Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
N0.-1681
en dus moeten zjj evenzeer met de
produktieifijze in verband staan als het
handelsreoht ea het burgerlijke recht.
00 Marxisten hebben zelve begrepen,
dat 'men bij het hiaiorisch-materialisme niet
blÜten kan. Gorter en mevrouw
RolandHolst hebben de materialistische wereldbe
schouwing op de aesthetiek toegepast.
Mevrouw Holst en Kautsky op de ethiek.
Maar aan de, wiskunde ea-de logica waagt
men zich niet. Hoe is dit te verklaren? Ik
«Mi «eeaen, owlat in de geeeJ»«denis vooral,
maar ook nog wel in de ethiek en de
aesthetiek de ekonomische verhoudingen
ittdèrdaftdiflvtöd hebben. En verder: omdat
in diezelfde wjetenschaHpen veel meer plaats
is voor meeningen en beweringen dan in
de logica en de wiskunde. Ook dit r wat
tleMarxisten materialistisch verklaren is niet
het feit, dat er een moraal bestaat, dus dat
de menschen eene daad goed of slecht
noemen, maar zij verklaren de veranderingen
in de moraal en brengen die in noodzakelijk
verband met veranderingen in de
produktieirijze. Ditzelfde geldt mutatis mutandis voor
dématerialistische aesthetiek.
Ik geef het dadelijk toe: Kautsky in zijn
Ethiek" is vejrder gegaan, en heeft ook
het wezen der moraal materialistisch ver
klaard. Maar hij heeft juist gedaan, wat ik
hierboven zei: meeningen geven en gis
singen, die absoluut niet te controleeren
zijn. Ik zou wel eens willen weten, wat de
Hbl'lindsche werkers op dit gebied, prof. de
Bussy, Bruyning en Heymans zeggen over
de wetensehappely-fce waarde van deze mate
rialistische ethiek. Zoo beweert Kautsky,
d'at de organische wereld zich van de anor
ganische onderscheidt door hare doelmatig
heid, terwijl prof. Went, die vaa de plant- en
dierkunde zijne levensstudie heeft gemaakt,
juist eenige jaren geleden heeft aangetoond,
dat de levende natuur alles behalve doel
matig is. Kautsky beweert, dat de dieren
zelfbewustzijn hebben; oordeel over goed
en kwaad; een geweten en een subjectief
gevoel van vrijen wil, en ook berouw.
Kautsky beweert, dat een mensch in eene
massa dapperder, onzelfzuchtiger,
opoflerendër, meer begeesterd is, dan de enkeling.
En dit te beweren, zoovele jaren nadat
Le Bon en Sighele over de misdaden der
menigte hebben geschreven.
Op die manier kan Kautsky wel tot
een ethisch-materialisme komen. Maar op
die manier bewijst men alles wat men
bewijzen wil.
Ook de materialistische aesthetiek handelt
pp eene gelijke was. Men begint met er
in te leggen, wat men wel gaarne vinden
wil, en zich dan voldaan te verklaren over
de vondst. Zoolang .men zich nu bepaalt
bij kunstenaars en kunstverschijnselen uit
tijden lang geleden, komt men tot een
schijnbaar goed resultaat. Ruimte voor
tegenspraak is er weinig. De betrokken
kunstenaars zyn dood, de getuigen even
eens. Uit het werk van een groot kunste
naar haalt d<* een 'dtt, de ander dat. De
Marxisten halen uit alles eene bevesti
ging van hunne materialistische wereld
beschouwing en als de feiten daarmede niet
kloppen, dan zeggen zij: 't is echt jammer
voor de feiten, maar 't is toch zoo." Na
tuurlijk : ook de kunst van een volk groeit
met zijne productiewijze gelijk op. Maar,
dat de productiewijze primair zou zijn is
absoluut onbewezen. Dat een jagersvolk
jachtliederen heeft, een zeevolk zeeliederen,
een krijgsvolk krijgsliederen, ligt vlak bij
de hand. Daarin is niets Marxistisch en niets
materialistisch. Dat voor eenen bepaalden
k'unstenaar zijne ekonomische omstandig
heden van groot belang zijn, wordt gaarne
toegegeven. Marxistisch is d at niet. Honger
en liefde bewegen de wereld. Maar het
blijvende wordt door honger en liefde niet
verklaard.
Eén voorbeeld wil ik geven om te be
wijzen, wat ik beweerde: dat het marxisti
sche materialisme het meest faalt, waar het
't best kan worden gecontroleerd. Gorter
heeft zijn aesthetisch materialisme toege
past op de letterkundige beweging van
1880 en in het bijzonder op Willem Kloos.
Hij kwam daarbij tot een gemoedsleven, dat
Kloos noodzakelijk hebben moest, maar waar
van Kloos dadelijk beslist heeft gezegd, dat hij
het volstrekt niet had. Goed: Kloos leeft nog.
Maar als Gorter eens met hetzelfde aplomb
dezelfde dingen had beweerd, trouwens dat
doet men al, van Goethe, Sbakespeare,
Dan te, Homeros, dan zouden die beweringen
niet zoo gemakkelijk zijn tegengesproken
en de tegenspraak zou minder waarde
hebiiiimiiiiiiiiiiiiiiMimiiiiiiiiMiittiiiiiiiM
DE STAD WAS ER VOL VAN
DOOR
E. A. A. VAN HEEKEBEN.
Amsterdamsche eeuwenoude gracht lag
rustig in de even aanlicatende morgensche
mering. Heel langzaam, huiverde het bleeke
daglicht over de straat en de huizen, kon nog
geen glans geven aan het roerloos-stilte,
zwart-donkere gore grachtwater. Geleidelijk
aan verre sen de lantaarnpalen rechtstandig
uit de' straat, glinsterde net in de gesloten
ramen der oude huizen. Van verre begon al
het geluid van op de keien rijdende
handkarren te klinken. Van tijd tot tijd zag men
een broodkar of een melkwagen in uiterste
inspanning schuin tegen de steile bruggen
opgeduwd worden. Toen de keien hun grijze
kleur begonnen te herkrijgen, tingelde hier
en daar al een schel van een -bakkerof melk
boer, die gehoor vroeg. Dan plofte ook wel
een dichtgeslagen wagenklep lomp door de
morgenstilte.
Er begon toch al leven te komen. Gordij
nen werden traag opgehaald, slaperige meiden
verschenen aan de ramen, schrikten als terug
voor die leegte daar buiten, gingen aan hun
werk in kamers, waar het daglicht nog de
hoeken schuwde, maar toch geleidelijk aan
won.
Voor een der heel oude heerenhuizen stond
de meid wat langer te kijken, als in grooten
tegenzin om aan den dagelijkschen arbeid te
gaan. Ze rekte en geeuwde met vol open
mond tot de tranett haar in de oogen spron
gen. Jessis l wat was ze weer vroeg opgestaan!
Ze had nog best wat kunnen blijven liggen,
de beetje doove oude mevrouw snapte daar
niets van... Maar het was de dag van haar
loon, en dan had ze altijd haast om beneden
te komen, ze voelde dan de feeststemming
over zich komen van weer eens goed in haar
ben gehad. "Want gelijk boven reeds gezegd
werd: het marxisme voert tot vereering der
massa en tot versmading dra enkelingen.
En daarom heeft de massa eene neiging
het te aanvaarden.
Maar wanneer-het marxistische materia
lisme imderdaad eene wereldbeschouwing
is, dan moet het gelden algemeen. Kautsky
verklaart in enkele regels, waarom de
Stoïcijnen hunne opvatting van de natuur
hadden en moesten hebben. Laat men voor
de tegenwoordige natuur wetenuehappea eens
aantoonen, dat zij van de produktiewijze
afhankelijk zijn en in welke mate. Vergis
ik mjj, zeggend, dat de natuurkunde en de
scheikunde de laatste vijf en twintig jaar
volkomen zijn gerevolutioneerd ? Waar is
ie materialistische verklaring daarvan?
Blijft zij uit, omdat zij precies te contro
leeren zou zijn, wat met de materialist ischa
verklaring van de letterkundige revolutie
van vijf en twintig jaar terug, .niet zóó
scherp het geval is? Ook het strafrecht
revolutionneert onder eenen waarneembaren
invloed van d'e ontwikkeling van de natuur
wetenschappen. Maar van invloed van eene
veranderde productiewijze geen spoor.
Doch laten wij ons niet verdiepen in de
casuïstiek.
Dit is het algemeene: als men geschie
denis, recht, moraal en aesthetiek materia
listisch verklaren kan, waarom kan dat dan
niet met de logica, toch ook een norma
tieve wetenschap? Waarom kan het niet
met de wiskunde ? En als er een proletari
sche moraal is en een proletarische aesthetiek
waarom is er dan niet eene proletarische
logica en eene proletarische Viskunde ? Wij
hebben nog altijd de meetkunde van
Euelydes, hoewel de productiewijze sinds
Enclydes volkomen veranderd ia. De
Enclydische meetkunde is volstrekt de eenig
denkbare niet: Bolyai, Lowatchefsky Heori
Poinearé. Hoe zal de meetkunde zijn in
eene maatschappij zonder
kUssetegenstelKngen ?
Zoodra Gorter en Koland Holst Marxisten
waren geworden hebben zij aau de bouw
van het aesthetisch materialisme medege
werkt. De Hollandsche Marxisten hebben
in hun midden den man, die bij uitstek be
kwaam zou zijn tot de bouw van het logi
sche en geometrische materialisme: den
privaat-docent in de logische grondslagen
van de wiskunde: G. Mannoury. Laat
Mannoury aantoonen, datde wiskunde afhankelijk
is van de productiewijze. Daar is voor allerlei
meeningen en gissingen geen
plaatsZoolang het marxisme nalaat de boven
genoemde problemen, ik zal niet zeggen
op te lossen, maar ten minste onder de
oogen te zien, zoolang kunnen wij het niet
aanvaarden als waardevolle wereldbeschou
wing. Zóó lang blijft het, wat het naar
mijne meening noodzakelijk wezen moet,
een strijdleus met schijn van wetenschap,
gelijk de geschiedenis er meerdere heeft
gekend- Maar: en dit is niet aangenaam,
tot zoolang heeft piof. Van Ha<nel gelijk
en Mr. Troelstra succes.
JACOB ISRAËL DB HAAX.
Een volksbelang van algemene
aard.
(Getlachtelike voorlichting}
I.
In een middagbij eenkomst van de 21e
Algemene Vergadering van da Ned.
Middernachtzenuing-Vereenigins'', 2 September
te 's-Gravenhage belegd, werd een uitnemend
referaat gehouden door ds. K. Fernhout van
Utrecht over: Cbristelike opvoeding en
sexuele voorlichting". Vooral ook door de
daarop gevolgde onderlinge
gedachtenwisseling schijnt mij het daar ter sprake
gekomeue zo gewichtig toe, dat het aanspraak
mag maken op de kennisname in ruimere
kring, omdat het hier geldt een dringend
volksbelang van algemene aard
Zelf was ik als genodigde aanwezig. Wat
mij nu als het meest van belang getroffen
heeft wil ik hier laten volgen, er mijn eigen
beschouwingen aan vastknopend.
Vooraf diene vermeld, dat de Ned. Midder
nachtzending-Vereenigiug op Christelik stand
punt siaat Van algemene bekendheid mag
geacht worden, hoe weinig medewerking zij
nog ondervindt en hoe over 't geheel op
weinig sympathieke wijze over haar uiterst
moeiliken en niet te onderschatten arbeid
in den lande gesproken wordt.
geld te aitten.. . Lang duurde het doorgaans
niet, want van alle kanten werd er op haar
looa geaasd. Er was toch zooveel armoe en
ellende in haar familie... Ze kon nog niet
besluiten aan het werk te gaan... alle tijd.
Vierkant brok meid was ze zooals ze daar
stond met het stevig op de romp geplante
hoofd, het frissche, maar niet regelmatige
gezicht, de katoenen japon strak sluitend over
de weelderige vormen, afdalend langs de
breede heupen, de massieve beenen verber
gend. Zoo in haar rijpe jeugd zag ze er be
geerlijk uit. Ze had niet geüen hoe een bak
kersknecht al een heelen tijd tnet de geruite
doek in de eene hand, de andere steunend
tegen den opengeslagen wagenklep, naar haar
had staan te kijken. Totdat haar blik in zijn
richting gleed ... zij zag toen de breede lach
op dat roode gezicht, zag hem een schunnig
gebaar maken en een kushand haar toewerpen.
Jessis, wat een ergerds waren die kerels
toch. Geen meid konden ze met rust laten."
E Ten was haar toch het bloed naar de
wangen geslagen. Toen draaide ze zich om,
ze zou maar beginnen ...
Het geldidee wou maar niet weggaan. Ze
zag mevrouw haar weer die tien blinkende
rijksdaalders uittellen... later in de keuken
telde ze ze altijd weer eens over ... een voor
een, liet ze zacht tegen elkaar aanrinkelen...
Verbeel je dat mevrouw er eens niet aan
dacht, dat het de eerste was ... dat zou lam
zijn... ze kreeg het wel, maar niet van
daag ... Ze zou toch niet den moed hebben er
om te vragen... Waarom eigenlijk niet, ze
had er toch recht op, ze had er toch drie
maanden bloedig voor gewerkt l En heel wat
voor op moeten eten ook van die menschen,
die het niet verder konden brengen dan een
beetje vertoon van koude belangstelling, ver
der je maar alleen lieten in de keuken...
Dan die hooge toon als ze je iets te zeggen
hadden; ze deden dan moeite iets vriendelijks
in den toon van hun stem te leggen, maar
dat scheen dan nog hooger te klinken...
Dan die twee volwassen zoons in huis... je
mocht blij zijn als die het je niet lastig maak
Door het beleggen van deze samenkomst
met ruime introduksie beeft zij altans het
bewys geleverd, hoe breed zy haar taak
opvat, en dat ook iedere vader en moeder
op indirekte wijze haar arbeid kan en zelfs
moet steunen, willen zij niet in hun ouderlike
plicht te kort schieten. Ja zij heeft er zelfs
mee erkend, dat dit voorbereidende werk
der ouders het voornaamste is, waar het gaat
om de mensheid te beveiligen tegen een
ongeoorloofd en daarmee ellende met zich
slepend geslachtsleven. Want waar de Mid
dernachtzending tot haar arbeid werd genoopt,
was dit tengevolge van een tekort der onders
in de ^eslachtelike opvoeding hunner kinderen.
Hoe nu de geslachtelike opvoeding, in het
bizonder de voorlichting, wezen moet, wil
zij beantwoorden aan der ouders roeping als
Christen, en laat mij er hier ter veral
gemening van de zaak, die er toch ene is
die alle onders raakt, bijvoegen: wil zij be
antwoorden aan der ouders roeping als Ment,
daarover zijn de volgend» belangrijke
gedachten uitgesproken.
Allereerst dan door den referent.
Vermoedeiik zal zy n rede later nog wel eens in druk
verschijnen. Daarom bepaal ik mij tot het
aanhalen van een en ander uit zy'n stellingen.
De zorg, die men heeft te wijden aan het
seksuele leven van het kind, moet ook posi
tief, door tijdige en doelmatige ontdekking
van het mysterie der geboorte (overeenkom
stig de vatbaarheid van het kind); door
onderrichting aangaande de beteekenis der
fcsiten ia 't sexueele leven, die het kind bij
zichzelf waarneemt; omtrent de grootsehe
bestemming van de sexueele bewerktuiging
van het menachelijk lichaam, en aangaande
de ernstige,, vaak beslissende beteekenis van
de puberteitsjaren voor geheel het volgend
leven valsche en onreine voorstellingen
zoeken te voorkomen en tot gehoorzaamheid
aan de ordonnantiën Gods op dit terrein
zoeken te dringen."
III. Het zwijgen, in de opvoeding,
over al wat het sexueele leven betreft, ver
oorzaakt het tegengestelde van wat het be
doelt. Hetzelfde doet het verbergen ervan
achter onware voorstellingen; wat bOTendien
te kort doet aan den eisch der waarheid in
de opvoeding, den eerbied voor en het
geloof in de Schrift moet schokken en bij
ontdekking van de waarheid aan het ver
trouwen in den opvoeder en aan de liefde
tot de waarheid schaadt."
V. Een en ander stelt in dit deel der
opvoeding de volgende eischeu: 3". dat o ver
al wat rechtstreekf het sexueele leven raakt,
niet dikwijls, zooveel mogelijk alleen
gelegentlich", zoo weinig modelij k opzettelijk, en
nooit anders dan beslist en op den man af
gesproken worde; 4U dat alle opzettelijke
onderrichting liefst onder vier oogen geschiede,
ea in geen geval der ne sexe gegeven
worde in tegenwoordigheid van de andere;
redenen waarom de school zich, althans bij
het klassikaal onderwijs, steeds behoort'te
beperken tot de algemeene beginselen van
kuischheid in gedachte, woord en daad."
Ds. H. Pierson zei op grond van eigen
famielie-ervaring, dat men beginnen kan aan
de jeugd te zegden, dat de kindertjes door
God worden gegeven. Daar waren de kleinen
mee tevreden. Hij zou het echter zeer nuttig
vinden, wanneer in deze vergadering te be
ginnen, eens de uitspraken van anderea
werden gehoord uit hüa eigen ervaring.
Ds. Fernhout of een bepaalde kommissie
daartoe aangewezen, kou dan al deze gegevens
inzamelen, rangschikken, beoordelen en daar
uit tot een bepaalde raad aan ouders in 't
algemeen besluiten en deze in geschikte vorm
publiseren.
In de vergadering zelf is reeds door var
scheidenen aan dit voorstel gevolg gegeven.
Dr. J. H. Gunning Wzn., redakteur van
Het Kind", heeft tot z'n spijt te weinig
bizonderheden van den inleider gehoord, die
te algemeen bleef in z'n behandeling. Hij
maakt onderscheid tussen verschillende fazen
in de seksuele voorlichting. Het eiaenlik
geslachtelike" en daarmee het voornaamste
en moeilikste punt is niet de mededeling
hoe het kindje in moeders s h,oot geborgen
zit, maar de vermelding van de paringsdaad.
Dit moet volgens hem beslist geschieden,
doch daartoe acht hij de ouders niet de aan
gewezen personen. Een wetengchappelike be
handeling - die als zodanig ook niets
prikkelends, bezit van de geslachtsorganen en
-verrichtingen, tot zelfs in bizonderheden, is
gewenst en wel bij wijze van les gegeven
door een ander dan de ouders. Zo had hij
zijn eigen kinderen dienaangaande laten
onderwijzen door een kennis van hem die
ten; je voor je heele leven naar de maan
hielpen... Nu daar had ze hier geen Hst van,
ze moest het eerlijk bekennen.
Nee, nou nog niet aan het werk... Eens
even denken wat ze wel koopen zou... Dat
nieuwe hoedje... Ze had wel wat nieuws
noodig... maar drie ea een halve gulden
was een boel geld... Dan moest er nog vijf
guldon voor haar moeder, die tobber, ook af.
Wat een ellende was er altijd bij haar thuis...
toch altijd een goede moeier voor haar
gewee *t... mocht er wel wat van hebben nu
zij in de verdienste zat.
Ze zou nou maar beginnen ... eerst het
kleed opvegen... Wat bleef mevrouw van
daag lang boven. .. Neen, nog geen kwart
voor acht, ze verbeeldde het zich maar...
Dat kwam omdat ze zoo naar haar centen
verlangde... Zachtjes begon ze te neuriën
van twee blauwe oogen, die haar bedrogen
hadden...
Flauwtjes kraakten stappen op de heel
oude trap... Daar kwam mevrouw... De deur
piepte langzaam open.
Goeie morgen, mevrouw I" ze kon het
niet helpen, ze keek schuin naar de handen
van het oude mevrouwtje, of die haar loon
al gereed hield.
Goeie morgen, Mietje, hier is je verreljaar."
,0 l dank u wel," trachtte ze zoo
onverschilllig mogelijk te zeggen, toen ze het
papiertje van ?25 in de hand kreeg. Het
viel haar wel wat tegen... Ze had veel liever
tien rijksdaalders, zooals ze meestal kreeg...
Zoo'n papiertje leek nou net niks ... dat was
goed voor menschen, die te veel geld had
den. .. Ze zou het dadelijk gaan wisselen, zou
wel een boodschap verzinnen... Zachtjes
streek ze het bankbiljet glad, legde het toen
zoolang op de tafel, dan kon ze er telkens
naar kijken onder haar werk door... Er lag
nog meer papier op de tafel... gek dat het
eene stukje bedrukt papier zooveel waard
was, het andere niks.. . Dat moesten de
groote lui maar uitmaken... Nu zou ze maar
vlug de kachel aanmaken, daar kon ze het
oude papier goed bij gebruiken, een beetje
dokter was. Een wetenschappelike onderwij
zing dus in de fysiologie van het gMlachteleven.
Jan Ligthart, redakteur vaa School en
Leven", merkt hier tegenover dadeiik op,
dat de meeste ouders geldelik niet in staat
zijn, hun kinderen op die wijze daarin les te
laten geven. Hu vindt het ook niet nodig,
dat deze onderwijzing door een vreemde
geschiedt en acht dit wel dege'ik op den weg
der ouders liggen. Hij en zijn vrouw hadden
op die wijze tegenover hun kinderen gehan
deld. Aan hun beide meisjes, van wie de een
nu medies student is en de ander onderwij
zeres, hadden zij van jongsaf op dit gebied
en tegenover vragen hierop betrekking
hebbende, steeds allea precies naar waarheid
gezegd hoe het was. Zonder een bizonder of
gewichtig gezicht te zetten bij deze vragen.
Maar eren gewoon er over pratend als over
andere dingen, die op ander gebied ook soms
wel van intiem en aard waren. Opzettelik
hadden zij nu, voordat zij deze bijeenkomst
bezochten, aan hun dochters gevraagd of
deze manier van spreken en behandelen ooit
haar natuurlike schroom gekwetsfhad. Beiden
beantwoordden zij dit ontkennend.
Jan Ligthart is van oordeel, dat de ouders
zelf geheel gewoon en naar waarheid met hun
kinderen over deza dingen, geen enkel uit
gezonderd, moeten söreken, wanneer zulks
zin heeft en aan de beurt komt. Ontbreekt
den ouders de kennis daartoe, welnu dan
dienen de ouéers zelf zich die kennis eerst
eigen te maken.
Dr. J. A. Cramer, pred. ter 'sGrarenhage,
deelt ai t eigen leven mee nooit iets aangaande
h«t geslachtsleven van z'n ouders gehoord te
hebben en vo&r het eerst pas in zijn groentijd
als student. Beter dan een dergelijke voor
lichting, ja zelfs voldoende acht hij een heilige,
ernstige opvoeding, waarvan zulk een
reinhoudende sterkende invloed uitjjaat. dat het
kwaad-van-buiten op de kinderen afketst.
Ook wordt volgens hem te veel de zonde
uit het oog verloren, waardoor de ouders zelf
niet rein genoeg tegenover het uatuurlike
leven staan om er onbevangen tegenover hun
kinderen over te spreken. Hij bekent, dat hij
zelf ook te beschroomd is om over deze din
gen onbeschroomd met zjjn kinderen te
spreken.
G. Velthnysen Jr., de bekende
middernaentzendelini?, spreekt zyn grote dankbaar
heid uit tegenover zijn vader, dat deze hem
in z'n jeugd heeft voorgelicht.
Dr. D. Snoeck Henkemans, de medicus die
nu reeds tweemaal voor de Rein Léven-be
weging ia een samenkomst, uitsluitend belegd
voor de leerlingen »an de hoogste klasse van
gymnasium en H. B. S., deze jongelui
ernstigwaarschuwend heeft toegesproken, 1) trad
hier op echt als een man van de antithese".
Zo iets moet altijd jammer genoemd worden.
Want evenveel kwaad als dr. Kuyper er in
dertijd mee verricht heeft in de politiek, door
er een twistappel van te maken ea zodoende
een vruchtbaar gemeenschappelik samenwer
ken en opbouwen, ten gunste van het geheel,
achterwege te doe a blijven, evenzeer is het
naar voren schuiven van de antithese" in
het kamp der strijdenden voor reiner leven
te duchten, met het oog op de zo nodige
samenwerking by dit deel der opvoeding,
waar niet n mens geen belang bij heeft.
Hij verzet zich tegen al dat geroep van
tegenwoordig om seksuele voorlichting". Hij
ziet er niets anders in dan een mode. Hij
vergelijkt het bij een cliché, dat in verschil
lende bladen wordt overgenomen en afgedrukt.
Het is een mode met een niet-chriatelik stem
pel. Zij toont het karakter der naturalisten.
Hij waarschuwt er tegen om van christelike
zyde aan die mode mee te doen. Hij vindt
het onchristelik. Het lichamelik gevaar wordt
te veel op de voorgrond gebracht. Van zich
zelf kan hij getuigen nooit door z'n ouders
te zijn ingelicht en er «een kwaad van te
hebben oondervonden. Beslister dan dr. Cra
mer spreekt hij zich uit-, dat de ouders met
hun kinderen over deze dingen niet behoeven
te spreien. Trouwens men heeft het kind
h«t verborgene en verbodene te leren eerbie
digen. Er is allerminst bewezen, dat het
zwijgen over deze dingen het tegengestelde
veroorzaakt van wat het bedoelt. Doordat het
mode is praat de een de ander het na. In
het algemeen zal het wel gaan als bij hem
en dr. Cramer. Hij wyat ook nog op de zonde
en het niet rein staan der onders zelf. Hij
vindt het een bizondere genade, door God
1) De uitmuntende rede in 1908 in den
Haag uitgesproken is te vinden in het bij de
Hollandia-Drukkerij uitgegeven boekje: Aan
onze jonge mannen."
petroleum er op en je hadt dadelijk een
heerlijke vlam... Het gezicht van het geld
maakte baar spraakzaam.
Met me moeaer gaat het nog altijd niks
goed," zei ze... Zsnuwen op het hart, zeit
m'n vader."
Wat zegt de dokter," vroeg het oude
merrouwtje in een poging tot belangstelling.
Hoog haalde Mietje de schouders op:
Ach, de bosdokter zeit, dat het zwakte
is ... weet ik veel hoe-is het noemt. Maar
goed voeden zeit-ie, veel eieren en melk en
biefstuk . .. zoo'n dokter het makkelijk pra
ten ... waar het vandaan moet komen zeit ie
niet..."
Ala om haar ergernis over dat geneeskundige
adries te demonstreeren, ritste ze met een
krachtigen zwaai de papieren van de tafel,
gooide ze in de kachel,..deed er een flinke scheut
petroleum op ... even verlichtte een lucifer
haar gezicht en lichaam, toen plofte het
vlammetje in de kachel, waar even grijze,
lichte rook opwarrelde, terwijl Mietje aan
dachtig toekeek of ie 't deed" ... Toen laaide
de vlam hoog, luid brommend op ...
Ze strekte zich, keek naar de tafel... een
ijzige verstrakking vloog over haar gezicht...
de oogen schenen haast uit de kassen te
springen ..
01 jegsis, me papiertje... Ogotogotl"
Snel greep ze met de hand in de vlammen ...
Het laatste cijfer 25 krulde net op, werd toen
ook vlam . .. Gossiemijne, daar brand ik mijn
klauwen ook nog," zuigend ging de hand in
den mond. Me centen, me goeie centen,"
gilde ze huilend ...
Oud mevrouwtje was toe komen loopen:
Wat is er gebeurd?"
Me papiertje is in de kachel, in de kachel,"
huilde Mietje.
Wat vreeselyk onvoorzichtig van je
Mietje..."
Onvoorzichtig! onvoorzichtig!" gilde ze ...
Het is jou schuld..." Ze had zich vol naar
mevrouw gewend en met een luguber diep
geluid huilde ze: Had tne liever 10 rijks
daalders gegeten, tien van die mooie ronde
geschonken, om zo onbevangen met zjjn kin
deren over «eksuele onderwerpen te kannen
spreken als waarvan Jan Ligthart getuigd
heeft.
Ik heb mij gedrongen gevoeld met een
enkel woord tegen deze aanmerking op, ja
deze aanranding van dei inleiders stelling op
te komen en wil het tans nog iets uitvoe
riger doen.
Want m. i. heeft de boven aangehaalde
derde stelling van ds. Fernhont volkomen
recht van bestaan. Allerminst ia do xr de be
weringen van dr. Snoeck Henkemans de
mindere juistheid aangetoond van de uit
spraak dat het zwijgen, in de opvoeding,
over al wat het seksuele leven betreft, het
tegengestelde veroorzaakt van wat het be
doelt." De gevallen door hemzelf en dr. Cra
mer meegedeeld, en die natuurlik met nog
tal van andere vermeerderd zouden knnnen
worden, zijn gelukkige uitzonderingsgevallen
en anders niet. Want het gaat er hier niet
om of dergelijke getallen, van zwijgen zon
der ongunstig gevolg", voorkomen of niet,
maar of zij ondergebracht moeten worden
onder de BKGEL of onder de UITZONDERING.
En dan blijf ik beweren, dat op grond van
de voorhanden gegevens en volgens redelik
inzicht, moet verklaard worden, dat de hier
bedoelde gevallen van zwijgen zonder on
gunstig gevolg" tot de uitzonderingen moeten
worden gerekend.
Een blote veronderstelling, dat die enkele
verklaring van hem en een ander, niet
alleen door meerderen afgelegd zou kunnen
«rorden, maar zelfs de overgrote meerder
heid van de gevallen zou uitmaken. Tot mijn
grote verwondering vernam ik nu deze beide
uitzonderingsgevallen. Van anderen ken ik ze
niet, wat daarmee echter niet behoeft in te
houden, dat ze niet bestaan. Dat wat ik wél
ken hiertoe ruimschoots in de gelegenheid
geweest door myn ruim achtjarige arbeid in
de Rein-Léven-beweging, waarin ik als voor
man en vertrouwenspersoon bekentenissen
en ontboezemingen bij menigte heb ontvan
gen zyn de eensluidende getuigenissen
van het noodlottige stilzwijgen der ouders,
van het zwijgen met ongunstig, ja dikwerf
rampzalig gevolg. Ik blijf sober in mijn woor
den, al is de verleiding voor mij nu sterk
om in aangrijpende taal te gaan schilderen,
welk een wereld van weedom hier verscholen
ligt. Want ik ben zakelik ea ik noem feiten.
(Slot volgt.) LOD. v. MIEROP.
en Brodo, door NINE VAN DER
SCHAAF. Maaa & Van Sachtelen, Am
sterdam?Leipzig. 190&.
Tegenover zulk een zonderling product als
dit boek van Nine van der Schaaf gevoelt
men allereerst eenige behoefte om voor zich
zelven op te frisschen het besef van wat de
dichtkunst eigenlijk is en wil. Van
prozakunst, van den roman, die eigenaardige ver
wording en versmelting van dramatiek en
epiek, spreek ik niet. Hij is tegenwoordig
vaak enkel een kjjkgat in den muur van 's
naasten woning, waardoor men diens handel
en wandel beloeren kan, hij is realistisch"
of psychologisch" of allebei... maar in elk
geval heel anders dan het werk van mej. Van
der Schaaf. Men zou waarlijk niet zoo brutaal
durven zijn dit een roman te noemen; met
den titel van episch-symbolisch dichtstuk
lijkt het nauw eerbiedig genoeg aangeduid.
Want het schijnt nog hoogerop" te willen...
Dichters »u zijn immers zulke lieden die
in de beperkte stelligheid hunner woorden
nog zooveel mogelijk van het vage eindelooze
van het gevoel trachten te bewaren. Zij stel
len hun gevonden waarheden omtrent het
geheel van het leven in concrete vormen, zij
ver-beelden het algemeene, ideëele en aldus
spreekt het vanzelf dat die beelden er ook
niet enkel om hun zelfswil zijn Maar ook
niet enkel als symbolen... want dit is het
eigenaardige des dichters dat hij tenminste
met n been (het mooie beentje"!) op de
aarde staat, al heit hij ook het andere in den
hemel van het Verhevene. Hij bemint de
realiteit om haarzelve n als uitdrukking van
het andere" en daarom is hij ook precies
de ideale realist".
Maar voor Nine van der Schaaf is die
limutiuuiiiuiimkiumummiiiiiiiiiMiiiiMimilliiliimMmiiiiiiiiiiiim
blinkende rijksdaalders,... hier in de palm
van m'n hand ... die verbranden niet. .. wat
mos je me een papiertje geven ... daar kenne
wij niet mee omgaan ... dat wis je ook wel;
het is jou schuld... je zei het me
vergoeien..."
Mevrouwtje had een groot medelijden ge
voeld. Wat moest dat niet een slag zijn voor
zoo'n arme tobber ... Ze had even zelfs het
plan gehad te beloven het haar nog eens uit
te betalen... wat maakte dat ait op hun
huishouden ... maar ze moest daar toch eerst
met haar zoon over spreken, die deed de
geldzaken ... De toon van de meid hinderde
haar echter geweldig: ze wille haar wat
kalrneeren, het mensch was buiten zichzelf:
Beknorrend, maar niet hard zei ze:
Mietje, Mietje..."
Nee, niks geen Mietje, Mietje... me cen
ten ... Gotogot!"
Er moest een einde komen aan die meiden
brutaliteit. Heel hoog en koel zei mevrouw:
Ga nu de kamer maar uit, Mietje ..."
Een oogenblik wrokte het in de dienst
bode op ... Daar had je die hooge toon
weer ... Za wilde zeggen, dat ze 't verdeede,
dat ze niet ging... maar ae voelde dat ze
niet durfde en ging ... hoog uithuilend haar
smart over haar verloren schat...
De zoon kwam binnen: correct gekleed
Amsterdamsch zakenman, haar -en snor reeds
volkomen gesoigneerd. Vormelijk kuste hij
zijn moeder goeden morgen, en vroeg toen
dadelijk:
Wat is er nu weer met de meid,
mama?"
Met gefronsde wenkbrauwen hoorde hij
den uitleg van zijn moeder aan.
Ik had gedacht, Henk, om het haar althans
voor een deel terug te geven. Het zijn toch
zulke arme stakkers!"
Nu ze zoo onhebbelijk tegen u opgetreden
is, nog wat teruggeven? geen kwestie van,
mama. Anders voel ik daar wel wat voor ...
maar dergelijke onhebbelijkheden moest ze
maar bij haar thuis debiteeren, vindt u ook
niet?"