Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No". 1688
hetzji met medewerking van anderen; Been,
ze gevoelden dat er meer moest gebeuren _en
dat ook van hen meer geëischt werd, in
dien ze in alle opzichten het geestelijk heil
en het stoffelijk welzijn der menschen wil
den bevorderen. Zij legden zich toe op de
bestudeering der maatschappelijke vraag
stukken en traden, toen ze voor zichzelf
hiertoe vrijheid konden vinden, onbevreesd
in het openbaar voor het socialisme op.
Maar in n opzicht gingen en gaan zij,
naar mijne meening, minder ver dan hunne
moderne collega's van vroeger. In hunne
preeken en bij hunne catecnisaties zijn ze
gelooviger, mystieker. Vrijzinnig zijn ze
in zooverre, dat ze bijbelkritiek al gaan
ze hierin minder ver dan bedoelde voor
gangers volstrekt niet verwerpen, vele
verhalen van het Oude- en het Nieuwe
Testament naar het rijk der verdichtselen
verwijzen en geen bepaalde geloofsbelijde
nis, in den vorm van een dogma, noodig
achten voor der menschen zaligheid. Maar
wel achten ze in het algemeen het geloof
«au God, onverschillig hoe dit dan gefor
muleerd zij, een 'noodzakelijke voorwaarde
-voor 'iet hoogste menschzijn en zijn ze in
in dit opzicht zelfs min of meer fanatiek,
soodat ze ietwat medelijdend neerzien op
den ongeloóvige als een minderwaardige.
iJa, in hunne me»ning dat godsdienst
onaf«eheidelök is van volle menscheB waarde en
dat daarom het kind reeds op zoo jeugdig
mogelijken leeftijd godsdienstige begrippen
moeten worden bijgebracht, naderen ze zelfs
de katholiekenen de orthodoxe protestanten.
Van n hunner Da. Reitsma te
Noord?vrolde is het bekend, dat hij openlijk
verklaarde in beginsel vt or de school met
den bijbel «te zijn en ik weet dat er onder
.zjjne socialistische collega's meerdere zijn,
die godsdienstige vorming een integreerend
ttoël 'v«n de opvoeding en dus ook van het
onderwijs wenschen 'te doen zijn.
Gteen wonder du* dat *e ijverig
prapa:gaeren -voor het Godsgeloof, al erkennen ze
van God geen bepaalde definitie te kunnen
geven. Ze schromen niet ook de ongeloóvige
broederen te bezoeken en te trachten onder
?hen proselieten te maken. Benige weken
geleden hielden ze zelfis een
openluohtmeeting met vrij debat te St. Jacobi Parochie,
«en buurt waar betrekkelijk vele anarchis
tische en dus .godsdienst-vijandelijke arbei
ders wonen. Als onderwerpen waren hierbij
o. a. gekozen: Dood is dood" en Er is
geen God", natuurlijk om deze 'bekende
slagwoorden TOU ongeloovigen aan kritiek
.te onderwerpen. (Taeh wist van orthodoxe
ajjdfi de laster neg gebruik van de keuze
van genoemde onderwerpen te maken;
ijverig werd van dien kant rondgestrooid,
dat er zelfs aominé's zoo brutaal zouden
zijn om in het openbaar te verkondigen
dat er geen leven na dit leven en dat er
geen God' was).
In den a.s. winter zullen eenigo socia
listische predikanten op verschillende plaat
sen in die huurt vergaderingen houden,
waarin ze, onder toestaan van vrij debat,
hunne godsdienstige opvatting zullen ver
dedigen. De roode" dominé'a hebben dus
dan durf zoowel het kapitalisme als :het on
geloof te bestoken en dit bezorgt hun toe
loop van twee kanten. Ze hebben door. hun
toewijding en moed, door hunne liefde en
hun durf, vat op de massa. Door hun op
traden is by veten de tegenstelling socia
lisme ongeloof verdwenen en heeft men op
«ommige plaatsen aeli's solialistische kerke
lijke kiesvereenigingen, met een vrij sterk
ledental.
Omdat men zag dat ze vat hadden op
velen, die voor goed van de Kerk vervreemd
schenen, heeft men hier en daar, waar het
kerkbestuur der niet-orthodoxen geheel
ver. lappen w«s, het wel eens met een rooden
domiaéwillen probeeren. Maar ook in dezen
ia al weer leaetie merkbaar, op sommige
plaatsen weert men thans zorgvuldig predi
kanten die voor .socialistisch bekend staan,
ja, het is reeds voorgevallen dat b\j een
vacature geheelonthouders als zoodanig, dus
al waren ze niet tevens sociaal- democraat,
.onder de minder gewenschte elementen
werden gerekend.
RADBOUD.
De katholieken en het kiesrecht.
In De Tijd" van 22 Oct. mij toegezonden,
vind ik vermeld, dat de Bond van E. E.
Kiesvereaaigingen met groote meerderheid
bet organisch kiesrecht op het katholiek
program van actie plaatste";
. dat het eene vergissing was van
Peregrinus, toen hij bij de katholieken het
verschijnsel constateerde, dat zij zich in
politiois en speciaal in de kiesrecht- quaestie
door dr. Kuyper op sleeptouw laten nemen" ;
dat Peregrinus, toen bij de verwantschap
van het organisch kiesrecht aan de
calvillllllllllMtnillllllllllllllllll
EEN IMPULSIEF MAN,
./Vaar het Engelsch van ST. JOHAN HANKIS.
I.
? Op een warmen Septemberavond slenterde
Richard Marxwell naar zyn kamers in St.
James street. Hij had in het Savoy hotel
gegeten en daar het mooi, zacht weer was,
wilde hij liever langs de Emba»kment naar
huis wandelen dan in een rijtuig door de
stampvolle Strand hossen. Hy'had zijn overjas
over den arm genomen en stak de straat
over naar den rivierkant om elk koeltje op
te vangen.
Terwy'1 hy langzaam de richting van
Westminster opliep en nog maar een paar honderd
pas van New Scotland Yard af was, werd
zijn aandacht getrokken door een havenloos
uitzienden man, die, vlak voor hem uit, het
steenen muurtje, dat de rivier begrensde,
trachtte op te klimmen.
Als die gek niet oppast, valt hij er nog
in," dacht hij bij zichzelf.
Maar de gek dacht er klaarblijkelijk niet
aan op te passen. Integendeel, hy trok zich
vastberaden aan den steenen rand op, totdat
hy recht overeind stond.
Maxwell was een impulsief man, die zich
zelden den ty'd gunde na te denken, alvorens
tusschenbeide te komen, al» hij meende, dat
iemand zich aan een dwaasheid schuldig
maakte. De man was stellig dronken, anders
zou hij niet zoo vreemd doen. Als hij in de
nUtische opvattingen omtrent huwelijk en
huisgezin demonstreerde, Bleahts de argu
menten herhaalde, welke de Tijd"eenigen
tijd te voren beaigde";
dat zij op het slot onzer artikelenreeks
zat te wachten en zoolang om ons te over
tuigen van ongelijk de Nieuwe Courant
terzijde had gelegd" en
dat als de katholieken medewerkten om
het organisch kiesrecht tot stand te brengen
zij dit niet zullen doen, omdat het
gezinshoofdenkiesrecht als het katholieke wordt
aangezien, maar om velerlei opportunistische
en zuiver rationeele gronden".
Vooreerst de opmerking, dat het organisch
.kierecht niet werd aangenomen door den
Bond van R. K. Kiesvereenigingen. Dit
evenals het kenteeken- en het algemeen
kiesrecht verwierf ongeveer een derde der
stemmen.
Maar inmiddels was de onderlinge zetels
verzekering der rechtsche kamerleden wel
licht reeds gesloten en had dr. Kuyper
uitdrukkelijk verklaard, dat büaanneming
van het algemeen stemrecht door de katho
lieken het bondgenootschap zou verbroken
zijn. In plaats van nu eene formule te
zoeken, waarmede allen zich konden ver
eenigen, werd tegenover de voorstanders
van het algemeene kiesrecht het
gezinshoofdenkiesrecht aangenomen, zonder dat
werd uitgemaakt of dit een stap in de
richting van het organisch kiesrecht of van
het kenteekenkiesrecht zijn zou.
Daar door dit besluit de voorstanders van
het algemeen kiesrecht geslagen waren,
was de Tijd" toen zoo verheugd, dat zij
blijkbaar vergat, dat z'\j reeds voor jaren
herwaarts de onhoudbaarheid van 't
gezinshoofdenkiesrecht van katholiek standpunt
uit had aangetoond; maar te vernemen dat
de Tijd" korten tijd geleden weer dezelfde
argumenten als ik .gebruikte was voor mij
eene ware verrassing, daar ik mijne oude
vriendin in maanden niet had gezien.
't Speet me daarentegen, dat zij nog op
het slot mijner artikelen zat te wachten,
daar toch in het nummer van 26 Sapt. het
tweede artikel als slot werd aangekon
digd en hoewel ik het op prijs stel, dat
zij voor mij de Nieuwe Courant" ter zijde
legde, acht ik toch dat blad niet zeer ge
schikt om müvan ongelijk te overtuigen.
Vele katholieken zijn voor het algemeen
kiesrecht, anderen zijn op opportunistische
gronden voor het organische en voor het
huismanskiesrecht.
Dat het organische kiesrecht van mr.
Aalberse calvinistisch is, heb ik niet beweerd.
Van nevels en phrasen ontdaan ziet het er
eer wat Mecklenburgsch uit. Maar niet dat
kiesrecht, doch het gezin-hoofdenkiesrecht
is door den bond van R. K.
kies/ereenigingen in Nederland aangenomen, 't Werd
overgenomen door den Noordbrabantschen
bond en leus bij de vorige verkiezingen.
Daarmede heeft de katholieke partij het
gezinshoofdenkiesrecht aanvaard en nu moet
hier zeker katholiek" niet in den
godsdianstigen, maar in den politieken zin van
het woord worden .genornan; maar wij
hebben dan toch eene partij, die zich
katholiek noemt, en er naar streeft om van
de pastoors burgers tweede klas en van
de kapelaans, die geen huishouden hebben,
burgers derde klas te maken, want slechts
de getrouwde mannen zullen in het christe
lijke Nederland der toekomst burgers en
kiezers zijn van den eersten rang.
PEREGRIXUS.
Reeds schreef ik dat Quo Vadis" van Felix
Nowowiesjki weinig uit (e staan heeft met
den alom. bekenden roman van Scienkewicz.
Ook gaf ik aan welke Eeenea uit dien roman,
in duitscbe verzen van A. Jüagst, door den
componist op muziek gebracht zijn, zoodat
ik thans kan volstaan met mijne indrukken
weer te gevem van het werk en de uitvoering.
De eerste scène (Brand Rome) ia verdeeld
in drie fragmentea. Eerst komt een gemengd
koor met een fugatische bewerking van im
posant karakter den brand van Rome beschrij
ven. Daarna zingt een mannenkoor de woorden:
Wir sah'n den Kaiser auf der Höh, der
Zinnen stehn im Prachtgewand". Ten slotte
zingt het gemengde koor Fluch ihm und
Rache, der den Zorn der erhab'nen und
unnahbaren Götter entfesselt hat".
Nowowieejki geeft in deze scène reeds
dadelijk het bewijs dat hu zich in zijn element
rivier viel, zou het hem moeite kosten er
weer uit te komen. Maxwell riep hem toe
voorzichtig te zijn en verhaastte tegelijkertijd
zijn schreden. Zijn bedoelimg was goed, maar
zijn waarschuwing had juist de tegenover
gestelde uitwerking. Toen de man op het
muurtje hem aan zag komen, keerde hy' zich
ineens naar de rivier, stak zyn armen om
hoog en sprong in het water. Het was zonder
eenigen twijfel een poging tot zelfmoord en
dat nog wel onder de muren van New Scot
land Yard l
Een minder impulsief man zou daarheen
zy'n geloopen, gebeid hebben en de bewoners
in kennis hebben gesteld van het feit, dat
een onbekend man op dat oogenblik de mis
daad beging zich voor hun vensters te ver
drinken.
Maxwell echter was gesneden van het hout
waarvan men helden maakt. Hy gooide zy'n
hoed en overjas op den grond, sprong op
het muurtje en dook hem na.
Gelukkig scheen de maan helder en Maxwell
was een uitstekend zwemmer.
Het water was aan het vallen, en voerde
den would-be zelfmoordenaar mee naar hem
toe. In een oogwenk had Maxwell hem stevig
vast. De man begon een wilde worsteling
met. zijn redder, maar Maxwell had zien in
de zwemschool geoefend in het redden van
drenkelingen en liet niet los.
De eenige moeilijkheid was, hoe hem uit
het water te krijgen. Hoog en glibberig ver
hieven zich links van hem de muren van
de Embankment. Hij had ze onmogelijk
knnnen opklimmen als hij zy'n armen vrij had
gehad; hoe veel te minder dus nu hij een
man torstte.
Hij besloot daarom zich op den stroom te
gevoelt, wanneer hij met groote koormassa's
en sterk geïnstrumenteerd orchest kan werken.
De fuga is flink en stevig van bouw en laat
niet na een indruk van kracht en aplomb
te maken. Het mannenkoor is niet steeds
nobel van conceptie; het heeft iets van den
liedertafelstijl in zich.
Détweede scène begint met een mareen
der praetorianen.
Daarna treedt een benrtgezang op, tusschen
de O \rerste der praetorianen en het Volk. De
eerste werpt de schuld van Roms's brand op
de Christenen en het volk roept dan
Christeanos ad leones".
In de bas-solo van den overste der prae
torianen had ik gehoopt dat de componist
muzikaal interessanter zou geweest zijn:
Vooral met het orcheat had hij meer kunnen
schilderen. Polyphonie, in de moderne
beteekenis van het woord, miste ik daarin.
Psychologische karakterteekening, illustratie
van de tekstwoorden, waar waren die te
vinden ? Even een aanloop tot een melodische
passage, maar. anders niets dan weinig zeg
gend figuurwerk.
Het derde deel yoert ons in de catacomben,
waar de eerste christenen hunne godsdienst
oefening houden en waar Petrus zich te
midden der geloovigen bevindt. Enkele
intonatiën herinneren aan de katholieke
praefatie" en door afwisseling van a cappella- koor
en «ologezang met orgel, weet de componist
daar een stemmingsvollen indruk te bereiken.
By' de solo van Lygia heeft Nowowiesjki
weder de gelegenheid voorbij laten gaan met
zy'n orchest symphonisch den zang teschragen,
ondanks het goed gevonden lyrische motief
in Bes. Wanneer dan echter het volk met
Lygia tracht Petrus te doen besluiten Rome
te verlaten, ontmoet men weder
steoaminggvolle momanten. Het thema, waarop de
woorden Veriasse Rom" zijn gecomponeerd,
komt müvoor een der best geïnspireerde
oogenbliiken te zijn van het geheele werk
Ook het slot van deze scène is wel in staat
indruk te maken.
In de vierde scène wordt dan behandeld
de ontmoeting van Petrus met den Zaligmaker.
Aanvankelijk is Petrus alleen; overgelaten aan
sombere stemmingen; so bang mein Herz,
so schwer mein Sinn;" ziedaar den inhoud
van zy'n monoloog.
Alweder, wat schoone gelegenheid om met
het orchest een muzikaal treffend beeld te
geven van Petrus' zielestemming. Wel heeft
de componist met klanken uit het orchest
gewerkt en daarmede ook wel een uiterlijk
somberen toon bsreikt, maar de musicus
verlangt meer, hy wil ook muzikale gedachten
in «en vorm, waaraan ome tyd gewend is.
Niet geheel bevredigd heeft mij de ver
schijning van Christus. Ik had daar meer
een ideaal verklürte" orchestkleur verwacht.
H«t slotkoor geeft den componist weer ge
legenheid met ziju koor te woekereu. Ondanks
de overeenkomst van zijn fuga-thema, in
toonaar l en in de aanvaogsnoten, met
Mendelssoh's Dank sei dir Gok" uit Elias, weet
de componist toch uit dit thema een zeer
kloek muziekstuk te ontwikkelen, dat alleen
wat te veel uit elkaar gerukt is. Als alles in
meer gesloten vorm geconcipieerd ware ge
weest, zou dit deel inderdaad een flink
oratorium-slotkoor zijn geworden.
Nowowiesjki is een man die onmiskenbaar
duchtige studiën gemaakt heeft en ook het
talent bezit het geleerde practisch aan te
wenden. Het komt mij echter voor dat ds
componist met zijne studiën is blijven staan
tot ongeveer de eerste helft van de vorige
eeuw. Zijn harmonische uitdrukkingswijze is
niet van onsen tijd. Max Bruch is 's compo
nisten laatsten leermeester geweest. Van
dezen kan hy' geleerd hebben effectvol voor
koor te schrijven; niet echter in toepassing
te brengen wat onze tegenwoordige ty'd voor
belangrijks en nieuws in harmonisch op'.icht
heeft opgeleverd. Maar Bruch is een hoog
bejaard man en Nowowieejki staat in den
aanvang van zy'n kunstenaarsloopbaan! In
derdaad mag het bevreemding wekken dat
een zoo jong componist zich in'c geheel niet
heeft laten beroeren door de evolutiën die
onze muzikale kunst in de laatste halve eeuw
heeft doorgemaakt.
Ook ten opzichte van de polyphonie kan
men nagenoeg hetzelfde beweren.
Nowowiesjki is zeker een duchtig
contrapunctist; maar de golving, de deining, het
leven, het gestage beweeg uitvloeisels vau
een bloeiende polyphonie, zy'n hem vreemd.
In het nauwste verband daarmede staat de
instrumentatie. Zeker Nowowiesjki weet voor
de instrumenten te schrijven. Forsche, krach
tige kleuren treft men overvloedig aan, mis
schien wel wat te overvloedig. Maar te
vergeefs zoekt men die kleureumenging, die
ineenvloeiing van tinten, die aan het orchest
zulk een schoon -eoloriet verschaft.
U ?er het geheel maakt Quo Vadis" op
den toehoorder den indruk van een werk uit
lang vervlogen dagen, tenzij dan de
geruiachvolle instrumentatie, die vroeger niet in die
laten drijven tot aan de trappen bij
CharingCross. Daar klauterde hij niet zonder moeite
op de landingspier van de stoomboot, trok
den ander daarna op en begon zijn kieeren
uit te wringen.
Misschien had Maxwell eenige dankbaar
heid verwacht van den man, dien hij gered
had. In dat geval zon hij teleurgesteld wor
den. De andere zat in elkaar gedoken op de
houten pier zonder er aan te denken zich
te drogen en gooide hem allerlei
verwengchingen naar het hoofd.
Wel vervloekt!' bromde hij. Waar be
moeide je je mee? Als jy er niet geweest
was, was ik er nou al uit I"
Als iets Maxwell woedend kon maken, dan
was het de beschuldiging zich met een ander's
zaken te bemoeien. Zooals de meeste impul
sieve menschen mengde hij zich, soms onvoor
zichtig in dingeo, die hem niet aangingen.
Hij had meer dan eens een eind gemaakt
aan een straatgevecht, met het resultaat, dat
hy door beide partyen werd uitgescholden
en ten glotte door de politie verzocht werd
door te Ioopen. Daarom deden de woorden
van den man hem onaangenaam aan.
Ben je gek!" zei hij. Ik heb je het leven
gered eu een pak er mee bedorven wat
wil je nog meer? Sta op en houd op met je
gemopper."
Wat ik nog meer wil ?" zei de andere,
opspringend zijn woede verleende hem
een vlugheid, die zelfs door zy'n natte kleeren
niet kon worden belemmerd. Wat ik nog
meer wil? Hoor hem eens, dien fat met zijn
mooie manieren en zy'n fijne kleeren, die met
zijn corpus in den weg staat als een arme
man zich wil verdrinken en die dan nog
verwacht, dat hij dank je" zal zeggen. Je
mate in toepassing gebracht werd, het heden
verraadt.
De uitvoering van het koor was in menig
opzicht schitterend. Vooral in de forti ont
wikkelde het koor een schooneu en vollen
klank, die vo'komen tegen het orchest
opge vassen mag genoemd worden. Ook in de
pianissimo's was de klank beschaafd; echter
niet altijd rein, speciaal in die gedeelten,
welke zonder begeleiding werden gezongen.
Doch de heer Schoonderbeek, die met vuur
zijn troepen bazielde, heeft alle eer van zijn
koor-praestatie.
Dat het Concergebouw-orchest meewerkte,
was een waarborg voor de voortreffelijk
heid waarmede het instrumentale gedeelte
werd vertolkt.
Mevrouw Aaltje Kubbenga?Burg zong met
zeer schoone, klare en reine stem de rol van
Lygia. Xiet altijd kon zij zich boven de
orchestmassa's uit gelding verschaffen; maar
waar haar zang tot ons kwam, geraakte men
onder de bekoring van haar orgaan.
De heer Gerard Zalsman zong de Petrus
partij. Het mooist was hij in de enkele zachte
passages; daarin maakte zy'n orgaan een
weldadigen indruk. Overigens heeft de heer
Zalsman neiging tot sleepen, wat een ietwat
larmoyant effect maakt.
De heer Caro zong den Overste met kloek,
helder en krachtig, hoewel eenigszins onge
cultiveerd geluid.
De heer Louis Robert speelde de omvang
rijke orgelparty' met groot talent.
Aan het einde van de uitvoering barstte
het talrijke publiek in enthousiaste toejui
chingen los, en toen de sympathieke ver
schijning van den aanwezig zijnden componist
het podium betrad om Schoonderbeek, koor
en orchest te danken, bereidde het publiek
hem een zei izaam hartelijke ovatie. Het werk
heeft by' het publiek bly'kbaar ingeslagen.
AVKRKA.Mi'.
Marie Antoinette; gedenkic'iriften van haar
hofdame, mevrouw Campan. Bewerkt
door S. J. BOUBERG WII.SON. Amsterdam,
Wereldbibliotheek; z. j.
Nooit is misschien een vrouw zo
veifijndwreed en onophoudelik belasterd geworden
als de arme Marie Antoinette. Wanneer het
minst venijnige van de honderden schot
schriften die over haar verschenen, een grein
van waarheid bevat, is zij inderdaad de
afschuwelikste, meeft ontaarde vrouw geweest
die ooit geleefd heefr. En de Parijse archieven
liggen vol van de meest scabreuse papieren
die dit zouden doen geloven. Maar het boek
van mevrouw Campan, dat hetzelfde stempel
draagt als die moedige hovelinge zelve : een
van eerlikheid en ridderlikheid, staat als een
schoon en onwrikbaar monument te midden
van die stromen vuils en onwelriekende. Wel
nimmer zal de historie in staat zijn de eer
der ongelukkige koningin wiskunstig zeker
te znireren; maar zolang er twee
mogelikheden blijven bestaan, scharen zich het
gezond verstand, het gevoel en de goede
smaak aan de zijde van die mogelikheid, welke
mevrouw Campan ons in haar lezenswaardig
boek zo aannemelik heeft gemaakt.
Orerigens, hoezeer wy' Marie-Antoinette
als vrouw moeten beklagen, gelukt het de
sympathieke schrijfster niet, ons een hogere
indruk te geven van haar kwaliteiten en
plichtsgevoel als voratin in het bizonder en
van de wenselikheid of de zegenrijke in
vloed van een monarchaal bestuur in het
algemeen. Weinig mensen hebben zo geringe
lering geput uit de tekenen des tijds als de
vorsten. Lodewijk XIV reeds bereidde de
revolutie voor, door zijn volk financieel uit
te, putten; de buitensporige onzedelikheid
en de fabelachtige korruptie, onder het
Regentschap en Lodewijk XV aan het hof
tot richtsnoer voor het dageliks leven ge
bezigd, waren de naaste stappen er toe, en
het mag slechts verbazing wekken, dat het
franse volk Lodewijk XVI, zy'n gemalin en
de gewetenloze schurkenbende, <}ie hun hof
omringde, nog zo lang en lijdzaam de ty'd
heeft gelaten, eer het zich de voldoening
gunde aan de dwingelandij bloedig een einde
te maken. Het is volkomen waar, dat in
Lodewyk XVI en Marie-Antoinette meer hun
voorgangers dan zijzelven getroffen werden,
dat zy meer als slachtoffers der
anti-oostenrijkse intriges, dan van hun eigen misslagen
vielen; het is zelfs waar, dat zij als mens
voortreffelike en beminnelike eigenschappen
bezaten, waartegen hun rampzalig lot als een
buiten alle verhouding wrede straf afsteekt.
Maar al voegt men daarbij de overweging,
dat de eindelik uitgebarsten revolutie in de
meest ongerechtvaardigde, door niets goed
te praten uitspattingen ontaardde, dan nog
blijft het feit, dat de beide soevereinen zich
schuldig hadden gemaakt aan een volkomen
wanbegrip van hun taak als regeerder?. Zij
mogen niets gedaan hebben om de gevolgen
van de wandaden hunner voorgangers te
bent een verdraaid bemoeizieke, schetterige
aap, dat ben je, en nou weet je het."
Maxwell voelde den aandrift denman neer
te slaan; maar ditmaal twijfelde hij, of die
eerste impulsie wel de beste was. Bovendien
is er iets geks in, iemand af te ranselen pas
nadat je hem het leven hebt gered. Hy pro
beerde het daarom maar met ironie.
Het spijt me, als myn bemoiizucht" hij
legde den klemtoon op het woord je
niet aanstaat. Ik zal het niet weer doen. Als
je je wilt verdrinken, doe het dan nu. Ik zal
je niet tegenhouden. Da rivier is er nog."
De man keek een oogenblik naar het water,
alsof hij hem aan zijn woord wilde houden.
Toen wendde hy zich af. Verdoemd," zei
hij ik kan niet, en dat weet je wel. Ik heb
het eens geprobeerd; ik heb al mijn moed
bij elkaar genomen om het tedoerj. Jij kwam
er bij en jij hebt me tegengehouden. Nou is
inijn fut weg. Ik kan het niet."
Je bent bang," zei Maxwell op minach
tenden toon en hij bukte zich om zijn linker
broekspijp uit te wringen.
,.Ja," zei de andere, ik ben bang. Wie
zal me daar wat voor maken? Xiet iedereen
durft zich eenmaal te verdrinken. Tweemaal
op n avond is voor iedereen te veel."
Dan is het maar beter, dat we weggaan,"
zei Maxwell. 4.1s je met me mee wilt gaan,
EB! ik je wat verwarmends geven."
Dat is al het minste wat je doen kunt,"
bromde de ander.
Maxwell haalde zijn schouders op. Hij
walgde van 's mans ondankbaarheid.
Zy liepen de trap op naar de Embankment
en Maxwell riep een bakje aan. De koetsier
hield naast het trottoir stil en bekeek ze
met ironische verbazing. Dat aangapen
irriverergeren, zy hebben evenmin een hand
uitgestoken om die te verzachten, «n van de
waarlik koninklike taak, die kennelik voor
hen gereed lag: het volk op te heffen uit
de jarenlange druk, te voor zien in ?ij n duizend
noden en behoeften hebben zy niet het
minste besef getoond.
Mevrouw Campan, ondanks haar groot
karakter een kind van haar tijd, heeft dit
niet zo gevoeld, nog minder het in dergelijke
woorden neergeschreven; tcch ia het op elke
bladzij van haar boek te lezen, als een les
aan vorsten die menen dat het, om een
volk te regeren, voldoende is de dag in zijn
werkkamer met boeken en wat handenarbeid
door te brengen, of in de parken van het
paleis te wandelen met een lam aan een
blauw zijden lint. De betrekking van monarch
raakt uit de tijd, en het volk brengt dit nu
en dan in herinnering door er een die niet
deugen wil onzacht aan de dyk te zetten. En
wanneer zich dit, wat te voorzien is, her
halen mocht, dan kan waarlik geen der ge
troffenen klagen dat de geschiedenis hem
niet voldoende gewaarschuwd heeft liever
intijds een behoorlik ambacht te leren, dan
zich bloot te stellen aan de gevaren van
koninkje spelen zonder genoegzame kennis
van zaken.
Een leerzaam boek dus, deze gedenk
schriften, zowel voor het volk ale voor de
vorsten. Wie de zaak van twee kanten wil
bekyken, kan echter zeer worden aanbevolen
als tegenhanger ook Las Pamphlets libertins
contre Marie-Antoinette", door Hector
Fleischmann, te lezen.
J. TEESTBHG.
Het Pragmatisme.
In de 'Popular Science Monthly' van Janu
ari 1878 heefc de Americaan Ch. S. Pierce
in een« verhandeling over de vraag how to
rnake OUT ideas clear" eene opvatting uiteen
gezet, die zich in het Fransch laat omschrijven
als une préoccupation de simple utilité"
en die hijzelf later pragmatisme is gaan noe
men; m druk heeft hij dan, naar het schijnt,
dien naam niet gebruikt vóór het jaar 1902,
het jaar, waarin hij een artikel in'Baldwin's
dictionary' liet verschijnen. Veel moet tot
verbreiding zijner zienswijze de Engelschman
William James hebben bijgedragen, en dit
allereerst als schrijver van een in 1907 te
Londen bij Longmans verschenen werk ge
titeld Pragmatism, a new name for some
old ways of thiuking". Van overeenkomstige
maar toch ruimere strekking zijn dan F. S.
Schillers studies in Humanism, philosophical
essays", die in 1903 te Londen bijMacmillan
zijn verschenen en hst pragmatisme van
Pierce ate eene tot de theorie der kennis
beperkte aanvankelijkheid in verschillende
richting te buiten gaan, om er iets meer
omvattende van te maken, al heeft Schiller,
naar het schijnt, groote vrees voor het ware
Omvattende of omvattende Ware der
Hegelary, the Absolute of modern Hegelians",
waarin hij niet het volstrekte herkent dat
zich in alle betrekkelijkh«den, het Oneindige,
dat zich in alle eindigheden wedervindt. In
het FranSch bestaat sinds het vorige jaar
van de hand ran den gewezen priester Marcel
Hébert een boekje over 'La pragmatisme',
dat te Parijs by Nourry verschenen is, en
J. Bourdean heeft ia den loop van dit jaar
te Parijs bij Alcan een geschrift over 'Prag
matisme et Modernisme' laten verschijnen;
uit 'la Oultura Contemporanea'. een maand
schrift waarvan te Rome in 1909 de eerste
jaargang verschijnt, zie ik, dat in Italiëhet
pragmatisme bereide veel opgang heeft ge
maakt. Wat dan wil zeggen, dat de betrek
kelijkheid, waarvoor het opkomt, een vorm
is, waarin daar aan het jongere geslacht de
behoefte tot bewustzijn komt, om door ver
ouderde leerstellingen en bekrompen verstan
dig vastgestelde 'waarheden' van
middel«euwsch allooi heen te breken, aan het
jongere Italiaansche geslacht, dat allerminst
zoo in eens bij machte is, in het (niet eens
rechtzinnig) Hegeliaansche schuitje van
Benedetto Croce te stappen, doch daarom
niet minder de behoefte gevoelt, verstijfde
'waarheden' uit vroeger tijd door eene met
nieuwere behoeften rekening houdende
geestelijke bedrijvigheid te boven te komen
en uit den weg te ruimen.
Most certainly Pragmatism is only a new
name for some old ways of thinking! Wie
heeft ooit, al was het hem zonderlinger wij ze
te doen zelfs om de Waarheid, gestreefd
naar iets dat hij verkeerd, en niet 'goed'
vond? Vierhonderd jaar voor het begin
onzer telling heeft de Sociaticus Euclides
van Megara (D. L. 2 : 106) het Goede het
eene genoemd, dat allerlei namen had, en
Aristippus heeft toentertijd zjjn doel als 'de
afzonderlijke aangenaamheid' beschouwd
(D. L. 2 : 87), gelijk nog de Platonische
Philebus (66 c) op zijn Cyreneesch heet
gezegd te hebben, dat hij 'aangenaamheid'
iiiiijiiiimimimmiiiimHiiiiiiimiiimiiiiiiiiiiHiiiiiini IIIMIIIHIIII
teerde Maxwell, die er zich waarschijnlijk
niet genoeg rekenschap van gaf, hoe bespot
telijk hij er uitzag, druipnat en zonder
hoed.
Waar duivel kijk je naar?" zeidehy woest;
Neem me niet kwalijk, mijnheer," zei de
man. In het water geweest?"
Ja," zei Maxwell kortaf. St. James
street 58," en hij wenkte den ander in het
rijtuig te stappen.
Hei wat, niet zoo haastig," zei de koetsier.
Zoo kan ik u niet meenemen. Wat moet
er van mijn bakje worden?"
Laat je bakje naar de maan ioopen!"
antwoordde Maxwell. Houd je paard stil!'
Alles goed en wel, mijnheer, maar hoeveel
krijg ik van u voor dit vrachtje?"
Zes gulden," zei Maxwell.
En inyn kussens bedorvenl Dat nooit!"
antwoordde de koetsier, en hij nam de teugels
op om weg te rijden. Maak er twaalf van,
mijnheer, en ik sla toe."
Goed," zei Maxwell, die een agent zag aan
komen en boven alles onopgemerkt wenschte
te blijven.
Hij wilde zijn naam niet zien opgenomen
in het politie verslag met de bijvoeging, dat
hij te middernacht in de rivier was gesprongen
om een man te redden. Dat zou slechts een
bevestiging zijn van den indruk, dien zijn
vrienden hadden, dat Maxwell zich altijd
met een andérman's zaken bemoeide.'
Zij stapten in het rijtuig en hij beval den
koetsier langs Westminster te rijden. Ik
zal even mijn overjas «n hoed oprapen,"
dacht hij, want hij bezon zich, dat ook zonder
het verlies aan die kleeren, de avond al
duur genoeg zou zijn. Toen zij New Scotland
Yard naderden, liet hij het rijtuig stilhouden