Historisch Archief 1877-1940
No. 1712
D E A M S T E II D A M M E 11 ' Vv E' K K!B L; A D VOOR N E D E ELAN D.
EEN 20 JARIG SUCC
heeft IVI f\ VJ| (j| l 8 f\ i~\ \J IVI A aan zijn voortreffelijke kwaliteit te danken. Eenig in zijn soort om zwakke soepen, bouillon etc. van smaak te verbeteren.
milMIMIMIIMIHM
zien ran jeugdige pbenomenen van zegge ...
twee tot negentien jaar !
Elke tak van kunst is vertegenwoordigd.
Zoowel proeven op het gebied van architec
tuur, decoratie en zei f g impressionistische
teekeningen, die meestal een echt kinderlijk
karakter dragen, zijn ingezonden.
De trots van de jongsten in het ryk der
kunst is Scot Salomon, een jeugdig genie
van... nauwelijks twéjaar, wiens jurkje
nu al getooid is met de gouden medaille
van de Society!
Zijne teekeningen zijn natuurlijk zeer
impressionnistisch en van de zeer zeker niet
overbodige kantteekeningen zijner moeder
voorzien. Zijne allereerste artistieke; proeve
met htt teekenstift, die een boom moest
vooretellen, schiep hij op den nog jeugdigeren
leeftijd van zeventien maanden.
Voorzeker zal de alziende pbantasie van
een liefhebbend moederoog geholpen hebben
om het karakter van dit eerste kunstraadsel"
op te lossen.
INTEBIM.
iiiiiiMiiiiiimiilimmiiiiimliMimiiiMiimiimliiiiimliiiiiiiiiimimiiiii
UIT DE NATUUR
Op de Haarlemsche
Bloemententoonstelling.
Misschien hadt ge van mij geen opstel ver
wacht over een tentoonstelling, iets dat altijd
gedwongen en kunstmatig blijft, al ia het
er ook eene van bloemen- en bladplanten.
Inderdaad, als deze tentoonstelling was
als elk andere, dan zou ik er niet over be
gonnen zijn; en ook nu denk ik er niet aan,
u nog eens weer lastig te vallen met namen,
van bollenkweekers en met de lofspraken
op de vele inzendingen, die ge al een
paar maal vermeld hebt gezien en die,
hoe mooi ook op zich zelf, toch alleen
door een vakman op hnn volle waarde
geschat kunnen worden; en vaklui hebben
hun eigen vakblad, met specialiteiten die
zoo iets veel beter behandelen kunnen, dan
een gewoon natuurvriend en medewerker in
een dag- of weekblad. Ik wil alleen den
indruk aangeven die het geheel en enkele
deelen op mij maakten.
Wat deze bloemententoonstelling voor mü,
en, dunkt mjj, voor elk die geen vakman is,
onderscheidt van alle, die ik tot nu toe ge
zien heb, dat is de uitgebreidheid en de
natuurlijke opzet. Werkelijk de mis-en-scêne
van dit bloemenfeest is indrukwekkend.
Er moeten minstens twee machten samen
werken om zoo iets tot stanl te kunnen
brengen; in de eerste plaats de natuur zelf,
en dan een of meer artistiek aangelegde
meosoheD, die tegelijk, deskundigen zijn.
De natuur leende hier n bo^chparty of
liever een stnk park, zoo waardig van ge
zonden ouderdom en zoo trotsch van rijpe
schoonheid, als er maar weinige in ons land
en daarbuiten te vinden zijn. Onder de
prachtige, zware eiken en beuken van den
ouden hertekamp, waar tot nu toe alleen
de herten mochten loopen, waar, behalve
een enkele oppasser, sedert vijftig jaar geen
mensch een voet heeft gezet, moogt ge
nu wandelen onder lenteboomen langs
lenteblossem. Ik weet niet hoe gij er over denkt,
maar mij was alleen dat den toegangsprijs
dubbel waard. Ik ben er heen geweest
in den morgen, toen er nog weinig publiek
was en nog eens een paar maal tegen
sluitingstijd onder het gewone etensuur;
het was er stil; de zanglijster kwam er
wormen zoeken op den breeden boschweg,
een vink stapte def.ig heen en weer over
een tafelblad voor de restauratie; in de
boomen sloeg een merel en trillerden de
groen-vinken; blauwe pimpeltjes onderzoch
ten met muziek de schubben van de beuk
enknoppen, die al wat groens laten doorgluren
en alleen voor de schuwe houtduiven was
er nog altijd te veel volk.
Daar, op de hoogte van de restauratie,
kunt ge het gemakkelijkst een goeden in
druk krijgen van het geheel, \ÓÓT ge u laat
inpalmen door de bijzondere deelen.
Het mos is er al vertreden en weggetrapt
op den langen weg tussctien de hoofdge
bouwen en de schilderijenzaal; het zand
komt er door en dat geeft de illusie dat hier
al vroeger een breede boschweg liep. Geen
zware drukkende allee, geen parklaan, met
twee of vier rijen boomen evenwel; de oude
knoestige eiken staan in groepjes, zoo los
en natuurlijk, als hielden ze onder elkaar
een buurpraatje met de benken over al het
nieuws dat ze nu dagelijks zien, over al die
menschen die onder hun wijd-gespreide armen
doorwandelen, over de mooie bloemen, de
anemonen, de hyacinthen en de narcis°en,
die zoo onverwachts opschieten aan hun
voet.
Een stijve laan te maken en zoo iets moois
Wijlen de oude Krelage, 40 jaar lang Voor
zitter, (tot 1900) van de Vereeniging voor
Bloembollen-Cultuur; welke Vereeniging deze
tentoonstelling organiseert.
Qmsteroa m.
FAIT SUR COMMANDE
DANS NOS ATELIERS
TISSU AMGLAIS TRESSE
HAUTE NOUVEAUTE *
<Ja£e tot o o uo£e s oie
en grootsch te verknoeien, of het te dwingen
tot iets wat het niet is, dat mocht niet ge
beuren; en toch moest het idee worden aan
gegeven, dat dit de weg is van en naar
gindsche gebouwen. De manier waarop deze
moeilijkheid werd overwonnen, dat is al iets
waaruit de kunstzin van den tuinaanlegger
blijkt.
Ik heb zoo iets elders ook zien bereiken
met andere middelen ; eens in Duitachland ;
daar hadden ie steenen dierea en
diergroepen gebruikt om een richting aan te ge/en ;
goed geboetseerde en goed geschilderde
figuren waren het: honden, hazen, herten,
wilde zwijnen zelfs en kabouters ook. Wat
is het goed gezien, alles van dien aard hier
achterwege laten; die dingen doen op den
duur zoo gekunateld en popperig; hier is
gewerkt met een ander materiaal; ook
kunstmatig, maar meer in het genre en in
de stemming, in harmonie met den
mosgrond en de grijze en bruine stammen. Het
hadden witte'kleine la^e paaltjes kunnen
zijn, met of zonder guirlandes, ook dat zou
misschien goed gedaan hebben; maar wat
nuchter en goedkoop. Hier is het
Hollandsche palmboomje gekozen, de buxus en de
donkergroene taxus, die er zich van ouds
al toe leenden om tot pilaren, ballen en
obelisken gevormd te worden; vooral de
buxus is het, die wij verderop ook terug
vinden als knipfiguren, waar die aloude
knutselarij alleen een kniesoor hindert.
Ook een enkele hulst is hier en daar als
toevallig tot afsluiter neergeset, zoo natuur
lijk, dat ge den opzet niet merkt.
Dwaalt ge tusschen de boomen door over
het mos, dan moet het u als ge ooit de
natuur aandachtig hebt nagegaan bij het
zien van die natuurlijke stofleering van den
bodem wel treffen, dat hier mannen geplant en
gezaaii en geschikt hebben die bij ervaring
nauwkeurig weten, hoe de catuur het zeif
zou gedaan hebben. Zij hebben bereikt dat
deze tentoonstelling in Korten tijd een
bloemen-?Arti8" is geworden, die maanden lang,
en als ik wat te zeggen had, jaren lang, als
permanent voorbeeld kon dienen voor
bloemaanleg in parken, voor natuurtuinen op
buitenplaatsen. Wie de hervorming van den
Haarlemmerhout heeft nagegaan en leeren
waardeer en, behoeft niet te vragen, wiens
gedachten hier uitgevoerd zijn. Het kon
ook geen toeval zijn, dat het buitendeel van
de tentoonstelling zoo is gekozen dat het
koloniaal museum naar het noorden dezen
hoofdweg afsluit, alsof het park een vorste
lijke lusthof wae, en het museum het paleis.
Het bederft volstrekt uw indruk niet als
ge opwandelt van het echilderijengebouwtje
naar het andere einde en daar bezijden den
weg de luchtige zalen treft van de tijdelijke
tentoonstellingen; immers ook bij een
parktuin behooren een paar koude kassen; die
eerres vormen een wezenlijk geheel met de
hoofdmassa, ze dringen zied niet op; ze slui
ten er bij aan of het van zelf zoo was ge
komen, door het terrein en de omstandigheden.
Maar wie even nadenkt, ziet en voelt de
macht van de compositie. De gebouwen
vormen ook hier geen onafzienbare hal, maar
een complex, dat aan een groote kas doet
denken; vooral door de heerlij fee ampels met
begonias boven lanjs den middengang en
door het goed bedachte verbindingegangeije,
dat in de eerste weken vol appelbioesem
stond.
Een groote moeilijkheid moet het probleem
van de afsluiting rondom geweest zijn. Dei k
er u eens zelt in, wat dat w, vijf hectare
weiland en boomgroepen, hoog hout en lage
boacnjes, met de lichte vroolijke tenten er
bij in, zoo af te sluiten van de straat en den
rijweg, dat in elk geval wie binnen wandelt,
er geen hinder ^an onderbindt, en, althans
zonder er opzettelijk naar te zoeken, niet eens
bemerkt binnen een omheining, een afsluiting
te zijn.
Met coniferen en ander wintergroen is er
zoo handig en losjes en vernuftig gewerkt
dat ook in dit opzicht iets voorbeeldigs is
bereikt; de illusie is bijna volkomen.
Wat in ons land altijd moeilijkheden op
levert en daardoor in den regel bij zoo'n
open lucht tentoonstelling ontbreekt, dat is
de waterpartij en de terreinplooi. Hier is
toch een poging gedaan om van een kleine
toegeeflijkheid van het terrein een groot
profijt te trekken. Tusschen het voorstnk dat
hooger ligt, en de hertekamp, die aan die
zyde afbelt, is gelegenheid gevonden een
beekje te doen ontstaan, de bellingen zijn
beplant met allerlei kruiden waarvan er al
vele bloeien en die straks nog beter voor
den dag zullen komen. Een steenen helling
met rotsplanten geeft nu al aardig kleur en
afwisseling, ook dat zal nog sterker worden.
Den indruk weergeven, die de zaken voor
de tijdelijke tentoonstellingen maken, is heel
gemakkelijk; n ding voelt ieder dadelijk:
ook bier in de zaal zoo goed als buiten,
bestaat een leiding, die vele groepen tot een
geheel weet te maken, er heerscht bijna vol
komen overeenstemming eu samenklank van
kleuren en vormen. Ge verwacht een bonte
varieerende massa van tegen, naast en boven
en achter elkaar gestapelde dingen, die elk
een schoonheid op zich zelf zijn en toch te
zaaien in hun volheid te nauw en bedrukt
staan, van massa's, die u geen voldoening
schenken en ge vindt hier overmaat van
rsimte. en toch geen leegte, zoodat elke
groep tot zijn recht komt en toch verband
houdt met zijn buren.
Het ligt natuurlijk voor een deel aan mijn
geringe vakkennis, maar vraag ik me zelf
naar een herinnering uit de eerste tijdelijke
tentoonstelling, van een enkel
bloemengroep uit die symphonie van kleuren en
vormen en, het kost mij moeite iets naar
voren te brengen.
Toch waren er enkele planten, niet juist
de meest geroemde stukken of groepen die
mij telkens en telkens weer aantrokken. Een
van de Glyceri's of Wistaria's in pot, de
meest rechtsche, is van treffende schoonheid.
Hij etaat mij op het oogenblik nog zoo
helder voor den geest, dat ik me verbeeld
die Blauwe Kegen met zijn twee of drie
lange trossen op een ouden knoestigen
krommen stam, zoo uit het hoofd te kunnen
schilderen. En dan dicht bij den grond
tegenover de beroemde Ehodondendrons die
twee hoekgroepen niet Salomonszegel; die
ben ik nog niet kwijt; evenmin die mooie
vreemde kleur tusschen grijs en geel van
hel gestreepte en geplooide linnen, dat het
glazen dak verbergt en dat van het zonlicht
juist zooveel en zulk licht doorlaat, als voor
het goed uitkomen van al die zachte en fijne
bloemenkleuren noodig is. Wat een prachtig
geheel vormde in dit gedempte licht, de
groep Darwin-tulpen op hun slanke stengels.
Stellig vind ik er in een of ander opzicht
nog wel eens stof voor een opstel, ik heb
me voorgenomen heel vaak naar deze ten
toonstelling te gaan; de tijdelijke, die nu
pas weer geopend is, geeft zoo mogelijk nog
meer moois te zien dan de vorige. En in het
boach staan nu de hyacinthen op hun
mooist. Buiten de tentoonstelling op de
velden de cultuur en maife, hier de toe
passing in een parktuin met diezelfde hya
cinthen in decoratieve bedden en groepen.
E. HKIMANS.
187 J
/
18tO
/ iVJöCUl
1890
3.r>on.(H!()
1900
"..">( iD.dO
1909
De Nederlandsche bloembollen-export van IStid?l 'JOH, bij benadering naar verschillende
gegevens geschat.
Japansche Dwergboomen op de Bloemententoonstelling te Haarïem. De Blauwe Regen, de dwergboom waarvan in
den tekst sprake is, is Hoilandsche cultuur,