Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1696
Prins Leopold van België.
oudste zoon van den nieuwen Koning.
Belgische troonswisseling.
Toen Leopold II nog nauwelijks den
troon had bestegen nu vier en veer
tig jaar terug diende hij bij 't parle
ment door middel van zijn ministers een
wetsontwerp in, waarbij de civiele lijst
van den Belgischen Koning, tot dan toe
bedragend de niet onaanzienlijke som
van 2.600.000 francs, zou worden ver
hoogd met 700.000 francs jaarlijks.
Het gemak en de spoed waarmee de
jonge Koning hiertoe overging, teeken
den twee van zijn meest naar voren
tredende eigenschappen van stonde af
aan: zijn on geneer dheid en zijn zelfzucht.
Maar in die,daal stak toch ook reeds
iets anders en iets beters: zijn behoefte
aan expansie van zijn persoonlijkheid,
aan .gelegenheid om actief te wezen.
Leopold, nauwelijks ^ koning, had on
weerstaanbaar de behoe'fte zooveel aio ge
lijk ruimte te hebben voor zijn
Thatendrang.
Het is bekend hoe hij heeft geleefd:
niet anders dan en tot in details dikwijls
eender als de geldkoningen van de overzij
van den Oceaan.
Eeeds vroeg uit de veeren geen
donzen veeren! wint zijn galanterie"
was geen wekelijke, zooals inen dikwijls
denkt, doch een curieuse stram-militaïre
liep de lange schrale financier en
ondernemer, dien het lot de
koningspraal, toevallig, had meegegeven, in zijn
park te Laeken of in den tuin van een
zijner buitengoederen de vroeg-post,"
al wandelende, te schiften, om haar, reeds
vóór zijn eerste ontbijt, straks met secre
taris en ordonnans af te doen.
"Wat was dan het werk dat hij deed,
en deed con amore? Het gold de onder
nemingen, waarin hij persoonlijk zich
had, gestoken of de ondernemingen van
den* Staat: het was de kapitaal-vorming,
de kapitaal-besteding, de industrieele en
financieele groei van zijn eigen fortuin
en van den Belgischen volksrijkdom.
Moest er een tram worden gelegd ?
Leopold liet het ontwerp komen en al
gauw den ontwerper. Tot in de kleinste
bijzonderheden moest hij weten het wat,
het hoe, het waarom. Welke bestaans
reden had deze tram ? Zou ze op den
duur rendeeren ? Kon men de producten
voor export, in die streken nog schaaracb,
helpen zich vermenigvuldigen ? Waren
er markten te scheppen, die 't wellicht
loonend maakten iets meer te beginnen,
nu reeds, dan die enkele tram ? Leopold
Wijlen Koningin Marie Henriette,
in leven gemalin van Koning Leopold II.
luisterde nauwkeurig naar de uit
eenzettingen, las de stukken met
zorg. Men behoefde, indien hij
eenmaal neen had gezegd, niet
jaren daarna met hetzelfde plan
vóór hem te komen, vartrouwend
dat hij die oude vervcersquaestie
wel zou vergeten. Een boosaardig
optreden was het gevolg, want
nauwkeurig herinnerde de homme
d' affaires, die in hem stak, zich
de héle geschiedenis, verrassend,
tot in onderdeelen !
?Wij leven in een tijd van
gedurigen industrieelen vooruitgang
en verruiming van den handel.
Het commercieele leven zet zich
onverpoosd en sterk uit : Men
hoort het groeien.
In den strijd om invloed was
kapitaal" eens een tweede factor,
het is thans eerst recht al is
de uitdrukking zélve ouder de nervus
belli, de ziel van dien oorlog, die het
leven in de mavtschappij en die het leven
der volkeren ij.
Wat wonder dat Leopold, die het
decorum van het Koningschap omlaag
haalde met waarlijk onovertroffen onver
schilligheid, en die zijn heele familie
uiteenrukte tot zij aan jammerlijke
flarden la?, het onverholen respect be
hield van de machthebbers en hun woord
voerders die in hem hun krachtigen
zakenman en hun meerdere voelden:
manieur de capitaux, bouarer van stads
wijken, aanlegger van moderne vervoer
middelen, kolonisatoj, vader van divi
denden en nieuwe markten voor Belgische
producenten.
Kom ! is zoo'n Koning niet de Koning
die zijn ambt begrijpt? Koning kind
van zijn tijd! Achter Caesars zegewagen,
als hij met nieuwe rijkdommen, uit
vreemde landen samengeroofi, Rome
binnenreed, zongen zijn dan losbandige
soldaten: Burgers, houd voor Caesar je
dochters in huis !" ? maar, hier en daar
eens een dpchter aan Caesar verliezend,
juichten en jubelden die goede burgera
den brenger der vele schatten t03!
Sedert dien zijn wij christelijk ge
worden en plengen onze persmannen
tranen over Leopolds onregelmatig ge
drag, maar het juichen was er als toen, het
opgewonden gedrang was er als toen, en
met den krokodillentraan van de
geN*B|B*-- ?- - -«?-. .:-.&&
Prinses Stéphanie, dichter v. Leopold II,
en baar gemaal Graaf Lonyay.
Peetjss Kerstbra
door ISA BOUDJEK?BAKKER.
Jan en Peetje hadden het samen gekocht,
maar Jan droeg het naar huis, een klein
chocola "kerstboompj e met drie takjes, lorrig
versierd met wat kunstgroen, om elk takje
n gekleurd suikeren ringetje, aan 't eind
en in den top een dun scheefstaand kaarsje.
Peetje was verrukt; op een sukkeldrafje
meeklepperend met Jan in zijn te groote
schoenen, n rood knuislje geklemd in
Jans buis, keek hij onafgewend naar 't
wonder.
't "Was zijn boompie. Moeder had van
de mevrouw waar ze werkte centen gekre
gen om wat van te koopen voor Jan en
hem; toen had Jan een verfdoocje gewild,
Leopold II op achttienjarigen leeftyd. Prinse? Clémentine, dochter v. Leopold II.
Leopold II.
Z. M. De Keizer van den Congo (oaricaluur in g-'ps).
kwetste zedigheid mengt zich de pare
lende en echte traan van eer bied volle
bewondering....
Waarom ook niet ?
Leopold heeft naar de middelen, die
zijn positie hem gaf, Balgiëhelpen
omhoogstuwen, en het is de vraag of deze
opvatting van de Koningstaak in den
zoo on middeleen wschen tijd, waarin wij
leven, niet meer waard is dan de nood
zakelijk leege van enkel zich te leenen
tot een decoratieve rol, waartoe het
moede Koningschap dikwijls komt.
Vatte Leopold het Rijksbestuur op
als de directie van een groot handels
huis wat drommel, wanneer hij de
kracht in zich voelde en den lust om iets
te dirigeeren, en wanneer er dan niets
voor hem te dirigeeren viel dan een
staat, die op n groote gonzende
industriëele en commercieele onderneming
leek, hoe zou hij dan anders zijn werk
kracht hebben kunnen ontginnen, dan
door den chef te spelen in die groote
affaire, de moderne chef in een moderne
onderneming?
* *
*
Van 's Konings vader, wiens parti
culiere leven evenmin stichtelijk ia te
noemen als dat van zijn thans overleden
zoon deze schijnt uit ergernis, in zijn
eersten, nog moralistischen kroonprinsen
tijd, er zelfs om buitenaf te zijn gegaan:
te>ii]iora mutantur , van dien eersten
Leopold worden anecdoten verteld, dio
toonen, hoe hij een bedenkelijk
gedrag kon paren aan een zeker
decorum.
Da volgende, die wij ter illu
stratie geven, verklaart ons tevens,
niet onaardig, waar de zoon de
koele en kortaffe ironie van geërfd
heefc, waardoor ook deze bekend,
en dikwyla gevreesd was.
Op een Zondagmorgen zoo
luidt het verhaal , toen hij in
tegenwoordigheid van den Koning
preekte, meende de predikant
Scheller, de protestante hofkape
laan, op de manier van de oude
boetpredikers eeng hevig van leer
te kunnen trekken. Hij deed het
in een oratie, waarin hij boeiend
sprak over den invloed van het
kwade voorbeeld, ran boven ge
geven.
Da preek had veel succes; het
gansche hof, dat er bij tegen
woordig was gli mlachte eens fij ntjes
bij de felste passages, die maar al te
duidelijk sloegen op de zeden van den
souverein.
Leopold I scheen zelf het meest ge
troffen; op zijn gelaat lag de oprechtste
bewondering te lezen. Toen de dieist
tem einde was, liet hij den kapelaan bij
zich komen, en wenachte hern in tegen
woordigheid van zij a heelen hofatoet
hartelijk geluk.
Titmuntend!" zei de koning, u hield
daar esn prachtige preek!''
De predikant, overgelukkig, boog om
te danken. Le3pold vervolgde:
En dit treft wel bizonder goed, om
dat het de laatste is, die u hier gehouden
hebt. Zoo laat u ona een aangename
herinnering."
Het decorum, dat Leopold I wist te
bewaren, en dat Leopold II cynisch ver
waarloosde, schijnt wederom in betere
handen te raken bij den nieuwen
koning.
Zoo goed ah bij den eersten Leopold
wordt het bij Albert beschermd door het
gezinsleven: door het verband met vrouw
en kinderen.
Zijn vrouw, hertogin van Beieren, is de
dochter van den hertog-oogarts, den be
kenden Duitschen aristocraat en intellec
tueel, die kortgeleden gestorven ia. Zij
is kunstzinnig. Etnile Verhaeren prijst
haar letterlievendheid hoog.Dezeschrijver
is trouwens voor beiden, nieuwen koning
De cisuwe koningin van België, Eluabetb.
Da nieuwe koning van Bslgië, Alb°rt I.
en, hij niks anders als een kersboompje."
Mooi hèJan?" vroeg hij blij.
Nou! Maar 't was ook de mooiste die
d'r bij was, jo l"
't Begon te motteren, ze draafden harder,
Jan met een meesterachtige bedilligheid om
zijn drie jaar ouder zijn, het vijfjarige Peetje
tot meer spoed manend.
Mot ie nou nat worde, ju? Is ommers
al de aardigheid d'r af, ken ie nie-meer
branden...."
En hij vergat, dat hij zich veel te groot
gevoeld had voor zoo'n boompie, 't alleen
deed voor Peetjes pleizier.
Peetje angstig, klepperde half struikelend,
vlugger voort. Niet branden, dat was de
ineenstorting van zijn dierbaarste illusie,
en hij hield zich gedwee aan Jans verma
ningen; maar thuis, eenmaal boven op 't
portaal voor hun kamer, zette hij een keel
op, toen Jan 't niet dadelijk af wou geven.
Hij wou 't zélf aan moe laten zien, zelf
ermee binnen komen, en zonder te luisteren
naar Jans gesnauwde waarschuwingen, holde
hij ermee de kamer in.
Moe! Moe kijk es!"
Maar moe, in een damp van aardappelen
afgieten, nam 't hem dadelijk uit zijn handen,
zette het voorzichtig boven op 't kastje,
waar 't geen kwaad kon.
Anders is 't al stuk voor 't Kerst is,
jongen."
Wanneer magge we 't dan nou opste
ken, moe?" vleide hij, hangend aan haar
rokken.
Jan vroeg niets, maar hij had geen oog
van moeder af.
Morgenavond jongen, dan steken we de
kaargies an."
Peetja berustte. Op zijo teenen zich rek
kend, stond hij te kijken: n rood ringetje
een wit een geel... prachtig hèmoe ?!"
En morgenmiddag ga jullie naar de
grote Kersboom in 't Lekaal," zei moeder.
O j» en as we daar van daan komme,
gane we dan de kaarsies ansteke? Niet
eerder moe?" Nee, niet zoolang 't nog
dag is."
Zal 't wel gauw avond zijn hèmoe,
morgen?" soesde hij....
Ia 't lekaal" van de Zondagsschool waren
al de kinderen voor de feestviering bijeen.
Hier stond de groote Kerstboom vol kaarsjes,
in smakeloozen, overdadigen praal van
glinsterende gekleurde billen, versierd met
schitterende slingers en imitatie sneeuw;
en nieuwe koningin, vol van een warme,
geestdriftige verwachting
Verhaeren... toch geen hoveling!
Lees dat stuk in de Soir, waarin de
koningin letterlievend wordt genoemd en
de letterkunde van Belgiënaar voren
wordt gebracht, de koning als practisch
en ondernemend wordt geteekend en de
Belgische ondernemingslust geprezen en
geprikkeld wordt,?wat is dan het sterkste
gevoel, dat in u opkomt ? O! dat van een
levend België, dat van een levenbruisende
opkomst bij onze naburen, dat van een
Mevr. de barones de Vaughan.
herboring ginds, veel sterker dan bij ons,
sterk als in Pruisen, zoo niet sterker,
een opkomst, waar edele geesten, naar
blij kt, mede hun hoop op gevestigd hebben.
Welk een taak, welk een benijdens
waardig lot: met wilskracht en met wat
talenten aan 't hoofd van zulk een ge
weldig lichaam te komen staan als een
groeiend Rijk is! Niet veel te zeggen"
hebbend, vindt een sterke persoon er
toch veel te doen.
v. D. E.
Louise, dochter van Leopold II, gewezen
gemalin v. d. Hertog v.Vendöme, en haar zoon.
boven aan den top zweefde een kerstengel
met gespreide wieken. En de kinderen, wat
doezelig zoo van de natte straat in het puf
warm lokaal, knipoogden even beduusd
tegen al dat licht, schoren wat stilletjes
bij mekaar.
Peetje was nog niet op de Zondagsschool,
maar Jan z'n broertje mocht we] meekomen
had de juffrouw gezegd, en Jan verscheen,
rood verlegen, toch zich manhaftig houdend,
Peetje stevig als een levende last achter
zich aan sjouwend, plakte hem dan dadelijk
resoluut op de bank naast zich.
Peetje liet kalm met zich doen; dik en
rond zat hij rond te kijken, onverbreekbaar
vast n knuistje zich klemmend in Jans
buis, en wachtte op de dingen die komen
zouden.
Het werd al warmer en voller; de
kinde