De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 19 september pagina 2

19 september 1909 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Nö. 1682 De waarheid van deze bewering zal men inzien, wanneer men z\jn oogen den kost geeft I En lag het op mün weg in deze van raad te dienen, ik zou ons legerbestuur willen zeggen: maakt wat nuttiger dan tot dusverre gebruik van de meermalen aan geboden doch steeds afgewezen mede werking van hen, die, al ware het alleen maar op grond hunner praotische ervaring, toch wel eenig recht van medespreien mogen erlangen, in zake hunner positieverbetering. Ik heb hier op 't oog die enkelen onder de onderofficieren, die, in tegenstelling met'het groe, een open oog toonen te hebben voor de aan hunne positie klevende gebreken en oavermoeid naar de middelen ter ver betering zoeken. Dergelijke ernstige vakmannen tegemoet te komen en desnoodig te leiden (leiding heeft toch waarlijk elkeen wel eens noodig) wil mij, in het belang van het leger ver standiger voorkomen, dan het te geringe besef van eigenwaarde b\j het gros als aymptoom van tevredenheid, gehoorzaamheid, e. d. uit te spelen tegen het ernstig streven naar opheffing (doch dan gesignaleerd als uiting van anti-militarisme) van hiervoren bedoelde enkelingen. Economische foeteekenis van de suikercultuur en -industrie voor den Javaan. i. Deze beteekenis is niet gosd na te gaan, ronder dat vooraf is bepaald, welke factoren in 't algemeen het economisch leven van den Javaan bepalen, en in r utre trekken is aan. gegeven, welke oorzaken meewerkten, de bewoners van het vruchtbare Java te brengen ;tot bon tegenwoordige mindere welvaart". De UJandsehe bevolking neemt zeer snel toe; dr. P. Bteekeur sprak reeds in 1869 op grand van verschillende onderzoekingen de meeaing uit, dat de bevolking in 35 jaar ?verdubbelde en de uitkomst van de laatste volkstellingen bewezen volkomen de juistheid dezer naeening. De uitbreiding der boowgronden hield geen gelijken tred met deze volketoename, terwijl de opbrengst per oppervlakte eenheid, waar over straks meer, in den loop der jaren vrijwel gelijk bleef, eoodat vooreen vergelij king alleen rekening behoeft te worden gehonden met de oppervtoktenitbreiding. Met den aanwas van den veestapel is het nog droaver gesteld, waardoor de oogstop brengst slechts ten nadeete beïnvloed kan worden. KarbouweB, en in Cheribon en BanjoeouM pcarden, zyn immers de ploegdieren; te zijn onontbeerlijk voor. intensieven bouw. Tot staving van bovenstaande beweringen kannen de volgende cijfers dienen: Van 1880?1900 nam d* bevolking toe met 45.3 pCt. de bouwgrond ..^ .... 18 het aantal karbonwen ... 1.2 en frin? het getal paarden achteruit met 20 pCt. O )k de uitkomsten van de vischvangst »yn hoogst ontmoedigend en dat voor het voedsel, dat mét rijst den hoofdschotel vormt van den inlandschen maaltijd. Rivieren zijn doodgevischt: de Javazee, vooral de Noordkust van Midden-Java, levert minder op. En hoewel de Javaan door vischteelt in strandvijvers en op sawahs in zyn behoeften tracht te voorzien, blijkt toch uit den jaarlijkschen visc-ünvoer, dat de opbrengst van visscherij en vischteelt niet voldoende zijn. Nog dient gewezen te worden op de groote bela-itingsom, die de Javaan jaarlijks moet betalen. Deze toeh bedraagt gemiddeld ? 16 per gezin, op een jaarlijksch inkomen van ?80, zoo lat de belasting alleen pl.m. 20 pCt. van dit inkomen absorbeert, wat zeer stellig niet meehelpt, oin de welvaart van den Ja vaan te vergrooten. Welken invloed oefent nu de suikerindustrie HET WONDER DOOR J. VAN DIJK. Een zwaar schemerduister, dat voorbyBwevende wolkgevaarten nog zwarter maak ten, heerschte in het kleine achter vertrekje, waar aan een tafeltje bij het raam de kleine meisjes speelden. De handjes uitgestrekt in de richting van het venster, als plantjes, die het licht zochten, werkten zij zwijgend aan de borduurlapjes, oude vodjes, welke hun moeder hun gegeven had, om ze zoet te houden. A.ls een sombere melancholie was die schemer, die zwaar op de schamele meubelen drukte, waarvan de omtrekken verdoezeld, en de vettige smeerplekken in het duister verborgen waren. Een kleffe, vochtige zeepsoplucht trok door het kamertje, hechtte zich aan de meubels en muren, die zwart uitsloegen en klam aanvoelden, en waartegen het uitgezakte behangsel in rafels neerhing, welke bjj den minsten tocht heen en weer waaiden. Het koperbeslag van de ladekast naast de deur, dat anders mat glimmen kon als het zonlicht er op scheen, leek dooi, fonkelde niet meer, nu de zware echemer het begraven had. Een hevige regenvlaag kletterde tegen het venster. Kan jij nog zien, Annie?" vroeg Toosje, het kleinste der twee meisjes. Gus ja, wat goed" loog ze jij niet?" O, maar ju zit ook dichter bij het raam. Toe, laat mijn d'r nou ook ea zitte drong de kleine jij hebt d'r nou al de heele middag gezete." Moetje, ze wil me weg douwe1' be klaagde Annie zich bij haar moeder, een grove, slordig gekleede vrouw, die zich door bet vertrek bewoog. Toossie, nest, wil je wel es ophouë" kijfachreeuwde ze tot het kleine meisje . En Ju ook Annie, je mot je rust houë, hoor.... Ik ga effe naar de kruiënier as ik terug kom, en je bent niet zoet ge weest krij-jullie, versta-je l" Toossie is begonne, ze wou me van m'n stoel douwe". Drommels kind, wil je nou wel es uitscheiël" en het kleine meisje bij den arm vattend, schudde zij haar heftig door elkaar. Ik wil ook zien, ik wil ook bij het raam" huilde Toosje, die door haar moeder achter in de kamer gesleurd werd, waar zij haar naast de kast neerzette. en de daarmee verbonden cultuur ten goede of ten kwade uit7 Voor aanplant van het suikerriet waren in 1902 geduurd 117.000 bouws der beat bevloeide gawabs; ze besloegen samen 40 pCt. van de oppervlakte van het laagland. IQ 1907 bedroeg het aantal bouws 146.979, was dus sinds 1902 gegtegen met 25 pCc. De gemid delde pachtsom per bouw varieert van ?.31 tot ? 34; voor een huurtüi van 14?18 maanden. Deze huurtyd vangt aan in April, waar door het dea huurder niet mogelijk is op die gronden voor April padi dalem te zaaien. Hij moet zich tevreden stellen met padi tengahan, die weliswaar in korter tijd rijpt, maar dan ook veel minder opbrengt. Het verschil in opbrengst bedraagt b.v. in Passoeroean ? 9.375 per bouw. De gemiddelde jaaropbrengst per bouw is ruim ? 40. Het gemis van zijn land komt dus den Javaan per bouw te staan op l ] ?3 X ?40 + verschil padi dalem en padi ten gahan, te zamen ruim ? 60. Vergelijkt men dit cijfer met de reeds genoemde pachtsom, dan zou men zeer zeker tot een voor de sui kerindustrie ongunstige meerling komen, maar vergeten zon dan zijn, dat de Javaan nu de volle beschikking heeft over zijn eigen ar beidskracht, terwijl hij bovendien geen risico draagt voor mislukking van den oogst. Deze risico is wel niet zoo groot, daar de suiker cultuur vooral beslag legt op de best be sproeide sawahs. O «k het voordeel van de vrije beschikking over zijn arbeidskracht is niet zoo groot, daar er niet altijd werk is te krijgen. Stelt men de vraag: waarom verhuurt de Javaan dan zijn land, dan luidt hierop het antwoord: a. bij gebrek aan baar geld voor den fiscus of den woekeraar; b. door sjjn gebrekkig economisch inzicht; c. uit vrees voor, of misschien beter onder vaderlijke pressie" van het dorpehoofd, die dan voor zijn bewezen diensten door den suikerindnstrieel wordt beloond met ? 2 tot ?5 per bouw. (Lses b.v. over deze pressie het pas verschenen boek over Java en de Javanen van H. E. B. Bchmalhausen); d. nit vree*, anders geen irrigatie water te zullen krijgen. Sommige ondernemers ontzagen zich n!. niet, water van naburige sawahs af te tap pen voor hun velden, terwijl stroompjes ver legd worden, zoodat de be vloeiing der lager gelegen landen benadeeld wordt. Z«er zeker bestaan er bepalingen,»die de ie kwade pract ijken strafbaar stellen met geldboeten of sluiting van de waterleiding der rietvelden. Al deze regelingen en straflan hielpen echter niets, zoolang de verdeeling van het irrigatiewater niet is vastgesteld. Volgens den adat heeft nn overdag de rietplanter, 'a nachts de inlander recht op het water, een regeling, die allesbehalve billijk is. Immers de riet velden bestaan hoogstens '/3 van de sawahoppervlakte en ze mogen Beschikken over de helft van het water. En dan, wie bewaakt 'g nachts de sawah's om te voorkomen, dat ongeoorloofde aftapping plaats heeft? Voor de inlanders, die geen grond bezitten, zooals zij er vooral zijn in stroken mat communaal bezit met vaste aandeelen levert de suiker industrie groote voordeelen. In 1903 betaal den de suikerondernemingen voor arbeid en leverantie aan de inlanders pi. m. 37 millioen gulden, waarvan na aftrek van grondhuur, die ? 4 min. bedroeg, en de kosten voor bewerking en aanplant pi. m. ? 100 per bouw, ? 25 min. werd uitbetaald aan de niet-grondbezitters. Dit bedrag is ongetwijfeld in de laatste 5 jaar gestegen ; volgens den neer J W. van Lawick, oud-hoofdinspecteur van cul tures in Ned.-Indiëwerd in het jaar 1908 ? 25 min. totaal aan inlanders uitbetaald. Deze millioenen beteekenen voor den nietgrondbezilter zuivere winst en voor hem is dan ook de suikerindustrie van groote posi tieve beteekenis. Toch moet deze beteekenis niet worden overschat, daar het dagloon Daar blijf je staan tot ik terug kom, last post. Pas op as je d'r uitloopt!" dreigde zij het schreeuwende kind. Toen sloeg zij zich. een zwarten, gebreiden omslagdoek om, en verliet zonder verder naar de kinderen om te zien het vertrek waar van zij de deur met een bons in het slot sloeg. Eenige oogenblikken bleef Annie nog door werken, toen wierp zij opeens haar werk neer, sloop op haar teenen naar de deur, legde haar oortje er tegen, en luisterde aan dachtig naar de zich verwijderde voetstap pen van haar moeder. Ze is weg," fluisterde zij tot haar zusje. dat huilend naast de kast stond. Ik heb ook willen zien," drensde Toosje, dat ook verbaasd over Annie's zonderling gedrag naast haar kwam staan. Ik heb wat," zeide de oudste geheimzinnig. Onmiddellijk hield het kind op met drensen. Wat dan?" vroeg zij gretig. As je niks an moeder zegt, za'. ik 't je late zien." Laat kyke dan." Nee, want je zegt 't an rnosder," aarzelde Annie. Och, kind, je hebt niks," smaalde kleine Toosje. Ik niks? Nou, dit zal je zien, maar je mag niks zegge, hoor." En op haar teenen loopend ging zij naar de kast, wrong haar mager armpje er achter. en haalde een doosje phosphorus-lucifers te voorschijn, Houtjes!" riep Toosje verrukt uit, ineens de bestraffing en haar verdriet vergetend. Hoe komp ie daar aan?" Ja maar 't binae geen gewone, kijkje kan ze overal an afsteke." Geef hier,'' en Toosje's vlug grishandje wilde haar zusje het doosj;3 ontnemen. Ga weg, kind, ze binne van mijn." Toe, steek d'r eentje an," gilde Toosje... daar straks hèje moeder weer hier, en dan kunne we 't niet doen." As ze 't maar niet merkt," aarzelde het oudste meisje, uit het doosje een lucifer nemend, die zij weifelend in de hand hield. Steek 'm nou an," drong Toos aan, die koortsig met de voetjes trappelde, en wiar handje in grijpgebaar op het doosje gericht bleef. Zenuwachtig, de ooren gespitst of ze ook onraad hoorde, streek Annie het houtje langs de ruwe zijde van het doo?je. Even knetterde het zachte schuren, toen vonkte een zacht blauwe glans aan den luciferskop. Je kent 't niet... laat mijn't nou doen l" riep Toosje uit, wier grisgebaar haar zusje achteruit deed wijken. overal zeer laag is en wat nog erger ie in de laatste jaren met 25 tot 50 procent daalde. In Pauoeroean b. v. daalden de loonen tujschen 1880 en 1903 voor best betaalden arbeid van 60 tot 30 cent, voor minderbe taalden van 40 tot 5s5 cent. In Soerabaya van 40 tot 30 et., enz. Deze daling begon reeds in 1884, toen tengevolge van een geweldige suikercrisis de fabrikanten genoodzaakt waren sterk op de productiekosten te bezuinigen. Wat vooral bitter stemt, is, dat toen na deze magere jaren voor den fabrikant de vette jaren aanbraken, de Javaan bleef werken voor een loon nauwelijks genoeg om eigen en gezinshonger te stillen" (v. Deventer). Uit de cijfers der bedrij fsbelastingen blijkt nog ten overvloede, dat ondanks die suikerin dustrie het gemiddelde loon voor hen, die in een bedrijf werkzaam zyn, niet hooger is dan van den landbouwer. En als van Hinloopen LabbertOn in zijn brochure over den invloed van de suikerin dustrie op zg°n omgeving, ons vertelt van een werkstaking onder Javanen, die als looneisch stelden het verlagen, let wel, het verlagen van de loonen hunner minderjarige kinderen van 12K cent op 10 cent, laat ons dan niet juichen over de idyllische tevreden heid van den Inlander noch berusten in het geloof aan zijn welvarendheid maar slechts verbaasd zijn over zulke gebrekkige econo mische begrippen. Droevig verbaasd. Dit zal ons oog wapenen by het beschouwen van de verhouding tusschen industrieel ea werkne mer, tusschen Europeaan en Javaan. Een groot verschil bestaat er o f er i gen s tueschen de loonen in Oost- en Weat-Java. In het oosten ean gemiddeld dagloon van 41,5 cent, in het westen van 22,5 cent. Dit groote verschil vond ik ook bijv. voor het jaar 1863, toen in Tegal een dagloon werd betaald van 11,5 cent, in Paseoeroean van 21 cent. De verklaring van die verschijnsel moet eerder gezocht worden in verschil in raseigenschappen tusschen Soendaneezen en Hadoereezen, dan in de vruchtbaarheid en daarmee samenhangende productiviteit dier verschillende streken. Volgens Koloniaal verslag 1908 bedroeg de opbrengst per bo«w voor Oost-Java 1010 picol riet. Midden-Java 931 West-Java 1057 Een andere gewichtige factor, die meewerkt tot de instandhouding van lage loonen, is ongetwijfeld de toenemende vrouwen- en kinderarbeid, die slechts schijnbaar het gezinsinkomen vergroot. Immers, in de eerste plaats derft het gesin de inkomsten, door de vrouw anders met huisvlijt (vlechten, batik ken, weven) verdiend. Maar ook aan de haad van de antwoorden op vraag ; 99 van het Mindere Welvaart Onderzoek moet ontkend worden, dat hier van voordeel sprake is. Lat daartoe op de gronden, waar, volgens bedoelde ant voorden, de geconstateeide toename van vrouwen- en kinderar beid op berusten. We lezen dan: ze zyn goedkooper, ze zijn geschikter, ze zijn gewilliger. De vrouw komt dus niet naast den man in de faoriek, neen, in de plaats van hem; ze werken niet samen om het totale inkomen te vergrooten ze verdringen elkaar. Zoo beteekeut deze arbeid door werkeloosheid en loondruk ean nieuwe factor van mindere wel vaart, ondanks de suikerindustrie. Lees ter illustratie van het bovenstaande b.v. eens het antwoord op vraag 399 in de samentrekking Passoeroean. Letterlijk staat er: Het gebeurt heel dikwijls dat werkzoekende mannen wor den afgewezen en hun geraden wordt, hun vrouwen te zenden H" De arbeid, die van de inlanders wordt ge vraagd voor de suikerindustrie is van drieërlei soort: veldarbeid, transport en fabrieksarbeid. Voor de beide eerste soorten worden vaak contracten met de werknemers gesloten, vooral behelzende den tijd, waarin het aangenomen werk moet zijn verricht. Bij het transport neemt de fabrikant vaak trekdier en kar in onderpand als zekerheid op de voorschotten Nee, nee, la. me nou," verdedigde zij zich. Scherper klonk in het schemerduister, aet schrapen van den lucifer, en deed een gelig rookwolkje omhoog stijgen, een sterke zwavellucht verspreidend. Zie je nou wel, di je 't niet kent, geef 't mijn nou es" keef het kleine meisje weer, met gesmoorde stem, daar dadelijk hèje d'r hier. Toen, met een krachtigan ruk, wreef Annie den lucifer en met scherp raspend geluid en hefti? gesis, dat de kinderen in hun zenuwachtige verwachting deed schrikken, ontbrandde het houtje. Een geel licht verhelde opeens het ver trekje, waarvan de armoede nu duidelijker uitkwam. Eenige rieten stoelen, wair onder de biezen uitplukten, stonden slordig tegen den wand op den planken vloer, waarvan een klein karpetje, vol scheuren, tevergeefs de naaktheid trachtte te bedekken. Voor het venster, waarlangs de regen droop, stond de witte, ongeschilderde tafel, met bruinzwarte koftiekringen bezaaid, en waarop nog de vuile kopjes en kroezen stonden, bij het middagmaal gebruikt. Een rozige gloed kleurde de gezichtjes der meiejes, die aandachtig naar het heerlijke lichtje zagen. Gooi 'm nou neer!" ried Toosje, toen het vlammeije bijna haar zusjes vingers raakte. Gehoorzaam liet Annie den lucifer vallen, zette haar voet op het verkoolde houtje en onmiddellijk wierp de zware schemering haar duisteren sluier weer over het kamertje. Nou ikke l" Met gulzig gebaar had Toosje haar zasje het doosje ontnomen, en stak met vaste hand het houtje aan. Weer staarden de kinderen verrukt naar het goudgele vlammetje, welks helderen glans hen ah 't ware magnetiseerde. Die kan je overal op ansteke, niewaar?" meende het jongste kind, dat van afwisseling hield. Ik heb 't laas 'n kind op school an de bank zien doen." Met vluggen greep had zij eenige houtjes genomen en gaf toen het doosje weer aan Annie terug. Haar vlugge blikken vlogen de kamer door, een plekje zoekend, dat haar voor haar doel geschikt zou lijken. Toen liep zij resoluut naar den muur en streek een der lucifers tegen den muur-wand. Kijk daar es riep zij verbaasd uit. Ean zacht blauwe streep vlamde op den muur, en scheen, mat lichtend, den verrasten kin deren uit het duister tegen. Jsee maar... wis jij dat? wendde zij zich tot haar zusje, als kon deze haar opheldering geven over het zonderling verschijnsel. Aar zelend streek zij haar lucifer weer langs den muur, een tweede streep bij de eerste voegend. door hem aan den inlander betaald. Deze heeft met het vervoeren gelegenheid, de voorschotten in te verdienen. Op het niet nakomen van deze bepalingen staat boete. Het boetestelsel heerschtookin veelfabriekea, waarmee weer een factor is aangegeven, die, door de loonsverlaging welke het tengevolge beeft, de makkelijkheid, waarmee de boeten kunnen worden geheven, en de willekeur, waartoe het stelsel kan aanleiding geven, de beteekenis der suikerindustrie voor de Java nen vermindert. Door die industrie worden andere inlandsche bedrijven in het leven geroepen of gesteund en voor de hierbij betrokken inlanders is de suiker van niel geringe beteekenis. Wagen makers, krandjangvlechtero (i.w.z. mandenvlechtere) steenbakkers, kalkbranders, zij allen leveren aan de fabriek of zijn er aan ver bonden. In het laatste geval worden zij soms onder Europeesche leiding in hun vak be kwaamd. Keeren ze in de desa terug, dan vinden ze een beter bestaan dan weleer. Het krandjang Biechten nam in de laatste jaren in beteekenis af, omdat bij het vervoer van de suiker meer gebruik gemaakt wordt van jute zakken. Juteaanplant heeft in de Uge, moerassige vjakten van Java nog weinig plaats en zou toch met succes kunnen ge schieden, zooals Britsch-Indiëons reeds heeft getoond. Het nadeel, dat de Javaan lijdt door het achteruitgaan van het krandjangvlechten, zon stellig door deze Juteaanplant worden vergoed. Daar het vervoer van riet naar de fabrieken meestal geschiedt met trekvee en karren, zelden langs daarvoor aangelegde spoortjes, dient de belangrijke vraag gesteld, welken invloed dit heefj op den veestapel, op tal en kwaliteit der beesten. Baeds vroeger is erop gewezen, dat de aanwas der buffsls op verre na geen gelijken tred hield met bevolkings- en sawahgroei. Hun getal groeide van 1880?1900 slechts met 1,2 pCt. Ernstiger nog is het feit, dat van 1895?1900 hun aantal daalde met 190.000 of 8 pCt. Het sterkste wel in Cherioon, Pekalongan, Sema'ang. Kedoe en Banjoemas waar een achteruitgang viel te constateeren van 21 pCt, tegenover een vooruitgang in Bantam, Batavia en Preanger, residenties zonder beteekenende suikerindustrie. Met het aantal paarden was het even treurig gesteld. Het ging achter uit met 20 pCt., waaronder vooral Cheribon en Banjoemas te lijden hebben, omdat Wer vooral paarden alstrekdieren word en gebruikt. Deze achteruitgang is zeker voor een gedeelte het gevolg van de slechte verzorging, de slechte voeding; ook, doordat tengevolge van de uitbreiding der bouwgronden er minder grasgrond overbleef, terwijl tevens van de beesten meer arbeid werd gevergd door de onevenredige uitbreiding der sawahs. Ongetwijfeld echter leden ze ook door het vele en zware werk gedurende de rietoogst. Ze verzwakken gedurende den maaltijd" lezen we in de Samentrekking Soerabaya van het Mindere-welvaartonderzoek, enkele dieren vallen dood neer." Deze woorden worden ook door den heer Van H. Labberton niet bestreden, al verkleint hij de beteekenis ervan. De achteruitgang van den veestapel is van nadeeligen invloed op de rijstopbrengst, omdat de eawahbewerking niet zoo intensief kan zyn als vroeger. Om de dieren het bewerken van den grond te vergemakkelijken, heeft men ploeg en eg veranderd. Een door den gouvernementsveearts te Soerabaya ingesteld onderzoek bevestigde volkomen de meening, dat de veestapel in de omgeving van de suikerfabrieken achteruit gaat. Het hier en daar neergeschreven argument, dat de dieren gedurende den maaltijd, die gamen"alt met den drogen Oost-moesson, met riettoppen veel beter gevoed worden, dan anders het geval zou zijn in dit jaargetijde, is volkomen juist, maar dit vooroordeel weegt blijkbaar niet op tegen den meerderen arbeid, die van de dieren geeischt wordt. De vraag of de met riet beplante sawahs daarna meer of minder geschikt zyn voor Nieuwsgierig kwam Annie naderbij en be schouwde aandachtig de geheimzinnige lijnen. Dat komp van de lucifer" verklaarde zij. Kijk, ze rocken l" kwam er nu wat ang stiger uit, toen zij een vollen damp van de streep zag omhoog stijgen. Doch wat moe diger geworden, omdat het kalme licht ver der niets onrustbarends vertoonde, waagde zij het eveneens een streep op den donkeren wand te zetten, deed een tweede de vorige snijden, genietend, nu ze met een streek van haar hand zulk een tooverlijn, die niet uit ging, scheppen kon. Je mag niet op mijn strepe komme" keef Toosje, daar is jouw plekkie, ikke hier." De lichtende lijnen en grillige figuren vlamden met doffen gloed in het duister, waarin de kinderen, alles om zich heen ver getend, met vlug armbewegen nieuwe strepen tooverden. De luide slag van een dichtgeworpen deur deed hen op eens op hun omgeving opmerkzaam worden. Daar hè-je moeder!" waarschuwde Toosje, en streek vlug niet haar handje langs de muur om de verradende figuren uit te wisachen. Doch tot haar grooten schrik vlamden ze integendeel helderder op; lijnen, die reeds half verdwenen waren phosphoriseerden weer feller en vermeerderden de fantastische lijnfiguren op den wand. Duidelijk klonken voetstappen beneden op de trap. Ze gane d'r niet af" tnompalde zij onthutst. Met vlugge streken wUchte zij langs den muur, terwijl Annie besluiteloos toezag. Maar heiiep me dan, ander s k rij ge we daar!" riep zij ia haar angst haar zusje toe. Ze moeten d'r af dacht het kind wan hopig, en in hevige vrees voor de ruwe behandeling van haar moeder, spoog zij op den wand, hopend op deze wijze de strepen te vernietigen, die echter sarrend in het donker bleven vlammen. Ze is al twee hoog, en ze zijn d'rno^... jij helpt ook niet," verweet zij haar zusje, bijna huilend. Toen werd het Annie ook duidelijk, dat ze wat doen moest en op den wand toesnellend begon zij vit alle masht met haar boezelaar op de zacht blauwe lijnen te wrij ven, die halstarrig stand hielden. De voetstappen kwamen nader, en duidelijk hoorden zij hun moeder beneden op het portaal stommelen. Eloe zou 't komme?" informeerde Toosje. Is weet 't niet... maar 't is jouw schuld. Jij bent d'r mee begonnen", verdedigde Annie aich reeds bij voorbaat. Nietes, jij hebt 't gedaan. Jij hebt de stokkies 't eerst angestoke". Hun moeder rijstbouw, is dikwijls gesteld, even vaak be antwoord, nu eeni in gunstigen dan weer in ongunstigen zin. Jammer dat aan deze meeningen vaaik te proeven is, dat de schrijver zich door sympathiën of antipathiëu leiden liet, want dit zijn al zeer ongeschikte weg wijzers. Zoo leest men in de Samentrek king Pekalongan van het M. W. O. op bladz. 75, dat de rietvelden om weer tot sawahveld te worden omgewerkt, een arbeid van ? 7?per bouw behoeven voor het dichten en sterken van irrigatiedijkjes, het uittrekken van rietwortels, enz. En n blad verder staat voor hetzelfde per bouw uitge trokken ? 16.?ruim twee maal zooveel. Geen wonder, dat Van Hinloopen Labberton de waarde dezer cijfers betwist, ook al ontkent hij de bewering niet, dat nieuwe arbeid noodig is om afgeleverde rietvelden in sawahs om te zetten. Verder wordt in bovengenoemde samentrekking verteld, dat de eenvolgende padiopbrengst 15 pJt. minder is dan gewoon lijk, vooral door de kunstmest en door de in den grond achtergebleven rietwortels. In de samentrekkingen Soerabaja en Bezoeki vinden we onder vraag 410 eenzelfde meening uitgesproken. De heer Van Hinloopen Labber ton gaat uitvoerig in op de kunstmest en rietwortelbezwaren en beweert juist, dat, doordien bij de rietcultuur een tweemaal zoo diepe laag wordt bewerkt, dit ten goede moet komen aan de productiviteit dier velden. De cijfers bevestigen deze meening echter niet. Immers de rijstopbrengst liep van 1890 1902 terug van 28,9 pikol tot 26,8 pikol per bouw met een in de tusschengelegen jaren voortdurende schommeling om de gemiddelde opbrengst. Deze cijfers waren voor 1906 en 1907 nog ongunstiger en be droegen resp. 24,32 pikol en 23,22 pikol per bouw. Het is zelfs zeer de vraag of de tegen woordige opbrengst per bouw in doorsnee veel verschilt met die van 50 of 100 jaar geleden. Eén omstandigheid is er, die na lange j aren misschien, van gunstigen invloed moet zijn op de landbouwopbrengst en wel het goede voorbeeld dat de Europeesche landbouwer aan den conservatieven Inlander geeft. De Europeesche ondernemer, die door intensieve bewerking, rationeele bemesting, de productie per bouw zoo enorm deed stijgen, zal daar mee ten slotte de inlandsche bewerkingswijze beïnvloeden. In 1836 brachten 23.000 bouws 449.820 pikols suiker op, das gemiddeld 19 pikol per bouw, in 1870 bedroeg dit gemid delde 55,03 pikol, in 1902: 116 pikol, in 1907 : 123. pikol; de fabriek Poerwokerto ver kreeg in 1908 per bouw 147K pikol, Kalibagar zelfs 152 pikol! In 70 jaar weri de op brengst 6,5 maal zoo groot. Dat de inlanders inderdaad wel iets van den Europeaan willen leeren, ia voldoende gebleken na de inrichting van zoogenaamde proefsawahs in verschillende streken van Java. Daze door de regeering aangelegde vel den, bewerkt in modernen zin, oefenden uit stekenden invloed uit op de bewerkingswijze van de omwonende inlanders. Dat tot nu van een werkelijke toename der rjjstopbrengst geen sprake is, moet geweten worden aan 't gebrek aan goede ploegdieren, gebrek aan bevloeiings water, gebrek aan land bouwge reedschappen, gebrek aan doelmatig, practisch landbouwonderricht, gebrek aan geld voor het koopen van goede zaadpadie. Gaen wonder, dat de prijs der voedingsmiddelen in de laatste jaren rees. De mindere opper vlakte, die voor rijstaanplant wordt benut, in verband met het feit, dat de suikercultuur vooral gedreven wordt op de beste sawahs, de slechtere be vloeiing op de overige velden, de achteruitgang van de opbrengst per bouw ziehier omstandigheden, die den inlander rijstkooper ten nadeele zijn. Het levendiger verkeer, ook mede door de suikerindustrie veroorzaakt heeft wel is waar nivelleerend op de rijstprijzen gewerkt, zoodat een verschil van ?17?^18 per pikol rijst in uiteenliggende deelenvan Java nu een sprookje zijn zou, maar dit levendiger verkeer staat in beteekenis kon dadelijk boven zijn, en wanhopend werkten de kinderen op de lijnen, die hen aanstonds aanklagen zouden. Zou 't brand zijt ?" vroeg Toosje, ongerust. Brand...?" De hevige knal van een ontbrandenden lucifer, dien een der meisjes had laten vallen, en door het schuren van hun laarsjes op den grond ontplofte dreef hun angst ten top. Toch, welles, jij hebt 't gedaan: jij hebt de houtjes verstopt", beschuldigde de kleine Toofje in haar vrees. Toen werd de deur geopend en trad hun moeder binnen, bij de punten haar schort bijeenhoudend, dat uitpuiMe door de mee gebrachte goederen. Instink tmatig plaatsten de kiemen zich voor de fonkelende lijnen, om deze zoo lang mogelijk voor haar verborgen te houden. Doch de vrouw die dadelijk op de tafel toeliep, om haar pakjes daarop te leggen, nam geen nota van de kinderen, die uit de verte toezagen. Hier, da hèjullie ieder 'n koekie" zeide zij tot de meisjes, die zwijgend achter haar stonden, doch uit angst voor ontdekking niet naderbij durfden komen. Wat voeren jullie daar toch uit?" vroeg hun moeder, wie het ongewone zwijgen der kinderen verwonderde, doch bezig met het opsteken der lamp nog niet omkeek. Nltes, we spele schooltje, en Annie moet in de hoek staan" antwoordde Toosje gevat, en zich toen tot haar zusje wendend de gefingeerde rol doorspelend: t^nne daar straks mag jij de juffrouw zijn, hoor." Een valig rood licht verspreidde zich opeens in de kamer, toen de oude petroleumlamp aangestoken was, eri deed de kinderen, aan het duister gewend, heftig met de oogen knippen. Nou komt 't, nu zal moeder ': merken en dan krijge we", dacht Toosje. Nou is 't uit met die malligheid, hoor. Je neemt 't of ze gane weg" snauwde de vrouw. Schoorvoetend, zich neerleggend bij het onvermijdelijke, kwamen de kinderen bij de tafel, en namen hun koekje weg. Hun moeder, de zakjes ia een mand leggend, had het vertrek verlaten, en stommelde in het keu kentje naastaan. Vlug keek Tooeje om, in de richting van. den muur, verwonderd dat haar moeder nog niets gezegd had. Zeg, ze binne weg", fluisterde zij verbluft, haar zusje aanstootend. Verbaasd stonden de kinderen voor den wand, voelden zich verlicht, toen deze weer zijn gewooa aspect vertoonde, en de teekenen van hun ongehoorzaamheid verdwenen waren. Doch vergeefs vroegen zij zich af, hoe toch de strepen, die eerst niet van den muur te wisschen waren, zoo op tijd verdwenen konden zijn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl