Historisch Archief 1877-1940
No. 1706
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
?onder duizenden en duizenden tot op de
verste afstanden, en aan het woord, gespro
ken in den kleinen kring, een onbegrensd
gehoor. Dat zjj zoodoende het doel van al
wat er in het openbaar wordt ondernomen
onschatbaar bevorderen; zaken stellen in het
klare, weldoende licht der openbaarheid,
en aan perionen de, zelfs lang niet altijd
verdiende,eer der bekendheid, der yermaardheid,
populariteit, beroemdheid, glorie of nog erger
toekennen.
Wie deze belangen ran de enkelen en
van het publiek opweegt tegen het belang
der dagbladen om goed ingelicht te kunnen
blijven, zal zich verbazen over het voor
beeld van durf'.dat een man als Heijerman*
stelde. Want als er onder zulke omstan
digheden van erkentelijkheid, van zich ver
plicht voelen, sprake moet wezen, dan behoeft
die toch waarlijk niet allereerst aan den
kant der verslaggevers te worden verlangdl
En toch, wanneer het publiek dit meer
en meer begint te begrijpen al onder
vinden de reporters ook thans nog wel
eens het tegendeel dan dankt de
pers a het zoo zeer verwende publiek
dezen logischen ommekeer der ver
houdingen allereerst aan een Hijermans,
die durfde zeggerf! geen goede plaats, geen
verslag, waar het een nationale gebeurte
nis gold, in de eigen stad zijner courant.
Hij was dan ook een Heer, in de superieure
beteekenis, maar ook in die van zelfbewust,
van autoritair, als ge wilt. Maar hij had
het récht om zich zelfbewust te toonen, en
om te verlangen met respect behandeld te
worden. Want hu was een man met
ongemeene kwaliteiten, die hem verhieven boven
de doorsnee van het publiek dat hu in alle
kringen, in alle deelen van ons land, zestig
jaren lang de groote diensten van zyn klare,
'weldoordachte, betrouwbare en aangenaam
leesbare openbaarheid heeft bewezen.
Yoor de openbare zaak heeft een man
als Heijermans, op zijn plaats aan een in
vloedrijk blad als de Nieuwe Eotterdamsche
Courant, een hoeveelheid nuttigen en
uitnemenden arbeid gegeven, die zwaar en
zwaar opweegt tegen de praestaties van
menschen met veel grooter reputatie dan
hij in de a lande. Maar h\j heeft dat gedaan
met de bescheidenheid der anonymiteit. En
de liefde voor zijn vak, de gretige lust in
het werk om het werk, dat zijn energische
opgewektheid bevredigde; de activiteit in
het openbare leven, dat hem overal aantrok
om het in te leven met zijn schranderen,
critischen, joodsch-pittigen geest, hebben
zijn bestaan gelukkig gemaakt, omdat hij
daarin immers de roeping vervulde, die hem
? voldoening gaf in haar zelve.
Oerkrachtig, van een vitaliteit tot op
hoogen ouderdom die menigen jongere be
schaamd maakte, bleef hij jeugdig van geest,
on-Hollandseb. geestig, scherp en strijdlustig,
maar op ridderlijke wijs. Ben ongemeen
man, van aangenaam gemakkelijke omgangs
vormen, met wien het telkens een
verfrissching was om weer eens te verkeeren. Al
had hij ook iets provocants, een wijze van
converseeren, die den ander als van zelf op
zijn hoede deed wezen om het niet aan
stonds af te leggen tegen het spel van zijn
vernuft, tegen zijn apodictischen betoog
trant, zij a handig en sierlijk weg-pareeren,
weg-railleeren, uwer rotsvaste overtuigingen.
Vóór ge het wist, zette hu u in het discours
achaakmat, en keerde u dan lachend den
rug toe; zaagt ge de kloeke,
breed-geschouderde, correct verzorgde gestalte van dien
tachtigjarige al weer veerkrachtig zijns
weegs gaan.
En nu zou ik u nog wel heel wat kunnen
vertellen uit die meer dan zestig verslag
geversjaren, die dubbel tellen voor anderen,
en hem juist zoo jong hielden. Uit den tijd,
dat hu werkte met den duivenpost, om zijn
verslagen eerder over te krijgen. Toen
de courant haar koerier te paard nog
had naar den Moerdijk, om van daar in
«en pakje met een steen de buitenlandsche
berichten van de Agence Havas spoorslags
naar de redactie te brengen. Van de
be4IMIIMIMIIIMIIIIII
ETtNSCHAPPEUJKE
Twee reuzenhuizen,
Tot nu toe be?.at Amerika in de teleekoop
van de beroemde Yerkes Bterrewacht den
grootaten kijker, die voor zuiver wetenschap
pelijke doeleinden werd gebrnikt. Slechts de
vakmannen op sterrekundig gebied echter
zwaren, in die dagen zonder telegraaf, om
bijvoorbeeld de faits et gestes van den
koning, dien hu volgde door de noordelijke
provincies, snel te verslaan"; die besognes
om telkens versche paarden voor zijn rijtuig
??er reden geen sporen en dan, om het
werk te expedieeren naar Rotterdam.
Maar dat is alles oude geschiedenis, en
dit w» het immers ook voor Heijermana
zelf, die zich in die ruim zestig jaren van
techmschen groei aan het nieuwste aan
paste, en in het gebruik der hulpmiddelen
bij zyn werk als een der modernsten vóór
ging, om de jonge collega's voor te blijven.
Doch zijn werk zelf, daarin bleef hij zich
rustig gelijk; dat is ouderwetsch gebleven,
als men wil, maar in den goeden zin van
strenge degelijkheid, die vasthield aandien
beproefden s t rak k en, sterk samengetrokken
stijl, zonder franje of andere nieuwmodische
fratsen, met vaste hand in regelmatige
letters neergeschreven op de vellen groot
formaat, secuur en correct, zonder eenige
doorhaling klaar voor de pers. Want het
scheen, dat er geen onderwerp was, wat
hem moeite kostte om het weer te geven;
al -moest hij heden afdalen tot de banali
teiten van een nog kleinsteedschen gemeente
raad en morgen de hoogste vlucht eener
wetenschappelijke verhandeling volgen.
Ja, alles tezamen genomen, is Herman
Heijermans wel het prototype geweest van
den negentiende-eeuwschen dagbladschrij
ver, zooals die hier vóór hem oog onbekend
was, maar naar wiens voorbeeld sedert
vooral de verslaggeverij hier te lande opge
voerd is tot een ernst en een solide deugde
lijkheid, die onze grootere Nederlandsche
couranten in menig opzicht gunstig van de
buitenlandsche pera onderscheiden.
Het zijn dan ook bijna uitsluitend jour
nalisten geweest, die hun Oudste daar Zon
dagmorgen op de Joodsche begraafplaats
eerbiedig een laatste hulde hebben gebracht.
Allereerst zijn oud-hoofdredacteur Dr.
Zaaijer, diens opvolger Mr. van der Hoeven,
die Heijermans aan ons allen ten voorbeeld
stelde, de directeur de heer Nygh, de presi
dent- commissaris en leden der redactie van
de Nieuwe Botterdamsche Courant, uit wier
naam de heer De Meester treffende woorden
sprak. Voorts vooral de alweer ouderen van
het gilde, want 't was of zelfs de jongere
collega's reeds niet weten wat zij voor de
ontwikkeling en het aanzien van hun vak
aan dezen nestor uit het begin eener vorige.
eeuw verschuldigd zijn. En het publiek
in zijn vertegenwoordigende lichamen, in
zijn autoriteiten waaraan Heijermans
toch met al zijn talenten zestig jaren lang
zulke uitnemende diensten van publiciteit
heeft bewezen... ? Zoolang hij werkte en
naar buiten invloed had, wist men zijn
persoonlijkheid wel te waardeeren. Maar
van zijn 83e jaar af was hij immers ambte
loos, en sedert eerbiedigde dat zelfde publiek
met pijnlijken schroom zijn anonymiteit, ook
zelfs op den dag dat de rouwstoet voort
trok door zijn geboortestad, tot wier wel
vaart hij toch zeker zijn deel heeft bijge
dragen.
Doch al vergeet de wereld ook snel, in
de geschiedenis van de Nederlandsehe j
ournalistiek zal Herman Heijermans genoemd
blij ren als een der krachtigste voormannen
in den moeilijken strijd om waardeering
voor onze dagbladpers. En de intelligentie
en de talenten, die de erfenis zijn van zijn
talrijk gezin, waarborgen zijn naam een
vermaardheid tot over onze enge grenzen.
M. J. BRUSSE.
Tentoonstellingen te Rotterdam.
(Opmerk in ge n.)
Iemand zei me, dien ik alleen bij de maan
ontmoet, en die me alleen toch langs den
nacht laat gaan: Ge spraakt over de zacht
zinnige Luna; ze is uit de mode, en het
geslacht der maanzieken, Lunatieken, ver
maken van dit instrument gebruik en onbe
voegden hebben hnn oogen als eenig optisch
instrument te gebruiken. Korten tijd geleden
waren de toestanden in de oude Wereld
eigenlijk evenzoo. Weliswaar waren verschil
lende sterrewachten vrij gemakkelijk voor
belangstellenden toegankelijk, maareen
sterrewacht, die speciaal voor populaire doeleinden
is ingericht en tegelijk tot de allergrootsten
der wereld behoort, is een pas onlangs ver
wezenlijkt ideaal en opmerkelijk genoeg:niet
in het land der onbegrensde mogelijkheden
maar wel in het land der ernstige vakweten
schap par excellence. Duitse hland heeft
door het oprichten van de
Treptow-sterreFig. 1. KlJKBR VAN DE TBEPTOTV STEBBEWACHT.
bergt zich. Dwazen worden déze terecht ge
noemd. Zq durven den schoenen, geuren
brengenden dag vergeten, en ijdel, als znlke
personen nog zy'n, zeggen dat de maan,
Lnna de luchtige, die nooit een graankorrel
deêrijpen, schooner is met haar harte-stelend
licht dan Meseire Soleil, in zyn van gloeden
drnischeni kleed. En meen niet dat ik
Meslire zon durven aanvallen, en Luna de schuch
tere zou durven verdedigen. Wie prijst het
welig Ivoor tegenover het zware roode goud?
Meen het niet.... Ik zag te gaarne het rijpend
graan dat met hoogten staat en met diepten
zich vleit als levend water, onder den feilen
hemel van Paebus. Ik zie te gaarne den appel
die blenst aan den tak, en bescheiden, in
het licht van den dag niet durft vallen. Ik
min te veel den Vlam van den dag.
En ik reken het me toe, altijd opnieuw als
een fout en altyd als een te verhelen schande,
wanneer ik de maan zoek, en om Luna vry.
Het is de beschroomdheid die ik alleen over
dag kan afleggen, of angstig verberg. Ik
weet dan niet meer waarom ik gaarne,
'i avonds, langs de stille zilte heuvelen van
het water loop, waarom ik dan, altijd meer,
me nijg naar het water dat in het licht ver
vluchtigd lijkt en zy'n fijn grys schuim tegen
de palen der oude landhooiden vljjt. Ik weet
dan niet waarom de appel die over dag niet
vallen dorst met een matblinkend gezicht als
een maanateen in het van schemer wollige
gras ligt en me niet minder schoon lykt, en
weelger rust, dan overdag. Het moet een font
z|jn het moet iets zy'n als een drift dien
ge n zelven niet bekennen moogt. Want het
kan niets zijn dan verbeelding om te denken
dat in znlken nacht van licht ook de appelen
in den geest vallen en innigwelig blinken,
die over dag aan den boom hingen en niet
vallen dorsten, in het lawaai van het zonne
licht. En wat kunnen het voor gedachten
zyn die zich te zilveren achten voor den
rooden dag l Met welk recht durven zij in hunne
b88ehroomdheid(die maar schijnbaar moet zijn)
zóó schandelijk, hnn«engen vader ontkennen
die hen rypen deed, in zy'n zware omhelzing.
Met welk recht durven ze mij verteederend
lijken.... En toch, ik weet het, ze zyn als
de witte rozen in de duinen, schoon. Ook
deze zy'n het schoonst, het luchtigst, het
meest verlaten, het meest naar het gevoel
zich neigend, het meest geest, als Luna, de
eenzame; die uit de zee schijnt te komen,
hare milde voetstappen door de dninen zet,
en een luiiterzieken haas zelfs niet verschrikt.
6e meent in zulk een blauwen en grijzen
nacht dat de bloesems met lieflijker aanvielen
zich om de takken vlijen. Ge meent in zulken
nacht dat ergens Eene zit, die wacht en
die een woord weet, dat alle wooiden over
treft, en soms is -het even of ge haar ge
welfden echoonen voet ziet, om een duin
even heen. Is het dan de lijfelijke Lnna die
u betoovert ? En toch ik weet, en ik beken
het u, die mijn allernaaste vriend zij t (vertel
het niet aan te veel ooren) dat ik uren aan
een raam stond en door een ruit zag naar
dat zijgen van licht, naar dat in alles levend
licht, naar dat schijnsel, dat als de lieve
vermoeidheid is na het schrijven van een
vers. Ik beken dat ik me langs het gladde
vlak van den stroom, door een nachüyk getij
soms heb laten dragen in de hoop dat ik de
kim zou raken, en er achter kon zien of
ergens een ivoren vat stond waaruit een
blauwe damp, zou rinnen en stroomen. Het
ia een moeiely'ke bekentenis voor iemand die
hartstochtelijk voelt ,voor wat ze met eer
biedige lippen de Pbysika" noemen, en die
het wonder erkent (en de Groote eenheid
die in alles is, en de vervormbaarheid ineens
mogelijk) der nieuwe hypothese dat er niets
zou zyn dan kracht, ook een naam zoo ge
wilt, maar toch de benaming dan van iets
dat ge onder de aarde zoudt kunnen vinden,
en achter de bolle maan. Ik beken dat het
is alsof ik vergeten ben hoe de aarde (de
acht dakkige of zij dte twee vierzijdige
pyramides met een gelijk grond vlak tegen
malkaar maar i») niet een schotel is aan
welks rand ge koenen kunt, en van waar
ge zondt kunnen zien naar allerlei pbantomen
wacht bij Berlijn een voorbeeld gegeven aan
alle beschaafde landen waar wetenschappelijke
feiten gemeengoed behooren te worden.
De oprichting ia te danken aan den directeur
Archenbold, die met geweldige energie links
en rechts gelden verzameld heeft, totdat de
nog betrekkelijk geringe som van ruim
anderhalve ton bijeen was, die hem in staat
stelde zijn plan te kunnen volvoeren.
Dat met zulk een betrekkelijk geringe som
een reuzenkijker ia verkregen, is te danken
aan de zeer origineele w ij-ze waarop deze
sterrewacht ia ingericht. Van de anderhalve
ton is nog zelfs een kleine ? 30.000 beateed
voor de lens, die eene middellijn heeft van
ongeveer 70 cM. en die gealepen is door de
bekende Steinhiel firma.
Het bijwerk van de tot nu toe gebouwde
sterrewachten verhoogde de toch al kostbare
instrumenten-kosten met vele duizenden; de
opatelling van den kijker ze'f niet alleen,
maar ook de bouw van den draai baren reu
zenkoepel, die den kijker moet beschermen,
en van de beweegbare vloer, die over vele
meters op en neer moet bewogen worden om
den waarnemer in staat te stellen den hemel
niet alleen in de streken bij het Zenith,
maar ook dichtbij den horizon te onderzoe
ken, zoodat het oculair-einde zich nu eens
zeer laag dan weer zeer hoog bevindt, zijn
allen uitermate kostbaar. Archenbold heeft
op geniale wy'ze al deze kostbaarheden ver
meden, door den kijker zoo op te stellen dat
koepel en beweegbare vloer geheel overbodig
zy'n geworden. De telescoop-buis, die eene
lengt^ heeft van 23 Meter ateekt, zooals onze
afbeeldingen aangeven, vrij in de lucht naar
boven, nog ruim 2 M. langer dan de groote
Yerkes-kijker. Bovendien is deze
Treptowkijker niet in het midden van den kijkerbuia
ondersteund maar zijn oculair-einde zit in een
stevig atellage vast dat draaibaar ia, zoodat
in de lucht, en naar het vuurwerkachtig
verschieten der sterren.
Soms meen ik dat ik spelende Faunen
koddig zie klimmen van nit hun sterrestoelen
tegen den harden rand der aarde. Ik weet:
het is dwaas. Lnna leent haar licht. Mesure
bevrucht den graankorrel. Messire spiegelt
zich in de maan zopals een kunstenaar in
de natuur maar wie kan het helpen, zelfs
om den Messire, dat hy zoo geboren is, en
dat hy zelfs overdag ter sluiks en dievelings
durft ky'ken in de groene oogen der katten
(een rotsig land vol maan niet ongelijk) om
zijn zucht naar dat wildverbodene bot te
vieren en te hopen dat, voor dat het nacht
is (maar lichtvolle nacht) een stille appel
der schoonheid in zijn open boomgaard mag
zachtkens botsen "
II. lijjn vriend die zoo spreekt bly ft jong
en is onverstandig. Hy wint weinig, maar
leeft gelukig. Hy houdt zy n jonge droomerige
oogen, en zyn jongensklare stem. Hjj heeft
een gezicht dat niet schoon is, maar fel als
de kop der Renaissancisten zoolang het dag
is, en hy in het tumult luielyk leeft, 's Avonds
verschiet de kleur van zyn gezicht, en wordt
als een lichtgeelkleurige appel. Om zyn hoofd
wordt het haar als zwaar-koopren draad, maar
eveneens ver-yld. Zijne zware handen lyken
verrukt te zyn, en ik heb hem soms van nit
een maannacht zien wederkeeren met ver
anderde oogen, waarin een vreugdevolle
verlatenheid uitgedrukt was, en dronkenschap,
als na het leegen van veel kelken van bleeken
wijn. Zyn «tem verschiet dan tot nieuwe
melodieën, en het lykt me altijd of er iet)
in bleef van het lokkend fluiten der zee
vogels nit de zee komend en w ijlend boven
een duinpan het lykt me dat er te veel
verscholen gedachten in zwerven, als te veel
zeemeeuwen tuimelend boven een voor van
een klare ploeg. Hy heeft dan vondsten van
verre woorden, en meeningen met verschie
tende schakeeringen als in een opalesceerende
steen.
Hy zei me eens: Ook zyn er schilders wier
werk de lichtende verlatenheid bezit van een
avond by' Luna doorgebracht en met Luna
genoten. Ook zijn er schilders die
Maangenooten genoemd kunnen worden.
Ge kent ze?
Ik moet u zeggen dat ze openhartiger zyn
dan ik, en dat ze over dag zelf Messire
durven smaden, en zyn vorst l ijk bewogen
realiteit. Ik weet dat ze soms niet de meest
verbazende kunstenaars zyn en dat in hun
afkeer wel eens een onvermogen verborgen
is om die volheid van het Dag-uur te ver
meesteren. Ik heb wel eens ondervonden dat
hun onbestemdheid zich gemakkelijk gevoelde
in den eenvoud van de verlichting van
Luna en dat ze voorby' zagen, wat hun
hart toch had moeten voelen, dat in de
kleuren van de maan de kleuren van den
dag alleen verslonkener leven, en dat zoo de
rimpelingen van het lichte-water ook niet
zoo hoog gaan, ze tot verder kim lijken te
dwalen en van verder horizont te komen.
Ze moesten in zien dat soms, een enkle
maal, Meaaire, op den dag, door luchtige
wolken verduiaterd, op een blauwen steen,
met meer verspreid licht, schijnt, en dan
Luna nabootst, zijne minnares wier ju weelen
hij betaalt. Ik weet dat ze dikwyls even
overdreven zyn als de directe vereerders
van den zon (ik moet den zon bier schrijven
om Mesaire niet in-eens vrouwelijk te maken,
hij die zoo mannelijk ie), maar ik gun hun
alty'd een qualiteit boven die andere ver
eerders (komt het uit hun bloedeloosheid?),
ze z\jn nooit opdringerig als parvenu'a en ze
laten je rustig naar je eigen ziel spieden, als
je zin hebt, en den tijd hebt, tot die vrucht
bare luiheid die toch alleen menschen
van geest kunnen hebben. Ze laten je den
tijd, en ze zijn als een langzaam overredenden
spreker. En hoewel ik ze van allerlei stand
ontmoet heb, was hun dat allen gemeen:
een eprakelooze mededeelzaamheid en een
stilte die vol ontdekkingen is".
Mijn vrind die me alleen laat als hy met
me spreekt, vond het toen genoeg. Mesaire
stojsd in den hemel aan de wijd-open deur
de kykerbuia als een voelhoorn naar alle
kanten gestoken kan worden. Deze opstelling
maakt het tegelijkertijd mogelijk den kijker
op eene goedkoope manier te herbergen
tijdens het niet-gebrnik. De kijker wordt
horizontaal gezet, zoodat er een betrekkelijk
eenvoudige bedekking overheen gehaald kan
worden.
Deze wijze van kijker-opstelling heeft na
tuurlijk zijn nadeelen, maar ongetwijfeld ook
zy'n voordeelen. De nadeelen zijn o. a. dat de
stabiliteit der kykerbuis niet geheel naar
wensch is De trillingen, dia de kyker krijgt
door invloeden van buiten af, zijn bij de
ouderwetsche opstelling door ondersteuning
In het midden veel geringer dan bij deze
moderne eenzijdige vasthechting. Deze tril
lingen worden bovendien talrijker dan by'
een besloten kyker, omdat een
open-luchtkijker onderworpen is aan elke
luchtstroominp, die voorkomt.
De voordeelen zijn, behalve de goedkoopte,
het vermyden van alle fouten in het
ky'kerbeeld, die in gewone sterrewachten veroor
zaakt worden door verschil in temperatuur
tusschen de buitenlucht en de lucht in den
koepel. Dit temperatuur-verschil veroorzaakt
luchtaf roomingen niet alleen om, maar ook in
den kyker, waardoor het beeld minder mooi
wordt. Dit bezwaar is natuurlijk in Treptow
geheel verdwenen.
Maar hoe het ook zij, moge deze kijker
niet veel te gebruiken zijn voor belangrijke
nauwkeurige metingen, hij ia toch uitmun
tend ge'cbikt voor het doel waarvoor hij
gebouwd is, n.l. voor het populariseeren der
sterrekunde door demonstraties voor het
groote publiek. Dit, en nieta anders, is het
eecige doel, waarvoor de vrij aanzienlijke
onkoaten gemaakt zyn en het is een
verbiijdend teeken dat zoo iets mogelijk gewor
den ia.
van zyn huis waarvan de trapgevels blonken
en het leek me dat hij naar ons keek. Maar
hoe hq ook staarde, het leek me dat onder
de licht aanbid der s, niet de meest geestelooze
en soms zelfs de vurigste, iets hadden van
wat myn vrind met zjjn verscholen stem,
maangenooten noemde....
B.
H. van Daalhoff. Wanneer ge sommige van
onze schilders beschouwt en hun werk beziet,
niet ns, maar verscheiden malen, dan blijkt
wat geestelijke inhoud genoemd wordt in
geringe mate aanwezig te zyn, en dan lijkt
het of de prijzen die betaald worden voor
veel verfs en weinig gedachte wat van het
gewone geld gooien in een grondeloos water
te hebben. Ik weet het: het is een niet te
verbeteren fout. En toch hebben deze schil
ders van weinig gedachte en van veel en
van velerlei verf de eigenaardige minachting
van den dikken vereerder" voor den minder
sangninairen liefhebber der Maan. Hoewel
ze niets beteekenen en als niet iets meer dan
handwerklai (en niet eens verfijnde) te be
schouwen zyn voelen ze zich den broeder
van Rembrandt en minachten ze weidschde
weidache Italianen. Ze zwetsen over lekkre
verf, en verachten de rest die de verf
niet lekker genoeg vindt om die zonder geest
te willen opdisschen. Het lykt me dat som
mige van die te ruim betaalde broeders dat
gevoel hebben tegen Daalhoff. 3y zon het
van de grootste onder zyn tegenstanders niet
onverdiend op zy'n dak krijgen want
hy is te weinig een volleerd minnaar van de
schuchtere geweest, om te weten dat zy', de
minnaars, zich slechts met ware en koele
distinctie mogen uitdrukken, wanneer ze de
groote Dag-vereerders op zy willen schuiven.
Hy heeft indertyd iets in zyn toon gehad
van den niet geestelijken werkman, niet
geeetvollen arbeider. En hy was daarenboven niet
groot genoeg, niet potent genoeg om zoo op
te treden. Zyn droom is niet zeer gevarieerd.
En variatie is rykdom. Zy'n droom ia roman
tisch, en soms religieus; van de
niet-dogmatische katholiciteit, die Thorn Prikker ook
wel bad en die alleen het algemeene ziet in
het lang geleden ly'den. .Een tijd lang is zy'n
werkwijze niet volkomen geweest wat hu
moest hebben en de pointille dunkt me
een proefneming van hem geweest te zyn,
die totaal inging tegen wat hij won. Het
romantische wil vloeiend geschilderd zijn dat
zit in zijn geestelijken aard, die alle» ziet als
leven uit een algemeen teven, die alle» verbonden
dut ziet, en al» tchaketringen, het eischt dus
dat de techniek, die het romantische wil uit
drukken, zich voor het oog bovenal vloeiend
voordoe, en gaarne ziet het romantische om
alles uit te duiden dat alles slechts schakee
ring is van Een Leven, dat het schilderij
eenkleurig lykt, hoewel die kleur van verschil
lende hoogten.
Tegenwoordig is dat by Van Daalhoff het
geval. Zyn werk is vloeiend geschilderd. Het
is nog monotoon. Het is in enkel goud of enkel
groen. Het is echter vooruitgaande. Het is
iets dat genoegen doet te bemerken, omdat
hy van de weinigen in Holland is, die wat
van de minnaars van Luna hebben.
PLASSCHAEBT.
Tooseel.
De Barbier uit Sevilla (HetTooneel).
Le Barbier de Seville Afgescheiden
van alle historische herinneringenen gevleu
gelde woorden : Wie hier in Holland zon zich
niet graag in den geest ontvoeren laten naar
het Spanje der verbeelding van
Beaumarchais l Wy hebben toch wel een beetje te
veel regen en donker weer en wij vieren het
leven nu niet bepaald altyd als een feest.
Beaumarchais brengt ona naar Spanje.
Naar een romantisch Spanje: des te beter.
Wij willen ook wel eena met graaf Almaviva
onder het venster van Rosine gaan staan
(hst is veilig dat onze buurman het niet zien
minimi iiiiiiiHiiiiiiMinmiiiHHiiiMi MIMI iiiiiiiiiiiliiiiiMlliiliintiiiiiiii
Als bijzonderheden kan ik er nog
byvoevoegen dat een electriache motor van 6,5 P.K.
gebrnikt wordt om den kijker te bewegen en
te richten. De beweging die da geheele kijker
maken moet om de dagely'kache beweging
van den hemel te volgen, wordt geregeld
door een motor van 0.5 P.K., die in dit
byzondere geval zoowel kijker als waarnemer
beweegt. Het geheele toestel, door alle
moeilyke questies die opgelost moesten
worden, is een wonder van
ingenieurstechniek.
Dit is de ne reuzenhuis. De andere is
van minder vredelievendeu aard; bet is nl.
het hierbij afgebeelde nieuwe Amerikaansche
14 inch scheepsgeachur, dat onlangs in dit
blad reeds kort besproken is. De man, die
naast het stuk staat, links, is een goede
maatstaf om een voorstelling te krijgen van
de geweldige lengte van deze buis. Ruim
15 M. doorloopt het projectiel van bijna 600
Kg. eer de vry'e lucht bereikt is. En ook de
opstelling van deze 63 ton zware buis moet
met de uiterste zorg geschieden in eene om
geving, die misschien evenveel hoofdbreken
en geld eiecht als een reuzenkoepel van een
sterrewacht. Iedereen moet maar voor zich
zelf uitmaken waar hu meer voor voelt: de
uitgave van een som die den Treptow-kyker
mogelijk maakte, of de uitgave, die geëischt
wordt voor dit geschut, dat zonder een
millioenen-schip erbij nog maar weinig waard
is en dat op zichzelf zeker toch heel wat
goud eischt, vergeleken met de nog beschei
den Treptow-som. Ik persoonlijk voel meer
voor het nut van de eene reuzenhuis dan
voor de schade, die de andere kan aanrichten.
P. VAN OLST
Fig. 2. VBEBTIEN-INCH-GESCHUT DBR AMERIKAANSCHE MAKINB.