Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Nö. 1682
De waarheid van deze bewering zal men
inzien, wanneer men z\jn oogen den kost
geeft I En lag het op mün weg in deze
van raad te dienen, ik zou ons legerbestuur
willen zeggen: maakt wat nuttiger dan tot
dusverre gebruik van de meermalen aan
geboden doch steeds afgewezen mede werking
van hen, die, al ware het alleen maar op
grond hunner praotische ervaring, toch wel
eenig recht van medespreien mogen erlangen,
in zake hunner positieverbetering. Ik
heb hier op 't oog die enkelen onder de
onderofficieren, die, in tegenstelling met'het
groe, een open oog toonen te hebben voor
de aan hunne positie klevende gebreken
en oavermoeid naar de middelen ter ver
betering zoeken.
Dergelijke ernstige vakmannen tegemoet
te komen en desnoodig te leiden (leiding
heeft toch waarlijk elkeen wel eens noodig)
wil mij, in het belang van het leger ver
standiger voorkomen, dan het te geringe
besef van eigenwaarde b\j het gros als
aymptoom van tevredenheid, gehoorzaamheid,
e. d. uit te spelen tegen het ernstig streven
naar opheffing (doch dan gesignaleerd als
uiting van anti-militarisme) van hiervoren
bedoelde enkelingen.
Economische foeteekenis van de
suikercultuur en -industrie
voor den Javaan.
i.
Deze beteekenis is niet gosd na te gaan,
ronder dat vooraf is bepaald, welke factoren
in 't algemeen het economisch leven van den
Javaan bepalen, en in r utre trekken is
aan. gegeven, welke oorzaken meewerkten, de
bewoners van het vruchtbare Java te brengen
;tot bon tegenwoordige mindere welvaart".
De UJandsehe bevolking neemt zeer snel
toe; dr. P. Bteekeur sprak reeds in 1869 op
grand van verschillende onderzoekingen de
meeaing uit, dat de bevolking in 35 jaar
?verdubbelde en de uitkomst van de laatste
volkstellingen bewezen volkomen de juistheid
dezer naeening.
De uitbreiding der boowgronden hield geen
gelijken tred met deze volketoename, terwijl
de opbrengst per oppervlakte eenheid, waar
over straks meer, in den loop der jaren
vrijwel gelijk bleef, eoodat vooreen vergelij
king alleen rekening behoeft te worden
gehonden met de oppervtoktenitbreiding.
Met den aanwas van den veestapel is het
nog droaver gesteld, waardoor de oogstop
brengst slechts ten nadeete beïnvloed kan
worden. KarbouweB, en in Cheribon en
BanjoeouM pcarden, zyn immers de ploegdieren;
te zijn onontbeerlijk voor. intensieven bouw.
Tot staving van bovenstaande beweringen
kannen de volgende cijfers dienen:
Van 1880?1900 nam d* bevolking
toe met 45.3 pCt.
de bouwgrond ..^ .... 18
het aantal karbonwen ... 1.2
en frin? het getal paarden achteruit met 20 pCt.
O )k de uitkomsten van de vischvangst »yn
hoogst ontmoedigend en dat voor het
voedsel, dat mét rijst den hoofdschotel vormt
van den inlandschen maaltijd. Rivieren zijn
doodgevischt: de Javazee, vooral de
Noordkust van Midden-Java, levert minder op. En
hoewel de Javaan door vischteelt in
strandvijvers en op sawahs in zyn behoeften tracht
te voorzien, blijkt toch uit den jaarlijkschen
visc-ünvoer, dat de opbrengst van visscherij
en vischteelt niet voldoende zijn.
Nog dient gewezen te worden op de groote
bela-itingsom, die de Javaan jaarlijks moet
betalen. Deze toeh bedraagt gemiddeld ? 16
per gezin, op een jaarlijksch inkomen van
?80, zoo lat de belasting alleen pl.m. 20 pCt.
van dit inkomen absorbeert, wat zeer stellig
niet meehelpt, oin de welvaart van den Ja
vaan te vergrooten.
Welken invloed oefent nu de suikerindustrie
HET WONDER
DOOR
J. VAN DIJK.
Een zwaar schemerduister, dat
voorbyBwevende wolkgevaarten nog zwarter maak
ten, heerschte in het kleine achter vertrekje,
waar aan een tafeltje bij het raam de kleine
meisjes speelden. De handjes uitgestrekt in
de richting van het venster, als plantjes, die
het licht zochten, werkten zij zwijgend aan
de borduurlapjes, oude vodjes, welke hun
moeder hun gegeven had, om ze zoet te
houden.
A.ls een sombere melancholie was die
schemer, die zwaar op de schamele meubelen
drukte, waarvan de omtrekken verdoezeld,
en de vettige smeerplekken in het duister
verborgen waren. Een kleffe, vochtige
zeepsoplucht trok door het kamertje, hechtte
zich aan de meubels en muren, die zwart
uitsloegen en klam aanvoelden, en waartegen
het uitgezakte behangsel in rafels neerhing,
welke bjj den minsten tocht heen en weer
waaiden. Het koperbeslag van de ladekast
naast de deur, dat anders mat glimmen kon
als het zonlicht er op scheen, leek dooi,
fonkelde niet meer, nu de zware echemer
het begraven had. Een hevige regenvlaag
kletterde tegen het venster.
Kan jij nog zien, Annie?" vroeg Toosje,
het kleinste der twee meisjes.
Gus ja, wat goed" loog ze jij niet?"
O, maar ju zit ook dichter bij het raam.
Toe, laat mijn d'r nou ook ea zitte drong
de kleine jij hebt d'r nou al de heele
middag gezete."
Moetje, ze wil me weg douwe1' be
klaagde Annie zich bij haar moeder, een
grove, slordig gekleede vrouw, die zich door
bet vertrek bewoog.
Toossie, nest, wil je wel es ophouë"
kijfachreeuwde ze tot het kleine meisje .
En Ju ook Annie, je mot je rust houë,
hoor.... Ik ga effe naar de kruiënier
as ik terug kom, en je bent niet zoet ge
weest krij-jullie, versta-je l"
Toossie is begonne, ze wou me van m'n
stoel douwe".
Drommels kind, wil je nou wel es
uitscheiël" en het kleine meisje bij den arm
vattend, schudde zij haar heftig door elkaar.
Ik wil ook zien, ik wil ook bij het raam"
huilde Toosje, die door haar moeder achter
in de kamer gesleurd werd, waar zij haar
naast de kast neerzette.
en de daarmee verbonden cultuur ten goede
of ten kwade uit7
Voor aanplant van het suikerriet waren in
1902 geduurd 117.000 bouws der beat
bevloeide gawabs; ze besloegen samen 40 pCt.
van de oppervlakte van het laagland. IQ 1907
bedroeg het aantal bouws 146.979, was dus
sinds 1902 gegtegen met 25 pCc. De gemid
delde pachtsom per bouw varieert van ?.31
tot ? 34; voor een huurtüi van 14?18
maanden.
Deze huurtyd vangt aan in April, waar
door het dea huurder niet mogelijk is op
die gronden voor April padi dalem te zaaien.
Hij moet zich tevreden stellen met padi
tengahan, die weliswaar in korter tijd rijpt,
maar dan ook veel minder opbrengt. Het
verschil in opbrengst bedraagt b.v. in
Passoeroean ? 9.375 per bouw.
De gemiddelde jaaropbrengst per bouw is
ruim ? 40. Het gemis van zijn land komt
dus den Javaan per bouw te staan op l ] ?3
X ?40 + verschil padi dalem en padi ten
gahan, te zamen ruim ? 60. Vergelijkt men
dit cijfer met de reeds genoemde pachtsom,
dan zou men zeer zeker tot een voor de sui
kerindustrie ongunstige meerling komen, maar
vergeten zon dan zijn, dat de Javaan nu de
volle beschikking heeft over zijn eigen ar
beidskracht, terwijl hij bovendien geen risico
draagt voor mislukking van den oogst. Deze
risico is wel niet zoo groot, daar de suiker
cultuur vooral beslag legt op de best be
sproeide sawahs. O «k het voordeel van de
vrije beschikking over zijn arbeidskracht is
niet zoo groot, daar er niet altijd werk is te
krijgen.
Stelt men de vraag: waarom verhuurt de
Javaan dan zijn land, dan luidt hierop het
antwoord:
a. bij gebrek aan baar geld voor den fiscus
of den woekeraar;
b. door sjjn gebrekkig economisch inzicht;
c. uit vrees voor, of misschien beter onder
vaderlijke pressie" van het dorpehoofd, die
dan voor zijn bewezen diensten door den
suikerindnstrieel wordt beloond met ? 2 tot
?5 per bouw. (Lses b.v. over deze pressie
het pas verschenen boek over Java en de
Javanen van H. E. B. Bchmalhausen);
d. nit vree*, anders geen irrigatie water te
zullen krijgen.
Sommige ondernemers ontzagen zich n!.
niet, water van naburige sawahs af te tap
pen voor hun velden, terwijl stroompjes ver
legd worden, zoodat de be vloeiing der lager
gelegen landen benadeeld wordt. Z«er zeker
bestaan er bepalingen,»die de ie kwade
pract ijken strafbaar stellen met geldboeten of
sluiting van de waterleiding der rietvelden.
Al deze regelingen en straflan hielpen echter
niets, zoolang de verdeeling van het
irrigatiewater niet is vastgesteld. Volgens den
adat heeft nn overdag de rietplanter, 'a nachts
de inlander recht op het water, een regeling,
die allesbehalve billijk is. Immers de riet
velden bestaan hoogstens '/3 van de
sawahoppervlakte en ze mogen Beschikken over
de helft van het water. En dan, wie bewaakt
'g nachts de sawah's om te voorkomen, dat
ongeoorloofde aftapping plaats heeft? Voor
de inlanders, die geen grond bezitten, zooals
zij er vooral zijn in stroken mat communaal
bezit met vaste aandeelen levert de suiker
industrie groote voordeelen. In 1903 betaal
den de suikerondernemingen voor arbeid en
leverantie aan de inlanders pi. m. 37 millioen
gulden, waarvan na aftrek van grondhuur,
die ? 4 min. bedroeg, en de kosten voor
bewerking en aanplant pi. m. ? 100 per bouw,
? 25 min. werd uitbetaald aan de
niet-grondbezitters. Dit bedrag is ongetwijfeld in de
laatste 5 jaar gestegen ; volgens den neer J
W. van Lawick, oud-hoofdinspecteur van cul
tures in Ned.-Indiëwerd in het jaar 1908
? 25 min. totaal aan inlanders uitbetaald.
Deze millioenen beteekenen voor den
nietgrondbezilter zuivere winst en voor hem is
dan ook de suikerindustrie van groote posi
tieve beteekenis. Toch moet deze beteekenis
niet worden overschat, daar het dagloon
Daar blijf je staan tot ik terug kom, last
post. Pas op as je d'r uitloopt!" dreigde zij
het schreeuwende kind.
Toen sloeg zij zich. een zwarten, gebreiden
omslagdoek om, en verliet zonder verder
naar de kinderen om te zien het vertrek waar
van zij de deur met een bons in het slot sloeg.
Eenige oogenblikken bleef Annie nog door
werken, toen wierp zij opeens haar werk
neer, sloop op haar teenen naar de deur,
legde haar oortje er tegen, en luisterde aan
dachtig naar de zich verwijderde voetstap
pen van haar moeder.
Ze is weg," fluisterde zij tot haar zusje.
dat huilend naast de kast stond.
Ik heb ook willen zien," drensde Toosje,
dat ook verbaasd over Annie's zonderling
gedrag naast haar kwam staan.
Ik heb wat," zeide de oudste geheimzinnig.
Onmiddellijk hield het kind op met
drensen. Wat dan?" vroeg zij gretig.
As je niks an moeder zegt, za'. ik 't je
late zien."
Laat kyke dan."
Nee, want je zegt 't an rnosder," aarzelde
Annie.
Och, kind, je hebt niks," smaalde kleine
Toosje.
Ik niks? Nou, dit zal je zien, maar je
mag niks zegge, hoor."
En op haar teenen loopend ging zij naar
de kast, wrong haar mager armpje er achter.
en haalde een doosje phosphorus-lucifers te
voorschijn,
Houtjes!" riep Toosje verrukt uit, ineens
de bestraffing en haar verdriet vergetend.
Hoe komp ie daar aan?"
Ja maar 't binae geen gewone, kijkje kan
ze overal an afsteke."
Geef hier,'' en Toosje's vlug grishandje
wilde haar zusje het doosj;3 ontnemen.
Ga weg, kind, ze binne van mijn."
Toe, steek d'r eentje an," gilde Toosje...
daar straks hèje moeder weer hier, en dan
kunne we 't niet doen."
As ze 't maar niet merkt," aarzelde het
oudste meisje, uit het doosje een lucifer
nemend, die zij weifelend in de hand hield.
Steek 'm nou an," drong Toos aan, die
koortsig met de voetjes trappelde, en wiar
handje in grijpgebaar op het doosje gericht
bleef.
Zenuwachtig, de ooren gespitst of ze ook
onraad hoorde, streek Annie het houtje langs
de ruwe zijde van het doo?je.
Even knetterde het zachte schuren, toen
vonkte een zacht blauwe glans aan den
luciferskop.
Je kent 't niet... laat mijn't nou doen l"
riep Toosje uit, wier grisgebaar haar zusje
achteruit deed wijken.
overal zeer laag is en wat nog erger ie
in de laatste jaren met 25 tot 50 procent
daalde.
In Pauoeroean b. v. daalden de loonen
tujschen 1880 en 1903 voor best betaalden
arbeid van 60 tot 30 cent, voor minderbe
taalden van 40 tot 5s5 cent. In Soerabaya van
40 tot 30 et., enz. Deze daling begon reeds
in 1884, toen tengevolge van een geweldige
suikercrisis de fabrikanten genoodzaakt waren
sterk op de productiekosten te bezuinigen.
Wat vooral bitter stemt, is, dat toen na deze
magere jaren voor den fabrikant de vette
jaren aanbraken, de Javaan bleef werken
voor een loon nauwelijks genoeg om eigen
en gezinshonger te stillen" (v. Deventer). Uit
de cijfers der bedrij fsbelastingen blijkt nog
ten overvloede, dat ondanks die suikerin
dustrie het gemiddelde loon voor hen, die
in een bedrijf werkzaam zyn, niet hooger is
dan van den landbouwer.
En als van Hinloopen LabbertOn in zijn
brochure over den invloed van de suikerin
dustrie op zg°n omgeving, ons vertelt van
een werkstaking onder Javanen, die als
looneisch stelden het verlagen, let wel, het
verlagen van de loonen hunner minderjarige
kinderen van 12K cent op 10 cent, laat ons
dan niet juichen over de idyllische tevreden
heid van den Inlander noch berusten in het
geloof aan zijn welvarendheid maar slechts
verbaasd zijn over zulke gebrekkige econo
mische begrippen. Droevig verbaasd. Dit zal
ons oog wapenen by het beschouwen van de
verhouding tusschen industrieel ea werkne
mer, tusschen Europeaan en Javaan.
Een groot verschil bestaat er o f er i gen s
tueschen de loonen in Oost- en Weat-Java.
In het oosten ean gemiddeld dagloon van
41,5 cent, in het westen van 22,5 cent. Dit
groote verschil vond ik ook bijv. voor het
jaar 1863, toen in Tegal een dagloon werd
betaald van 11,5 cent, in Paseoeroean van
21 cent. De verklaring van die verschijnsel
moet eerder gezocht worden in verschil in
raseigenschappen tusschen Soendaneezen en
Hadoereezen, dan in de vruchtbaarheid en
daarmee samenhangende productiviteit dier
verschillende streken. Volgens Koloniaal
verslag 1908 bedroeg de opbrengst per bo«w
voor Oost-Java 1010 picol riet.
Midden-Java 931
West-Java 1057
Een andere gewichtige factor, die meewerkt
tot de instandhouding van lage loonen, is
ongetwijfeld de toenemende vrouwen- en
kinderarbeid, die slechts schijnbaar het
gezinsinkomen vergroot. Immers, in de eerste
plaats derft het gesin de inkomsten, door de
vrouw anders met huisvlijt (vlechten, batik
ken, weven) verdiend. Maar ook aan de
haad van de antwoorden op vraag ; 99
van het Mindere Welvaart Onderzoek moet
ontkend worden, dat hier van voordeel
sprake is. Lat daartoe op de gronden, waar,
volgens bedoelde ant voorden, de
geconstateeide toename van vrouwen- en kinderar
beid op berusten. We lezen dan: ze zyn
goedkooper, ze zijn geschikter, ze zijn gewilliger.
De vrouw komt dus niet naast den man in
de faoriek, neen, in de plaats van hem; ze
werken niet samen om het totale inkomen
te vergrooten ze verdringen elkaar. Zoo
beteekeut deze arbeid door werkeloosheid en
loondruk ean nieuwe factor van mindere wel
vaart, ondanks de suikerindustrie. Lees ter
illustratie van het bovenstaande b.v. eens het
antwoord op vraag 399 in de samentrekking
Passoeroean. Letterlijk staat er: Het gebeurt
heel dikwijls dat werkzoekende mannen wor
den afgewezen en hun geraden wordt, hun
vrouwen te zenden H"
De arbeid, die van de inlanders wordt ge
vraagd voor de suikerindustrie is van drieërlei
soort: veldarbeid, transport en fabrieksarbeid.
Voor de beide eerste soorten worden vaak
contracten met de werknemers gesloten, vooral
behelzende den tijd, waarin het aangenomen
werk moet zijn verricht. Bij het transport
neemt de fabrikant vaak trekdier en kar in
onderpand als zekerheid op de voorschotten
Nee, nee, la. me nou," verdedigde zij zich.
Scherper klonk in het schemerduister, aet
schrapen van den lucifer, en deed een gelig
rookwolkje omhoog stijgen, een sterke
zwavellucht verspreidend.
Zie je nou wel, di je 't niet kent, geef
't mijn nou es" keef het kleine meisje
weer, met gesmoorde stem, daar dadelijk
hèje d'r hier.
Toen, met een krachtigan ruk, wreef Annie
den lucifer en met scherp raspend geluid
en hefti? gesis, dat de kinderen in hun
zenuwachtige verwachting deed schrikken,
ontbrandde het houtje.
Een geel licht verhelde opeens het ver
trekje, waarvan de armoede nu duidelijker
uitkwam. Eenige rieten stoelen, wair onder
de biezen uitplukten, stonden slordig tegen
den wand op den planken vloer, waarvan
een klein karpetje, vol scheuren, tevergeefs
de naaktheid trachtte te bedekken. Voor
het venster, waarlangs de regen droop, stond
de witte, ongeschilderde tafel, met
bruinzwarte koftiekringen bezaaid, en waarop nog
de vuile kopjes en kroezen stonden, bij het
middagmaal gebruikt.
Een rozige gloed kleurde de gezichtjes der
meiejes, die aandachtig naar het heerlijke
lichtje zagen.
Gooi 'm nou neer!" ried Toosje, toen het
vlammeije bijna haar zusjes vingers raakte.
Gehoorzaam liet Annie den lucifer vallen,
zette haar voet op het verkoolde houtje en
onmiddellijk wierp de zware schemering haar
duisteren sluier weer over het kamertje.
Nou ikke l" Met gulzig gebaar had Toosje
haar zasje het doosje ontnomen, en stak met
vaste hand het houtje aan. Weer staarden
de kinderen verrukt naar het goudgele
vlammetje, welks helderen glans hen ah 't ware
magnetiseerde.
Die kan je overal op ansteke, niewaar?"
meende het jongste kind, dat van afwisseling
hield. Ik heb 't laas 'n kind op school an
de bank zien doen."
Met vluggen greep had zij eenige houtjes
genomen en gaf toen het doosje weer aan
Annie terug. Haar vlugge blikken vlogen de
kamer door, een plekje zoekend, dat haar
voor haar doel geschikt zou lijken. Toen liep
zij resoluut naar den muur en streek een der
lucifers tegen den muur-wand.
Kijk daar es riep zij verbaasd uit. Ean
zacht blauwe streep vlamde op den muur,
en scheen, mat lichtend, den verrasten kin
deren uit het duister tegen.
Jsee maar... wis jij dat? wendde zij zich
tot haar zusje, als kon deze haar opheldering
geven over het zonderling verschijnsel. Aar
zelend streek zij haar lucifer weer langs den
muur, een tweede streep bij de eerste voegend.
door hem aan den inlander betaald. Deze
heeft met het vervoeren gelegenheid, de
voorschotten in te verdienen. Op het niet
nakomen van deze bepalingen staat boete.
Het boetestelsel heerschtookin veelfabriekea,
waarmee weer een factor is aangegeven, die,
door de loonsverlaging welke het tengevolge
beeft, de makkelijkheid, waarmee de boeten
kunnen worden geheven, en de willekeur,
waartoe het stelsel kan aanleiding geven, de
beteekenis der suikerindustrie voor de Java
nen vermindert.
Door die industrie worden andere inlandsche
bedrijven in het leven geroepen of gesteund
en voor de hierbij betrokken inlanders is de
suiker van niel geringe beteekenis. Wagen
makers, krandjangvlechtero (i.w.z.
mandenvlechtere) steenbakkers, kalkbranders, zij allen
leveren aan de fabriek of zijn er aan ver
bonden. In het laatste geval worden zij soms
onder Europeesche leiding in hun vak be
kwaamd. Keeren ze in de desa terug, dan
vinden ze een beter bestaan dan weleer.
Het krandjang Biechten nam in de laatste
jaren in beteekenis af, omdat bij het vervoer
van de suiker meer gebruik gemaakt wordt
van jute zakken. Juteaanplant heeft in de
Uge, moerassige vjakten van Java nog weinig
plaats en zou toch met succes kunnen ge
schieden, zooals Britsch-Indiëons reeds heeft
getoond. Het nadeel, dat de Javaan lijdt
door het achteruitgaan van het
krandjangvlechten, zon stellig door deze Juteaanplant
worden vergoed.
Daar het vervoer van riet naar de fabrieken
meestal geschiedt met trekvee en karren,
zelden langs daarvoor aangelegde spoortjes,
dient de belangrijke vraag gesteld, welken
invloed dit heefj op den veestapel, op tal
en kwaliteit der beesten. Baeds vroeger is
erop gewezen, dat de aanwas der buffsls op
verre na geen gelijken tred hield met
bevolkings- en sawahgroei. Hun getal groeide
van 1880?1900 slechts met 1,2 pCt. Ernstiger
nog is het feit, dat van 1895?1900 hun aantal
daalde met 190.000 of 8 pCt. Het sterkste
wel in Cherioon, Pekalongan, Sema'ang.
Kedoe en Banjoemas waar een achteruitgang
viel te constateeren van 21 pCt, tegenover
een vooruitgang in Bantam, Batavia en
Preanger, residenties zonder beteekenende
suikerindustrie. Met het aantal paarden was
het even treurig gesteld. Het ging achter
uit met 20 pCt., waaronder vooral Cheribon
en Banjoemas te lijden hebben, omdat Wer
vooral paarden alstrekdieren word en gebruikt.
Deze achteruitgang is zeker voor een gedeelte
het gevolg van de slechte verzorging, de
slechte voeding; ook, doordat tengevolge van
de uitbreiding der bouwgronden er minder
grasgrond overbleef, terwijl tevens van de
beesten meer arbeid werd gevergd door de
onevenredige uitbreiding der sawahs.
Ongetwijfeld echter leden ze ook door het
vele en zware werk gedurende de rietoogst.
Ze verzwakken gedurende den maaltijd" lezen
we in de Samentrekking Soerabaya van het
Mindere-welvaartonderzoek, enkele dieren
vallen dood neer." Deze woorden worden
ook door den heer Van H. Labberton niet
bestreden, al verkleint hij de beteekenis ervan.
De achteruitgang van den veestapel is van
nadeeligen invloed op de rijstopbrengst, omdat
de eawahbewerking niet zoo intensief kan
zyn als vroeger. Om de dieren het bewerken
van den grond te vergemakkelijken, heeft
men ploeg en eg veranderd. Een door den
gouvernementsveearts te Soerabaya ingesteld
onderzoek bevestigde volkomen de meening,
dat de veestapel in de omgeving van de
suikerfabrieken achteruit gaat. Het hier en
daar neergeschreven argument, dat de dieren
gedurende den maaltijd, die gamen"alt met
den drogen Oost-moesson, met riettoppen
veel beter gevoed worden, dan anders het
geval zou zijn in dit jaargetijde, is volkomen
juist, maar dit vooroordeel weegt blijkbaar
niet op tegen den meerderen arbeid, die van
de dieren geeischt wordt.
De vraag of de met riet beplante sawahs
daarna meer of minder geschikt zyn voor
Nieuwsgierig kwam Annie naderbij en be
schouwde aandachtig de geheimzinnige lijnen.
Dat komp van de lucifer" verklaarde zij.
Kijk, ze rocken l" kwam er nu wat ang
stiger uit, toen zij een vollen damp van de
streep zag omhoog stijgen. Doch wat moe
diger geworden, omdat het kalme licht ver
der niets onrustbarends vertoonde, waagde
zij het eveneens een streep op den donkeren
wand te zetten, deed een tweede de vorige
snijden, genietend, nu ze met een streek van
haar hand zulk een tooverlijn, die niet uit
ging, scheppen kon.
Je mag niet op mijn strepe komme"
keef Toosje, daar is jouw plekkie,
ikke hier."
De lichtende lijnen en grillige figuren
vlamden met doffen gloed in het duister,
waarin de kinderen, alles om zich heen ver
getend, met vlug armbewegen nieuwe strepen
tooverden. De luide slag van een
dichtgeworpen deur deed hen op eens op hun
omgeving opmerkzaam worden.
Daar hè-je moeder!" waarschuwde Toosje,
en streek vlug niet haar handje langs de
muur om de verradende figuren uit te
wisachen. Doch tot haar grooten schrik vlamden
ze integendeel helderder op; lijnen, die reeds
half verdwenen waren phosphoriseerden weer
feller en vermeerderden de fantastische
lijnfiguren op den wand.
Duidelijk klonken voetstappen beneden op
de trap.
Ze gane d'r niet af" tnompalde zij onthutst.
Met vlugge streken wUchte zij langs den
muur, terwijl Annie besluiteloos toezag.
Maar heiiep me dan, ander s k rij ge we daar!"
riep zij ia haar angst haar zusje toe.
Ze moeten d'r af dacht het kind wan
hopig, en in hevige vrees voor de ruwe
behandeling van haar moeder, spoog zij op
den wand, hopend op deze wijze de strepen
te vernietigen, die echter sarrend in het
donker bleven vlammen.
Ze is al twee hoog, en ze zijn d'rno^...
jij helpt ook niet," verweet zij haar zusje,
bijna huilend.
Toen werd het Annie ook duidelijk, dat
ze wat doen moest en op den wand
toesnellend begon zij vit alle masht met haar
boezelaar op de zacht blauwe lijnen te wrij ven,
die halstarrig stand hielden.
De voetstappen kwamen nader, en duidelijk
hoorden zij hun moeder beneden op het
portaal stommelen.
Eloe zou 't komme?" informeerde Toosje.
Is weet 't niet... maar 't is jouw schuld.
Jij bent d'r mee begonnen", verdedigde Annie
aich reeds bij voorbaat.
Nietes, jij hebt 't gedaan. Jij hebt de
stokkies 't eerst angestoke". Hun moeder
rijstbouw, is dikwijls gesteld, even vaak be
antwoord, nu eeni in gunstigen dan weer in
ongunstigen zin. Jammer dat aan deze
meeningen vaaik te proeven is, dat de schrijver
zich door sympathiën of antipathiëu leiden
liet, want dit zijn al zeer ongeschikte weg
wijzers. Zoo leest men in de Samentrek
king Pekalongan van het M. W. O. op
bladz. 75, dat de rietvelden om weer tot
sawahveld te worden omgewerkt, een arbeid
van ? 7?per bouw behoeven voor het
dichten en sterken van irrigatiedijkjes, het
uittrekken van rietwortels, enz. En n blad
verder staat voor hetzelfde per bouw uitge
trokken ? 16.?ruim twee maal zooveel.
Geen wonder, dat Van Hinloopen Labberton
de waarde dezer cijfers betwist, ook al ontkent
hij de bewering niet, dat nieuwe arbeid noodig
is om afgeleverde rietvelden in sawahs om
te zetten. Verder wordt in bovengenoemde
samentrekking verteld, dat de eenvolgende
padiopbrengst 15 pJt. minder is dan gewoon
lijk, vooral door de kunstmest en door de
in den grond achtergebleven rietwortels. In
de samentrekkingen Soerabaja en Bezoeki
vinden we onder vraag 410 eenzelfde meening
uitgesproken. De heer Van Hinloopen Labber
ton gaat uitvoerig in op de kunstmest en
rietwortelbezwaren en beweert juist, dat,
doordien bij de rietcultuur een tweemaal
zoo diepe laag wordt bewerkt, dit ten goede
moet komen aan de productiviteit dier velden.
De cijfers bevestigen deze meening echter
niet. Immers de rijstopbrengst liep van 1890
1902 terug van 28,9 pikol tot 26,8 pikol
per bouw met een in de tusschengelegen
jaren voortdurende schommeling om de
gemiddelde opbrengst. Deze cijfers waren
voor 1906 en 1907 nog ongunstiger en be
droegen resp. 24,32 pikol en 23,22 pikol per
bouw. Het is zelfs zeer de vraag of de tegen
woordige opbrengst per bouw in doorsnee
veel verschilt met die van 50 of 100 jaar
geleden.
Eén omstandigheid is er, die na lange j aren
misschien, van gunstigen invloed moet zijn
op de landbouwopbrengst en wel het goede
voorbeeld dat de Europeesche landbouwer
aan den conservatieven Inlander geeft. De
Europeesche ondernemer, die door intensieve
bewerking, rationeele bemesting, de productie
per bouw zoo enorm deed stijgen, zal daar
mee ten slotte de inlandsche bewerkingswijze
beïnvloeden. In 1836 brachten 23.000 bouws
449.820 pikols suiker op, das gemiddeld 19
pikol per bouw, in 1870 bedroeg dit gemid
delde 55,03 pikol, in 1902: 116 pikol, in
1907 : 123. pikol; de fabriek Poerwokerto ver
kreeg in 1908 per bouw 147K pikol,
Kalibagar zelfs 152 pikol! In 70 jaar weri de op
brengst 6,5 maal zoo groot.
Dat de inlanders inderdaad wel iets van
den Europeaan willen leeren, ia voldoende
gebleken na de inrichting van zoogenaamde
proefsawahs in verschillende streken van
Java. Daze door de regeering aangelegde vel
den, bewerkt in modernen zin, oefenden uit
stekenden invloed uit op de bewerkingswijze
van de omwonende inlanders. Dat tot nu
van een werkelijke toename der rjjstopbrengst
geen sprake is, moet geweten worden aan 't
gebrek aan goede ploegdieren, gebrek aan
bevloeiings water, gebrek aan land bouwge
reedschappen, gebrek aan doelmatig,
practisch landbouwonderricht, gebrek aan geld
voor het koopen van goede zaadpadie. Gaen
wonder, dat de prijs der voedingsmiddelen
in de laatste jaren rees. De mindere opper
vlakte, die voor rijstaanplant wordt benut, in
verband met het feit, dat de suikercultuur
vooral gedreven wordt op de beste sawahs,
de slechtere be vloeiing op de overige velden,
de achteruitgang van de opbrengst per bouw
ziehier omstandigheden, die den inlander
rijstkooper ten nadeele zijn. Het levendiger
verkeer, ook mede door de suikerindustrie
veroorzaakt heeft wel is waar nivelleerend
op de rijstprijzen gewerkt, zoodat een verschil
van ?17?^18 per pikol rijst in
uiteenliggende deelenvan Java nu een sprookje zijn zou,
maar dit levendiger verkeer staat in beteekenis
kon dadelijk boven zijn, en wanhopend
werkten de kinderen op de lijnen, die hen
aanstonds aanklagen zouden.
Zou 't brand zijt ?" vroeg Toosje, ongerust.
Brand...?" De hevige knal van een
ontbrandenden lucifer, dien een der meisjes had
laten vallen, en door het schuren van hun
laarsjes op den grond ontplofte dreef hun
angst ten top.
Toch, welles, jij hebt 't gedaan: jij hebt
de houtjes verstopt", beschuldigde de kleine
Toofje in haar vrees.
Toen werd de deur geopend en trad hun
moeder binnen, bij de punten haar schort
bijeenhoudend, dat uitpuiMe door de mee
gebrachte goederen. Instink tmatig plaatsten
de kiemen zich voor de fonkelende lijnen,
om deze zoo lang mogelijk voor haar verborgen
te houden. Doch de vrouw die dadelijk op
de tafel toeliep, om haar pakjes daarop te
leggen, nam geen nota van de kinderen, die
uit de verte toezagen.
Hier, da hèjullie ieder 'n koekie" zeide
zij tot de meisjes, die zwijgend achter haar
stonden, doch uit angst voor ontdekking niet
naderbij durfden komen.
Wat voeren jullie daar toch uit?" vroeg
hun moeder, wie het ongewone zwijgen der
kinderen verwonderde, doch bezig met het
opsteken der lamp nog niet omkeek.
Nltes, we spele schooltje, en Annie moet
in de hoek staan" antwoordde Toosje gevat,
en zich toen tot haar zusje wendend de
gefingeerde rol doorspelend: t^nne daar straks
mag jij de juffrouw zijn, hoor."
Een valig rood licht verspreidde zich opeens
in de kamer, toen de oude petroleumlamp
aangestoken was, eri deed de kinderen, aan
het duister gewend, heftig met de oogen
knippen. Nou komt 't, nu zal moeder ':
merken en dan krijge we", dacht Toosje.
Nou is 't uit met die malligheid, hoor.
Je neemt 't of ze gane weg" snauwde de vrouw.
Schoorvoetend, zich neerleggend bij het
onvermijdelijke, kwamen de kinderen bij de
tafel, en namen hun koekje weg. Hun moeder,
de zakjes ia een mand leggend, had het
vertrek verlaten, en stommelde in het keu
kentje naastaan. Vlug keek Tooeje om, in
de richting van. den muur, verwonderd dat
haar moeder nog niets gezegd had.
Zeg, ze binne weg", fluisterde zij verbluft,
haar zusje aanstootend.
Verbaasd stonden de kinderen voor den
wand, voelden zich verlicht, toen deze weer
zijn gewooa aspect vertoonde, en de teekenen
van hun ongehoorzaamheid verdwenen waren.
Doch vergeefs vroegen zij zich af, hoe toch
de strepen, die eerst niet van den muur te
wisschen waren, zoo op tijd verdwenen
konden zijn.