Historisch Archief 1877-1940
No?1683
D E AM S T E R I> A M M E R WEE K B L A-D VOOR
D E R L A N D.
toren, die het economische leven van den
inlander bepalen, beïnvloedt, hier in gunstigen
daar in ongunstigen zin, dat het geven van
zoo'n bepaald autwoord het gevolg is van
een vooruit gevestigde meening; alles is
bezien door die meeningsbril: donker of licht.
Vraagt men echter of de industrie meer
voordeel aan de inlanders zou kunnen op
leveren, ook zonder belangrijke schede voor
de industrie, dan ia het antwoord stellig be
vestigend. Maar dan was in de eerste plaata
noodig het aanbrengen van betere econo
mische begrippen bij den Javaan, dan moest
hjj dus beter worden onderwezen en boven
dien door wetgeving in een sterkere positie
worden gesteld tfgenover den Europeeschen
kapitalist, het Europeeeche intellect.
H. N. TER VEEN.
Inzie! in de Hoofdstad,
Men leest vaak,, vooral in de Duitsche
muziekbladen, dat de tegenwoordige jonge
componisten weinig phantasie hebben; hunne
technische vaardigheid, speciaal in de behan
deling van het otchest staat meestal opeen
vrij hoogen trap, getuigt menigmaal zelfs van
een zeker raffinement,, maar de gave ?van'
mopie thema's te vinden, welke getuigen van
originaliteit en van geschiktheid voor een
muzikale bewerking, is meestal ver te zoeken,
zdÉt.al niet totaal afwezig.
Jpporal bij de jaarlijksehe nitvoeringen van
den Ailgèmeinen Dentschen Musikverein"
wasr steeds een groot aantal Urauff
hrungen" plaats vinden, kan men deze verzuchting
bijna steeds lezen.
Wanneer men in het programmaboek de
thema's nagaat van de symphonie des heeren
Ewald Stiaaser, welke symphonie op het
abonnementsconcert van Donderdag 16 Sep
tember werd uitgevoerd, wordt men juist
getroffen door de groote muzikale beteekenis
?van zeer vele motieven. Men zou van Strasser
bezwaarlijk kanoen zeggen daas ihm nichts
einfallt". En men mag het den componist zeer
hoog aanrekenen dat hij bijzondere zorg heeft
besteed aan de vinding van zijn materiaal.
Heeft nu de indruk van zijne symphonie be
antwoord aan de verwachtingen, opgewekt bij
het lezen van de motieven? Naar myne
meening niet geheel.
In de eerste plaats heeft mij niet geheel
bevredigd het gebruik óat de componist
maakt v-ao z\jn. materiaal en. in de tweede
plaat» vind ik in zijn Orchestsatz" niet dien
rijkdom, van schakeerin gen en dat sappige,
volle, weldadige colbriet, waaraan wij in de
moderne orchaetworkan gewend zijn.
In het eerste Allegro en in het indante
miste ik dien muzikalen stroom die onop
houdelijk moet doorvloeien; ik. vond meer
fragmenten aan elkaar geregen, dan motie
ven door elkaar verwerkt. Zeer zeker ont
moet men stukken die sterk weten te boeien;
maar het blijven fragmenten, door rustpun
ten te veel van elkaar gescheiden.
In nauw verband hiermede staat ook de
instrumentatie.
Een meer ontwikkeld combinatie-vermogen
zon zeker ook grpoter verscheidenheid en
meer Schwung" in de instrumentatie heb
ben meegebracht.
In Let Andante wordt men getroffen door
de expressieve cantilene, maar teleurgesteld
(foor hetgeen wat daarop volgt. Ook het
fugato' Op het motief van het Andante-thema
schijnt niet logicch ontwikkeld t e zijn uit het
voorafgegane.
In den derden en vierden Satz is meer een
heid; maar hier staat juist de vinding niet
EDO hoog.
De warme, zuidelijke gloed, die volgens het
programmaboek in het Trio van het Scherzo
zou moeten heerechen, heb ik niet kunnen
ontdekken, , Schwungvoll" begint het Finale.
Het hoofdmotief is wel wat weinig sprekend,
het tweede thema echter maakt veel goed;
ook is daarvan meer en beter partij getrok
ken dan van alle andere thema's uit het
werk. Bij het slot van het Finale echter, ala
het koper in volle kracht verschynt, zou ik
een groot vraagteeken willen zetten. Wat deze
nieuwe melodie daar te doen heeft, is mjj een
onoplosbaar raadsel.
Het werk werd met groote liefde door den
heer Mengelberg gedirigeerd en door het
orchest met veel glans weergegeven, zoodat
de aanwezig zijnde componist door' uitvoe
renden en toehoorders werd gehuldigd.
Aan deze symphonie vooraf ging Brahms'
Akademische Festouverture"; een werk dat,
met zyn populaire etudentenliederen uit het
Duitsche Commèrsbuch", een lieveling van
het publiek mag genoemd worden.
gelijk met hem de volle maat van krachtigen
arbeid over te maken. De slagen van
Schemmer's vuist waren de maatschappij duizenden
dollars -waard geweest, en nooit braciten ze
Schemmer in eenige moeilijkheid.
De Franschen, die het instinkt voor
kolonisatie misten, futiel in hun kinder
achtig spelletje van het productief maken
der bronnen van het eiland, waren wat blij,
toen ze zagen dat de Engelsche maat
schappij succes bad. Wat hinderden dan
Schemmer en zijn gedochte vuist? De Chinago
die stierf? Wel, hy was maar een Chinago.
Bovendien stierf hij aan zonnesteek, zooals
het certificaat van den dokter uitwees. In de
geheele historie van Tahiti waa, weliswaar,
niemand ooit aan zonneateek gestorven. Maar
dat maakte ju st den dood van den Chinago
uniek. De dokter zei dit in zijn rapport. Hy
was zeer oprecht. Dividenden moesten worden
uitbetaald, anders zou een nieuwe mislukking
worden toegevoegd aan het lange verhaal van
mislukking op Tahiti.
Deze blaake duivels kon je niet begrijpen.
Ah Cho peinsde over hun ondoorgrondelijk
heid, toen hij in de rechtzaal op het vonnis
zat te wachten. Je kon nooit zeggen wat er
in hun gemoed omging. Hij had enkele van
de blanke duivels gezien. Zij waren allemaal
gelijk de officieren en de matrozen op het
schip, de Fransche beambten, de verschillende
blanken op de plantage, waaronder Schemmer.
Hunne gemoederen waren werkzaam op een
geheimzinnige manier, waar je niet achter
kon komen. Ze werden kwaad zonder
schyubare aanleiding, en hunne kwaadheid was
altijd gevaarlijk. Op zulke tijden waren ze ala
wilde dieren. Ze tobden over kleinigheden
en bij gelegenheid konden 2e zelfs nog harder
Met buitengewoon, veel entrain werd zy
weergegeven. Waarlyk, de heer Mengelberg
heeft alle intentiën zóó weten op te sporen
en tot haar recht te brengeu, dat het
enthousiatsme van het publiek volkomen ge
rechtvaardigd was.
In het tweede deel hoorde ik met groot
genoegen op nieuw de ouverture Cyrano de
Bergerac" van Joh. Wagenaar.
Hier heeft men symphonische kracht in
de orchestratie en toch een weldadig aan
doende Mschheid van motieven. Wat is dat
eerste thema van Heldenmoed niet kranig
gevonden l
Bij Wagenaar vindt men, ondanks het
groote aantal motieven er zijn er meer
dan in de gewone Ouverture toch een
onafgebroken muzikalen stroom.
De gloedvolle uitvoering bezorgde ook
dezen aanwezig zijnden componist een warm
applaus.
Met het Chanson de nuit" van Elgar, de
Serenade uit de Goldonische Intermezzi"
van Bossi en het kleine, teedere
Herzwunden" van Grieg, gaf de beer Mergel berg
ons een buitengewone orchestweelde te
genieten. Den heer H. Meerloo, een compli
ment voor zijn alt-solo in Bossi's werk.
Berlioz, dankbaarste en meest pakkende
ouverture Ie Carnaval Romain" met baar
vurig en onstuimig materiaal aan 's compo
nisten Cellini-muziek ontleend, gaf ons een
kernachtïjWSÏbt van den genotvollen avond.
ANT. AVEBKAMP.
... Il Fütnrisio,
Bijna tegelijk met de komeet van den heer
Halley (ais ik mij niet bedrieg) is aan den
geestelijken hemel onztfr Westersche samen
leving een ander vuurwerk opgegaan, dat ik
de eer zal hebben aan den ver Daasden lezer
voor te stellen.
Hier is het, onmiskenbaar literair van aard:
Manifeste.du Futurisme.
f. I..NOUS vonlons chanter l'amour du danger,
Piabitude de l'énergie et de la témérité.
2. Les léments essentiels de notre poésie
seront Ie courage, l'audace et la révolte.
3. La littérature ayant jusqu'ici magnifl
l'immobillitépensive, l'extase et Ie sommeil,
nous voulons exalter Ie mouvement agressif,
l'insomnie fiévreuse, Ie pas gymnastique, Ie
saut périlleux, la gifle et Ie1 coup de poing.
4. Nous déclarons que la spiendeur du
monde s'est enrichie 'nne beauténouvelle;
la beautéde la vitesse. Une automobile de
course avec eon coffre ornéde gros tuyanx,
tels dea serpent» & l'baleine explosive ....
une automobile rugiseante, qui a l'air de
courir sur de la mitraille, est plus belle que
la Victoire de Samothrace.
5. Nous voulons chanter l'homme qui tient
lëvolant, dont la tige ideale traverse la terre,
lancet elle-méme sur Ie circuit deson orbite.
6. Il faut que Ie poète se dépense avec
chaleur, clat et prodigalité, pour augmenter
la fervnuc enthousiaste des léments
primordiaux.
7. Il n'y a plus de beautéque dans la
lutte. Pas de chef d'oen?resansuncaractère
agressif. La poésie doitêtreun assautviolent
contre les forces inconnues, pour les sommer
de se coucher devant l'homme.
8. Nous sommes sur Ie promontoire extreme
des siècles! ... A qooi bonregarderderriére
nous, du m ment qu'il nous faut défoncer
les vantaux mysterieus de l'impossible ? Le
Tempa et l'Eapace sont mprts hier. Nous
vivons déjadans l'absolu, puisque nous avons
déja crél'éternelle vitesse omniprésente.
9. Nous voulons gloriflerlaguerre seule
hygiëne du monde, Ie militarisme, Ie pa
triotisme, Ie geste destructeur des anarchis
tes, les belles Idees qui tuent et Ie mépris
de la femme.
10. Nous voulons démolir les musées, les
bibliothèques, combattre Ie moralisme, Ie
feminisme et toutes les lachetéa
opportunistes et utilitaires.
11. Nous chanteroas les grandes foules
agitées par Ie travail, Ie plaisir ou Ie révolte ;
les ressacs multicolores et polyphoniqaes
des révolutions dans les capitales modernes,
enz. Het restje bewaar ik voor straks, als tiet
neusje dezes verwonderlyken zalms.
Met eenige emphase gelezen, klinkt 'c eigen
lijk heel aardig dit schallende manifeste"
van F. T. MarinMi, Ie jeune poète italien
et fran<;ais, au talent remarquable et fougueux;
que de retentissantea manifestations ont fait
connaitre dans tous les pays latins", gelijk
de volkomen cynische Figaro verzekert.
Deze manifestale koek w.erd nl. in Parijs
gebakken en in de Figaro, voor 'c eerst, opge
diend. De jeune pcète Marinetti heeft blijkbaar
zijn vaderlacd pays ingrat moeten ver
laten om in Parijs het brood der (journal
istieke) schande te kornet* eten. Hij is aldaar
zelfs tot critique dramatique van de
Intransigeant vervallen de ongelukkige! en
flMmiHMliliiMMMMMiliimmiiuMtiniiiimiiiiiiiiitmiiH mmi lutm
werken dan een Chinago. Ze waren niet matig,
zooals de Chinago's, ze waren vraten, verwon
derlijk etend en nog verwonderlijker drinkend.
Een Chinago wist nooit of een daad hun zou
behagen of een storm Tan woede zou wekken.
Een Chinago kon dit niet weten. Wat den
nen keer behaagde, veroorzaakte soms den
eerst volgenden keer een uitbarsting van woede.
Er was een gordijn achter de oogen der
blanke duivels, dat het diepst van hun gemoed
verborgen hield voor den blik van den
Chinago. En dan werd dit alles nog gekroond
door hun verschrikkelijke bekwaamheid, den
slag om de dingen te doen, om de dingen
aan den gang te kry'gen, om resultaten te
scheppen, om mensch en dier/ ja zelfs de
elementen, naar hun wil te doen buigen.
Ja, de blanken waren vreemd en wonderlijk,
en ze waren duivels. Zie maar naar Schemmer!
En Ah Cho vroeg zich af, waarom het zoo
lang duurde eer een oordeel werd gevormd.
Niemand der verhoorden had Chung Ga aan
geraakt. Ah San alleen had hem gedood.
Ah San had het gedaan, Chung Ga's hoofd
achterover buigend door hem met n hand
bij zijn staart te grijpen, en met de andere
het mes in zijn lichaam te drijven, tweemaal...
Daar, in de rechtzaal, mst gesloten oogen,
zag Ah Cho den moord weer over doen,
de twist, de gemeene woorden, been en weer
geslingerd, de vuile beleedigingen van eer
waardige voorouders, de vloek, uitgesproken
over ongeboren geslachten, de sprong van
Ah San, het grijpen van Chung Ga's staart,
het mes, dat tweemaal wegzonk in zijn vleesch,
het openslaan van de deur, de inval van
Sunemmer, de ontsnapping van Ah San, de
suizende riem van Schemmer, die de rest in
een hoek dreef, en het afvuren van een
sommige uitdrukkingen, mitsgaders een zeker
onsoljede .cachet op het geheel gedrukt, doen
dan ook terstond aan de coulissen of aan de
galerie" denken. .
Maar dit manifeste schoon veel, is nog
niet alles. Er is nog een tü'dschrift, een
blauw, wit en roode Periodiek (o dierbare
kleuren 1) genaamd: POESIA, Rassegna
Internazionale diretta da F.'T. Marinetti, Müano,
dat in 4 nummers tegelijk II futurisme ver
heerlijkt. Er staat op dat dikke nr., dat
mij heel uit Milano werd toegezonden: Anno V,
waaruit ik onmiddellijk afleidde, dat de Signor
F. T.- Marinetti vier volle jaren in de Parjjsche
woestijn der gewetenlooze journalistiek ge
peinsd heeft, alvorens zijn nieuwe Blijde
Boodschap door de drukpers te kunnen
verbreiden. Maar nu is zedan ook?gelungen"
en heeft zelfs het Teektenstift tot haar dienst
bereid gevonden.
Op voorzegd dikke ur. namelijk, treft het
oog allereerst een symbolische voorstelling
van wit op blauw. Een spiernaak% bepaal
delijk Parijsch, Dametje staat er balanceerend
te poseeren op een gevaarlijken berg ad hoe.
En aan zijn voet ligt, blijkbaar ten doode
verwond door een kolossale pijl, die, trots
de verzachtende omstandigheid van het pers
pectief, nimmer van het kleine boogje der
kleine dame kon geschoten zijn... aan des
bergs voet, zeg ik, ligt een aftchuwlijke Draak,
die door de Duitschers onvermijdelijk voor
de schoenmoeder van het teere,
beklagenswaaide weeuwtje zal gehouden worden. Wij
weten echter, door middel van het Manifeste,
dat met dit gedrocht alle tijden van het
werkwoord bedoeld worden die niet fature
zijn, dus zoowel de Tegenwoordige, als de
Volmaakt en Onvolmaakt Verledene tijd, om
van het Verleden Deelwoord nog niet eens
te gewagen.
Wie nu echter meen en zoude, dat in de
literaire bijdragen, die wij vervolgens gaan
genieten, ook verder slechts de Toekomende
Tijd gebruikt wordt, als een ander en radicaler
Kollewijns, zou bekaaid van deze meening
afkomen, als ik zoo zeggen ma.-. Die inhoud
toch is heel gewoon en zelfs nogal vervelend...
als het prospectus van een nieuw galanterie
magazijn.
Een Interview met Marinetti over hetgeen
hy eigenlijk wel meenenmag net -^n Manifeste,
gaat lafhartig voor af. Dan volgen bladzijden vol
Adhéiiom et Objections van beroemde
persoonljjkbeden", altijd over het futurisme.
Vervolgens datzelfde Futurisme et la Presse
internationale, in nog talrijker bladzijden.
Hierop weer, ter verfrisschmg, II manifesto
del Fuiwismo, d. w. z. het heele artikel uit
de Figaro nog eens.
Het overige, zijnde zoowat de helft, is dan
proza en vers, Fransch, Italiaansch en zelfs
Engelscb, met een lang, geïllustreerd artikel
over Le Hoi Bombance, het stuk van Mari
netti dat in het Thétre de i'Oeuvre furore"
heeft gemaakt, en... wat de wereld er
van zei.
Het expressieve en karakteristieke slot van
alles is dan 't procesverbaal van een twee
gevecht tusschen den heer Marinetti en een
anderen heer, welk tretien leidde tot une
blessure pénétrante, de trois cantimètres
environ, dans l'avant bras droit"... Een
tweegevecht van onmiskenbare symoliek
waarlijk.
Wij zouden niet in Holland moeten, leven,
om dit allemaal niet volkomen gek te vinden
en niet oveitüigd te zijn, dat tenzij moge
lijk een overijverig agent van een
autornobielenzaak aan 't woord is wij hier met een
stakker te doen hebben, die door automobiel
en aéroplaue stapel gek geworden is. Maar
deze heer Marinetti is blykaar zoon stumper
niet. Hy schreef een artikel in de Figaro,
dat bij brokken heel mooi, heel fijntjes lite
ratuur is, ontsproten aan dien echten, ouden
bodem van Fransche letterkundige bescha
ving, die daar de journalistiek zoo leesbaar
maakt; hij componeerde verder een
tooneelstuk, waarvan, het schandaal den avond tot
une »oirée pique maakte ... wat ook niet ge
ring is. Ten overvloede gaf hij een bundel
verzen uit, die als onverbeterlijk" geroemd
worden ... dat kliekt alles zoo roekeloos en
woest barbaarsch niet, als bet Manifeste
wel zou willen dat wij geloofden.
En- is er in die schriklyke eischen der
nieuwe school, ook niet zekere literaire
gemaniereerdheid op te merken, benevens een
voor zulk een stormloop bedenkelijk gebrek
aan brute kracht?
Maar overigens ... kan men het met zijn
eischen van verwoesting en gloriflcatie toch
eigenlijk best vinden. Behalve met dien
eisch van démolisatie" der museen en biblio
theken, waar ik, om zuiver persoonlijke
redenen, tegen ben.
De wereld is benauwd, mi;'ne vrienden, en
overwoekerd van het grauwe schimmel der
te onvolmaakt verleden tijden. De wereld
onzer samenleving is bovendien ondragelijk
tam geworden en heel weinig opwekkend
revolver als een signaal, dat Schemmer hulp
bracht. Ah Cho huiverde. Een slag van den
riem had zijn wang gekneusd, een deel van
de huid afgeschaafd. Schemmer had op deze
verwondingen gewezen, toen hij van de
getuigenbank Ah Cho geïdentifieerd had. Het
was een slag geweest! Een halve duim meer
naar het midden en hij zou zyn oog kwijt
geraakt zijn. Toen vergat Ah Cho de heele
gebeurtenis in een visioen, dat hem verscheen,
van den tuin van overpeinzing en rust, die
de zijne zou wezen, wanneer hij naar zijn
eigen land terugkeerde.
Hij zat met onbewogen gelaat, toen de
magistraat het vonnis uitsprak. Zoo waren
ook de gezichten van zijn vier kameraads
onbewogen. En ze bleven onbewogen, toen
de tolk uitlegde, dat ze met z'n vijven schuldig
waren bevonden aan den moord op Chung
Ga; dat Ah Chow onthoofd zou worden en
de anderen in gevangenschap zouden dienen
in Nienw-Caledonië, Ah Cho 20 jaar, Wong
Li 12 jaar en Ah Tong 10 jaar. Zich hierover
op te winden was nutteloos. Zelfs het gezicht
van Ah Chow bleef zonder uitdrukking, als
dat van een mummie, hoewel het zijn hoofd
was, dat afgehouwen zou worden. De ma
gistraat voegde er nog eenige woorden aan
toe, en de tolk legde uit, dat het gezicht
van Ah Chow, zijnde het meest verwond door
den riem van Schemmer, zijn identificatie
zóó positief gemaakt had, dat, aangezien er
n man moeat sterven, hij zeer wel die ne
man kon zijn. Het feit, dat ook Ah Cho's
gelaat ernstig gekneusd was, afdoende be
wijzend zijn tegenwoordigheid bij den moord
en zijn ontwijfelbare medepliehtigheid,had hem
de 20 jaren dwangarbeid op den hals gehaald.
En tot aan de 10 jaar van Ah Tong toe, werd
voo* jongelui met kracht en durf, gelijk de
heer Charles Boissevain ze zoo gaarne heeft.
Naar Afrika op de rhinoceroejacht of naar
het land van den DalaïLama moet men
tegenwoordig reizen om wat schamele emotie
en mogelijkheid van krachtsinspanning te
vinden.
En dan nog spoort men er been in een
saloon- car en met stof handschoenen aan de
oververfijnde vingeren. Nergens ter wijde
wereld meer een hoek, waar de volle, maar
loutere levenskracht, spierkracht, wilskracht,
van den gezonden Jongeling (zonder
Jaegerflanel) van noode is. Overal benauwde over
wegingen, Rücksichten", humaniteit en utili
teit, orde en verstand, die alle tezamen het
leven zoo plat en flauw maken, zoo benauwend
van weeëfatsoenlijke algemeenheid voor ons,
die toch eigenlijk meer particularistisch en
anarchistisch zijn aangelegd, hebbende maling
zoowel aan 't algemeen als aan al 't gemeen.
Daarïfrrl -willen wy nu, daarom eiichen wij
nu de URo op om haar te misbruiken, als
de enig gebleven mogelijkheid van woest
a vontuur. "Onze onrust wil de ongeëvenaarde
snelheid op de renbaan en in de literatuur.
En zoo wij in een moddersloot terecht komen,
zullen wij nog zeggen dat een sloot tenminste
de gebaande weg niet is.
Dus geef ons de auto .... in afwachting
dat de aeroplane nog grandiozer mogelijkheid
opent om onze beenen te breken l En blijf
ons verder van 't lyf met uw hnmaniseering
en nivelleering. Nietszche for ever! Juist al
wat nog leeft en beweegt in 't zieltogende
leven zouden ze ons willen ontnemen. Leve
dan 't militarisme, patriotisme, anarchisme
(we zijn immers niet exclusief en 't is ons
enkel om veel leven te doen) les belles Idees
qui tuent (niet nader te omschrijven) en Ie
mépris de la femme.
Gevaar, strijd, ruzie, oproer, oorlog,
vuiststooten en oorvegen, dat alles willen wij,
begeeren wy smartelijk en ziek van verlan
gen, omdat 't immers beweging beteekent,
onrust en rumoer en wy precies in dien staat
van zenuwafmatting en rusteloosheid
verkeeren, die enkel., door nog heviger onrust van
buiten kan gedoofd worden. Dat is heel wat
anders, asjeblieft, dan het materialisme, dat
overal belangstelling voor had of veinsde.
?Ons interesseert alleen wat geweld maakt : les
grandes foules, 't komt er niet op aan wat hen
beweegt, verder : la vibration noctiune des
arsenaux et des cbantiers sous leurs
violentes lunes lectriques; les gares gloutonnes
avaleuses de serpents qui fument ; les usines
suspendues aux nuagespar les ficelles de leurs
fumeés; les ponts aux bonds de gymnastes
lancés sur la coutellerie diabolique des
llenves ensoleillés ; les locomotives au grand
poitrail.qui piaflènt sur les rails, tels d'énormes
40 cent» p»r regel.
BOUWT te NUNSPEET.
Inlichtingen bij het bouwbureau Art i",
aldaar.
C. H. VAS DEK VELDEX, Fa. G. !H. BOSCH, H«fjiw.
KALYERSTRAAT153-155, Amsterdam. Tel. 2045.
'mei -Aalnjke <rwu, ?
4tte /JTlodellen, waatcnd&r
4ma£ /metsten/
Ji/obkmTriumph
ra L
Nomaal-Onderldeetiin
van
Proör
Eenige
Fabrikanten]
rW.BengerSöhne
Stuttgarlj
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr. 157
E. F. DEUSCHLE-BENGER.
NEDERUWDSCHE INDUSTRIE OER
NATUUR WOLLEN ONDERGOEDEREN
WORDTTERUQüEIÏOMEfl
FABRIKANTEN VALTOR ZONEN AMSTERDAM
Verkrijgbaar bij :
HIRSCH & Cie., Hofl., Leidscheplein.
ADRIAAN SCHAKEL, Hofl., Heiligenweg.
H. MEYER, Hofl., Koningsplein.
Mag. KEIZERSHOF, Nieuwendijk.
C. NIEUWENKAMP KOTTING & ZOOS
Galerij 29.
Kleeding-Mag. M. DE KONING, Batavia.
Winkel-Maatschappij, EIGEN HULP, Batavia.
Verdere adressen onzer contractanten ver
strekken gaarne
VALTON & ZONEN, A'dam.
Gids voor Buitenlandsche Hotels.
miiiiiimmtiit
GEMUA.
Hotel Royal (Aqnila). Tegenover het station en nabij de
haven. Electr. licht. Centr. verwarm. Alle comfort.
? Hollanders ten zeerste aanbevolen. Eigen. OXBBS. KODINO.
Hotel de laVille. Naar het zniden gelegen met prachtig nitzicbt
op zee en omgeving. Vroeger Palazzo Fieseo. Dnitsch Hotel'
? Ie E. Met alle comfort. Dnitsche Eigen. WALTEER & OESTEBL.E.
Maggiore LOCARJfO Zwitserland.
"RoT-KiT* 011 IQ^> 15°bedden. Hotel Ie Rang. Pension vanaf
JVCUtJi O.U i»O. g frano. 10.000 M.' Schadnwrük part. Geliefd
Herfst- en Winterverblijf. Prospectus. Door Hollanders veel bezocht.
WiesbadenT^BÖTEL NASSAU
Ie Rang. Prospectussen franco door de Directie.
Dit blad ligt in alle
bovengenoemde Hotels
ter lezing.
Hotel ILHËLJIA.
Eerste rang. Termalbaden uit eigen bron
Koopt UITSLUITEND BOTEB ONDER RIJKSCONTROLE.
De STAAT GARANDEERT IJ een ONVERVALSCHT prodact,
Roterhandel ZUIDLAREN", REGULIERSGRACHT 27. TELEFOON 8935.
de proportioneele reden voor elk vonnis
verklaard. Laat de Chinago's de les ter harte
nemen", zei de rechter ten slotte, want ze
moeten leeren, dat de wet op Tahiti wordt
gehoorzaamd, al ?.ou de hemel vallen."
De vijf Chinago's werden naar de gevangenis
teruggevoerd. Ze waren niet geschokt of
hedroefd. Het onverwachte van de vonnissen
was juist datgene, waaraan ze gewend waren
n hun omgang met de blanken. Van hen
verwachtte een Chinago zelden meer dan het
onverwachte. De zware straf voor een misdaad,
die ze niet begaan hadden, was niet vreemder
dan de tallooze vreemde dingen, die de blanke
duivels deden. In de weken, die volgden, keek
Ah Cho vele malen naar Ah Chow met lichte
nieuwsgierigheid. Zijn hoofd zou afgeslagen
worden door de guillotine, die op de plantage
opgericht werd. Voor hem zouden er geen
"aren van ouderdom, geen tuinen van rust
sijn. Ah Cho phüosopheerde over leven en
dood. Wat hemzelf betrof, hij was niet onge
rust. Zijn tuin. was nu twintig jaren verder
van hem, dat was alles. Hij was jong, en bet
geduld van Aziëwas in hem. Hij kon die
twintig jaren wachten, en tegen dien tijd zou
de hitte van zijn bloed afgenomen en hijzelf
beter geschikt zijn voor dien tuin van kalme
verrukking. Hij dacht over een naam: hij
zou hem de tuin van de morgenrust" noemen.
Deze gedachte maakte hem den heelen dag
gelukkig, en hij voelde zich geïnspireerd om
een zedespreuk te bedenken op de deugd van
het geduld, welke spreuk een groote troost
bleek te zijn voor Wong Li en Ah Tong.
Ah Chow, evenwel, liet de spreuk onver
schillig. Zijn hoofd zou binnen zóó korten
tijd van zijn lichaam gescheiden worden, dat
hij geen behoefte had aan geduld, om de
gebeurtenis af te wachten. Hij rookte goed,
at goed, sliep goed, en bekommerde zich niet
over den tragen voortgang van den tyd.
Cruchot was een gendarme. Hij had twintig
jaar in de koloniën gediend van Nigeria
en Senegal tot de Zuidzee en die tw ntig
jaren hadden zijn stompen geest niet zicht
baar verhelderd. Hij waa even traag van den
ken en dom als in zijn boerenjaren in h
Zuiden van Frankrijk. Hij kende de tucht en
de vrees voor gezag en het eenige verschi
tusschen zijn superieuren, van dehemelsche
machten tot den sergeant der gendarme, be
stond in de mate van alaafsche gehoorzaam
heid, die hij bewees.^Feitelijk nam de sergeant
een grootere plaats in dan de hemelsche
machten, behalve op Zondag. De hemelsche
machten waren dan zeer ver af, terwijl de ser
geant in den regel zeer dichtby was.
Cruchot nu ontving van den rechter de op
dracht aan den cipier, waarbij dezen
functio! naris bevolen werd, den persoon van Ah Chow
\ osrer te leveren. Nu trof het, dat de rechter
i den vorigen avond een diner had gegeven
aan den kapitein en de cüicieren van het oor
logschip. Zijn hand beefde, toen hij schreef,
en zijn oogen deden zóó'n pijn, dat hij de
order niet meer over las. In ieder geval was
! het toch maar het le^en van een Chinago,
dat hij wegteekende. Zoo bemerkte hij niet,
dat hij de eindletter in den naam van Ah
Chow had weggelaten. Op de order stond
dus Ah Cho, en toen Cruchot ze presenteerde,
leverde de cipier hem den persoon van Ah
, Cho over. Cruchot liet dezen persoon naast
! zich plaats nemen op de wagenbank achter
I twee muilezels en reed weg.
.- (Slot volgt.)