De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 2 januari pagina 10

2 januari 1910 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1697 noodzakelijkheid, waarin het ministerieAsquith aich gag geplaatst, om de amortieatie der Britsche Staatsschuld in te krimpen. Krach tens de wet wordt nl. jaarlijks £ 28.500.000 voor den dienst der schuld op de begrooting uitgetrokken, daar echter voor de rentebetaling slechts £ 23.000.000 circa wordt vereischt, blijft er 5 a 6K millioen voor aankoop en delging van Staatsschuld beschik baar. Maar van bet amortisatiefondi is 3 , 4 millioen p.et. door de regeering in beslag genomen voor andere gtaats-nitgaven, ditmaal "zullen das zooveel minder congol'» worden teruggekocht, m.a.w. de markt in 1910 met een veel kleiner bedrag worden ontheven, dan gewoonlijk jaarlijks in vredestijd in Engeland het geval is. Of er al dan niet een nieuwe Russische leening in aantocht is, is niet officieel bekend. Het gevaar van een botsing tusichen Rusland en Japan in het verre Oosten, waarvoor beiden natuurlijk en leening hadden moeten sluiten, schijnt gelukkig geweken of niet te hebben bestaan. De le«, door Rusland ont vangen, ligt ook nog t« verach in 't geheugen. Maar het totaal van de hiervoren genoemde, zoo goed als zekere emissie'*, beloopt toch al meer dan IK milliard Francs, voorloopig dns krachtige aderlating genoeg voor de geldmarkt, waarbij men dan nog rekening moét houden met de bereidwilligheid, waar mede Amerikaansche spoorweg- en industrleele maatschappijen gewoon zijn aan het Enropeeich kapitaal toe te staan, zich in hare uitgiften te Interesseeren, hetgeen tijdens een zóó gunst!gen toestand in handel en nijverheid, als thans in de Vereenigde Staten he*neht, zeker niet lang op zich zal laten wachte*. Verder hebben verschillende groote bank instellingen, o. a. te Weenen, plan totkapitaalsvergrosting, hetgeen ook elders wel navolging zal vinden. Geld is thans reeds tamelijk duur, maar handel en nijverheid zullen met 't oog op dit alles er op bedacht moeten zijn, dat in de eerstvolgende maanden goedkooper geld niet waarschijnlijk is. Te hopen is 't, dat bij dit alles geen onaangename storingen ontstaan en de internationale vrede behouden blijve. 30/12 *09. V. D. 8. lu iiiiiiHiiiitiHiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHimifitniiiiiiiti 1111 Het sprookje van Flora". Het is vandaag alweer Nieuwjaar, De dag waar alle meoschen Elkander, met een blij gezicht, Veel heil en zegen wenschen, Het wenschen dat zij op dien dag Al tal van jaren deden. Toch wordt er even als voorheen En evenveel geleden, Gehaat, veracht, bemind, geduld, Geworsteld en gestreden, Toch riet men leugen en bedrog, Wat kMg was in 't verleden, Nog altoos straf'looa voortbestaan In 't altijd nieuwe heden. Daar ondervinding dus bewijst Dat W«nschen ons niet baten, Zoo moesten wij dat deze keer, Maar achterwege laten. Reeds lang voorspelden knappe lui (Die deden of ze 't wisten), Vooruitgang, beterschap, wat alt Bemin'lgke optimisten! Ik vraag gestaag mij zei ven af Hoe z'aan ó'illusie komen . Want nergens heb ik beterschap, Vooruitgang waargenomen. Vooruitgang als ze'r werk'hjk was Moert ergens toch uit blijken, Iaat ons dus, kalm en objectief, Het toen en thans verg'ljjken. Hoewel, o? dit of dat gebied, In 't een of in het ander, Misschien iets, lang saam, ongemerkt, Zieh wijzige of verander, Ie 't daarom nog geen beterschap. Of d'optimist al luid praat Bewust niet dat de maatschappij, Zooals hij zegt, vooruitgaat. In trouw, hoe gaarne ik beterschap Ook constateeren zoude, Ik zie daarvan niets meer dan schijn. Ik prefereer het oude. 't Is waar, wij worden niet bestuurd Door dwang van autocraten. De meerderheid regeert, beslist In al ons doen en laten. Maar och! die meerderheid bestaat Uit Klaasen, Pieten, Jannen, Die drijven dóór, door dik en dun, Miniatuur-tirannen. In plaats van ceear, keizer, tsaar, Brieven van Oom Jodocus. LIX. Waarde Neef! Nu ik de pen opneem om, voor het laatst in dezen ten einde spoedenden jaarkring", (zooals een vriend van mij, die predikant is, meer deftig dan fraai pleegt te zeggen), nu moet ik toch eerst met dezelve een traan wegdringen, die mijn oog geneigd is voor den gestorven Leopold te plengen. Welk een verlies, ook voor ons! Ik zie wel dat je grinnikt, mijn jongen, datje denkt aan de verhalen van de barones, en het nichtje van het socialistisch kamerlid, en 1. In het land Pruissen leefde een zeer geleerde geheimraad, die door zyn wetenechap een oeroud Italiaansch beeld had ontdekt. Men bad den geheimraad aar, en deze zei: Zoowaar ik geheimraad Bodo heet, heeft geen ander dan meester Lionardo deze heer lijke Flora geschapen!" 4. Doch Flora verstond geen Italiaansch ! ! Echter gloeide in haar borst gelijke min, en zij sprak: I love you." De heer geheimraad ontbood alle geleerden van het groote Prui sische Koninkrijk om uit te vorechen tot welke sinds lang doode taal de vreemde woorden behoorden. Maar niemand wist het. Almachtig groote heeren. Gaat ons het domme kapitaal Nu blindelings regeeren. Ik weet wüzingen overal Gelijkheids- vryheids leuzen. Eilieve l kijkt eens nuchter toe En ... past dan op je ueuzen. Gelijkheid, vrijheid vindt men wel Van buiten, niet van binnen. Millioenen menechen, hoewel blank, Zijn slaven en slavinnen. Geen vunraanbidding plegen wij, Afgoderij die ??gjhandel Een levend dier ja menectien koos Tot welkome offerande. Nu moet de juistheid van een tekst, Geleerd betoogen staven. Een kale, koude, dorre dienst Met galmen in octaven. Geen schoocheids-cultns vindt men meer Als eertijds bij de Grieken. Nu zijn de vrouwen plat en schraal, Onthoudsters, preutechen, zieken. 'c Komt nooit meer voor in onzen tyM, 't Sabynsche-maagden dieven, Nu balen, netjes, aan 't stadhuis, De bruigoms boterbrieveu. Moraal bestaat bij reglement En wet'ljjke institutie. Polygamie gestraft, n vrouw, En heim'Jijk prostitutie. Nu geen Trojaanschen oorlog meer Gevolg van vrouwen schaking. 'r. Gaat nu bij deurwaarders exploif. Gevolgd door huw'lijks-staking. Ons dekt geen ruwe beerenhuid, Maar toebereidde sabel. En als het giet een mac-intosh Of een impermeabel. Geen vrouw draagt grieksche tunica Maar lakensch pale'otje. Het vijgenblad ia afgeschaft. 't Is cu vleeechkleur tricotje. Wij hechten veel aan uiterlijk. mevrouw Dupont, en de bekoorlijke Cleo en weet ik hoeveel andere meer, evenzoovelo bewijzen voor de onkreukbare trouw van dezen vorst aan het voorbeeld van Salomo, den wijste van alle koningen uit de Schrift: de koning Salomo had zich een koets gemaakt van hot hout Libanons; de pilaren derzelve maakte hij zilver, haren vloer goud, haar ge hemelte purper, manr bet binnenste wa=> besproid met do liefde van de dochteren Jeruzalems". Dat waren er zevenhonderd, welgeteld, buiten en behalve de drie honderd bij wij ven. Daarom zegge ik: zoo een oud-testamentische koning te verliezen is ook voor ons smartelijk, vooral voor ons. nieuwe mannen van rechts", die juist aan zijn illuster voor beeld konden leeren, wat nu eigenlijk het jolig Christendom beteekent en het zaken-doen volgens de Ordonnantiën. Je herinnert je natuurlijk het bezoek van doctor Abraham aan Leopold een paar jaar geleden? Theo heef c mij dezer dagen verteld wat de bedoeling ervan was: het gold een aanzoek aan den wijzen monarch om als propagandist te willen optreden van het nieuwe politieke Christendom. Propagandist op deze manier, dat hij in de jaren, die hij nog te leven had, zou aantoonen hoe uitstekend dit Christendom zich liet aanpassen aan de eisenen van liet moderne leven : de handelsgeest, de industriewedloop, de kolonisatielust en de joligbeid. Met zijn ongeëvenaarde menschenkennis. had dr. Abraham ook hier een relatie aangeknoopt, waarvan hij plezier heeft gehad. Niet slechts, dat Leopold, daartoe in staat gesteld door het enorm feiten-materiaal tijdens zijn 2. En het geschiedde, dat de heer Bodo in liefde tot zijn kunstwerk ontbrandde. De machtige too?enaar, die in die dagen in het land Pruissen woonde, bemerkte, dat BDdo's wangen met den dag bleeker werden, en tosn hij de oorzaak van zijn kommer vernam, be roerde hjj zachtekens het beeld van Flora met zyn scepter en sprak : Word levend en bemin onzen geheimraad l" 5. Herauten verbreidden nu de raadselach tige woorden door gansch het land en boden hooge sommen aan wie ze vertalen zou. Een eenvoudige oberkellner, een man des volks, bracht uit, dat de bedoelde woordea behoor den tot de Eugelsche taal. Toen sloeg Bodo zijn Flora van meester Lionardo uit den Italiaanechen Cirquecento om baar lieve ooren met de Italiaansche grammatica. Wy zijn manieren-dwingers. In zakdoek snuiten w'onzen neus. En nifit meer in de vingers. Wy i oe oen 't niet meer ruw ons lijf" Maar, neel fatsoenlijk body." Wij slikken nooit meer pure rhum Maar slurpen een glas toddy". Wij roosteren aan 't spit geen os Met kop en staart en poolen, Dat maal past aan een kannibaal, Wij eten sla met nooten. Wij kluiven ? zyn wij onder ons Wel soms aan kippen-boutjep, Maar mes en vork aan het diner Vervangt chineesche houtjes. Des gladiators worstelstryd Kan ona niet meer behagen. Neen, 't is van looping of the loop Dat wij sensatie vrager. In plaats van ruiterlijk en rond Je vijand te doorsteken Gaan wjj ons listig-anoniem Door schand- of smaad-schrift wreker. Wij dragen dolk noch ponjaard meer, Wij dragen penne-messen. Niet oog om oog, niet tand om tand, Wij strijden met proceseen. Wij gaan wars van losbandigheid Ons zelf in banden knellen. Wij schaffen pijnbank, doodstraf af. Maar martelen in cellen. De nacht is licht als dag, op straat, Elektrische verlichtinp. Dat schand met honger samengaat Blijkt ons dan geen verdichting. Uit duizend oogen zien wij dddr Ellende, ontbering gluren. Ten spijt van het aanzienlijk heir Weldadigheids-besturen. Daarom ben ik te-leur-gesteld, Bed-otfd en verontwaardigd. Daarom greep ik papier en pen En heb dit vers vervaardigd Maar, schrijvecd, zag ik heel wel in, meer dan 70-jarig leven vergaard, aan Abraham tal van bedaagde dienst meisjes heeft gesignaleerd, die in aanmerking kwamen voor een decoratie, maar ook doordat inderdaad sedert in ons land als het ware een nieuwe geest de rechtscbe rijen doortintelde. lïiïnrlelsmannen boven dien en groot-industrieelen sloten zich erbij aan en hielpen de partijkassen vullen. Doctor Abraham zelf bleef een welkom gast bij zijn vorstelijken propagandist. In dit verband vertelde Theo mij nog een fini-rügo p.needote van den guitigen koning, die ik tot nu toe niet in de krant verteld vond. Talma heeft, nog pas eenige weken geladen toen de subsidie aan do Ji. C. geitenfokveivenigingen. in de Kamer ter sprake geweest was een kort briefje van Leopold gekregen met een woordje van lof'over zijn verdediging, maar met de viang of Talni.i aan zij1,! subsidies jiiet dn voorwarde verbinden j kon, dat de geestelijke adviseurs ver plicht werden te zorgen dat de oude bokken zoo nu er. dan een groen blaadje j kresen. T alma had het in den Minister! raad medegebracht en behalve Johannes Canonicu3, die liever niet aan bokken denkt zoo onder zijn begroeting1, had ieder er smakelijk om gelachen. Theo lachte nog toen hij 't mij ver telde. Toch was hij eigenlijk niets in zijn h urnen v; en ik geloof zelfs dut hij diep in zijn /iel boos was op mij. "\Vant ik heb, zoo nu en dan aan jou. mijn jongen, vertrouwelijke gesprekken overbrievend, die Theo met mij voerde, wat te vee! naar zijn zin laten doorschemeren dat hij eigenlijk met de gruwbare ernst van zijn baantje een beetje den draak stak. Ka 3. Met bewoog zich Flora. Bodo's harte klopte luider. Hij greep een handboek voor Ita liaansche grammatica om zijn innig-geliefde van zijn gevoelens correct te kunnen kond doen. Toen hij het handboek grondig had bestudeerd, riep hij uit: Carissima mia, io ti amol" MISS FLORA DIE DAME OHNE UNTERIEI 6. Flora, door haar vurigen minnaar, nu hij tot andere gedachten was gekomen, verlaten, vond gastvrijheid bij rondreizende lieden. Op kermissen werd zij den bewonderenden menigten getoond en wanneer zij niet gestorven is, leeft ze nog. (Th. Th. Beine in Simpliciitimus.') Mijn vers zal niemand baten 'k Ben tot hervormen Biet in staat. En kan die poging laten. De stroom des tijds is mij te sterk. Ik kan er toch niet tegen. Das doe ik weer als iedereen: Ik wensen u heil en zegen. l Januari 1910. D. H. JOOSTEN. DB Gonconrt-prüs, In plechtige zitting Woensdag 8 December hebben de tien leden der ,,Soctetélittéraire das Goncourt" want dit is de officieele naam dezer niet-oflicieele Academie , in een Parijsch restaurant vergaderd, bij derde stemming met algemeene stemmen de Goncjurt-prija (5000 frs.) voor 1909 toegekend aan de gebroeders Marins (geb. 1877) en Ary (geb. 1880) Leb!ond, afkomstig van 't eiland Eéunion en sedert 1899 te Parijs ge vestigd. Eerst waren eeniga stemmen uitge bracht op anderen, zoo o.a. op Cyril, den auteur van het wreeds boek Li Main sur la Nuque, dat de Parijsche nachtholen s:hildert, en op Jean Vignaud, den dichter van zeer echoone, recht menschelijke verzen, voor zijn juist verschenen roman la Passion de Claude Boromeé. Het werk der Leblond's omvat naast een cffiicëel rapport over Madagascar twee uit gebreide werken van letterkundige critiek: Leconte de Lisle d'aprèi des documents nouveaux (1906), waarin zij hun landgenoot in engeren zin speciaal naar gegevens van 't eiland Réanion schetsen, en L'idcal du XlXe Siècle; Ie rêee du bonhetir, waarin zij, beginnende bij JeanJacqoes en Bernardin de Saint-Pierre om bij Anatole France en zijn Sur la Pierre Manche te eindigen, een overzicht geven van de droom beelden van den heilsstaat. Eén der hoofdstukken schildert den heils staat volgens Zola, wiens, etijl, maar dan logger, men bij hen meent terug te vinden. ' Dit boek is ook merkwaardig, omdat het zoo krachtig pleit voor den door Lemaitre, in zijn lezingen, en door Losi-erre, in Le Ro mantisme f/ancais, aangevallen Philosoof van Genève. Rousseau est Ie successeur de Bossuet comme moraliste et comme sermonnaire"; is dat niet een zinnetje om velen te doen rillen ? Dat bij 't als stylist en schepper van beelden was, dat had Brunetiêre reeds getoond. Hiernaast staat hun zuiver letterkundig werk : een reeks exotische romans, zeer ver schillend van die van Loti en dichter staand bij Claude Ferval of Myriam Harry. Het zijn: Vies parallèlei, Ie Zéière, l'Oued, een ethnographische studie lei Sorlilèges en het boek dat de aanleiding 'tot het verlsenen van de Goncourt-prijs was: En France, dat de ge schiedenis verhaalt van een jongen bewoner van Mauritius, die in Parijs gaat studeeren en door den broer van zijn, in Mauritius" achtergebleven, meisje langzaam van haar wordt vervreemd. Zullen de Leblond's lang blijven samen werken? Of zal het met hen gaan als met de Margueritte's en de RosDy's: de een ge trouw blijven aan den roman, de ander zich voelend aangetrokken tot critiek of sociologie? We zullen zien. In ieder geval: dit is la grande contécration", waarover da Fransche kranten zoo druk kunnen schrijven. S. Het Nataal Bnrean yoor Vrouwenarbeid, maakt bekend, dat zooeven verschenen en tan het bureau Jacob van der Doesstraat 68, 's Gravenhage, te verkrijgen zijn: Vrouwen jaar boekje voorNederlandl910",(6de jaar gang), bewerkt door Marie Helnen, adjunt-diiirectrice en Het aandeel der vrouw in het Maatschappelijk werk ten onzer t verricht", bewerkt door Anna Polak, directrice; respec tievelijk voor 25 ets. po: tokosten en 75 ets. franco per post. Geilenrfls netten, Het schijnt dat de ongelukkige visechen nop niet voldoende in de menschelijke netten verward raken, want men heeft beproefd de ranpst te vergrooten door de netten niet debakende touwkl»ur te laten houden of de bruine teerkleur, maar hen te verven in een blauwe kleur die zooveel mogelijk met de kleur van het zeewater overeenstemt. Daar door worden de netten minder goed te onder scheiden en de vangst is grooter ... althans, zoo baweert men. Maar het zeewater is toch niet steeds blauw, en wat dan? (jids voor Buitenlandsclie Hotels. E M U A. GENUA. Hotel Kojal (Aqutla). Tegenover het station en nabij de haven. ??Electr. licht. Centr. verwarm. Alle comfort. Hollanders ton zeerste aanbevolen. Eigen. GEBES. BODINO. dat was nu, klaagde hij, een relletje ge worden. Van links natuurlijk, maar ook zelfs van rechts, en in de pers kwamen telkens glossen over zijn grappen of ge brek aan ernst. Hij werd er prikkelbaar van. En mijn manier, mijnbeer ,lodocus, zei hij, is toch heuseh de eenige om met die honderd luidjes om te gaan zonder dat je er on Ier raakt. Als ik ze eens eventjes hardhandig «anpakte, dan zou je eerst recht de poppen aan het dansen hebben! Maar weet u. zoo ^ing; hij voort, wat mij nu eigenlijk het meest hindert, dat is niet dat ze m de Kamer daar zoo over denken, want daar is het heuseh maar de ziak. wit; de iictie van den ernst het langst Wiesbaden. - HOTEL NASSAU. Ie Eaug. Prospectussen franco door de Directie. Dit blad ligt in bovengenoemde Hotels ter lezing. , in de ooren klinken en de fictie van den j ernst zou buiten gevaar wezen. En wie ; west, zoo verdedigde ik mijn plan verder, i wie weet welke onschatbare diensten deze ! fonograaf aan de fonetische en dialeci tische studiën bewijzen kan. Hadden wij ; haar gehad in de dagen van Piet Xolting. ! de herinnering aan het hooghaarlemmerdijksch zou nooit uitsterven; nu komt liet er met Ketelaar slechts ten halve. Maar het achtcrhoeksch redden wij met \ Elhorst, en het dialect van de Peel met ' den braven Eolsius; het bijzonder ..talent" van Uuymaer, berustend op den gulden 1 regel dat goede verstaanders aan halve ; woorden genoeg hebben is ook het bei waren overwaard, terwijl het toch zeker ? de kosten zou looneri als wij het geluid uit de veenkoloniën met dat van Borgesius koudon vastleggen, wanneer het schroefgeluid van Marchant. de zaag van ter Laan. de nasaalgamrna van Treub en de haast Haégsche distinctie van Talma, niet verloren behoefden te gaan. Daar zijn er nog ontelbaren meer, elk met hun . eigen accent: zoo'n Kamer is een dialecI tische mikrokosmos; de taalwetenschap t zou er ongetwijfeld niet minder dan de historie en... de populariteit van de Kamer mede gebaat zijn. Theo ging, overdenkende deze dingen in zijn -hart, maar hij was niet boos meer es ik. mijn jongen, kon ter ruste gaan met het gevoel van voldoening dea Komeinschen Keizers, van den dag niet verloren te hebben laten gaan. zonder dat mijn volk, ons volk, ? verrijkt was met een gelukkig denkbeeld van JE OOM JODOCUS. va.sthouden kau, doch daar buiten, bij de groote menigte, wordt zoo'n gcheeve voorstelling over dien ernst ge wekt, en zoolang die mensohen nog kiexers zijn is da!" onaangenaam en ge vaarlijk. Weet n daar nu niets op? Toen heb ik hem oen pchittereud i doe aan de ban.l gedaan. Ik had juist in do krant gele/on," dat de gemeenteraad van Frankfort, bevreesd, dat de juiste kennis van het echt Fmnkfortsch dialect, dat aan het uitsterven is. zou verloren gaan, een half miüioen uitgeven z-il om langs fonograhVheüweg da herinnering er aan te bewaren. l!:i dut merkwaardig plan bracht mij op dn/:n gedachte:^ kon de Kamer niet naa.-c het aualytisclïverslag een fonografisch beschikbaar stellen? Wanneer Theo dan slechts de moeite wou nemen om wat langzaam en wat gedempt te spreken, dan zou het gansche volk van het lasterlijke van do grapjes"campagne metterdaad overtuigd zijn. Dan zou de siroefheid-zelve hun vermanend

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl