Historisch Archief 1877-1940
H*. 1684
DE AMSTERDAMMER
A°. 1909.
WEEKBLAD VOOE NEDEKLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Onder redactie TTSLEL Ik£r. H. IF. L.
uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Hét auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. post / 1.65
Voor Indiëper jaar, b\j vooruitbetaling n mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/»
Zondag 3 October.
Advertentiën van l?5 regels / 1.25, elke regel meer f 0.25
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel . . . . , 0.30
Reclames per regel , 0.40
INHOUD:
; VAN VERRE EN VA.N NABIJ: Het
Dorotht um', De Weener Bank van Leening,
door C. 6. Polvliet. Kroniek. Brieven
uit het Zuiden. Het Kalvinistiech karakter
oinier politieke antithese, II, door Peregrinu?.
FEUILLETON; De Chinago'g, van Jack
Loadon II. KUNSTEN LETTEREN: Het
25-jarig hoogleraarschap van prof. dr. J. van
Leende a Jr., door prof. dr. K. Kuiper.
Openingscollege van Bolland, door v. 8.
Muziek in de hoofdstad, door Ant. A verkam p.
De Heiligen in de kunst, naar het Engelsen,
van Margaret Thabor, door H. F., beoord.
door FansErens. INGEZONDEN. Be
lichten. Graflied van een Duitscher op
Cawyao, door 8. VROUWENfiUBRIEK:
Da. J>. Bootama en jonkvrouw H. B. de la
BoBBeconr Gaan, Het werk der Barmhartigheid
an J. C. van Lanschot Hnbrecht, Het vak
onderwijs en ziekenverpleging, beoord. door
Johanna N, A. Naber. Allerlei, door Caprice.
UIT DE NATUUR,door E. Heimans.
Chantecler van Edmond Rostand, met afb.,
door Van den Eeckhont en D. Veiling
moderne knnst door C. J. Roos & Co. in de
Militieraal, met afb., door W. 8. Tooneel
door FransMjjnssen. Een
moderneNederlandsche inleiding tot de wijsbegeerte, door
E. d'Oliveira Jr. Kleinigheden, die pleizier
doen.?Teekening van H.G. Ibels. FIN. EN
OECONOM. KRONIEK door V. d. M. en V.
d. 8. Specialiteiten vóór l" of het Moe
derland leeggepomp, door St. Veit en Van
T«Bt. DAMRUBRIEK. 8CHAAKSPE..
ADVERTENTIES.
IIIIIIIIIUIIIIIIIMIIItlllllllll
iiiiiiiiiniiitiiiiiiiuiiiiiiii
Het Dorotheum", de Weener
Bank van leening.
De tijden veranderen. Schaamde men
zich voorheen om zijn toevlucht te nemen
tot een Bank van leening, toen men deze
algemeen als onder armenzorg beschouwde
te behooren, sedert een 10 a 20tal jaren
heeft in de groete eentra's, Parjjs, Ber
lijn, Weenen, enz., een geheel andere
opvatting plaats gehad en worden de
beleenbanken meer en meer ook door de
gegoede standen in uitersten nood be
zocht. De Mont-de-Piététe Parijs, het
Königlich Leihamt te Berlijn, het
Dorotheum" te Weenen, meermalen door ons
in geschrifte beschouwd, zien tegen
woordig niet zelden quipages voor
hunne poorten, terwijl ook de midden
stand er zijn toevlucht zoekt. Een en
ander is voor een groot deel te danken
aan betere inrichting, ook van het bedrijf.
, Wij maakten kennis met een artikel
in Yelhagen en Klasings Monatshefte
betreffende eene geheele reorganisatie
in 1898 van het Weener Dorotheum'',
de K. K. beleenbank en daar deze zich
sedert in buitengewoon toenemenden bloei
verheugt, zoo meenen wij, ook met 't oog
op onze aanstaande wetgeving op dat ge
bied, het van belang die inrichting eens
te doen kennen.
De Weener beleenbank werd gesticht
door keizer Josef den len den Men
Maart 1707, nabij de plaats waar nu 't
DorotheuM zich bevindt, op den voet
van de beleenbanken reeds bestaande in
de Nederlanden en Italië, dus ook met
het doel om de winsten te doen toekomen
aan de armenkassen. Aldus op bescheiden
voet werkende bracht, in 1786, keizer
Josef de He nieuw leven in de beleen
bank door er een z. g. Fragamt" aan
toe te voegen, n.l. een gelegenheid om
goederen, waarvan men zich wenschte
te ontdoen, tijdelijk op te bergen ofwel
te verkoopen.
Het DorotheëY'-klooster werd tot
beleenbank ingericht met veel verbete
ringen in het bedrijf. Zóó bleef de
beleöhbank werken tot het jaar 1898, toen
onder den bekwamen Centraal Directeur
Hofrat von Sauer Csaky, de geheele
inrichting werd geschoeid op den be
staanden voet, volgens geheel nieuwe
denkbeelden. Een nieuw reuzengebouw
met 3772 M2, oppervlakte verrees ter
zelfder plaatse, met een uitgaaf van
2,860,000 Kronen en een ambtenaars- en
beambtenpersoneel van 360 man. De
bouw had in drie gedeelten plaats. In
2/3 van het oude gebouw werd het be
drijf voortgezet, terwijl het overige Vs
werd verbouwd. Was dit gereed, dan
werd een ander 1/s onder den hamer
genomen.
Het nieuw bedrijf omvatte, in het
Hoofdgebouw en acht filialen, drie af
zonderlijke amten", n.l. het V ersatz-,
het Verwahrungs- en het
Versteigerungsamt of wel het beleen-, het bewaar- en
het verkoopambt.
Bij de beleening van tot pand aange
boden zaken, evenzoo bij elke trans
actie in het Dorotheum, behoeft men
zijn naam, betrekking of woonplaats
niet mede te deelen, hoewel dit echter
gewenscht wordt door het bestuur. Zooals
men weet,eischt men dit elders veelal wel.
De beleening is bijna onbeperkt. Men
beleent er auto's, geheele ameublemen
ten, piano's, enz. enz., waarvoor enorme
remises. Slechts zelden worden goederen
geweigerd. Een korps kundige taxateurs
staat ten dienste. Deze gewone
pandbeleening, alhoewel verbeterd door het
nieuwste wat dienaangaande tot gemak
en veiligheid dient (ontamettingsovens
o. a.), is niet wat wij hier in hoofdzaak
wilden behandelen, het 2e maar vooral
het 3e gedeelte van het bedrijf, geheel
nieuw op het gebied, komt 't belangrijkst
voor.
Ten einde echter over den omvang
van het beleenbedrijf te kunnen
oordeelen, geven wij de volgende cijfers.
In het jaar 1907 werden 1,443,976
beleeningen gesloten, tot een bedrag van
29,431,469 kronen, en werden verkocht
77,606 niet geloste panden.
Het gemiddeld bedrag der op de
panden gegeven voorschotten was:
Voor préciosa 27,53, voor
geldswaardige papieren (effecten, enz.) 193,68 en
voor de overige 9,08 kronen.
In de lokalen waar het bewaarambt
is ge vestigd,heerscht een voornamer
atmospheer dan in het beleenambt. Hier geen
armelui's lucht, maar 't parfum van den
rijkdom. Hier vindt men de Schwemme"
en?Extrazimmer." De eerste is in hoofd
zaak voor de koetsiers en dien s t mannen
en voor allen die niet veel geld kunnen
missen, de laatste is voor het meer voor
name publiek. Ook hier kan erg
gepumpt" worden, maar in nobeler vorm.
Men brengt hier geldswaardige papieren,
dat is anstandig"; ordinair" is het
aanbieden van zilveren horloges, en
dergelijken.
De bewaring is hier hoofdzaak.
Men wil tijdelijk zaken van waarde
solied in bewaring geven tot het doen
eener reis b.v., of om andere reden.
Men heeft geldswaardige papieren, effec
ten, loten, enz., die nu en dan uitloten,
men ziet op tegen coupons-afsnijden,
enz., tegen administratieve beslomme
ring en in dit al voorziet het bewaar
ambt van het Dorotheum, waar tal van
safes voor opberging van waarden aan
wezig zijn. De kelders waarin deze safes
zijn gebouwd, zijn bovendien met een
zwaar pantser tegen brand en inbraak
beschut.
In 1907 werden hierin 2640 gelds
waardige depots, ten bedrage van ge
zamenlijk 67 millioen kronen en 392
préciosa-depots, ter waarde van 2,36
millioen kronen aangelegd.
Na in 't algemeen het bedrijf van het
Dorotheum, wat de pandbeleening en de
in bewaargeving aangaat, te hebben
nagegaan, komen we tot de derde en
wel de meest interessante afdeeling,
namelijk het verkoopambt. Hiermede is
iets geheel nieuws geboren.
De verkoop van de niet geloste panden
had ook te Weenen vóór 1898, evenals
overal elders, het bezwaar dat ze veelal
onder de waarde verkocht werdep. Er
had zich, ook daar, een corporatie van
kooplui, vaste bezoekers, gevormd, die,
om zoo te zeggen, den verkoop in handen
had. Zij voerden in de door weinig par
ticulieren bezochte verkoopingen van de
inrichting den toon ;maakten het een parti
culier bieder door chicanes bijna onmoge
lijk om tekoopen. Gelukte de toeleg niet,
dan bood de combinatie, die onder deze lui
bestond, op tot de prijs ver boven de waarde
gingen men werddupe.Grecombineerd werd
geboden en gekocht om later onderling
te verkoopen en den buit te verdeelen.
Alles werd beproefd om dit bezwaar te
koeren dat ontstaat uit den weinigen
lust van 't goede publiek om in een bank
van leening te koopen. Ging men te kras
tegen deze gecombineerde kooplui in,
dan bleven zij weg en de panden werden
niet verkocht.
De te Weenen dienaangaande genomen
maatregelen hebben afdoende doel ge
troffen. Men heeft aan de
pandvarkoopingen verbonden een algemeenen verkoop
van goederen (verkoophuis), waar dage
lijks verkooping wordt gehouden en
gedurende vastgestelden tijd opslag van
te veilen goederen kan plaats vinden.
De een wil zijn oud meubilair vernieuwen,
de ander wil direct geld slaan en daartoe
een of ander verkoopen. Men gaat met
zijn goederen, die ook, op verzoek aan
hst bedrijf, worden afgehaald, naar het
Dorotheum en meldt men zich daarmede
voormiddags voor 10 uur aan, dan heeft
desgewenscht de veiling dienzelfden dag,
te beginnen om 12 uur, plaats.
Alle goederen worden bij den inbreng
getaxeerd, en tegen die getaxeerde waarde
bij veiling ingezet. Het publiek koopt er
daarom gaarne en kan met dezen
inzetprijs bij de tentoonstelling der goederen
in de kijkkamers rekening houden. In
een eigen weekblad vermeldt de Directie
het program en de aanbiedingen. In 1907
werden 159640 verkoopen afgedaan ter
waarde van 3.254.471 Kronen, waaronder
de hiervoren genoemde 77606 verstane
panden. De gemiddelde vérkoopprijs der
verstane panden bedroeg: voor préciosa
30, voor gewone panden 1450 ea voor
effecten, loten, enz. 136.50 Kronen. Tot
den inzetprijs werden 39 pCt. gegund,
37.6 pCt. met 50 pCt., 11 pCt. met
100 pCt. en 13.4 pCt. met meer dan
100 pCt. verhooging van dezen inzetprijs.
De verkoopingen van het Dorotheum
worden zeer veel bezocht en de toegang
tot het pandhuis is daardoor vergemakke
lijkt. De verstane panden staan onder de
te verkoopen zaken en te zijner tijd
geveild wordende brengen ze zoodoende
meer op.
Het Dorotheum begint ook merkbaren
invloed te hebben op kunstgebied. Schil
ders en beeldhouwers kunnen daar hunne
werken direct ten toon stellen en doen
veilen en men treft er reeds belangrijke
exposities aan.
Tot toelichting van bovenstaande willen
we nog enkele artikelen in 't kort uit
het Regulativ für das
Versteigerungsamt" aanhalen. .'
Art. 4. Verbiedt den verkoop van nieuwe
waren uit handelsbedrij ven, enkele uit
gezonderd. Eveneens- van niet gewaar
merkte gouden en van zilveren zakes.
Bij verkoop van verstane zilveren en
gouden panden wordt vermeld of deze
gewaarmerkt zijn.
Art. 9. Dagelijks om 12 uur begint de
verkoop. De goederen worden in ontvangst
genomen dagelijks van 8?12 uur v.m.
Wil men goederen ten verkoop doen
afhalen dan moet men zich 24 uur te
voren daartoe aanmelden. Direkte ver
koop eischt aanmelding voor 10 uur v.m.
Art. 11. Opgave van naam of woon
plaats wordt, hoewel gewenscht, niet
vereischt. De naam, wordt geheim ge
houden.
Art. 12. Alle aangeboden goederen
worden naar de waarde geschat en bij
veiling ingezet op dezen prijs.
Art. 26. De bieders moeten opbieden
tot 10 Kronen met 10 Heller, van
20?100 Kr. 50 H., van 100-500 Kr.
l Kr., van 500?1000 Kr. 5 Kr. en
daarboven met 10 Kr.
Art. 30. De reclamatiën omtrent ge
kocht goed zijn in den regel vruchteloos.
Art. 43?47. De veilingskosten zijn
5 pCt. van de koopprijs voor kooper en
verkooper.
De groote omvang die het bedrijf, aldus
ingericht in 1898, heeft genomen, toont
de behoefte in deze. De tegenwoordige
stand der maatschappij, het groote stads
leven, met zijn financieele gespannenheid
in vele gezinnen, eischt een dergelijke
toevlucht, buffer zou men het kunnen
noemen.
De inrichting van het Dorotheum is
grootsch en breed opgezet, 't Is de on
dergang van de clandestiene pandbeleening
en den woeker daar uitgeoefend. Zij komt
ons ter navolging zeer aanbevelens
waardig voor.
C. G. POLYLIET.
KRONIEK.
HET RELLETJE TEGEN dr. KUYPER.
Vermoord vader en moeder, steel u rijk
uit openbare en particuliere kassen, pers de
laatste druppel blced uit het hart van uwen
evennaaste,wees de grootste ellendeling die
er rondloopt, maar zorg er vooral voor, dat
ge niet wordt gecompromitteerd.
Gij moogt al het kwaad van de wereld
hebben uitgevoerd, uw zondenregister mag
bekend zijn bij ieder, die u nadert, het zal
u niet deren. Maar vrees het oogenblik, dat
openbaar in de krant staat het tiende deel
van wat ge gezondigd hebt en van 't geen
? w omgeving wel wist.
Vrees in Holland de publicatie!
Het gedrag van huichelende
antirevolutionaire leiders was sedert jaren bekend.
Het Haagsche gekenkel van allerlei aard,
waar de moraliteit niet op vooruitgaat, recu.
Op recepties en hofbals drukt men handen
van hooggeplaatsten", waar van men weet,
waarvan de omgeving weet, dat ze lager
staan dan ongeletterde inbrekers of prosti
tuees. Men drukt hun handen, en om hen
heen is het achting en strijkage.
Maar wordt iets bedenkelijks bekend",
heeft men dr. Kuyperg naam in verband
gebracht, openlijk in de pers, met een dame,
die iedereen bij haren voornaam noemt,
en met een consul van wat erg mondaine
reputatie, zijn beschuldigingen geuit", dan
is het mis! De hoofden wenden zich af,de
Tweede Kamer trekt een deftig gezicht,
in de kranten begint men te roepen:
Wascht u schoon! Wascht u direkt schoon!
Spreek ons van MathiUe. Biecht ons op
over Lehmann! Bewüs, dat gij even rein
zijt als wij, anders kunnen wüniet met u
als gelijke omgaan!".
Want denk toch niet, dat de geuite
ernstige beschuldiging, de beschuldiging
van corruptie, die aantijging van gansch
onbewezen lintjesverkoop", de menschen
de vrome deugd op de kaken verft.
Die beschuldiging, die niets is, maar, be
wezen, alles had kunnen zijn, is maar de
peper van het heete gerecht. Het
compromitteerend relletje, de ontzaggelijke hoe
veelheid leedvermaak door heel Nederland,
is het eten. Lees Het Volk, dat zoete wraak
neemt over 1903, lees Het Handelsblad van
de Eein Leven Beweging, lees de andere
deugdzame kranten en er dringt u in
den neus een onedele reuk van speculeeren
op de eigenschap, die ie massa, en niet
het minst de massa in Holland kenmerkt,
deze om de ondeugd af te meten naar
de mate, waarin zij bekend werd.
Zeg nu: Verdedigt gij Kuyper? Staat
gij in voor zijn onschuld ? Wij danken u
stichtelijk. "Wij staan niet in voor zijn en
voor niemands onschuld. Maar wij doen niet
mee aan het relletje.
Wat dat betreft: merci!
..
De Tijd beklaagt er zich over, dat wjj
op haar hebben gewezen als op een, die de
annexatie van Bosniëen Herzegowina heeft
goedgekeurd. Wij beantwoorden haar entre
filet de volgende week.
* *
*
DE LIBERALEN DER LAATSTE DAGEN.
Weet ge wie het hart het hoogst draagt
na de verkiezing van Mr. S. de Vries tot
wethouder? Ge denkt wellicht, dat het die
vrijzinnigen zijn, die al hun best deden hem
te weren? Mis! Het is hst Handelsblad.En
het opmerkelijke is, dat het blad volkomen
gelijk heeft! Het stelt 't gedrag aan de kaak
van alle geestverwanten, die op
protestvergaderingen wat babbelen maar de kracht
missen een beweging op touw te zetten van
eenige beteekenis. Hoe moet, vraagt het
Amsterdamsche orgaan, een liberaal hande
len, die in 't roode vaarwater niet komen wil
en toch voor 't geval staat, dat een liberaal
wethouder zich niet presenteert? Kan hij
dan anders doen dan een kranig anti-revo
lutionair kiezen ?
"Wel neen! Het Handelsblad ziet het zeer
goed in. Wanneer in het Amsterdamsche
liberalisme niet zooveel fut meer zit, dat
zijn adepten de opofferingen zich getroosten,
aan het uitoefenen van publieke ambten
verbonden, wanneer zoo weinig politieke
levenskracht in die groep over is, dat er
geen wethouders-eerzucht meer te persen
valt uit die uitgeknepen citroen, fiat ruina
dan, laat de boel dan maar vallen!
Het Handelsblad constateert het gebrek
aan liberale wethouderschaps-candidaten
terecht.
Wij constateeren slechts,dat haar over
winningsgekraai op de puinhoopen geschiedt...
van het liberalisme.
Het was de niet meer liberale'' maar
louter CONSERVATIEVE" haan, die kraaide!
* *
*
HET DOMTERTJE
YAN DEN OUDEN VALENTIJX.
Ons viel in handen het goede Dompertje.
Het Dompertje is een maandelijksch bijblad
van de Tijd. Het is geestig voor de Roomsche
kleine man. Het is belust op gekkigheid.
Het is coquet-bekrompen en het is vooral
op een onderhoudende wijze moppig.
Zie maar hoe het laatste hoofdartikel
begint: direct zoo leuk:
Men zegt dat vergissen mengchelijk is
en dat de bekende teekenaar Johan
Braakensiek een mensch is" ...
Nietwaar? Daar wordt gezinspeeld op de
mogelijkheid, dat Braakensiek geen mensch
zou zijn ... Het is vernuftig.
De bedoeling van het
Dompertje-vanonzen-aardigen-ouden-pias-Valentijn is te
protesteeren (in opgewekte, snaaksche taal)
tegen de plaat, waarop een Antirevolutionair,
met Catholica in hun wittebroodsweken
op een bankje gezeten, het eerste wolkje"
constateert (n.l. de ruzie om Breukelen)
aan den huwelijkshemel".
Catholica en de Antirevolutionair, gehuwdïl
roept ons Dompertje uit. Er is nooit en
nergens sprake van geweest! Het is geen
huwelijk en moet het ook nooit worden!
Daarin steekt het domme van het onder
schrift l Wij zijn verbonden" aan de
kerkelijken van protestante richting meer niet l
Het is, zoo ge wilt, het Monsterverbond
van Catholica. Maar zij is niet getrouwd
metwien ook! Zij blijft altijd fijn geënga
geerd en laat dit nu in Breukelen weer
eens aan heel de wereld zien."
Houd op ValentÜD, houd op! Het wordt te
erg! Die kijvenj om Breukelen, is dat een
gepast vermaak voor een engagementstijd f
En dan iets anders, waardoor wümisschien
in uw familieleven binnendringen, vergeef
het ons, zeg eens, Dompertje, als gij met
den Antirevolutionair maar geëngageerd"
zijt, waar komen dan die zestig kindertjes
vandaan, die in een van de kamers hun
keeltjes zoo uitzetten?
En horreur! noemt gij dat dan nog
fijn" geëngageerd?
Wühebben van fijne" engagementen
altijd een ander idee gehad!
Brieven uit het Zuiden.
LIMBURG ***
Er bestaat de laatste jaren eene onmis
kenbare neiging in Nederland om meer
belangstelling dan vroeger te toonen in
alles wat beneden den Moerdijk gebeurt.
Vooral het zuidelijk deel van Limburg,
hetwelk als Groothertogdom" zoo lang
vreemd heeft gestaan tegenover Holland",
mag zich verheugen een groot deel van
die belangstelling te trekken.
Hoe is dat feit te verklaren?
Gevoelt men in Hollaod,dat de Limburgers,
in oorsprong een mengsel van zoovele na
tionaliteiten, zich meer n gaan gevoelen
met de Noordelijke broeders ?
Is 't de herlevende politieke strijd, op
karakteristiek Limburgsche wijze gevoerd,
die zooveel aandacht trekt?
Zijn 't de hooge sterftecijfers onder de
kleine kinderen of het groot aantal ver
lof houdei s", of de schrille crimineele sta
tistiek?
Is 't de wedergeboorte van een gevoel
voor nationaal natuurschoon ?
Of zijn 't slechts zuiver materieele mo
tieven, die oorsprong vinden in het feit,
dat daar in Limburg ondergronds schatten
aan zwart goud zijn te vinden ?
Wüzoaden 't niet durven beslissen, al vree
zen wij, dat het laatst genoteerde feit wel het
grootste aandeel zal dragen in de meerdere
belangstelling, die thans Limburg trekt.
Het is trouwens niet alleen materialisme,
hoop op wimst, die de mijnindustrie zóó op
den voorgrond doet treden; want was 't
niet juist eene poging om heel de gemeen
schap te doen deelen in het nuttig effect
der kolen-ontgin n in g, die het ephemere
Kamerlid uit Eden in de gelegenheid stelde
zijne joyeuse entree op het Binnenhof te
maken ?
Tegenover de Hollandsche belangstelling
staat ook eene Limburgscke en, behoudens
bij de concessie-vragers en -jagers, gaat
deze in tegeróvergestelde richting.
De echte Limburger treurt als hij de hooge
liften ziet verrijzen, de schoorsteenen de
rook over zijne landouwen ziet drijven, en
zijn rustige rust gestoord ziet door spoor
weg en tram.
De oude adel, die overtuigd is dat alleen
in het landbouwbedrijf 's menschen ware
geluk is te vinden, zint steeds pp middelen
om toch den ouden goeden tijd van Poot
te doen weêrkeeren.
De grootste oppositie tegen eene snelle
ontginning van het kolen veld heeft echter
andere beweegredenen en berust uiter
lijk althans op hoogere drijfVeeren.
De Katholieke geestelijkheid jammert
over de invasie van zoovele vreemde ele
menten, die lang niet allen eene moreele
versterking brengen en zeker niet zullen
medewerken tot yergrooting van haar macht
over de eenvoudige goede boerenbevolking,
die jarenlang maar n gezag heeft gekend,
het geestelijke".
Van haar standpunt is er gegronde vrees.
Bij snelle ontgianing en exploitatie zullen
zoevele geïmporteerden hier komen, dat
het spoedig uit zal zijn met de absolute
alleenheerschappij van het Katholicisme:
Die vrees is 't, die onder de aanvoerders
der Katholieken eene beweging heeft doen
ontstaan, welke voor Limburg geheel nieuw
is. Men zou haast kunnen spreken en
bladen hier doen 't dan ook van een
Réveil van het Katholicisme.
Verzamelen wordt geblazen alsof van
alle zijden de vijanden op het aloude geloof
losstormen.
Op allen en alles moet het Katholiek
cachet gedrukt, van het hoogste tot het
laagste.
Is er niet een Roomsch-Katholieke
geitenvereeniging opgericht en adverteerde
niet een dito paardenslachter ?
Actie geeft echter reactie.
Zoo is ook in andere kringen een poging
waar te nemen om zich met het publieke
leven te bemoeien, om ook partij te kiezen
in den strijd die zich begint te ontwikkelen.
Toch blijft 't bij beide bewegingen al
geeft de eerste hoog pp van haar welsla
gen poging en neiging.
Poging bij de eerste, omdat 't tot nu toe
niets is dan een gedwongen fraaiigheid,
omdat de zachte dwang" te duidelijk er
op ligt.
Neiging bij de andere, omdat van een fiks
en flink aanpakken, van een optreden om
krachtig partij te kiezen nog niets blijkt.
Vóór dat de Limburger zich dan ook
ernstig en met geestdrift de belangen van
de gemeenschap aantrekt moet er nog veel
gebeuren!
Voor een historischen optocht, voor een
carnaval moge de middenstander en de in
tellectueel nog iets gevoelen, voor zijn eigen
belang moge hij nog vechten, zich warm