De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 3 oktober pagina 6

3 oktober 1909 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1684 Rostand, door Ernest la Jeunesee. Chanteclair van EDMO.ND ROSTAND. Op een kleurigen schotel van Bretonsch aardewerk ziet men wel een haan geschil derd, on daaronder de -woorden : Quand ce coq chaitera Mon amour finira. De verliefde Bretonner, (of, nietwaar, de poëtisch gestemde Amerikaan er zijn er! , die op een vacantiereis zoo'n bord vindt) zendt het als geschenk aan zijn lieve liefste: die weet dan met vrij groote zeker heid, dat de minne, die haar lief in 't hartjen leit, ten eeuwigen dage blijft duren Het scheen sedert jaren al, dat men geen .aardig versierd Bretonsch bord noodig had otn zijn meisjen even poëtisch van de duur zaamheid zijner liefde kond te doen. Sedert zeven volle jaren wacht immers de be schaafde wereld op de opvoering van Rostands Chanteclair", het stuk waarin de haan Chanteclair, tusaehen andere dieren optre dend, de hoofdrol vervullen zal. En die haan ging maar niet kraaien. De wissel op eeuwige liefde scheen even zeker of men 't bord zond met de spreuk er op, dan wel de enkele naam Chanteclair".... Quand ce cog Chanteclair chantera . Mon amuur infini finira. Men kon 't gerust schrijven. * * * Het schijnt nu niet meer aldus te zullen zijn. Uit een Parijschen brief, hierachter afgedrukt, kan men de bizonderheden ver nemen. Maar het heeft moeite gekost eer 't zoo ver was! Van 1902 af, toen Rostands nieuwe plan nen bekend werden, heeft de tooneelwereld, en die der letteren, in en buiten Parijs, met nieuwsgierigheid gewacht. Rostand ging een dieren-spel schrijven, Aristophanes met zijn Vogel" naar de kroon stekend. Zooals die oude Atheensche aristocraat, die de democratie van zijn tyd te lijf ging in allegorie en scherpe satyre, zou Rostand ?wel verder bedoelingen hebben dan een spel" en zou de Derde Republiek'' van hem zeker wat raaks vernemen! Wat ging er in 't hoofd van dien eenzamen Rostand om, terwijl hij in zijn overrjjk landhuis aan den voet der Pyreneeën Frankrijks décadence" overdacht P Zou een nieuwe Aristophanes de kwalen der moderne sociale en politieke utopieën" en van het democratisch bederf komen geeselen? De kunstenaars 03 den boulevard, de actrices amoureuselijk politiseerend in hare loges, de neusoptrekkende fijne dames van den royalistischen boulevard St. Germain, allen waren nieuwsgierig ... Nieuwsgierig naar het stuk, nieuws gierig naar het spel. "Wat het spel betreft, Coquelin zou de haan zijn. Coquelins naam reeds gaf hem er recht op! Coquelin voelde zich ziek en zwaarmoedig, maar de gedachte Kostands nieuwe schepping, Rostands meesterwerk" zei Coquelin bewonderend tot zijn vrienden, in den avond van zijn leven en op 't hoog tepunt van zijn roem te mogen vertolken, en zoo een schoon kunstenaarsbestaan te kunnen bekronen, sterkte hem zeer. . Maar Chanteclair" kwam niet af! Toen kwam eindelijk Chanteclair" wél af, en Coquelin logeerde heele weken bij zijn grooten vriend, chez mon cher Rostand", in het verre Cambo tusschen de palmen, om over de mise-en-scène te raadplegen. De maitre was vriendelijk, het uitzicht op de lichte bergen zeer riant, het logies be koorlijk als een zomersprookje, maar de dichter scheen telkens ziek ..., of er was iets anders, dat haperde ..., en zoo gingen de jaren voorbij en de speelseizoenen, en telkens tevergeefs werd van de eerste op voering, die eindelijk, eindelijk komen zou, in de pers gefluisterd. Chanteclair ging nog steeds niet." Men zei, dat dat uitstellen Coquelin zeer drukte, dat hij somberder werd. Eindelijk, gepasseerden winter, stierf Coquelin. Toen kwam de poëet Rostand per sneltrein uit het zonnige zuiden om zijn ainien viiend bij de begrafenis te eeren. Hij meld eeti rede in klassieken stijl, aan de open groeve een beheerschte smartkreet aanhollend als een held uit een drama van Sophoclcs. Gij zoudt Chanteclair zijn gewetsi. Wie zou u, groote acteur, hebben overtroffen V Voor u heb ik het stuk gemaakt. Voor en door u is het geworden. Weg niet dit stuk. Het is niet meer vau mij. Ik heb niets meer met dit stuk te maken. Ik wil, nu gij daar ligt, uiers nieer er over te zeggen hebben. Ik laat het uw zoon. Hij doe er mee wat de piëteit voor zijn vader hem ingeeft. Hij kan tiet neer leggen dat het nimmer wordt gespee'd. Hij kaa handelen ermee naar zijn welbehagen!' Aldus sprak plus de schooiirolle>;rle, zeer academisch-golvende Rostands^he zin nen de zoete dichter uit Cambo. En na de begrafenis bleef bij te Parijs, daar voor het vinden van een hoofdrolvervuiler" talrijke démarches, talrijke in triges, een heel spel van tooneel-polit.ek te ?wachten -was en hij, hoe bedroefd dan ook, daarin het meest zou hebben te zeggen ... Het scheen wel in die dagen of Rostand, in zijn fijne hotelkamers zich gedurig terugLucieu Guitrv, vervuiler der hoofdrol. " » Guitry, door Sem. trekkend, een President van de Republiek was, bezig met de keuze van een nieuwen Premier,... dien hij, verhaalde men, sedert jaren reeds, voor zichzelve, had aange wezen ... Men zei, dat hij sedert jaren reeds inge zien had, dat Coquelin voor de Chanteclair niet geschikt was ... Dat hij, de onmoge lijkheid inziende, op diens dood gewacht had... Men zegt zooveel in Parijs. Te veel vaak. Hoe het zij, de worsteling om Coquelins erfenis gin* inmiddels baar gang. Het regende valsche en juiste berichten. De spotprenten en spotversjes schoten als padde stoelen op. In de Cri de Paris las men in die dagen deze alleenspraak van den heer Rostand", waarin de schrijver zooals de lezer zal opmerken nimmer vergat, dat het stuk een »og«Z-stuk is, inplaats van een menschencomedie. DE KLACHT VAN DE,\ DILHIEU. Quand mon cher Coi/uelin moiirttt - out Cabotinville accournt Au convoi de l'artiste insigne ; Car Ie bruit s'était ré/jamiit Qu'en exfnrant il ava^t dii Légucr Chantecler au plus digne. Het eerst verschijnen de officieele candidaten, de Féraudy en de zeer ijdele Le Bargy, beiden van den Staatsschouwburg, de Cjmédie Frani;aise," en dus gesteund door het ministerie. Le plus digne, cent moi, pardi!" ( fia monsieur de Féraudij. Enflammédu plus chaud des zèles. Le cii-ur par l'espoir larg>: C'est moi", répligua Le Jiargij Qui se sentait iiousser des ailes. Dan de divine" Sarah Bernhardt, die nergens mankeeren mag, en wier stem in deze verzen is te hooren: T,V<>tre cocorico sera" Ti'lcjj/wna notre Sarah, &' vous i'uu'ez, won cjiant du cijgne. J'our pen ijue vous <ujez dn flair, J'iftterpréterü', (,'hantecler Nul antre n'en etant plu-s digne." Rostand peinst dan bedroefd, ziende hoe tusschen den directeur Hertz, geholpen door den jongen Jean Coi|ueliu, en den directeur Claretie van de Comédie Franeaise," dien minister Doumergue steunt, de strijd woedt. Sontbre cai!i'!icm/.n', i/ >///?-? ;/''"?'' (In .ve d>f)>><1i' i'i >i""i '»/? -M' in r/i.r J/i/ volailii' ii /K'/.ni' >?' ' . Crixp'iiit /.s /idiitg-i. Il, i ;; in i/i'/', nt/, Atdr [tur ./<'.//,', /r /.w/'" ///"'>//. ('Vtttt'l' l)<t.-:lllfl 'j l"' l'/ ( II''' /i". Jean GYqu hu, zü<i:>. v.:u Cou'ielm ainé. Edtnond Rostand. Kt lif/ii/l-, /«;?.-', iianrrc lt'ixf.<ind, />i' l' Itlit' j;l.<:'lit'itll .«'il' l'--H/''lldx Muli/ r t'i'r.i unit "'<?>' r/v'.v '/'? fi'iniHi'. l);-* iijiiiclx ij'/ii>iiiin-'n . . . i'.t. In unit ,/'? fl'i'i' IJII-'. IIKIII liixt'llll l'llil, J'mui', iliui* In/i' tniu'initi' inf'iini'.' Marmite" heet, als ik 't ook dien lezer, die er dikwijls van genoot, vertellen mag, de klassieke Fransche kook-pot, waarin het maal bereid wordt voor de gansche familie. De acteur, dien Rostand sedert lang reeds op 't oog zou hebben gehad, of dien hij, wie zal 't met zekerheid zeggen, Coquelins meest waardigen opvolger achtte, was de hier te lande niet overbekende Lueien Guitry. Guitry is een van de acteurs, die men 't minst buiten hun land kan zien optreden; hij is de directeur, regisseur en eerste acteur van zijn door en door Panische" schouwburgje, de Renaissance". Hij is ongetwijfeld een van Frankrijka grootste tooneelspelers. Hoewel thans mér Parijzenaar dïiii vele zijner confraters, heeft juist hij het voor de Fransche tooneelisten zeld zame voorrecht gehad een deel zijner op leiding te genieten ver van den boulevard. Omtrent het jaar '80, de twintig nog niet of nauwelijks gepasseerd, verbond Guitry zich aan den Kranschen schouwburg te St. Petersburg. Men weet, dat de Russische kunst, zoowel de schilder- als de tooneelkunst, en dan met name de Petersburgsche scholen", geënt zijn op wat er leefde en leeft in den Franschen kunstzin. S>edert Catharina II voor haar minnaars de pruiken, de parfumerieën en zelfs de augurkjes in 't zuur per koerier uit Parijs liet halen, is de Petersburgsche beschaving een verslavischte Fransche. Guitry kon er dus, en wel in zijn moe dertaal, spelen. Maar, hoezeer ook met verfranschte Russen, speelde hij dan toch met Russen. Hij ging er om en ar beidde met mannen van zoowel eenvou diger als robuster en breeder aanleg dan de confrères van zijn verre Ville Lumière. Hij zag er den eenvoud, de simpelheid, die in hun kunst Slaven en Germanen meer eigen is dan het Latijnscheras. Ginds heb ik", luidt Guitry's eigen getuigenis, geleerd eenvoudig te spelen". Het is het eigen merk van zijn kunst gebleven. De middelen, die deze tooneelspeler bezigt, zijn alle eenvoudig. Van de groote ..truc", zoo schitterend door Sarah Bernhardt in haar goeden tijd geëxploiteerd, blijft zijn kunst vrij. En van de kleine. Ze is ROSTAND: Waartoe zou ik niet stijgen?! Lucieu Guitry, vervu'ler der hoefJrel. Guilry in de Pookche Jood." sober, zonder streng te worden, ze is intel ligent, niet intellectueel". Ze is gedrenkt in literatuur", maar er niet door bezwaard. Ze is vol en rijk en toch licht Guitry is zeer gelukkig geweest met de toewijzing van de hoofdrol in Chanteclair. Wat moeiten heeft het hem allemaal reeds gegeven! De geruchten, die ons be reiken van de repetities, spreken van wanhoopssoènes: de dichter, die alles in ver houding wilde hebben, en dus een muur, waarop Guitry, tot haan geworden, zitten moet, in proportie eischte met den omvang van den gevederden acteur: Reuzenrequisiten schenen noodig te worden, (.i uitry, hiermee geen raad wetend, voelde zich bovendien zoo ongelukkig als maar kon in zijn pluimen-eostuum. Vereenvoudigen, vereenvouligon", klonk zijn stem. Minder veeren: een <'/ )>m /ov.s, als 't u blieft!" K n de dichter der guirlandische verzen stemde droevig in: Laat ous dan maar vereenvoudigen..." Het zal, voor wie 't fijne spel kent van den acteur, die eens Anatole France's zachte Bergeret-tiguur in levenden lijve wist voor te stellen, uitermate curieus zijn t zien, hoe hij den Aristopheliseh-llostandsehen vogel tot een sehoone en geestige schepping maken zal. Waarom gaat gij van uw moderne reper toire afzien", vroeg een vriend Guitry. Omdat ik, zei hij, mezelf eenvoudig niet meer kon uitstaan als de eeuwige onrustige verliefde man of vergevingsgezinde echt genoot. Sadert mijn terugkeer uit Rusland heb ik acht en negentig keer, in alle toon ladders, op alle manieren, vergiffenis ge schonken, en, werkelijk, ik vind geen nieuwe gebaren meer om die eeuwige zielestaat te vertolken! 't Vermoeit mij en ik ben bang, dat ik op weg ben het publiek te vermoeien ! Ik wil dus voor een jaar of drie vier aan een ander genre doen en mijn oude rollen vergeten. Misschien, wie weet, heeft zich intusschen onze tooneeüiteratuur wat ver nieuwd... en kan ik inplaats van altijd te vergeven bijvoorbeeld met de revolver gaan werken". Deze half ironische half ernstige uitlating illustreert aardig de inzakking van het tegenwoordig Fransen repertoire, dat aan verfrissching waarlijk wel behotfte heeft. # * * Behalve portretten van dichter en eersten acteur, vindt men hierbij die van Ce<|iielins zoon «leau en van de gewc/cn < t:iï.:<--'no!o van I.e Bargy. .ie t:tl->;it Hlr ;?'. schaafde tonnei'Kirtuos" S ;i.,>re !,.? vertolkster vau een eerste rol. \\IIIIKIM II tot KOSTANU: Geef rmj de rol vau de haan! Ik ben geschikt!" Siinone ie aruv. Guitry, door zijn zoon Sacha Guitry. Weldra zullen de Parijzenaars hun lichtstad opzoeken, gelijk vo gels 't warme nest, en dan zal het brandpunt zijn het Théutre de la Porte St. Martin, waar jRostand's jongste werk Chanteclair" gedu rende onafzienbaren tijd het reper toire-stuk zal blijven. Men zegt dat de heer Rostand, die mede de gave bezit luxueuste leven, zodat zijn uitgaven steeds zijn inkomsten overschrijden, waar door chronies geldgebrek ontstond, 2 millioen voorschot ontving. Wete men dan nog, dat de mise-enscène enkele millioenen kost, dan kan men zich reeds een voorstel ling van de verwachtingen maken. Voor vele maanden berichtten de hollandse bladen als iets absurde, dat slechts dieren in dit stuk zouden optreden; dat dit minder vreemd zal aandoen dan ogenschijnlik lijkt, zal blijken uit de navolging, die spoedig komen zal, zo zij in Spanje zich niet reeds vertoonde. Alle mensen komen in dieren kleed ten tonele, terwijl de gehele mise-en-seène in verhouding is. Men begrijpe dus de immense afmetingen, zo de uilen reeds pi. m. 2 meter groot zijn. Gelijk reeds bekend, zal Guitry Chante clair creëeren, Simone Le Bargy zal de fazant zijn, terwijl Coquelin Fils de hond zal spelen, het enige viervoetige dier, dat ten tonele komt. Nog wil ik noemen de uil La Roche. Er bestaat grond om aan te nemen, dat dit Hubert La Roche is, doch, minder nieuwsgierig dan bij ons, witt men zelfs bij de administratie mij niet in te lichten. De simboliek is duidelik. De haan, het galliese embleem, simbool der natie, mede der vrije, grote zon-oproepende gedachte; de hond, de trouwe vriend; de fazant, de schone; en de uil de in 't donker levende, vooroordeel-volle donkre geest. Het stuk bestaat uit drie bedrijven, waar van, in 't kort verteld, aldus de inhoud is. Wanneer het scherm opgaat is 't toneel donker. Men ziet vaag grote uilen, wier ogen lichtend zijn (elektries) en die zich beklagen over de heerschappij van de haan. Zij, uilen, zouden liever de nacht blijvend zien, de stille, eenvoudige nacht, die blijvend ook zou zijn, wanneer de haan niet bestond. Want de haan heeft de macht de dag te doen verrijzen door zija gekraai, de dag, die nimmer verschijnen kon zo niet Chan teclair hem riep. Dan valt op 't toneel een gewonde fazant, door een jager in de vleugel getroffen Chanteclair verschijnt, springt als een echte haan van 't n op 't ander en verdwijnt dan tussen de koulissen. Eaige ogenblikken later verschijnt hij weder doch ditmaal is 't Guitry werkelik; de eerste maal was 't een gymnast in zelfde pluimage als Guitry gestoken. Chanteclair ziet de ge wonde fazant en wil haar genezen. Hij heeft be hoefte aan licht, hij zingt de dag toe te verschijnen en langzaam stijgt de dag. De uilen luiken hun ogen. in 't tweede bedrijf gaat de haan met de fazant naar 't bos. Hij verhaalt zijn macht, hoe overal zijn beeltenis prijkt, zelfs boven op 't hoogste punt der kerktorens. Men vergete niet, dat nadat de adelaar, die de koninklike lelie in zijn klauw verscheurde, gevallen was, de galliese haan in ere her steld werd, en dat hij ook op 't XX eeuwse goud prijkt. Dit gedeelte vooral moet rijk van geest, aan schone en philosoiiese ge dachten zijn. J n het bos wordt de haan op de fazant verliefd, een liefde die dermate groeit, dat (Hle bedrijf) hij verdiept in gedachten, vol van /ijn geliefae, de nacht wakend blijft. Kn al dromend over zijn geliefde vergeet hij te kraaien om plotseling te zien, hoe de dag in volle glorie verrees. Dan bemerkt hij, hoe de dag wist te komen ook zonder zijn roep. Hij begrijpt, dat alle dieren hem bespotten zullen, dat al zijn macht ver dwenen is en ieder dier weten zal, dat 't niet waar is, wat zij immer geloofden: dat hij nimmer macht heeft bezeten! Hy is onttroond voor alle dieren, voor de fazant t-ii voor zich zelf, en hij sterft in dit besef. Do laatste zin is, klassieke alluzie: K> maintenant au rideau, voici les hommes.'1 Weinigen zal 't vergund zijn de eerste vertoning bij te wonen. Kr worden fabela':!'ii:re prij/cn genoemd, door Amerikanen ;;r:>.x!rti], die speciaal voor deze première .'.iiüe.ii komen, (h'tioeg zal nog over dit stuk ui .voiH'ii e u beeld verschijnen, toch zal 't \<-.!<!M nel aangenaam zijn reeds te horen, uut nu nog \an de monden der ingewijden moet worden opgevangen. Parijs. D.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl