Historisch Archief 1877-1940
No. 1708
DE A M S T E R D A M M E II WEEKBLAD VOOR N K D E R L A.N D.
PROEF OVERTUIGT
datMAGGI's AROMA
in iedere huishouding
uitstekende diensten bewijst.
Eene kleine hoeveelheid verbetert oogenblikkelijk den smaak van zwakke soepen, sausen, groenten, eierspyzen enz. Een prot Mlescbje kost slechts 10 cents.
IIIIIIIIIIMIIlMIJIIIIIIIUIIIIIIIMIIIIIflIIIIMIitlMMIIIIIIHIIIIIIIllllllllllllMIIIIIIIIIJIllllllllllllllllltflIIIMIIIMIIIIIIIIIIMinilllllltl
IMIIIIMIMMimillHI
HU nmillll» III MUM 11 MIMI HIMHmHI l
Stationeert,
Weer is een jaar voorbijgegaan sedert het
laatste verslag van het Haagsen stationswerk
uitkwam, en het nu verschenen exemplaar
getuigt van zulk praktisch werk met goed
resultaat, dat m. i. een overzicht van hetgeen
er in dit vy'fde 'verslag te lezen staat, be
langrijk genoeg zal zijn om in dit blad te
vermelden.
Reed» meer dan eens is er op gewezen,
dat het stationswerk niet alleen zeer moeilijk,
maar ook tevens vaak zeer ondankbaar is.
Uit den aard der zaak wordt het informaties
inwinnen over den aard der betrekkingen
waarin de meisjes zjjn geplaatst, niet
gemekkelyk gemaakt. Vooral wanneer men niet
geneigd is een exposéte geven van hetgeen
binnenshuis gebeurt. En vaak komt het
voor, dat men al een heel goede stuurmans
kunst moet bezitten, ten einde om de klippen
heen te zeilen.
En nu geloof ik als waarheid te mogen
constateeren, dat onze wakkere en onver
moeide directrice, mej, van Malse en, een
geboren aanleg heeft om verborgenhedeo aan
het licht te brengen, en, door niet alleen op den
ui ter ]yken schyn te letten, ontdekt wat men
o zoo gaarne voor haar zon hebben ver
borgen gehouden.
De gevallen kannen niet zoo moeilijk en
ingewikkeld zijn, of zy weet een weg te
vinden om degenen die dreigen slachtoffers
te worden van list en bedrog, uit de
gevaarlijke poeitie te redden. Dat de hulp
der politie ons steeds van onwaardeerbaren
steun ie, behoeft eigenlijk niet nogmaals te
worden gezegd!
Zoo komt het dan ook, dat ten minste hier
ter stede, het stationswerk al meer en meer
waardeering vindt, en de dames aan dit
werk verbonden, allengs het grootste ver
trouwen genieten.
Van alles komt tot haar, en aangezien
leeringen wekken maar voorbeelden trekken,
(dit met het oog op het aanwerven van leden)
zoo zullen w$ uit het laatste jaarverslag eenige
feiten meedeelen.
In de eerste plaats moet er hier nogmaals
op worden gewezen, hoe het ons ook weder
dit jaar is gebleken, dat waarlijk niet alle
meisjes die wij op haar verzoek uit bordeelen
haalden, daarin met haar wil waren gekomen.
Integendeel, de meesten zijn er ing doop tn
door op een advertentie te schrijven, waarin
een fatsoenlijke dienstbode tegen hoog loon
werd gevraagd.
Ik heb brieven gelezen die door
bordeelhoudsters waren geschreven, die op onbe
rispelijke wijze waren gesteld en waarin het
meisje inqnestie werd aangeboden en beloofd,
alles wat in een dienstbetrekking van hoogen
stand aan de meisjes wordt verschaft. Deze
brieven waren allen onderteekend met Mevr.
X, geb. en dan volgt de eigennaam der
dame.
Geen wonder dat velen er op die wijze
invliegen.
Als züdan 's avonds in haar dienst (?)
komen, worden zij op vriendelijke wijze ont
vangen en terstond naar haar kamer geleid.
Zy behoeven niet op te staan, vóór zij er
lust in gevoelen. Het meisje, verrukt over
zooveel vriendelijkheid, slaapt kalm in. Ala
zq ontwaakt, blijkt alles rustig in huis. Het
is reeds over acht en haastig springt ze op.
Er wordt aan haar deur getikt en de vrien
delijke merrouw vraagt haar hoe züheeft
geslapen. Zij moet zich nu maar aankleeden,
maar haar japon heefc mevrouw verruild met
een losse peignoir. Het haar behoeft z^ niet
op te maken, daar komt de kapper voor.
Het kind van buiten begrijpt er niets van
en vraagt zich verwonderd af, wat dit alles
beteekent. Ala ze gekapt wordt, meestal met
een lint gevlochten door het haar, dan wordt
haar een wit kleedje gebracht, heel door
schijnend, om aan te passen. Ze verneemt
dat er nog meer meisjes voor het werk zijn,
die beneden op haar wachten. Het kind voelt
zich vreemd te moed*», vooral als zij te mid
den van andere vrouwen en meisjes komt,
die allen met hoogroode kleur op het gelaat
n de drankfleech voor zich, allerlei gemeene
taal spreken.
Zy wil aan hare oulers schrijven, hetgeen
wordt toegestaan; maar als ze vraagt, zich
even te mogen aankleeden om den brief op de
post te doen, dan zegt mevrouw" dat daar
voor wel zal worden gezorgd, Het meisje voelt
zich angstig en verlaat onder een voorwendsel
de kamer. Zg wil weg en zal haar kleeren
met hoed en mantel bedekken en on gemerkt
wegloopen. Maar hoed en mantel zyn ver
dwenen l
Wat haar werk" is bij de lieve mevrouw
die zoo mooie brieven schrijven kan, hoort
ze des avonds als er heeren" komen en
men het frissche kind verkiest boven de
geblankette vrouwen die door middel van
drank haar geest trachten op te wekken.
Gelukkig als dezulken een redder aan
treffen, om met zijn hulp en voornamelijk
die der politie het huig te verlaten, vóór
het te laat is.
Maar de kleeren, waarin ze ontsnappen, zijn
het eigendom van mevrouw", en nu kost
het meestal heel wat moeite die zooge
naamde schuld" te delgen I
Wat wy dit jaar weer op dit gebied hebben
doorgemaakt, daarvan zou de beschaving
boekdeelen vullen!
Het feit alleen, dat de mevrouw" en
hare handlangers uit woede over bet ver
loren slachtoffer weken lang posten" voor het
huis waarin dat slachtoffer wordt onder ge
bracht, en aan ieder voorbijganger melden,
dat er hier een woont die in een bordeel
heeft gezeten, maakt ons' vaak het redden
tot iets zeer moeilyks. Zij zorgen wel dat de
politie ze niet betrapt. Maar de uitslag van
die achtervolging maakt het de slachtoffers
haast onmogelijk in het gewone leven
terug te keeren, al zijn ze ook geheel onschul
dig in die mi-ère gekomen!
Een staaltje van het gevaar waar aan alleen
reizende meisjes zijn bloot gesteld:
Dezer dagen kwam een jong meisje uit een
j dorp bij Leiden, om in den Haag boodschappen
te doen. Op de; trap van't station ontmoette
ze een dame" die haar aansprak.
Zij wist een betrekking voor het meisje
alwaar zy ?300 zou verdienen.
Gelukkig had de stationijuffrouwde dame
in het oog gehouden, en nu kwam er strijd
tnsschen die beiden.
Het meisje was belust op de beloofde ?300
en ging in het eind mede. Maar de stationsdame
ging ook mee in de tram en behaalde met
heel veel moeite en na heel wat scheldwoorden
te hebben aangehoord, de overwinning.
Tot driemaal toe waren wij in staat eenige
artisten te helpen die op aanbieding in de
couranten uit den vreemde kwamen.
Toen zij aas de verschillende theaten,
waarbij ze quasi waren geëngageerd, aankwa
men, bleken het dat die advertenties waren
geplaatst in buitenlandsche bladen door
souUIT DB NATUUR.
Zeldzame dieren.
Zeldzame dieren zyn het, de kieuwpooten
die ge hier geteekend zier.
Zeldzaam van voorkomen bedoel ik; voor
komen, zoowel op te vatten
in de beteekenis van uiter
lijk als van aanwezigheid.
En niet alleen in ons
land zyn ze zoo zelden te
zie". Ofschoon ze over de
heele wereld werden aange
troffen in alle vyf
werelddeelen, in de tropen zoo
wel als in de Poolstreken
is het vinden ervan zulk
toeval, dat er heel wat zoölo
gen van professie bestaan,
die er nog nooit een levend
in handen hebben gehad.
En ik die geen zoöloog
ben, ik heb ze bij tientallen
gehad in de twee grootste
soorten, levend en wal, ik
heb ze zien zwemmen en
spelen met elkaar, zien eten
en vechten, zien voortplan
ten zelfs. Het is een van
de kleine voordeeltjes van
het populariaeeren van aller
lei natuurwetenschap, dat
de menschen, die door je
geschrijf belang zijn gaan
stellen in de natuur, je uit
dankbaarheid of weetgierig
heid allerlei dingen naar
huis sturen, die hun vreemd
of wonderlijk toeschijnen.
Zoo kreeg ik ook, nu
zeven jaar geleden in April
een vaatje met water thuis,
waarin volgens bijgevoegde
briefkaart heel rare beesten
moesten zitten. Een leeraar
aan de H.B.8., de heer B.
E. Bouwman, te Zalt-B omtnel, had ze in
een poeltje op de heide by' 's Hertogenbosch
geschept en bracht ze my.
Nu, rare beesten waren het; dat bemerkte
ik dadelyk we), toen ze in een aquarium
waren overgebracht, en ook, dat ik er pas
een plaatje van had gezien in Zacharias en
er iets wonderlyks -van hadj gelezen.
Het waren tweeërlei dieren die heelemaal
niet op elkaar geleken, de eerste soort zoo
groot als een meikever, had den vorm van
een mossel of nog meer van de Moluksche
degenkrab, die ge wel eens in Artis hebt
gezien; de andere leek een klein soort
garnaal. Maar wat zwommen die dieren zonder
ling ; in den regel lagen ze op den. rug en
schoten met snelheid ala dol door het water;
met een ontelbare menigte pooten roeiden
za zich voort. Niet met gelijken slag, maar
\(
'
Kieuwpooten (Branchipus stagnatie) Onderaan
een mannetje Bijna driemaal de grootte.
(111.: uit De Levende Natuur.)
golfsgewyze bewogen de fijne pootjes, als
korenaren die buigen voor den wind.
Geheel stijf, zooals de mossel in zyn schelp,
lag het grootste dier niet in zyn bruine
schaal; het kopgedeelte van het schild zat
beweeglijk verbonden aan het groote staart
stuk, en zoo nu en dan, vooral by het
omkeeren; weken de slippen op zij en dan
scheen het, of er een duizendpoot zwom
met een grooten mantel of domino om.
Vreedzaam ging het er niet toe, het bleek
al spoedig dat de groote bruine dieren, de
teneurs om zoodoende meisjes voor den
vrc uwsnhandel kiy'gen.
A!s door een wonder ontsprongen zij den
dans en keerden naar haar land terug!
Eens waren er drie kinderen aan het
station, die door een vader, die verder moest
reizen, waren achtergelaten. Moeder zou ze
komen afhalen.
Het werd avond en de stationsdame noch
de politie wist re ad, vooral omdat de kinderen
niets anders wisten te vertellen, ian dat
Paa'je' een kantoor bad waar de tram
voorbij ging. De naam van de straat wisten
ze niet; maar toch uitten ze enkele klanken
die op de gedachte brachten om te telefoneeren
naar een kantoor, alwaar een bekende van
de stationsdame in dezelfde straat woonde.
En nu bleek het dat de kinderen aldaar
in die straat thuis hoorden. Om half negen
werden de kleinen thnisgebracht. Moeder
had wat aan het station staan wachten; maar
toen de trein met haar man er in weg was,
en de kinderen niet kwamen, was ze naar
huis terug gewandeld.
Gelukkige ? kalme natuur !
Een grap uit het verslag dient nog even
meegedeeld.
Van uit Rotterdam kwam het verzoek te
willen letten op een dame in bruin costuum,
die met een bepaalden trein zou meekomen.
Maar de dame kwam niet I W el kwamen
er achtereenvolgens vijfheeren op het perron.
Allen vroegen of de juffrouw cok een dame
in bruin costuum had gezien!
Er was hier blijkbaar een oplichtster in het
spe), die een advertentie had geplaatst te- ken
nismaking, samenkomst perron H.B. Den Haaf.
Ieder antwoord moest bevatten ? 2.50 voor
de reis.
De oolyke dame stak op die wy'ze / 12.50
in haar zak.
Veel zou ik nog kunnen meedeelen over
den inhoud van dit verslag.
Het blijkt andermaal hoe nuttig en onmis
baar dit werk is.
Mochten velen die dit lezen, zich genoopt
gevoelen, dit werk te steunen! Veel is er
noodig om de ongelukkige slachtoffers te
kunnen helpen.
Al meer en meer neemt het ledental toe,
contributie minimum ? l in het jaar.
Allen die het goede werk willen steunen,
kunnen zich vervoegen by de Secr. Thes,
Mevrouw Parqui?Malcomesiui,
Sweelinckplein 12, den Haag. Voor Amsterdam aan
Mevr. de Douairière Teding van Berkhout,
Weesperzijde 1.
Met bijvoeging of het voor de
Protestantsche of Katholieke Afdeeling bestemd is.
Verder verklaart ook déondergeteekend»
zich bereid, giften in ontvangst te nemen.
H. VAN DE MOBE,
Secr. Vrowwtnbfind tot Yerhooging,
Haagsche Afd. Z. B.
NASCHRIFT.
In my'n artikel van de vorige week stond
eenige malen pessimist" waar men heeft
begrepen,dat feminist' moest worden gelezen.
Wat is voor Madame Mode Ie tout denier
cri ?... natuurlijk .... Chantecler.
De Mode van Parijs en ergo die van de
elegante wereld staat op het oogenblik in
het teeken van den haan Chanttclei"!
Tenminste eenige toonaangeefsters der
Mode bey veren zich om 't hardst om Chan
tecler te pousseeren. Het eerst verscheen Ie
chapeau . la Chantecier, zooals een vorig
kleine doorschijnende als prooi beschouwden
en gebruikten.
Die garnaalaAtige diertjes zagen er by'
nader bekijken toch heel anders uit dan
garnalen; twee zsarte oogjes stonden op
steel je» en bewogen zich draaiend; en zoo
weinig vleesch of spier was er te bespeuren,
dat het geheel den indruk maakte of er
levende geraamten door het water zwommen.
Een paar taacbjes, met eieren gevuld, leken
wel op een bekken; en dit verhoogde de illusie,
met zwemmende geraamten te doen te heb
ben. Enkele waren er bij, die geen eiertascbjes
droegen; die hadden groote gryphaken aan
den bek, als de larven van sommige libellen
en waterkevers; dat waren de mannttjes.
Juist dit laatste, dat er mannetjes en wijfjes
tegelijk van deze Branchipus of Kieuwpoot
te zien waren, bleek iets buitengewoon» te
zijn. Want zijn de wijfjes al zeer zeldzaam,
mannetjes komen haast nooit voor; die zijn
pas in 1850 ontdekt, juist honderd jaar na
de wijfjes en in die honderd jaar is er ijverig
naar gezocht. Ook nu nog gaan er soms vijf
of tien jaren voorbij, dat ze niet gezien wor
den, de wijfjes evenmin als de mannetjes; tot
er op eens een poeltje vol van wordt gevonden
op een plaats waar ze vroeger nooit gezien
werden. En dikwijls maar niet altyd wordt
de garnaalachtige kieuwpoot, de Branchipns
die Zwemmend Geraamte of Heide-garnaal
zou kunnen heeten , met de andere zonder
lingen van een hetzelfde heidepoeltje ontdekt.
Die Apus of moderner: Lepidurus productus
schijnt op BratcMpus aangewezen; iets anders
heb ik mijn exemplaren niet zien eten,
ofEchoon ik ze allerlei vleeschkost aanbood.
Prooi en roover, behooren beide tot een
onder-orde van dieren, de kieuwpooten, die
zoo goed als geheel uitgestorven is; een derde
soort iets kleiner dan Branchipus is weer
om andere redenen merkwaardig; daar dit
diertje nergens anders gevonden wordt dan
in zoutmeren en salinen en alweer over de
geheele wereld. Hiervan komen ook langen
tijd achtereen uitsluitend wijfjes voor en door
de studie van deze brine-toormsder Engelsche
mijnwerkers, de Solenwürmer der arbeiders in
het Salzkammergut, is Von Siebold tot de
ontdekking gekomen van de maagdelijke
voortplanting of Parthenogenesis.
De verklaring van het zonderling ver
schijnsel, dat zulke zeldzame waterdieren,
plotseling of ze uit de lucht geregend waren,
heele poelen vullen kunnen, waar toch 's zo
mers geen water in staat, is gevonden door
het bestudeeren van opgedroogd slik van dis
heipoelen. Daarin bevonden zich de eieren;
en nu is het aangetoond dat die eieren,
maal in afbeeldingen de lezeressen van deze
rubriek getoond is.
Op den (,'hanteclerhoed volgde de
Chanteclersluier, waarop bonte teekeningen van
allerlei vogels van diverse pluimage. Deze
sluier in combinatie met den hoed, de C ban
tecler-paraeol en dito handtasch (alles ter
eere van Edmond Rostand) geven de echoone
draagster van dit alles een wat ill te
vliegerig" cachet.
Doch het nieuwste snufje is wel volgens
Henri Bidou den c'aroniqueur van de Jour
nal des débats", de dans Chanteclerette, een
creatie van de dansmeestersacadetnie, die de
vleugelpassen liet instudeeren om een
humoristicchen dans te krijgen. Werkelijk is de
dans typisch komisch: by begint met een
statige promenade van haan en hen, wier
liefde in vijf verschillende figuren verheer
lijkt wordt.
Als deze rage" nog langer voortduurt,
vinden de vertolkers van Bostand's ('omedie
van het theater de la Porte St. Martin, na
volgers en kleeden wij ons als haan, hen,
faizant, pauw!
* *
Het is niets modems, dat de Mode zich
een litterarigche sensatie ten nutte maakt.
In 1832 ontstond onder invloed van George
Sind's Indiane", de lange Indianasluier".
In 1870 had men een sluier met den prénom
a la Perichole; deze dichte sluier bad haar
naam te danken aan den opgang, dien de
Perichole" van Offenbach maakte. Nog vroe
ger in de eerste helft van de 17e eeuw werd
de Mode beïnvloed door den herdersroman
Astree" van HonoréD'Urfé. Haartooi kou
sebanden, fjerpen, alles kreeg een doop
naam pj e van de helden en heldinnen uit
het boek en werden door de lezeressen en
lezers met ware passie gedragen.
Gosthe's Werther" werd 150 jaar later
op dezelfde bespottelyke manier bewierookt.
Het troetelkindje van de Mode is wel de
Wereldgeschiedenis geweest. Vooral sinds
het Ancien Kégime" heeft Moeder-Mode
haar dochtertje gestreeld en gekust. Eene
uiting dezer teedere moedermin is de invoe
ring van de Sans-Culottesdracht" met de
Carmagnolerokken en de lange pantalons in
het revolutionnaire Frankryk in 1792. Vier
jaar later doken ie chapeaux a la cloche"
de klokboeden voor 't eerst op. De dames
uit die dagen met royalistieche neigingen
droegen ze om propoganda te maken voor
de wederinvoering van de kerkklokken.
Nelson, veroverde na z'n schitterende
overwinning van Aboekir, de licht ontvlam
bare hartjes der Parisiennes, die niet schroom
den den geduchten vijand van hun vaderland
te verheerlijken en contra haar patriotisme
zich te tooien met bonnets a la Xelson".
Doch ook de mannelijke vereerders bleven
niet uit en droegen hun horloge aan een
Xelsonketting"
Een andere oogappel der Mode is wel de
Aereonautiek sedert haar eerste resultaten.
Toen de gebroeders Montgolfier in 1783 h.m
eerste succes oogstten, was alles a la Montgol
fier. Ook vei leden jaar konden wy B!
riottaschjes en Aereonauthoeden geëtaleerd zien.
Aan elke "sensatie, aan alles wat up to
date" ie, maakt de mode zich dienstbaar.
In 1800 was na de o ver winning van Napoleon
te Marengo de modekleur Marengo.
Een hevige wervelstorm in 1803 deed
frisuur en coup de vent" ontstaan.
De meer bescheiden echoonen stelden, zich
_met een eenvoudiger kapsel tevrtêendemi
"coup de vent."
althans van de hier afgebeelde soort, eerst
tot ontwikkeling kunnen komen, als die eent
beurtelings opgedroogd of bevroren zijn ge
weest. Maar dan rchijnt het er ook weinig
toe te doen, welke temperatuur verder het
water heeft; er zijn larven gevonden in Maart
in smeltend ijswater, en in Augustus in een
poel, die nog een beetje lauw, bijna warm,
regenwater bevatte. De ontwikkeling gaat dan
echter verbazend snel, in twee weken na het
uitkomen der eieren zijn de dieren al weer
volwassen en hebben al weer eieren gelegd;
terwijl het in het voorjaar maanden kan
duren.
Het is wel eenigszins te begrijpen, dat het
aan de eieren als het ware is verboden, zich te
ontwikkelen, vóór er een flinke vorst of droogte
over hen heen is gegaan: anders immers was
de kans niet zoo groot, dat de jongen het
water, tot ontwikkelen benoodigd, in den poel
zouden vindea , na vorst komt de zomertyd
of in de tropen na de droogte de regenperiode.
Heel graag zou ik, na zeven jaar, de dieren
nog eens weer in leven zisn, en ik heb zoo'n
vermoeden dat er in dit jaar, na al de nattig
heid van dezen winter met zijn korte vry
scherpe vorstnachten, weer eens Kieuw
pooten geboren zullen worden. Het is maar
een gewoon vermoeden, een voorgevoel, al is
De dolste voorbeelden zijn te vinden; in
den choleratyd werd de bruine
Biedermeierrok betiteld met cholera"-rok.
In ons kometerjaar 1910 dragen we tot
nog toe nog geen bonnets a la comète,"
zooals anno 1811. Enfin qui aait... en zal
Hallty met zijn gevolg ons in stede vanden
ondergang der waèreld een kometenmode"
verschaffen.
Van Chantecler via de Komeet fladderen
we naar een Dollarprinses", geen
tooneelmaar een heuscbeDollarprinse?: Miss Majorie
Gould te Philadelphia.
Miss Majorie maakte dezen winter haar
eerste seaeon" mee en hare joyeuae entree
geleek wel op de incomste van een sprookjes
prinses in het Rijk haars vaders.
Op het bal ter barer eere gegeven, droeg
Miss Gould een eenvoudige witte japop,
zonder eenigen opsmuk of juweelen. Daaren
tegen waren de feestzalen als in een lusthof
van rozen en orchideeën herschapen.
Het souper koste per convert duizend
dollar, terwijl de gasten samen een waarde
vertegenwoordigden van driehonderd millioen
pond sterling.
Met haar aan den disch zaten vijftig char
mante maagdeken?. Elk dezer ontluikende
knoppen" vond naast haar couvert een tuiltje
bloemen, waartnsschen een gouden met
diamantjes bezet, kettingbenreje verborgen
was. Een klein" souvenirtjel!
Niettegenstaande het fortuin en den ry'kdom
van Gould Sr., werden 'de zes kinderen in
den grootst mogelyken eenvond opgevoed,
waarvan het volgende typische staaltje:
Toen Majorie eens met hare moeder
winkelde, zag zij een opgedirkt nufje van
een jaar of acht, in een rose zyden jurkje
met lange ij aal en hoed met veeren. Vol
ontzag stootte zij Mama aan en fluisterde
zachtkens: Zeg eens, moeder, dat is nu
zeker een chte prinses?
Sommige problemen als de leer van de
vierde demerrsie en perpetuum mobile duiken
nu en dan op met eene hardnekkigheid, eene
betere zaak waardig. Zoo ook het vraagstuk
vau het variabel" costume. (?a la Henri de
Vries",).
De spaarzamen onder ons dameg hebben
een exquis genot ervan wanneer zij een
wandeltoilet door bijvoeging van ditjes en
datjes, door het verwijderen van een volant,
het hal veeren eener mouw, verwandeld" zien
in een avondtoilet of vice versa.
In de plaats van dit gepruts bied ik U
m'n japon aan a la Henri de Vries: Over
een onderrobe van b.v. rose zijde wordt een
lange Russische toga geworpen van die
zalmkleurige tulle, die het vorig jaar een echte
rage, was.
Door doffe of glanzende gitten en rozetten
van zy'de of fluweel, wordt de tunica, bepaald
moezig afgekleed. Voor een receptie of tea"
een keurig toiletje.
Vervang nu hocuspocus de o verrobe door
een Grieksch gewaad van kant met lovertjes
be;aaid, en losjes gedrapeerd over deontbloote
schouders, of wel door een corsage van tuble
met zilveren schubbetjes opgewerkt, en uw
eenvoudige japon is gemetamorphoseerd in
een gala-costume.
Tegelykertyd kan dus de rose zyden onder
robe, als substraal dienen voor drie of vier
verschillende overrobes, varieerend, al naar
we ons moeten vertoonen op een tea, soir,
of in de schouwburg.
IETERIM.
het niet zonder grond. Ieder die dit leest
weet nu, wat zij waard zijn en waar de kans
bestaat ze te ontdekken. Ziet ge ze, stuur me
dan dadelijk een briefkaart of telegram. Als
het niet te ver weg is, kom ik zelf scheppen
en inpakken; in een blikken vischbus of
vischkannetje met geperforeerd deksel is het beste.
Een belooning zal ik maar niet uitloven; ik
zou anders een illuster voorbeeld hebben :
Goethe die in de buurt van Jena bota
niseerde, werd eens aangesproken door
een jongen die hem vroeg wat dat voor een
raar beest was, hij had het op school gekre
gen van een anderen jongen. Dat wan een
levende Apus in een fleschje, gevangen in
een plas by' de school. Goethe zag dadelijk
dat het iets merkwaardigs was en ging aan
het zoeken op de vindplaats, maar vergeef j.
Daarop liet de dichter in de buurt bekend
maken, dat hij een daalder gaf voor zoo'n
Apus, een gulden voor de tweede, een halve
voor de derde, zoo verder tot een paar
pfennig toe. Alles natuurlijk op den zoek. Goethe
is echter nooit een tweede exemplaar mach
tig geworden, ondanks zijn royale aanbieding;
ik hoop, er zonder, voorspoediger te zijn.
E. HÏIMANS.
De;>childvoerende kienwpoot (Apus productus) met zijn prooi. Bijna dubbele grootte.
(111.: uit De Levende Natuur.)