De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1909 31 oktober pagina 2

31 oktober 1909 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No". 1688 hetzji met medewerking van anderen; Been, ze gevoelden dat er meer moest gebeuren _en dat ook van hen meer geëischt werd, in dien ze in alle opzichten het geestelijk heil en het stoffelijk welzijn der menschen wil den bevorderen. Zij legden zich toe op de bestudeering der maatschappelijke vraag stukken en traden, toen ze voor zichzelf hiertoe vrijheid konden vinden, onbevreesd in het openbaar voor het socialisme op. Maar in n opzicht gingen en gaan zij, naar mijne meening, minder ver dan hunne moderne collega's van vroeger. In hunne preeken en bij hunne catecnisaties zijn ze gelooviger, mystieker. Vrijzinnig zijn ze in zooverre, dat ze bijbelkritiek al gaan ze hierin minder ver dan bedoelde voor gangers volstrekt niet verwerpen, vele verhalen van het Oude- en het Nieuwe Testament naar het rijk der verdichtselen verwijzen en geen bepaalde geloofsbelijde nis, in den vorm van een dogma, noodig achten voor der menschen zaligheid. Maar wel achten ze in het algemeen het geloof «au God, onverschillig hoe dit dan gefor muleerd zij, een 'noodzakelijke voorwaarde -voor 'iet hoogste menschzijn en zijn ze in in dit opzicht zelfs min of meer fanatiek, soodat ze ietwat medelijdend neerzien op den ongeloóvige als een minderwaardige. iJa, in hunne me»ning dat godsdienst onaf«eheidelök is van volle menscheB waarde en dat daarom het kind reeds op zoo jeugdig mogelijken leeftijd godsdienstige begrippen moeten worden bijgebracht, naderen ze zelfs de katholiekenen de orthodoxe protestanten. Van n hunner Da. Reitsma te Noord?vrolde is het bekend, dat hij openlijk verklaarde in beginsel vt or de school met den bijbel «te zijn en ik weet dat er onder .zjjne socialistische collega's meerdere zijn, die godsdienstige vorming een integreerend ttoël 'v«n de opvoeding en dus ook van het onderwijs wenschen 'te doen zijn. Gteen wonder du* dat *e ijverig prapa:gaeren -voor het Godsgeloof, al erkennen ze van God geen bepaalde definitie te kunnen geven. Ze schromen niet ook de ongeloóvige broederen te bezoeken en te trachten onder ?hen proselieten te maken. Benige weken geleden hielden ze zelfis een openluohtmeeting met vrij debat te St. Jacobi Parochie, «en buurt waar betrekkelijk vele anarchis tische en dus .godsdienst-vijandelijke arbei ders wonen. Als onderwerpen waren hierbij o. a. gekozen: Dood is dood" en Er is geen God", natuurlijk om deze 'bekende slagwoorden TOU ongeloovigen aan kritiek .te onderwerpen. (Taeh wist van orthodoxe ajjdfi de laster neg gebruik van de keuze van genoemde onderwerpen te maken; ijverig werd van dien kant rondgestrooid, dat er zelfs aominé's zoo brutaal zouden zijn om in het openbaar te verkondigen dat er geen leven na dit leven en dat er geen God' was). In den a.s. winter zullen eenigo socia listische predikanten op verschillende plaat sen in die huurt vergaderingen houden, waarin ze, onder toestaan van vrij debat, hunne godsdienstige opvatting zullen ver dedigen. De roode" dominé'a hebben dus dan durf zoowel het kapitalisme als :het on geloof te bestoken en dit bezorgt hun toe loop van twee kanten. Ze hebben door. hun toewijding en moed, door hunne liefde en hun durf, vat op de massa. Door hun op traden is by veten de tegenstelling socia lisme ongeloof verdwenen en heeft men op «ommige plaatsen aeli's solialistische kerke lijke kiesvereenigingen, met een vrij sterk ledental. Omdat men zag dat ze vat hadden op velen, die voor goed van de Kerk vervreemd schenen, heeft men hier en daar, waar het kerkbestuur der niet-orthodoxen geheel ver. lappen w«s, het wel eens met een rooden domiaéwillen probeeren. Maar ook in dezen ia al weer leaetie merkbaar, op sommige plaatsen weert men thans zorgvuldig predi kanten die voor .socialistisch bekend staan, ja, het is reeds voorgevallen dat b\j een vacature geheelonthouders als zoodanig, dus al waren ze niet tevens sociaal- democraat, .onder de minder gewenschte elementen werden gerekend. RADBOUD. De katholieken en het kiesrecht. In De Tijd" van 22 Oct. mij toegezonden, vind ik vermeld, dat de Bond van E. E. Kiesvereaaigingen met groote meerderheid bet organisch kiesrecht op het katholiek program van actie plaatste"; . dat het eene vergissing was van Peregrinus, toen hij bij de katholieken het verschijnsel constateerde, dat zij zich in politiois en speciaal in de kiesrecht- quaestie door dr. Kuyper op sleeptouw laten nemen" ; dat Peregrinus, toen bij de verwantschap van het organisch kiesrecht aan de calvillllllllllMtnillllllllllllllllll EEN IMPULSIEF MAN, ./Vaar het Engelsch van ST. JOHAN HANKIS. I. ? Op een warmen Septemberavond slenterde Richard Marxwell naar zyn kamers in St. James street. Hij had in het Savoy hotel gegeten en daar het mooi, zacht weer was, wilde hij liever langs de Emba»kment naar huis wandelen dan in een rijtuig door de stampvolle Strand hossen. Hy'had zijn overjas over den arm genomen en stak de straat over naar den rivierkant om elk koeltje op te vangen. Terwy'1 hy langzaam de richting van Westminster opliep en nog maar een paar honderd pas van New Scotland Yard af was, werd zijn aandacht getrokken door een havenloos uitzienden man, die, vlak voor hem uit, het steenen muurtje, dat de rivier begrensde, trachtte op te klimmen. Als die gek niet oppast, valt hij er nog in," dacht hij bij zichzelf. Maar de gek dacht er klaarblijkelijk niet aan op te passen. Integendeel, hy trok zich vastberaden aan den steenen rand op, totdat hy recht overeind stond. Maxwell was een impulsief man, die zich zelden den ty'd gunde na te denken, alvorens tusschenbeide te komen, al» hij meende, dat iemand zich aan een dwaasheid schuldig maakte. De man was stellig dronken, anders zou hij niet zoo vreemd doen. Als hij in de nUtische opvattingen omtrent huwelijk en huisgezin demonstreerde, Bleahts de argu menten herhaalde, welke de Tijd"eenigen tijd te voren beaigde"; dat zij op het slot onzer artikelenreeks zat te wachten en zoolang om ons te over tuigen van ongelijk de Nieuwe Courant terzijde had gelegd" en dat als de katholieken medewerkten om het organisch kiesrecht tot stand te brengen zij dit niet zullen doen, omdat het gezinshoofdenkiesrecht als het katholieke wordt aangezien, maar om velerlei opportunistische en zuiver rationeele gronden". Vooreerst de opmerking, dat het organisch .kierecht niet werd aangenomen door den Bond van R. K. Kiesvereenigingen. Dit evenals het kenteeken- en het algemeen kiesrecht verwierf ongeveer een derde der stemmen. Maar inmiddels was de onderlinge zetels verzekering der rechtsche kamerleden wel licht reeds gesloten en had dr. Kuyper uitdrukkelijk verklaard, dat büaanneming van het algemeen stemrecht door de katho lieken het bondgenootschap zou verbroken zijn. In plaats van nu eene formule te zoeken, waarmede allen zich konden ver eenigen, werd tegenover de voorstanders van het algemeene kiesrecht het gezinshoofdenkiesrecht aangenomen, zonder dat werd uitgemaakt of dit een stap in de richting van het organisch kiesrecht of van het kenteekenkiesrecht zijn zou. Daar door dit besluit de voorstanders van het algemeen kiesrecht geslagen waren, was de Tijd" toen zoo verheugd, dat zij blijkbaar vergat, dat z'\j reeds voor jaren herwaarts de onhoudbaarheid van 't gezinshoofdenkiesrecht van katholiek standpunt uit had aangetoond; maar te vernemen dat de Tijd" korten tijd geleden weer dezelfde argumenten als ik .gebruikte was voor mij eene ware verrassing, daar ik mijne oude vriendin in maanden niet had gezien. 't Speet me daarentegen, dat zij nog op het slot mijner artikelen zat te wachten, daar toch in het nummer van 26 Sapt. het tweede artikel als slot werd aangekon digd en hoewel ik het op prijs stel, dat zij voor mij de Nieuwe Courant" ter zijde legde, acht ik toch dat blad niet zeer ge schikt om müvan ongelijk te overtuigen. Vele katholieken zijn voor het algemeen kiesrecht, anderen zijn op opportunistische gronden voor het organische en voor het huismanskiesrecht. Dat het organische kiesrecht van mr. Aalberse calvinistisch is, heb ik niet beweerd. Van nevels en phrasen ontdaan ziet het er eer wat Mecklenburgsch uit. Maar niet dat kiesrecht, doch het gezin-hoofdenkiesrecht is door den bond van R. K. kies/ereenigingen in Nederland aangenomen, 't Werd overgenomen door den Noordbrabantschen bond en leus bij de vorige verkiezingen. Daarmede heeft de katholieke partij het gezinshoofdenkiesrecht aanvaard en nu moet hier zeker katholiek" niet in den godsdianstigen, maar in den politieken zin van het woord worden .genornan; maar wij hebben dan toch eene partij, die zich katholiek noemt, en er naar streeft om van de pastoors burgers tweede klas en van de kapelaans, die geen huishouden hebben, burgers derde klas te maken, want slechts de getrouwde mannen zullen in het christe lijke Nederland der toekomst burgers en kiezers zijn van den eersten rang. PEREGRIXUS. Reeds schreef ik dat Quo Vadis" van Felix Nowowiesjki weinig uit (e staan heeft met den alom. bekenden roman van Scienkewicz. Ook gaf ik aan welke Eeenea uit dien roman, in duitscbe verzen van A. Jüagst, door den componist op muziek gebracht zijn, zoodat ik thans kan volstaan met mijne indrukken weer te gevem van het werk en de uitvoering. De eerste scène (Brand Rome) ia verdeeld in drie fragmentea. Eerst komt een gemengd koor met een fugatische bewerking van im posant karakter den brand van Rome beschrij ven. Daarna zingt een mannenkoor de woorden: Wir sah'n den Kaiser auf der Höh, der Zinnen stehn im Prachtgewand". Ten slotte zingt het gemengde koor Fluch ihm und Rache, der den Zorn der erhab'nen und unnahbaren Götter entfesselt hat". Nowowieejki geeft in deze scène reeds dadelijk het bewijs dat hu zich in zijn element rivier viel, zou het hem moeite kosten er weer uit te komen. Maxwell riep hem toe voorzichtig te zijn en verhaastte tegelijkertijd zijn schreden. Zijn bedoelimg was goed, maar zijn waarschuwing had juist de tegenover gestelde uitwerking. Toen de man op het muurtje hem aan zag komen, keerde hy' zich ineens naar de rivier, stak zyn armen om hoog en sprong in het water. Het was zonder eenigen twijfel een poging tot zelfmoord en dat nog wel onder de muren van New Scot land Yard l Een minder impulsief man zou daarheen zy'n geloopen, gebeid hebben en de bewoners in kennis hebben gesteld van het feit, dat een onbekend man op dat oogenblik de mis daad beging zich voor hun vensters te ver drinken. Maxwell echter was gesneden van het hout waarvan men helden maakt. Hy gooide zy'n hoed en overjas op den grond, sprong op het muurtje en dook hem na. Gelukkig scheen de maan helder en Maxwell was een uitstekend zwemmer. Het water was aan het vallen, en voerde den would-be zelfmoordenaar mee naar hem toe. In een oogwenk had Maxwell hem stevig vast. De man begon een wilde worsteling met. zijn redder, maar Maxwell had zien in de zwemschool geoefend in het redden van drenkelingen en liet niet los. De eenige moeilijkheid was, hoe hem uit het water te krijgen. Hoog en glibberig ver hieven zich links van hem de muren van de Embankment. Hij had ze onmogelijk knnnen opklimmen als hij zy'n armen vrij had gehad; hoe veel te minder dus nu hij een man torstte. Hij besloot daarom zich op den stroom te gevoelt, wanneer hij met groote koormassa's en sterk geïnstrumenteerd orchest kan werken. De fuga is flink en stevig van bouw en laat niet na een indruk van kracht en aplomb te maken. Het mannenkoor is niet steeds nobel van conceptie; het heeft iets van den liedertafelstijl in zich. Détweede scène begint met een mareen der praetorianen. Daarna treedt een benrtgezang op, tusschen de O \rerste der praetorianen en het Volk. De eerste werpt de schuld van Roms's brand op de Christenen en het volk roept dan Christeanos ad leones". In de bas-solo van den overste der prae torianen had ik gehoopt dat de componist muzikaal interessanter zou geweest zijn: Vooral met het orcheat had hij meer kunnen schilderen. Polyphonie, in de moderne beteekenis van het woord, miste ik daarin. Psychologische karakterteekening, illustratie van de tekstwoorden, waar waren die te vinden ? Even een aanloop tot een melodische passage, maar. anders niets dan weinig zeg gend figuurwerk. Het derde deel yoert ons in de catacomben, waar de eerste christenen hunne godsdienst oefening houden en waar Petrus zich te midden der geloovigen bevindt. Enkele intonatiën herinneren aan de katholieke praefatie" en door afwisseling van a cappella- koor en «ologezang met orgel, weet de componist daar een stemmingsvollen indruk te bereiken. By' de solo van Lygia heeft Nowowiesjki weder de gelegenheid voorbij laten gaan met zy'n orchest symphonisch den zang teschragen, ondanks het goed gevonden lyrische motief in Bes. Wanneer dan echter het volk met Lygia tracht Petrus te doen besluiten Rome te verlaten, ontmoet men weder steoaminggvolle momanten. Het thema, waarop de woorden Veriasse Rom" zijn gecomponeerd, komt müvoor een der best geïnspireerde oogenbliiken te zijn van het geheele werk Ook het slot van deze scène is wel in staat indruk te maken. In de vierde scène wordt dan behandeld de ontmoeting van Petrus met den Zaligmaker. Aanvankelijk is Petrus alleen; overgelaten aan sombere stemmingen; so bang mein Herz, so schwer mein Sinn;" ziedaar den inhoud van zy'n monoloog. Alweder, wat schoone gelegenheid om met het orchest een muzikaal treffend beeld te geven van Petrus' zielestemming. Wel heeft de componist met klanken uit het orchest gewerkt en daarmede ook wel een uiterlijk somberen toon bsreikt, maar de musicus verlangt meer, hy wil ook muzikale gedachten in «en vorm, waaraan ome tyd gewend is. Niet geheel bevredigd heeft mij de ver schijning van Christus. Ik had daar meer een ideaal verklürte" orchestkleur verwacht. H«t slotkoor geeft den componist weer ge legenheid met ziju koor te woekereu. Ondanks de overeenkomst van zijn fuga-thema, in toonaar l en in de aanvaogsnoten, met Mendelssoh's Dank sei dir Gok" uit Elias, weet de componist toch uit dit thema een zeer kloek muziekstuk te ontwikkelen, dat alleen wat te veel uit elkaar gerukt is. Als alles in meer gesloten vorm geconcipieerd ware ge weest, zou dit deel inderdaad een flink oratorium-slotkoor zijn geworden. Nowowiesjki is een man die onmiskenbaar duchtige studiën gemaakt heeft en ook het talent bezit het geleerde practisch aan te wenden. Het komt mij echter voor dat ds componist met zijne studiën is blijven staan tot ongeveer de eerste helft van de vorige eeuw. Zijn harmonische uitdrukkingswijze is niet van onsen tijd. Max Bruch is 's compo nisten laatsten leermeester geweest. Van dezen kan hy' geleerd hebben effectvol voor koor te schrijven; niet echter in toepassing te brengen wat onze tegenwoordige ty'd voor belangrijks en nieuws in harmonisch op'.icht heeft opgeleverd. Maar Bruch is een hoog bejaard man en Nowowieejki staat in den aanvang van zy'n kunstenaarsloopbaan! In derdaad mag het bevreemding wekken dat een zoo jong componist zich in'c geheel niet heeft laten beroeren door de evolutiën die onze muzikale kunst in de laatste halve eeuw heeft doorgemaakt. Ook ten opzichte van de polyphonie kan men nagenoeg hetzelfde beweren. Nowowiesjki is zeker een duchtig contrapunctist; maar de golving, de deining, het leven, het gestage beweeg uitvloeisels vau een bloeiende polyphonie, zy'n hem vreemd. In het nauwste verband daarmede staat de instrumentatie. Zeker Nowowiesjki weet voor de instrumenten te schrijven. Forsche, krach tige kleuren treft men overvloedig aan, mis schien wel wat te overvloedig. Maar te vergeefs zoekt men die kleureumenging, die ineenvloeiing van tinten, die aan het orchest zulk een schoon -eoloriet verschaft. U ?er het geheel maakt Quo Vadis" op den toehoorder den indruk van een werk uit lang vervlogen dagen, tenzij dan de geruiachvolle instrumentatie, die vroeger niet in die laten drijven tot aan de trappen bij CharingCross. Daar klauterde hij niet zonder moeite op de landingspier van de stoomboot, trok den ander daarna op en begon zijn kieeren uit te wringen. Misschien had Maxwell eenige dankbaar heid verwacht van den man, dien hij gered had. In dat geval zon hij teleurgesteld wor den. De andere zat in elkaar gedoken op de houten pier zonder er aan te denken zich te drogen en gooide hem allerlei verwengchingen naar het hoofd. Wel vervloekt!' bromde hij. Waar be moeide je je mee? Als jy er niet geweest was, was ik er nou al uit I" Als iets Maxwell woedend kon maken, dan was het de beschuldiging zich met een ander's zaken te bemoeien. Zooals de meeste impul sieve menschen mengde hij zich, soms onvoor zichtig in dingeo, die hem niet aangingen. Hij had meer dan eens een eind gemaakt aan een straatgevecht, met het resultaat, dat hy door beide partyen werd uitgescholden en ten glotte door de politie verzocht werd door te Ioopen. Daarom deden de woorden van den man hem onaangenaam aan. Ben je gek!" zei hij. Ik heb je het leven gered eu een pak er mee bedorven wat wil je nog meer? Sta op en houd op met je gemopper." Wat ik nog meer wil ?" zei de andere, opspringend zijn woede verleende hem een vlugheid, die zelfs door zy'n natte kleeren niet kon worden belemmerd. Wat ik nog meer wil? Hoor hem eens, dien fat met zijn mooie manieren en zy'n fijne kleeren, die met zijn corpus in den weg staat als een arme man zich wil verdrinken en die dan nog verwacht, dat hij dank je" zal zeggen. Je mate in toepassing gebracht werd, het heden verraadt. De uitvoering van het koor was in menig opzicht schitterend. Vooral in de forti ont wikkelde het koor een schooneu en vollen klank, die vo'komen tegen het orchest opge vassen mag genoemd worden. Ook in de pianissimo's was de klank beschaafd; echter niet altijd rein, speciaal in die gedeelten, welke zonder begeleiding werden gezongen. Doch de heer Schoonderbeek, die met vuur zijn troepen bazielde, heeft alle eer van zijn koor-praestatie. Dat het Concergebouw-orchest meewerkte, was een waarborg voor de voortreffelijk heid waarmede het instrumentale gedeelte werd vertolkt. Mevrouw Aaltje Kubbenga?Burg zong met zeer schoone, klare en reine stem de rol van Lygia. Xiet altijd kon zij zich boven de orchestmassa's uit gelding verschaffen; maar waar haar zang tot ons kwam, geraakte men onder de bekoring van haar orgaan. De heer Gerard Zalsman zong de Petrus partij. Het mooist was hij in de enkele zachte passages; daarin maakte zy'n orgaan een weldadigen indruk. Overigens heeft de heer Zalsman neiging tot sleepen, wat een ietwat larmoyant effect maakt. De heer Caro zong den Overste met kloek, helder en krachtig, hoewel eenigszins onge cultiveerd geluid. De heer Louis Robert speelde de omvang rijke orgelparty' met groot talent. Aan het einde van de uitvoering barstte het talrijke publiek in enthousiaste toejui chingen los, en toen de sympathieke ver schijning van den aanwezig zijnden componist het podium betrad om Schoonderbeek, koor en orchest te danken, bereidde het publiek hem een zei izaam hartelijke ovatie. Het werk heeft by' het publiek bly'kbaar ingeslagen. AVKRKA.Mi'. Marie Antoinette; gedenkic'iriften van haar hofdame, mevrouw Campan. Bewerkt door S. J. BOUBERG WII.SON. Amsterdam, Wereldbibliotheek; z. j. Nooit is misschien een vrouw zo veifijndwreed en onophoudelik belasterd geworden als de arme Marie Antoinette. Wanneer het minst venijnige van de honderden schot schriften die over haar verschenen, een grein van waarheid bevat, is zij inderdaad de afschuwelikste, meeft ontaarde vrouw geweest die ooit geleefd heefr. En de Parijse archieven liggen vol van de meest scabreuse papieren die dit zouden doen geloven. Maar het boek van mevrouw Campan, dat hetzelfde stempel draagt als die moedige hovelinge zelve : een van eerlikheid en ridderlikheid, staat als een schoon en onwrikbaar monument te midden van die stromen vuils en onwelriekende. Wel nimmer zal de historie in staat zijn de eer der ongelukkige koningin wiskunstig zeker te znireren; maar zolang er twee mogelikheden blijven bestaan, scharen zich het gezond verstand, het gevoel en de goede smaak aan de zijde van die mogelikheid, welke mevrouw Campan ons in haar lezenswaardig boek zo aannemelik heeft gemaakt. Orerigens, hoezeer wy' Marie-Antoinette als vrouw moeten beklagen, gelukt het de sympathieke schrijfster niet, ons een hogere indruk te geven van haar kwaliteiten en plichtsgevoel als voratin in het bizonder en van de wenselikheid of de zegenrijke in vloed van een monarchaal bestuur in het algemeen. Weinig mensen hebben zo geringe lering geput uit de tekenen des tijds als de vorsten. Lodewijk XIV reeds bereidde de revolutie voor, door zijn volk financieel uit te, putten; de buitensporige onzedelikheid en de fabelachtige korruptie, onder het Regentschap en Lodewijk XV aan het hof tot richtsnoer voor het dageliks leven ge bezigd, waren de naaste stappen er toe, en het mag slechts verbazing wekken, dat het franse volk Lodewijk XVI, zy'n gemalin en de gewetenloze schurkenbende, <}ie hun hof omringde, nog zo lang en lijdzaam de ty'd heeft gelaten, eer het zich de voldoening gunde aan de dwingelandij bloedig een einde te maken. Het is volkomen waar, dat in Lodewyk XVI en Marie-Antoinette meer hun voorgangers dan zijzelven getroffen werden, dat zy meer als slachtoffers der anti-oostenrijkse intriges, dan van hun eigen misslagen vielen; het is zelfs waar, dat zij als mens voortreffelike en beminnelike eigenschappen bezaten, waartegen hun rampzalig lot als een buiten alle verhouding wrede straf afsteekt. Maar al voegt men daarbij de overweging, dat de eindelik uitgebarsten revolutie in de meest ongerechtvaardigde, door niets goed te praten uitspattingen ontaardde, dan nog blijft het feit, dat de beide soevereinen zich schuldig hadden gemaakt aan een volkomen wanbegrip van hun taak als regeerder?. Zij mogen niets gedaan hebben om de gevolgen van de wandaden hunner voorgangers te bent een verdraaid bemoeizieke, schetterige aap, dat ben je, en nou weet je het." Maxwell voelde den aandrift denman neer te slaan; maar ditmaal twijfelde hij, of die eerste impulsie wel de beste was. Bovendien is er iets geks in, iemand af te ranselen pas nadat je hem het leven hebt gered. Hy pro beerde het daarom maar met ironie. Het spijt me, als myn bemoiizucht" hij legde den klemtoon op het woord je niet aanstaat. Ik zal het niet weer doen. Als je je wilt verdrinken, doe het dan nu. Ik zal je niet tegenhouden. Da rivier is er nog." De man keek een oogenblik naar het water, alsof hij hem aan zijn woord wilde houden. Toen wendde hy zich af. Verdoemd," zei hij ik kan niet, en dat weet je wel. Ik heb het eens geprobeerd; ik heb al mijn moed bij elkaar genomen om het tedoerj. Jij kwam er bij en jij hebt me tegengehouden. Nou is inijn fut weg. Ik kan het niet." Je bent bang," zei Maxwell op minach tenden toon en hij bukte zich om zijn linker broekspijp uit te wringen. ,.Ja," zei de andere, ik ben bang. Wie zal me daar wat voor maken? Xiet iedereen durft zich eenmaal te verdrinken. Tweemaal op n avond is voor iedereen te veel." Dan is het maar beter, dat we weggaan," zei Maxwell. 4.1s je met me mee wilt gaan, EB! ik je wat verwarmends geven." Dat is al het minste wat je doen kunt," bromde de ander. Maxwell haalde zijn schouders op. Hij walgde van 's mans ondankbaarheid. Zy liepen de trap op naar de Embankment en Maxwell riep een bakje aan. De koetsier hield naast het trottoir stil en bekeek ze met ironische verbazing. Dat aangapen irriverergeren, zy hebben evenmin een hand uitgestoken om die te verzachten, «n van de waarlik koninklike taak, die kennelik voor hen gereed lag: het volk op te heffen uit de jarenlange druk, te voor zien in ?ij n duizend noden en behoeften hebben zy niet het minste besef getoond. Mevrouw Campan, ondanks haar groot karakter een kind van haar tijd, heeft dit niet zo gevoeld, nog minder het in dergelijke woorden neergeschreven; tcch ia het op elke bladzij van haar boek te lezen, als een les aan vorsten die menen dat het, om een volk te regeren, voldoende is de dag in zijn werkkamer met boeken en wat handenarbeid door te brengen, of in de parken van het paleis te wandelen met een lam aan een blauw zijden lint. De betrekking van monarch raakt uit de tijd, en het volk brengt dit nu en dan in herinnering door er een die niet deugen wil onzacht aan de dyk te zetten. En wanneer zich dit, wat te voorzien is, her halen mocht, dan kan waarlik geen der ge troffenen klagen dat de geschiedenis hem niet voldoende gewaarschuwd heeft liever intijds een behoorlik ambacht te leren, dan zich bloot te stellen aan de gevaren van koninkje spelen zonder genoegzame kennis van zaken. Een leerzaam boek dus, deze gedenk schriften, zowel voor het volk ale voor de vorsten. Wie de zaak van twee kanten wil bekyken, kan echter zeer worden aanbevolen als tegenhanger ook Las Pamphlets libertins contre Marie-Antoinette", door Hector Fleischmann, te lezen. J. TEESTBHG. Het Pragmatisme. In de 'Popular Science Monthly' van Janu ari 1878 heefc de Americaan Ch. S. Pierce in een« verhandeling over de vraag how to rnake OUT ideas clear" eene opvatting uiteen gezet, die zich in het Fransch laat omschrijven als une préoccupation de simple utilité" en die hijzelf later pragmatisme is gaan noe men; m druk heeft hij dan, naar het schijnt, dien naam niet gebruikt vóór het jaar 1902, het jaar, waarin hij een artikel in'Baldwin's dictionary' liet verschijnen. Veel moet tot verbreiding zijner zienswijze de Engelschman William James hebben bijgedragen, en dit allereerst als schrijver van een in 1907 te Londen bij Longmans verschenen werk ge titeld Pragmatism, a new name for some old ways of thiuking". Van overeenkomstige maar toch ruimere strekking zijn dan F. S. Schillers studies in Humanism, philosophical essays", die in 1903 te Londen bijMacmillan zijn verschenen en hst pragmatisme van Pierce ate eene tot de theorie der kennis beperkte aanvankelijkheid in verschillende richting te buiten gaan, om er iets meer omvattende van te maken, al heeft Schiller, naar het schijnt, groote vrees voor het ware Omvattende of omvattende Ware der Hegelary, the Absolute of modern Hegelians", waarin hij niet het volstrekte herkent dat zich in alle betrekkelijkh«den, het Oneindige, dat zich in alle eindigheden wedervindt. In het FranSch bestaat sinds het vorige jaar van de hand ran den gewezen priester Marcel Hébert een boekje over 'La pragmatisme', dat te Parijs by Nourry verschenen is, en J. Bourdean heeft ia den loop van dit jaar te Parijs bij Alcan een geschrift over 'Prag matisme et Modernisme' laten verschijnen; uit 'la Oultura Contemporanea'. een maand schrift waarvan te Rome in 1909 de eerste jaargang verschijnt, zie ik, dat in Italiëhet pragmatisme bereide veel opgang heeft ge maakt. Wat dan wil zeggen, dat de betrek kelijkheid, waarvoor het opkomt, een vorm is, waarin daar aan het jongere geslacht de behoefte tot bewustzijn komt, om door ver ouderde leerstellingen en bekrompen verstan dig vastgestelde 'waarheden' van middel«euwsch allooi heen te breken, aan het jongere Italiaansche geslacht, dat allerminst zoo in eens bij machte is, in het (niet eens rechtzinnig) Hegeliaansche schuitje van Benedetto Croce te stappen, doch daarom niet minder de behoefte gevoelt, verstijfde 'waarheden' uit vroeger tijd door eene met nieuwere behoeften rekening houdende geestelijke bedrijvigheid te boven te komen en uit den weg te ruimen. Most certainly Pragmatism is only a new name for some old ways of thinking! Wie heeft ooit, al was het hem zonderlinger wij ze te doen zelfs om de Waarheid, gestreefd naar iets dat hij verkeerd, en niet 'goed' vond? Vierhonderd jaar voor het begin onzer telling heeft de Sociaticus Euclides van Megara (D. L. 2 : 106) het Goede het eene genoemd, dat allerlei namen had, en Aristippus heeft toentertijd zjjn doel als 'de afzonderlijke aangenaamheid' beschouwd (D. L. 2 : 87), gelijk nog de Platonische Philebus (66 c) op zijn Cyreneesch heet gezegd te hebben, dat hij 'aangenaamheid' iiiiijiiiimimimmiiiimHiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiHiiiiiini IIIMIIIHIIII teerde Maxwell, die er zich waarschijnlijk niet genoeg rekenschap van gaf, hoe bespot telijk hij er uitzag, druipnat en zonder hoed. Waar duivel kijk je naar?" zeidehy woest; Neem me niet kwalijk, mijnheer," zei de man. In het water geweest?" Ja," zei Maxwell kortaf. St. James street 58," en hij wenkte den ander in het rijtuig te stappen. Hei wat, niet zoo haastig," zei de koetsier. Zoo kan ik u niet meenemen. Wat moet er van mijn bakje worden?" Laat je bakje naar de maan ioopen!" antwoordde Maxwell. Houd je paard stil!' Alles goed en wel, mijnheer, maar hoeveel krijg ik van u voor dit vrachtje?" Zes gulden," zei Maxwell. En inyn kussens bedorvenl Dat nooit!" antwoordde de koetsier, en hij nam de teugels op om weg te rijden. Maak er twaalf van, mijnheer, en ik sla toe." Goed," zei Maxwell, die een agent zag aan komen en boven alles onopgemerkt wenschte te blijven. Hij wilde zijn naam niet zien opgenomen in het politie verslag met de bijvoeging, dat hij te middernacht in de rivier was gesprongen om een man te redden. Dat zou slechts een bevestiging zijn van den indruk, dien zijn vrienden hadden, dat Maxwell zich altijd met een andérman's zaken bemoeide.' Zij stapten in het rijtuig en hij beval den koetsier langs Westminster te rijden. Ik zal even mijn overjas «n hoed oprapen," dacht hij, want hij bezon zich, dat ook zonder het verlies aan die kleeren, de avond al duur genoeg zou zijn. Toen zij New Scotland Yard naderden, liet hij het rijtuig stilhouden

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl