Historisch Archief 1877-1940
Na 1688
D E. A M S T E R D A M M E R WE E;K;B t A D V O O R N E D E R L A N D.
SPAARZAME HUISVROUWEN
MAfifil's Aroma
verbetert oogeubllkkelljk den smaak van
zwakke soepen, bouillon, groenten, sausen enz.
steeds
MABGI's Bouillon Blokjes.
Deze dienen voor de bereiding van eeneii
beerlijken kop bouillon.'!! r : <
MACGI's Soepen in Tabletten
geven in korten tijd, slechts met water ge
kookt, aangenaam smakende en voedzame soepen.
iMHillilliliiMiiiiiiniiltutruitMiHiiiiuiill'
ADEie Bent.
Annie Besant, een van de leidsters der
Theosofen, die Maandagavond te Amster
dam een rede hield in de groote zaal
van het Concertgebouw.
In 't begin dezer maand heeft Marie Stritt,
de presidente van den Duitschen Bond van
Vrouwenverenigingen, te Berlijn een rede
gehouden over Huwelijk, Moederschap en
Beroepsarbeid". Zjj betoogde daar dat het
van vele feministen een verkeerde opvatting
i ? te meenen, dat de beroepsarbeid enkel
te wenschen is voor vrouwen, die vóór haar
huwelijk of als weduwe geheel alleen staan,
voor vrouwen door groote talenten er toe
gedrongen of door de harde noodzakelijkheid
ertoe genoopt. Znlke feministen, zeide zy,
kunnen de evolutie, die in de richting van
vrouwenarbeid gaat, wel niet tegenhouden,
maar tijdelijk de begrippen verduisteren
kunnen zij wel. Wij moeten, meende mevrouw
Stritt, niet alleen andersom gaan denken
dan de huisvrouwen v-an thans, wij moeten
ook andersom gaan voelen. Het moederschap
wordt' algeiBén overschat. Het wordt niet
voor niets overschat. Van de lofliederen,
die erop worden gecomponeerd, vlecht men
de vrouw n strik om den hals van haar
persoonlijke vrijheid.
Op den bodem der Vrouwenbeweging ligt
n groote eigen: de oeconomische zelfstan
digheid van de vrouw in en buiten het
huwelijk. Verliest men deze allereerste eisch
uit het oog, zoo is de ontbindig der beweging
meteen begonnen. Waarom zouden de ouders
van een meisje, indien zij maar tijdelijk een
beroep wenscht uit te oefenen, zooveel aan
llinillllllllllllllllllllllMIIIMtllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
UIT DB NATUUR.
CCCLXVl. Bladerval en Wormen.
Einde October; het stormt en regent, en de
meeuwen zijn terug in de Amsterdamsche
grachten. De iepentoppen zwaaien wild heen
en weer, mijn ramen op het westen klappe
ren in de posten, de telefoondraden fluiten
en janken, van tijd tot tijd smakt een nat
boomblad tegen een ruit, geel met groen ge
vlekt, het kleeft er aan vast, het zakt hortend
langzaam af op het kozijn en laat een vlekkige
streep achter.
Het is herfst, en nu voor goed; wat al dorde
in den tuin wordt afgerukt en neergesmeten,
doode bloemstengels knakken, bloempotten
waaien om; het gras verdwijnt en wat nog
staat en groen bleef ziet er haveloos uit; het
heeft dat armelijk-slordige, dat onverschillige
voor orde en netheid van de week voor de groo te
schoonmaak, het komt er niet meer op aan.
Inderdaad het komt er niet meer op aan;
wat zijn dienst heeft gedaan kan wel heengaan,
en wat nog talmt aan tak of stengel, dat wordt
door den stormwind ernstig en dringend
vermaand tot gewillig sterven. Het regent
gele bladeren op het gras, dat al zoo lang
kwijnde door gebrek aan zonnelicht; nog kijkt
de aarde van het perk hier en daar door het
afgevallen loof, maar met het uur worden
de groene en zwarte plekjes kleiner en straks
dekt de eerste winterdeken de aarde* Wat
van haar kwam, keert tot haar weer.
Maar het is zoo anders teruggekeerd; aarde
en lucht en water zijn groene, nu gele blade
ren geworden ; hoe zullen ze .weer in aarde
veranderen? Dat doen aarde, lucht en water
zelf en hun trouwste knecht is de tijd.
De tijd evenwel heeft geen haast, en komt
er geen extra-hulp, dan duurt het heel lang
eer de bladeren weer aarde zy'n geworden,
twee, drie, vijf jaren, al naar de soort en de
consistentie van het blad. In onzen tuinen en in
vochtig loof bosch evenwel, vindt ge in het
voorjaar al niet veel meer terug van het
gevallen blad; en komen er na deze sombere
dagen weer heldere zonder vorst, dan is het
eerste dunne dekentje dat de aarde nu dekt,
al weer verdwenen, nog vóór in November
de massa neerkomt,
Op de natte plekken in park en tuin, ook
vaak op de grintpaden, vormt zich na een
bui een dun zwart laagje, als was er een
bloempot uitgestort, of een werkemmer
leeggegoten en het stof op het grint bezonken; dat is
het werk van de levende knechten van de
aarde, de wormen. Wat daar als zwart slik
ligt uitgespreid, was vóór de regenbui tot
kleine zwarte torentjes vereenigd: schuift ge
zoo'n zwart, korrelig aardhoopje op zijde, dan
haar opvoeding ten koste leggen als aan die van
hun zoons? Waarom zou een meisje zelve een
kostbare opvoeding wenschen, als zij later
haar kunde moet zien braak liggen: onpro
ductief, tot verbittering van zichzelve?
Natuurlijk moet men rekenen bij het
moderne huwelijk, waarbij man en vrouw
een beroep hebben, op de steeds zich vol
makende techniek, en moet een einde komen
aan de duldelooze sexueele uitbuiting der
vrouw en aan het krijgen van kinderen
zonder beperking.
Het compromis, dat door sommigen wordt
voorgesteld en dat hierin bestaat, dat de
arbeid der vrouw in 't huis (en in de zaak)
van den man naar vaste wettelijke schatting
zal worden berekend en haar toegewezen
uit het inkomen van den man als baar per
soonlijke verdienste, zou den man moeilijker
doen overgaan tot het sluiten van een
huwelijk en feitelijk ook in de praktijk op
niets nitloopen. Daarentegen zou, indien de
vrouw als regel beroepsarbeid verrichtte, een
huwelijk, door de dubbele verdienste, ge
makkelijker kunnen worden gesloten en de
maatschappij er niet by' verliezen maar erby
winnen.
Tegen deze opvatting van mevrouw Stritt,
welke luide toejuichingen had geoogst, kwam,
in het Berliner Tageblatt", een zich niet
noemende Moeder" op. Zy zeide: Ik kan
meespreken, want sedert tien jaren werk ik
in de zaak van mijn man en sedert tien j aren
ben ik moeder. Ik ben ook strijdster voor
de rechten der vrouw en ben niet van plan
hierin te verflauwen. Maar ik geloof, dat
mevrouw Stritt te luchtig de verbinding van
beroepsarbeid en moederschap heeft opge
nomen, die wel kan worden gehandhaafd
zonder verstoring van het huwelyks-g e l u k,
maar toch niet zonder dat men verscheidene
aangename kanten van het huwelijksleven
er aan opoffert. En dan moet men nog op
passen. Ik ben moeder van twee kinderen
en heb nooit mijn redactenrscbap van een
vakblad en directeurschap van de heele
yrouwenafdeeling en de zaak van mijn man
in den steek gelaten. Maar niemand kan
beoordeelen wat het mij gekost heeft, die het
niet zelf heeft doorgemaakt.
Wanneer ik een kind het leven ga schen
ken, leeft dat kind met mij en ik met dat
kind mee, niet alleen lichamelijk maar ook
om zoo te zeggen geestelijk. Span ik mij
te veel in, het kind draagt er mee de gevol
gen van. Zoo was 't bij mijn eerste kind.
Het is nog het zwakste. Bij het tweede ben
ik niet ten volle in dienst geweest van my'n
beroep. Het is frisch en bloeiend. Vergeet
niet, dat ik in de zaak was van tny'n man
en bij slot van rekening alles kon laten
loopen als ik het noodzakelijk achtte. Welke
vrouW, die een beroep uitoefent, kan dat ook ?
Kinderen worden echter niet alleen voort
gebracht, ze moeten ook opgevoed worden.
Neem een hulp, zegt men. Zeker, maar een
hulp vervangt de moeder nooit. Tot minder
arbeid is 't daardoor mogelijk zich te be
perken, uw moederhart moet niettemin ge
heel zijn, wil het de schoone vruchten af
werpen, die een vrouw wenecht. Moeder en
beroepsvrouw ten volle kan men zijn,
doch slechts ten koste van de grootste offers
ziet ge daaronder een gaatje in den grond
en vaak duikt er meteen iets roodachtige in
weg, een regen worm.
Nooit is het voor de hengelaars en aqua
riumhouders gemakkelijker aardwormen te
vinden, dan in dezen ty'd van de eersten
bladerval, als het stormt en regent en de lucht
lauw is en de korte dagen eer warm dan
koud zg'n. Nu, nog beter dan in het voorjaar,
blijkt het hoe ontzaglijk het aantal van die
humusmakers is, die in het verborgen arbei
den en toch zoo'n nuttig werk doen ; want nu
zijn ze heel vaak ook bij dag bezig. Het natte
blad verdwijnt op geheimzinnige wijze, on
zichtbaar wordt het van onder aangegrepen en
onder de aarde getrokken. Uit duizenden
gaatjes duiken de spitse snuiten van de
regenwormen op; twee lippen grijpen de
bladstukjes beet en sleuren ze langzaam in
hun holen; en niet alleen de bladeren,
voor zichzelf en zijn kinderen. Ik ben voor
de vrouwenrechten, maar men moet er geen
systeem van maken de natuurlijke moeder
gevoelens tegen te gaan.
De redactie van hét Berliner Tageblatt"
voegde hier als onderschrift bij: Wij
gelooven, dat algemeene regelen niet te stellen
vallen en dat ieder getal móet worden op
gelost naar gelang van de individueele krach
ten en talenten der vrouw.
M. C.
In het huwelijk der laagste klassen regeert
de zware vuist van denman. In het huwelijk
der hoogste klassen debewegely'kheid van de
vrouwelijke tong.
*
De gevaarlijkste vijanden voor elkander
zijn echtgenootea, want zij kennen eikaars
zwakheden het best.
*
Dikwijls zy'n de ouders de slechtst denkbare
ongang" voor hun kinderen.
*
Een vrouw, die eenmaal werd bemind,
heeft daarmee haar panacee voor het heele
leven.
(Naar dr. M. Banner.}
iiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiHiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiitiimii
Hygiënische werking van fruit. De
Strijdkreet". Simone Benda.
Het overmatig gebruik van vleesch wordt
allengs minder; even als het misbruik van
alcoholische dranken; de menschen zijn er
eindelijk achter dat groenten en vrach
ten voedzaam en gezond, een eereplaata
verdienen op onzen disch. Zij, die aan sport
doen, hebben sedert jaar-en-dag begrepen en
ondervonden dat: melk, limonade en choco
lade heilzamer zijn voor «pieren en zenuwen
dan alcohol.
Mensehen, die den middelbaren leeftijd
naderen, kunnen ruimschoots volstaan met n»
per dag, weinig vleesch te nuttigen.
Voor jichtlijders wordt rood vleegch uit
den Booze geacht, hun wordt voorgeschreven
uitsluitend wit vleesch, kip-, kalfs- en
varkensvleesch te gebruiken; ook geen bouillon
of soep te nuttigen, getrokken van
rnndervleesch.
Vegetariërs, door medici, die smullen aan
biefstuk en lamsbonten, -minachtend
grasvreters" genoemd, kenner* ds' voedingswaarde
van groenten en vruchten.
Over de hygiënische-'wërkirig van fruit, wil
ik een en ander mewrfèf*.' o ? -'
Het Wiener Fremdenblatt beweert: De
citroen is de parel der vruchten. Deze vrucht,
gerijpt onder Zuiderzop, reinigt het bloed,
werkt heilzaam op de slijmvliezen en klieren."
Voortdurend en matig, gebruikt, herstelt
citroensap afgestorven weefsels (grijze) plekjes
in de slijmvliezen. Gunstig werkt citroensap
op de bloedvaten, op rhnmatische en
jichtaandoeningen.
Vijgen en dadels zijn treffelijke voedings
middelen; hun heilzame werking vermindert
door het con serveeren der vruchten. De kor
reltjes van versche vijgen zyn onschadelijk;
de kleine zvarte aardhoopjes boven hun
gaten, waarvan de zoo gewaardeerde
kruimaarde komt.
Als een warnet van Inchtbuizen doorkrui
sen de wormengangen den bodem en geven
toegang tot de circuleerende gassen, znnretof en
koohuur,die voor den plantengroei noodig zy'n.
Ze verrijken snel en voortdurend den bodem
met nieuwe vrnchtbaren grond, waar voor zij
de grondstoffen van de oppervlakte halen, die
anders zouden verdrogen en verwaaien, het
zijn de ware humusmakers van bosch, tuin, wei
en akkerland. Een bosch zonder aardwormen
gedijt niet; en een tuin die om de vaste
planten niet degelijk gespit kan worden,
evenmin; het zijn onze kostelijkste en goed
koopste tuinknechten; maar ge^moet hun den
arbeid niet onmogelijk maken door angstvallig
elk gevallen blad op te ruimen; zindalykheid
bedriegt hier wijsheid. Als ,wormen genoeg
Een aardworm. Bovenaan de vergroote mond.
de bladsteelen, de danste takjes, stukjes boom
schors, ook vogelveertjes, doode vlinders,
deelen van kevers, papiertjes, lapjes, alles wat
maar niet te hard en van organischen oor
sprong is,bHjkt van der wormen gading; ge kant
de proef nemen door een paar stukjes wit
pakvloei nat te maken en ze op de wor mengaatj es te
leggen; ze worden van onder aangegrepen, tot
een trechtertje ineen gevouwen en zoo naar
binnen getrokken.
Snel is de spijsvertering, krachtig de
groei van de aardwormen en diep zijn hun
holen; tot twee meters toe, waar het grond
water hun vergunt zoo diep te gaan; daar is
hun kamertje, waar ze rusten ineengerold als
een kluwen, als de bodem hard is ge w ar
den door de vorst of door de zonne warmte;
maar zoolang de aarde vochtig is, rusten ze
niet; onophoudelijk wordt naar binnen ge
haald en met een zuur bewerkt, wat eet
baar is; en de niet verteerde resten worden
weer naar boven getransporteerd. Dat vormt
dood of dor blad kunnen krijgen, nemen ze
geen ver-ich en halen ze geen kiemplantjes
naar beneden.
Wat op de grindpaden valt echter, moet
ge wel opruimen en op de perken gooien;
want ook in het pad werken de wormen als
er zeer veel zijn, en ook daaronder
doorwoeJen ze den grond;langzaam maarzeker zinkt
het dure grint weg in den losgewerkten grond
en een donker laagje teelaarde overtrekt de
witte steentjes; in het scherpe, kalkryke
schel pzand werken de wormen niet zoo graag,
toch is dit op den dunr, als de scherpe kan
ten wat verweerd zijn, ook al geen afdoend
middel om het pad zuiver te houden.
Het is haast ongelooflijk hoe snel en gron
dig de aardwormen een land met steenigen
bovengrond in een zachten vruchtbaren
akkerbodem kunnen veranderen. Indien er
maar voldoende voedsel op valt voor de wor
men, zijn binnen een ja»r of drie zijn de groote
keien een paar decimeter diep weggezonken;
van gedroogde kunnen zij verstoppend wer
ken op lever en nieren. «»,*^vfl
Zacht is de werking van sina's appelen;
ook die ageeren gunstig op de slijmvliezen.
De appel, behoorend tot da edelste vruch
ten (heeft de oudste brieven, in 't Paradijs
vervult de appel de hoofdrol) bevat veel ijzer
en komt dus in aanmerking bloedarmoede te
bestrijden. De appel is rijk aan zuurstof, die
door 't bloed wordt opgenomen, waardoor
bij asthmalijders de functie der longen wordt
vergemakkelijkt. Vóór alle dingen, voeit de
appel de milt, en daardoor... de hersens.
Bij zenuw-lijden roemt men de gelukkige
resultaten verkregen door een diëat van zure
appelen en bruin brood. Ook werkt d e appel
kalmeerend en bevordert den slaap.
Zeer voedzaam is de peer, die veel kalk
bevat, dienstbaar voor het beenderensteleel.
Onvoldoende gekauwd, werkt de peer
nadeelig op maag en darmkanalen.
Pruimen zijn voedzaam; met hun sterk
laxeerende werking moeten menschen met
gevoelige ingewanden, rekening houden en
slechts een matige hoeveelheid pruimen ge
bruiken.
Het is beter pruimen evenals appelen en
peren, van de schillen te ontdoen.
Perziken en abrikozen ageeren op
maagwand, longen en lever.
Druiven zyn heilzaam voor 't bloed, longen,
lever en ingewanden. Schillen en pitjes moet
men onder 't nuttigen verwijderen.
Aardbeziën zijn rijk aan phosfoor, goede
spijs voor zenuwlyders.
Bij overmatig gebruik zwepen zij 't bloed
op tot koortshitte, en veroorzaken: netelroos.
De tomaat staat tusschen groenten en vruch
ten in; zij ageert sterk op nieren «n milt,
reinigt het bloed, kalmeert zenuwen. In
gevall«n van uitslag en allerlei verontreiniging
v«n 't bloed, wordt 't gebruik van tomaten,
geprezen.
Voedzaam zijn noten; amandelen en wal
noten bevatten een weinig blauwzuur in hun
schalen, waaraan men de kriebelende werking
op de stembanden, soms tot heeechheid over
gaand, toeschrijft, die door 't eten van noten
kan ontstaan.
Hazelnoten zy'n 't minst schadelijk; daarna
staan beukenootjes gunstig aangeschreven.
Gelukkig voor kinderen, die zich niet de
weelde kunnen veroorloven zich te onthalen
op hazelnootjes, zijn in dit najaar de beuke
nootjes zóó overvloedig, als men 't no? zelden
zag. Neergehurkt, soms plat uitgestrekt onder
de statige beukeboomen, hebben de kinders
met rappe handen, tasteed over den grond,
woelend onder 't dorrend blad, in een
ommezientje kistjes en korfjes gevuld met nootjes.
Geen enkele dag*keeren zij platzak huiswaarts
Ook de eikels zijn buitengewoon overvloedig.
Uit dit verschijnsel voorspellen de boeren een
barren winter. Boeren zijn profeten, die brood
eten.
Gelukkig l Geen ellende vóór den tyd. De
bibber-somer van 1909, gevolgd door een
buitengewoon strengen winter, lijkt mij een
zér frisssche opfrisschingl
* *
*
Maandagavond j), zat ik in de wachtkamer
te Amsterdam (station Weesperpoorl). ,
Een vriendelijk, blond, jong meisje
(Heilen naarmate de bovengrond vruchtbaarder
wordt en elk najaar meer voedsel Ie?ert, ook
voor de wormen, gaan deze kleine aardploegen
lager, zoodat het puin nog dieper zinkt en
aan den ijzeren ploeg of spade geen hinder
palen meer biedt. Dit is door Darwin, en door
anderen na hem in de natuur en door opzet
telijke proefnemingen, met kolensintels, aan
getoond.
Het spreekt wel van zelf dat, als zulke kleine
arbeiders zoo'n groot wei k tot stand zullen
brengen, dat het dan de massa is die het doet.
Waar hun aantal gering is, doordat hun vij
anden vele zijn, of hun voedsel schaars, daar
is ook de uitwerking gering. Maar hun
voortplanting is zoo snel, dat in korten tijd
een land arm aan aardwormen er van krioelen
kan. De wormen zijn tweeslachtige dieren,
mannetje en wijfje tegelijk, elk individu ig
dus tot voortplanting in staat; dit moet niet
zoo verstaan worden dat elk zichzelf genoeg
is; wormen bevruchten zich niet zelf zooals
vele bloemen; maar elkaar gelijktijdig en
wederkeering.
Wie er in warme voorjaars-
ofzomernachten moeite voor doet, kan de paring wel eens
waarnemen, want dit gebeurt boven den
grond; twee wormen komen uit naburige
holen met hst voorste deel van hun lichaam
te voorschijn, leggen zich tegen elkaar, zoodat
de beide verdikkingen in het midden van
elk wormen-lichaam tegen elkaar komen
en tevens de beide ringen die de
geslachtsopeningen, en de geslachtsorganen bevatten;
die liggen bij onze gewone soorten in de
veertiende en vijftiende ring, van den kop af.
In den tijd dat de eieren gelegd wordt,
zwelt de gordel, die ongeveer in het midden
van het lichaam ligt, voorbij den 30aten
ring, sterk op. Er wordt een stof uit afge
scheiden, die in de lucht verhardt; trekt
nu by het eierleg^en het dier de voorste
ringen in, dan schuiven de eieren door tot
op den gordel. De lijmaehtige stof, die daar
op is afgescheiden, neemt za op; en daar die
stof verhardt, vormt zij. met de eieren er in
een ring om den gordel, een soort van cocon
dus. Deze ringvormige eier cocon laatlos.de
worm trekt er door heen en de ring blijft
in den grond achter.
De glanzige eieren, als fijne glaskraaltje?,
die in den regel voor wormen eieren worden
gehouden, zijn het niet, dat zijn
slakkeneieren; wormeneieren worden zoo licht niet
opgemerkt, ook niet als ze bij toeval uit de
cocon raken en los liggen; ze zijn zeer klein
en steeds met een don tere stof omgeven.
Hoe het mogelijk is, dat een worm zich
zoo stevig vast kan houden als men hem
uit den grond wil trekken, blijkt uit een
nau vkeurig onderzoek van zijn huid, maar met
Paz Ferrer.
Paz Ferrer, dochter vm Francesco.Ferrer,
tooneelspeelster te Parijs, die vlak vóór
de terechtstelling van haar vader, Alfonso
telegraphisch om genade.'[smeekte.
soldaarje) met pak kranten-nummers van de
Strijdkreet," het officieel orgaan van het
Leger des Heils, treedt rustig en bescheiden
op alle rei dgers toe,vragend: Een Strijdkreet?"
Ik kocht het nummer van 23 October tot
6 November, en 't deed mij leed, om't lieve,
zachtmoedige, niet opdringerige meifje, dat
de bundel kranten, geklemd onder haar lin
kerarm, zoo heel weinig debiet had in de
wachtkamer.
Het verheugt me daarom bizonder op
blz. 3 van mijn nummer het volgend berichtje
te vinden: Een Strijdkreetverkooper klopte
dezer dagen aan 't kantoor van een advokaat.
Door de deur die half open stond, ziende,
dat er iemand bij den rechtsgeleerde was, wal
hij op 't punt zich weer te verwijderen.
De aivokaat kreeg hem in 't oog, en zei:
Hallo, waar komt u voor?"
Pardon, meneer, ik wist niet, dat n bezig
was ..."
O," lachte de vn'endely'ke, oude man ik
heb het nooit te druk om wat voor het Leger
te doen. Heb je een Strijdkreet"? Goed, ik
koop er een en geef me er ook een voor de
juffrouw hier aan de schrijfmachine." "
Voor het blonde, bescheiden Heilsoldaatje
hoop ik, dat zy in 't vervolg een vlotter debiet
zal hebben, dan gepasseerden Maandagavond.
*
Men" fluistert dat Simone Benda, vroegere
leerlinge van den talentrollen tooneelspeler
Le Bargy, later zijn echtgenoote, thans sedert
eenige jaren zijn gescheiden vrouw, in den
echt zal treden met Claude Casimir Périec,
zoon van den gewezen president der Fransche
Republiek: Casimir Périer.
CAPRICE.
IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIHIIIIIIII
het vergrootglas; die huid is ongekleurd en
zonder bedekking van chitine-platen, het
roode bloed schijnt er door heen; doch er
staan, in vier of zes rijen, stijve haren op, die
als pootjes dienst doen en die door spieren
vooruit, achteruit en zijwaarts kunnen worden
bewogen; toch zou dit borstelstelsel niet vol
doende zijn, om de kracht te verklaren waar
mee hij zich vast houdt, vooral wanneer het
voorste eind in den grond zit en men aan
het achtereind trekt; de worm heef t nog een
tweede middel, hij kan zijn lichaam verba
zend doen zwellen, zoodat het met kracht
tegen de wanden van zijn hol drukt.
Dit kunstje, en de regeneratie (waarover ik
u al e<sns wat verteld heb);het vermogen nl. om
een deel van zijn lichaam aan zijn vijand
over te laten en de rest weer te doen aan
groeien tot een compleet e worm, dat zijn
eigenlijk zijn eenige verdedigingsmiddelen; of
ge moet er de snelheid bij rekenen waarmee
hij zich in zijn hol terugtrekt, zoodra hij
iets ziet of hoort dat hem verdacht voorkomt.
Dit zien en hooren als ge b.v. nadert met
een lantaarn terwijl het dier 's nachts naar buit
zoekt, gaat zonder oogen of ooren in zyn werk.
Hoe? Ja, dat is nog altijd niet voldoende
verklaard. Het zien zal zich wel beperken
tot licht-indrukken en het booten tot het
waarnemen van trillingen van den grond of van
luchtverplaatsingen. Dat wormen verbazend
sterk reageeren op trillingen, blijkt wel uit
de bekende manier van wormen schudden"
met een spade. Wie dat zóó doet, dat de
trillingen van onder schijnen te komen, kan
de dikste wormen ook bij dag geheel uit hun
hol jagen, iets wat ze anders zelden geheel
en al doen, ook niet 's nachts en zelfs niet
bij de paring; een worm weet" blijkbaar dat
hem boven den grond elk oogenblik een
ge'aar dreigt. Toch komt hy bij het schudden
er ook met het achtereind uit. Of dit mollen
vrees is? Misschien wel. In elk geval ishet iets
instinctmatigs, niet door ervaring verkregen;
want ook in tuintjes, waar nog nooit een mol
geweest is, vluchten bij het schudden" de
wormen uit den grond; was het iets aange
leerd, dan zouden allen door mollen verminkte
en regenereerde wormen het kunstje toepassen;
wat niet het geval is.
Misschien is het nog nuttig, er by te
zeggen, dat men een worm ook uit een pot
met bloemen kan verdrijven, door de pot
een poocje onder water te zetten, in een
emmer bij voorbeeld.
E. HEIMANS.
CORRESPONDENTIE.
H. v. d. B. Bedoelde boomen zijn in hun
jeugd inderdaad doorgesneden en weer aan
elkaar geplakt, nl. geënt.