Historisch Archief 1877-1940
No. 1701
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
EEN BEKEND FEIT
MAGGI's Aroma
verbetert oogeublikkelljk den smaak van
zwakke soepen, bouillon, groenten, sausen enz.
MAGGI's Bouillon Blokjes.
De/e dienen voor de bereiding van beerlijken
bouillon per kop.
is, dat het gebruik van
MAGGI's Producten
in elke huishouding GELD, TIJD en ARBEID bespaart.
MAGGI's Soepen in Tabletten
geven in korten tijd, slechts met water ge
kookt, aangenaam smakende en voedzame soepen.
Friesland. . . .
47
Groningen ... 50
Overjjsel .... 52
Drente 32
Gelderland. . . 117
Utrecht [39
Noord Holland. 204
Zuid-Holland . il92
Zeeland i 36
Noord Brabant, i
Limburg . . . . ? 58
Het diploma dag teeken t
van de jaren
1875 1870
tot
1879
tot
1874
3
10
5
9
3
4
3
4
1865
tot
1869
1860
tot
1864
Het Rijk .... 895J 46 33 17
of:
pCt;pCt
pCt.
vóór
1860
12
pCt.
pCt.
Wanneer men aanneemt dat deze vrou
wen op 22 a 23-jarigen leeftijd haar be
voegdheid erlangden dan zijn er onder de
895, die heden de praktijk uitoefene niet
minder dan 116 of 13 j,Ct. die 55 jaar of
ouder zijn Een groot deel van deze vroed
vrouwen is gevestigd op het platteland,
namelijk in dorpen, waar meestal in breeden
omtrek en by 'nacht en ontijd haar diensten
worden ingeroepen, die een belder hoofd
en frissche krachten van haar vorderen,
niemand zal daarom de geneesheeren in
het ongelyk durven stellen, die beweren
dat vrouwen o o dien leeftijd niet of slechts
by uitzondering meer zelfstandig in de
verloskunde werkzaam behooren te zijn,
maar dat haar in alle opzichten een
welvei diende rust toekomt.
Doch hoeveel te meer dan nog aan hare
veel oudere collega's, die reeds den kritie
ken leeftijd van 65 jaar hebben overschre
den, waartoe 37 ender de £95 behooren of
meer dan 4 pC. en hieronder nog een achttal
heele oudjes boven 7 5 jaar, die derhalve reeds
lanver dan een halve eeuw haar hulp aan
het kraambed hebben verleend en nog altijd
voortgaan en helaas! vermoedelijk om
den broode voortgaan moeten nieuwe
wereldburgers in ontvangst te nemen.
Is het niet dringend noodig dergelijke
burgeressen het gebruikmaken h ar er be
voegdheid te ontnemen en haar eervol een
behoorlijk pensioen te verleenen wegens
uitmuntende diensten aan de menschheid
(het vaderland) bewezen ?
Ik weet wel, dat het op dit oogenblik
niet kan,, althans dat geen wet er toe
dwingt en ook dat- een zeer enkele maal
een gem«e»tevroedvrouw op pensioen wordt
gesteld, doch zelfs dan kan zij in eigen
praktijk voortgaan haar bedrijf uit te oefe
nen en de groote meerderheid valt boven
dien buiten zulke edelmoedigheid van een
gemeentebestuur.
Het is ook bekend, dat althans de jongere
vroedvrouwen een onderling pensioenfonds
hebben opgericht en flat vooral in de steden
de deelneming daaraan zich uitbreidt, doch
deze is verre van algemeen en boyendien
de traktementen en inkomsten zijn voor
vele harer, vooral in de eerste tijden harer
praktijk, te gering om groote bedragen te
kunnen afzonderen voor verzekering van
den ouden dag, terwijl ook dan nog ieder
IIMIHIIMMMIIIIIHIIMIItlllllllllMIlmlMIMHIMMHMIIIUmMlllmMIUIIIIMI
UIT DE NATUUR
CCCL1X. Sponsen.
Zoo lang or geen zenuwen en geen spieren
bij planten zijn aangetoond, zoolang ia het
verkeerd van dierlijke verrichtingen by plan
ten te spreken en namen te ge
bruiken als plantenoogen en der
gelijke."
Ook dit was een van de verwijten
die ik te lezen kreet; na mijn
opstelletje over plantenoogen. Ik heb er
niet op geantwoord, omdat mijn uit
voerig schrijven van het daaropvol
gend nummer aan den heer D. L,
die in anderen vorm hetzelfde be
weerde, algemeen genoeg was ge
houden.
Geen dierlijke verrichtingen bij
planten? En ademen en voeden en
groeien dan ? Zijn dat teen dierlijke
verrichtingen. En oeweging? Ver
plaatsing is er byna bij elke plint
op te merken, al gaat het niet op
pootjes.
Zoolang er geen zenuwen en
geen spieren bij planten worden
aangetoond..."; die dat schreef wist
niet of dacht er niet aan dat er ook
cji'mn zooder zenuwen en spieren
bestaan ; ja, de individuen geteld,
leven en bewegen er stellig vele
millioenen maal zooveel dieren zon
der, als met die belangrijke orga
nen, op onze aarde.
Dat het kleintjes zijn, ten deele
microscopische zelfs, doet aan hun
dierlijkheid natuurlijk niets toe of
af; al ia juist hun kleinheid en dien
tengevolge de onbekendheid van het
publiek met hun aard en wezeneen
van de oorzaken dat er no>j zoo
ouderwetech geredeneerd wordt als
over het verschil tusschen planten
en dieren wordt gesproken. Het
criterium bij de biologen, de mannen
van het vak, ligt al lang niet meer in hoofd
zaak bij de verrichtingen, maar in den aard
en vorm van cellen zelf; en duidelijke afge
bakende grenzen tusecben het planten- en
dierenrijk zijn er in het geheel niet meer.
Ja, een eik is een plant en een leeuw is een
dier, daar over zijn we het allen eens, maar
wanneer wij wat dieper afdalen langs de ont
wikkelingsreeks der levende wezens komt de
Uit de Eogelscfie Terfeic«en.
Kiesrechtvrouwen agiteerend tegen de liberalen.
harer zou kunnen voortgaan met de
praktijk, hoe gebrekkig misschien ook.
Nu geheel de geneeskundige kennis,
met inbegrip der verloskunde, zoo ont
zaglijk is vooruitgegaan in de nieuwste
tijden en vele aanstaande moeders,
vooral uit het volk en .vooral op
het platteland, zijn aangewezen op de
hulp van vroedvrouwen, is het toch
eigenlijk niet te veel gevergd om te
veislangen, dat die hulp zoo goed
mogelijk moge zijn en dat aan de be
voegden ook bij voortduring en met
gerustheid haar taak kan blijven toe
vertrouwd. In het buiten land en in
het bjjzonder in de Duitsche Staten,
in Oostenrijk enz., bestaat daarom
een blijvend toezicht op de vroed
vrouwen en haar werkzaamheden, uit
gaande van den Staat en in handen
zijner inspecteurs.
Tot dit stelsel behoort aan den
eenen kant periodieke revisie van
de bewijzen van bekwaamheid en
een gezondheid sattest en aan de andere
zijde gratifioatiën voor bijzondere ver
diensten en pensioneering op zekeren
leeftijd of bij invaliditeit met intrekking
der bevoegdheid.
Ik herhaal, dit alles is op het oogenblik
niet mogelijk in Nederland en zal ook niet
tot stand komen, voor en aleer dergelijke
eenvoudige praktische belangen en
volksbehoeften meer de aandacht trekken eener
Regeering en wanneer de Centrale Gezond
heidsraad óf zelf wat meer oog heeft voor
zulke aangelegenheden óf zijn stem wat
meer gehoor vindt bij de uitvoerende
machten.
Dr. G. W. BRUIN SM A.
B r e d a, 8 Jan. 1910.
twijfel en dan blijkt het wezenlijk verschil
o zoo klein en genonht.
Dat ondervond ik dezen morgen nog.
Ik had verleden week een paar salaman
ders in een klein kamer-aquarium overge
bracht en er wat oude waterplanten bij in
gezet, die al den heelen winter in een donker
1. Sponsnaalden van kiezel. 2. Gemmula. 3. Idem
waaruit een sponsdier te voorschijn komt. 4. Et-n
paar amphidicken. 5. Verschillende vormen van
naalden. 6. Een vrij rondzwemmende larve met
de trilharen, die voor de beweging dienen.
hoekje hadden gestaan. Tegen den glaswand
lag een dood takje, zooals ik dacht; daarop
hadden zich witte vlokjes gevormd, die ik
eerst voor een of andere pchimme plaut of
auderg voor algen of wieren hield. Daar er
zich nu een klein atukje van het zwamachtig
weefsel tegen en over het glas verspreidde
kon ik het met de loupe bereiken en tot mijn
verwondering zag ik een fijn dradennet, dat
Een verkiezingsagent, de heer Parson, zendt
z'in bind u t r>n nmpaeanda, met de nnrs».
inrmn»iltiintMtti»»iilnnmtni»ni»»nninmmintin>nniimtnimn
De centième van Lysistrata te Parijs.
£e Turkiche Vrouw. De Koningin,
van Ilelg'-ï. Rece.pt.
Cora Laparcene en Maurice Donnay heb
ben na de j.00ste voorstelling van Lysistrata
alle acteurs en actrices, die in het stuk
optreien en vele van andere theaters met een
aantal bekende auteurs uitgenoodigd voor een
sctiitterecd souper in Hotel Majestic. De
gasten namen plaats aan allersmaakvolst
versierde tafeltje».
l
uit den top van het doode takje kwam, en zich
krin<sgewjjze verspreidde over het glas. Dit
is geen algen of schim mei manier. Ook meende
ik fijne speldjes er in op te merken. Een
puntje van bet weefsel, onder de
micioscoop gebracht, gaf uitsluitsel: de schim
melachtige draden bevatten inderdaad fijne
naaldjes, het waren sponsen, dus dieren.
Wicte enelgroeiende vliezen met fijne kie
zelnaaldjes er vau alle kamen onregelmatig
doorgestoken, dat zijn dieren l Van spieren of
zenuwen, van huid of bloed, ncch van zin
tuigen eenig spoor.. . en toch dieren.
Bleef de ontwikkeling hierbij staan, dan
zou geen mensen het kunnen uitmaken; maar
al spoedig kan de microscoop in dese witte
vliezigrf of draadachtige korH die tegen bet
glas, op een steen, een schelp, een takje, of
ook zonder eenijien vasten grondslag,snel voort
groeit, een driedubbele
cellenlaagonder6cheiden ; evenals bij de hoogere dieren en ook
den mensch in den aan van is het ge val is,
oitstaat de spons uit een buiten, een midden
en een binnfnvlies (eclo , mezo- en entoderru i.
In het middelste der vlieden nemen de cellen,
bij bun groei uit elkaar, eenige richting in
acht eu zij scheiden uiterst fijne naaldjes af,
die in bundeltjes bij elsaar liggen; meestal
ook eenigszins in rijen alsof hec
strandspoelsel was, dat door e?n /.°egolf of een
rivier-Btrnoming in evenwijdige rijen op het
strand of den oever was geworpen.
Die naaldje?, (bij zoetwaterepon^en zijn ze
uitsluitend van kn-zel gavormd, bij zeesponsen
ook uit hoorn of kalk opgebouwd) vormen
xooveel als het geraamte van een spons; de
naaldjes zijn in den regel nog tot bokjes
saamgebonden door een taaie stof fpongiotine
geheeten. Wat in de huishouding en in dm
handel een epons heet, is niets dan zoo'u ge
raamte ; in dit geval en bij deze soort, de
bad-pons, is het een veerkrachtige,
hournachtige stof; van het dier zelf is KJO goed als
niets mepr aanwezig, hoogstens wat verdroogd
slijm of stof.
Het dier ze!f, ik zal nu maar bij mijn eigen
spongen blijven, draart op sijn buitenyelMje,
voor zoover het niet de aanheeïitingcplaats is,
talrijke gaatjes, water-poriën; het
binnenvlies heeft zich wat saatngetrok&en en bet
geheel nee nf, in het ru*e, den vorm van
een beker of nap aan; als het heel regelmatig
toegaat, wat zelden gebeurt, krijgt ons dier
den vorm van een uitgeblazen stuif bal.
De binnenwand heeft dus een opening, die
wel het osc aluin heet, maar geen mondje is;
Veel mooie vrouwen, de conversatie
geiinimeerd, geestig, dealgemeene toon
pótillant als de goudgeele champagne
in de kristallen kelken, de gastvrouw
vol entrain, de gasten lachend om alles
en allen, ook om de nieuwsgierige loges,
die door de glazen deuren in de zaai
gluurden, in n woord, het was een
n alle opzichten geslaagd feest.
Toosten waren uitgesloten, tot groote
vreugde van allen; maar er werd ge
danst, door sommigen, zooals Polaire,
zelfs zeer artistiek.
In een ander lokaal soupeerden alle
mécanicieus, lfctriciens en verdere
tooneelhelperp, die eveneens uitgenoo
digd waren door gastvrouw en gast
heer, wier belangstelling zich voort
durend uitle door het zenden vaneen
afgezant met de vriendelijke opdracht
toe te zien of zjj zich evengoed amu
seerden als de intellectueele gasten in
de groote zaal.
Tot aan den morgenstond duurde het
feest waarover alleneven voldaan waren,
behalve de logéop kamer 22, l'illustre
Emond Rostand, die pas bij het eerste
hanengekraai insliep. Fidele Chanteclair!
In Marcelle Tnayre's eerstdaags te verschij
nen werk: Notes d'une voyageuse en
Turquie" vertelt zij dat de Turkeche vrouw zich
niet verdiept in het gecompliceerde gevoel,
dat voor de Kuropeesche vrouw liefde"
beteekent, dat zij die zelfs niet kent. Zonder
verwondering, zonder nadenken onderwerpt
züzich aan haar man; geen roman, geen
drama, geen liefje. Haar levenswijze doodt
alle activiteit, elk bewust gevoel. Vroegtijdig
corpulent door het eten van te veel
snoeperijen en gebak, door veel slapen, weinig
het is eerder de aars of cloake, want daardoor
gaat alles weg wat de spons voor zijn lichaam
niet gebruiken kan en ook de
geslachtsproducten.
De buitenwand met zijn talrijke poriën is
de opnemer, de mond om zoo te zeggen;
van die poriën loopen kanaaltjes caar den
middenwand en daarin wordt het water over
gebracht. De meegevoerde zuurstof voor de
ademhaling en de microscopische organismen
voor de voeding komen zoo in het celweefsel
van het middenvlies. Daar heeft nog wat
bijzonders plaats. De kanaaltjes monden in
kamertjes uit, en in elk van die kamertjes
staat een molentje te draaien; dat molentje
verwekt een strooming in een bepaalde rich
ting, en al die molentjes werken samen in
een heel stelsel van kanalen, die allen bun
aanvoerproducten naar de middencellen
leilen en het onbruikbaar overschot naar
de kloake voeren, de gootpijp of de schoor
steen, waaruit het weer in de sloot of de
zee terecht komt.
Die molentjes met hen kraag van
wimperharen die ais schepraderen dienst doen, ge
lijken bijtonder veel op bepaalde soorten van
infusie-diertjes en dit h«eft sommige zoölogen
er toe gebracat, de sponste beschouwen niet
als een individu, maar als een kolonie van
zulke diertje?.
Evenwel er zijn in die kamertjes cellen
opgemerkt, die als transport cellen dienstdoen.
Evenals onze bloedlichaampjes zuurstof
opne.men en die, door het heele lichaam heen,
brengen waar het noodig is, zoo voeren ook
bepaalde zwerfcellen het voedsel, uit de maal
stroom opgenomen, naar de plaats van be
hoefte en verwerking; waarschijnlijk wordt
ook de zuurstof zoo overgebracht.
Ook de geslachtsorganen vormen zich in
het middenvlie?. Eieren en spermatozoïden
worden by de meeste zoetwater-sponsen op
verschillende individuen gevormd,die door den
kenner meestal ook uiterlijk te onderscheiden
zijn. De bevruchte eieren geven het aanzijn
aan lar 'en, die het voorrecht hebben
?an ho'gstets '24 uur vrij te mog n leven.
Ze maken van het verlof gebruik om met
hun zwerm-draden of roeiriemen zooveel
beweging te nemen als de omstandigheden
toelaten, en zoo veel te eten en zoo snel
te groeien, dat van het uiterst kleine en
microscopische larfje, in dien korten tijd een
diertje wordt gevormd, dat met het bloote
oog al te zien is; het lijkt dan een miniem
waterspinnetje of een groot infusorie; het is
bezigheid, leiden zij een leven als van groote
kinderen.
Eene jonge Turksche vrouw drukte zich
zoo naïf uit in de volgende bekentenis:
Wij mogen geen boeken lezen, waarin
over de liefde wordt geschreven omdat eene
fatsoenlijke vrouw niet hoeft te weten hoe
andere mannen liefhebben."
Veel van onze mannen zullen misschien
vinden dat. die Turken nog zoo dom niet
zijn," voegt Marcelle Tiuayre er ondeugend bij
* *
*
Eene hoogst sympathieke daad wordt van
de jonge koningin van Balgiëverteld.
Eenige jaren geleden bad men haar attent
gemaakt op eene jonge vrouw die in de meest
behoeftige omstandigheden verkeerde eu nog
bovendien aan eene ernstige oogontsteking
leed.
De toenmalige prinses, dochter van den
beroemden en zoo liefdadigen Hertog Karl
Theodoor van Begeren, wist zelve zeer goed
ooglijdenden te verzorgen, bezocht de arme
patiënt, reinigde en verbond de zieke oogeo.
Toen zij hoorde dat haar protégée zeer veel
van muziek hield, bracht zij op zekeren dag
haar viool mee en speelde de dankbaarste
stukken uit haar répertoire (de koningin is
eene zeer talentvolle diletantU) Drie weken
lang hield zij dit vol en toen de patiënt vol
komen genezen was, verdween de weldoende fee
en beval aan hare omgeving hare identiteit
nooit te verraden.
Maai alles komt uit; gelukkig voor Vlinder
die nu deze bizorder lieve en supérieure
wijze van weldoen, aan hare lezeressen kon
bekend maken.
* *
*
Recept. Gepasseerdes zomer vloog ik in
Ierland rond en kwam op zekeren dag terecht
voor het paleis van de Duchess of Aberdeen,
Presidente van den Internationalen Vrouwen
raad. De poorten openden zich wijd, toen
de portier op mijn vleugeltjes het
machtwoord: Jus suflragi" las. Ik vloog naar
binnen en zette müop den hoed van eene
d»me We de eetzaal binnentrad, blijkbaar
eene gast. Z\j bleek eene landgenoote tezijn
die de Dnchess of Aberdeen kwam spreteu
over belangen den I. Vr. R. betreffende. Het
tweede gerecht van de lunch intrigeerde mij
zeer; gelukkig uitte de gast haar geestdrift
er orer, zoodat de gaetvrouw baar gulweg
het recept gaf, dat ik hieronder laat volgen,
Ifish Stew. Zet lams of kalfspoulet op met
zooveel water dat het er onder ligt, voeg
hierbij prij, selderij en pieterselie, worteltjes,
spruitjes, iets later gare flageolets en
kleingemaakte aardappeltjec, wat zout. Laat alles
zacht en gedekt trekken in een vnnrvasten
diepen schaal met deksel. Wanneer alles
gaar is (het vleesch moet zacht blijven, dus
niet te larg laten kooken) dient men het
gerecht op in den zelfden schaal, waarin het
is toebereid. Na een eiereogerecht aan de
lunch of als ragout 'óór de hoofdspijs aan
het middagmaal ia deze Irisch-stew aan te
bevelen.
VLINDER.
Door eene vergissing noemde ik in mijn
vorig Allerlei" de Haagsche Butterfly Mlle
Disder; dit moet zijn Mlle Grill.
van voren helder, van achter donkerder (zie
figuur).
Heel spoedig is de vroolyke
zwemparfijafgeloopen ; met het voorste eind zet het zich
voorgoed ergens aan vast, het achtereind
krijgt een opening (dat klopt dus met de
functie); de wimpers verdwijnen, er ontstaan
poriën aau den buitenkant, kanalen en
molenkamertjes binnen in. Nu nog een naalden
geraamte gevormd en de spons is klaar.
Dat gebeurt in onze slooten en b\j andere
soorten in zee, geregeld in het voorjaar en
den zomer; in de herfst vergaat de spons,
van het mooie fluweelige groen, grijs, blauw,
oranje of zwartfluweelen kleed is niets meer
over dan een viesbruine massa. Deze droogt
in de zon heelemaal uit lot een gelige korrelige
korst, die ge gemakkelijk tot een poeder tus
schen de vingers kunt wrijven. Een loupe of
microscoop toont dan de naaldjes, en nog wat.
Ei zittenn.l.bruinekorretjes
tusschen,netkoolzaad maar iets kleiner, soms groenig, meestal
bruin. Ze werden vroeger voor de eieren van
miasmen" gehouden, waaruit de onzichtbare
wezens voortkwamens, die, als ze ingeademd
werden, de moeraskoorts verwekten. Wilt ge
weten wat het zijn, breng dan zoo'n stukje
oude spons in het water en binnenkort ziet
ge uit de vermeende eieren, een klein wit
vlokje te voorschijn komen, de nieuwe spons,
die zich dadelijk vasthecht op een steentje
een stokje onder water, of, zooals bij mij, op
den glaswand van een aquarium.
De zaadkorrel-achtige eieren waren niet
anders dan harde, in een taaie huid ingesloten
wintersporen van het sponsdier, dat [op deze
wijze door zich als het ware te concentreeren
in een bolletje, zorgt ook in het voorjaar nog te
bestaan. Deze merkwaardige bolletjes zijn bij
sommige soorten met allerlei mooie schijfjes
en klosjes, amphidisken, bezet en beeten
gemmulae; ge vindt ze nu gemakkelijk in de doode
sponsen onder water, aan palen, vlotten enz.
Dit laatste, deze winterknoppeu geschie
denis, doet weer denken aan een
plantenleven; echter ik zou u ook weer planten
kunnen noemen, die juist op een dierachtige
wijze onderwinteren; maar zoo zou ik wel
aan den gacg kunnen blijven en aan elk
ding, ook aan een natuur-opstel, moet een
eind komen.
E.
HEIMAN,