Historisch Archief 1877-1940
No. 1701
DE A M S T E R D A MM E R W E E K B L A D VOOR N E D E R L A N D.
. ncw». Mijn ecbijnhouw heeft uw wapen'uit
de lijn' gebracht.
.1 Meent u, dat uw eigen aankondiging op
den ornslsg van uw Kantboekje iets kan be
wijzen omtrent de uitvoering van het werk?
Zoo ja, bewijst dan misschien iemands geloofs
belijdenis, d. i. het geestelijk aanplakbillet op
zyn leven, iets omtrent dat leven zelf? Im
mers niet, en zoo heb ik dan bij mijne
beoordeeling van uw geschrift alleen,
uaarsliglijk lezende, jelet op den inhoud, en niet
op het affiche.
Maar toen gij u daarop beriept, toen
Beu ik u laten zien, dat ik zelf mij
even zoo goed als gij, zou hebben kunnen
beroepen op dat 'coorwoord'. Daarmede heb
ik ui. t mijn oordeel «iilen bekrsctitiger,
mam het uwe ontzenuwen, hütgeen iets ge
heel anders i?.
Want onafhankelijk van hetgeen u met uwe
eerie hebt willtn bereiken, en wat gij u hadt
voorgesteld, den volke daarin kond te doen,
heeft volledige lectnnr daarna» mij, en niet
mij alleen, doen vaststellen: dat niet de wijze,
waarop de wijsgeeren hebeen gedacht, maar
?i-iBommige resultaten, waar de door u ver
langde lezers 'achter' wenschte te komen
en dan vaak onjuigt door u zijn mede
gedeeld op eane wijze, die o. a. geheel ver
schillend van de goede bestaande geschiede
nissen der wijsbegeerte, alle opwekking om
de gedachten ten slotte bij de wijsgeeren
zelve te gaan zoeken, mist.
II. Uw betoog omtrent den mundus
intel^ligibilis etc. is een aardig en leerrij t geval
van wat wel eens genoemd is: theologische
?pologetiek. Wanneer men erin slaagt, zulk
een logisch kluwen af te haspelen, dan blijkt
het meestentijds een snoer te worden, aan
eengeregen van allerzonderlini^ste en belang
wekkende petitionea principii, falsa exempla
in contrarium, etc.
A. Tegen mijn bewering, dat niet vol
gens een heel enkel zinnetje hier of daar,
maar volgens Kant's philosophie, elke
bepaalde inhoud van het Ding op zichzelf,
. de werkelijkheid van God.
onsterfelijkheid etc. problematisch is, zoodat uw be
wering, dat de mundus intelligi lilis on
voorwaardelijke, absolute zekerheid geeft
etc., etc, etc. foutief is,
Antwoordt u, dat het onzekere, het
problematiecce karakter van de ideeën etc. óók
bij u i» lezen valt,
Dat was 'nij bekend. Maar is het uwe be
doeling daarmede uwe veelzijdigheid te be
wijzen, dat gij in uw elordigen arbeid, op de
ne bladzijde het tegendeel vermeldt van
hetgeen op de andere te lezen staat? En,
wanneer mes u opmerkt, dat nw geheele
geschrift heenwijst naar, en uitspreekt,
telkeng weer, een tendentieze en foutieve stel
ling, acat gij dan voldoende antwoord: ja,
maar hier en daar staat het in verscholen
fcinneijes toch goed?
! De moeilijkheid was hierna voor u geworien:
-eensdeels uwe fout te verzachten, maar
anderedeels (omdat dit niet goed ging) te laten
doorec emeren dat het toch eigenlek geen
fout was.
B. 'De mundus intelligibilis geeft
onvoorIIUIIIII1IIIIIII
En wat deed je toen?" vroe$ Zante.
Je bedoelt met dien commensaal? .... Ja,
wat moest ik doen. M'n vrouw wou een meid
nemen. Had ik dat nu ook maar gedurfd.
Maar ik wou liever afwachten. M'n ouwe
kwaal Je begrijpt, een meid heb je ook
niets voor niets. Wat? En bovendien, ik dacht,
dat m'n vrouw wel beter zou zijn ala dat
jongemenfch kwam over een paar weken.
Maar jawel, geen denken an. Integendeel.
Voor een meid was 't nu te laat. Bijgevolg,
de man werd afgezegd. En zoo zat ik weer."
Maar had u dan geen meid ?" vroeg
mevrouw Zante verwonderd,
Dat was luxe geworden, dat begrijpt u.
Maar m'n vrouw kan weiken, dat verzeker
ik u. 'k Heb 't nooit geweten, nooit, 't Ia een
onbetaalbaar vrouwtje. Nooit d'er hoofd laten
hangen, geen verwijten, niet?. M'n god, dat
is wat waard, hoor. Wil je wel gelooven,
da'k al gek werd bij de gedachte dat ze dood
zou... god, laat 'k er niet aan denken...,
En hem u nu een meid?" vroeg mevrouw.
Ja, nu hebben w'er een."
En is uw vrouw nu weer beter?"
Was dat maar waar. Ze Echijnt het er?
te pakken te hebben. Doodelijk zwak. En
versterkende middelen, jawel. Die vin je op
de straat. Tach, nu we twee kamers bezet
hebben, kin 'k er iets geven. De meid
is uitstekend, zuinig, netjes, kan niet beter.
Als k'er uu nog een commensaal bij had,
dan ..." Toen plotseling zich keerende tot
Tante, z'n hand leggende op haar arm, zei
hy: Zeg... Tacte, zou jy me nu niet een
genoegen willen doen?"
Ze schrokken er var. Wat wilde die man?
Verbaasd keken ze 'm aan, angstig een beetje,
afwachtend, wat-i verder zou zeggen.
Je kunt het, als je wilt. Mij help je 'r
mee en 't kost je niets. Kijk. Je zoon moet
naar Utrecht. Als jij nu je zoon es bij mij
een kamer liet nemen. Wat?"
Op 't gezicht van tante verdween de trek
van spannende onrust. Mevrouw begon weer
te haken, nam een bonbon, blij, dat er aan
't verzoek niet voldaan kon worden, dat ze
geen strijd hoefden te voeren of ze 't zouden
doen uit medelijden of laten uit angst voor
't zieleheil van hun kind. Hun jongen in het
huis van zoo iemand? Weigeren, bruut
weigeren hadden ze toch ook niet gedurfd.
Echt dus, dat 't niet meer kon, al was er
dan ook niets beslist nog.
Met ietwat intonatie van deelneming en
spijtgevoel op 't gladgeschoren gedcht zei
tante, zich keerend tot z'n bezoeker: 't Spijt
me erg Haye, 't spijt me heel erg, dat ik
je niet helpen kan, maar m'n zoon is al
voorzien. Jammer, dat je me dat ook niet
eerder hebt gevraagd."
En mevrouw vervolgde: Ja, hoe jammer.
Gister pas is 't beslist! n van beiden deden
hun best aan hun gezicht een trek van innig
meegevoel te geven."
Da's dan verkeken," zei Haye. gemaakt
luchtig. Hy vorid't onnoodig ook van jammer
te spreken, en vervolgde:
Maar mocht je me soms es kunnen
recommandeeren, dan hou 'k me aanbevolen, dat
begrijp je."
Wat ik kin doen, dat zal ik doen. Jij moet
er ook moar es om denken Marie."
O, zeker. Als we iemand kunnen helpen...
'i Is immer» onze plicht, niet waar?" en ze
nam een bonbon, en om aande
welgemeendheid van haar belofte kracht bij te zetten,
vroeg ze: Wilt u nog een kopje thee?"
waardelijke, absolute zekerheid' moet volgens
u zijn: 'de mundm intelligibilis geeft onvoor
waardelijke, absolute, morttle zekerheid'.
Het was fout, eerwaarde heer, (uaar nu is
het onzin. Kant spreekt terloops op een ik
meen eenige plaats in de kritiek der Zui
vere Kede, over de woordverhindirg:
'moralische GewiBsheit'. Hij heeft het over het
gtloijf aan God, Onsterfelijkheid etc.
:?Da sie (nl. de moreele overtuiging) anf
subjeciiven Gründen (der moralischen
Gssinnuny) beruht, so mrisa ich nicht einmal sagen:
es ist moraliech ge vies, dass eln Gott sey,
u. s. w., sondern, ich bin moralisch gewis?,
u. s. w. 1)
Voluens Kant is het ongeoorloofd, om 'on
persoonlijk' td spreken Tan mor< ele zekerheid.
W\i oor* H'Orvc?! (1n>; h(^t *iiot<f -/.r'r,: ^p
rnnndus imelh^iiji-i" gei i t
Oi,rif.rii:'i'.trti'ilij.'.t,u!iioluie, mor/ete, fvbjict'tre zekerheid,
Is de onzin niet schrijnend gemorden? De?e
moreele zekerheid is by Kant niets dan
'geIcof', streng door Kant onderscheiden van
'zekerheid' en 'weten'. En dat gaat G
jonvoorwaardelijk en absolunt noemen?
Maar er staat bij n: do munrius intelli
gibilis getft onvoorwaardelijke,
ahsolutezefcerheid tegenover de betreïkelijke, relatieve
zekerheid der algerntene en noodzakp ijk
geldende kennis, wier voorwerp de urnelijke
wereld- is«." Is die tweede zekerheid ook
t'iginlijk moreele zekerheid. Hebt Gij willen
zeggen, dat de zinnelijke wereld betrekkelijke
moreele zekerheid heeft?
Of hebt u wi>nt dit laatste zou absurd
zijn een uitvlucht te baat genomen? Heb
ik u misschien het denkbeeld aan de hand
gedaan in m\jn dialoog 2) 'usschen e Zui
vere Bede en de Praktische Re Ie?
P. R. Maar wat denkt, u er dan n om
te spreken van moreele zekerheid"!
Z. R. Wat is dat: moreele zekerhe < ?
P. R. Maar wanneer Gij dat zegt meent
Gij voor u ze'f natuurlijk alleen: da-, de
aanname vt.n het Godshestaan nut heeft of
noodzakelijk is voor het deugdzame handelen."
Neen, eerwaarde heer, die uitvlucht maakt
het erger.
C. Dus die zekerheid van den mnndus
intelligibilis was toch eigenlijk maar moreele
zekerheid = geloof.
En toch, en tccb (vuistslag op den kathe
der) heeft Kant de metaphysua geleerd met
die zekerheid er ie!"
Dit moe.-t u venhdigen, want uw boekje
zit vol vau die 'zekprb'-d' ri'. D c'i hiervoor
voi'-i' u«an:)ir' fU- t e< f twer) <-:< :
o'pdnehnlit tcTj. i:f. li. !ig o:,' ? n,: U4 en mn dt
On<T,tirung', niet (ie d(. or Km t zelf uiUegeven
voor den druk gereed gf maakte werken
maar de V'orles-U' u^n ber Metaphysifc'
l Vorlefui.gen ber Keliïionsiehre, weilichtde
i 'Frajzmente' eic. etc. allenaal
niet-citeerj ba'e paperas.-en, deels ('oor vreemden op
Kanis colleges on gecon'i eei'd opgeteekei d,
j deels aauieeker.irger', wuarvan de
gedach! tengarg jiiet sluit, neerg krast onde'de
stemi mug van i et oogeiiblik. nier, gerevideerd,
! weikjfs waarvan Kflnt- k^nrers Beweren. <'at
ii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiniiii
«G c e e t r p ? r i e g e j
BOUWT te NUN8PEET.
Inlichtingen bij het bouwbureau Arti",
aldaar.
Hoewel de FONGERS-fabriek te Groningen elk jaar meer rijwielen
vervaardigt, blijft de constructie even degelijk, de afwerking even zorg
vuldig.
In plaats van, zooals bij vele massa-artikelen geschiedt, door het
toepassen van voordeelige, doch minder goede fabricage-methodes, een
goedkoop, doch slecht verzorgd product te leveren, blijft de fabriek zich
steeds op verbetering toeleggen, en wordt de fabricage slechts dan ge
wijzigd, als dit het fabrikaat kan ten goede komen.
Koopt UITSL,UITKSI> BOT K R ONDER RIJ UMCOXTItOUK.
»e STAAT GARANDEERT U een OÜVERVAL.MCHT product.
Boterhandel ZUID L-A REN", PRINSENGRACHT 313. TELEFOON 8935,
Graag mevrouw, maar dan zonder suiker
als 't u blieft."
Och, drinkt u thee zonder suiker ?"
Meestal wel," was 't antwoord met een
lichten glimlach gegeven, alleen 't eerste
kopje niet."
Ze stond op. Jij nog thee, man?"
Dank je, ik zal een eigaar rooken."
Haar rijzig, zwaar lichaam als een groote
zwarte kolos ruiechte door de kamer, naar da
theetafel, stond er in logge beweeglijkheid
van bovenlijf en armen bij 't schenken der
thee, vulde bijkans den geheelen hoek als
een donker gevaarte. Haye keek ernaar, zag
bij elke beweging van dat dikke lijf de klee
deren em armen en rug spannend zich
plooien, hoorde 'c kraken van zij, dat in
uiterste rekking dreigde te barsten.
Je vrouw ziet er toch maar perfect uit,
Zante."
M'n vrouw? O ja... ze wilde geloof ik
wel...."
Ja" viel mevrouw in, 't hoofd in gebukte
houding keerend naar Haye, ik zou graag
wat magerder worden, wilt u dat wel
gelooven?"
illd, mevrouwtje, wees u blij. 't Is in
elk geval een bewijs van gezondheid, dunkt
me. En dat kan niet iedereen zeggen. Als
u mijn vrouw es zag."
Mevrouw zette de thee voor hem neer,
nam toen biidr kopje, ging zitten en begon
weer te haken, en terwijl haar vleezige vin
gers zich schokkend bewogen, vroeg ze,
steeds nog met e?n schijn van belangstel
ling: Maar is 't nu niet te vermoeiend
voor uw vrouw, al die menschen op kamers ?''
Och, dat paat nog al. Als ze maar
gezond i?. A! je gezond bent, kun je veel
doen, als je moet, al wor je d'er dik en
vet van."
Mevrouw keek even op. Ze zocht een hate
lijkheid op haar dikte in die woorden. Lichte
ergernis ewam op, benam ineens de lust tot
verder vriendelijk zijn. riep al haar tegenzin
weer boven in dien man. Maar Haye dacht
niet meer aan 't geen hij gezegd had en
?ervoigde: En bovendien, ze zijn niet lastig.
Integendeel, je hebt er wel 03 lol mee. 't Zijn
wel aardige kerels. De een is nu zoowat een
half jaar bij me. Da's een jurist. Een gewel
dig feeètnummer. Van 't s'udeeren zal-i geloof
ik geen tering krijgen. Een heerlijk noncha
lant echt studenten-type, zooals wij er meer
hebben, gekend, Zunte. Fetaalt nu geregeld,
!öch ónder de beeren, geloof ik, dat zijn
mijn zaken niet. De ander, een theoloog,
toch wel te slikken, ook een aardige baas,
nou al onder de invloed van de ..Karper",
da's e'n bijnaam uioet je weten, 't Is zoo'n
heerlijke dikzak, die jurist. De kerel heet
eigenlijk Drang, maar...."
Mij dunkt", zei. Haye, je zou toch goed
doen dat jongemensch te waarschuwen voor
zulk een omgang."'
Ik? Ik dark je feestel^'k. Dat zijn mijn
zaken niet. Ik zou denken, dat. die Karper"
al gauw zou vragen, waar 'k mee bemoeide,
of anders, de kerel ging er van door. Merci.
Chacun pour soi, neem me niet kwalijk."
Ik ben 't niet met je eens."
Nee", zai mevrouw, bij wie nog steeds
wrevel omging, u moet als een vader de
jongelui wijzen op hun plicht. U weet zelf
toch...."
Even glimlachend om 't komische van de
situatie, hij, vadertje over Karper", viel-i
mevrouw in de rede:
Maar mevrouw, ik, die zelf nogal van ...e...
laat ik zeggen, vae de vrool^ke kant ben...
en bovendien, al wilde ik, ik zou 't niet
kunnen, vooral nu niat rceer."
Hoe bedoelt u ?"
Och, boe gaat het. De jongelui ontmoeten
je op de gang, weten wie je bent, roepen je
binnen en voor je 't weet, driuk je een glas
wyn mee, rook je een sigaar. Hoe gaat dat.1'
Mevrouw keek Zante aan, dacht aan haar
kind, en Zante, die in haar blik de vraag
las hoe vin je zoo iets?" zei blijkbaar ver
wonderd :
't Schijnt, dat je niet veel verwonderd
bent, Haye."
Ik? Verwonderd? Waarom?"
Mij dunkt, de ondervinding..."
Even fronsten de wenkbrauwen, kleurden
zich Haye's wangen, flitsten de donkere oogen.
Hij voelde 't hatelijke,'t beleedigende in't zoet
sappig uitgesproken verwijt,wilde antwoorden,
toen Zante vervolgde : Ik stel me toch voor,
Haye, dat je behalve een dak en wat eten
nog andere verplichijagen hebt tegenover
je commensalen. Hoe beter die verplich
tingen nu worden bezrepen, mij dunkt, hoe
eerder er te recommandeeren valt. In het
tegenovergestelde geval. ..."
Jij denkt dus, dat met een opvatting als
de mijne, jongelui in mijn huis...."
Ik wil niets zeggen je moet me goed
begrijpen Haye ik wil heelemaal niets
zegden van wat jou betrefr. 'k Bedoel al
leen, dat men liever z'n kinderen daar laat
wonen, waar ze de ruimste afleiding, de
minste verleiding vinden, dan daar waar de
gelegenheid bestaat om ... ja ..."
Jawel, ik begrijp je. Maar laten we zelf es
terugdenken aan dien tijd, wat? Hoe was
jij zelf? En heeft 't je schade gedaan?"
O, zeker. Ieder heeft in z'n jeugd ge
woonten, die hij op lateren leeftijd wijzigt,
aflegt, gewoonten, die op het karakter van
geen invloed waren. Het karakter bleef,
veranderde niet. Mijn omgeving bewaarde
mij daarvoor."
E-sn lichte tinteling van spot lag in z'n
oogerj, toen Have antwoordde : Dus jij bent
sedert je studententijd niet van karakter
veranderd?... Zoo... non, 't kan zijn,
maar... e..." en een iacbju gleed over z'a
gezicht, dan was je als student niet op
recht, of... ja... je neem. 't me niet
kwalijk ... nu ben je 't niet als dominee."
Hij voe'de wel de scherpte van z'n woor
den, maar de ergernis, ontstaan door 't bijtend
zalvend vermaan van Zante deed ze hem uiten
uit zucht lot revanche. Mevrouw, geagi
teerd, bewoog 't haakpennetje met
verdubbeide snelheid, keek nijdig even op, zich
verschuivende op haar stoel, d'.e piepte van
de vracht. En tante, da oogen groot, «rak,
met uitdrukking van onaangename verbazing,
zei koei, vormelijk, terwijl z'n handen, zich
vouwden: Dut is een zeer moeilijk te
motiveeren verklaring. Je trekt diar ik
ma? veronderstellen ronder kwade bedoeling
een c'ouciasie, waaraan de liuhtvaardigheid
niet vreemd is. Jij moest mij dunkt deze
tigen.'chap a! hebben afgeleerd. Wij hebben
trouwens omtrent zedeu en gewoonten zulke
uiteenloopende begrippen, dat het mij dunkt
beter i?, daarover niet te disputeeren. Jij
doet aan de rechten en ...
Juist, en jij aan godsdienst, en een
speks'ager aan worst. Maar hou cue ten goede,
zoo goed als wij beiden kunnen beoordeelen
of een end leverworst goed of slecht smaakt,
Kant daarin van streng wetenschappelijke
inzichten ia afgeweken 3).
Maar hadt u ze gelezen, deze boekjes, door i
acdeien dan Kant uitgegeven, deze curiosa l
en reUquieën en van den wonderlijken Ko- j
ningeberger heilige, dan badt u er niet van
gerept, want ze zijn va"k nog skeptiecher l
an de hoofdwerken, en de geest ervan is
zeker niet de inhoud van uw zinnetjes, met
de zekerheden. Maar met een enkel zincetje kan i
men itder aan den pa's? helpen, en Kant ad
sanctam religionem cor fi'marjdam aan bet !
klankbord hanger, ten exercpel voor de ge
meente, fn juist: dat u u gaat beriepen
op een klein dnnkf-r . hoekJH van Kant's
nalatenschap, waar u iet" hebt opgeraapt.
dat... ja, toch wel een beetje lijkt op datgene,
wat u toch zoo praag aan uw liberale ge
meente als goed Kantisch zoudt willen voor
legden: dat bewijbt, dat u als theoloog en
tendentieus te werk bent gegaan, en dat het
u om iets anders te doen is geweest dan om
de leer van Kant.
Het is bovendien orjuist, dat Kant in zijn
hoofdwerken niets positiefs over de
metaphysica zegt. HU bewijst dat stelligheid in de
metapbypica als leer van noumena onmogelijk
is, hij bewijst de onmogelijkheid van de;e
metaphysica als wetenpchap, hij bewrjft, dat
men van de intelligihele wereld nitla kan
zeggen, waarvan men eenigszins verzekerd
kan zijn. tn dit niet op n plaats, roaar
Burgers E. N. R.
Geen onderdeel, of het heeft al onze aandacht. Het geheel
wordt voortdurend bestudeerd. "Wij kunnen U het mooiste,
soliedste, fijnste, snelste, lichtste, duurzaamste rijwiel leveren
en blijven met onzen firmanaam er borg voor, dat U
beter waar voor uw geld krijgt dan ergens anders.
Eerste Nederlandsche Rijwiel- en Machinefabriek
voorheen H. BURGERS, Deventer.
Hofleverancier.
C. H. YAN DER TELDEN, Fa. 6. B. BOSCB, H«fjiw.
KALVERSTR. 153, bh Spui, lüsterdam. Tel 2645.
zoo goed kan zij over de vraag wat recht of
onrecht, ik over de vraag, wat zedelijk goed
of kwaad is oordeelen. Nu vooral. Maar
bovendien, wanneer je in den strijd om het
broodje de geestelijke belingen te veel laat
meespreker, dan tun je je keel wel aan de
kapstok hangen. En ik moet in de eerste
plaats rekening houden met de materieele
belangen; dat ben ik verplicht aan m'n
vrouw, aan me zelf.'
Tante trok even de schouders op. Er kwam
een drukkende, bange stilte Daar was iets
vyandigs ontstaan, iets bitters, dat ze allen
wel voelden en aan het zwijgen iets
gedwongens gaf Haye, die 't schouderophalen
van tante bal gezien, voelde de minachting,
die daarin lag, en 't irriteerde hem te meer,
omdat-i begreep, dat ze het tegenover
hem durfden te doen nu, wetend, hoe hij
er aan toe was. 't Deed lust tot meerder
verzet ontstaan, een verlangen, om, hoe ook,
ze te laten gevoelen, dat, k wam-i hier al om
hulp vragen, die toch dat begreep bij wel
gering zou zijn, hij zich door hen niet
wilde laten kapittelen. Er was een
ruziestemming in hem gekomen. En toegevend
aan z'n gevoel van ergernis, vroeg-i mtt even
trilling in z'n stem: Ie bent het natuurlijk
niet met me eens. Dat begrijp ik."
Ik wenech daarover liever niet meer te
spreken," zei Zante bedaard.
Nee, 't is ook « el ongewoonte voor jelui.
In de kerk wordt niet gedebatteerd."
Nee," antwoordde Zante, die geërgerd door
de treiterende repliek zich opwond en nu
heftiger dan-i gewoon was, de wellevendheid
tegenover z'n gast vergetend, vervolgde: maar
voor menigeen zou 't gewenpcht geweest zijn,
indien ze de kerk meer hadden betreden. Ze
hadden er allicht datgene geleerd, wat hen
had weerhouden van daden, die door berouw
alleen niet meer zijn goed te maken, en het
fatsoen geweld aandoen, ja, ze'fs de eer
deuken.''
Haya zat een oogenblik verrast, 't Verwijt,
te duidelijk om Je bedoeling ervan niet te
begrijpen, was als een slag in z'n gezicht, die
hem verdoof.ie. Hij voelde z'n bloed als een
gloeiing z'n hoofd bestijgen, z'n neusvleugels
trilden en z'n donkere oogen, bliksemend in
de diepe kassen, waren op Zante gericht, die
vóór zich keek, wel voelend hoe-i z'n gast
beleedigd had, en nu bang was voor 't geen
er komen zou. Hij durfde niet opkijken,
verwachtend een uitbarsting van woede, een
vlijmende, ranselende repliek. Toen ineens
schoof Hsye 'n. stoel achteruit, stond op en
onder 't dichtknoopen van z'n jas steeds nog
kijkend naar Zante, zei hij ruet trillende stem,
heesch van ingehouden drift, toch schijnbaar
bedaard : Ik had miestimR gedacht op oen
fatsoenlijke ontvangst te hebben mogen reke
nen, althans in hot huis van een dominee.
Beleedigen is tcch het allerlaatste wat men
z'n gasten doet. Ik zal js verdere gelegenheid
daartoe ontnemen door heen te gaan. Je kunt
je tijd beter besteden door je voor te bereiden
voor de eerstvolgende preek. Neem dan tut
onderwerp de wellevendheid". Men kan,.,.
kan nog veol van je leerec.''
De laatste woorden kwamen L-r als een
snik uit. Maar dan ineens, de drift, de
opwinding, door z'n eigen woorden ontstaan,
niet meer kunnende bedwingen, alle bedaard
heid te lang reeds betracht, plotseling van
zich smijtend, riep hij als 't ware, terwijl z'n
oogan vlammen schoten: En als je soms
denkt, dat ik je tergend-, gemeen-gniepige
Joimaal-Onderldeeini
van
PratDcO
Eenige
Fabrikanten
W.BengerSöhne
Sïuttgarij
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalveretr. 167
E. F. DEUSCHLE-BENGER.
imiiiimiMimiimiiuiiiiiiiiiiiiiiiiMHii
hatelijkhedeu niet voelde, dat je mij nu alles
mocht zeggen, dat m'n toestand me zoo zoet
had gemaakt, dat ik elk verwijt zou dragen
als een boeteling en flauw zou vallen van
louter genot, omdat je mij wel voor je schijn
heilig aangezicht hebt willen ontvangen, dan
heb je je min of meer vergist en kunt er
leering uit trekken.... En nu groet ik je."
Hij ging met driftige stappen.
Hard klonk het dichtslaan van de huisdeur.
Het echtpaar, steeds nog kijkend naar de
plek, waar Haye was verdwenen, zat in stomme
verbazing over dit alles roer loos neer. 't Was
als een felle donderslag geweest, die ze een
oogenblik belette te spreken. Tot eindelijk
mevrouw haar man aankeek en wat bekomen
van de schrik hijgend een beetje, zei: M'n
god, wat een man."
Zante zweeg nog ever. Toen sprak hij,
fluisterend bijna, met een lichte zucbt: Ja..
dat is toch wel ergerlijk."
Jawel. Maar dat heb je nou van zulke
kennissen" bitate ze. 't Is je eigen schuld."
Hai j'em niet wat kunnen teiugzeggen?
Je liet hem maar praten. Je weet toch ge
noeg van 'm."
Waarom parelen voor de zwijnen tewerpec?
Is zoo iemand wel voor rede vat baai? Boven
dien, ik hou niet van twist en wou dat voor
komen."
't Leek er anders al veel op. Groote God
in den hemel, hoe kun je zulke menschen...."
Maar Marie, wist ik dan ?"
'k Heb 't je toch gezegd."
Wie kon veronderstellen...."
Dat had je moeten begrijpen. Jij hebt er
dan vroeger wel mooie omgang op na ge
houden. Da hemel beware ons kind voor
zulke vrienden."
Eensklaps klonk hard de bel. Beiden keken
naar de pendule.
Zou dat Frits zijn ?" vroeg Zante, blij, dat
er afleiding kwam. Ze antwoordde niet, luis
terde. Toen hoorden ze de huiedeur openen,
hun jongen de meid groeten.
Hij is 't" zei Zante en nam de krant, ter
wijl mevrouw vlug opstond, de kopjes weg
nam van tafel. Hij hoefde niets te weten.
Ze zat nog niet, toen Frits al binnenkwam
Pa, Ma."
Zoo jongen, hen je daar?" vroeg Zante,
de krant neerleggend.
Vroeger dan 'k dacht Hè, 't is koud.
Hebt u nog thee ma?" Hij nam een stoel,
ging bij de haard zitten.
Ja, kind."
Een oogenblik was er stilte.
En?" vroeg pa.
Nou, alles in orde. Leuke kamer. We zijn
er met a'n drieën. Maltep, ik en nog een.
Maar die heb ik niet ontmoet. Maar Maltes
zegt, dat 't een leuke vent is. En nu zal u
nooit raden bij wie?''
Hoe, bij wie?''
Wel, hcèbij wie? Waar 'üm'n kamer
heb natuurlijk.
Bij wie dan?"
Bij die kennis van u, Haye."
Schrik schokte de lichamen van 't ouder
paar, dat in caamlooze ontzetting den jongen
reeds dacht in de klauwen des duivels.