Historisch Archief 1877-1940
No. 1684
DE A M S T E R D A M M E 11 W E E K B I, A D V O O il N K D E U L A N D.
achter het ploeggzer, die van de nieuwe
waarheid bezeten, deze zóó hartstochtelijk sta
melden, dat het een grotrtech geval werd
roor wie het bg woonden. Zoo is Holland een
bezetene, niet van een godsdienst, maar van
boüillonnante wetenschap en wordende wijs
begeerte, Tan wijsbegeerte, niet geordend en
gewogen en gecatalogiseerd, geen rustige
kristallisatie, als zgn meest gevierde
ambtgenooten", maar e«n bezetene van wijsbegeerte
in gedurige baring.
Hij U een vat van kenms, die kookt en
overkookt. Het is hem een sichtbaar
welbehagen zich een kosmos te gevoelen en eijn
omvattend wezen bruisend te doen uitgolven.
Hg ia geen bezonken kunstwerk, hij is een
stuk natuur. Maar natuur, die gedurig, bg u
en anderen, in hemzelf en om hem heen,
kunetgevoelens ontstaan doet, kunst wekt.
Het was de eerste maal, dat ik den
veelaangevallen geleerde mocht hooren, en ik
heb mijn indruk, mgn eereten indruk, onge
stoord door latere, hier willen vastleggen.
Als een getuigenis van eerlijke bewondering,
en vooral als een opwekking.
Een opwekking om naar dezen denker te
gun luisteren, die, eenzame hagepreeker, ook
de stilste lagen Tan uw gedachte- en gemoeds
leven, waar het voor uielf te diep was om
er toe te duiken, met warme drift openwoeit.
V. 8.
Inziet ii de Hoofdstad.
Saugefleurie i« de titel van het laatste
werk van Vincent d'Indy, dat in het Concert
gebouw ten gehoore is gebracht.
Saugefleurie was een fee, liefelijk om te
zien, en wonende aan de>i oever van een
meer, tnsschen bloeiende narcisgen, in den
stam van een hollen wilg, welk verbigf zg
zoo min verliet als een parel haar schelp.
Eens echter, toen een Koningszoon met
zgn gevolg voorbg kwam op de j acht, verliet
zg haar woon. De koningszoon zag haar aan,
geboeid door haar schoonheid en «g ook
-aanschouwde hem stout, in onschuldige
liefde.
Het was der fee echter niet geoorloofd een
sterfeljjken man lief te hebben; daarop stond
voor haar de dood. Toch bood zg geen weer
stand aan hare liefde en sprak :
Heer, de schoone dagen zjjn geteld, laat
ons hier wonen indien U dit welgevallig is.
Ongestoord zal onze liefde kunnen spreken
door onze oogen, en geen genoegen schijnt
mij zoo aanlachend dan hier samen te
verbleven. Naast U voel ik mij het harte lieht,
licht is ook het uur dat mg' noodt. Welaan
volgaarne geef ik U mjjn leven. Neem het,
doch ondervraag mg niet"
Liefde en dood staan immer op de loer;
meen niet dat zg die ik beween gespaard
bleef; zg verkwijnde op de eigene stonde.
Aldus naar de Contes des Fées" van Robeit
de Bonnières.
Nieuw is dit gegeven niet; echter d'Indy
vond er blijkbaar iets in dat hem aantrok
en dat hem de stof verschafte voor een
Poême symphoniqne". Mg komt dit zeer
verklaarbaar voor. Immers in Saugeflenrie
en de koningszoon vindt men de figuren
die vrouwelijke teederheid en mannelijke
kracht moeten vertegenwoordigen. En ont
moet men niet zeer vaak, zoowel in de
thema's der eymphonie-Allegro's of ouver
tures van de oudare meesters, als ia de
motieven der symphonische gedichten van
jongere componisten dergelijke contrasten?
Is de lïfde-ontboezeming ge en geschikt onder
werp voor de ».g. Durcbführung" en kan
dan het wegkwijnen van de fee niet voor
gesteld worden door de herhaling van haar
thema, maar thans in duistere en sombere
tinten?
Ziedaar lezer, tevens in enkele trekken
geschetst de hoofdvorm zooals zg nagenoeg
voorkomt in de meeste eymphonische
compofitiën.
d'Indy is zoo mededeelzaam geweest zijn
onderwerp in de partituur te doen afdrukken.
Had hij het niet gedaan, zgn muziek zou
misschien niet dien indruk gemaakt hebben
op de verbeeldingskracht van den toehoorder,
doch zg zou er absoluut niete minder om
zgn geweest, zoo duidelijk en klaar is de
expositie van het wert.
Ik zoo zelfs noj een stap verder willen
gaan en beweren dat ik het gansch niet
onmogelijk zou gevonden hebben, wanneer
de componist uit eigen vrije phantasie bad
geput en later, bladerende in de sprookjes
van de Bonnières en getroffen door de ana
logie van Saugefleurie en zgn eigen
phanUsie, het besuste sprookje eerst dan had
geadopteerd voor zijn opus 21.
Maar het jachtmotief v«n het tweede
thema, vraagt de lezer misschien ? Eilieve,
ia het zoo onmogelijk dat hoorn-en trompet
Miiiiiiiiiimniiii
meester* over het leren hem toematen. Eén
keer slechts werd hij radeloos, en het zweet
op zgn lichaam werd koud, maar hg ont
worstelde zich aan dit gevoel. Hij trachtte
in zgn lot te berusten dooi zich zekere pas
sages uit de Yin Chih Wen" (Het tactaat
van den Rustige» Weg) te herinneren, maar
in plaats daarvan zig hij steeds zgn
droomtuin van overpeinzing en rust. Dit kwelde
hem, totdat Lij zich overgaf aan don droom,
en in zg'n (uin zat te luisteren naar het
klingelen van de windklokjes in deboomen.
En zie! terwg'1 hg zoo zat te droomen, kon
hij zich de pa^ages uit Het Tractaat van
den Kustigen Weg" herinneren en ze op
Zeggen, .
Zoo ging de tijd aangenaam voorbg, tot
men Atimaono bereikte, en de muilezels
draafden tot aan den voet van het schavot,
in welks schaduw de ongeduldige sergeant
stond te wachten. Haastig werd Ah Cho bij
de ladder op geleid. Beneden hem waren
aan de ne zijde al de koelies van de
plantage verzameld. Schemmer had geoor
deeld, dat de gebeurtenis een goede aan
schouwelijke les zou zgn, en had daarom al
de koelies van het veld geroepen. Toen ze
Ah Cho in het gezicht kregen, fluisterden ze
druk onder elkaar. Ze zagen de vergissing,
maar hielden dit voor zieh. De ondoor
grondelijke blanke duivels hadden zich onge
twijfeld bedacht. In plaats van het leven
van den eenen onschuldige, namen ze het
leven van een anderen onschuldige. Ah Cho w
of Ah Cho , kon het schelen wie? Ah
Cho zou men het hoofd afkappen, maar zij
gingen terug naar China, als hunne twee
jaren dienst om waren.
Schemmer had zelf de guillotine gemaakt.
Hg waa een handig man, en hoewel hij nooit
geschal wordt aangewend ter kenschetsing
van een mannelijk figuur?
Een wonderschoon ietwat omfloersd thema
schildert de fee. Men weet het o. a. uit
zgn Ferval-muziek hoe d'Indy meester is
in het schrijven van teere effecten en hoe
hg aan zgn orchestklank die geheimzinnige
ingetogenheid weet te verleenen, die OM hier
ook zoo dadelgk gepakt heeft
Niet minder gelukkig was ook de compo
nist in het vinden van zijn tweede motief,
een levendig driekwart rythme van twee
maten met bewegelijke triolenfiguren.
In de Durchfiihrung" kon van men even
eens den meester bewonderen, die den vorm
weet te kneden naar zg'n wil. Geen
overtogen effecten, maar een wijs maat houden
in de aanwending der motieven En het
slot als in poëzie gedrenkt, door en door
fijn en subtiel en van een bstooverenden
orchestklank.
Waarlgk d'Indy's werk was een noviteit,
waarvoor wg den heer Men gel berg zeer dank
baar m«gen zgn. Gespeeld werd zij zoo schoon
als men zich maar denken kan. Eere hier
voor Mengelberg en zijn orchest!
Op denzelfden avond hoorde ik nog Haydn's
c mol symphouie met het bekende Menuett
of liever het Trio daarvan, waarin onze voor
treffelijke violoncelmeester Gerard Hekking
een fijn staaltje van licht, gracieus
pianissimo«pel ten bette gaf.
Voorts genoot ik nog
vanMozart'sEs-durvioolconcert, door concertmeeeter Jnlius
Thornberg met groot meesterschap en
zielvollen toon voorgedragen. Het Adagio vooral,
waarin Mozart zijn hemelsche ziel zoo recht
heeft uitgezoEgen, WEB een en al wellui
dendheid. Maar ook in de beide
Allegrodeelen kon men bespeuren hoe Thornberg
aan zelf beheerschiog, speciaal ten opzichte
van rhythmiek gewennen heeft.
Set Kerk-Concert dat door de dames
Noordewier en de Haan en den heer A. B.
H. Verhey 1.1. Zondag in de Luthersche kerk
gegeven is, schonk den talrijken hoorders een
zeldzaam genot. Zeldzaam door den hoogen
trap van volmaaktheid waarop al de voor
drachten stonden en niet minder zeldzaam
door de interessante samenstelling van het
programma.
Met een meesterlijke uitvoering van Bach's
a-mol Preludium en Fuga werd de middag
geopend. Inderdaad, dat was Bach in al
zijn grootheid en zelfs met het weinig
medewerkende orgel van de Luthersche
kerk wist de heer Verhey een imposanten
indruk te bereiken. Hoe sterk verbleekt is
reeds Mendelssohn's muziek (A-dur sonate)
in vergelijking met den reus Bach. Maar
liefelijk was het toch wel. Het derde
orgelnammer, een bewerking van het Halleluja
koor uit Handels Messias" van den bekenden
orgelcomponist A. W. Gottschalg, kon mg
slechts matig bekoren. Ook kon ik mg de
verschillende tempo-modificaties niet verkla
ren. Zou de dirigent Verhey in deze niet een
andere opvatting hebebn dan de organist
Verhey?
Maar ik had eigenlijk eerst over de
zangvoordrachten moeten schrijven.
Twee duetten van Handel, n uit Semele"
en n uit Esther", een duet Mortis causa"
van Nic. Porpora en vier Mariënlieder voor
sopraan en alt van Max Reger waren de
nummers, waarin zich de stemmen der beide
dames vereenigden tot een vlekkeloos zuiver
ensemble van ongerepte schoonheid. De zeld
zame adel in de voordracht en de hooge
opvfctting vaa lederen stijl maakten elk num
mer tot een juweel.
In H c del bewonderde men den meester
van de klassieke periode met haar strenge
lg'ueu. Porpora boeide ons door zijne war
mere tinten; hij bracht ons te midden van
het renaissancetgdperk. Zijne driedeelige
da capa-vorm herinnerde ons aan Scarlatti,
Greeo en Durante uit Napels eu zijne
dissoneerende Vorhalten" aan den Venetianer Lotti.
Met Reger's Marialiederen kwam de mo
derne kunst aan het woord, hoewel Reger
zica hier beijverd heeft eenvoudig, ja.
volkstümlich" te schrijven. Vooral het derde lied
sprak zeer aan door zgn innig karakter.
In hare soli lieten de beide dames het
oude volkslied op den voorgrond treden.
Mevrouw Noordewier verrukte ons met
haar glasheldere, klare stem in Die Psyche
ladet Jesum in laren Grarten" (1704),
Benedictio Puerilis (1430) en een kerstlied
Sueani", uit de veertiende eeuw.
Mevrouw de Haan vergastte ons met haar
vol en warm orgaan op?Deram Abend dan
kende (1091), Zu Belblehtm geboren (1638),
waaruit later het bekende SandiLÜanchen"
is ontstaan, een lied dat aan de bewerking
van Brahuis vooial zijne groote verspreiding
dankt; en ein alles Lobgesang von Christi
Himmelfabrv'.
Ook in de orgelbegeleidingen gaf de heer
Verhey blijk van zijn fijngevoeligheid in de
registratie. Toch zouden hem enkele efiecten
een guillotine gezien had, legde de Fransche
beambte hem het princi je uit. Op zijn raad
was besloten, de terechtstelling te Atimaono
te houden in plaats van te Papeete. Het
tooneel van de misdaad, had hij geredeneerd,
was de beste plaats voor de straf.
Schemmer had ook aangenomen, om als beul
op te treden, en in die functie stond hij nu op het
gcbavot, proeven nemende met het instrumert,
dat hij gemaakt had, Een pisang-boom, die de
stevigheid en dikte van een menschen-nek had,
lag onder de guillotine. Ah Cho keek toe
met geboeide blikken, De Duitscher, een
kleine kruk omdraaiende, heesch het blad
naar boven. Een ruk aan een dik eind touw
maakte het los, en flikkerend viel bet blad
naar beneden, netjes den pieangstani in tweeën
splijtend,
Hoe werkt ie?"
De sergeant, die boven op het schavot
verscheen, had de vraag gedaan.
Prachtig," antwoordde Schemmer, opge
togen; ik zal het u laten zien."
Weer draaide hij de kruk om, die het blad
opheesch, rukte aan het touw en krakend
viel het staal op den zachtea boom. Maar
dezen keer ging het slechts door twee derde
van het hout heen. De sergeant keek nijdig.
Dat gaat zoo niet," zei hij.
Schemmer wischte zich het zweet van het
voorhoofd. Er moet meer gewicht op," zei hij,
Naar den rand van het schavot gaande.
gaf hij orders aan den smid om een 25 pouds
stuk ijzer te halen. Terwijl hij zich bukte,
om dit aan het breede boveneinde van het
blad te bevestigen, keek Ah Cho vluchtig
naar den sergeant en zag zijn kans schoon.
Meneer de rechter heeft gezegd, dat Ah
Chow onthoofd moest worden," begon hij.
De sergeant knikte ongeduldig. Hg dacht
stellig verrast hebben, als hg die in het
kerkruim had kunnen waarnemen; b.v. het
gebruik van het FagDt-register in het laatste
altlied, hetgeen een eenigszins scherpen in
druk maakte: Het orgel in de Lutb. kerk
bezit slechts een paar stemmen die voor
solo-begeleiding geschikt zg'r.
Met groote dankbaarheid zullen ongetwij
feld de talrijke besoekers terugdenken aan
de heerlijke oogenblik ken, die hun het voor
treffelijk drietal kunstenaars geschonken heeft.
AST. AVERKAÜP.
De Stiligen inde A*«ns(.Naar het Engelsen
van MAEOARET TIIABOR, door H. F.
Deventer, Terbraak.
Het doel van dit boekje is, de bezoekers van
musea en kerken, de liefhebbers van schilde
rijen in te lichten omtrent de voorstellingen,
welke van de heiligen worden gegeven. Daarin
wordt dan gezegd b. v. dat de heilige Paulus
wordt afgebeeld: klein van gestalte, met een
bruinen baard, hoog voorhoofd en arendsneus,
een boek en een zwaard vasthoudend. Er worden
een paar bizonderheden uit het Ie ?en van den
heilige verhaald met een overzicht in enkele
woorden van zgn leven. Indien ik mg echter
wel herinner is er te Neurenberg in het
Germaanse hèMuseum een Paulus door
Kernbrandt, een heerlijk klein paneel, maar de
baard is daar, meen ik, grgs en niet bruin.
En xoo komt niet steeds uit, wat dit ge
schrift brengt. In den Baedeker staan de
herkenningstekens van de heiligen niet
altgd gememoreerd en zoo kan er zicïnu
en dan een geval voordoen, waarbij men
uit deze bladzijden iets verneemt, hetgeen men
niet wist. In het algemeen zie ik het nut
van dit uitgaafje niet in. Het is een zeer
ge brekkig product van een Engelsche j uffron w.
Onder de opsomming van de beschermhei
ligen zoek ik b.v. te vergeefs naar de H.
Genoveva; wel wordt er iets over haar gezegd,
doch, dat zg de beschermhe lige van Parg's
is, wordt vergeten.
Er had van de stof, die aanleiding tot dit
compilatietje heefc gegeven.iets betersgemaakt
kunnen worden. Men had met meer methode
moeten te werk gaan. Het gewichtige had
niet mogen worden voorbijgegaan; de schil
derijen hadden moeten vermeld worden,
symbolen meer ontvouwd enz. enz.
Zouals het boekje daar ligt, heeft men er
weinig of niets aan en is het alleen goed om
den bandkoffer er mee noodeloos te bezwa
ren. Gelukkig is het gewicht ook in
materieelen zin ervan niet groot. Wie dus
genoegiaam ruimte in zgn koffer heeft, kan
het er nog wel instoppen en de beteekenis
van de een of andere figuur op een schilderij
in de Ufiid of National Galery zal voor hem
duidelijk worden. Ook prullen kunnen te pas
komen en hun nut hebben.
F. EEENS,
0
Een tebt Bit het Bijltje.
Eerst heden kreeg ik onder de oogen wat
Peregrinus in nummf r 1678 van dit Weekblad
onder bovenstaanden titel schreef.
Mag ik beginnen Peregrinus te wg'zen op
eene onjuistheid waar hij mg' op de Sociale
Week te Utrecht de waardeleer van den
Oostenrijker Von Böhm Bawerk laat ver
kondigen? Dit kan reeds daarom niet juist
zijn wijl ik nooit van een waardeleer gehoord
heb, waaraan die geleerde zyn naam verbond.
De waardeleer, door mij op genoemde Week
gesteld tegenover die van Marx was die van
Jevons. (Zie verslag blz. 141).
Maar dit ter zijde.
Doel van mijn schrijven is iets te zeggen
over de beteekenis van den bekenden tekst
van Lucas VI. 35: Mutuum date nihil
inde sperantes.
Ter verdediging van het woeker verbod
worden door de middeleeuwsche juristen en
canonisten een aantal gronden opgegeven,
vele van eerbiedwaardigen ouderdom. Zoo
ontleende men aan Aristoteles het argument:
pecunia pecuniam parere non potest. Niemand
kent tegenwoordig aan dat argument nog
eenige waarde toe.
Lang heeft men zich ook beroepen op
bovenstaanden tekst. Ik meen ten onrechte.
In Lucas VI: 29?gqq worden geen verplich
tingen opgelegd, alleen de beoefening der
volmaaktheid aangeprezen.
Tegenover elkaar worden gesteld zondaren
en zij die luisteren naar den Zaligmaker.
Liefhebben diegenen, die U liefhebben,
doen zondaren ook.
Weldoen aan hen, die aan U weldosn,
doen zondaren ook.
l'itleenen aan hen, die ook aan U leenen,
doen zondaren ook.
Maar de volgelingen van den Zaligmaker
aan den 15 mijls rit naar den windkant van
het eiland, welken hij dien namiddag vóór
zich had, en aan Bertha, de mooie half bloed,
dochter van Lafière, den parelhandelaar, die
na den afloop op hem wachtte.
Welnu, ik ben Ah Chow niet, i i ben Ah
Cho. De cipier heeft een vergissing begaan.
Ah Chow is een lange man, en u ziet, ik
ben kort,"
De sergeant keek hem vluchtig aar, en
zag de vergissing.
Schemmer," riep hij gebiedend, kom hier!"
Da Dnitscher bromde, maar bleef gebogen
over zijn taak, totdat het blok ijzer naar
zijn zin was vastgebonden.
Is de Chinago klaar?" vroeg hrj.
Kijk hem eens aan," was het antwoord.
Is hij de Chinago?"
Schemmer was verrast. Hij uitte een kor
ten, krachtigen vloek, en keek spijtig naar
het ding.dathij met zijn eigen handen gemaakt
had, en dat hij zoo graag wou zien werken.
,,Kijk 'es aan," zei hij ten slotte, we kun
nen de zaak niet uitstellen. Ik heb al drie
uren werk van die 'vijfhonderd Chinago's
verloren; het gaat niet op, nog eens zooveel
te verlieaen voor den ree aten man. Laat de
vertooning toch maar doorgaan, 'c Is maar
een Chinago!''
De sergeant dacht aan den langen rit vóór
zich en aan de dochter van den parelhan
delaar, en streed inwendig.
Ze zullen Cruchot de schuld geven, als
het ontdekt wordt," drong de Duitscher aan
Maar de kans, dat het ontdekt wordt, is
niet groot. Ah Chow zal het tenminste niet
ve; klappen."
De schuld ligt in geen geval bij Cruchot",
zei de sergeant. Het moet een vergissing
van den cipier geweeat zgn."
moeten liefhebben, weldoen en uitleenen:
nibil inde sperantes: zonder bijbedoeling,
zonder hoop op wederkeerigheid. Nihil inde
sperantes slaat terug niet alleen op uitleenen,
maar ook op liefhebben en weldoen. Over
leenrente spreekt de tekst niet.
De stelling die ik in 1894 achter mgn
proefschrift schreef: Het beroep dat gedaan
wordt op Lucas VI: 34, 35 om het ongeoor
loofde der leenrente te bewijzen, gaat niet op.
De woorden mutuum date nihil inde
sperantes" beteekenen: wanneer gg aan
iemand ter leen geeft, doet dat dan niet in
de hoop op vergelding", die stelling handhaaf
ik ten volle.
Vandaar dat de vertaling van het woord:
inde" in de nieuwe Nederlandsche vertaling
van het Heilig Evangelie, uitgegeven door
de apologetische Vereeniging Petrus Canisiua
mij zeer gelukkig voorkomt.
Utrecht, 27 Sept. 1909. D. A. P. N. KOOLEN.
(Wg ontvingen het bovenstaande te laat om
Peregrinus" in de gelegenheid te kunnen
stellen er reeds in dit nummer op te ant
woorden. Red.)
Berichten.
BDDYARD KÏPLIKG is weer met kracht be
gonnen aan het schrgven van korte verhalen.
Het jongste nummer van Harper't bevat een
verhaal The house jurgeon1' waarin een
bovennatuurlijk motief wordt verwerkt. Voor
The Eelinentor heeft hg onderhanden een
serie van vgf verhalen, welke hg genoemd
heeft n A doctor of medicine", The wrong
thing", St. Wilfred", Cold iron" en
Gloriaua".
De volgende week zal van hem verschijnen
een boek Aciions and reactioni, bevattende acht
vertellingen, elk verhaal gevolgd door een
gedicht dat betrekking heeft op het vooraf
gaande verhaal.
Als een auteur eenmaal naam gemaakt
heeft, denkt hg gaarne terug aan den tijd
toen zijn eerste pennevrucht op de litteraire
tafel verscheen. Kipling vertelde eens op
welke zonderlinge wijze zgn eersteling het
licht zag. Hg was, toen dat geschiedde, mede
werker aan een Britsch-lndische courant,
waarin hg verzen schreef. Uit een honderdtal
dier couranten knipte hg de gedichtjes en
plakte ze, aan ee^e zijde, op stroken. Deze
stroken werd m met rood band aan elkaar
gehecht en van een bruin papieren omslag
voorzien, zoodat het geheel, naar 't formaat,
wel wat geleek op een gouvernementscouvert.
Hg kocht nu voor eenige shülings briefkaar
ten met antwoord betaald", schreef op den
eenen kant den titel van zijn boek en den
prgs en aan den anderen kant voluit zgn
naam; zóó gingen ze de wereld in, met de
krant. Werkelijk biacht hg op die wijze al
de exemplaren van zgu bundeltje aan den
man. Alles wat binnenkwam was zuivere
winst voor hem-zelf; hij vertegenwoordigde
schrijver en uitgever beiden. Het debiet vaa
dit zonderlinge boek steeg allengs zoo hoog,
dit de voorraad exemplaren geheel uit
geput raakte. Het werk mocht totaal uit
verkocht" heeten. De sterke drang naar eene
tweede oplaag" scheen de ijdelheid van dea
auteur ietwat te prikkelen; hij vond: het
adres van een uitgever op 't titelblad stond
toch beter ; zijn naam en zgn werk zouden
dan ook worden opgenomen in de ecgelsche
boekenlijsten. Zoo werd, door weglaten en
bijvoegen van eenige gedichten, uit den ouden
bnndel een nieuwe samengesteld en opge
zonden naar een Londensch uitgever, die wel
zorg droeg dat Kipling's werk veel koopers
en ook veel lezeis vond.
Loflied ran een Duitser on Cnr^ao.
Hanns Heinz Ewers heeft onder den titel
Mit meinen Avgtn, een boek uitgegeven waarin
hg' verslag geeft van zgn reis door
ZnidAmerika, en over Curacao zich o. a. in de
volgende bewoordingen uitlaat:
Langzaam voer de Patagonia" in den vroe
gen morgen de haven in. Ik lag nog in bed
toen een hofmeester mg kwam melden dat
de havendokter aan boord was en de passa
giers wenschte te onderzeeken.
Die mededeeling liet mg geheel koud daar
ik in dozijnen West Indische havens geleerd
had, dat dit onderzoek slechts een wassen
neus is; dat de heeren doktoren nauwelijks
de passagiers of de bemanning aanzien, maar
liefst zoodra mogelijk den gezondheidspas
ocderteekenen, twee of meer ! glaien bier
drinken en zoo spoedig mogelijk weer ver
dwijnen. Ik haaste mij daarom volstrekt niet,
stond op den gewonen trjd op, nam een bad,
kleedde mij langzaam en begaf mij naar de
ontbgtzaal, wiar ik tot mijn grootste ver
wondering den hollandschen arts vond, die
meer dan een uur op mij gewacht had, nadat
hij de andere opvarenden reeds onderzocht
had. Ik maakte mijne verontschuldiging, en
dat was ditmaal niet een gelegenheidsphraee
alleen. Een havendokter die zijn plicht doet,
die zijn bezoek op het binnenkomende schip
niet beschouwd als een gemakkelijk baantje
iiiiiiiiiiiMimmitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMHimiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiitiiiiiui
40 cents per regel.
QBNAC'MBlBl
Apten: KOOPIMBRUimER, Aisterdai,
BOUWT te NUNSPEET.
Inlichtingen bg het bouwbnrean Arti",
aldaar.
l-LSLien
C. H. VAN DER VELDEN, Fa. G. B. BêSCB, lofjnw.
KALYERSTK. 153, b k Spui, Ansttrdam. Tel 2045.
Piano-, Orgel- en luziekhandel
Meyroos <f* 14«Ishoven,
ARNHEM, KONINGSPLEIN.
VLEUGELS en PIANO'S
in Koop en in Huur.
REPABEEBEN STEMMEN RUILEN.
Vraacjl
to/ni 'mei JalryJce 'ni
/, uraatvnder
Jfobk^Jriumph
fa L
Koopt UITSLUITEND BOTER ONDER RIJKSCONTROLE.
De STAAT GARANDEERT U een ONVERVAL.SCHT product.
Roterhandel ZUIDLAREN", RE8ULIERSBRACHT 27. TELEFOON 8935.
Laat ons er dan mee doorgaan. Wie kan
nu den nen Chinago van den ander her
kennen? We kunnen zeggen, dat we de
instructies uitgevoerd hebben met den
ChiEago, die ons werd overgeleverd. Bovendien,
ik kan al die koelies niet voor den tweeden
keer van hun werk houden".
Zij spraken Frarsch, en Ah Cho, hoewel
hij er geen woord van verstond, wist toch,
dat ze oyer zijn lot beraadslaagden. Hij wist
ook, dat de beslissing lag bij den sergeant,
en hij hing aan de lippen van dien beambte.
,,In orde!'' riep deze. Vooruit er meel"
Ik ga voor alle zekerheid nog eens
probeeren." Schemmer schoof den pisangstam
naar voren onder het m^s, dat hij omhoog
had geheschen.
Ah Cho trachtte zich spreuken te herin
neren uit het Tractaat van den Kustigen
Weg." Leeft in eendracht!" kwam hem in
de gedachte, maar dit was niet toepasselijk.
Hij zoa niet leven. Hij ging sterren. Neen,
dit was niet geschikt. Vergeef boosaardig
heid"?ja, maar hier was geen boosaardig
heid te vergeven Schemmer en de rest deden
dit niet uit boosaardigheid. Voor hen was
het slechts en karwei, dat gedaan moest
worden net als het opruimen van een
wildernis, het graven van slooten, of het
planten van katoen. Schemmer rukte aan
het touw, en Ah Cho vergat het Tractaat
van den Kustigen Weg. Het mes schoot met
een plof naar beneden, een gladde Echg'f
van den boom afsnijdend.
Mooi!" riep de sergeant, die juist een
cigarette aanstak. Mooi, m'n waardel"
Deze lof deed Schemmer goei.
Komaan, Ah Chow," zei hij in de
Tahitische taal.
Ik ben Ah Chow niet" . . . waagde Ah
Cho nog te zeggen.
Hou je stil!" waa het antwoord. Als je
de bek weer open doet, breek ik je de kop."
De opzichter dreigde hem met de gesloten
vuist en hij waa stil. Wat gaf het, te prote
steeren? De vreemde duivels kregen toch
altijd hun zin.
Hij liet zich vastbinden aan de vertikale
plank, die de lengte had van zgn lichaam.
Schemmer haalde de gespen aan zóó stijf
dat de riemen hem in het vleesch sneden
en pijn deden. Maar hij klaagde niet. De pijn
zou niet lang duren. Hij voelde, dat de plank
door de lucht bewoog, en horizontaal gelegd
werd, en hg sloot de oogen. Op dat moment
zag hij voor het laatst een glimpje van zijn
t ui u van meditatie en rust. Het scheen hem,
alsof hg in den tuin zat. Er woei een koele
wind, en de klokjes in de boomen klingelden
zacht. Ook maakten de vogels slaperige ge
luiden, en over den hoogen muur heen kwam
het getemperde geroezemoes van het dorps
leven.
Toen werd hij zich bewust, dat de plank
ophiald te bewegen, en de drukking en span
ning van zgn spieren vertelden hem, dat hg
op den rug lag. Hg opende de oogen. Vlak
boven zich zag hij het opgehangen mes schit
teren in den zonneschijn. Hg zag het gewicht,
dat men had toegevoegd, en merkte op, dat
n van Schemmer's knoopen uitgeschoten
was. Toen hoorde hij de stem van den sergeant
het scherpe commando geven. Haastig sloot
Ah Cho de oogen. Hij wilde dat mes niet
neer zien komen. Maar hij voelde het n
lang, voorbijgaand oogenblik. En in dat
oogenblik dacht hij aan Cruchot, en wat die
gezegd had. Maar Cruchot had ongelijk. Het
mes kietelde nipt. Dat wist hij nog, vóór hij
ophield te weten.