De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 12 september pagina 5

12 september 1909 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1681 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. I Een BEKEND FEIT is, dat het gebruik van MAGGI's Producten in elke huishouding GELD, TIJD en ARBEID bespaart. MAGGI's Aroma . verbetert 006ENBLIKKELIJK den smaak van zwakke soepen, bouillon, groenten, sausen enz. MAGGI's Gekorrelde Bouillon dient voor de bereiding van beerlijken bouillon IN IEDERE GEWENSCHTE HOEVEELHEID. MAGGI's Bouillon Blokjes Deze dienen voor de bereiding van HEERLIJKEN bouillon PER KOP. MAGGI's Soepen in Tabletten geven in korten tijd, SLECHTS MET WATER GEKOOKT, aange naam smakende en voedzame soepen. X Yronwen als InditscMpr. De nieuwe tg'd, het kiezen der vrouw van beroepen, bedrijven, ondernemingen, enz. tot nog toe door mannen uitgeoefend, brengt in verlegenheid. Er zjjn geen woorden voor haar. Nu weer vraagt de vrouw die een luchtschip bestuurt, naar een naam. Hoe zal die zijn: luchtachipster, luchtschippares, luchtechipperin ?.. het eene woord is al even mis als het andere. Luchtschipster" misschien nog het best. Er moet een nieuwe Adam op staan, grooter dan de oude. De oude gaf aan dieren namen, welk een Adam zal het zjjn om dit te doen Trouwen in haar beroep, aan vrouwen in de lucht ? Meer dan een Uebermensch l Laten we voorloopig een vrouw, die een luchtechip bestuurt, luchtschipster" noemen. De tijden liggen ver achter ons, dat een vrouw, die een paar uren in een schuitje van een luchtballon gezweefd had, hare memoi res" schreef. Een pleiziertochtje in een lucht ballon, eene luchtpromenade" ia bij de elegante sportdames der oude en nieuwe wereld thans veel tealledaagech om er elkan der vriendelijk en snoezig de oogen mee mit te steken. Wil thans eene vliegende vrouw opgang maken of onderwerp tot het gesprek van den dag worden, dan moet zij op flinke proeven* van luchtscheepvaartkunst kunnen wijzen. Hoe anders was dat o.a. volgens deNational Zeitung in ouden tijd l Mademoiselle Libiëwas vóór meer dan honderd jaar de eerste vrouw, die verzelschapt van een schilder, in een Montgolfière de ?lucht in ging. Zy- vloog uit Lyon over de Rhóne, over de Saone, en landde op het Plateau de la Duchesse". Tnaschen twee haakjes dient gezegd, dat zij daarbij haar enkels bezeerde. De tocht boven lucht en wol len had 45 minuten geduurd, maar ondanks den korten duur werd de moedige jonge vrouw, na haar landing, als eene heldin gevierd. Met muziek en bij fakkellicht werd zij in triomf rondgedragen, men wilde haar als Vosmaer de Spie, toonen heel de stad". De jaloezie, die men de vrouw toeschrijft, kwam ook bij de luchtscheepvaart alras in het spel, in de gedaante van vrouwtjes, die de schoone joffer Libiëhaar roem benijdden. Reeds het volgend jaar gingen twee juffers te Parijs de lacht in, en in Londen twee Engelsche, -zijnde zusters op aarde en boven de aarde. Er volgden meer vrouwen die dit nieuwe stout bestaan durfde aangaan. Vrou wen die de lucht indreven, werden nu even gewoon als opvliegende vrouwen. Men sprak niet meer over haar, of, zij moesten kunststukjes in de lucht uithalen, of een flink ongeluk krijgen. Zóó werd de beelderige me ?rouw Blanchard weer tot onderwerp van gesprek. Zij ging met klein 'gezelschap de lucht in. Hoog ge stegen, stak ze een vuurwerk onder de ballon af. Een prachtig gezicht I De menschen juichten ... tot eensklaps allen een kreet van ontzetting slaakten. De luchtballon had vuur gevat, de vlam s'oeg in het schuitje, wie er in zaten vielen er brandend aan lichaam en kleêren uit; mevrouw Blanchard zelf stootte zich op een dak in de Rue de la Provence te pletter. Beter bracht in 1875 eene Fran^aise het er af, die de lucht te paard invloog. Op het paard dat onder de ballon hing, zat zij als man, fier en stoutmoedig. De anding had vele bezwaren, doch gelukte eindelijk. UIT CCCXXXIX. De Wouwsche Plantage. Hoe lang ik den naam er al van ken, weet ik niet; en evenmin hoe vaak ik mij al voor genomen heb, dac veel genoemde hoekje van ons land eens te - gaan bekijken; telkens kwam er wat tusschenbeide; en naast de deur is het nu juist- ook niet. Nu ben ik er eindely'k geweest in de beroemde Wouwsche Plantage en ik heb het recht zijn roem verder te verbreiden ; het recht, maar de plicht ook ; want hij is het waard, die tuin daar midden in de zandige heide. Vooral voor wie van het Noordwesten komt, uit de witte stnifbergen, de Borgvlieteche duinen, is de Plantage een blijde verrassing. Neen, echte wilde natuur, een oerbosch is het niet. Waar zult ge dat ook oog vinden? In ons land stellig niet, en nog verre buiten de grenzen zijn ze ook al zeer schaarech, de ongerepte wouden. De naam Plantage" trou wens zegt het al duidelijk genoeg; het is een aanplanting, een ontginning; en een ontgin ning, die wil weten dat ze het is, die overal duidelijk doet uitkomen dat hier menechenhand en menschen-verstand, heide en zand hebben bedwongen en veranderd. Wat het karakter van deze Plantage aan duidt, en er een zoo geheel ander aanzien aan geeft dan b.v. aan die andere Plantage de Brabantsche Landbouw" by' Castricum, dat is het wegennet. Het is haast niet te gelooven, dat die prachtige lanen, van beuken en ander boschgeboomte, op kalen grond zyn aangelegd; veel meer heeft het den schijn, dat hier een oud Slechter ver zin g het een Amerikaansche schoone, de jonge miss Mobelward, Om eene bonbonnière had zij gewed, dat ze alleen durfde opstijgen. In Late-Hoag (Massachusettf) steeg z\j op -2 Juli 1S96, «n vond daarbij den dood. Tragisch verging het miss Stock. Zij steeg 3 Mei 1824 te Londen op in gezelschap van den luchtechipper Harris. Zonder ongeluk verliep de opstijging, maar bij het neerdalen gebeurde er een malheur met de luchtklep. Zij wilde niet weer toe, wat miss Stock ook deed. Het gas ontsnapte met angstige snel heid. Ballast uitwerpen kon niet, eenvoudig, omdat er geen ballast in het schuitje was. Plotseling riep Harris aan miss Stock een laatst vaarwel toe en wrong zich uithetschuitje om evenals zij den dood te vinden. Toch werden de vrouwen immer stouter om de lucht in te gaan, en deden haar huwe lijksreis in de ballon, zooals mevrouw en mijnheer Flammarion in 1874. Zij vlogen 400 kilometer onder leiding van den bekenden luchtschipper Godard van Parijs naar Spa, waar zij na een vijftien-nrige luchtvaart be houden landden. Dat voorbeeld vond navolging. In October 1898 vloog te Turijn Giuseppe Charbonnet, zoo pas in de kerk van het heilig hart" getrouwd, met zy'ne vrouw in de ballon Stella" de lucht ir. Den eersten dag ging de bovenaardsche huwelijksreis goed. Den tweeden dag landde het jonge paar een oogenblikje om een ervaren luchtschipper en een jong mensch aan boord te nemen. By het heerlijke weder ging het over de Alpen, toen de lucht eensklaps een dreigend aanzien kreeg en zware wolken zich samentasten. Een koude wind, Zuid-Oost, vingaan te waaien. De Inchtschipper werpt ballast uit, de ballon stijgt 6500 meter. De kou is er echter zoo ondragelijk, dat de jonge vrouw het eerst spreekt van landen. De luchtklep wordt opengezet, 3000 meter daalt de ballon, door een wilde sneeuwstorm overvallen. Al het gas ontsnapt intusschen uit de ballon, de storm slaat het omhulsel saam, de gondel gaat her en der, met de passagiers, die zich krampachtig aan de zeilen vasthouden,en stoot op een rots. De Stella" wordt over de toppen der Alpen gesleept. Een halfuur gsiat het over gletschers en gapende afgrondejj. Dan nog een ontzettende stoot en men is op de Pic de la Bersanése geland, gestrand" zou men haast zeggen. De reizigers blijven lang bewusteloos liggen. Langzamerhand komen zij bij, afgemat door honger en kou; zij deelen hun laatste stuk brood, scheuren het omhulsel van de Stella" aan flarden, om zich onder de lappen, bij wijze van dekens te warmen. In het van God en menschen verlaten oord breekt een schrikkelijke nacht voor hen aan. Den vol genden morgen pogen zij treden in het ijs te houwer. Waarmee ?... Met den huis sleutel, waarmede de jonge man de echtelijke woning voor het eerst zou openen, met den sleutel, die nog niet in het bezit zijner wederhelft was. De vrouw stond het aan te zien in haar bruidskleed, de oranje bloesem in het haar. Treden in het ijs houwen met een huis sleutel gaat niet snel. Allen begrepen het hopelooze, maar in hoogst ernstige geval len, doet de mensch vaak iets mals. Plot seling een angstige kreet in de eislijke en ijzige stilte. De jonge man, Charbonnet, ver dwijnt in een spleet van een gletscher voor de oogen zijner jonge vrouw, die het machteloos bosch is gerooid en dat men het spinneweb van lanen, dreven en banen heeft uitge spaard. Tóch is dit niat het geval; bij eventjes nadenken blijkt de opzettelijke aanleg ook wel uit de talrijkheid, de richting en de lengte der breede lanen; er zijn lijnrechte beukendreven van een paar kilometers lengte en een twintig meter breedtp. Al die mooie Truffels. Rechts: n doorgesneden. zandwegen komen samen bij het centrum, waar het heerenhuis, de herberg, de boeren hoeven en talrijke stallen, schuren en bijge bouwen by'een staan. Zoo, op deze beschrijving en op een kaart afgaande, zult ge allicht meenen, dat zoo'n kunstmatig lanenstelsel, met de tusschenliggende vakken met bouwland en houtcult uur, voor een natuurvriend weinig aantrekkelijks kan hebben. Maar daarin vergist ge u deerlijk. Die groote wegen zijn zoo ruim, de boomen zoo forsch en zoo wijd uiteen gezet en de bermen zoo royaal genomen, dat er niets van het enge en zuinige in liet, dat de wegen op ontginningen zoo dikwijls kenmerkt. Het geheel doet volstrekt niet denken aan een exploitatie, om zooveel mogelyk voordeel zoo weinig mogelijk .waardeloos terrein en snelle productie; eer aan een plan, om een groote buitenplaats voor genoegen en vol natuurschoon te scheppen. De lanen hebben weer smallere zylanen, door dwarse of schuine ook aanziet, in haar brpidskleed, de oranjebloesem nog in het haar, kleed en schoenen wit als het ijs om haar. Geen hulp was te hopen. Men moest pogen verder te komen, wilde men het eigen leven er af brengen. Een geheelen dag daalde men voorzichtig en moeilyk, en moest den naderenden nacht in dezen verschrikkely'ken toestand doorbrengen. Eerst in den vroegen morgen van den derden dag ontwaarde men het dak der woning van een Piérnonteeschen herder. De jonge luchtreizigster en haar gezelschap waren gered. Zij vond haar man, met wien zij vóór drie dagen een huwelijk had aangegaan, doodop den grond van de gletseheropening, de han den voor het gelaat. De luchtvaart drijft van het tragische in het komische, van het ernstige naar het luchthartige: Sarah Bernhardt, de alom be kende tooneelspeelster, de dochter van een Amsterdamschenbrilleiikoopm au op het Rok in, vergchy'nt in de ballon I Uitvoerig heeft zy zelf haar luchtvaart beschreven. Vaak zeer aanschouwelijk, zooals b.v. hoe de knal van het open springen van een champagnef l esc h van wolk tot wolk wordt gedragen. Het was een pleiziertocht met komediantenovermoed en zich- alles veroorlovend. De vrooly'kheid van Sarah en haar gezelschap steeg ten top toen zij, by' het dalen, een zak ballast uitgooide juist over een familie, die in het gras lag te genieten. Dit geviel vóór 30 jaar; de toen god delijke Sarah" met haar voix d'oi" liet zich op haar luchtreis niet weinig voorstaan. Thans is voor de luchtscheepvaart de tijd de» vrouw van ongemotiveerd wagen om op zien te wekken, de tijd van gewaagde grappenmakerij voorbij. Wil thans een vrouw door luchtscheepvaart zich tot onderwerp van gesprek maken dan moet zy op iets degelijks kunnen wijzen, op proeven tot beheeischen van de elementen. Zulke vrouwen, zulke ernstige luchtschip sters nu zy'n er werkelijk heden ten dage. Daar is allereerst mevr. Surcouf, de presi dente der Stella-club, bestaande uit 70 vrou wen, dia zich oefenen als luchtschipsters. Mevrouw Surcouf heeft zich te beroemen op 177 gelukkige opstijgingen en luchtvaarten. Zy is de eenige vrouw die recht heeft alleen op te stijgen en passagiers in haar luchtschip mee te nemen. Mrs. Harbord, de beroemdste luchtschipster van Engeland, heeft zich op 100 gelukte lucht vaarten te beroemen. Een luchtvaart heeft zij zelfs met goeden uitslag bij donkeren nacht volbracht. In de laatste jaren is het aantal vrouwen, dat de lucht in wil, zoo gróót, dat het tellen dier luchthartigen en hoogvliegsters wel een begin kent, maar geen einde. Over eene luchtschipster echter een woord, over mevrouw Pelletier. Deze vrouw heeft volgens een Fransen tijdschrift les van den luchtschipper Delagrange, die haar in alle geheimen van de luchtscheepvaart oefent. Nog dit jaar, in den herfst, wil zij den prijs ver werven, dien RenéQuinton uitgeloofd heeft aan de vrouw, die in een Aeroplan voor het eerst een mijl in de lucht rondvaart. Mevr. Pelletier is voornemens niet n, maar vijf kilometer te vliegen. Vrouwen hebben zich in den laatsten ty'd herhaaldelijk in een Aeroplan gewaagd, als miss Katharine Wright, de zuster van den bekenden luchtschipper,?gravin de Lambert; mevrouw O'Berg, die als nog meerderen zich in een toestel van Wright boven de aarde verheften. omboechte paden met de hoofdlanen verbon den. De bodem er tasschen is aan zichzelf overgelaten; daardoor konden de wilde planten, mooie boschgrassen en veel haviks kruiden, er een natuurtint aan geven, die inderdaad de schoonheid van de Wouwsche Plantage uitmaakt. Het was op het eini van Augustus een ware bloementuin, daar onder de boomen ; en waar de echaduw te dicht werd voor bloemplanten, stonden de bermen vol varens en paddestoelen: cantarellen, boletua en russuia's, die in het gedempte licht met hun oratjegeel, hun bruin en vlamrood, het bleekgroen moskleed van den bodem ver werkten tot een innig mooi boschtapijt. Eenzaam en stil is het er, als op de Drentsche heide. De enkele houtkarren kraken zoo landelyk zacht en de breede wielen zuchten en schuifelen zoo echt landelijk door 't zand in plaats van te daveren en te zwatelen zooals ze op straatwegen doen, dat nergens en nooit de indruk verstoord wordt, van echt en ver buiten te zy'n. Evenals op al zulke groene eilanden inde uitgestrekte zand- en heidevelden is het vogelleven er druk en gezellig; het floot en sloeg er in de boomen of het nog Juni was. Winterkoning en tjiftjaf.grasmusschen,vinken en boomklevers waren dol vrooly'k en luid ruchtig. Allerlei vlinders, verbazend veel citroentjes, en bonte atalanta's, pas ontpopt, schitterend in hun mooie nieuwe pakjes, fladderen en duikelen er lustig om de bloemen en boven de breede bermen, of zetten zich met uitgespreide vlerken midden op den gelen zandweg. Het is inderdaad een lustoord voor natuur vrienden ; de afwisseling van bouwland met naaldbosch en loofhout, zorgt ook voor ry'kdom en variatie in het vrije dieren- en plantenleven. Vlak en gelykvloersch is het er ook niet overal. Ge behoeft de groote dreven, die van het noord-westen uit naar het centrum loopen, maar even te verlaten, en zuidwaarts door zylanen en kreupelhout heen te dringen, dan komt ge in een heuvel landschap dat tot de mooiste behoort, die in ons land te vinden zy'n. Eerst wandelt ge langs een grooten boschvyver en een meertje, met riet omzoomd, waarin de karakieten in Ook in de gondels der Zeppelin's hebben vrouwen zich gewaagd: zy'ne eigene dochter en de koningin van Wurtemberg. Het is nu ty'd voor de beheerschers en beheerscheressen der mode, dat zij een pas send, een modieus kleed ontwerpen voor de elegante luchtschipsters. De vrouw-automo bilist hebben zij het aanschijn van een ijs beer gegeven, de luchtschipsters zullen zij misschien den schijn geven van paradijsvogels als de dameskleermaker optimist, en den schijn van vleermuizen, als hy' pessimist is Een kleermaker-dichter zou de vrouw in de lucht het liefst hullen in engelengewaad, maar... dégedaante van engel past de vrouw niet, overmits geleerden en kunstenaars enge len zich niet anders dan als mannen hebben gedacht. Daarom werd in den tijd, dat de vrouw, volgens het bijbelwoord, in de ge meente zwijgen moest, by' de vertooning van Gijsbreght van Aemstel" de Engel", door een man gezegd, en nooit door een vrouw. Reeds in de 17de eeuw heeft Vondel in zijn Wildzang" aanbevolen en gezegd hoe de lucht in te gaan: Wie nu een vogel worden wil Die trekke pluimen aan. Vermy de stad, en straatgeschil En kieze een ruimer baan. J. H. R. Bespiegeling van een Franschman over het huwelijk. Het oordeel over 't huwelijk, uitgesproken door een streng conservatief Franschman uit onzen tijd, bewaarde ik pour la bonne bouche" als knaleflect op myn praatje: Trouwen of niet"? (zie ons vorig nummer, blz. 10). Zeker, ik had met een vuurwerkje Gallische geestigheden over den houwelicken staat" kunnen aankomen, niets gemakkelijker dan dat; ik had slechts Ie Livre d'or" van de Comtesse Diane, om maar n ding te noe men, behoeven op-te-slaan, en, dartele, guitige, ondeugende meeninkjes voor u kunnen opdisschen. Ondeugend, vooral l Doch, er zijn dingen, die men niet ondeu gend, niet schertsend, niet roekeloos mag bespreken. Het huwelij k, een verbond voor 't leven, is zoo iets ernstig, dat schamperheidjea hierover, zelfs wanneer zij van Franschen afkomstig zijn, die mij, door mijn Fransche afstamming ua aan 't hart liggen, mij pijnlijk trefi'en. My, en duizen den vrouwen mét mij. Een behoudend, ernstig, ras-zuivere aris tocraat is graaf Armand de Beaupoil de Saint-Aulaire. Zy'n historische, oudheidkun dige, philosophische en sociologische werken verkonden op ouderwetsch-vermanende, en op nieuwerwetsch-gedurfde wijze zijn denk beelden. Zyn romans worden gelezen, niet verslonden; daarvoor zijn ze niet gemeen, niet drassiar, niet walgelijk genoeg. De emaak der lezers is verdorven door de gewetenlooze smerigheid hun door pornografen voorgezet. Als lokaas voorgezet l De Saint-Aulaire van wiens hand, ik in deze rubriek onlangs de karakteristiek gaf van 't moderne juffertje, is, door zijn strengsnel tempo hun deuntjes fluiten; dan stijgt op eens het terrein en ge betreedt of liever beklimt een groot dennenbosch op heuvelgrond, dat sterk aan de Schapenduinen bij Velzerend herinnert. Maar hier zijn de oude dennen nog veel grooter en wilder, grillig van stam en indrukwekkend van kroon; hier is de natuur weer in haar eigen rechten getre den; hier wordt gten boom gehakt, omdat hij op zijn schade staat; heidestruiken, hooge brem en dikke moskussens dekken er den sterk golvenden bodem; heuvels van twintig meter rijzen er steil op uit de groene dalen en de smalle paadjes slingeren over en om de hoogten heen. Vreemd doen een kenner in dit stukje mooie, wilde natuur de; menigte rhododendrons aan; die schieten overal op en vormen met hun groot donker loof dichte koepelvor mige boscbjes op zichzelf midden in dit dennenboach. Ze bloeien ook volop, dat bewijzen de menigte vruchten die er nu aan zitten; blijk baar zijn ze verwilderd, afkomstig van vroe gere aanplantingen. Ze bieden met hun win terhard loof schuilplaats voor de vogels en steHig is de vogelrijkdom van de streek voor een deel ook te danken aan die gastvrije Pontiache alpenrozen. Dat ze er zoo goed voort willen, evenals de vele wilde planten di< anders in dennehosschen niet te vinden zijn, en ook de hazelaars, Galdersche rozen en kornoeljes en het sporkenhout met zijn fijne rose bloempjes vindt waarschijnlijk zijn oor zaak in de düuviale leemlagen, die in deze streek niet zeldzaam zijn en als verspreide lenzen" dicht bij de oppervlakte komen. Daaruit is misschien ook te verklaren, dat hier en daar vlak naast de steile blootliggende zandhelling een weliggroene vlakte begint, die als een breede grasweg tusschen het geboomte door van de hoogte neerdaalt en een uitzicht geeft van een half uur ver op het landhuis in het centrum. De mengeling van natuur en kunst, die snelle onverwachte afwisselingen en over gangen van vrijheid in cultuurdwang, geven een ongewone sterke bekoorlijkheid aan deze streek; en dit verklaart voldoende het drukke bezoek uit Bergen en Rozendaal. In mooie zomers zijn ook er gewoonlijk katholieke beginselen een aarts-vijand van echtscheiding. Zijn motto's, prijkend boven het eerste hoofdstuk van zijn jongsten roman: Un trange divorce" bewijzen, hoe hij over deze allerpijnlijkste oplossing van een liefde-ver bond, denkt: Le divorce n'est jamais entre dans nos moeurs alors méme qu'il est autorisépar nos lois" (Taxile Delord). Le divorce n'est que Ie Eacrement de l'adultère" (Sophie Arnould). Mochten er lezeressen zijn, begeerig iets van Sophie Arnould te weten, dan wil ik, bij gelegenheid, wel eens een-en-ander over haar meedeelen. De Fransche romancier de Saint-Aulaire, die het ha wel jj k een goddelijke instelling acht, en de echtverbintenis door cere monieel wil stempelen tot een plechtig, een indrukwekkend, heilig oogenblik, on vergetelijk voor hen, die beloofden 's levens wel-en-wee in der minne te doelen, noemt de koortsige haast en 't gemis van alle plech tigheid de klip waarop 't moderne huwelijk moet stuiten. De bespottelijke anglomanie en het weer zinwekkend américanisme" geslopen in 't tegenwoordige, Fransche familieleven, stem pelt de schrijver van Vreemdsoortige echt scheiding" tot hoofdfactoren van de onzinnige wijze, waarop thans in veel gevallen een huwelyt wordt gesloten. Wat komen die onheilspellende trekvogels toch by' ons doen, die kooplui van varkens vol tricninen, die fabrikanten van bedorven geconserverde eetwaren? wat hebben wij te maken met die trustmannen, met die vrybuiters, die geen anderen God hebben als het gouden kalf; geen andere eeredienst als van den dollar!... Zij bezitten geen godsdienst, geen beginselen, geen zedeleer, geen over leveringen, geen familie, niet eens een vaste woonplaats l Voor zulk een Zigeuner-bende zijn vrije liefde, tijdelijke liefdebonden, en echtscheiding, nieta anders dan eenvoudige en pre tige voorvalletjes! Zij trouwen, als men 't zoo nog noemen mag! aan den zoom van een woud, in een herberg, in een spoorwegcoupe, op een stoom- of zeilboot, in een automobiel, in een minof meer bestunrbaren luchtballon, soms door den telefoon, ook wel telegrafisch l Binnen de vijf minuten is 't zaakje beklonken... Zij gaan van elkaar af na een week, na veertien dagen, na een maand ..." Aan de huwelijks-boutade van de SaintAulaire moet men het onmisbaar zout korreltje" toevoegen. In zijn laaiende ver ontwaardiging schuilt een groote waarheid, een dreigend gevaar. CAPRICE. Rijnwijngelei voor 8 10 personen, onkos ten pl.m. ? 1.35. Benoodigdheden : 250 gram suiker, 4 eieren, % liter rijnwijn, 2 citroenen, 40 gram gelatine. Bereiding: 200 gram suiker, 4 eierdooiers, % liter rynwijn, 2 d. liter water en 't sap van 2 citroenen slaat men op 't vuur met de garde, tot het bindt. Men voegt er 40 gr. geweekte bladgelatine bij en laat het bekoelen. Doe 't in een vorm. Presen teer er vanille-bdtons of allumettes bij. enkele vaste gasten voor vele is er geen plaats die in de herberg van het centrum hun zomerverblijf hebben. Maar in dezen onbetrouwbaren zomer was er niemand. Voor wie van verre en afwisselende wan delingen houdt ia de Plantage, al meet hij zelf bijna 1300 H.A. waarvan er ongeveer duizend beboscht zijn, stellig een mooi uitgangspunt. Wij hebben den terugweg zuidwaarts ge nomen, langs het groote exercitieveld van Bergens garnizoen. Wel zijn de wegen lang niet alle fietsbaar, maar van de Plantage tot aan den Antwerpschen straatweg, en nog verder tot bijna aan de Oosterschelde, behoeft ge het bosch niet uit te komen. 't Is allemaal dennenbosch, jong en oud; toch is de streek mooi en vol afwisseling door verscheidene open heidevelden en vooral door eenige kleine en groote meeren, oude veen plassen met een breeden zoom van moerasplanten en met eilandjes in het midden. Voor plantenvrienden is zooietseen lustoord; evenals overal om Bergen op Zoom groeien er welig de mooiste en ook de zeld zaamste paddestoelen; verbazend veel boletussoorten en koraalzwammen. Dicht bij den straatweg komt ge uit op een groote buitenplaats, de Mattenburg, met mooie lanen en golvend dennenbosch, waar de stammen diep in het mos gedoken staan. Daar op het eind van onzen tocht trofien wij toevallig in den stellen zandigen kant van den drogen greppel langs den weg, iets aan op het stuk van paddenstoelen, waar wij heel blij mee zijn, omdat het ons geheel nieuw was en wij zoo iets in ons land nooit dachten te zullen vinden: een groote kolonie van truffels. Als donkerbruine klontjes staken enkele halver wege uit het grijze zand; we groeven er eens in met het plantenschepje en bij tientallen kwamen ze voor den dag, groote en kleine; we hadden ze kunnen rooien als aardappels. Maar we hebben ze stilletjes laten zitten en alleen enkele meegenomen, om thuis de soort te kunnen bepalen; maar dat ging niet gegemakkelijk; we zijn er nog niet achter; daar moet je óf een varken, of een fijnproever voor wezen. E. HEIJIANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl