De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 13 februari pagina 1

13 februari 1910 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

B*. 1703 DE AMSTERDAMMER A°. 1910 WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Dit nummer bevat een bijvoegsel. Onder red.aoti© -van. IMJc. H. F± L. "WXESSIICTQ-. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDOKF, Keizersgracht 333, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar, bjj vooruitbetaling % mail 10. Afionderhjke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/« Zondag 13 Februari Advertentiën van 1?5 regels / 1.25, elke regel meer. . Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel Reclames per regel f 0.25 .0.30 ,0.40 INHOUD: VAN VEBRB EM VAN NABIJ: M«n moet ?uuur dorren. Een tactvol chef. Holland op de tentoonstelling te Brussel, door T. Landréen Redactie. Kroniek. Brieven nit het Zuiden. FEUILLETON: Nadesjda, aehets nit het Russisch leven, doorFredeiik nn Monijou. KUNST EN LETTEREN: Mniiek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Anna de Savornin Lohman, Herinnerin gen, beoord. door Herman Robbers. INGEZONDEN. VROUWENRUBRIEK: Ziet het er werkelijk voor onze kinderen zoo trenrig nit?, door A. v. Leeuwen-Franken, ALLERLEI, door Vlinder. UIT DE KATOOR, door E. Heimans. Het Arse naal, met afb., door A. W. Weissman. Toen en nn, 1878 en 1910, met afb , door J. H. R. G. S il t ing, een verzamelaar, door Plawchaeit. Veiling moderne schildergen bJg C. F. Roos & Co., door W. S. Schen kingen aan Musea, door Plasschaert. Engelsche verkiezingsbilletten. door Cornelis Veth. Over de methode ter opsporingen herkenning van misdadigers, door J. Brou wer. FINANCIEELE EN OECONOMI8CHE KRONIEK, door v. d. M. en v. d. S. SCHETSJE: Begrafenissen, door L. M. de Xejjser. DAMRUBRIEK. SCHAAK SPEL. ADVERTENTIES.. Men moet maar durven. In het nummer van 19 Dec. jl. be toogden wij in een uitvoerig artikel hoe waardeloos het officieel materiaal bleek, Jat ten bewijze van Ferrers schuld was bijeengebracht. Wij rafelden het povere zoodje ge tuigenissen uiteen (getuigenissen volgens den oorspronkelijker! Spaanschen tekst, door ons met de hulp van den taalgeleerde Dr. Hoogvliet met de Fransche vertalin gen accoord bevonden). Wij publiceerden tot blijk van onze onbevooroordeeldheid een lang schrijven aan Dr. Hoogvliet door een der voornaamste Spaansche romanschrijfsters, die zich aan den kant der anti-Ferreristen schaarde; wij liften de zaak zien aan alle mogelijke zijden, niets hoegenaamd verzwijgend van de dingen, die in confesso waren, gelijk wel geschiedde in de clericale pers. En wat hebben wij gezien? De Maasbode, die met de documen ten" het eerst, en zegevierend, verscheen, had, totdat wij ons artikel schreven, bijna dagelijks over de verdorvenheid der Trij zinnige pers den mond vol. Het waren artikels, hoofdartikels en entrefilet?, om een haverklap. Sindsdien... hier en daar een sporadische nijdigheid over de Ferrer-affaire, met kleine letter ge drukt, op de zooveelste pagina, zooveelste kolom. Wij hebbea geduldig ge wacht! Van 19 December tot den dag Tan heden! Er was zóó op gesnoefd,dat de officieele documenten" onwankelbaar tegen Ferrer getuigden, dat wij ons niet konden voorstellen de Maasbode niet te zien reageeren op ons lang en ge documenteerd betoog. Die redactie schrijft zeker naar hare Spaansche vrienden, dachten wij. Maar sedert 19 December wachten wij nu met verlangen en tevergeefs. Het hielp zelfs niet, dat wij, als Tromp den Engelschen deed, de fiere Maasbode kruit en lood cadeau gaven in den vorm Yan den brief eener gravinnelijke roman cière ! De Tijd had een meer onverstoorbare gemoedsrust. Dit blad ging rustig door op de Ferreristen te schelden, al ge schiedde het met minder felheid en minder hoogmoed. Tot »u in het nummer van 25 Januari de redactie los kwam met een zeer lang en gedeeltelijk lyrisch artikel gericht tegen een lyrische ontboezeming, voorkomend in de Nieuwe Gids, en door mevrouw Kapteijn Muijsken Ferrer gewijd. Men leze het artikel van de De Tijd. De vrijzinnigen kennen ons (Roomachen) niet", staat er klagelijk, en van hun onwetendheid krijgen wij geregeld de slagen thuis. Want als zij onze waarheden tegenkomen loopen zij die onder den voet...." En DéTijd spreekt over de campagne tegen den zoogenaamden leugen" van den Paus (waar in Neder land geen woord meer aan is toege voegd, sedert De Amsterdammer het on ware vaöde beschuldiging aantoonde). Zoo als met den Paus, zegt zij, gaat het met de Kerk in Spanje. Bezien in zijn natuurlijken oorsprong blijkt immers het vonnis van Ferrer zoo stellig recht vaardig als hijzelf onverdedigbaar, gelijk nu zijn beste vrienden toegeven De krantenveldtocht verliep en het straatgejoel verwaaide, zoodra de officieele stukken loskwamen, toen ontnuchterde het water der waarheid koud de gloeiende stemming..." 't Is mooi gezegd maar wij meenen, dat bij ons die officieele stukken" be handeld zijn bij ons, die meermalen blijk gaven ons door geen partijover wegingen te laten leiden in onze be oordeeling der feiten wij meenen, dat die officieele stukken" in ons onbevoor oordeeld betoog tot een anderen slotsom voerden en dat de Tijd toen zweeg. Zij is fel tegen mevrouw KapteijnMuijsken. Haar opstel heeft, zegt het blad, tremolo's, crescendo's, forto's, for tissimo's. ..." Bescheidenlijk zouden wij gesteld, dat De Tijd gelijk heeft in die appreciatie willen opmerken : maar wij hadden dan toch argumenten. Beantwoordt gij liever tremolo's en crescendo's dan deze ? Ons wel! Maar dan ook niet zoo'n borst opgezet als ge aan de vrijzinnigheid" denkt en niet zoo'n gezicht van verdrukte onschuld als ge bezig bent aan uw eigen portret. Een tactvolle chef. Men herinnert zich, dat de klerken der Posterijen en Telegraphie een krach tige actie hebben gevoerd in 't belang van hun corps. Zij hebben dit gedaan op volgens sommigen wat erg dringende wijze, maar niemand kan, zonder met de waarheid in strijd te komen, volhou den, dat hun geheel onpersoonlijke actie niet is gevoerd met gepaste middelen. De militaire heer Pop is sinds jaar en dag al over die klerken, met name over hun Bond niet te spreken. Tot voor kort hield minister Kraus de openbaringen van zijn geprikkeldheid in toom. Nu die barrière viel, en de kler ken desondanks zich verder waagden dan het den heer Pop beliefde, krijgen wij dezen chef in zijn ware gedaante te zien. Ziehier de weinige en eenvoudige feiten: De hulptelegrafisten (nieuwe, uit be zuiniging" geboren categorie van mannen, die na 20 dienstjaren tot een maximum salaris van ? 950 kunnen komen) hadden zich tot den heer Directeur Generaal gewend met verzoek meer bepaaldelijk" te mogen worden ingelicht, omtrent het uitschrijven van het examen voor Klerk der Posterijen en Telegraphie". De heer Pop schreef: In antwoord op neven vermeld schrijven heb ik de eer U mede te deelen, dat zoodra het honden van examen voor klerk der postergen en telegrafie noodig mocht wor den geacht, het eerste tijdstip, waarop zulks zal worden afgenomtn, zóó ty'dig zal wor den bekend gemaakt, dat zij, die daaraan zouden willen deelnemen, voldoende ge legenheid tot voorbereiding zullen hebben om aan de zeer geringe eischen van ver standelijke ontwikkeling te voldoen die bij het examen voor klerk slechts worden gevorderd. De Directeur Generaal G. J. C. A. POP." De heer Directeur-Generaal onzer Nederlandsche Posterijen en Telegraphie gebruikt dus zijn officieele correspondentie als een geschikt middel om een heele categorie van ondergeschikten (de klerken) op de meest grove manier te beleedigen. En, met fraaie onverschilligheid, niet de klerken alleen. Want zonder te sprekten van de hulpt-telegrafisten, wien toegevoegd werd: maak maar zoo'n drukte niet, het examen waarvoor gif zoozeer begeert te slagen eischt eea heel klein beefje verstandelijke ontwik keling1', beleedigt de groote Heer Pop alle zijne ambtenaren voorzoover zij het niet verder brachten dan tot examens, die met de examens dezer klerken eigen lijk zijn gelijk te stellen.... Wij ontvingen er een lijstje van, en constateerden de juistheid der opgave. Daar zijn o. a. de commiezen der Poste rijen, voorzoover zij het zijn krachtens het surnumerairsexamen van vóór '03. Daar zijn de commiezen der Telegraphie, wier examen vóór 't jaar '91 viel. De kleine examen-verschillen daargelaten, eischt de aard van de dtfbr dezen afge legde examens geen grein meer ver standelijke ontwikkeling" dan wordt ge vraagd voor de benoeming tot de kler ken-betrekking. En wat zegt men van een chef, die zoo welgemanierd zich kan uiten over vele honderden van zijn ondergeschikten ? Wat zegt men van zijn fijn gevoel en zijn tact! Holland op de Tentoonstelling te Brussel. In De Telegraaf van 12 December (och tendblad) lucht prof. Dake zijn hart over het Hollandsche Gebouw op de tentoon stelling te Brussel. En na dus een zooveel oudere en wijzere dan wij gesproken heeft en daarmee beweaen, dat onze wrevel niet voortspruit uit overmoed en prinzipienreiterei, der jeugd eigen, nu meenen ook wij wel even te mogen zeggen wat ons in verband met deze aangelegenheid al zoo lang bezwaarde. De heer Dake gispt, o. i. volkomen terecht, de zotte combinatie: een wereldtentoonstelling en een oud-hollandsch gebouw. Zeker, wij weten wel, dat ook de heer Kromhout het OE j uit te van deze combinatie voelt, maar waarom heeft hij dan niet ge weigerd een oud-hollandsch-gebouw te maken? Dat hij beter weet, blijkt wel daaruit, dat hij eerst gekomen is met een modern ontwerp. Dat wilde men niet. En nu had Kromhout moeten volhouden. Nu maakt hij een figuur als een timmerman of een behanger. Het is eenvoudig een schandaal dat Holland, dat door de talenten van een Berlage, van een de Bazel, van een... Kromhout e. a. zich een eerste plaats heeft weten te verwerven in de moderne architektuur, een plaats, die ook door het bui tenland wordt erkend, dat Holland zich nu voor de heele wereld gaat vertoonen in een oud afgedragen costuum als dat waarin het door Kromhout naar Brussel gestuurd wordt. Kromhout is er nu eenmaal in, in de wereld-tentoonstellingen, Amsterdam, St. Louis, Milaan, nu Brussel, best. En het zal wel waar zijn, dat het niet gemakkelijk valt, dat allemaal weer op te geven, wat langzamerhand met zooveel hard werk, met zooveel inspanning, met zooveel overleg en taktiek, met zooveel bekwaamheid ook o, zeker , is verkregen. Maar als Krom hout nog iets geeft om zijn naam, dan doet hij toch veel beter, zijn positie als de tentoonstellings-architekt in godsnaam maar er aan te geven, dan zich te laten dwingen, tegen beter weten in, tot het maken van een ding als het Hollandsche gebouw te Brussel. Men vraagt zich af, wat er nu eigenlijk is van de principes" des heeren Kromhout, die zich dan zouden uiten in ontwerpen als van het American-hotel, het Vredespaleis, het Damplan, e. a., wanneer men ziet, dat hij bereid is, dat hy in staat is een gebouw te maken als dat te Brussel. En men is geneigd nog eens dat andere werk van Kromhout te gaan bekijken om zich te vergewissen, dat men zich niet heeft ver gist, toen men er zooveel moois en goeds in vond. Men vraagt zich af of de ontwerper van dat Brusselsche gebouw inderdaad is dezelfde man, die, toen hij het ontwierp, was de voor zitter, de primus inter pares, van Architectura et Amicitia", het genootschap der jongeren" immers. Men vraagt zich af hoe' het mogelijk is, dat dezelfde man, die als voorzitter van A. et A." zooveel blijk gaf van energie en kracht en doorzettingsvermogen, hier zich laat ringelooren en gezeggen als een schooljongen. Men vraagt zich af hoe dat gaan moet aan de Rotterdamsche Akademie. "Want waar blijft Kromhouts prestige onder zijn discipelen, als zij hem een oogenblik kunnen voorhouden en verwijten wat hij te Brussel deed ? Neen, wij voor ons, wij zouden Kromhout zijn positie heel wat meer benijden als hij de opdracht vlak weg geweigerd had. Dan zou hij achter zich hebben gevonden alle Hollandsche en verscheidene buitenlandsche architecten met groote sympathie en volle waardeering. Terwijl hij nu heeft gemaakt, dat het minst onaangename wat van hem gezegd kan worden, en gezegd wordt, is: die Kromhout toch...! Wij betreuren het dan ook met prof. Dake zeer, dat Kromhout der Commissie niet een non-possumas" heeft toegeroepen. T. LAXDRÉ. Wij zijn het met den inzender geheel eens. De heer Kromhout had goed gezien, toen hij de optrekking in oud Hollandschen stijl van een tentoonstellingsgebouw voor mo derne producten verwierp, als in beginsel fout. En dat de knappe bouwmeester goed gezien had, blijkt dezer dagen ten duide lijkste uit het voor hem gewis bedroe vende feit, dat hij met protesten te kampen heeft (de kranten staan er vol van), waar van hij in gemoede het in't algemeen recht matige niet ontkennen kan. Nederland zou zijn tentoonstellings- gebouw hebben te Brussel. In den kamp om een eerste plaats op industrieel gebied zou de Staat scheutig in 't belang van handel en nijverheid voor het gebouw zorgen, waar Let geheel van onze industrie op 't best kon uitkomen". Niet Nederland let wel zou uit komen." Neen natuurlijk: de Nederlandsche moderne productie moest het doen. Het zou niet het huis zijn van Nederland. Het zou een huis z\jn, ingericht: voor onze produc ten, voor onze producenten. Het gold ook niet in de herinnering te roepen de dagen van de nijvere zeventiende-eeuwgche oli garchie, van degelijke lakenstoffen en onverslijtbare boekbanden (dan had een trapgevelrje goed gedaan), neen immers: er moest een uitstalling zijn van waren, die hun beteekenia ontleenen aan de massa productie, van nietige pakjes meel b.v. en van nikkel-glimmende fietsen, van prima margarine, van chocolade-reepen en bussen cacao, van al die kleine en groote dingen, die met hun alle de roezemoezige veelheid vormen der tegenwoordige, steeds wassende en jachtend wielende voortbrenging. Het is pure malligheid een huis te bouwen, dat de moderne industrie zal bevatten, dat haar op 't best zal doen uitkomen, dat den voorbij ganger en den. fabrikant zal lokken tot de voortbrengselen der tegenwoordige, meest fabriekmatige productie, en van dat gebouw een oud-Hollandsch te maken. Een Fraugaise in een Laplandsch kostuum voelt zich minder benauwd dan de moderne in dustrie in die deftigheid. Niet de ge heel e moderne industrie. Wij weten dit wel. De tevreden, de meegaande en de in stilte mopperende fabrikanten vormen de meerderheid onder de deelnemers. Men onderwerpt zich aan de commissie van hoofdzakelijk bureaucraten (!), omdat dit altijd zoo gedaan werd en gedaan zal wor den. Maar niemand ontzenuwt de argumenten der opstandige nij veren (een nieuwe menschensoort werd geboren), die verlangen dat de inrichting van het tentoonstellings gebouw er wezen zal voor hunne it.dusfrieën en niet hunne industrieën voor het gebouw. In Mei 1909 wordt de commissie benoemd, in Juni heeft een rondschrijven aan expo santen plaats, in November meldt men den heeren, dat er eenige uniformiteit zal zijn in de vitrines, midden Januari moeten zij in eenige dagen weten te beslissen of zij zich ten opzichte dier uitstalkasten, dat beteekent: ten opzichte van de uitwerking hunner uitstallingen, willen onderwerpen aan de eisehen van stille deftigheid, die de oudHollandsche stijl met zich meebrengt. Allerlei vitrines had men bedacht", ver telt de N. Ct., in alle denkbare en ondenk bare stijlen; het een zou vloeken met het ander; het een zou het ander veimoorden en omgekeerd. En van de harmonieuse decoratie der ruimten in bepaalde tinten zou bij een zoo kaleidoskopisch gedoe van vormen en kleuren niets terecht komen." Gelooft men zijn oogen ? Het is het beeld der MODEENE i'RODrciiE XELVE dat in... nog wel de Nieuwe Courant op deze wijze als stuitend verworpen wordt! Zie, wij vinden de moderne verwarde productie, die in alle stijlen" tot s tand komt, waarbij het een vloekt met het ander", het een het ander vermoordt en omgekeerd", en waarbij van harmonie", welke ook, niets terecht komt1' misschien nog wel even weinig aantrekkelijk als zelfs de Nieuwe Courant maar ons dunkt, dat als men een ietsje eenheid wil brengen in de ver warring, als men eenigszins tot een geheel wil maken wat uiteraard elkaar bekampt, dat men dan tenminste moet HEG RIJ PEN (zooals de arme bouwmeester het oorspron kelijk zeer goed begrepen heeft), dat men iets anders moet hebben dan oud-Hollandsch, of Gothisch of Romaansch iets EIGEXS, VAN DEZE.N TUI', dati de moderne verwarring op een nieuwe wijze, zoo goed het kan, tot een zij het ook maar schijnbare eenheid brengt. Wanneer men, zooals behoorde, de fabri kanten zélf van te voren uitvoerig had gehoord, hun bedoelingen, met behoud van eenheid, tot de zijne had gemaakt zooals immers ieder architect doet, die een huis gaat bouwen, dat een ander bewonen zal! dan waren er natuurlijk nog wel klachten ge komen, maar geen rechtmatige. Nu is het geweest een onmogelijk en trouwens veroordeeld beginsel a tort et a travers doorgevoerd op bureaucratische manier. En stille en openbare wrevel was het noodzakelijk gevolg. EED. KRONIEK. Bl.IJ MET EEX DOODE MUSCTT. Wij zijn niet erg voor opdrijving van de strafmaat, en wij kunnen b.v. niet zeggen, dat het vonnis van het Amsterdamsche Hof van 8 Febr. jl., waarbij een gemeentewerkman tot een jaar gevangenisstraf ver oordeeld werd wegens verduistering van nog geen twee gulden, onze warme sym pathie heeft. Maar het Centrum achten wij als heelmeester toch te zacht! Het Centrum wil, zooals men misschien niet weet, de onaangename en ook onchris telijke gewoonte van duelleeren tegen gaan. Het vooruitstrevende blad was daarom eenigszins ontevreden, een vorig maal, over den minister van Oorlog, die niet uitdruk kelijk had verzekerd, dat weigering om te duelleeren niet schaden zou aan de promotie. Over een mogelijke uitdrukkelijke verkla ring van den minister, dat hij duelleerden bijvoorbeeld (probatum!) eenige jaren langer op promotie zou laten wachten, droomde het blad niet. Dat ware te hard l Neen het verzocht Zijne Excellentie toch vooral te beloven den duel-weigeraars te beschermen. En ziet: de heer Gooi heeft in dezen zin zich met edelen zwier uitgelaten. Alzoo zal de mini'-ter (want voor de andere superi euren en hunne beoordeelingen" kan hij niet instaan!) den weigeraar niet achteraf zetten... bij den uitdager. Men ziet het... wij zijn er haast! Ken van beide echter: of het duel ii (gezien de bescheidenheid van het Centrum) minder onchristelijk dan wij dachten, of... het blad is waarlijk een beetje te naïef en te zacht. LES PETITS CADEAUX. . . . Een giften-lijstje. Het bevat een opgave van hetgeen de Europeesche Staatshoofden en vorstelijke personen, die van Marianne bleven houden al werd ze wel wat republikeinsch, naar Parijs hebben gezonden, nu het door overstrooming geteisterd is. Frankrijk is gevoelig voor zulke gestes". Het h goed, dat wij ook in Nederland aan het inzamelen zijn. Men waardeert, hoe klein de gave is, de goede bedoeling. Keizer Wilhelm . . President Fallières Keizer Franz Josef Tsaar Nikolaas . . Koning Edward VII Koningin Alexandra De Prins yan Wales Koning Vidor Emmanuel Koning Alphonso XIII . Koning Albert Ex keizerin Eugénie . . ? Koning Carol van Roemeni Sultan Mehemed van Turkije Koning Manuel van Portugal 25.000 fr, 20.000 £5.000 30.000 26.800 25.000 12500 50.000 15000 10.000 10.000 10.000 50.000 15.000 Brieven uit het Zniden. *<,* LlMBURU. Men komt er tegen op, dat wij in onzen brief van 9 Januari j.1. schreven, dat B. en W. te Maastricht van gemeente-ambtenaren propaganda voor een sociaal-democraat niet zouden kunnen dulden." In het ons toegezonden officieel gemeenteraadsverslag staat, dat de Burgemeester heeft verklaard: Wanneer er sociaal-democratische can didaten komen en er zouden ambtenaren zijn, die zich zouden bemoeien met de ver kiezing van die heeren, dan geloof ik niet, dat wij het recht hebben zulks te beletten. Wel zou ik aan die ambtenaren zeggen, dat zij verkeerd doen met die candidaten te steunen, omdat de socialisten de omwerping beoogen der Maatschappij zooals die thans bestaat." En op de vraag: En als het vrijzinnige candidaten geldt?" antwoordt de Burgemeester: Als een ambtenaar de candidatuur van een vrijzinnige wenscht te bevorderen, dan zullen wij daar niets tegen hebben." In dit officieel verslag staat inderdaad het woord dulden" niet maar wordt de zaak eigenlijk door de officieele lezing niet veel erger dan wij ze voorstelden? Duidelijk blijkt, dat B. en W. met twee maten meten en dat zij de persoonlijke vrijheid van het individu afhankelijk stellen van diens richting, en ieder begrijpt wat een burgemeesterlijke waarschuwing tegen die omverwerpers" der maatschappij beteekent. Dat is vrij wel een niet-dulden". Wat 't nu echter erger maakt, is dat nit het officieele verslag ook blijkt, dat B. en W. weten niet het recht" te hebben om amb tenaren propaganda voor socialistische can didaten te beletten. Dat te weten, en 't toeh Ie doen door hen te wijzen op het verkeerde" en ande ren geheel vrij te laten, bewijst, dat B. en W. een paskwil maken van de gelijkheid van rechten van den ambtenaar. Trouwens de aartsvaderlijke opvatting van het socialisme als willende omver werping van de bestaande maatschappij," toont aan in welke atmospheer de gedach ten leven van het bestuur onzer provin ciale hoofdstad. Wij zijn den geachten opmerker eigen lijk dankbaar, dat hij ons in de gelegenheid stelde deze zaak nog eens voor de publieke opinie te brengen. Met is ie Groot ongelgk hebben zjj gehad die 1.1. Zon dag de Matinee in den Hollandschen Schouw burg hebben verzuimd, want wat mevrouw Stronck?Kappel en mejuffrouw Maria Philippi ons daar hebben doen genieten, is allereerste-rangs kunst. In hare duetten van Handel, Clari en Haydn op Italiaanschen tekst, en in die van Brahms, Délibes en Cornelius, kon men de prachtige samensmelting der beide zangstem men bewonderen. Eén van opvattingen, gelijk voortreffelijk van adembeheersching en uit spraak waren beide kunstenaressen; en men werd niet moede te luisteren naar zooveel eenvond «n schoonheid; het klonk alles zoo gemakkelijk en het is toch zoo moeilijk! In de liederen kon men zich neg meer een beeld rormen van de «rustieke indivi dualiteit der beide dame?. Mevr. Stronck?Kappel kent iedereen hier, vooral als oratorium-zangeres. Dat zy ook op het gebied van het lied tot de allereersten mag gerekend worden, bewees zij 1.1. Zondag schitterend. Bij Brahms' An eine Aeolsharfe" stoorde mij eenigszias de herinnering aan

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl