Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1684
Rostand, door Ernest la Jeunesee.
Chanteclair
van EDMO.ND ROSTAND.
Op een kleurigen schotel van Bretonsch
aardewerk ziet men wel een haan geschil
derd, on daaronder de -woorden :
Quand ce coq chaitera
Mon amour finira.
De verliefde Bretonner, (of, nietwaar, de
poëtisch gestemde Amerikaan er zijn
er! , die op een vacantiereis zoo'n bord
vindt) zendt het als geschenk aan zijn lieve
liefste: die weet dan met vrij groote zeker
heid, dat de minne, die haar lief in 't hartjen
leit, ten eeuwigen dage blijft duren
Het scheen sedert jaren al, dat men geen
.aardig versierd Bretonsch bord noodig had
otn zijn meisjen even poëtisch van de duur
zaamheid zijner liefde kond te doen. Sedert
zeven volle jaren wacht immers de be
schaafde wereld op de opvoering van
Rostands Chanteclair", het stuk waarin de haan
Chanteclair, tusaehen andere dieren optre
dend, de hoofdrol vervullen zal. En die haan
ging maar niet kraaien. De wissel op eeuwige
liefde scheen even zeker of men 't bord
zond met de spreuk er op, dan wel de
enkele naam Chanteclair"....
Quand ce cog Chanteclair chantera
. Mon amuur infini finira.
Men kon 't gerust schrijven.
* *
*
Het schijnt nu niet meer aldus te zullen
zijn. Uit een Parijschen brief, hierachter
afgedrukt, kan men de bizonderheden ver
nemen.
Maar het heeft moeite gekost eer 't zoo
ver was!
Van 1902 af, toen Rostands nieuwe plan
nen bekend werden, heeft de tooneelwereld,
en die der letteren, in en buiten Parijs,
met nieuwsgierigheid gewacht. Rostand ging
een dieren-spel schrijven, Aristophanes met
zijn Vogel" naar de kroon stekend. Zooals
die oude Atheensche aristocraat, die de
democratie van zijn tyd te lijf ging in
allegorie en scherpe satyre, zou Rostand
?wel verder bedoelingen hebben dan een spel"
en zou de Derde Republiek'' van hem
zeker wat raaks vernemen! Wat ging er
in 't hoofd van dien eenzamen Rostand om,
terwijl hij in zijn overrjjk landhuis aan den
voet der Pyreneeën Frankrijks décadence"
overdacht P Zou een nieuwe Aristophanes
de kwalen der moderne sociale en politieke
utopieën" en van het democratisch bederf
komen geeselen?
De kunstenaars 03 den boulevard, de
actrices amoureuselijk politiseerend in hare
loges, de neusoptrekkende fijne dames van
den royalistischen boulevard St. Germain,
allen waren nieuwsgierig ...
Nieuwsgierig naar het stuk, nieuws
gierig naar het spel.
"Wat het spel betreft, Coquelin zou de
haan zijn. Coquelins naam reeds gaf hem
er recht op! Coquelin voelde zich ziek en
zwaarmoedig, maar de gedachte Kostands
nieuwe schepping, Rostands meesterwerk"
zei Coquelin bewonderend tot zijn vrienden,
in den avond van zijn leven en op 't hoog
tepunt van zijn roem te mogen vertolken,
en zoo een schoon kunstenaarsbestaan te
kunnen bekronen, sterkte hem zeer.
. Maar Chanteclair" kwam niet af!
Toen kwam eindelijk Chanteclair" wél af,
en Coquelin logeerde heele weken bij zijn
grooten vriend, chez mon cher Rostand",
in het verre Cambo tusschen de palmen,
om over de mise-en-scène te raadplegen.
De maitre was vriendelijk, het uitzicht op
de lichte bergen zeer riant, het logies be
koorlijk als een zomersprookje, maar de
dichter scheen telkens ziek ..., of er was
iets anders, dat haperde ..., en zoo gingen
de jaren voorbij en de speelseizoenen, en
telkens tevergeefs werd van de eerste op
voering, die eindelijk, eindelijk komen zou,
in de pers gefluisterd.
Chanteclair ging nog steeds niet."
Men zei, dat dat uitstellen Coquelin zeer
drukte, dat hij somberder werd.
Eindelijk, gepasseerden winter, stierf
Coquelin.
Toen kwam de poëet Rostand per sneltrein
uit het zonnige zuiden om zijn ainien viiend
bij de begrafenis te eeren. Hij meld eeti
rede in klassieken stijl, aan de open groeve
een beheerschte smartkreet aanhollend als
een held uit een drama van Sophoclcs.
Gij zoudt Chanteclair zijn gewetsi. Wie
zou u, groote acteur, hebben overtroffen V
Voor u heb ik het stuk gemaakt. Voor
en door u is het geworden. Weg niet
dit stuk. Het is niet meer vau mij.
Ik heb niets meer met dit stuk te
maken. Ik wil, nu gij daar ligt, uiers nieer
er over te zeggen hebben. Ik laat het uw
zoon. Hij doe er mee wat de piëteit voor
zijn vader hem ingeeft. Hij kan tiet neer
leggen dat het nimmer wordt gespee'd. Hij
kaa handelen ermee naar zijn welbehagen!'
Aldus sprak plus de schooiirolle>;rle,
zeer academisch-golvende Rostands^he zin
nen de zoete dichter uit Cambo.
En na de begrafenis bleef bij te Parijs,
daar voor het vinden van een
hoofdrolvervuiler" talrijke démarches, talrijke in
triges, een heel spel van tooneel-polit.ek te
?wachten -was en hij, hoe bedroefd dan ook,
daarin het meest zou hebben te zeggen ...
Het scheen wel in die dagen of Rostand,
in zijn fijne hotelkamers zich gedurig
terugLucieu Guitrv, vervuiler der hoofdrol.
" »
Guitry, door Sem.
trekkend, een President van de Republiek
was, bezig met de keuze van een nieuwen
Premier,... dien hij, verhaalde men, sedert
jaren reeds, voor zichzelve, had aange
wezen ...
Men zei, dat hij sedert jaren reeds inge
zien had, dat Coquelin voor de Chanteclair
niet geschikt was ... Dat hij, de onmoge
lijkheid inziende, op diens dood gewacht
had... Men zegt zooveel in Parijs.
Te veel vaak.
Hoe het zij, de worsteling om Coquelins
erfenis gin* inmiddels baar gang. Het
regende valsche en juiste berichten. De
spotprenten en spotversjes schoten als padde
stoelen op.
In de Cri de Paris las men in die dagen
deze alleenspraak van den heer Rostand",
waarin de schrijver zooals de lezer zal
opmerken nimmer vergat, dat het stuk
een »og«Z-stuk is, inplaats van een
menschencomedie.
DE KLACHT VAN DE,\ DILHIEU.
Quand mon cher Coi/uelin moiirttt
- out Cabotinville accournt
Au convoi de l'artiste insigne ;
Car Ie bruit s'était ré/jamiit
Qu'en exfnrant il ava^t dii
Légucr Chantecler au plus digne.
Het eerst verschijnen de officieele
candidaten, de Féraudy en de zeer ijdele Le
Bargy, beiden van den Staatsschouwburg,
de Cjmédie Frani;aise," en dus gesteund
door het ministerie.
Le plus digne, cent moi, pardi!"
( fia monsieur de Féraudij.
Enflammédu plus chaud des zèles.
Le cii-ur par l'espoir larg>:
C'est moi", répligua Le Jiargij
Qui se sentait iiousser des ailes.
Dan de divine" Sarah Bernhardt, die
nergens mankeeren mag, en wier stem in
deze verzen is te hooren:
T,V<>tre cocorico sera"
Ti'lcjj/wna notre Sarah,
&' vous i'uu'ez, won cjiant du cijgne.
J'our pen ijue vous <ujez dn flair,
J'iftterpréterü', (,'hantecler
Nul antre n'en etant plu-s digne."
Rostand peinst dan bedroefd, ziende hoe
tusschen den directeur Hertz, geholpen door
den jongen Jean Coi|ueliu, en den directeur
Claretie van de Comédie Franeaise," dien
minister Doumergue steunt, de strijd woedt.
Sontbre cai!i'!icm/.n', i/ >///?-? ;/''"?''
(In .ve d>f)>><1i' i'i >i""i '»/? -M' in r/i.r
J/i/ volailii' ii /K'/.ni' >?' ' .
Crixp'iiit /.s /idiitg-i. Il, i ;; in i/i'/', nt/,
Atdr [tur ./<'.//,', /r /.w/'" ///"'>//.
('Vtttt'l' l)<t.-:lllfl 'j l"' l'/ ( II''' /i".
Jean GYqu hu, zü<i:>. v.:u Cou'ielm ainé.
Edtnond Rostand.
Kt lif/ii/l-, /«;?.-', iianrrc lt'ixf.<ind,
/>i' l' Itlit' j;l.<:'lit'itll .«'il' l'--H/''lldx
Muli/ r t'i'r.i unit "'<?>' r/v'.v '/'? fi'iniHi'.
l);-* iijiiiclx ij'/ii>iiiin-'n . . . i'.t. In unit
,/'? fl'i'i' IJII-'. IIKIII liixt'llll l'llil,
J'mui', iliui* In/i' tniu'initi' inf'iini'.'
Marmite" heet, als ik 't ook dien lezer,
die er dikwijls van genoot, vertellen mag,
de klassieke Fransche kook-pot, waarin
het maal bereid wordt voor de gansche
familie.
De acteur, dien Rostand sedert lang reeds
op 't oog zou hebben gehad, of dien hij,
wie zal 't met zekerheid zeggen, Coquelins
meest waardigen opvolger achtte, was de
hier te lande niet overbekende Lueien
Guitry.
Guitry is een van de acteurs, die men 't
minst buiten hun land kan zien optreden;
hij is de directeur, regisseur en eerste
acteur van zijn door en door Panische"
schouwburgje, de Renaissance". Hij is
ongetwijfeld een van Frankrijka grootste
tooneelspelers. Hoewel thans mér
Parijzenaar dïiii vele zijner confraters, heeft juist
hij het voor de Fransche tooneelisten zeld
zame voorrecht gehad een deel zijner op
leiding te genieten ver van den boulevard.
Omtrent het jaar '80, de twintig nog niet
of nauwelijks gepasseerd, verbond Guitry
zich aan den Kranschen schouwburg te
St. Petersburg. Men weet, dat de Russische
kunst, zoowel de schilder- als de
tooneelkunst, en dan met name de Petersburgsche
scholen", geënt zijn op wat er leefde en leeft
in den Franschen kunstzin. S>edert
Catharina II voor haar minnaars de pruiken, de
parfumerieën en zelfs de augurkjes in 't zuur
per koerier uit Parijs liet halen, is de
Petersburgsche beschaving een verslavischte
Fransche.
Guitry kon er dus, en wel in zijn moe
dertaal, spelen. Maar, hoezeer ook met
verfranschte Russen, speelde hij dan toch
met Russen. Hij ging er om en ar
beidde met mannen van zoowel eenvou
diger als robuster en breeder aanleg dan
de confrères van zijn verre Ville Lumière.
Hij zag er den eenvoud, de simpelheid, die
in hun kunst Slaven en Germanen meer
eigen is dan het Latijnscheras. Ginds heb
ik", luidt Guitry's eigen getuigenis, geleerd
eenvoudig te spelen".
Het is het eigen merk van zijn kunst
gebleven. De middelen, die deze
tooneelspeler bezigt, zijn alle eenvoudig. Van de
groote ..truc", zoo schitterend door Sarah
Bernhardt in haar goeden tijd geëxploiteerd,
blijft zijn kunst vrij. En van de kleine. Ze is
ROSTAND: Waartoe zou ik niet stijgen?!
Lucieu Guitry, vervu'ler der hoefJrel.
Guilry in de Pookche Jood."
sober, zonder streng te worden, ze is intel
ligent, niet intellectueel". Ze is gedrenkt
in literatuur", maar er niet door bezwaard.
Ze is vol en rijk en toch licht
Guitry is zeer gelukkig geweest met de
toewijzing van de hoofdrol in Chanteclair.
Wat moeiten heeft het hem allemaal
reeds gegeven! De geruchten, die ons be
reiken van de repetities, spreken van
wanhoopssoènes: de dichter, die alles in ver
houding wilde hebben, en dus een muur,
waarop Guitry, tot haan geworden, zitten
moet, in proportie eischte met den omvang
van den gevederden acteur:
Reuzenrequisiten schenen noodig te worden, (.i uitry,
hiermee geen raad wetend, voelde zich
bovendien zoo ongelukkig als maar kon in
zijn pluimen-eostuum. Vereenvoudigen,
vereenvouligon", klonk zijn stem. Minder
veeren: een <'/ )>m /ov.s, als 't u blieft!"
K n de dichter der guirlandische verzen
stemde droevig in: Laat ous dan maar
vereenvoudigen..."
Het zal, voor wie 't fijne spel kent van den
acteur, die eens Anatole France's zachte
Bergeret-tiguur in levenden lijve wist voor
te stellen, uitermate curieus zijn t zien, hoe
hij den Aristopheliseh-llostandsehen vogel tot
een sehoone en geestige schepping maken zal.
Waarom gaat gij van uw moderne reper
toire afzien", vroeg een vriend Guitry.
Omdat ik, zei hij, mezelf eenvoudig niet
meer kon uitstaan als de eeuwige onrustige
verliefde man of vergevingsgezinde echt
genoot. Sadert mijn terugkeer uit Rusland
heb ik acht en negentig keer, in alle toon
ladders, op alle manieren, vergiffenis ge
schonken, en, werkelijk, ik vind geen nieuwe
gebaren meer om die eeuwige zielestaat te
vertolken! 't Vermoeit mij en ik ben bang,
dat ik op weg ben het publiek te vermoeien !
Ik wil dus voor een jaar of drie vier aan
een ander genre doen en mijn oude rollen
vergeten. Misschien, wie weet, heeft zich
intusschen onze tooneeüiteratuur wat ver
nieuwd... en kan ik inplaats van altijd
te vergeven bijvoorbeeld met de revolver
gaan werken".
Deze half ironische half ernstige uitlating
illustreert aardig de inzakking van het
tegenwoordig Fransen repertoire, dat aan
verfrissching waarlijk wel behotfte heeft.
# *
*
Behalve portretten van dichter en eersten
acteur, vindt men hierbij die van Ce<|iielins
zoon «leau en van de gewc/cn < t:iï.:<--'no!o
van I.e Bargy. .ie t:tl->;it Hlr ;?'.
schaafde tonnei'Kirtuos" S ;i.,>re !,.?
vertolkster vau een eerste rol.
\\IIIIKIM II tot KOSTANU: Geef rmj de
rol vau de haan! Ik ben geschikt!"
Siinone ie aruv.
Guitry, door zijn zoon Sacha Guitry.
Weldra zullen de Parijzenaars
hun lichtstad opzoeken, gelijk vo
gels 't warme nest, en dan zal het
brandpunt zijn het Théutre de la
Porte St. Martin, waar jRostand's
jongste werk Chanteclair" gedu
rende onafzienbaren tijd het reper
toire-stuk zal blijven.
Men zegt dat de heer Rostand,
die mede de gave bezit luxueuste
leven, zodat zijn uitgaven steeds
zijn inkomsten overschrijden, waar
door chronies geldgebrek ontstond,
2 millioen voorschot ontving. Wete
men dan nog, dat de
mise-enscène enkele millioenen kost, dan
kan men zich reeds een voorstel
ling van de verwachtingen maken.
Voor vele maanden berichtten
de hollandse bladen als iets absurde,
dat slechts dieren in dit stuk
zouden optreden; dat dit minder
vreemd zal aandoen dan
ogenschijnlik lijkt, zal blijken uit de
navolging, die spoedig komen zal,
zo zij in Spanje zich niet reeds
vertoonde.
Alle mensen komen in dieren
kleed ten tonele, terwijl de gehele
mise-en-seène in verhouding is. Men
begrijpe dus de immense afmetingen, zo de
uilen reeds pi. m. 2 meter groot zijn.
Gelijk reeds bekend, zal Guitry Chante
clair creëeren, Simone Le Bargy zal de
fazant zijn, terwijl Coquelin Fils de hond
zal spelen, het enige viervoetige dier, dat
ten tonele komt. Nog wil ik noemen de
uil La Roche. Er bestaat grond om aan te
nemen, dat dit Hubert La Roche is, doch,
minder nieuwsgierig dan bij ons, witt men
zelfs bij de administratie mij niet in te
lichten.
De simboliek is duidelik. De haan, het
galliese embleem, simbool der natie, mede
der vrije, grote zon-oproepende gedachte;
de hond, de trouwe vriend; de fazant, de
schone; en de uil de in 't donker levende,
vooroordeel-volle donkre geest.
Het stuk bestaat uit drie bedrijven, waar
van, in 't kort verteld, aldus de inhoud is.
Wanneer het scherm opgaat is 't toneel
donker. Men ziet vaag grote uilen, wier ogen
lichtend zijn (elektries) en die zich beklagen
over de heerschappij van de haan. Zij,
uilen, zouden liever de nacht blijvend zien,
de stille, eenvoudige nacht, die blijvend
ook zou zijn, wanneer de haan niet bestond.
Want de haan heeft de macht de dag te
doen verrijzen door zija gekraai, de dag,
die nimmer verschijnen kon zo niet Chan
teclair hem riep.
Dan valt op 't toneel een gewonde fazant,
door een jager in de vleugel getroffen
Chanteclair verschijnt, springt als een echte
haan van 't n op 't ander en verdwijnt
dan tussen de koulissen. Eaige ogenblikken
later verschijnt hij weder doch ditmaal
is 't Guitry werkelik; de eerste maal was
't een gymnast in zelfde pluimage als
Guitry gestoken. Chanteclair ziet de ge wonde
fazant en wil haar genezen. Hij heeft be
hoefte aan licht, hij zingt de dag toe te
verschijnen en langzaam stijgt de dag. De
uilen luiken hun ogen.
in 't tweede bedrijf gaat de haan met de
fazant naar 't bos. Hij verhaalt zijn macht,
hoe overal zijn beeltenis prijkt, zelfs boven
op 't hoogste punt der kerktorens. Men
vergete niet, dat nadat de adelaar, die de
koninklike lelie in zijn klauw verscheurde,
gevallen was, de galliese haan in ere her
steld werd, en dat hij ook op 't XX eeuwse
goud prijkt. Dit gedeelte vooral moet rijk
van geest, aan schone en philosoiiese ge
dachten zijn.
J n het bos wordt de haan op de fazant
verliefd, een liefde die dermate groeit, dat
(Hle bedrijf) hij verdiept in gedachten, vol
van /ijn geliefae, de nacht wakend blijft.
Kn al dromend over zijn geliefde vergeet
hij te kraaien om plotseling te zien, hoe
de dag in volle glorie verrees. Dan bemerkt
hij, hoe de dag wist te komen ook zonder
zijn roep. Hij begrijpt, dat alle dieren hem
bespotten zullen, dat al zijn macht ver
dwenen is en ieder dier weten zal, dat 't
niet waar is, wat zij immer geloofden: dat
hij nimmer macht heeft bezeten! Hy is
onttroond voor alle dieren, voor de fazant
t-ii voor zich zelf, en hij sterft in dit besef.
Do laatste zin is, klassieke alluzie:
K> maintenant au rideau, voici les hommes.'1
Weinigen zal 't vergund zijn de eerste
vertoning bij te wonen. Kr worden
fabela':!'ii:re prij/cn genoemd, door Amerikanen
;;r:>.x!rti], die speciaal voor deze première
.'.iiüe.ii komen, (h'tioeg zal nog over dit stuk
ui .voiH'ii e u beeld verschijnen, toch zal 't
\<-.!<!M nel aangenaam zijn reeds te horen,
uut nu nog \an de monden der ingewijden
moet worden opgevangen.
Parijs.
D.