De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 26 september pagina 3

26 september 1909 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No?1683 D E AM S T E R I> A M M E R WEE K B L A-D VOOR D E R L A N D. toren, die het economische leven van den inlander bepalen, beïnvloedt, hier in gunstigen daar in ongunstigen zin, dat het geven van zoo'n bepaald autwoord het gevolg is van een vooruit gevestigde meening; alles is bezien door die meeningsbril: donker of licht. Vraagt men echter of de industrie meer voordeel aan de inlanders zou kunnen op leveren, ook zonder belangrijke schede voor de industrie, dan ia het antwoord stellig be vestigend. Maar dan was in de eerste plaata noodig het aanbrengen van betere econo mische begrippen bij den Javaan, dan moest hjj dus beter worden onderwezen en boven dien door wetgeving in een sterkere positie worden gesteld tfgenover den Europeeschen kapitalist, het Europeeeche intellect. H. N. TER VEEN. Inzie! in de Hoofdstad, Men leest vaak,, vooral in de Duitsche muziekbladen, dat de tegenwoordige jonge componisten weinig phantasie hebben; hunne technische vaardigheid, speciaal in de behan deling van het otchest staat meestal opeen vrij hoogen trap, getuigt menigmaal zelfs van een zeker raffinement,, maar de gave ?van' mopie thema's te vinden, welke getuigen van originaliteit en van geschiktheid voor een muzikale bewerking, is meestal ver te zoeken, zdÉt.al niet totaal afwezig. Jpporal bij de jaarlijksehe nitvoeringen van den Ailgèmeinen Dentschen Musikverein" wasr steeds een groot aantal Urauff hrungen" plaats vinden, kan men deze verzuchting bijna steeds lezen. Wanneer men in het programmaboek de thema's nagaat van de symphonie des heeren Ewald Stiaaser, welke symphonie op het abonnementsconcert van Donderdag 16 Sep tember werd uitgevoerd, wordt men juist getroffen door de groote muzikale beteekenis ?van zeer vele motieven. Men zou van Strasser bezwaarlijk kanoen zeggen daas ihm nichts einfallt". En men mag het den componist zeer hoog aanrekenen dat hij bijzondere zorg heeft besteed aan de vinding van zijn materiaal. Heeft nu de indruk van zijne symphonie be antwoord aan de verwachtingen, opgewekt bij het lezen van de motieven? Naar myne meening niet geheel. In de eerste plaats heeft mij niet geheel bevredigd het gebruik óat de componist maakt v-ao z\jn. materiaal en. in de tweede plaat» vind ik in zijn Orchestsatz" niet dien rijkdom, van schakeerin gen en dat sappige, volle, weldadige colbriet, waaraan wij in de moderne orchaetworkan gewend zijn. In het eerste Allegro en in het indante miste ik dien muzikalen stroom die onop houdelijk moet doorvloeien; ik. vond meer fragmenten aan elkaar geregen, dan motie ven door elkaar verwerkt. Zeer zeker ont moet men stukken die sterk weten te boeien; maar het blijven fragmenten, door rustpun ten te veel van elkaar gescheiden. In nauw verband hiermede staat ook de instrumentatie. Een meer ontwikkeld combinatie-vermogen zon zeker ook grpoter verscheidenheid en meer Schwung" in de instrumentatie heb ben meegebracht. In Let Andante wordt men getroffen door de expressieve cantilene, maar teleurgesteld (foor hetgeen wat daarop volgt. Ook het fugato' Op het motief van het Andante-thema schijnt niet logicch ontwikkeld t e zijn uit het voorafgegane. In den derden en vierden Satz is meer een heid; maar hier staat juist de vinding niet EDO hoog. De warme, zuidelijke gloed, die volgens het programmaboek in het Trio van het Scherzo zou moeten heerechen, heb ik niet kunnen ontdekken, , Schwungvoll" begint het Finale. Het hoofdmotief is wel wat weinig sprekend, het tweede thema echter maakt veel goed; ook is daarvan meer en beter partij getrok ken dan van alle andere thema's uit het werk. Bij het slot van het Finale echter, ala het koper in volle kracht verschynt, zou ik een groot vraagteeken willen zetten. Wat deze nieuwe melodie daar te doen heeft, is mjj een onoplosbaar raadsel. Het werk werd met groote liefde door den heer Mengelberg gedirigeerd en door het orchest met veel glans weergegeven, zoodat de aanwezig zijnde componist door' uitvoe renden en toehoorders werd gehuldigd. Aan deze symphonie vooraf ging Brahms' Akademische Festouverture"; een werk dat, met zyn populaire etudentenliederen uit het Duitsche Commèrsbuch", een lieveling van het publiek mag genoemd worden. gelijk met hem de volle maat van krachtigen arbeid over te maken. De slagen van Schemmer's vuist waren de maatschappij duizenden dollars -waard geweest, en nooit braciten ze Schemmer in eenige moeilijkheid. De Franschen, die het instinkt voor kolonisatie misten, futiel in hun kinder achtig spelletje van het productief maken der bronnen van het eiland, waren wat blij, toen ze zagen dat de Engelsche maat schappij succes bad. Wat hinderden dan Schemmer en zijn gedochte vuist? De Chinago die stierf? Wel, hy was maar een Chinago. Bovendien stierf hij aan zonnesteek, zooals het certificaat van den dokter uitwees. In de geheele historie van Tahiti waa, weliswaar, niemand ooit aan zonneateek gestorven. Maar dat maakte ju st den dood van den Chinago uniek. De dokter zei dit in zijn rapport. Hy was zeer oprecht. Dividenden moesten worden uitbetaald, anders zou een nieuwe mislukking worden toegevoegd aan het lange verhaal van mislukking op Tahiti. Deze blaake duivels kon je niet begrijpen. Ah Cho peinsde over hun ondoorgrondelijk heid, toen hij in de rechtzaal op het vonnis zat te wachten. Je kon nooit zeggen wat er in hun gemoed omging. Hij had enkele van de blanke duivels gezien. Zij waren allemaal gelijk de officieren en de matrozen op het schip, de Fransche beambten, de verschillende blanken op de plantage, waaronder Schemmer. Hunne gemoederen waren werkzaam op een geheimzinnige manier, waar je niet achter kon komen. Ze werden kwaad zonder schyubare aanleiding, en hunne kwaadheid was altijd gevaarlijk. Op zulke tijden waren ze ala wilde dieren. Ze tobden over kleinigheden en bij gelegenheid konden 2e zelfs nog harder Met buitengewoon, veel entrain werd zy weergegeven. Waarlyk, de heer Mengelberg heeft alle intentiën zóó weten op te sporen en tot haar recht te brengeu, dat het enthousiatsme van het publiek volkomen ge rechtvaardigd was. In het tweede deel hoorde ik met groot genoegen op nieuw de ouverture Cyrano de Bergerac" van Joh. Wagenaar. Hier heeft men symphonische kracht in de orchestratie en toch een weldadig aan doende Mschheid van motieven. Wat is dat eerste thema van Heldenmoed niet kranig gevonden l Bij Wagenaar vindt men, ondanks het groote aantal motieven er zijn er meer dan in de gewone Ouverture toch een onafgebroken muzikalen stroom. De gloedvolle uitvoering bezorgde ook dezen aanwezig zijnden componist een warm applaus. Met het Chanson de nuit" van Elgar, de Serenade uit de Goldonische Intermezzi" van Bossi en het kleine, teedere Herzwunden" van Grieg, gaf de beer Mergel berg ons een buitengewone orchestweelde te genieten. Den heer H. Meerloo, een compli ment voor zijn alt-solo in Bossi's werk. Berlioz, dankbaarste en meest pakkende ouverture Ie Carnaval Romain" met baar vurig en onstuimig materiaal aan 's compo nisten Cellini-muziek ontleend, gaf ons een kernachtïjWSÏbt van den genotvollen avond. ANT. AVEBKAMP. ... Il Fütnrisio, Bijna tegelijk met de komeet van den heer Halley (ais ik mij niet bedrieg) is aan den geestelijken hemel onztfr Westersche samen leving een ander vuurwerk opgegaan, dat ik de eer zal hebben aan den ver Daasden lezer voor te stellen. Hier is het, onmiskenbaar literair van aard: Manifeste.du Futurisme. f. I..NOUS vonlons chanter l'amour du danger, Piabitude de l'énergie et de la témérité. 2. Les léments essentiels de notre poésie seront Ie courage, l'audace et la révolte. 3. La littérature ayant jusqu'ici magnifl l'immobillitépensive, l'extase et Ie sommeil, nous voulons exalter Ie mouvement agressif, l'insomnie fiévreuse, Ie pas gymnastique, Ie saut périlleux, la gifle et Ie1 coup de poing. 4. Nous déclarons que la spiendeur du monde s'est enrichie 'nne beauténouvelle; la beautéde la vitesse. Une automobile de course avec eon coffre ornéde gros tuyanx, tels dea serpent» & l'baleine explosive .... une automobile rugiseante, qui a l'air de courir sur de la mitraille, est plus belle que la Victoire de Samothrace. 5. Nous voulons chanter l'homme qui tient lëvolant, dont la tige ideale traverse la terre, lancet elle-méme sur Ie circuit deson orbite. 6. Il faut que Ie poète se dépense avec chaleur, clat et prodigalité, pour augmenter la fervnuc enthousiaste des léments primordiaux. 7. Il n'y a plus de beautéque dans la lutte. Pas de chef d'oen?resansuncaractère agressif. La poésie doitêtreun assautviolent contre les forces inconnues, pour les sommer de se coucher devant l'homme. 8. Nous sommes sur Ie promontoire extreme des siècles! ... A qooi bonregarderderriére nous, du m ment qu'il nous faut défoncer les vantaux mysterieus de l'impossible ? Le Tempa et l'Eapace sont mprts hier. Nous vivons déjadans l'absolu, puisque nous avons déja crél'éternelle vitesse omniprésente. 9. Nous voulons gloriflerlaguerre seule hygiëne du monde, Ie militarisme, Ie pa triotisme, Ie geste destructeur des anarchis tes, les belles Idees qui tuent et Ie mépris de la femme. 10. Nous voulons démolir les musées, les bibliothèques, combattre Ie moralisme, Ie feminisme et toutes les lachetéa opportunistes et utilitaires. 11. Nous chanteroas les grandes foules agitées par Ie travail, Ie plaisir ou Ie révolte ; les ressacs multicolores et polyphoniqaes des révolutions dans les capitales modernes, enz. Het restje bewaar ik voor straks, als tiet neusje dezes verwonderlyken zalms. Met eenige emphase gelezen, klinkt 'c eigen lijk heel aardig dit schallende manifeste" van F. T. MarinMi, Ie jeune poète italien et fran<;ais, au talent remarquable et fougueux; que de retentissantea manifestations ont fait connaitre dans tous les pays latins", gelijk de volkomen cynische Figaro verzekert. Deze manifestale koek w.erd nl. in Parijs gebakken en in de Figaro, voor 'c eerst, opge diend. De jeune pcète Marinetti heeft blijkbaar zijn vaderlacd pays ingrat moeten ver laten om in Parijs het brood der (journal istieke) schande te kornet* eten. Hij is aldaar zelfs tot critique dramatique van de Intransigeant vervallen de ongelukkige! en flMmiHMliliiMMMMMiliimmiiuMtiniiiimiiiiiiiiitmiiH mmi lutm werken dan een Chinago. Ze waren niet matig, zooals de Chinago's, ze waren vraten, verwon derlijk etend en nog verwonderlijker drinkend. Een Chinago wist nooit of een daad hun zou behagen of een storm Tan woede zou wekken. Een Chinago kon dit niet weten. Wat den nen keer behaagde, veroorzaakte soms den eerst volgenden keer een uitbarsting van woede. Er was een gordijn achter de oogen der blanke duivels, dat het diepst van hun gemoed verborgen hield voor den blik van den Chinago. En dan werd dit alles nog gekroond door hun verschrikkelijke bekwaamheid, den slag om de dingen te doen, om de dingen aan den gang te kry'gen, om resultaten te scheppen, om mensch en dier/ ja zelfs de elementen, naar hun wil te doen buigen. Ja, de blanken waren vreemd en wonderlijk, en ze waren duivels. Zie maar naar Schemmer! En Ah Cho vroeg zich af, waarom het zoo lang duurde eer een oordeel werd gevormd. Niemand der verhoorden had Chung Ga aan geraakt. Ah San alleen had hem gedood. Ah San had het gedaan, Chung Ga's hoofd achterover buigend door hem met n hand bij zijn staart te grijpen, en met de andere het mes in zijn lichaam te drijven, tweemaal... Daar, in de rechtzaal, mst gesloten oogen, zag Ah Cho den moord weer over doen, de twist, de gemeene woorden, been en weer geslingerd, de vuile beleedigingen van eer waardige voorouders, de vloek, uitgesproken over ongeboren geslachten, de sprong van Ah San, het grijpen van Chung Ga's staart, het mes, dat tweemaal wegzonk in zijn vleesch, het openslaan van de deur, de inval van Sunemmer, de ontsnapping van Ah San, de suizende riem van Schemmer, die de rest in een hoek dreef, en het afvuren van een sommige uitdrukkingen, mitsgaders een zeker onsoljede .cachet op het geheel gedrukt, doen dan ook terstond aan de coulissen of aan de galerie" denken. . Maar dit manifeste schoon veel, is nog niet alles. Er is nog een tü'dschrift, een blauw, wit en roode Periodiek (o dierbare kleuren 1) genaamd: POESIA, Rassegna Internazionale diretta da F.'T. Marinetti, Müano, dat in 4 nummers tegelijk II futurisme ver heerlijkt. Er staat op dat dikke nr., dat mij heel uit Milano werd toegezonden: Anno V, waaruit ik onmiddellijk afleidde, dat de Signor F. T.- Marinetti vier volle jaren in de Parjjsche woestijn der gewetenlooze journalistiek ge peinsd heeft, alvorens zijn nieuwe Blijde Boodschap door de drukpers te kunnen verbreiden. Maar nu is zedan ook?gelungen" en heeft zelfs het Teektenstift tot haar dienst bereid gevonden. Op voorzegd dikke ur. namelijk, treft het oog allereerst een symbolische voorstelling van wit op blauw. Een spiernaak% bepaal delijk Parijsch, Dametje staat er balanceerend te poseeren op een gevaarlijken berg ad hoe. En aan zijn voet ligt, blijkbaar ten doode verwond door een kolossale pijl, die, trots de verzachtende omstandigheid van het pers pectief, nimmer van het kleine boogje der kleine dame kon geschoten zijn... aan des bergs voet, zeg ik, ligt een aftchuwlijke Draak, die door de Duitschers onvermijdelijk voor de schoenmoeder van het teere, beklagenswaaide weeuwtje zal gehouden worden. Wij weten echter, door middel van het Manifeste, dat met dit gedrocht alle tijden van het werkwoord bedoeld worden die niet fature zijn, dus zoowel de Tegenwoordige, als de Volmaakt en Onvolmaakt Verledene tijd, om van het Verleden Deelwoord nog niet eens te gewagen. Wie nu echter meen en zoude, dat in de literaire bijdragen, die wij vervolgens gaan genieten, ook verder slechts de Toekomende Tijd gebruikt wordt, als een ander en radicaler Kollewijns, zou bekaaid van deze meening afkomen, als ik zoo zeggen ma.-. Die inhoud toch is heel gewoon en zelfs nogal vervelend... als het prospectus van een nieuw galanterie magazijn. Een Interview met Marinetti over hetgeen hy eigenlijk wel meenenmag net -^n Manifeste, gaat lafhartig voor af. Dan volgen bladzijden vol Adhéiiom et Objections van beroemde persoonljjkbeden", altijd over het futurisme. Vervolgens datzelfde Futurisme et la Presse internationale, in nog talrijker bladzijden. Hierop weer, ter verfrisschmg, II manifesto del Fuiwismo, d. w. z. het heele artikel uit de Figaro nog eens. Het overige, zijnde zoowat de helft, is dan proza en vers, Fransch, Italiaansch en zelfs Engelscb, met een lang, geïllustreerd artikel over Le Hoi Bombance, het stuk van Mari netti dat in het Thétre de i'Oeuvre furore" heeft gemaakt, en... wat de wereld er van zei. Het expressieve en karakteristieke slot van alles is dan 't procesverbaal van een twee gevecht tusschen den heer Marinetti en een anderen heer, welk tretien leidde tot une blessure pénétrante, de trois cantimètres environ, dans l'avant bras droit"... Een tweegevecht van onmiskenbare symoliek waarlijk. Wij zouden niet in Holland moeten, leven, om dit allemaal niet volkomen gek te vinden en niet oveitüigd te zijn, dat tenzij moge lijk een overijverig agent van een autornobielenzaak aan 't woord is wij hier met een stakker te doen hebben, die door automobiel en aéroplaue stapel gek geworden is. Maar deze heer Marinetti is blykaar zoon stumper niet. Hy schreef een artikel in de Figaro, dat bij brokken heel mooi, heel fijntjes lite ratuur is, ontsproten aan dien echten, ouden bodem van Fransche letterkundige bescha ving, die daar de journalistiek zoo leesbaar maakt; hij componeerde verder een tooneelstuk, waarvan, het schandaal den avond tot une »oirée pique maakte ... wat ook niet ge ring is. Ten overvloede gaf hij een bundel verzen uit, die als onverbeterlijk" geroemd worden ... dat kliekt alles zoo roekeloos en woest barbaarsch niet, als bet Manifeste wel zou willen dat wij geloofden. En- is er in die schriklyke eischen der nieuwe school, ook niet zekere literaire gemaniereerdheid op te merken, benevens een voor zulk een stormloop bedenkelijk gebrek aan brute kracht? Maar overigens ... kan men het met zijn eischen van verwoesting en gloriflcatie toch eigenlijk best vinden. Behalve met dien eisch van démolisatie" der museen en biblio theken, waar ik, om zuiver persoonlijke redenen, tegen ben. De wereld is benauwd, mi;'ne vrienden, en overwoekerd van het grauwe schimmel der te onvolmaakt verleden tijden. De wereld onzer samenleving is bovendien ondragelijk tam geworden en heel weinig opwekkend revolver als een signaal, dat Schemmer hulp bracht. Ah Cho huiverde. Een slag van den riem had zijn wang gekneusd, een deel van de huid afgeschaafd. Schemmer had op deze verwondingen gewezen, toen hij van de getuigenbank Ah Cho geïdentifieerd had. Het was een slag geweest! Een halve duim meer naar het midden en hij zou zyn oog kwijt geraakt zijn. Toen vergat Ah Cho de heele gebeurtenis in een visioen, dat hem verscheen, van den tuin van overpeinzing en rust, die de zijne zou wezen, wanneer hij naar zijn eigen land terugkeerde. Hij zat met onbewogen gelaat, toen de magistraat het vonnis uitsprak. Zoo waren ook de gezichten van zijn vier kameraads onbewogen. En ze bleven onbewogen, toen de tolk uitlegde, dat ze met z'n vijven schuldig waren bevonden aan den moord op Chung Ga; dat Ah Chow onthoofd zou worden en de anderen in gevangenschap zouden dienen in Nienw-Caledonië, Ah Cho 20 jaar, Wong Li 12 jaar en Ah Tong 10 jaar. Zich hierover op te winden was nutteloos. Zelfs het gezicht van Ah Chow bleef zonder uitdrukking, als dat van een mummie, hoewel het zijn hoofd was, dat afgehouwen zou worden. De ma gistraat voegde er nog eenige woorden aan toe, en de tolk legde uit, dat het gezicht van Ah Chow, zijnde het meest verwond door den riem van Schemmer, zijn identificatie zóó positief gemaakt had, dat, aangezien er n man moeat sterven, hij zeer wel die ne man kon zijn. Het feit, dat ook Ah Cho's gelaat ernstig gekneusd was, afdoende be wijzend zijn tegenwoordigheid bij den moord en zijn ontwijfelbare medepliehtigheid,had hem de 20 jaren dwangarbeid op den hals gehaald. En tot aan de 10 jaar van Ah Tong toe, werd voo* jongelui met kracht en durf, gelijk de heer Charles Boissevain ze zoo gaarne heeft. Naar Afrika op de rhinoceroejacht of naar het land van den DalaïLama moet men tegenwoordig reizen om wat schamele emotie en mogelijkheid van krachtsinspanning te vinden. En dan nog spoort men er been in een saloon- car en met stof handschoenen aan de oververfijnde vingeren. Nergens ter wijde wereld meer een hoek, waar de volle, maar loutere levenskracht, spierkracht, wilskracht, van den gezonden Jongeling (zonder Jaegerflanel) van noode is. Overal benauwde over wegingen, Rücksichten", humaniteit en utili teit, orde en verstand, die alle tezamen het leven zoo plat en flauw maken, zoo benauwend van weeëfatsoenlijke algemeenheid voor ons, die toch eigenlijk meer particularistisch en anarchistisch zijn aangelegd, hebbende maling zoowel aan 't algemeen als aan al 't gemeen. Daarïfrrl -willen wy nu, daarom eiichen wij nu de URo op om haar te misbruiken, als de enig gebleven mogelijkheid van woest a vontuur. "Onze onrust wil de ongeëvenaarde snelheid op de renbaan en in de literatuur. En zoo wij in een moddersloot terecht komen, zullen wij nog zeggen dat een sloot tenminste de gebaande weg niet is. Dus geef ons de auto .... in afwachting dat de aeroplane nog grandiozer mogelijkheid opent om onze beenen te breken l En blijf ons verder van 't lyf met uw hnmaniseering en nivelleering. Nietszche for ever! Juist al wat nog leeft en beweegt in 't zieltogende leven zouden ze ons willen ontnemen. Leve dan 't militarisme, patriotisme, anarchisme (we zijn immers niet exclusief en 't is ons enkel om veel leven te doen) les belles Idees qui tuent (niet nader te omschrijven) en Ie mépris de la femme. Gevaar, strijd, ruzie, oproer, oorlog, vuiststooten en oorvegen, dat alles willen wij, begeeren wy smartelijk en ziek van verlan gen, omdat 't immers beweging beteekent, onrust en rumoer en wy precies in dien staat van zenuwafmatting en rusteloosheid verkeeren, die enkel., door nog heviger onrust van buiten kan gedoofd worden. Dat is heel wat anders, asjeblieft, dan het materialisme, dat overal belangstelling voor had of veinsde. ?Ons interesseert alleen wat geweld maakt : les grandes foules, 't komt er niet op aan wat hen beweegt, verder : la vibration noctiune des arsenaux et des cbantiers sous leurs violentes lunes lectriques; les gares gloutonnes avaleuses de serpents qui fument ; les usines suspendues aux nuagespar les ficelles de leurs fumeés; les ponts aux bonds de gymnastes lancés sur la coutellerie diabolique des llenves ensoleillés ; les locomotives au grand poitrail.qui piaflènt sur les rails, tels d'énormes 40 cent» p»r regel. BOUWT te NUNSPEET. Inlichtingen bij het bouwbureau Art i", aldaar. C. H. VAS DEK VELDEX, Fa. G. !H. BOSCH, H«fjiw. KALYERSTRAAT153-155, Amsterdam. Tel. 2045. 'mei -Aalnjke <rwu, ? 4tte /JTlodellen, waatcnd&r 4ma£ /metsten/ Ji/obkmTriumph ra L Nomaal-Onderldeetiin van Proör Eenige Fabrikanten] rW.BengerSöhne Stuttgarlj Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr. 157 E. F. DEUSCHLE-BENGER. NEDERUWDSCHE INDUSTRIE OER NATUUR WOLLEN ONDERGOEDEREN WORDTTERUQüEIÏOMEfl FABRIKANTEN VALTOR ZONEN AMSTERDAM Verkrijgbaar bij : HIRSCH & Cie., Hofl., Leidscheplein. ADRIAAN SCHAKEL, Hofl., Heiligenweg. H. MEYER, Hofl., Koningsplein. Mag. KEIZERSHOF, Nieuwendijk. C. NIEUWENKAMP KOTTING & ZOOS Galerij 29. Kleeding-Mag. M. DE KONING, Batavia. Winkel-Maatschappij, EIGEN HULP, Batavia. Verdere adressen onzer contractanten ver strekken gaarne VALTON & ZONEN, A'dam. Gids voor Buitenlandsche Hotels. miiiiiimmtiit GEMUA. Hotel Royal (Aqnila). Tegenover het station en nabij de haven. Electr. licht. Centr. verwarm. Alle comfort. ? Hollanders ten zeerste aanbevolen. Eigen. OXBBS. KODINO. Hotel de laVille. Naar het zniden gelegen met prachtig nitzicbt op zee en omgeving. Vroeger Palazzo Fieseo. Dnitsch Hotel' ? Ie E. Met alle comfort. Dnitsche Eigen. WALTEER & OESTEBL.E. Maggiore LOCARJfO Zwitserland. "RoT-KiT* 011 IQ^> 15°bedden. Hotel Ie Rang. Pension vanaf JVCUtJi O.U i»O. g frano. 10.000 M.' Schadnwrük part. Geliefd Herfst- en Winterverblijf. Prospectus. Door Hollanders veel bezocht. WiesbadenT^BÖTEL NASSAU Ie Rang. Prospectussen franco door de Directie. Dit blad ligt in alle bovengenoemde Hotels ter lezing. Hotel ILHËLJIA. Eerste rang. Termalbaden uit eigen bron Koopt UITSLUITEND BOTEB ONDER RIJKSCONTROLE. De STAAT GARANDEERT IJ een ONVERVALSCHT prodact, Roterhandel ZUIDLAREN", REGULIERSGRACHT 27. TELEFOON 8935. de proportioneele reden voor elk vonnis verklaard. Laat de Chinago's de les ter harte nemen", zei de rechter ten slotte, want ze moeten leeren, dat de wet op Tahiti wordt gehoorzaamd, al ?.ou de hemel vallen." De vijf Chinago's werden naar de gevangenis teruggevoerd. Ze waren niet geschokt of hedroefd. Het onverwachte van de vonnissen was juist datgene, waaraan ze gewend waren n hun omgang met de blanken. Van hen verwachtte een Chinago zelden meer dan het onverwachte. De zware straf voor een misdaad, die ze niet begaan hadden, was niet vreemder dan de tallooze vreemde dingen, die de blanke duivels deden. In de weken, die volgden, keek Ah Cho vele malen naar Ah Chow met lichte nieuwsgierigheid. Zijn hoofd zou afgeslagen worden door de guillotine, die op de plantage opgericht werd. Voor hem zouden er geen "aren van ouderdom, geen tuinen van rust sijn. Ah Cho phüosopheerde over leven en dood. Wat hemzelf betrof, hij was niet onge rust. Zijn tuin. was nu twintig jaren verder van hem, dat was alles. Hij was jong, en bet geduld van Aziëwas in hem. Hij kon die twintig jaren wachten, en tegen dien tijd zou de hitte van zijn bloed afgenomen en hijzelf beter geschikt zijn voor dien tuin van kalme verrukking. Hij dacht over een naam: hij zou hem de tuin van de morgenrust" noemen. Deze gedachte maakte hem den heelen dag gelukkig, en hij voelde zich geïnspireerd om een zedespreuk te bedenken op de deugd van het geduld, welke spreuk een groote troost bleek te zijn voor Wong Li en Ah Tong. Ah Chow, evenwel, liet de spreuk onver schillig. Zijn hoofd zou binnen zóó korten tijd van zijn lichaam gescheiden worden, dat hij geen behoefte had aan geduld, om de gebeurtenis af te wachten. Hij rookte goed, at goed, sliep goed, en bekommerde zich niet over den tragen voortgang van den tyd. Cruchot was een gendarme. Hij had twintig jaar in de koloniën gediend van Nigeria en Senegal tot de Zuidzee en die tw ntig jaren hadden zijn stompen geest niet zicht baar verhelderd. Hij waa even traag van den ken en dom als in zijn boerenjaren in h Zuiden van Frankrijk. Hij kende de tucht en de vrees voor gezag en het eenige verschi tusschen zijn superieuren, van dehemelsche machten tot den sergeant der gendarme, be stond in de mate van alaafsche gehoorzaam heid, die hij bewees.^Feitelijk nam de sergeant een grootere plaats in dan de hemelsche machten, behalve op Zondag. De hemelsche machten waren dan zeer ver af, terwijl de ser geant in den regel zeer dichtby was. Cruchot nu ontving van den rechter de op dracht aan den cipier, waarbij dezen functio! naris bevolen werd, den persoon van Ah Chow \ osrer te leveren. Nu trof het, dat de rechter i den vorigen avond een diner had gegeven aan den kapitein en de cüicieren van het oor logschip. Zijn hand beefde, toen hij schreef, en zijn oogen deden zóó'n pijn, dat hij de order niet meer over las. In ieder geval was ! het toch maar het le^en van een Chinago, dat hij wegteekende. Zoo bemerkte hij niet, dat hij de eindletter in den naam van Ah Chow had weggelaten. Op de order stond dus Ah Cho, en toen Cruchot ze presenteerde, leverde de cipier hem den persoon van Ah , Cho over. Cruchot liet dezen persoon naast ! zich plaats nemen op de wagenbank achter I twee muilezels en reed weg. .- (Slot volgt.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl