De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 3 april pagina 5

3 april 1910 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1710 DE AM S E R D A Vl M E R W E EK B L A D V O O R N -D'ÉR L A N D. Pruisen ia in zijn Louieejaar". Juist hon derd jaar geleden stierf de bekoorlijkste en aanminnigste aller Pruisische vorstinnen, die door onze Oostelijke naburen nog steeds achwarmeriach wordt vereerd. Trouwens Koningin Lonise" was een luchtige" koningin, een lief aebbende ega, een zorgzame moeder en.... de uitvindster van het kinderbal l Om haren koninklijken spruiten eens een nieuw pretje te geven, kwam de vorstin op het idee van een fcleine-menechenbal, een tot %nog toe ongekende attractie, die ia «lle hofkringen doordrong. Zoo heeft Kotzebne in z'n bekende courant een dezer kin derfeestjes besc >r«ven: Zoodra het Hjf gezeten was, zette de muziek een slapend adagio in. De kleine maskertjes waren nog onzichtbaar. Plots echoot Amor onder den zetel der Koningin te voorschijn en gaf haar «en pijl met in scriptie: De vos yeux a tous nos coeurs". Tegelijk kwamen nu uit alle hoekjes de kleine dreumesjes aangebippeld en getrip peld en koos elk cavaliertja zich z'n dametje uit voor de polonaise. Daarop begon het eigenlijke bal. Een kleine Savoyard reciteerde nog voor de koningin het volgende guitige versje, een typisch staaltje van den smaak uit die dagen, waarbij nübftaT een appel offreerde: La pomme c'e*t Ie fruit dont la fable et l'nistoire Depnis des siècles entiers ont garde la mémoire. Si je la mets a vos genonx, C'est que de tant d'attiaits les Dieuxvons ont ornée, Qu' Adam l'aurait prise de VOUB Et Paris vous l'aurait donnée. * * # Een sensationeel echtscheidingsproces k wam dezer dagen voor in de rechtzaal te Parijs. Een ingeniense Parysche schoone bad een nieuw en probaat middelija uitgedacht om den heiligen hu^elijksoand ie breken. Eiken dag op hare knieën gelegen in een boekje van baar bondoir, zond zij schtetgebedjes op tot den Sancms Exterminus", een heilige dien ge te vergeefs op een kalenderpagina kunt zoeken! En.... Exterminus verhoorde haar bed 11 De litanie, die het lieve vrouw'je eiken dag prevelde, werd door baar versmaden echt genoot onder hare paperassen ontdekt. On der groote hilariteit van het lubliek klon uit den mond van een der advocaten het volgende gebed: Groote, heilige Exterminnsl Ik smeek U hart en hoofd van Madame Fernande zoo lang door helsche geesten te kwellen totdat ze de noodzakelijkheid inziet van haren man t« scheiden. Groote, heilige Exterminus! 11 smeek U, hoofd en hart van den echtgenoot van Madame Fernande zoodanig door helsche geesten te kwellen dat by zonder mij niet meer kan leven; dat hij st-eds aan me denkt bjj dag en nacht, mij al,én vurig bemint en.... zyn vrouw verlaat! Groote, heilige Exterminns! Ik bid U, h'oofd en hart van mijn eigen man dermate te kwellen doof helsche geesten, dat slechts1 deze gedachte hem bezielt: my </rtóteg«»en, en Tsn verdere gemeenschap met mij af .iet. IIIIMIIIItltmilllltttlltmHIIIIIIIIHIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIimilllllllllltlllllinil UIT DB NATUUR. CCCLIX. Het merken van dieren. Nieuw is niet de zaak, maar wel de bedoe ling. Ook vroeger werden dieren gemerkt, om ze bügelegeahtid te kunnen herkennen. Bij de valkenjacht op reigers werd, zooals ieder weet, den gevangen vogel een ring om den poot geslagen; zoo noodig verbond men zyn wonden, daarna kreeg het dier de vrijheid terug. Het was niet meer dan een sport-aardigheid, men kon zien of de reiger al eerder het spel tegen den valk had verloren. Met een economisch doel werden en wor den koeien, paarden en verdere weide-dieren gemerkt; vooral daar, waar groote kudden op gemeenschappelijk terrein grazan; hei voor komt twisten; het ingebrande merk verdween nooit meer en gold als eigendomsbewijs. Zonder direct voordeel of onmiddellijke winst te beoogen gebeurt het merken van vogels tegenwoordig op zeer groote schaal; het doel is zuiver wetenschappelijk, want er wordt alleen waarheid gezoeht; en wel omtrent den juist en weg, dien trekkende dieren kiezen. Het voornaamste zoologisch station.in Europa, waar trekvogels gemerkt worden, is dat te Rositten op de Kurische Nabrnng. De directeur, dr. Thieneman, is al eenige jaren lang bezig, vogels van verschillende soorten van een ring te voorzien; die riog wordt om den poot gelegd, hy' is van allumimam vervaardigd en zoo dun en licht, dat de Qm steno a m. FAIT SUR COMMANDE D A MS HOS ATELIERS TiSSU ANGLAIS TRESSE HAUTE NOUVEAUT vo<el er niet in bet minst door belemmerd wordt ia zjjn vlucht. Elke ring draagt een nummer en de groote nog «en stempel: Vogelwarte, Rositten, Geraania, dut het adres van het station. De bedoeling ie, dat ieder die een vogel met zulk een riag in handen krijgt, hetzij op déjacht of door een toeval, dadelijk dan ring terug zal zenden naar dr. Thieneman. Die kan in zijn administratie door middel van het No. op den ring, nagaan, waar en wan neer de vogel is ge ingd. Da plaats van terugzending is in den regel het winterverblijf van den trekvogel. Door deze eenvoudige methode is er in korten tijd al veel meer zekerheid verkregen over den weg, dien trekvogels nemen, dan in lange jaren door eenvoudige vermelding van het aantreffen in het winterverblyf. Dan toch kan niet worden uitgemaakt, waar de vogels van daan kwamen. Nu wel: jonge ooievaars in Rositten geringd, werden aangetroffen aan het Victoria Nyanza, andere aan het Tsadmeer in Rodesiëen in Basoeto-land; een Dnitsche ooievaar werd verleden jaar in de Kalahari-woestyn by de Kaap buitgemaakt door jagende Boscbjesmannen; die gingen op den loop bij het bemerken van den ring, zij zagen den vogel voor een god aan; een verstandiger native hoorde het verhaal, baalde den ring en verkocht hem aan een blanke; die zond hem op naar Rositten. Ia de laatst verschenen aflevering van De Levende Natuur is dit alles in geuren en Een gemerkte schol; bovenzijde (rechter). Dezelfde, van onder (linkerzijde) gezien. (Foto's uit Franz: Die Scholle"). iiiiiiiitmiiiiHiiiiiiiiuiimiiiiitiiiiimtiiiiiMiHHiiiiii immuun IIHMMIII kleuren verteld. Ojk in ons land begint dit jaar het ringen van ooievaars. Een assis tent aan het Zoölogisch station in Den Helder, de heer H. C. Delsman, kreeg den ring van een meeuw in handen en zond.dien aan dr. Thiene man ; en deze wakkere .directeur rtcruteerde meteen den heer Delsman als agent voor Nederland tot het ringen van ooievaare. Ieder die een ooievaarsnest op of bij zijn huia heeft, moest van het jaar eens meewerken. Ringen zyn met de noodige inlichtingen gratis te krijgen bij genoemden heer Delsman. Maar er bettaan niet alleen trekvogels; er zyn ook trekvisscben; >denk maar aan zalm, aal ea scbol en daar deze ook in om land nog altijd tot de begeerde levensmiddelen behooren, heeft de opsporing van hun trekwegen, behalve wetenschappelijke waarde, ook nog practuche en economische beteekenig. In d«n Heldar nu is men al sedert lang aan het bot- en scholmerkeu Ook in Duitschland is men er mee bezig; in een mooi boeeje van dr. Victor Franz te Helgoland, getiteld Die Scholle" 12e »rl. van de Meereskunde" staat een uitvoerig verslag van zoo'n expe riment in de Oostzee, uitgevoerd door dr. Strodtmann. Vicsohen leven nu eenmaal om ge van ge» te worden, wat bij vogels niet zoo algemeen regel is; daardoor komen de merken vaker terug. Zoo kan men al van een bepaald gedeelte van de Oostaee met zooveel zeker heid den weg volgen, die de larven van de schol en de jonge viaechen nemen, »1« zij van 9n naar de Susten trekken, 't I*, of de zee tot op den bodem doorzichtig was. Een alluminiutn ring om den poot slaan, gaat nu eenmaal niet by een visch. A s merkteeken wordt een ebonieten of hartgummi schijfje gebruist, dat een nummer en adres draagt. Het wordt in tweeën aange legd". DH eene helft draagt een kegelvormig pennetje". Dat wordt door het staartvleesch van de visch heengestoken; het pennetje eindigt in een schroef iraad; als moer wordt er een tweede plaatje opgedraa d. Zoo zit het merk vat t als een muur, het is onuitwischbaar, het roest niet en de visch heeft er hoegenaamd geen hinder vau bij het zwemmen. Dat is natuurlijk goed onderzocht. Het dier voelt ook van het merken waar schijnlijk niet meer, dan de jonge meujes deden, aan wie nog niet soo heel lang geleden gaatjes in de ooren werden geprikt, om er belletjes in te kunnen steken. De foto's hierbij laten u een gemerkte" echol zien; van onderen is 't pennetje er doorgestoken en op die witte onderzijde il ook het nummer in<esiempeld. Eigenlyt zyn de woorden onder en boven zijde bier by een schol misplaatst, zooali u weet. Wat wy bovenzijde noemen is de rechter kant, de witte is linkerzijde; dat wijzen de vinnen voldoende uit. Da rugvin, de horst-, de buik- en de achter vin staan goei op hun plaats, maar de vfrgisstng ontstaat door den merkwaarditen oogenitand van da platvigscherj. Daar de beide oogen naar n kant van iet lijf zyn gedraaid, lijkt dit de boven kant. Als jong icholletje evenwel, taten ze nog, zooals normale oogen pa<*t, behaorlijk rechts en links van den fcop. Maar al spoedig begon het linkeroog te draaien, het groeide om zoo te zeggen door den kop heen, naar de rechterzijde. Wat zou het ook op dit linkerkant doen, het Bcholletje van een paar c.M. dat zyn eerste jeugd gepasseerd heeft, vertrekt van de bank of de kust waar het geboren werd, en zwemt nooit meer rond in de diepten of hoogten der zee. Het blij f t op den bodem voortgcbarrelen waar het zijn voedsel vindt: allerhande schaal- en scbelpdierea. Het wie belt zich zoo in het zand van den bodem, dat alleen de groene oogjes erboven uitsteken; de naar boven gekeerde zy'de krijgt de kleur van den bodem, de andere (bij schollen altijd de linkerkant) wordt wit en meteen wringt zich de bek nog iets meer naar rechts, in dit geval naar boven, gezien de houding of liever de ligging van de platviseh. Van die oogen- en bekverdraaiery' heb ik D vroeger al eens bet een en ander verteld; ook al, geloof ik, dat de viscbjes in de eerste drie jaren sterk in de lengte groeien, later naar evenredigheid meer in de dikte. Nog niet, hoe de onderzoekers te weten komen hoe oud een echol is; want dat wist ik vroeger ook niet. Het blijkt anders nog al een voudig. Een viech heeft net zoo goed jaar ringen als een boomstam Op de beenderen of graten, vooral op de kieuwdekselbeentjes, Ik smeek U, groote heilige Exterminus hem dat te bevelen. Groote, heilige Exterminus l Uw macht is zóó groot.... verbind mjj met den man, dien ik liefheb. Dtórom smeek ik UU" Hoeveel minnende" vrouwtjes zullen hare knietjes nog schaven en den grooten, heili gen Exterminus aanroepen ? l *.* Hoe wispelturig gebiedster-Mode ook mag zijn, sommig tooisel en parneersel duldt zjj steeds in baar domein. Zoo ook de strnisveer, die altijd victorieus op den hoed zal wapperen. Voor de groote hoofddeksels, waarmede Vorstin-Mode wederom in het voorjaar 1910 de schoone sekse tegemoet treedt, vormt de struisveder een bizonder dankbaar garneersel. Zij laat daarnevens oog ruimte voor een stuk of tien, vijftien rozen of andere floralia. Vooral rozen doen altijd lief. Rozen op den hoed, roosjes op de koonën en rozen op de corsage." Tot troost voor de beeren dezer schepping zij gezegd, dat zoo'n beeldige en flattense hoed met struis veeren en rozem nog steeds geen vermogen kost l Ondanks de fijne en minutieuse af werking zyn de bloemen voor een prikje te verkrij gen, daar zij in groote massa's gefabriceerd worden. De grovle struisveeren laten zich niet zoo een, twee, drie van den rug van vogel struis plukken, maar worden door aaneen voeging en samer.flansing van kleine veertjes tot het elegante wuivend geheel. Zeer up-to-date zyn voorts boa's en stola's van st ruis veeren en marabon Nog steeds zijn de sjaals, met ran den van marabou afgezet en vogue", en staan dan ook keurig, op elegant-nonchalante wijze om de schouders gedrapeerd. INTEBIM. IMIIIIlNIlHimillllll Aan Haar, Net een dnifken, Maar ze kirt niet. Stille zit ze, Zonder toon. Zoo weemoedig Kien haar oogen, Zoo onschuldig En zoo schoon. Ach! kon ik dat Duif ken vangen: 't Schoonste duifkeu Van het land; Om 't te voeren Van myn eten, Om 't te streelen Met mijn hand, Kir eens, duifken, Lieve schoone l Dat ik hooren Kan, of gij Al of niet zoudt Willen wonen In het aardig Huis van mij? PEERKE DEK BELG. M eer l o. op de wervels en de oorsteentjes :jjn de jaar ringen goed af te lezen, evengoed als bij slakkenhuitjes en mosselschelpen. Het zijn evenals bij boomen de aanduidingen van periodieken groei, die weer afhankelijk is van de jaargetijden. Visechen eten 's winters weinig, dat weet ieder aquarinmhouder ; eerst als ze lang in kunstmatig verwarmend water leven, beginnen ze 's winters ook geregeld te eten. Met behulp nu van deze jaarringen en van de merkplaatjes is het mogelijk, aa te gaan waar de scnolletjes en schollen op eiken leeftijd 't liefst vertoeven en... te vangen zyn. E. HEIMANS. CORRESPONDENTIE. J. d. D., B. en P. Hartelijk dank voor de kieuwpooten; nu nog de nog vuriger be geerde Apui. In de kleine zaal van het aquarium van Artis zijn op het oogenblik de merkwaardige kieuwpooten (Braucbipus) in leven te zien. Hoe lang ze het harden, valt moeilijk te voorspellen. a Gehoorbeentje, b kieuwplaat en c wervel van een s;hol, met jaarringen"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl