAGGI's Bouillon Blokjes
Deze dienen voor de bereiding
van EENEN
HEERLIJKEN KOP bouillon.
MAGGI's Soepen in Tabletten
geven in korten tijd, SLECHTS
MET WATER GEKOOKT, aange
naam smakende en voedzame
soepen.
iiiiinimiiimini
DAME£.
vrouw,
Mej. WKSTENHOLZ,
die voor twee weken in den Deenechen
Folkethiog binnendrong, met den presidents
hamer, dien zij den verbluften presi ient
ontnam, stilte gebood en de volksvertegen
woordigers den man'el veegde. Gy' zijt slechts
huurlingen, riep zij ben toe, en met felle
woorden protesteerde zij tegen de schande,
dat een corrupt man als Christengen als
Deensche minister werd geduld. Het op
treden van Mej. Westerholz heeft de eerste
stoot gegeven aan de groote volksbeweging
die thans gaande is.
Het TOlt-zelf OTBT prWellitteratnnr.
In de Dürer-Bundes-Corretpondenz schrijft de
heer Paul Straumer het volgende: Wanneer
men overal van den strijd tegen de prik
kellitteratuur" leest en hoort, dan dringt zich
onwillekeurig de vraag op, hoe het volk zelf
eigenlijk wel staat tegenover zijn litteratuur?
Ik moet bekennen dat ik er reeds dikwijls
met een glimlach aan gedacht bad, dat zoo
veel hooggeleerde heeren en offervaardige
dames zoo ijverig hun best doen de
prikkellitteratuur te verdringen, terwijl de vereerders
der prikkellitteratunr, geheel onbewust welk
een strijd er gevoerd wordt om hun beetje
geestelijk voedsel, kalm hun colportageromans
verder lezen; ja, dat ze zich wit boog zouden
maken, als men hen hun gewoon tijdverdrijf
zon willen ontnemen, om er hun een slechter"
voor in de plaats te geven. Het verblijf
in een groot garnizoens- ziekenhuis echter,
waar ik met veel soldaten in n zaal ver
blijf moest houden, heeft mij van het tegen
deel overtuigd.
Oorspronkelijk alleen voor mijn eigen tijd
verdrijf, had ik, tot groote ergernis van het
verplegend personeel, een aantal boeken
meegebracht, die ik echter spoedig begon
uit te leenen. Met de wetenschappelijke
werken konden mijn kameraden natuurlijk
JT DE_NATUUlv
CCCXXXVIII. Langs de Zoom naar de
Wouwsche Plantage.
Elf maanden van
het jaar woon ik
in de
AmsterdamscbePlantage, niet
te verwonderen dat
ik in de twaalfde,
de ruatmaand, een
paar maal een
kijkje ben gaan
nemen in een heel
andere Plantage;
vooral nu die in
de buurt ligt van
mijn zomerverblijf.
Dat ik er niet zóó *~~^ft
vaak ben heen ge- *5ml
weest, als de streek
verdient, heeft zijn
redenen.
Vooreerst dit in
de buurt moet u
niet al testeedsch
opvatten; wij wo
nen in Halsteren,
zooals u weet, dat
is minstens 20 min.
gaans van het sta
tion Bergen op
Zoom, in N. W.
richting, den kant
opnaatTholendus;
en de Wouwsche
Plantage ligt ten
Oosten van de stad,
op een paar uur
gaans.
Die afstand zou
voor menschen,die
goede beenen en
goede fietsen be
zitten, geen
beteekenis hebben ;
althans zoo'n groot
bezwaar niet zijn;
indien de wegen maar wat vaster gestampt
werden door menschen en dieren- voeten.
Nu is de eenzaamheid van de wegen die
naar een mooie streek voeren, voor een na
tuurvriend wel een aanbeveling en een aan
sporing te meer, maar fietsen op onbegane
zandwegen is en blijft vermoeiend; en het
werd soms onmogelijk, na er nog een
vacantieweer bijkwam, dat buitensporig genoemd mag
worden ; we hadden de keus uit drie variaties;
het was of stormwind, óf tropische hitte, óf het
stortregende. Geen van drieën nu is bepaald
bevorderlijk voor een fiets- of wandeltocht,
alleen de regen hielp wel eens om een
wagenniets beginnen. De meeste produkten der
fraaie letteren" echter lazen ze met groot
verlangen en genot. Het meest waren ze
verzot op den roman Fata Morgana" van
Johannsen, een boek met levendige actie en
eenvoudige motieven. Voor de fijne, geurige
poëzie van Adalbert Stifter voelden ze echter
niet veel. Ook Sommerseele" en
Muttersehnsucht" van Helene Böhlan vonden weinig
belangstelling, tengevolge van de daarin ont
wikkelde moeielijke problemen.
Bijzonder graag werden echter gelezen Die
Schwarze Galeere" van Raabe, Stern's Flut
des Leben&", Mondreigen von Schlaraffis"
van Ricarda Huch, Vorfrühling" van V
gtDiederichs, en andere van deze soort, die ik
hier niet allen behoef te nonnen, want deze
voorbeelden zijn voldoende om aan te toonen
dat ook de minder en allerminst ontwikkel
den onder onze landgenooten behagen vinden
in edele lektuur. De soldaten toonden zich
zeer in hun schik (en dat waren ze ook
werkelijk!) dat hun boeken van deze soort
verschaft werden. Zulke boeken", zeiden niet
alleen zij, maar ook de ziekenoppassers (ook
soldaten) hebben we nog nooit gelezen.
Waar zouden we ze ook vandaan krijgen ?
Wij weten niet, waar ze te vinden zy'n."
Hoe groot was hun blydschap, toen ik hun
's avonds iets voorlas l De ziekenoppassers en
de lichte patiënten van andere zalen kwamen
ook luisteren. Hoe prettig vond ik het, den
indruk waar te nemen, dien de kunst der
dichters en schrijvers door my'n bescheiden
voordracht maakte op deze mannen, die tot
nu toe niets anders dan colportageromans
hadden gekend! Aaneen soldaatvanhettweede
jaar, een z g,. oude man", die ook eens in
de ziekenzaal gelegen had, vroeg ik: Het
is je daar zeker goed bevallen?" Nee", zei
hy, 't was er vreeaelijk vervelend l" Ha l je
er dan niets te lezen?" Och ja, dat wel,
maar alleen van die rooverboeken en zoo, en
van die dingen krijg je op 't laatst genoeg".
Klinkt dit niet als een roepstem, dat hier
hulp noodig is? Wordt het werken van zoo
vele ontwikkelden niet krachtig ondersteund
door de woorden van dezen eenvoudigen
man? En", zoo voeg ik er by, hoe
staat bet met de lektuur in onze kazernes
en ziekenhuizen?
Zouden; ook hier menschen die iets te
missen hebben, niet een goed werk kunnen
doen, als ze zulke inrichtingen eens begif
tigden met goede boeken, b.v. verschillende
nummers van de?Wereldbibliotheek" en vooral
ook van de goedkoope blauwe"
dubbeltjesen tweedubbeltjes-boeken, door de Maat
schappij voor goede en goedkoope lectuur"
uitgegeven ?
Er is ook bij ons op dit gebied nog zooveel
te doen, ook door ontwikkelde jongelui, die
hun diensttijd bij het leger te midden van
eenvoudige soldaten doormaken. Ze zouden
bij die minder geschoolden dikwijls nog ver
rassender ontdekkingen kunnen doen dan
spoor of een wegkantje wat broeder te maken
en vaster te drukken, zoodat je wel eens 500
M. kon doortrappen, zonder in het mulle te
verzinken.
We gebruikten de fietsen dan ook in den
regel, om den langen wandeltocht te bekorten
door van elk stijf randje, van een stuk
kleizand of een boschpad zooveel mogelijk partij
te trekken. (*?* ^-5 ;
Er is wel een harde weg, die tot een ge
ringen afstand van den Plantage voert over
Wouw en Pindorp namelijk; maar dat is een
groote omweg, die bovendien bijna geheel
langs bouwland loopt en in de verste verte
niet te vergelijken valt met den inderdaad
schoenen weg langa de Zoom.
Een zwak van mij, waarmee ik al sedert
mijn jeugd, zoover als ik mij herinneren
kan, behept ben geweest, is het verlangen
Herr Straumer in zijn ziekenzaal ik weet
dit bij ervaring!
N. VAN HICHTÜM.
Ma Meenten.
Het is misschien aan velen wel bekend
welke aardige hoeden men kan vlechten van
papier. Deze papieren hoeden hebben een
groot nadeel: als men er een maal mee in
den regen heeft geloopen zijn ze slap gewor
den en gaan ze gauw kapot.
Hoeden, van raffia gevlochten daarentegen
kunnen best tegen een buitje, zijn ook veel
steviger en lijken meer op stroohoeden.
Voor een stuiver raffia heeft men genoeg
voor een flinken, grooten hoed. Men begint
raffia te vlechten en daarna de zoo verkregen
strook in de rondte te leggen, te beginnen
bij het midden van den bol. Wil men een
smalle strook hebben, dan vlecht men een
strook van drie of ?ier biezen. Breedere
strooken, b.v. van 9 of 10 biezen, hebben
veel voor, omdat het in de rondte leggen en
naaien ervan veel veel minder tijd eischt.
Wil men een strook maken van 6 biezen,
dan neemt men 6 biezen en begint deze aan
het uiteinde samen te binden of er een knoop
in te leggen. Met n bies begint men te
vlechten van rechts naar links, over de tweede,
onder de derde, over de vierde, onder de
vijfde over de zesde. Nu is de tweede bies
in de volgende toer nummer n geworden.
Men doet nu steeds het zelfde van rechts
naar links, n op en n neer, zooals bij
vlechtmatjes, en zorgt er voor de strook niet
in de lengte uit te rekken. De eerste biezen
mogen niet even lang zijn. Zijn ze dat wel,
dan moet men ze ongelijk afknippen. Ooa
aan te hechten moet men een eindje van de
oude bies en de nieuwe zóó samen gebruiken
alsof ze er n vormden. Daarna kan men
de eindjes, die uitsteken, afknippen. Is de
strook nu klaar, dan begint men in bet midden
van den bol en legt het begindeel ervan in
de rondte, de volgende toeren erspiraalsgewyze
omheen, met de rand even over de strook
van de vorige toer heen. Zoo naait men de
strooken vast, met de han i of met een naai
machine. Om een goed model te krijgen moet
men zorgen, dat de strtrók nooit wordt uit
gerekt in de lengte, behalve wanneei men aan
den opstaanden rand van de bol is gekomen.
Het ombuigen by' den rand krijgt men door
de strook daar strak te houden bij het
rondnaaien. Dit moet weer gedaan worden bij de
overgang van den opstaauden rand naar de
platte rand. Het model van den hoed maakt
men naar ' verkiezing. Als de strook stijf
gevlochten is, blijft de hoed goed in de vorm,
anders is het aan te raden aan den rand
*) Raffia is een soort van biezen dat ge
bruikt wordt om bloemen en planten op te
binden en bij iederen zaadhandelaar ver
krijgbaar is.
om onze rivieren van hun mond af tot
aan zijn oorsprong geheel op en af te
loopen of te rijden; zij het dan ook bij
stukjes en beetjes. Dat heb ik al voor het
grootste gedeelte met den Rijn en de Maas
volbracht; dit jaar is de Schelde weer eens
aan de beurt geweest en meteen hebben we
de kleine Zoom genomen." Dat waren twee
begeerde vliegen in n klap: Wouwsche
Plantage en Bergsche Zoom.
Nu is de Zoom evengoed een gevangen
rivier ala de imstel of de Hollandsche Vecht;
zijn mond ig gesnoerd door een eluis aan het
Noordeinde van Bergen op Zoom, waar het
Zoomsche Water in de Oosterachelde mag
afvloeien, zoo vaak en voor zoo verre als het
den menschen en niet de rivier zelf belieft
maar hij toont nog al veel van de oude,
vrijheid; en van den dwang hem aangedaan.
blijkt een eindje buiten de stad niet veel.
Bij de stad neeft de Zoom veel van een
smalle vestinggracht; het lijkt een sloot van
2 H a 3 M. breedte, die wel l 'l M. heel in de
diepte l gt, met lame;ijk steile bermen ; die
klimmen met drie tertassen of treedjes op tot
aan den bovenrand van den wal en deze ligt
nog iets hooger dan de begane grond, de
hooge bouwlanden benoorden de stad.
Dit zonderlinge stukje van de Zoom, zijn
laatste eindje, was het eerste dat wij van het
zoo bekend-i riviertje te zien kregen ea onze
verwondering vond uitdrukking in de vraag
of de gedachte; Is dit nu de Zoom? In
hoeverre krijgskundige en waterbouwkun
dige behoeften samengewerkt hebben om
het riviertje zoo'n ongewoon uiterlijk te
geven, weet ik niet en kon men mij
ook niet zeggen. Mogelijk ook heeft in
dertijd de Zoom zich zelf zoo diep in het
zand gewerkt en is alleen het regulariseeren
en fatsoeneeren van de voormalige oevers
de oorzaak, dat wij, nu bij het zien van dat
kleine watertje tusschen geweldige dijken
denken aan een kanarievogeltje in een
papegaaiekooi.
Zoo lang wij er waren, hebben wij die
Zoomdijken niet anders gezien dan gladge
schoren als een pelouse voor een villa, wat
heel net stond, maar heel kaal ook; onna
tuurlijk mag ik scarijven, omdat niet die
Zoomdijken, zooals ze daar nu recht en even
wijdig als een spoorlijn naast elkaar
voortloopen, niets meer met natuurlijke rivier
oevers te maken hebben. Maar zoo gauw
komt de Zoom buiten de stad, dan is alle
fatsoen en netheid geweken, al wordt voor
de degelijkheid van het kooitje gezorgd door
een rij paaltjes hier en een echoeiinkje daar.
Dan schuilt het water zoo diep weg achter
een dichten laag van heesters en bloemen
van bies en riet, dat alleen iemand, die het
zoekt er een glimpje van speurt.
Verbazend hooge bremstruiken, wilgen,
een met omwonden metaaldraad in te naaien
Men kan van raffia ook andere voorwerpen,
b.v. sandalen, vlechten.
Hierby' legt men de strook in een ovalen
vorm tot men den vorm van de voetzool
krijgt. Nu maakt men een strook van 10
biezen, die 31 cM. lang is en waarvan de
uiteinde zijn vastgehecht 8 cM. van het mid
den van voren rechts en links. Een tweede
strook van 12 biezen maakt men 22 cM. lang
en hecht de uiteinden 8 cM. van het mid
den van achteren rechts en links. Vervol
gens maakt men in het midden van voren
een strook van 6 biezen, die zich na 2 cM
splitst in 2 strooken van 3 biezen. Om de
sandalen vast te maken, haalt men deze
laatste strooken eerst om de strook die over
de teenen loopt en daarna door de
hakkeband, zooale bij schaatsen, en sluit ze op de
v/eef met een strikje. S. B.
't Voorlaatste Parijscke nieuwtje. Nog
iets over Patli.
In la douce Franco" zijn de verrassingen
niet van de lucht. De Galliërs zoeken en
vinden steeds voedsel om hun geest frisch
en opgewekt te houden. Van suffen en
indommelen weten zij niet. De laatste ge
beurtenissen : geheel onverwachte kabinets
wisseling, mode-excentriciteiten,
vlieg-triomfen, waren rijke onderwerpen tot het voeren
van opgewonden gesprekken, vergezeld van
heftige gebaren. Nauwelijks hebben Franschen
de kwestie van den dag versierd en geïllu
streerd met guitig woord en snaaksche af
beelding, of... een fonkelnieuw onderwerp
stelt hen in de gewenschte gelegenheid hun
dartelen zin te doen spelemeien.
Voor eenige dagen is in Frankrij k's hoofdstad
opgedoken een niet meer jeugdig man ge
naamd : Georges de Dufayel, buiten echt
geboren zoon van Napoleon III.
Het is in Frankryi een relletje geworden,
dat avonturiers prat gaan op denkbeeldige
kroon- en troan-pretenties; menige looze vos
profiteerend van een niet te miskennen
gelykenia op een of ander regeerend vorst, wil zich
laten doorgaan voor een onwettigen zoon
't gebeurt ook wel eens met een dochter
van den man, wiens trekken, houding, of
gebaren, zij gemeen hebben.
Georges de Dufayel heeft de donkere oogen,
de scherp gebogen neus, de volle, borstelige,
zwarte knevels van Napoleon III.
Monsieur de Dufayel is in 't bezit van een
70 tal brieven, vermoedelijk van de hand
des Franschen keizers. In 1865 of
daaromtrent.had volgens de legende Napoleon
III liefde opgevat voor de Fransche
tooneelspeelster: Louison de Dufayel.
Keizerin Engénie wist geruimen tijd
niets van het liefdesavontuur van haar
echtgenoot. Hél gewoon. (Bij
hartvermeidooins en bramen, alle doorweven, soms
omgeven met een weelde van kamperfoelie
versieren den bovensten buitenrand van het
Zoombe l; lager bij het water dalen de heesters
tot struikgewas en heel onderaan verbergen
de lage heideplanten en de biezen het smalle
stroompje, dat haast niet meer stroomt.
Vooral in de groote bocht om het noorden,
waar zich da Zoom door zandgrond en open
heiden heen werkte, is het riviertje op grooten
afstand te zien. Evenals de Geul in
ZuidLimburg zy'n loop al van heel ver teekent door
zy'n trouw geleide van populieren, zoo zegt
de urenlange breede slang van groen, als van
verre, waar de Zoom zich windt door de
zandige vlakte.
Het berijbaar paadje vlak langs het groene
lint, dat wij nu gebruiken, is vaak niet meer
dan een twee decimeter breed; dan volgt links
het droge, rulle zand, rechts de steile maar
dichtbegroeide oevers van de Zoom; gevaar is
er dus niet; maar afstappen is nog al eens nood
zakelijk en dan maakt ge meteen gebruik van
het gedwongen oponthoud, om eens even door
de inejngegroeide struiken heen te dringen
om toch ook die Zoom eens goed te bekijken,
waarvan ieder spreekt en dien niemand ziet.
Met eenige moeite breekt ge door de
buitenlaag en komt zoo op het sappig groene gras,
dicht bij de bloeiende biezen en rietgrassen,
waar groote libellen als staalblauwe vlinders
overheen fladderen. Een braamsluiper of
een geelgo.-s vliegt angstig piepend op van
een zandplekje aan den oever en zet zich
dadelijk in een wilg, om zijn schrik weg te
fluiten. En meteen komt de gedachte bij u
op, vooral op zoo'n heeten dag, als wij troffen,
dat hier evengoed als aan de Geul, honderden
stads-families mooie natuur, schaduw en rust
konden genieten, zonder dat de een van de
ander iets meer behoefde te zien of te
hooren dan ze zelf verkozen.
Zoo, zelf omzoomd, loopt de Zoom recht
zuidwaarts door tot Gorkum op Zo m en
buigt dan opeens naar het oosten; hier ligt
het water niet overal zoo diep als in het
zand en boven langs zijn oevers komt klei
aan de oppervlakte; wat het fietsen niet ge
makkelijker maakt. Ook de plantengroei is
hier anders; de forsche struiken worden
boomen. Een eindje verderop is het weer
zand, dat de bedding en de bermen vormt
en de pmalle Zoom wordt gaandeweg een
beekje, dat zy'n oorsprong zoekt nog verder
naar het zuidoosten in de veenen, juist op
de Belgische grens.
Bij Gorkum op Zoom hebben wij de keus
verder langs de Zoom te gaan en een omweg
te maken, of rechtuit door een mooien breeden
heiweg den kcrtsten weg te nemen. Den
Zoomweg hebben we al eerder afgelegd,
na kiezen we den breeden weg van Gorkum
op Zoom regelrecht naar het Zuiden. Om
wijdingen in figuurlijken zin! van
getrouwde mannen, komt de wettige
echtgenoote meestal het laatste aan de weet, dat
haar echtvriend met zijn hart sukkelt!) Zoo
ook hier. Een onbescheiden kamerdienaar des
ontrouwen gemaals bracht de poppen aan 't
dansen. Er hatte so seine Freude dran l"
Óók een verschijnsel, dat niet uitsluitend aan
vorstelyke hoven voorkomt...
Eugénie maakte als een dood gewone, in
haar rechten gekrenkte vrouw, een scène de
jalousie aan den stumpert met te groot hart.
Louison de Dnfayel stierf bij de geboorte
van haar zoon Georges.
Hoewel niemand beter dan Napoléon III,
wist, dat zijn eminente voorganger Napoléon I
kort- en-goed heeft uitgemaakt dat?la recherche
de la paternitéest interdite" handelde hij tóch
als man-van-eer. Hy stelde een som van
350,000 francs beschikbaar om de opvoeding
van den kleinen Georges te bekostigen. Het
kind sleet zijn eerste jaren te Havre, toen
werd 't naar een kostschool gezonden ; later
werd een Fransch officier als voogd van
Georges benoemd, die, volgens het verhaal,
dat thans de ronde doet, eerst bij zijn meer
derjarigheid vernam, wie zijn vader was.
Georges de Dufayel leeft als rustig burger
van de renten van zijn kapitaal dat tot een
X millioen francs gestegen is,
Als illustreerende franje, smukkend het
romantisch rei-aas, wordt nog meegedeeld, dat
Keizerin Eugénie, een vijftal jaren geleden,
Napoléon's onwettigen zoon ontmoette. Toen
zij van de emotie bekomen was, en haar tranen
gedroogd had, sprak zij met den heer de
Dnfayel met teerheid over zijn moeder, over
de vrouw, die gedurende IVs jaar, Napoléon's
liefde had bezeten.
* *
Van Napoléon gesproken. Van bevriende
zijde, vernam ik nog de volgende
bizonderheden over Adelina Patti (zie mijn rubriek
vorig nummer, waarin ik den grafelyken
titel schonk aan een man, die er niet 't recht
op had). Nicolini was Patti's tweede echtge
noot, heette eigenlijk Nicolae, was Belgiech
tenorzanger en dierf den grafelijken titel.
Haar rste echtvriend (?met sulke sterren
raakt men wel eens den tel kwijt) was de
markies de Caux, die tot de hofhouding van
Napoléon III behoorde. In 1868 zong Patti
voor het eerst te Amsterdam, haar verschij
ning werd toenmaals gekenschetst met drie
termen: verblindende schoonheid, overrom
pelende jeugd, nachtigaal-stem.
Onzen briefschrijver dank l
De termen: verblindende schoonheid, over
rompelende jeugd, nachtigaalstem, zijn authen
tiek ; zij rieken naar de oude doos. In onzen
modernen tijd, zal een kritikus die zijn vak
verstaat, het wel uit zijn hoofd laten, uiter
lijk en talent eener knnstenaresse i la Patti,
te karaktériseeren met de eerste de beste
gemeenplaatsen die hem uit de pen glippen.
CAPEICE.
hier te fietsen moet je wat mans wezen", zei
een boer en hij heeft gelijk; maar wij begeeren
juist van tijd tot tijd eens te loopen; en niet
gestadig door te peddelen; fietsen is voor
ons een middel om vlug op plaatsen te komen
die te ver afleggen, om te voet bereikt te
worden.
De diepe wagensporen hierin den weg en nog
een smal en primitief jjzeren dubbel spoor dat
erg hobbelig ligt, wijzen pp verkeer en industrie
in deze afgelegen streek. Ze zijn te danken aan
het aanwezig zijn van leem, op geringe diepte
onder den beganen grond. Staring noemt al,
in zijn Bodem van Nederland" Gorkum op
Zoom als een van de plaatsen, waar deze
merkwaardige diluviale klei voorkomt en
waar pannebakkerijen gevestigd zijn; ze be
staan nu nog, en de onverwachte klei op
deze plek heeft al menig fietser een even
onverwacht glippertje doen maken.
Wij laten daarom de Zoom links liggen
en wandelen moedig met de flets aan de
hand den zandigen heiweg in. Gelukkig
hebben wij nu den tijd; anders is een zandweg
van een uur lengte een hachelijk ding op een
warmen dag.
Nu kunnen wij hem kalm genieten. Er
ligt altijd iets indrukwekkende, iets grootsch
in die breede wegen door de hooge heide.
Al het enge het beperkende van een ge
wonen goed onderhouden grintweg is ver
dwenen, geen boomen of bermen of slooten
aan de kant; het heeft den schijn of de weg
alleen door noodzaak en gebruik ontstaan
is, of er kortgeleden een groot leger over
de zwak golvende heide trok; duizenden
en duizenden mannen met pak en zak, en
paard en wagen, een tros van mijlen lengte;
de plag werd vertrapt de heikorst verscho
ven, de bruingroene heide kreeg een witte
scheur en in het losgewoelde zand staat nog
de prent van paardehoeven en wagenwielen.
In en op de oude vochtige sporen groeien
zeldzame en vreemde plantjes, duizendgraan,
grondsterren en andere die zich plat op de
grond drukken, om vooral te genieten van de
warmte van het zand en zich inderdaad als
sterretjes uitspreiden.
Rechts en links eerst open heide;
dan volgen rechts witte zandheuvels, ze
worden hooger en voller, echte duinen,
twintig dertig meter hoog, met blinkerts en
groene kreupelboscbjes. Links komt het
dennebosch uit de blauwige verte steeds nader en
schuift aan tot vlak bij de wagensporen.
Al meer en meer sluiten duinen en dennen
de witte zandrivier in als in een werkelijke
bedding. Vóór ons in de verte wordt hes een
donkere laanpoort van loof hout; dat is het
begin of eigenlijk, een uitlooper van de
Wouwsche Plantage.
E. HEIMANS.