Historisch Archief 1877-1940
No. 1710
DE AM S E R D A Vl M E R W E EK B L A D V O O R N -D'ÉR L A N D.
Pruisen ia in zijn Louieejaar". Juist hon
derd jaar geleden stierf de bekoorlijkste en
aanminnigste aller Pruisische vorstinnen, die
door onze Oostelijke naburen nog steeds
achwarmeriach wordt vereerd.
Trouwens Koningin Lonise" was een
luchtige" koningin, een lief aebbende ega, een
zorgzame moeder en.... de uitvindster van
het kinderbal l
Om haren koninklijken spruiten eens een
nieuw pretje te geven, kwam de vorstin
op het idee van een fcleine-menechenbal,
een tot %nog toe ongekende attractie, die ia
«lle hofkringen doordrong. Zoo heeft
Kotzebne in z'n bekende courant een dezer kin
derfeestjes besc >r«ven:
Zoodra het Hjf gezeten was, zette de
muziek een slapend adagio in. De kleine
maskertjes waren nog onzichtbaar. Plots
echoot Amor onder den zetel der Koningin
te voorschijn en gaf haar «en pijl met in
scriptie: De vos yeux a tous nos coeurs".
Tegelijk kwamen nu uit alle hoekjes de
kleine dreumesjes aangebippeld en getrip
peld en koos elk cavaliertja zich z'n dametje
uit voor de polonaise. Daarop begon het
eigenlijke bal.
Een kleine Savoyard reciteerde nog voor
de koningin het volgende guitige versje, een
typisch staaltje van den smaak uit die dagen,
waarbij nübftaT een appel offreerde:
La pomme c'e*t Ie fruit dont la fable et
l'nistoire
Depnis des siècles entiers ont garde la
mémoire.
Si je la mets a vos genonx,
C'est que de tant d'attiaits les Dieuxvons
ont ornée,
Qu' Adam l'aurait prise de VOUB
Et Paris vous l'aurait donnée.
* *
#
Een sensationeel echtscheidingsproces k wam
dezer dagen voor in de rechtzaal te Parijs.
Een ingeniense Parysche schoone bad een
nieuw en probaat middelija uitgedacht om
den heiligen hu^elijksoand ie breken. Eiken
dag op hare knieën gelegen in een boekje
van baar bondoir, zond zij schtetgebedjes op
tot den Sancms Exterminus", een heilige
dien ge te vergeefs op een kalenderpagina
kunt zoeken! En.... Exterminus verhoorde
haar bed 11
De litanie, die het lieve vrouw'je eiken dag
prevelde, werd door baar versmaden echt
genoot onder hare paperassen ontdekt. On
der groote hilariteit van het lubliek klon
uit den mond van een der advocaten het
volgende gebed:
Groote, heilige Exterminnsl Ik smeek U
hart en hoofd van Madame Fernande zoo
lang door helsche geesten te kwellen totdat
ze de noodzakelijkheid inziet van haren man
t« scheiden.
Groote, heilige Exterminus! 11 smeek U,
hoofd en hart van den echtgenoot van
Madame Fernande zoodanig door helsche
geesten te kwellen dat by zonder mij niet
meer kan leven; dat hij st-eds aan me denkt
bjj dag en nacht, mij al,én vurig bemint
en.... zyn vrouw verlaat!
Groote, heilige Exterminns! Ik bid U,
h'oofd en hart van mijn eigen man dermate
te kwellen doof helsche geesten, dat slechts1
deze gedachte hem bezielt: my </rtóteg«»en,
en Tsn verdere gemeenschap met mij af .iet.
IIIIMIIIItltmilllltttlltmHIIIIIIIIHIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIimilllllllllltlllllinil
UIT DB NATUUR.
CCCLIX. Het merken van dieren.
Nieuw is niet de zaak, maar wel de bedoe
ling. Ook vroeger werden dieren gemerkt, om
ze bügelegeahtid te kunnen herkennen. Bij
de valkenjacht op reigers werd, zooals ieder
weet, den gevangen vogel een ring om den
poot geslagen; zoo noodig verbond men zyn
wonden, daarna kreeg het dier de vrijheid
terug. Het was niet meer dan een
sport-aardigheid, men kon zien of de reiger al eerder
het spel tegen den valk had verloren.
Met een economisch doel werden en wor
den koeien, paarden en verdere weide-dieren
gemerkt; vooral daar, waar groote kudden op
gemeenschappelijk terrein grazan; hei voor
komt twisten; het ingebrande merk verdween
nooit meer en gold als eigendomsbewijs.
Zonder direct voordeel of onmiddellijke
winst te beoogen gebeurt het merken van
vogels tegenwoordig op zeer groote schaal;
het doel is zuiver wetenschappelijk, want er
wordt alleen waarheid gezoeht; en wel omtrent
den juist en weg, dien trekkende dieren kiezen.
Het voornaamste zoologisch station.in
Europa, waar trekvogels gemerkt worden, is
dat te Rositten op de Kurische Nabrnng.
De directeur, dr. Thieneman, is al eenige
jaren lang bezig, vogels van verschillende
soorten van een ring te voorzien; die riog
wordt om den poot gelegd, hy' is van
allumimam vervaardigd en zoo dun en licht, dat de
Qm steno a m.
FAIT SUR COMMANDE
D A MS HOS ATELIERS
TiSSU ANGLAIS TRESSE
HAUTE NOUVEAUT
vo<el er niet in bet minst door belemmerd
wordt ia zjjn vlucht.
Elke ring draagt een nummer en de groote
nog «en stempel: Vogelwarte, Rositten,
Geraania, dut het adres van het station.
De bedoeling ie, dat ieder die een vogel
met zulk een riag in handen krijgt, hetzij op
déjacht of door een toeval, dadelijk dan ring
terug zal zenden naar dr. Thieneman. Die
kan in zijn administratie door middel van
het No. op den ring, nagaan, waar en wan
neer de vogel is ge ingd. Da plaats van
terugzending is in den regel het
winterverblijf van den trekvogel.
Door deze eenvoudige methode is er in
korten tijd al veel meer zekerheid verkregen
over den weg, dien trekvogels nemen, dan in
lange jaren door eenvoudige vermelding van
het aantreffen in het winterverblyf. Dan toch
kan niet worden uitgemaakt, waar de vogels
van daan kwamen. Nu wel: jonge ooievaars
in Rositten geringd, werden aangetroffen aan
het Victoria Nyanza, andere aan het
Tsadmeer in Rodesiëen in Basoeto-land; een
Dnitsche ooievaar werd verleden jaar in de
Kalahari-woestyn by de Kaap buitgemaakt
door jagende Boscbjesmannen; die gingen
op den loop bij het bemerken van den ring,
zij zagen den vogel voor een god aan; een
verstandiger native hoorde het verhaal, baalde
den ring en verkocht hem aan een blanke;
die zond hem op naar Rositten.
Ia de laatst verschenen aflevering van De
Levende Natuur is dit alles in geuren en
Een gemerkte schol; bovenzijde (rechter).
Dezelfde, van onder (linkerzijde) gezien. (Foto's uit Franz: Die Scholle").
iiiiiiiitmiiiiHiiiiiiiiuiimiiiiitiiiiimtiiiiiMiHHiiiiii immuun IIHMMIII
kleuren verteld. Ojk in ons land begint
dit jaar het ringen van ooievaars. Een assis
tent aan het Zoölogisch station in Den Helder,
de heer H. C. Delsman, kreeg den ring van een
meeuw in handen en zond.dien aan dr. Thiene
man ; en deze wakkere .directeur rtcruteerde
meteen den heer Delsman als agent voor
Nederland tot het ringen van ooievaare. Ieder
die een ooievaarsnest op of bij zijn huia heeft,
moest van het jaar eens meewerken. Ringen
zyn met de noodige inlichtingen gratis te
krijgen bij genoemden heer Delsman.
Maar er bettaan niet alleen trekvogels; er
zyn ook trekvisscben; >denk maar aan zalm,
aal ea scbol en daar deze ook in om land
nog altijd tot de begeerde levensmiddelen
behooren, heeft de opsporing van hun
trekwegen, behalve wetenschappelijke waarde,
ook nog practuche en economische
beteekenig.
In d«n Heldar nu is men al sedert lang
aan het bot- en scholmerkeu Ook in
Duitschland is men er mee bezig; in een mooi boeeje
van dr. Victor Franz te Helgoland, getiteld
Die Scholle" 12e »rl. van de Meereskunde"
staat een uitvoerig verslag van zoo'n expe
riment in de Oostzee, uitgevoerd door dr.
Strodtmann.
Vicsohen leven nu eenmaal om ge van ge»
te worden, wat bij vogels niet zoo algemeen
regel is; daardoor komen de merken vaker
terug. Zoo kan men al van een bepaald
gedeelte van de Oostaee met zooveel zeker
heid den weg volgen, die de larven van de
schol en de jonge viaechen nemen, »1« zij van
9n naar de Susten trekken, 't I*, of de zee
tot op den bodem doorzichtig was.
Een alluminiutn ring om den poot slaan,
gaat nu eenmaal niet by een visch. A s
merkteeken wordt een ebonieten of
hartgummi schijfje gebruist, dat een nummer en
adres draagt. Het wordt in tweeën aange
legd". DH eene helft draagt een kegelvormig
pennetje". Dat wordt door het staartvleesch
van de visch heengestoken; het pennetje
eindigt in een schroef iraad; als moer
wordt er een tweede plaatje opgedraa d. Zoo
zit het merk vat t als een muur, het is
onuitwischbaar, het roest niet en de visch heeft
er hoegenaamd geen hinder vau bij het
zwemmen. Dat is natuurlijk goed onderzocht.
Het dier voelt ook van het merken waar
schijnlijk niet meer, dan de jonge meujes
deden, aan wie nog niet soo heel lang geleden
gaatjes in de ooren werden geprikt, om er
belletjes in te kunnen steken.
De foto's hierbij laten u een gemerkte"
echol zien; van onderen is 't pennetje er
doorgestoken en op die witte onderzijde il
ook het nummer in<esiempeld.
Eigenlyt zyn de woorden onder en boven
zijde bier by een schol misplaatst, zooali u
weet. Wat wy bovenzijde noemen is de rechter
kant, de witte is linkerzijde; dat wijzen
de vinnen voldoende uit. Da rugvin, de horst-,
de buik- en de achter vin staan goei op hun
plaats, maar de vfrgisstng ontstaat door den
merkwaarditen oogenitand van da
platvigscherj. Daar de beide oogen naar n kant
van iet lijf zyn gedraaid, lijkt dit de boven
kant. Als jong icholletje evenwel, taten ze
nog, zooals normale oogen pa<*t, behaorlijk
rechts en links van den fcop. Maar al spoedig
begon het linkeroog te draaien, het groeide
om zoo te zeggen door den kop heen, naar
de rechterzijde.
Wat zou het ook op dit linkerkant doen,
het Bcholletje van een paar c.M. dat zyn
eerste jeugd gepasseerd heeft, vertrekt van
de bank of de kust waar het geboren werd,
en zwemt nooit meer rond in de diepten
of hoogten der zee. Het blij f t op den bodem
voortgcbarrelen waar het zijn voedsel vindt:
allerhande schaal- en scbelpdierea. Het wie
belt zich zoo in het zand van den bodem,
dat alleen de groene oogjes erboven uitsteken;
de naar boven gekeerde zy'de krijgt de kleur
van den bodem, de andere (bij schollen altijd
de linkerkant) wordt wit en meteen wringt
zich de bek nog iets meer naar rechts,
in dit geval naar boven, gezien de houding
of liever de ligging van de platviseh.
Van die oogen- en bekverdraaiery' heb ik
D vroeger al eens bet een en ander verteld;
ook al, geloof ik, dat de viscbjes in de eerste
drie jaren sterk in de lengte groeien, later
naar evenredigheid meer in de dikte. Nog
niet, hoe de onderzoekers te weten komen
hoe oud een echol is; want dat wist ik
vroeger ook niet. Het blijkt anders nog al een
voudig. Een viech heeft net zoo goed jaar
ringen als een boomstam Op de beenderen
of graten, vooral op de kieuwdekselbeentjes,
Ik smeek U, groote heilige Exterminus hem
dat te bevelen.
Groote, heilige Exterminus l Uw macht is
zóó groot.... verbind mjj met den man,
dien ik liefheb.
Dtórom smeek ik UU"
Hoeveel minnende" vrouwtjes zullen hare
knietjes nog schaven en den grooten, heili
gen Exterminus aanroepen ? l
*.*
Hoe wispelturig gebiedster-Mode ook mag
zijn, sommig tooisel en parneersel duldt zjj
steeds in baar domein. Zoo ook de
strnisveer, die altijd victorieus op den hoed zal
wapperen.
Voor de groote hoofddeksels, waarmede
Vorstin-Mode wederom in het voorjaar 1910
de schoone sekse tegemoet treedt, vormt
de struisveder een bizonder dankbaar
garneersel. Zij laat daarnevens oog ruimte voor
een stuk of tien, vijftien rozen of andere
floralia. Vooral rozen doen altijd lief. Rozen
op den hoed, roosjes op de koonën en rozen
op de corsage."
Tot troost voor de beeren dezer schepping
zij gezegd, dat zoo'n beeldige en flattense
hoed met struis veeren en rozem nog steeds
geen vermogen kost l
Ondanks de fijne en minutieuse af werking
zyn de bloemen voor een prikje te verkrij
gen, daar zij in groote massa's gefabriceerd
worden.
De grovle struisveeren laten zich niet zoo
een, twee, drie van den rug van vogel struis
plukken, maar worden door aaneen voeging
en samer.flansing van kleine veertjes tot het
elegante wuivend geheel. Zeer up-to-date zyn
voorts boa's en stola's van st ruis veeren en
marabon Nog steeds zijn de sjaals, met ran
den van marabou afgezet en vogue", en staan
dan ook keurig, op elegant-nonchalante wijze
om de schouders gedrapeerd.
INTEBIM.
IMIIIIlNIlHimillllll
Aan Haar,
Net een dnifken,
Maar ze kirt niet.
Stille zit ze,
Zonder toon.
Zoo weemoedig
Kien haar oogen,
Zoo onschuldig
En zoo schoon.
Ach! kon ik dat
Duif ken vangen:
't Schoonste duifkeu
Van het land;
Om 't te voeren
Van myn eten,
Om 't te streelen
Met mijn hand,
Kir eens, duifken,
Lieve schoone l
Dat ik hooren
Kan, of gij
Al of niet zoudt
Willen wonen
In het aardig
Huis van mij?
PEERKE DEK BELG.
M eer l o.
op de wervels en de oorsteentjes :jjn de jaar
ringen goed af te lezen, evengoed als bij
slakkenhuitjes en mosselschelpen. Het zijn
evenals bij boomen de aanduidingen van
periodieken groei, die weer afhankelijk is
van de jaargetijden. Visechen eten 's winters
weinig, dat weet ieder aquarinmhouder ; eerst
als ze lang in kunstmatig verwarmend water
leven, beginnen ze 's winters ook geregeld
te eten.
Met behulp nu van deze jaarringen en van
de merkplaatjes is het mogelijk, aa te gaan
waar de scnolletjes en schollen op eiken
leeftijd 't liefst vertoeven en... te vangen zyn.
E. HEIMANS.
CORRESPONDENTIE.
J. d. D., B. en P. Hartelijk dank voor de
kieuwpooten; nu nog de nog vuriger be
geerde Apui.
In de kleine zaal van het aquarium van
Artis zijn op het oogenblik de merkwaardige
kieuwpooten (Braucbipus) in leven te zien.
Hoe lang ze het harden, valt moeilijk te
voorspellen.
a Gehoorbeentje, b kieuwplaat en c wervel van een s;hol, met jaarringen"