Historisch Archief 1877-1940
Na 16&9
D E AM STERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
HET VERTROUWEN
der huisvrouw verdienen ten volle de
gunstig bekend staande
MAGGI Producten.
Goedtooyeiatteljjk in 't ILH BD Toortreffeliit ran smaal
MAGGI's Aroma
Deze dienen voor de bereiding van beerlijken
bouillon per kop.
verbetert oogeubllfckelijk den smaak van
zwakke soepen, bouillon, groenten, sausen enz.
MABGI's Bouillon Blokjes.
MACGI's Soepen in Tabletten
geven in korten tijd, slechts met water ge
kookt, aangenaam smakende en voedzame soepen.
. uiimiiifimmi
iitiiiiMitimimimmiiimiiiimiii
Terugblik,
Op 2 Oet. 1889 kwamen op initiatief van de
dames Cohen en mevr. W. Drucker eenige
Trouwen by'eön, die beiloten tot de oprichting
over te gaan van een vereeniging, zich ten
doel stellende -voor de vronw te verkrijgen,
datgene wat de abt Sayes in 1789, dus juist
100 jaren vroeger, vroeg voor den derden
stand, n.l.« dat tij voor de wet iett zou zijn,
waar zij voor de Maatschappij zooveel wai.
; Op 28 Oct. daaraanvolgende werd de
ver' eeniging opgericht met 72 leden, de statuten
?werden aangenomen precies als ze nogalty'd
zyn en de naam werd gekozen: De Vrije
i Vrouwenvereeniging".
\ Een beteekenisvolle dag was dat voor de
; vrouw van Nederland.
De jonge vereeniging was schuchter in het
begin. De eerste door haar verspreide circu
laire, een kernachtig stak, waarin de vrouwen
kwestie direkt kort en klaar werd uiteenge
zet, draagt geen dagteekening, geen
vereeniginggnaam, geen namen van
onderteekenaarsters.
Het was de bedoeling van de oprichtsters:
Mevr. W. Drucker, Mevr. A. T. van
CampenDoesburg, Mej. G. Cohen, Mej. H. Cohen,
?Mevr. Acronius en Mevr. Mater, zich
voorloopig zeer stil te honden, de pers niet met
bare handelingen in kennis te stellen en zich
slechts te bekwamen voor den grooten strijd,
dia haar wachtte.
Ze ondervonden echter al spoedig, dat men
niet zelf precies vaststelt wat men wil.
Er was iets uitgelekt van het oprichten
eener Vrouwenvereniging en dit werd door
de pers voor zoo belachelijk gehouden, dat
bet publiek er mee in kennis moest worden
gesteld. Het gelakte sommigen verslaggevers
iets van het verhandelde in een der eerste
vergaderingen op te vangen, hetzij dat ze aan
de deur luisterden, hetzij dat Ze ingelicht
werden door een der leden en spoedig
ging al het dwaze, wat deze vrouwen deden,
als een loopend vuurtje door het land.
Zoo werd mevr. Drucker, de presidente, die
gedurende al dien tijd nooit als zoodanig is
afgetreden, genoodzaakt in een vergadering
van de Vereeniging tegen de Prostitutie te
debatteeren met da. Pierson, omdat wat ze
gemeend had in besloten kring over het daar
te behandelen onderwerp te zeggen, bekend
was geworden. Voor het eerst trad ze daar
in het openbaar op en spoedig gewaagde
men overal van haar, te meer oiaiTa'trze van
dat oogenblik af haar kracht kende en hare
beschroomdheid aflegde. Ze trad herhaaldelijk
door het geheele land op en gaf op eens
znlk een bekendheid aan de vrouwenkwestie,
dat er overal van gesproken werd. Maar
lang niet algemeen in gunstigen zin. De
grondtoon van alles, wat er geschreven werd,
was wel deze: Hier is een groepje spijtige
vroawen, dia graag een man willen hebben
en er geen kunnen krijgen," of ze doet het
toch lang zoo goed niet als de mannen."
Enkele bladen wenschten alle leden derV.V. V.
UIT DE NATUUR.
CCCXLVII. Grondvorming.
Mijn vorig opstel over de nuttige werk
zaamheid van de aardwormen, deed een lezeres
de opmerking maken, dat ik deze lieve"
diertjes toch wel
wat al te zeer had
opgehemeld" en
dat het toch niet
aanging ze als
de vervaardigers
. van de akkeraarde
te beschouwen.
Hoogstens kun
nen ze den bodem
iets verbeteren of
goed houden, als
die al vry goed
is; immers
akkergrond maken kan
nen de wormen
toch niet, al zijn
ze by millioenen
in den bodem."
Maar, dat heb ik
ook niet verteld;
ik heb alleen ge
sproken van ver
anderen, van luch
tig en doorlaat
baar maken van
den grond voor
bet hemelwater,
dat de voedingszoaten in den bodem helpt
oplossen, en voor de gaisen, zuurstof en
koolzuur, die voor den plantengroei nood
zakelijk zijn. Wel heb ik gesproken van
aardwormen als humus-vormers; dat is
toch heel wat anders, niet waar? En dit
moet nog zoo opgevat woider, dat zij het
proces van hnmusvorming versnellen; daarin
komen de aardwormen in n rij te staan
met de grondbauteriën en de zwammen die,
eveneens geholpen door lucht, water en
warmte, wat gestorven is tot oorbaar voedsel
maken voor het levende.
Dat dit een griezelig werk is, doet niets
af of toe aan de groote beteekenis er van
voor ons menschen.
Humus maken in den zin van den grond
stof er voor leveren, neen, dat kunne»
natunrljjk de wormen niet, evenmin als zwam
men, schimmels en bacteriën en nog andere
organismen de offermenten «n evenmin als de
enzymen dit kunnen. Het is alleen een ver
anderen, een omzetten van de lichamen van
gestorven planten en dieren.
Och, dat maken" is zoo'n lastig woord,
het zegt in den regel te veel en te weinig;
in natuurkundige beteekenis kan er nooit
iets gemaakt" worden, alleen gewijzigd naar
MtiiiiiiiiMiiiMMiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiimitiiimiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
ten spoedigste een braaf echtgenoot toe,
opdat het land van haar ontevredenheid ver
lost werd. Ze wisten blijkbaar niet, hoevelen
er reeds een man hadden, en ze zagen voor
shands maar volstrekt niet in, over 't alge
meen althans, (de uitzonderingen, waartoe de
heer Qeerke, verslaggever van De Amster
dammer behoorde, niet te na gesproken) dat
er hier een beweging van diepen ernst aan
het opkomen was, terwijl juist persoonlijk
belang in 't g abeel niet werd bedoeld.
Langzamerhand ontstond er echter meer
waardeering; de besprekingen werden ern
stiger.
En voortaan kon men in de bladen heel
wat meer ever de vrouw lezen, dm tot op
dat oogenblik het geval was.
Was het niet voor de wet, voor de pers
was de vrouw nu althans li.
Toch zij er hier nog even aan herinnerd,
dat Elise Haighton non in 1895, in een h ar er
eerste lezingen over Vronwtntiesrecht koa
opmerken, dat er in Nederland geen vrouwen
schenen te sterven, daar zij in het Alg.
Handeliblad, dat met Jan. gewoon is een lust te
geven van bekende personen, die gestorven
zijn, op die lijst geen enkele vronw had gezien.
Onder de vrouwen, die toe oprichting
waren uitgenoodigd was een, wier echtgenoot
tot de meest vooruitstrerenden behoorde.
Die man antwoordde voor zijn vrouw, dat ze
geen lust had in het vereenigirjgs'even en
dat ze geen politieke vronwenvereeniging
noodig vond. Ter vergadering verscheen ze
niet. Bij gelegenheid van de eerste openbare
vergadering, die de jonge vereeniging hield,
dreigde de echtgenoot van een der bestuurs
leden, dat hij haar met geweld van het
podium zon laten halen, als ze 't waagde er
plaats te nemen. Het advies van Mw. Dr.
luidde : niet wagen en thuis blijven". Of
ze uu nog denzelfden raad in zoo'n geval
zou geven T Waarschijnlijk niet, maar 't is
ook hoogst onwaarschijnlijk, dat er nu nog
een man zou zijn, die op een zoo brute wijze
zijn maritale macht zon durven gebruiken.
Hij zou nu niet meer het grootste gedeelte
van het publiek op zijn hand hebben.
Maar laat ik, na deze uitweiding, terug
komen op mg'n gezegde, dat 28 Oct. 1889
een beteekenisvolle dag is geweest voor de
vrouw van Nederland.
Hg was dat, omdat de grondslag werd
gelegd voor de geheele onafhankelijke en
georganiseerde vrouwenbeweging in ons land.
De V. V. V. beeft pionierswerk verricht en
men weet, dat dit zwaar werk is.
De oprichtsters kwamen voor het
meerendeel uit sociaaldemocratische kringen, en
voor de leiders der toenmalige sociaal
democratie was het dan ook een teleurstelling,
dat de Vrouwenbeweging zich niet bij haar
aansloot, maar een Vrije, d. w. t. een zelf
standige Vronwenvereeniging werd, vrij van
mannen- en van partij-invloed. Als vrouw
leden de vrouwen in alle kringen en in
alle partijen hetzelfde onrecht, als vrouwen
wilden ze dos optreden. Dat men zoo spoedig
htt gevaar inzag van aansluiting bij een partij,
was te danken aan het heldere inzicht van
?an der bestuurderessen. Haar echtgenoot
samenstelling en vorm ; en wie drang gevoelt
en luit heeft tot dieper doordringen in de
natuur komt al spoedig tot het inzicht, dat
aan elk bonwen een sloepen voorafgaat, ja, dat
heeft veel van wat wij, kortzichtig en opper
vlakkig, als opbouwen, als maken" beschouwen,
in den grond van de zaak sloopwerk ie.
Akkergrond maken ? Wat is dat dan voor
een goedje, die akkergrond, waarmee ons
m»n«:helyk bestaan zoo nauw samenhangt ?
De humus, die er niet eens een noodzakelijk
bestanddeel van vormt, is zelf nog maar voor
een klein deel uit afgestorven en vergane
planten en dieren af komstig, zelden voor een
vjjfde, dikwijls maar voor een tiende of twin
tigste deel, de reet is aarde", dat wil zeggen
anorganische stof: brokjes van de aardkorat.
Wanneer ge zulke beste teelaarde, al voelt
ze aan als vettige zeep, met het vergrootg as
onderzoekt, vindt ge, behalve vezeltjes, plan
tenresten en enkele overblijfsels van dieren,
een menigte zandkorreltjes, hoekig of rond, en
bovendien een uiterst fijn stof. Na uitgloeiïog
en herhaalde wasscbing, en bij nog sterker
vergrooting, wordt een deel van dit slof weer
tot zand, tot k wartskorreltjes ; eenander deel
lost zich ook* op tot brokjes van andere kleur
en vorm, maar er blijft, in den regel, ook
bij de sterkste vergrooting die tegenwoordig
mogelijk is, steeds een stoffig poeder over,
dat maar geen vorm wil aannemen.
Laten de beste microscopen ons hierbij
in den steek, de ecbeikundige kan ons met
zijn hulpmiddelen nog iets verder helpen;
dan blijkt dit stof zelf ook niets anders te
ontving de leiders der soc. dam. dikwijls bij
zich aan huis en uit hunne gesprekken was
het haar gebleken, hoe weinig ze voor de
vrijmaking der vrouw gevoelden.
En de opvatting, die in de V. V. V. werd
gehuldigd, dat de TOUW zelf haar zaak moet
verdedigen, zelf hare rechten moet bevechten,
is van groote beteekenis geweest bij het vast
stellen der statuten van latere
Vrouwenvereenigingen, welke dikwijls direkt oi indirekt
uit Laar voortkwamen.
Het was een dapper troepje vrouwen, vol
vuur, vol opofferingsgezindheid. Hoe klein
ook in getal, ze maakten er al dadelijk werk
van ook met de vrouwen in andere landen
landen relaties aan te knoopen.
Een der bestuursleden was het Eagelsch,
een andere het Duitsch goed machtig en toen
een paar jaren na de oprichting mevr. Haver
secretares werd, was er ook iemand gevonden,
die het Fransen volkomen meester was.
Zoo was de V. V. V. in 1890 reeds ver
tegenwoordigd op het Nationaal Socialisten
congres te Halle; in 1891 op het
Werkliedenconigres te Brussel; zoo sloot ze zich reeds
heel spoedig aan bij de International Women's
Union. In hare vergaderingen traden op
Louis Trank, Marie Popehn, Emilie Claeys.
Het verwijt, dat haar altijd voor de voeten
werd geworpen van mannenhaatsters te zijn,
was geheel onverdiend, wat het beste blijkt
uit hare eerate werken, die ze steeds in samen
werking met mannen trachtten te doen. In de
jaren '90, '9 L en '93 werkte de Ver. hard mee
aan de beweging voor algemeen kiesrecht; ze
nam deel aan de oprichting van Leetkunst,
van het Volksdagblad; Comitétot Kinder
voeding van Gemeentewege en toonde zoo
een open oog te hebben voor alle maat
schappelijke vraagstukken, al bleef de vrij
making der vrouw het hoofdpunt van haar
program, dat ze dan ook nimmer uit het oog
verloor. Veel, zeer veel moeite getroostte ze
zich in het begin met het oprichten van
cursussen voor vreemde talen; zeer veel
werkte ze ook om tot de oprichting van
gtoomwasscherrjen litfdt van gemeentewege
te komen. Tot het oprichten van
vak?ereenigingen voor vrouwen deed ze herhaal
delijk pogingen. Zeker is het, dat van 28
Oct. 1889 af, de vrouw niet meer vtrgekn
werd. Overal, waar deze kleine vereeniging,
die wonderen werkte, aanwezig wai, werd
gezegd ea getoond, dat de Maatschappij be
stond u.t mannen en vrouwen.
Als we twintig jaren terugzien, kunnen
we denken: Wat is er weinig tot stand ge
bracht, weinig uitgevoerd van h^t programma,
dat de V. V. V. ziet steldg | jMaar als 'we,
denken welk een leger van vrtmwen er nu
gemobiliseerd is in tal van vereenigingen,
die elk een deel van datzelfde programma
nastreven en als we dan daarbij bedeaken,
dat de 72 vrouwen van .-1889 daartoe den
grondslag legden, dan zegwefc we: Wat hebben
ze onberekenbaar veel vrucht op haar arbeid l
Ze hadden het reeds na enkele jaren begrepen,
dat het eerst-noodige voor de vrouw was het
k esrecht, dat na bet verkrijgen daar 'an al het
overige haar wel niet in den i-choot zou vallen,
maar toch onder haar bereik zou zijn gebracht.
zijn dan fijne stukjes zaad- ea klei-of kalk
steen met andere bijmengselen, diealle afkom
stig zijn van de bteenen,'de rotsen die eamen
de vaste koret van onze aarde uitmaken.
Dit geldt voor alle grondsoörteh; alle bosch-,
wei en akkergrond, hetzij dan klei, leem,
geest, mergel, veen, gruis, zand of wat ook,
ij afgezien van de organische bijmeng
selen niets dan verbrijzelde, vermalen, ver
slepen rots of «teen ; in geologische beteekenis
is ook onze zachtste akkerbodem een rots,
maar dan een gesloopte.
Dat klinkt ons Nederlanders wat vreemd
in de ooren ; wij toeh moeten naar de uiterste
hoekjes van ons landje, naar Limburg, naar
Zeeuwsen Vlaanderen en de Oostgrenzen gaan,
om de oudere vaste aardkorst met eigen
oogen te zien en ons te overtuigen dat de
aarde die ons lichaam, en als natuur vrienden
onzen geest voedt, werkelijk een harde steen
rots is, aan de oppervlakte verbrokkeld, ver
weerd of vermalen en meestal donker ge
kleurd door het jarenlang b ij menden van de
orerblijfsels van den plantengroei. Evenwel,
daarginds en ook buitenslands, althans in
vlakke bewoonde streken, zijn de p.ekjes
scbaarsch waar zich onze aarde, onverwerkt
en ongerept door de cultuur, laat bekijken
en ons een inlicht gunt in de
eloopingsprocessen, die steen tot bouwgrond kannen
maken. Nog het dichtst bij lijn: Bentheim,
Epen en Zuid-Limburg en da Kauter in
Zeeuwsen Vlaanderen.
Een tweede moeilijkheid voor het begrijpen
van die verandering, door vlaklanders zooals
wij, is de omstandigheid, dat het
sloopingsproces in den regel gepaard vaat met een
verplaatsing, een transport, van het ver
weerde, afgebroken of verbrijzelde gesteente.
Waar zich laagten en diepten bevinden
daarheen stroomt het bergpuin heen; als
ontzaglijke rotsblokken in de nabijheid, als
gruis verderop, maar als etoffijn poeier
vloeit of waait het tot op groote afstanden;
het vult, zooals bij ons, kommen op tot
aan den rand, zo o da t ze oppervlakkig
niet meer als kuilen te herkennen zijn.
Alleen grondboringen verraden, hoeveel hon
derden meters dik het zand met de klei en
het grint liggen, die eens hierheen zyn ver
voerd.
Stroomen vloeien oi waaien, dat doet het
gruis inderdaad, meestroomen en tneevloeien
met het water, meewaaien met den wind;
de wind kan alleen hè' fijnste stof meenemen;
het zachtvloeiende water alleen heel kleine
brokje t, snelstroomend water en ijsstroomen zijn
in staat ontzaglijke rotsblokken te ver vrachten.
Dat weet ieder bij ervaring die in het
bergland is geweest.
Hoe het levend water bodem maakt, is
ook bij ons nog wel eens waar te nemen.
Als ge eens een poos verblijf houdt in de
Treurige ervaringen hadden baar echter
ook al even spoedig doen begrijpen, dat ze
tot het verkrijgen daarvan op de mannen
nitt had te rekenen, dat ze 't op hen zon
hebben te veroveren. Daarom nam ze reeds
in 1903 het initiatief tct het oprichten der
Vereenigin? voor Vrouwenkiesrecht, welke
op l Jan. 1904 tot stand kwam.
Hoe voorspoedig deze dochter opgroeide,
is bekend genoeg en is vooral duidelijk ge
bleken met het zoo schitterend geslaagde
Internationaal Congres van 1908,
De Nat. Tentoonstelling voor Vrouwen
arbeid heeft ook haar ontstaan te danken
gehad aan de V. V. V., bij wie het eerit
het denkbeeld opkwam, die de eerste poging
deed om baar tot stand te brengen.
Er waren toen echter reeds zoovele vrou
wen wakker geschud, reeds zoovelen die
bereid waren tot medewerking, dat de V. V. V.
niet meer tot de hoofdleidsters behoefde te
behooren.
Maar dat baar de eer toekomt den stoot
er toe te hebben gegeven en dus ook tot de
uit de Tentoonstelling voortgekomen Nat.
Vrouwenraad en het Bureau voor Vrouwen
arbeid is zeker.
Het behoort zeker niet tot hare geringste
verdiensten, dat ze xiah met zulk een be
scheiden rol heeft tevreden gesteld, toen
bare kinderen groot en krachtig werden.
Ijdelheid is' haaf vreemd gebleven; ze heeft
altijd de zaak voor den persoon weten te
doen gaan.
In de latere jaren heeft ze zich meestal
tevreden gesteld met het deelnemen aan alles,
wat in het belang der vrouw wordt gedaan.
Zelfstandig iets organiseeren ligt niet meer
zoozeer op haar weg, zooals dan ook in de
laatste jaarverslagen telkens te lezen staat.
Het ia haar trots, en terecht, dat de Nederl.
Vrouwenbeweging zich tooneu mag en geen
slecht figuur maakt in de groote internatio
nale organisaties, die tegenwoordig bestaan
en waarvan mevr. Drucker waarschijnlijk nog
niet durfde droooaen, toen ze in 1891 in
Belgiëdoor hare voordrachten den eersten
stoot gaf tot de Ligae pour les droits de la
femme".
Als ooit zaad in vruchtbare aarde is ge
vallen en rijkelijk vruchten heeft gedragen,
of belooft te dragen, dan is het het zaad
geweest, uitgestrooid door de 72 vrouwen van
1889 en als ooit hulde gepast ia geweest, dan
is het de hnlde, die haar bij haar twintig
jarig bestaan harer Vereeniging is bewezen.
A. W. L VERSLDYS?PPELMAN.
ADLBl^DBI.
Een kordate Lady Macbeth. Keizerin
Alexandra Feodorowna.
Georgette Le Blanc-Maeterlinck's hoogste
wensch is 30 Augustus j.l. in vervulling ge
komen. De opvoering van Maebeth" tugfchen
de geweldig» klooiteriauren van Maeterlincfc'e
zomerverblijf: de abdy van Saint Wandrille
in Normandië.
buurt van een miertje of beekje, dat niet
tusschen een paar nauwsluitende dijken, noch
tuaechen ste Ie hooge oevers stroomt, zult
ge het groeien van den bodem gemakkelijk
kunnen opmerken. In den tijd dat het water'je
snel wast, na de vorst of soms ook na hevige
regenbuien, ziet het anders heldere riviertja
geel of grijs; alle kleine bijvloeden, al zijn
het maar gootjes van een decimeter breedte
die van den hellenden, oever komen, sleuren
met het afvloeiende smelt-of regenwater veel
zand of klei, leem of veen en kleine steentjes
mee, alles afkomstig van den grond, waarin
de geultjes voortkronkelen.
Schept ge een drinkglas vol uit zoo'n bewogen
beekje, dan bezinkt bij aa onmiddellijk het gro
vere deel, het zand, op den bodem van het glas,
daarop komt na een kwartiertje een laagje
fijner stof, dat ook nog zand is; een pooeje
later ligt daarover een zeer dun laagje zandige
klei met onzuiverheden van dierlijke oi
plantaardige afkomst; de rest is wel niet
meer zoo troebel als bij het scheppen, maar
toch lang niet helder; en dat vocht kan dagen
lang zonder ophelderen er boven blijven staan.
Daarin zyn nog heel wat zand- en
kleideelijes gebleven, maar die zijn uiterst
klein ; minder dan een tiende deel van een
millimeter is hun grootste" afmeting, en die
stofjes blijven zeer lang zwevenin het water,
gelijk de zonnestofjes in de lucht, door gebrek
aan gewicht; maar op den langen duur zin
ken ook van die nietige 61 ofj es de meeste op
den bodem. Een snufje zuiver, fijn zont, bij
het water gedaan, bespoedigt het bezinken, het
zuivert het water".
Kvenzoo gaat het büons riviertje, hetzij dan
de Vecht, de Berkel, de Gulp of laten we maar
als voorbeeld de Geul bij Epen nemen. Het ia
na een zomer onweersbui. Zoolang de stortbui
duurt en nog een poosje daarna, ziet het
snelvlietend water donker roodgeelof er vloeibare
aEca in plaats van water doorstroomde; het
vloeit over den oever, bespat de gouden
zinkviooltjesen het Eogelsch gras,overtrekt de lage
weide met een geel kleed, het kwa t tegen den
voet van de populieren op en vult ondiepe kui
len, poelen en koepiassen ; het gele nat dringt
door tot in de boomgaarden achter de huisjes
van Epen. Den hee en morgen regent het
door en het riviertje klotst en wielt geweldig;
tegen den middag klaart de lucht op, de zon
breekt door, nog loopen van alle hoogten, de
gele gootjes, honlerden kronkelende water
adertjes leeg in het dal. Op eens, tenminste
zeer snel, vermindert de toevloed van de
bellingen. Van boven uit Bleiberg komt nog
voortdurend geel water opzetten, maar de
rivier wast niet meer, de hoogste boomgaar
den zijn al weer droog. Op de weiden staat
het water een paar uur stil en wordt steeds
lichter van kleur; beel langzaam zakt ook het
water weg van de lage oeverlanden; de Geul
Georgette La Blanc vertelt in een
merkwaardigen, zeer literair ges t ijlden brief, in een
der jongste Zondags nummers van de Figaro,
allerlei over 't ontstaan dezer voorstelling;
tevens vermeldt zij een accident dat nood
lottige gevolgen had kunnen hebben, doch,
dat wonderlijk goed afliep.
Georgette Le Blanc, in de rol van Lady
Macbeth, te Saint-Wandrille, gereed haar
slaapwai del-scène te spelen, staat met een
brandende lamp in de hand, achter de ge
sloten deur, toegang verleenend tot de statige,
breede trappen, .die zij, met niets-ziende,
strak-open oogen, prevelend het droef relaas
van den moord op koning Duncan moet
afdalen. Lady Macbeth opent de deur, de
lamp in haar hand ontploft, een reuzen-vlam!
Gordijn achter de deur in lichte-laaie.
Georgette Le Blanc wil de opvoering niet
storen; geen schrik en ontsteltenis versprei
den. Zg vindt een eindje kaars, bevestigt
dit op de door haar gedoofde lamp. Geen
seconde te verliezen. rj moet de trap afdalen,
in beeld brengen wat de geneesheer en de
hof Jame elkander meedeelen, aangaande Lady
Macbeth'd nachtelijke visoenen. Die twee
praten totdat de schrikkelijke somnambule
verschijnt. Het gordijn brandt lustig door.
Georgette Le Blanc trekt de deur achter
zich dicht, speelt de beroemde scène zeer
aangrijpend, wetend, dat achter haar de boel
in brand staat l
De kale muren en «teenen vloer der abJy
weerstonden der vlammen dreigend spel. Na
de fameuse scène, zag Georgette, de kordate
Georgette l dat alle gevaar geweken was.
Welke vrouw is niet bewogen met het lot
der arme Csaritsa, wier zenuwenen gemoeds
rust geschokt, zoo niet verwoeat zyn, door
de schrikkelijke gedachte aan steeds sanwe-ig
doodsgevaar, waardoor haar echtgenoot, haar
lief «y'ftal kinderen, 4 meisjes en l jongen,
en zy zelf bedreigd wordt I
Een pas verschenen artikel over keizerin
Alexandra Feodorowna van Rusland, van de
hand van gravin Adina Latnaroif, vermeldt
allerlei bizonder heden uit 't leven der vorstin,
waardoor onze deernis met de eenmaal van
geluk stralende, in krachtige gezondheid
bloeiende Alice vin Hessen, de tegenwoordige,
mystische, angstige, onzegbaar melancholi
sche keizerin aller Russen, sterk vermeerdert.
De talentvolle teekenaarster, met de zoo
zeldzame gave van karikatuur teekenen toe
gerust, grijpt niet meer 't potlood om met
drie of vier geestige, karakteristieke trekken
een spotbeeld te maken van de haar omrin
gende personen.
In haar strenge levensbeschouwing is z'J
er toe gekomen, zulke soort van teekeningen
als zondig te beschouwen. Zij teekent nu
niet andera dan heiligenbeelden.
Alexandra Feodorowna, door haar omge
ving de sidderende" genoemd, is misschien
de rampzaligste onder de ons bekende
souvereinen.
CAPRICE.
ia al weer tusschen zrjn populieren terugge
zonken en veel kalmer geworder. Nog een
half uurtje, en ook het dal is weer begaan
baar, maar nu ligt er een geel poederlaapja
op het gras, dat ontsierd is door Ipsgewerkte
boombladeren en takjes; by nauwlettend toe
zien liggen een menigte kevertjes, soms ook
vlinders, verdronken of nog levend, op de
vlakte; alle grashalmen en bloemen zien er
onooglijk uit. Daar komt nog een kleine
nabui, de terugstuit; en weg isde misklenrige
laag; afgespoeld, als schoon gewasecben
is het gras; alleen de bodem er tusscaen
is nog vochtig en geel; in een kwartiertje
is ook die opnieuw droog en even hard als
te voren.
Maar nu is die oever, tijdens den stilstand
van bet overstroomingg-water, verhoogd met
het bezinksel van het gele water dat van alle
zyden door de ty'delyke bijstroompjes van de
hellingen, en van boven" door de Geulself
werd aangevoerd. Na elke bui, en in het
voor- en najaar na eiken hoogen waterstand,
.groeit die bodem op deze wijze aan.
Al is die aanwas van slib by een enkele over
strooming ook gering, misschien geen milli
meter, dat opleggen van klei en zandlaagjes
met alle bijmengselen van organiicben aard
en van fijn grint, uit de Bleybergscbe
heuvels, gaat steeds door, herbaalt zich
in den loop der jaren geregeld en hoogt den
dalbodem op. Komen er geen storende in
vloeden, dan zal het dal misschien eens zoo
hoog komen te liggen, dat de Geul niet meer
buiten zyn oevers kan treden. Of: Is eens zoo
veel van de omringende heuvels omlaag
gevoerd, dat de toevloed, van water door de
geringere belling ook afneemt, dan kan er
daar bij Epen wel eena een verbreeding, een
meer ontstaan, waaruit het water maar lang
zaam afstroomt. Daarin kan de bezinking
vollediger zyn en ook daardoor zal het dal,
dan nog veel sneller, gevuld worden.
Ook is het mogelijk dat de watertoevloed blijft
en de Geul door zyn meerdere stuwkracht
died* n niet meer afzwakken kan tengevolge van
de verhooging der oevers, zich dieper ingraaft
in den bodem, er eerst verder stroomaf waarts,
by' Gulpen misschien, zy'n meegesleurde
puinen slibmassa's afstaat.
Dan zal de nu al breede dalköm tusschen
Epen en Slenaken wellicht geen weide-land
meer zijn, dan wordt er gespit of geploegd,
dan naderen de boomgaarden meer en meer
den oever, en de iarwe- en de geretakkers
zyn alleen door een voetpad van de Geul ge
scheiden, zooals nu al bier en daar het geval
ia. Dan is er goede bouwgrond ontstaan. Ge
maakt? Wel neen, immers maar verplaatst
zooals altijd Maar ergens en eens moet toch
het begin zrjn.
E. HBIMANS.