De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 3 oktober pagina 1

3 oktober 1909 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

H*. 1684 DE AMSTERDAMMER A°. 1909. WEEKBLAD VOOE NEDEKLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder redactie TTSLEL Ik£r. H. IF. L. uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam. Hét auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. post / 1.65 Voor Indiëper jaar, b\j vooruitbetaling n mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/» Zondag 3 October. Advertentiën van l?5 regels / 1.25, elke regel meer f 0.25 Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel . . . . , 0.30 Reclames per regel , 0.40 INHOUD: ; VAN VERRE EN VA.N NABIJ: Het Dorotht um', De Weener Bank van Leening, door C. 6. Polvliet. Kroniek. Brieven uit het Zuiden. Het Kalvinistiech karakter oinier politieke antithese, II, door Peregrinu?. FEUILLETON; De Chinago'g, van Jack Loadon II. KUNSTEN LETTEREN: Het 25-jarig hoogleraarschap van prof. dr. J. van Leende a Jr., door prof. dr. K. Kuiper. Openingscollege van Bolland, door v. 8. Muziek in de hoofdstad, door Ant. A verkam p. De Heiligen in de kunst, naar het Engelsen, van Margaret Thabor, door H. F., beoord. door FansErens. INGEZONDEN. Be lichten. Graflied van een Duitscher op Cawyao, door 8. VROUWENfiUBRIEK: Da. J>. Bootama en jonkvrouw H. B. de la BoBBeconr Gaan, Het werk der Barmhartigheid an J. C. van Lanschot Hnbrecht, Het vak onderwijs en ziekenverpleging, beoord. door Johanna N, A. Naber. Allerlei, door Caprice. UIT DE NATUUR,door E. Heimans. Chantecler van Edmond Rostand, met afb., door Van den Eeckhont en D. Veiling moderne knnst door C. J. Roos & Co. in de Militieraal, met afb., door W. 8. Tooneel door FransMjjnssen. Een moderneNederlandsche inleiding tot de wijsbegeerte, door E. d'Oliveira Jr. Kleinigheden, die pleizier doen.?Teekening van H.G. Ibels. FIN. EN OECONOM. KRONIEK door V. d. M. en V. d. 8. Specialiteiten vóór l" of het Moe derland leeggepomp, door St. Veit en Van T«Bt. DAMRUBRIEK. 8CHAAKSPE.. ADVERTENTIES. IIIIIIIIIUIIIIIIIMIIItlllllllll iiiiiiiiiniiitiiiiiiiuiiiiiiii Het Dorotheum", de Weener Bank van leening. De tijden veranderen. Schaamde men zich voorheen om zijn toevlucht te nemen tot een Bank van leening, toen men deze algemeen als onder armenzorg beschouwde te behooren, sedert een 10 a 20tal jaren heeft in de groete eentra's, Parjjs, Ber lijn, Weenen, enz., een geheel andere opvatting plaats gehad en worden de beleenbanken meer en meer ook door de gegoede standen in uitersten nood be zocht. De Mont-de-Piététe Parijs, het Königlich Leihamt te Berlijn, het Dorotheum" te Weenen, meermalen door ons in geschrifte beschouwd, zien tegen woordig niet zelden quipages voor hunne poorten, terwijl ook de midden stand er zijn toevlucht zoekt. Een en ander is voor een groot deel te danken aan betere inrichting, ook van het bedrijf. , Wij maakten kennis met een artikel in Yelhagen en Klasings Monatshefte betreffende eene geheele reorganisatie in 1898 van het Weener Dorotheum'', de K. K. beleenbank en daar deze zich sedert in buitengewoon toenemenden bloei verheugt, zoo meenen wij, ook met 't oog op onze aanstaande wetgeving op dat ge bied, het van belang die inrichting eens te doen kennen. De Weener beleenbank werd gesticht door keizer Josef den len den Men Maart 1707, nabij de plaats waar nu 't DorotheuM zich bevindt, op den voet van de beleenbanken reeds bestaande in de Nederlanden en Italië, dus ook met het doel om de winsten te doen toekomen aan de armenkassen. Aldus op bescheiden voet werkende bracht, in 1786, keizer Josef de He nieuw leven in de beleen bank door er een z. g. Fragamt" aan toe te voegen, n.l. een gelegenheid om goederen, waarvan men zich wenschte te ontdoen, tijdelijk op te bergen ofwel te verkoopen. Het DorotheëY'-klooster werd tot beleenbank ingericht met veel verbete ringen in het bedrijf. Zóó bleef de beleöhbank werken tot het jaar 1898, toen onder den bekwamen Centraal Directeur Hofrat von Sauer Csaky, de geheele inrichting werd geschoeid op den be staanden voet, volgens geheel nieuwe denkbeelden. Een nieuw reuzengebouw met 3772 M2, oppervlakte verrees ter zelfder plaatse, met een uitgaaf van 2,860,000 Kronen en een ambtenaars- en beambtenpersoneel van 360 man. De bouw had in drie gedeelten plaats. In 2/3 van het oude gebouw werd het be drijf voortgezet, terwijl het overige Vs werd verbouwd. Was dit gereed, dan werd een ander 1/s onder den hamer genomen. Het nieuw bedrijf omvatte, in het Hoofdgebouw en acht filialen, drie af zonderlijke amten", n.l. het V ersatz-, het Verwahrungs- en het Versteigerungsamt of wel het beleen-, het bewaar- en het verkoopambt. Bij de beleening van tot pand aange boden zaken, evenzoo bij elke trans actie in het Dorotheum, behoeft men zijn naam, betrekking of woonplaats niet mede te deelen, hoewel dit echter gewenscht wordt door het bestuur. Zooals men weet,eischt men dit elders veelal wel. De beleening is bijna onbeperkt. Men beleent er auto's, geheele ameublemen ten, piano's, enz. enz., waarvoor enorme remises. Slechts zelden worden goederen geweigerd. Een korps kundige taxateurs staat ten dienste. Deze gewone pandbeleening, alhoewel verbeterd door het nieuwste wat dienaangaande tot gemak en veiligheid dient (ontamettingsovens o. a.), is niet wat wij hier in hoofdzaak wilden behandelen, het 2e maar vooral het 3e gedeelte van het bedrijf, geheel nieuw op het gebied, komt 't belangrijkst voor. Ten einde echter over den omvang van het beleenbedrijf te kunnen oordeelen, geven wij de volgende cijfers. In het jaar 1907 werden 1,443,976 beleeningen gesloten, tot een bedrag van 29,431,469 kronen, en werden verkocht 77,606 niet geloste panden. Het gemiddeld bedrag der op de panden gegeven voorschotten was: Voor préciosa 27,53, voor geldswaardige papieren (effecten, enz.) 193,68 en voor de overige 9,08 kronen. In de lokalen waar het bewaarambt is ge vestigd,heerscht een voornamer atmospheer dan in het beleenambt. Hier geen armelui's lucht, maar 't parfum van den rijkdom. Hier vindt men de Schwemme" en?Extrazimmer." De eerste is in hoofd zaak voor de koetsiers en dien s t mannen en voor allen die niet veel geld kunnen missen, de laatste is voor het meer voor name publiek. Ook hier kan erg gepumpt" worden, maar in nobeler vorm. Men brengt hier geldswaardige papieren, dat is anstandig"; ordinair" is het aanbieden van zilveren horloges, en dergelijken. De bewaring is hier hoofdzaak. Men wil tijdelijk zaken van waarde solied in bewaring geven tot het doen eener reis b.v., of om andere reden. Men heeft geldswaardige papieren, effec ten, loten, enz., die nu en dan uitloten, men ziet op tegen coupons-afsnijden, enz., tegen administratieve beslomme ring en in dit al voorziet het bewaar ambt van het Dorotheum, waar tal van safes voor opberging van waarden aan wezig zijn. De kelders waarin deze safes zijn gebouwd, zijn bovendien met een zwaar pantser tegen brand en inbraak beschut. In 1907 werden hierin 2640 gelds waardige depots, ten bedrage van ge zamenlijk 67 millioen kronen en 392 préciosa-depots, ter waarde van 2,36 millioen kronen aangelegd. Na in 't algemeen het bedrijf van het Dorotheum, wat de pandbeleening en de in bewaargeving aangaat, te hebben nagegaan, komen we tot de derde en wel de meest interessante afdeeling, namelijk het verkoopambt. Hiermede is iets geheel nieuws geboren. De verkoop van de niet geloste panden had ook te Weenen vóór 1898, evenals overal elders, het bezwaar dat ze veelal onder de waarde verkocht werdep. Er had zich, ook daar, een corporatie van kooplui, vaste bezoekers, gevormd, die, om zoo te zeggen, den verkoop in handen had. Zij voerden in de door weinig par ticulieren bezochte verkoopingen van de inrichting den toon ;maakten het een parti culier bieder door chicanes bijna onmoge lijk om tekoopen. Gelukte de toeleg niet, dan bood de combinatie, die onder deze lui bestond, op tot de prijs ver boven de waarde gingen men werddupe.Grecombineerd werd geboden en gekocht om later onderling te verkoopen en den buit te verdeelen. Alles werd beproefd om dit bezwaar te koeren dat ontstaat uit den weinigen lust van 't goede publiek om in een bank van leening te koopen. Ging men te kras tegen deze gecombineerde kooplui in, dan bleven zij weg en de panden werden niet verkocht. De te Weenen dienaangaande genomen maatregelen hebben afdoende doel ge troffen. Men heeft aan de pandvarkoopingen verbonden een algemeenen verkoop van goederen (verkoophuis), waar dage lijks verkooping wordt gehouden en gedurende vastgestelden tijd opslag van te veilen goederen kan plaats vinden. De een wil zijn oud meubilair vernieuwen, de ander wil direct geld slaan en daartoe een of ander verkoopen. Men gaat met zijn goederen, die ook, op verzoek aan hst bedrijf, worden afgehaald, naar het Dorotheum en meldt men zich daarmede voormiddags voor 10 uur aan, dan heeft desgewenscht de veiling dienzelfden dag, te beginnen om 12 uur, plaats. Alle goederen worden bij den inbreng getaxeerd, en tegen die getaxeerde waarde bij veiling ingezet. Het publiek koopt er daarom gaarne en kan met dezen inzetprijs bij de tentoonstelling der goederen in de kijkkamers rekening houden. In een eigen weekblad vermeldt de Directie het program en de aanbiedingen. In 1907 werden 159640 verkoopen afgedaan ter waarde van 3.254.471 Kronen, waaronder de hiervoren genoemde 77606 verstane panden. De gemiddelde vérkoopprijs der verstane panden bedroeg: voor préciosa 30, voor gewone panden 1450 ea voor effecten, loten, enz. 136.50 Kronen. Tot den inzetprijs werden 39 pCt. gegund, 37.6 pCt. met 50 pCt., 11 pCt. met 100 pCt. en 13.4 pCt. met meer dan 100 pCt. verhooging van dezen inzetprijs. De verkoopingen van het Dorotheum worden zeer veel bezocht en de toegang tot het pandhuis is daardoor vergemakke lijkt. De verstane panden staan onder de te verkoopen zaken en te zijner tijd geveild wordende brengen ze zoodoende meer op. Het Dorotheum begint ook merkbaren invloed te hebben op kunstgebied. Schil ders en beeldhouwers kunnen daar hunne werken direct ten toon stellen en doen veilen en men treft er reeds belangrijke exposities aan. Tot toelichting van bovenstaande willen we nog enkele artikelen in 't kort uit het Regulativ für das Versteigerungsamt" aanhalen. .' Art. 4. Verbiedt den verkoop van nieuwe waren uit handelsbedrij ven, enkele uit gezonderd. Eveneens- van niet gewaar merkte gouden en van zilveren zakes. Bij verkoop van verstane zilveren en gouden panden wordt vermeld of deze gewaarmerkt zijn. Art. 9. Dagelijks om 12 uur begint de verkoop. De goederen worden in ontvangst genomen dagelijks van 8?12 uur v.m. Wil men goederen ten verkoop doen afhalen dan moet men zich 24 uur te voren daartoe aanmelden. Direkte ver koop eischt aanmelding voor 10 uur v.m. Art. 11. Opgave van naam of woon plaats wordt, hoewel gewenscht, niet vereischt. De naam, wordt geheim ge houden. Art. 12. Alle aangeboden goederen worden naar de waarde geschat en bij veiling ingezet op dezen prijs. Art. 26. De bieders moeten opbieden tot 10 Kronen met 10 Heller, van 20?100 Kr. 50 H., van 100-500 Kr. l Kr., van 500?1000 Kr. 5 Kr. en daarboven met 10 Kr. Art. 30. De reclamatiën omtrent ge kocht goed zijn in den regel vruchteloos. Art. 43?47. De veilingskosten zijn 5 pCt. van de koopprijs voor kooper en verkooper. De groote omvang die het bedrijf, aldus ingericht in 1898, heeft genomen, toont de behoefte in deze. De tegenwoordige stand der maatschappij, het groote stads leven, met zijn financieele gespannenheid in vele gezinnen, eischt een dergelijke toevlucht, buffer zou men het kunnen noemen. De inrichting van het Dorotheum is grootsch en breed opgezet, 't Is de on dergang van de clandestiene pandbeleening en den woeker daar uitgeoefend. Zij komt ons ter navolging zeer aanbevelens waardig voor. C. G. POLYLIET. KRONIEK. HET RELLETJE TEGEN dr. KUYPER. Vermoord vader en moeder, steel u rijk uit openbare en particuliere kassen, pers de laatste druppel blced uit het hart van uwen evennaaste,wees de grootste ellendeling die er rondloopt, maar zorg er vooral voor, dat ge niet wordt gecompromitteerd. Gij moogt al het kwaad van de wereld hebben uitgevoerd, uw zondenregister mag bekend zijn bij ieder, die u nadert, het zal u niet deren. Maar vrees het oogenblik, dat openbaar in de krant staat het tiende deel van wat ge gezondigd hebt en van 't geen ? w omgeving wel wist. Vrees in Holland de publicatie! Het gedrag van huichelende antirevolutionaire leiders was sedert jaren bekend. Het Haagsche gekenkel van allerlei aard, waar de moraliteit niet op vooruitgaat, recu. Op recepties en hofbals drukt men handen van hooggeplaatsten", waar van men weet, waarvan de omgeving weet, dat ze lager staan dan ongeletterde inbrekers of prosti tuees. Men drukt hun handen, en om hen heen is het achting en strijkage. Maar wordt iets bedenkelijks bekend", heeft men dr. Kuyperg naam in verband gebracht, openlijk in de pers, met een dame, die iedereen bij haren voornaam noemt, en met een consul van wat erg mondaine reputatie, zijn beschuldigingen geuit", dan is het mis! De hoofden wenden zich af,de Tweede Kamer trekt een deftig gezicht, in de kranten begint men te roepen: Wascht u schoon! Wascht u direkt schoon! Spreek ons van MathiUe. Biecht ons op over Lehmann! Bewüs, dat gij even rein zijt als wij, anders kunnen wüniet met u als gelijke omgaan!". Want denk toch niet, dat de geuite ernstige beschuldiging, de beschuldiging van corruptie, die aantijging van gansch onbewezen lintjesverkoop", de menschen de vrome deugd op de kaken verft. Die beschuldiging, die niets is, maar, be wezen, alles had kunnen zijn, is maar de peper van het heete gerecht. Het compromitteerend relletje, de ontzaggelijke hoe veelheid leedvermaak door heel Nederland, is het eten. Lees Het Volk, dat zoete wraak neemt over 1903, lees Het Handelsblad van de Eein Leven Beweging, lees de andere deugdzame kranten en er dringt u in den neus een onedele reuk van speculeeren op de eigenschap, die ie massa, en niet het minst de massa in Holland kenmerkt, deze om de ondeugd af te meten naar de mate, waarin zij bekend werd. Zeg nu: Verdedigt gij Kuyper? Staat gij in voor zijn onschuld ? Wij danken u stichtelijk. "Wij staan niet in voor zijn en voor niemands onschuld. Maar wij doen niet mee aan het relletje. Wat dat betreft: merci! .. De Tijd beklaagt er zich over, dat wjj op haar hebben gewezen als op een, die de annexatie van Bosniëen Herzegowina heeft goedgekeurd. Wij beantwoorden haar entre filet de volgende week. * * * DE LIBERALEN DER LAATSTE DAGEN. Weet ge wie het hart het hoogst draagt na de verkiezing van Mr. S. de Vries tot wethouder? Ge denkt wellicht, dat het die vrijzinnigen zijn, die al hun best deden hem te weren? Mis! Het is hst Handelsblad.En het opmerkelijke is, dat het blad volkomen gelijk heeft! Het stelt 't gedrag aan de kaak van alle geestverwanten, die op protestvergaderingen wat babbelen maar de kracht missen een beweging op touw te zetten van eenige beteekenis. Hoe moet, vraagt het Amsterdamsche orgaan, een liberaal hande len, die in 't roode vaarwater niet komen wil en toch voor 't geval staat, dat een liberaal wethouder zich niet presenteert? Kan hij dan anders doen dan een kranig anti-revo lutionair kiezen ? "Wel neen! Het Handelsblad ziet het zeer goed in. Wanneer in het Amsterdamsche liberalisme niet zooveel fut meer zit, dat zijn adepten de opofferingen zich getroosten, aan het uitoefenen van publieke ambten verbonden, wanneer zoo weinig politieke levenskracht in die groep over is, dat er geen wethouders-eerzucht meer te persen valt uit die uitgeknepen citroen, fiat ruina dan, laat de boel dan maar vallen! Het Handelsblad constateert het gebrek aan liberale wethouderschaps-candidaten terecht. Wij constateeren slechts,dat haar over winningsgekraai op de puinhoopen geschiedt... van het liberalisme. Het was de niet meer liberale'' maar louter CONSERVATIEVE" haan, die kraaide! * * * HET DOMTERTJE YAN DEN OUDEN VALENTIJX. Ons viel in handen het goede Dompertje. Het Dompertje is een maandelijksch bijblad van de Tijd. Het is geestig voor de Roomsche kleine man. Het is belust op gekkigheid. Het is coquet-bekrompen en het is vooral op een onderhoudende wijze moppig. Zie maar hoe het laatste hoofdartikel begint: direct zoo leuk: Men zegt dat vergissen mengchelijk is en dat de bekende teekenaar Johan Braakensiek een mensch is" ... Nietwaar? Daar wordt gezinspeeld op de mogelijkheid, dat Braakensiek geen mensch zou zijn ... Het is vernuftig. De bedoeling van het Dompertje-vanonzen-aardigen-ouden-pias-Valentijn is te protesteeren (in opgewekte, snaaksche taal) tegen de plaat, waarop een Antirevolutionair, met Catholica in hun wittebroodsweken op een bankje gezeten, het eerste wolkje" constateert (n.l. de ruzie om Breukelen) aan den huwelijkshemel". Catholica en de Antirevolutionair, gehuwdïl roept ons Dompertje uit. Er is nooit en nergens sprake van geweest! Het is geen huwelijk en moet het ook nooit worden! Daarin steekt het domme van het onder schrift l Wij zijn verbonden" aan de kerkelijken van protestante richting meer niet l Het is, zoo ge wilt, het Monsterverbond van Catholica. Maar zij is niet getrouwd metwien ook! Zij blijft altijd fijn geënga geerd en laat dit nu in Breukelen weer eens aan heel de wereld zien." Houd op ValentÜD, houd op! Het wordt te erg! Die kijvenj om Breukelen, is dat een gepast vermaak voor een engagementstijd f En dan iets anders, waardoor wümisschien in uw familieleven binnendringen, vergeef het ons, zeg eens, Dompertje, als gij met den Antirevolutionair maar geëngageerd" zijt, waar komen dan die zestig kindertjes vandaan, die in een van de kamers hun keeltjes zoo uitzetten? En horreur! noemt gij dat dan nog fijn" geëngageerd? Wühebben van fijne" engagementen altijd een ander idee gehad! Brieven uit het Zuiden. LIMBURG *** Er bestaat de laatste jaren eene onmis kenbare neiging in Nederland om meer belangstelling dan vroeger te toonen in alles wat beneden den Moerdijk gebeurt. Vooral het zuidelijk deel van Limburg, hetwelk als Groothertogdom" zoo lang vreemd heeft gestaan tegenover Holland", mag zich verheugen een groot deel van die belangstelling te trekken. Hoe is dat feit te verklaren? Gevoelt men in Hollaod,dat de Limburgers, in oorsprong een mengsel van zoovele na tionaliteiten, zich meer n gaan gevoelen met de Noordelijke broeders ? Is 't de herlevende politieke strijd, op karakteristiek Limburgsche wijze gevoerd, die zooveel aandacht trekt? Zijn 't de hooge sterftecijfers onder de kleine kinderen of het groot aantal ver lof houdei s", of de schrille crimineele sta tistiek? Is 't de wedergeboorte van een gevoel voor nationaal natuurschoon ? Of zijn 't slechts zuiver materieele mo tieven, die oorsprong vinden in het feit, dat daar in Limburg ondergronds schatten aan zwart goud zijn te vinden ? Wüzoaden 't niet durven beslissen, al vree zen wij, dat het laatst genoteerde feit wel het grootste aandeel zal dragen in de meerdere belangstelling, die thans Limburg trekt. Het is trouwens niet alleen materialisme, hoop op wimst, die de mijnindustrie zóó op den voorgrond doet treden; want was 't niet juist eene poging om heel de gemeen schap te doen deelen in het nuttig effect der kolen-ontgin n in g, die het ephemere Kamerlid uit Eden in de gelegenheid stelde zijne joyeuse entree op het Binnenhof te maken ? Tegenover de Hollandsche belangstelling staat ook eene Limburgscke en, behoudens bij de concessie-vragers en -jagers, gaat deze in tegeróvergestelde richting. De echte Limburger treurt als hij de hooge liften ziet verrijzen, de schoorsteenen de rook over zijne landouwen ziet drijven, en zijn rustige rust gestoord ziet door spoor weg en tram. De oude adel, die overtuigd is dat alleen in het landbouwbedrijf 's menschen ware geluk is te vinden, zint steeds pp middelen om toch den ouden goeden tijd van Poot te doen weêrkeeren. De grootste oppositie tegen eene snelle ontginning van het kolen veld heeft echter andere beweegredenen en berust uiter lijk althans op hoogere drijfVeeren. De Katholieke geestelijkheid jammert over de invasie van zoovele vreemde ele menten, die lang niet allen eene moreele versterking brengen en zeker niet zullen medewerken tot yergrooting van haar macht over de eenvoudige goede boerenbevolking, die jarenlang maar n gezag heeft gekend, het geestelijke". Van haar standpunt is er gegronde vrees. Bij snelle ontgianing en exploitatie zullen zoevele geïmporteerden hier komen, dat het spoedig uit zal zijn met de absolute alleenheerschappij van het Katholicisme: Die vrees is 't, die onder de aanvoerders der Katholieken eene beweging heeft doen ontstaan, welke voor Limburg geheel nieuw is. Men zou haast kunnen spreken en bladen hier doen 't dan ook van een Réveil van het Katholicisme. Verzamelen wordt geblazen alsof van alle zijden de vijanden op het aloude geloof losstormen. Op allen en alles moet het Katholiek cachet gedrukt, van het hoogste tot het laagste. Is er niet een Roomsch-Katholieke geitenvereeniging opgericht en adverteerde niet een dito paardenslachter ? Actie geeft echter reactie. Zoo is ook in andere kringen een poging waar te nemen om zich met het publieke leven te bemoeien, om ook partij te kiezen in den strijd die zich begint te ontwikkelen. Toch blijft 't bij beide bewegingen al geeft de eerste hoog pp van haar welsla gen poging en neiging. Poging bij de eerste, omdat 't tot nu toe niets is dan een gedwongen fraaiigheid, omdat de zachte dwang" te duidelijk er op ligt. Neiging bij de andere, omdat van een fiks en flink aanpakken, van een optreden om krachtig partij te kiezen nog niets blijkt. Vóór dat de Limburger zich dan ook ernstig en met geestdrift de belangen van de gemeenschap aantrekt moet er nog veel gebeuren! Voor een historischen optocht, voor een carnaval moge de middenstander en de in tellectueel nog iets gevoelen, voor zijn eigen belang moge hij nog vechten, zich warm

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl