De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 30 januari pagina 3

30 januari 1910 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1701 DE A M S T E R D A MM E R W E E K B L A D VOOR N E D E R L A N D. . ncw». Mijn ecbijnhouw heeft uw wapen'uit de lijn' gebracht. .1 Meent u, dat uw eigen aankondiging op den ornslsg van uw Kantboekje iets kan be wijzen omtrent de uitvoering van het werk? Zoo ja, bewijst dan misschien iemands geloofs belijdenis, d. i. het geestelijk aanplakbillet op zyn leven, iets omtrent dat leven zelf? Im mers niet, en zoo heb ik dan bij mijne beoordeeling van uw geschrift alleen, uaarsliglijk lezende, jelet op den inhoud, en niet op het affiche. Maar toen gij u daarop beriept, toen Beu ik u laten zien, dat ik zelf mij even zoo goed als gij, zou hebben kunnen beroepen op dat 'coorwoord'. Daarmede heb ik ui. t mijn oordeel «iilen bekrsctitiger, mam het uwe ontzenuwen, hütgeen iets ge heel anders i?. Want onafhankelijk van hetgeen u met uwe eerie hebt willtn bereiken, en wat gij u hadt voorgesteld, den volke daarin kond te doen, heeft volledige lectnnr daarna» mij, en niet mij alleen, doen vaststellen: dat niet de wijze, waarop de wijsgeeren hebeen gedacht, maar ?i-iBommige resultaten, waar de door u ver langde lezers 'achter' wenschte te komen en dan vaak onjuigt door u zijn mede gedeeld op eane wijze, die o. a. geheel ver schillend van de goede bestaande geschiede nissen der wijsbegeerte, alle opwekking om de gedachten ten slotte bij de wijsgeeren zelve te gaan zoeken, mist. II. Uw betoog omtrent den mundus intel^ligibilis etc. is een aardig en leerrij t geval van wat wel eens genoemd is: theologische ?pologetiek. Wanneer men erin slaagt, zulk een logisch kluwen af te haspelen, dan blijkt het meestentijds een snoer te worden, aan eengeregen van allerzonderlini^ste en belang wekkende petitionea principii, falsa exempla in contrarium, etc. A. Tegen mijn bewering, dat niet vol gens een heel enkel zinnetje hier of daar, maar volgens Kant's philosophie, elke bepaalde inhoud van het Ding op zichzelf, . de werkelijkheid van God. onsterfelijkheid etc. problematisch is, zoodat uw be wering, dat de mundus intelligi lilis on voorwaardelijke, absolute zekerheid geeft etc., etc, etc. foutief is, Antwoordt u, dat het onzekere, het problematiecce karakter van de ideeën etc. óók bij u i» lezen valt, Dat was 'nij bekend. Maar is het uwe be doeling daarmede uwe veelzijdigheid te be wijzen, dat gij in uw elordigen arbeid, op de ne bladzijde het tegendeel vermeldt van hetgeen op de andere te lezen staat? En, wanneer mes u opmerkt, dat nw geheele geschrift heenwijst naar, en uitspreekt, telkeng weer, een tendentieze en foutieve stel ling, acat gij dan voldoende antwoord: ja, maar hier en daar staat het in verscholen fcinneijes toch goed? ! De moeilijkheid was hierna voor u geworien: -eensdeels uwe fout te verzachten, maar anderedeels (omdat dit niet goed ging) te laten doorec emeren dat het toch eigenlek geen fout was. B. 'De mundus intelligibilis geeft onvoorIIUIIIII1IIIIIII En wat deed je toen?" vroe$ Zante. Je bedoelt met dien commensaal? .... Ja, wat moest ik doen. M'n vrouw wou een meid nemen. Had ik dat nu ook maar gedurfd. Maar ik wou liever afwachten. M'n ouwe kwaal Je begrijpt, een meid heb je ook niets voor niets. Wat? En bovendien, ik dacht, dat m'n vrouw wel beter zou zijn ala dat jongemenfch kwam over een paar weken. Maar jawel, geen denken an. Integendeel. Voor een meid was 't nu te laat. Bijgevolg, de man werd afgezegd. En zoo zat ik weer." Maar had u dan geen meid ?" vroeg mevrouw Zante verwonderd, Dat was luxe geworden, dat begrijpt u. Maar m'n vrouw kan weiken, dat verzeker ik u. 'k Heb 't nooit geweten, nooit, 't Ia een onbetaalbaar vrouwtje. Nooit d'er hoofd laten hangen, geen verwijten, niet?. M'n god, dat is wat waard, hoor. Wil je wel gelooven, da'k al gek werd bij de gedachte dat ze dood zou... god, laat 'k er niet aan denken..., En hem u nu een meid?" vroeg mevrouw. Ja, nu hebben w'er een." En is uw vrouw nu weer beter?" Was dat maar waar. Ze Echijnt het er? te pakken te hebben. Doodelijk zwak. En versterkende middelen, jawel. Die vin je op de straat. Tach, nu we twee kamers bezet hebben, kin 'k er iets geven. De meid is uitstekend, zuinig, netjes, kan niet beter. Als k'er uu nog een commensaal bij had, dan ..." Toen plotseling zich keerende tot Tante, z'n hand leggende op haar arm, zei hy: Zeg... Tacte, zou jy me nu niet een genoegen willen doen?" Ze schrokken er var. Wat wilde die man? Verbaasd keken ze 'm aan, angstig een beetje, afwachtend, wat-i verder zou zeggen. Je kunt het, als je wilt. Mij help je 'r mee en 't kost je niets. Kijk. Je zoon moet naar Utrecht. Als jij nu je zoon es bij mij een kamer liet nemen. Wat?" Op 't gezicht van tante verdween de trek van spannende onrust. Mevrouw begon weer te haken, nam een bonbon, blij, dat er aan 't verzoek niet voldaan kon worden, dat ze geen strijd hoefden te voeren of ze 't zouden doen uit medelijden of laten uit angst voor 't zieleheil van hun kind. Hun jongen in het huis van zoo iemand? Weigeren, bruut weigeren hadden ze toch ook niet gedurfd. Echt dus, dat 't niet meer kon, al was er dan ook niets beslist nog. Met ietwat intonatie van deelneming en spijtgevoel op 't gladgeschoren gedcht zei tante, zich keerend tot z'n bezoeker: 't Spijt me erg Haye, 't spijt me heel erg, dat ik je niet helpen kan, maar m'n zoon is al voorzien. Jammer, dat je me dat ook niet eerder hebt gevraagd." En mevrouw vervolgde: Ja, hoe jammer. Gister pas is 't beslist! n van beiden deden hun best aan hun gezicht een trek van innig meegevoel te geven." Da's dan verkeken," zei Haye. gemaakt luchtig. Hy vorid't onnoodig ook van jammer te spreken, en vervolgde: Maar mocht je me soms es kunnen recommandeeren, dan hou 'k me aanbevolen, dat begrijp je." Wat ik kin doen, dat zal ik doen. Jij moet er ook moar es om denken Marie." O, zeker. Als we iemand kunnen helpen... 'i Is immer» onze plicht, niet waar?" en ze nam een bonbon, en om aande welgemeendheid van haar belofte kracht bij te zetten, vroeg ze: Wilt u nog een kopje thee?" waardelijke, absolute zekerheid' moet volgens u zijn: 'de mundm intelligibilis geeft onvoor waardelijke, absolute, morttle zekerheid'. Het was fout, eerwaarde heer, (uaar nu is het onzin. Kant spreekt terloops op een ik meen eenige plaats in de kritiek der Zui vere Kede, over de woordverhindirg: 'moralische GewiBsheit'. Hij heeft het over het gtloijf aan God, Onsterfelijkheid etc. :?Da sie (nl. de moreele overtuiging) anf subjeciiven Gründen (der moralischen Gssinnuny) beruht, so mrisa ich nicht einmal sagen: es ist moraliech ge vies, dass eln Gott sey, u. s. w., sondern, ich bin moralisch gewis?, u. s. w. 1) Voluens Kant is het ongeoorloofd, om 'on persoonlijk' td spreken Tan mor< ele zekerheid. W\i oor* H'Orvc?! (1n>; h(^t *iiot<f -/.r'r,: ^p rnnndus imelh^iiji-i" gei i t Oi,rif.rii:'i'.trti'ilij.'.t,u!iioluie, mor/ete, fvbjict'tre zekerheid, Is de onzin niet schrijnend gemorden? De?e moreele zekerheid is by Kant niets dan 'geIcof', streng door Kant onderscheiden van 'zekerheid' en 'weten'. En dat gaat G jonvoorwaardelijk en absolunt noemen? Maar er staat bij n: do munrius intelli gibilis getft onvoorwaardelijke, ahsolutezefcerheid tegenover de betreïkelijke, relatieve zekerheid der algerntene en noodzakp ijk geldende kennis, wier voorwerp de urnelijke wereld- is«." Is die tweede zekerheid ook t'iginlijk moreele zekerheid. Hebt Gij willen zeggen, dat de zinnelijke wereld betrekkelijke moreele zekerheid heeft? Of hebt u wi>nt dit laatste zou absurd zijn een uitvlucht te baat genomen? Heb ik u misschien het denkbeeld aan de hand gedaan in m\jn dialoog 2) 'usschen e Zui vere Bede en de Praktische Re Ie? P. R. Maar wat denkt, u er dan n om te spreken van moreele zekerheid"! Z. R. Wat is dat: moreele zekerhe < ? P. R. Maar wanneer Gij dat zegt meent Gij voor u ze'f natuurlijk alleen: da-, de aanname vt.n het Godshestaan nut heeft of noodzakelijk is voor het deugdzame handelen." Neen, eerwaarde heer, die uitvlucht maakt het erger. C. Dus die zekerheid van den mnndus intelligibilis was toch eigenlijk maar moreele zekerheid = geloof. En toch, en tccb (vuistslag op den kathe der) heeft Kant de metaphysua geleerd met die zekerheid er ie!" Dit moe.-t u venhdigen, want uw boekje zit vol vau die 'zekprb'-d' ri'. D c'i hiervoor voi'-i' u«an:)ir' fU- t e< f twer) <-:< : o'pdnehnlit tcTj. i:f. li. !ig o:,' ? n,: U4 en mn dt On<T,tirung', niet (ie d(. or Km t zelf uiUegeven voor den druk gereed gf maakte werken maar de V'orles-U' u^n ber Metaphysifc' l Vorlefui.gen ber Keliïionsiehre, weilichtde i 'Frajzmente' eic. etc. allenaal niet-citeerj ba'e paperas.-en, deels ('oor vreemden op Kanis colleges on gecon'i eei'd opgeteekei d, j deels aauieeker.irger', wuarvan de gedach! tengarg jiiet sluit, neerg krast onde'de stemi mug van i et oogeiiblik. nier, gerevideerd, ! weikjfs waarvan Kflnt- k^nrers Beweren. <'at ii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiniiii «G c e e t r p ? r i e g e j BOUWT te NUN8PEET. Inlichtingen bij het bouwbureau Arti", aldaar. Hoewel de FONGERS-fabriek te Groningen elk jaar meer rijwielen vervaardigt, blijft de constructie even degelijk, de afwerking even zorg vuldig. In plaats van, zooals bij vele massa-artikelen geschiedt, door het toepassen van voordeelige, doch minder goede fabricage-methodes, een goedkoop, doch slecht verzorgd product te leveren, blijft de fabriek zich steeds op verbetering toeleggen, en wordt de fabricage slechts dan ge wijzigd, als dit het fabrikaat kan ten goede komen. Koopt UITSL,UITKSI> BOT K R ONDER RIJ UMCOXTItOUK. »e STAAT GARANDEERT U een OÜVERVAL.MCHT product. Boterhandel ZUID L-A REN", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935, Graag mevrouw, maar dan zonder suiker als 't u blieft." Och, drinkt u thee zonder suiker ?" Meestal wel," was 't antwoord met een lichten glimlach gegeven, alleen 't eerste kopje niet." Ze stond op. Jij nog thee, man?" Dank je, ik zal een eigaar rooken." Haar rijzig, zwaar lichaam als een groote zwarte kolos ruiechte door de kamer, naar da theetafel, stond er in logge beweeglijkheid van bovenlijf en armen bij 't schenken der thee, vulde bijkans den geheelen hoek als een donker gevaarte. Haye keek ernaar, zag bij elke beweging van dat dikke lijf de klee deren em armen en rug spannend zich plooien, hoorde 'c kraken van zij, dat in uiterste rekking dreigde te barsten. Je vrouw ziet er toch maar perfect uit, Zante." M'n vrouw? O ja... ze wilde geloof ik wel...." Ja" viel mevrouw in, 't hoofd in gebukte houding keerend naar Haye, ik zou graag wat magerder worden, wilt u dat wel gelooven?" illd, mevrouwtje, wees u blij. 't Is in elk geval een bewijs van gezondheid, dunkt me. En dat kan niet iedereen zeggen. Als u mijn vrouw es zag." Mevrouw zette de thee voor hem neer, nam toen biidr kopje, ging zitten en begon weer te haken, en terwijl haar vleezige vin gers zich schokkend bewogen, vroeg ze, steeds nog met e?n schijn van belangstel ling: Maar is 't nu niet te vermoeiend voor uw vrouw, al die menschen op kamers ?'' Och, dat paat nog al. Als ze maar gezond i?. A! je gezond bent, kun je veel doen, als je moet, al wor je d'er dik en vet van." Mevrouw keek even op. Ze zocht een hate lijkheid op haar dikte in die woorden. Lichte ergernis ewam op, benam ineens de lust tot verder vriendelijk zijn. riep al haar tegenzin weer boven in dien man. Maar Haye dacht niet meer aan 't geen hij gezegd had en ?ervoigde: En bovendien, ze zijn niet lastig. Integendeel, je hebt er wel 03 lol mee. 't Zijn wel aardige kerels. De een is nu zoowat een half jaar bij me. Da's een jurist. Een gewel dig feeètnummer. Van 't s'udeeren zal-i geloof ik geen tering krijgen. Een heerlijk noncha lant echt studenten-type, zooals wij er meer hebben, gekend, Zunte. Fetaalt nu geregeld, !öch ónder de beeren, geloof ik, dat zijn mijn zaken niet. De ander, een theoloog, toch wel te slikken, ook een aardige baas, nou al onder de invloed van de ..Karper", da's e'n bijnaam uioet je weten, 't Is zoo'n heerlijke dikzak, die jurist. De kerel heet eigenlijk Drang, maar...." Mij dunkt", zei. Haye, je zou toch goed doen dat jongemensch te waarschuwen voor zulk een omgang."' Ik? Ik dark je feestel^'k. Dat zijn mijn zaken niet. Ik zou denken, dat. die Karper" al gauw zou vragen, waar 'k mee bemoeide, of anders, de kerel ging er van door. Merci. Chacun pour soi, neem me niet kwalijk." Ik ben 't niet met je eens." Nee", zai mevrouw, bij wie nog steeds wrevel omging, u moet als een vader de jongelui wijzen op hun plicht. U weet zelf toch...." Even glimlachend om 't komische van de situatie, hij, vadertje over Karper", viel-i mevrouw in de rede: Maar mevrouw, ik, die zelf nogal van ...e... laat ik zeggen, vae de vrool^ke kant ben... en bovendien, al wilde ik, ik zou 't niet kunnen, vooral nu niat rceer." Hoe bedoelt u ?" Och, boe gaat het. De jongelui ontmoeten je op de gang, weten wie je bent, roepen je binnen en voor je 't weet, driuk je een glas wyn mee, rook je een sigaar. Hoe gaat dat.1' Mevrouw keek Zante aan, dacht aan haar kind, en Zante, die in haar blik de vraag las hoe vin je zoo iets?" zei blijkbaar ver wonderd : 't Schijnt, dat je niet veel verwonderd bent, Haye." Ik? Verwonderd? Waarom?" Mij dunkt, de ondervinding..." Even fronsten de wenkbrauwen, kleurden zich Haye's wangen, flitsten de donkere oogen. Hij voelde 't hatelijke,'t beleedigende in't zoet sappig uitgesproken verwijt,wilde antwoorden, toen Zante vervolgde : Ik stel me toch voor, Haye, dat je behalve een dak en wat eten nog andere verplichijagen hebt tegenover je commensalen. Hoe beter die verplich tingen nu worden bezrepen, mij dunkt, hoe eerder er te recommandeeren valt. In het tegenovergestelde geval. ..." Jij denkt dus, dat met een opvatting als de mijne, jongelui in mijn huis...." Ik wil niets zeggen je moet me goed begrijpen Haye ik wil heelemaal niets zegden van wat jou betrefr. 'k Bedoel al leen, dat men liever z'n kinderen daar laat wonen, waar ze de ruimste afleiding, de minste verleiding vinden, dan daar waar de gelegenheid bestaat om ... ja ..." Jawel, ik begrijp je. Maar laten we zelf es terugdenken aan dien tijd, wat? Hoe was jij zelf? En heeft 't je schade gedaan?" O, zeker. Ieder heeft in z'n jeugd ge woonten, die hij op lateren leeftijd wijzigt, aflegt, gewoonten, die op het karakter van geen invloed waren. Het karakter bleef, veranderde niet. Mijn omgeving bewaarde mij daarvoor." E-sn lichte tinteling van spot lag in z'n oogerj, toen Have antwoordde : Dus jij bent sedert je studententijd niet van karakter veranderd?... Zoo... non, 't kan zijn, maar... e..." en een iacbju gleed over z'a gezicht, dan was je als student niet op recht, of... ja... je neem. 't me niet kwalijk ... nu ben je 't niet als dominee." Hij voe'de wel de scherpte van z'n woor den, maar de ergernis, ontstaan door 't bijtend zalvend vermaan van Zante deed ze hem uiten uit zucht lot revanche. Mevrouw, geagi teerd, bewoog 't haakpennetje met verdubbeide snelheid, keek nijdig even op, zich verschuivende op haar stoel, d'.e piepte van de vracht. En tante, da oogen groot, «rak, met uitdrukking van onaangename verbazing, zei koei, vormelijk, terwijl z'n handen, zich vouwden: Dut is een zeer moeilijk te motiveeren verklaring. Je trekt diar ik ma? veronderstellen ronder kwade bedoeling een c'ouciasie, waaraan de liuhtvaardigheid niet vreemd is. Jij moest mij dunkt deze tigen.'chap a! hebben afgeleerd. Wij hebben trouwens omtrent zedeu en gewoonten zulke uiteenloopende begrippen, dat het mij dunkt beter i?, daarover niet te disputeeren. Jij doet aan de rechten en ... Juist, en jij aan godsdienst, en een speks'ager aan worst. Maar hou cue ten goede, zoo goed als wij beiden kunnen beoordeelen of een end leverworst goed of slecht smaakt, Kant daarin van streng wetenschappelijke inzichten ia afgeweken 3). Maar hadt u ze gelezen, deze boekjes, door i acdeien dan Kant uitgegeven, deze curiosa l en reUquieën en van den wonderlijken Ko- j ningeberger heilige, dan badt u er niet van gerept, want ze zijn va"k nog skeptiecher l an de hoofdwerken, en de geest ervan is zeker niet de inhoud van uw zinnetjes, met de zekerheden. Maar met een enkel zincetje kan i men itder aan den pa's? helpen, en Kant ad sanctam religionem cor fi'marjdam aan bet ! klankbord hanger, ten exercpel voor de ge meente, fn juist: dat u u gaat beriepen op een klein dnnkf-r . hoekJH van Kant's nalatenschap, waar u iet" hebt opgeraapt. dat... ja, toch wel een beetje lijkt op datgene, wat u toch zoo praag aan uw liberale ge meente als goed Kantisch zoudt willen voor legden: dat bewijbt, dat u als theoloog en tendentieus te werk bent gegaan, en dat het u om iets anders te doen is geweest dan om de leer van Kant. Het is bovendien orjuist, dat Kant in zijn hoofdwerken niets positiefs over de metaphysica zegt. HU bewijst dat stelligheid in de metapbypica als leer van noumena onmogelijk is, hij bewijst de onmogelijkheid van de;e metaphysica als wetenpchap, hij bewrjft, dat men van de intelligihele wereld nitla kan zeggen, waarvan men eenigszins verzekerd kan zijn. tn dit niet op n plaats, roaar Burgers E. N. R. Geen onderdeel, of het heeft al onze aandacht. Het geheel wordt voortdurend bestudeerd. "Wij kunnen U het mooiste, soliedste, fijnste, snelste, lichtste, duurzaamste rijwiel leveren en blijven met onzen firmanaam er borg voor, dat U beter waar voor uw geld krijgt dan ergens anders. Eerste Nederlandsche Rijwiel- en Machinefabriek voorheen H. BURGERS, Deventer. Hofleverancier. C. H. YAN DER TELDEN, Fa. 6. B. BOSCB, H«fjiw. KALVERSTR. 153, bh Spui, lüsterdam. Tel 2645. zoo goed kan zij over de vraag wat recht of onrecht, ik over de vraag, wat zedelijk goed of kwaad is oordeelen. Nu vooral. Maar bovendien, wanneer je in den strijd om het broodje de geestelijke belingen te veel laat meespreker, dan tun je je keel wel aan de kapstok hangen. En ik moet in de eerste plaats rekening houden met de materieele belangen; dat ben ik verplicht aan m'n vrouw, aan me zelf.' Tante trok even de schouders op. Er kwam een drukkende, bange stilte Daar was iets vyandigs ontstaan, iets bitters, dat ze allen wel voelden en aan het zwijgen iets gedwongens gaf Haye, die 't schouderophalen van tante bal gezien, voelde de minachting, die daarin lag, en 't irriteerde hem te meer, omdat-i begreep, dat ze het tegenover hem durfden te doen nu, wetend, hoe hij er aan toe was. 't Deed lust tot meerder verzet ontstaan, een verlangen, om, hoe ook, ze te laten gevoelen, dat, k wam-i hier al om hulp vragen, die toch dat begreep bij wel gering zou zijn, hij zich door hen niet wilde laten kapittelen. Er was een ruziestemming in hem gekomen. En toegevend aan z'n gevoel van ergernis, vroeg-i mtt even trilling in z'n stem: Ie bent het natuurlijk niet met me eens. Dat begrijp ik." Ik wenech daarover liever niet meer te spreken," zei Zante bedaard. Nee, 't is ook « el ongewoonte voor jelui. In de kerk wordt niet gedebatteerd." Nee," antwoordde Zante, die geërgerd door de treiterende repliek zich opwond en nu heftiger dan-i gewoon was, de wellevendheid tegenover z'n gast vergetend, vervolgde: maar voor menigeen zou 't gewenpcht geweest zijn, indien ze de kerk meer hadden betreden. Ze hadden er allicht datgene geleerd, wat hen had weerhouden van daden, die door berouw alleen niet meer zijn goed te maken, en het fatsoen geweld aandoen, ja, ze'fs de eer deuken.'' Haya zat een oogenblik verrast, 't Verwijt, te duidelijk om Je bedoeling ervan niet te begrijpen, was als een slag in z'n gezicht, die hem verdoof.ie. Hij voelde z'n bloed als een gloeiing z'n hoofd bestijgen, z'n neusvleugels trilden en z'n donkere oogen, bliksemend in de diepe kassen, waren op Zante gericht, die vóór zich keek, wel voelend hoe-i z'n gast beleedigd had, en nu bang was voor 't geen er komen zou. Hij durfde niet opkijken, verwachtend een uitbarsting van woede, een vlijmende, ranselende repliek. Toen ineens schoof Hsye 'n. stoel achteruit, stond op en onder 't dichtknoopen van z'n jas steeds nog kijkend naar Zante, zei hij ruet trillende stem, heesch van ingehouden drift, toch schijnbaar bedaard : Ik had miestimR gedacht op oen fatsoenlijke ontvangst te hebben mogen reke nen, althans in hot huis van een dominee. Beleedigen is tcch het allerlaatste wat men z'n gasten doet. Ik zal js verdere gelegenheid daartoe ontnemen door heen te gaan. Je kunt je tijd beter besteden door je voor te bereiden voor de eerstvolgende preek. Neem dan tut onderwerp de wellevendheid". Men kan,.,. kan nog veol van je leerec.'' De laatste woorden kwamen L-r als een snik uit. Maar dan ineens, de drift, de opwinding, door z'n eigen woorden ontstaan, niet meer kunnende bedwingen, alle bedaard heid te lang reeds betracht, plotseling van zich smijtend, riep hij als 't ware, terwijl z'n oogan vlammen schoten: En als je soms denkt, dat ik je tergend-, gemeen-gniepige Joimaal-Onderldeeini van PratDcO Eenige Fabrikanten W.BengerSöhne Sïuttgarij Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalveretr. 167 E. F. DEUSCHLE-BENGER. imiiiimiMimiimiiuiiiiiiiiiiiiiiiiMHii hatelijkhedeu niet voelde, dat je mij nu alles mocht zeggen, dat m'n toestand me zoo zoet had gemaakt, dat ik elk verwijt zou dragen als een boeteling en flauw zou vallen van louter genot, omdat je mij wel voor je schijn heilig aangezicht hebt willen ontvangen, dan heb je je min of meer vergist en kunt er leering uit trekken.... En nu groet ik je." Hij ging met driftige stappen. Hard klonk het dichtslaan van de huisdeur. Het echtpaar, steeds nog kijkend naar de plek, waar Haye was verdwenen, zat in stomme verbazing over dit alles roer loos neer. 't Was als een felle donderslag geweest, die ze een oogenblik belette te spreken. Tot eindelijk mevrouw haar man aankeek en wat bekomen van de schrik hijgend een beetje, zei: M'n god, wat een man." Zante zweeg nog ever. Toen sprak hij, fluisterend bijna, met een lichte zucbt: Ja.. dat is toch wel ergerlijk." Jawel. Maar dat heb je nou van zulke kennissen" bitate ze. 't Is je eigen schuld." Hai j'em niet wat kunnen teiugzeggen? Je liet hem maar praten. Je weet toch ge noeg van 'm." Waarom parelen voor de zwijnen tewerpec? Is zoo iemand wel voor rede vat baai? Boven dien, ik hou niet van twist en wou dat voor komen." 't Leek er anders al veel op. Groote God in den hemel, hoe kun je zulke menschen...." Maar Marie, wist ik dan ?" 'k Heb 't je toch gezegd." Wie kon veronderstellen...." Dat had je moeten begrijpen. Jij hebt er dan vroeger wel mooie omgang op na ge houden. Da hemel beware ons kind voor zulke vrienden." Eensklaps klonk hard de bel. Beiden keken naar de pendule. Zou dat Frits zijn ?" vroeg Zante, blij, dat er afleiding kwam. Ze antwoordde niet, luis terde. Toen hoorden ze de huiedeur openen, hun jongen de meid groeten. Hij is 't" zei Zante en nam de krant, ter wijl mevrouw vlug opstond, de kopjes weg nam van tafel. Hij hoefde niets te weten. Ze zat nog niet, toen Frits al binnenkwam Pa, Ma." Zoo jongen, hen je daar?" vroeg Zante, de krant neerleggend. Vroeger dan 'k dacht Hè, 't is koud. Hebt u nog thee ma?" Hij nam een stoel, ging bij de haard zitten. Ja, kind." Een oogenblik was er stilte. En?" vroeg pa. Nou, alles in orde. Leuke kamer. We zijn er met a'n drieën. Maltep, ik en nog een. Maar die heb ik niet ontmoet. Maar Maltes zegt, dat 't een leuke vent is. En nu zal u nooit raden bij wie?'' Hoe, bij wie?'' Wel, hcèbij wie? Waar 'üm'n kamer heb natuurlijk. Bij wie dan?" Bij die kennis van u, Haye." Schrik schokte de lichamen van 't ouder paar, dat in caamlooze ontzetting den jongen reeds dacht in de klauwen des duivels.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl