De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 16 januari pagina 6

16 januari 1910 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEEBLAD VOO R NE D ERL A N D. No. 1699 De cioorgraving van de landengte van Panama. Fig. 1. Ontwerp van het Panama-Kanaal, aangerende het groote kunstmatig gevormde meer, de kanalen en de spoorlijn (danne zwarte steep) Colón-Gatun-Panama (Balboa). Het doet op 't eerste gezicht eenigszing vreemd aan den Atlantischen Oceaan links en den Stillen Oceaan rechts te vinden. De verklaring ligt in de bocht in zuidelijke richting, die de landengte op dit pnnt neemt. Het weekblad de Illustration heeft onlangs aan een bekend wereldreiziger, den heer Sa rage Landor, de opdracht gegeven den stand der Panama-werken te gaan opnemen ter plaatse, en van zijn bevindingen verslag te doen. Het artikel, dat deze er over schrijft, geeft op genoeg punten een nieuwen kijk en is verlucht van voldoende nieuwe afbeeldingen om in mij den lust te wekken, gedeeltelijk aan de hand van deze nieuwe gegevens, het te hebben over de Panama-doorgraving. * * * Het eerste denkbeeld van de doorgra ving is maar iets ouder misschien klinkt dit verwonderlijk dan de ont dekking van Amerika; dateert uit de verre dagen (1528), dat' de landengte van Panama voor het eerst door Euro peanen betreden werd. Het was de Portugeeache zeevaarder Antonio Galvao, die aan Keizer Karel Y het voorstel deed een kanalen-verbinding tot stand te brengen tusschen den Atlan tischen en den Stillen Oceaan. Was ze overmoedig die gedachte in dien tijd P Het zal wel zoo wezen, want hoewel iedere globe of wereldlandkaart de be trekkelijke engte doet zien van den Panama-isthmus, een haast te dun lint, zou men zeggen, om er de kolossale peer, die Zuid-Amerika is, aan te hangen, heeft het thans nog zooveel voeten in de aard (natuurlijk!) en kost het zooveel hoofdbrekens, eischt de uitvoering zulk een geweldige inspanning zelfs voor de moderne techniek en de moderne ontzaggelijke kapitalen, dat die taak wel onuit voerbaar moet lijken, wanneer men haar denkt in den tijd der zeilschepen en van den handenarbeid. Ea toch.... En toch.... Zijn depyramiden niet gebouwd zonder ijzeren lieren, zonder stoomkracht of electriciteit P Maar Karel V, zag er niet geneeg in of hij heeft geen slavendrijvende Rhamses willen spelen.... *** In 1780 kwam Nelson nog eens de gedachte opperen. Hij wilde (want men spreekt altijd van de Panama-engte, doch ook in Nigaragua, even erboven, is een geschikte doorgravings-plek) langs het Nigaragua-meer en de rio S. Juan een kanaal doen graven. In 1804 bestudeerde de groote aardrijkskundige von Humboldt de quaestie ter plaatse. Sinds dien is ze niet van de lucht geweest. Vooral van 1844 af, toen Louis Philippe zijn mede werking weigerde aan een commissie van afgevaardigden uit Guatamala, San Sal vador en Honduras, die hem er gunstig voor wilden stemmen, is, in 't bijzonder in Frankrijk, de zaak aan de orde ge bleven. Totdat Ie grand francais" Ferdinand de Leseeps in 1875 de taak op zie h nam: om, volgens zijn eerste plan een weg op gewoon zee-peil te doen graven van oceaan tot oceaan, en volgens zijn tweede de schepen van sluis tot sluis, eerst stijgend dan dalend, de bergruggen van Panama te doen passeeren. Men kent de geschiedenis van de onderneming en haar aller droevigste debacle: twee leeningen, een van 300, dan een van 720 millioen francs, en ten slotte de krach, het schandaal, de ge vangenis. *** Thans hebben de Vereeniajde Staten, door een afkoop, in 1932 gedaan, alle rechten voor zich, en met nieuwe grootere machines, met behulp van ge weldige kapitalen gaat daar thans dag aan dag het haastig bedrijf zijn gang. Het bedrijf, dat in verband met onze groote aarde gezien op dat van kleine mieren lijkt, die een steentje ver zetten. Het is voor den Yankee een heete koorts, wanneer hij nu wel eindelijk meester zal wezen van de eerste verbinding tusschen de twee grootste oceanen. Reeds heeft men begrepen, dat de doorgraving van de Panama-l»ndengte een overwinning moet zijn van grooter moeilijkheden, dan de doorgraving van de landengte van Suez kan hebben geboden. Tusschen Port-Said en Suez lag een compacte zandmassa, moerassig op sommige plaatsen, maar vrijwel zonder on effenheden. Hier vindt de leider van het werk moeras n rotsgrond, diep ten n booge bergen! Veertig tot zestig jaar arbeid zou, volgens de Amerikaansche ingenieurs, een door graving op zeepeil kosten: met behulp nog wel van de modernste machines. Hoe is het dan mogelijk geweest, zegt men tot zichzelf, dat de Lesseps aan doorgraving met zijn machine* heeft kunnen denken P Op figuur 4 ziet men de ijzeren kranen, waarmee onder Fransche leiding de aarde in de wagons geladen werd. De vertegenwoordiger van de Illustration, waaraan wij deze afbeelding ontleenen, zegt, dat zij daar onge bruikt op een rijtje zijn blij ven staan, als een ijzeren kerkhof ".En hij geeft getallen, die doen zien hoe zwak dat materiaal was in vergelijking met de enorme vangarmen, die men thans bezigt (fig. 3). Hoeveel jaren lang heeft de Lesseps dan willen graven P De Amerikanen hopen, volgens hun sluizen-systeem, gereed te zjjn in zes of zeven jaren. Maar wij geven thans een beschrijving van het plan. Hierboven (fig. 1) ziet men de land engte, zooals zij zijn moet, wanneer het kanaal gereed is. Van Colón aan den Atlantischen Oceaan tot de rivierpas van Grütun loopt daar een breede gracht (150 Meter breed) op hetzelfde niveau als de zee. Tusschen deze pas en Bas Opispo heeft men besloten, door opstopping van den eenigen uitweg, de valleien een voudig te doen volstroomen met het water der grootere en kleinere rivieren. Zorgt men nu in dit aldus kunstmatig gevormde binnenmeer een voldoend breede geul te behouden en te maken (hiervoor zijn partieele uitgravingen noodig en moet gewerkt worden met dynamiet) zoo ontkomt men, voor dit gedeelte van de landengte, aan de be zwaarlijke noodzakelijkheid om een heel lang en vooral zeer diep kanaal door rotsigen grond te boren. Overal nu in den omtrek van dit ontworpen binnenmeer zij a de bergFig. 2. Plattegrond van den dijk van Gatun, de sluizen en het afwatering-kanaal. ruggen hoog genoeg om de kom te hel pen vormen, waarin wij later kannen spelevaren. Slechts by Gatun is dit niet het geval. Hier passeert immers om zeewaarts te gaan de Rio Chagres, die al het water van de bedoelde valleien met zich meevoert: en hier moet dus een zware dijk worden gebouwd: De dijk van Gatun. Deze dijk (zie fig. 2) zal 341/? meter hoog boven den beganen grond uitsteken. De normale waterstand van het meer stelt men op bijna 10 meter lager. Intusschen moeten de schepen uit het kanaal ColónGatun deze hoogte beklimmen", willen zij straks drijven op de oppervlakte van den grooten vijver. Om dit te bereiken zullen zij drie sluizen moeten passeeren, die natuurlijk ieder een zuster-sluis naast zich hebben, bestemd voor de wederom naar de vlakte neerdalende schepen. Op het kleine plattegrondje ziet men ze alle duidelijk aangegeven. Zij zullen een breedte hebben van 33 meter (het schijnt, in verband met de fabricage van steeds grooter zeeschepen, niet te veel!) en een lengte van 300 meter. Aan deze zijde van de sluizen ziet men op het kaartje het kanaal geteekend, waardoor de afwatering geschieden moet van het meer. Denken wij ons nu lustig varende, na de sluizen te hebben gepasseerd. De geul, waarlangs, tusschen dobberende boeien of andere kenteekenen, de schepen hun weg moeten nemen, volgt natuurlijk vrij wel de bedding van eerst de Rio Chagres, later een zijtak. Die geul wordt 100 meter breed, 150 in de bochten. Met stippellijnen op de kaart is zij aangeduid. Daar naderen wij Bas Opispo. Het is het punt, waar de rotsige kam begint, die, als een hooge en sterke ruggegraat, heel Amerika doorloopt, van het hoogste noorden tot Kaap Hoorn diep beneden toe, en die hier heet Cordillera de Panama. Hier zal 15 kilometer lang de breedte van het kanaal slechts 90 meter kunnen zijn: steeds op 't peil van de kunst-zee, als men naar analogie met kunstlicht en kunstbeenen, het meer zoo noe men mag. Te Pedro Miguel vindt men dan een nieuwe dubbele sluis : de eerste trede naar den Stillen Oceaan, waar over men passeeren moet, wil men komen in een nieuw, kunstmatig gevormd, ditmaal slechts klein meertje, löVa meter boven den zee spiegel. De reis duurt hier kort. Een kanaal, niet langer dan tien minuten gaans (l kilometer), leidt tot Miraflores, waar twee dubbele sluizen u zullen doen dalen (telkens iets meer dan 8 meter) tot het niveau der zee. Nog ruim 13 kilometer varen langs een breed kanaal (150 meter) en ge begroet de boomrijke baai van Panama. Hoever zijn de voortvarende Ameri kanen met dit werk gevorderd P Ze zijn, zou men kunnen zeggen, wel haast halfweg. Zes-en-vjjftig millioen kubieke meter aarde en steen werden verwijderd. Er restte op l Mei j.l., vol gens nauwkeurige berekeningen, nog zeven-en-zeventig millioen zes-honderddertig duizend M3, die op weghalen wachtten. Dit is nog une bonne louche. Het valt niet te ontkennen. Maar wat eenmaal verricht werd, geeft goede ver wachting. De scherpzinnige lezer, die tot hiertoe al dit cijferen heeft willen volgen, heeft reeds n ding begrepen : dit, dat het heele z.g. Panama-kanaal slechts geld maar geen hoofdbreken hoefde te kosten, was er niet de quaestie van de dijk". Inderdaad : there is the rub. Nu zit het hem natuurlijk niet in het bouwen van dien dijk. De vrees geldt geen nauwkeurig te omschrij ven bezwa ren. Men stelle zich echter het eens ge vormde meer voor, een meer van wel licht vijftig kilometer grootste middellijn, en men vraagt zich dan af: wat zou gebeuren, indien de dijk, die dat meer schutte, bezweek P Men denke zich schepen van alle natiën, een gansche vloot op de golven van den grooten vijver, men Fig. 3. Een van de ijzeren vangarmen. waarmee de rotsige aarde wordt gegrepen en in de wagons gestort. Fig. 4. De tot niets meer dienende machines, waarmee de Fransche Compagnie te Panama heeft gewerkt. denke zich bevolkt vlak land aan de voet van den reuzigen dij k, en dan plotseling de doorbraak, den watersnood in het groot, een Amerikaansche zondvloed! De dijk zal sterk zijn. Drie-honderd zestig meter breed (vier minuten gaans!) aan de voet, rustende op twee steenen dammen (zij zijn voor de helft gereed, men noemt ze rock-toes: rots-teenen) van driehoekige doorsnee, waarvan de kruinen achttien meter boven het gemiddelde zeepeil zich zullen verheffen. Sterk genoeg dus. Maar denk u een aardbeving, een verschuiving, een... kan men iets voor spellen P Geen wonder, dat de Amerikaansche regeering naar de fortuin" vam dezen dijk uitvoerige informaties" heeft doen nemen. Temeer, waar de dijk moet komen staan op den weeken, moerassigen grond van de rio Chagres-benedenloop. De regeerings-eommissie heeft optimistische rapporten uitgebracht. Zij gaf aan hoe de toestand was. Op de plek waar, als een lichtgebogen S, de dijk, 2ll% kilometer lang, komt te staan, vindt men bij boring eerst een 25 meter dikke laag fijn zand, dan 30 meter blauwe leem, met zand en schelpen vermengd, vervolgens een op den vasten rotsgrond rustende zware laag steenen, door compacte slibmassa's als 't ware vastgemetseld. Deze steenen-laag is ondoordringbaar voor water. Toch zal, om meer te doen dan noodig schijnt, ondanks den dubbelen steenen wal tegen den dijk aan, bij wijze van borstwering tegen het water een groote hoeveelheid rotsblokken worden opgestapeld. Wat den heer Landor moest opvallen was de kwiekheid, de lust tot vlug af werken, der Amerikanen. Steeds bewondert hij, ze vergelijkende met de vroegere Fransche, al com plimenteert hij deze hoffelijk genoeg, de voortvarendheid van hun ondernemen en de macht van hun machines. Om toch maar snel te kunnen werken hebben zij ten opzichte van het lossen der aard- en steenmassa's nog iets aparts bedacht, dat hij releveert, iets even een voudigs als grootscheeps: Alle open wagons, die de uitgegraven aarde vervoe ren, zijn met losse bladen plaatijzer belegd en met elkaar verbonden, zoodat de heele rij eigenlijk n geheel vormt. In den eersten wagen, vooraan, staat een groote bark overeind, even groot en hoog als de aarde op den wagen,en met behulp van deze hark trekt men met lange ijzeren koorden (met stoomkracht op kastrol natuurlijk) eenvoudig alles van de wagens af, zoodat het aan n, of beide zijden, er van omlaag afatort. Zoo heeft de lossing van dertig of veertig wagons plaats door drie of vier personen, waar de ingenieur bij be grepen is! De Amerikanen hebben haast! Er werken thans pi.m. 44.000 arbeiders aan de volvoering van het grootsche plan: Chineezen, negers, blanken, alle rassen, alle tongen. Bij honderden rollen dage lijks de treinen over de rails, af en aan, leege wagons, of met aarde, steenen en struikgewas gevulde. De stoomscheppers, door een eenvoudig machinist bestuurd, vullen in aen greep hun ijzeren klauwen met een gansche vracht gruis, en storten ze uit in de wagens. Groote steenen worden opgelicht als waren het haneveeren. De breede kunstmatige beddingen zijn vol geraas, gerol, geknars. De stoom puft en fluit. En voort, voort gaat de arbeid: meer dan zeven en zeventig millioen kubieke meter moet nog worden verwijderd! En klaar wil men wezen voor de gele Japanner, ginds, aan gene zijde van Panama, aan oorlogvoeren denkt! VAN DEN EECKHOUT.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl