De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 24 april pagina 3

24 april 1910 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

DE- AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ook?«t!«r ijk mede te deelen wfti ik op een bestetwi bijeenkomst, waar d»se heer niet aanwerf g wsa, «a gaaeg^beitbe». Mocht de beer d* B. dete weg nog vreter inslaan, dan zon bet voor be» wel aanbeveling verdienen in dcrgdflre funtötm te vermelden o%t brj iets «leekt» Mi inttn'tia of alteen van hoeren ^raggc* *«t. leder gewoon raeaseh weet dat "toweben eigen waarneming en dergelijke gevallen van int nït ie" groot verf cbil bestaat; eta aenkomfnd jnriet als de beer de H. moest ft weten. Tot de goed* zeden der journalis tiek behoort bovendien geen auteurs te noe men van ongeteekend verschenen artikelen, ea gtker niet te doen Echynen of dit ook werkelijk de autenrs zijn. M. de R , ik behoef nanwelrjks te zeggen dat ik met groote gelatenheid weet te dragen dat U aan iemand, die zqn strepen in de -wetenee lap nog moet verdienen, veroorlooft, 'tav, als mindere compilator" te dicqualificeeren zonder zelfs een poging van bewijs daarvoor te leveren. Onlangs werden in het Tijdschrift v. Strafrecht zelfs mannen van eet e wereldreputatie als Friedrich Engels en Kari K»ntsky door den studiosus in qttmtie al« terioge Marxistische dilettanten" aangeduid l Ik kan echter mijne verwonde ring niet onderdrukken dat redacties, als dte van bét Tijdschrift v. Strafrecht en van Uw weekblad, hunne kolommen door dergelijke boosaardige zotteklap laten ontsieren en iemand veroorloven zich reeds onmogelijk t» maken, voordat zijn wetenschappelijke loopbaan nog feitelijk begonnen ia. Hoogachtend A mat., 21/4/10- Mr. W. A. BONGEB. * * * ; Wg geven den inzender bet vols+e recht xleh te v er weeren tegen den aanval van den neer Jacob Israël de Haan die daar als bq bat wenscht op zal antwoorden. Wij moeten echter doen opmerken, dat wij van onzen Krat het recht zonden hebben de passage. tegen ons gericht, te weigeren, omdat het tam een redactie niet mag worden geeiecht, dit zjj den schrijver van een stnk een stuk, bovendien gedeeltelijk ironisch gesteld lattig zou vallen over iedere qualificatie. " Bet recht tot verweer t taat bij ons immers open, en wie slechte qualiflcaties bezigt kan ójtar spoedig slechte gevolgen van ondervinden Dat bet geen goede journalistiek is een worp te doen Baar een naam, die achter initialen schuilt, is ook onze opinie. Zoo dikwijls bet gebeurt, en wij er ons bovendien bewust vin «tin la' en wij bet niet toe. E Pöföiu d£Q Bjbü". Gtachte Redactir, 'Met verbazing en ergernis zag ik in het vorig nommer van uw blad het spotprentje getiteld Eik a Hopper's Bijbellezing in de Vrije Gemeente." Is 't dan waarlijk zoo betschelijk dat een talentvolle tooneelspe eister ?en voordracht hondt over gewijde poëzie en proza, voor een goed deel aan den Bijbel ontleend? Zijn dan de dagen nog niet voorbij waarin Voltaire of, om een Hollandsen type te noemen, Jan Bap zich goedkoope aardig heden over den Bgbel veroorloofde? Is t dan niet van algemeene bekendheid dat de grootste kunstenaars, beeldhouwers sis Clans Sinter en Michel Angelo, schilders als Rembrandt en leraëls, dichters als Milton en Vondel, toonkonstenaars als Bach en Handel, om geen anderen te noemen, door bijbelscfae figuren en tafereelen geïnspireerd Wordt h«t niet hoog tyd dat aan vele zoogenoemde besebaafden en ontwikkelden de oogen geopend worden voor de letter kundige en aesthetieche waarde van menig bij helse h fragment, om van de godsdienstige niet eens te spreken, waarvoor zy te eenenmale blind zijn ? En zou daaraan de voor dracht van zulke fragmenten, vooral als zij zoo sober en tobel is als die van Rit a Hopper, niet bevordrrljjk kunnen zijn? Wat my betreft, by'ia zon mij de luet ver gaan om verder aan uw blad mede te werken, Itefde ik niet in de hoop dat deze misgreep alleen een tijdelijke aberratie is, begaan onder den is vloed van een of ander smakeloos gpotduiveltje. In die hoop, Uw dw. P. H. BUGEKHOLTZ Jr. ??* Wanneer een klein meüje leest in een groeten foliant zegt de thuis komende vader : Kjjk 'DB an, de kat in den Bijbel !" Is daarmede kwaad gezegd van den inhoud des foliants? Van den Bijbel? Van het lezen zelf? Van het genas der katten ? Is daarmede batelgkheid gep! eegd ? Of1 is een ijverig, beminnenswaard meisje, waarvan baar vader nog veel genoegen be leven ral, even om de tegenstelling van het kleine vrouwtje en het groote boek onschul dig geplaagd? En zoo ja, hoe kunnen wq dan andeis dan ons verwonderen over de verwondering van onzen geachtan inzender. Wjj zijn oprecht verwonderd over deze en andere klachten, die wij naar aanleidiz g van Braakensieks plaat ontvingen, en wy vragen oni af, of in Nederland kleine plagerijen dan niet meer geoorlcofd zijn BID. Hooggeachte Redactie l Naar aanleiding van de behartigenswaar dige denkbeelden in de Haagsche Brieven van Jan Bramsen No. VIII, vcoi komende in No. 1710 van uw blad, uitgesproken, wen?ch ik even te wijzen, tot versterking van die denkbeelden, op 't geen er in Fransche en Belgische couranten, door Fratsche af ge vaar digden, en*, enz. is te berde gebracht naar aanleiding van een to'ucietasschen Frankrijk en België, in de jaren na 1840. Daaruit blijkt boezeer Frankrijk die unie wenschte uit poli tiek oogpunt; van hoeveel belang die unie geacht werd tot binding van Belgie's natio nale en economische krachten aan Frankryks macht, hoezeer Engeland en de andere Sta ten dit inzagen en er zich dan ook met kracht tegen verzetten.*) Dat alles is zeer leerzaam, en zeer geschikt om ons tot nadenken te stemmen. Men vindt er argumenten te over voor de denkbeelden, door Jan Bramsen ontwikkeld. Ik wil slechts even een aanwijzing geven, meer niet. Een uitwerken van deze parallel laat ik aan anderen over. *) Zie Bibliografie van den Vlaamschen taalstrijd door Th. Coopman. Dl I, 283; Dl. II, 18, 28, 35, 59, 122?123, waor men ver dere verwijzingen vindt. Met dankzegging voor de plaatsing, die n- o. -e bijdragen tot het wakker maken van Nederlandscbe autoriteiten in 't bijzonder, en van alle oprechte Nederlanders in 't algemeen, blijf ik, hoogachtend. UEd. dw. dr., 's G r a v., April '10. Dr. C. H. PH. MEIJER. . Vers chtnen is de eerste serie van de Go'retpmtdance van Gustave Flanbert, be vattende de briefwisseling ?van 183 ? 1860. Deze brieven, herkomstig uit de jeugd van den schrijver van Madame Bovaiy, vijn voor bet met-rendeel gericnt aan zijn vrier d Ernst Chevaïier. In dit deel komen verschillende brieven voor welke tot heden nog nergens gepubliceerd worden. Eene bijzonderheid van deze uitgave is nog dat zy gedrukt is op papier speciaal door de firma Van Gelder & Zonen, wier naam in elk vel tweemaal voorkomt, daarvoor vervaardigd en dat Flanbert's handteekeninz, Mj wijze van watermerk, om de atdere bladzijde aan den voet der pagina'a daarin is aangebracht. MUBRAY" v BABDEKER." De schrijver Grant Allen vertelt dat by op een goeden dag in de schaduw van de Sphhx eens zat te bladeren in zijn Baedeker. Een sheik keek hem droevig aan en schudde het bootd. Murray goed," zeide hy met ernstige, waarschuwende stem, Baedeker niet gord. Waarom hebt gij een Baedeker genomen?" Gekheid," antwoordde Allen, Baedeker is best. Wat hebt ge tegen Baedeker?" Oe sheik vouwde de handen samen, keek Allen met medelijdenden blik aan f n zei: Baedeker is een slecht boek ; Murray is zeer, zeer gosd. Murray zegt: Geef den sheik een halven kroon ; Baedeker zegt: Geef den sheik een shilling." «C o*Bts per regel BOUWT te NUNSPEET. Inlichtingen by het bouwbareau A. r t i" aldaar. DEVENTER Handelsmerk. Hofleverancier. Geen beter reclame voor ons merk, dan dat het nagemaakt wordt. Hoedt U voor schade en let op E. N. R achter den naam Burgers. Hotel Bristol, (ITALIAANSe HE MEREN). Schoonste Winter- en Voorjaar-verblyfplaats. 1ste klas Hotel, prachtig gelegrn, met groot Panorama. Kamer vanaf fr. 4".?, Pension vanaf fr. 9. Eigenaar: C. CAMENZUND. Koopt UITSLUITEND BOTER ONDER RIJKSCONTROLE. De STAAT GARANDEERT U een ONVERYAL.SCIIT prodaet K» t er handel ZUIDL A REJf", PRINSENGRACHT 3». TELEFOON 8935 y Eenige Fabrikante ^BengerSöhn Stuttga Hoofddepöt ie AMSTERDAM: Kalverstr. 157 K. F. DEÜ8CHLE-BENGEE. r.nnflfmE IEDER STUK DAT KRIHT UHttttll l Tt WORDT TERUüfitdOMf N FABRIKATEN V/UTOH ZOntnrtMSTERDflM Verkrygoaar tHj: HIRSCH & Cie., Ben., Leidecheplein. ADRIAAN SCHAKEL, Hofl., Heiligenweg. '< H. MEYER, Hofl., Koningsplein. Mag. KEIZERSHOF, Nieuwendijk. C. NIEUWENKAMP KOTTIKG & ZOON, Galerij 29. Kleeding. Mag. M. DE KONING, Batevia. Winkel-Maat schappij,! IIGIN H ULP, Bata via. Verdere adressen onzer contractanten ver* strekken gaarne VALTON & ZONEN, A'dam. LUZERNf BALOCES fi BELLEVÖE it i: \ o?i ui *; E it i» *; HOTELS i« it%*c;. - BEAU RIVAGE GRAP BOTEL TIYOLI VICTORIA HOTEL en ó'ANGLETERRE Aan het meer. Ei*. I. HA.CKI Aan het meer. Ei?. C. GIGER Aan het meer. Ei« C. NEUKOMM Nabij het ctanor. Eir. ALB. RIEDWEG geheele jaar geopend. geopend van 12 Maart tot 20 Oclober. geopend van l April tot l Kor. geh( ele jaar geopend. FAMILIE-HOTELS met alle Comfort van den tegenwoordigen tyd ingericht. Zeer mooi gelegen met uitzicht op hét Meer en de Bergen. De Eigenaars zijn gaarne bereid «p aanvraaz de Hotelprijzen te zenden. | Men wordt beleefd verzocht Proonertus N°. 23 aan te v>ag«n. niiiiittiiiiiiiiiiMiiiiinliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiijjjiiiuuiuituiniiiiMiiiii halverwege hun route bljjvefi steken, omdat d* duisternis inviel. En de gchoenmakerecheerbaas liep als 'n gek van den een naar den ander, geheel in de war, maaiend met z'n armen en hoofdschuddend, niet anders schreeuwend dan maar al: Ncüis 't raar I Ne ft is 't rda>l" Want dominee was overigens nog al in den ?maak, door zijn teervoelende hartelijkheid. Maar dit... nee, 't w&s niet te gelooven, maar 't was wóiir, en er waren getuigen! Wie drukke klandieie had, dien da?, dat was Donwes de wiakelman. Want dóar kon je 't booren uit de eerste hand. Hil was er immers bij geweett, en bad opgewonden 't ver haal aan vader en moeder verteld. Die smeerlap!" had Douwen gehijgd, van ipraaklooze ontzetting eind'lijk bekomen; '?maar fceb 'k geen gelijk 'had, toen 'k uit den kerkermad ging 71 Non kannen ze toch oordeelen, wie hier de verkeerde if, hij of ikl" En 'a anderen daags vertelde Moeke omstan dig 't verbaal aan de klanten. Hoe ze betrapt waren door de meisje?, en hoe Van Dieren 't gezien bad, en ja, Van Dieren bad er dadelijk werk ran gemaakt, maar die bad geen idee van zulke dingen, en was na bq Douwes gekomen, want zie, die wist boe je met kerkesaken Aanmoest-, hu had immers zelf in den kerketaad gezeten, en hoe de kerkeraad al vergaderd had van morgen, ja Hil moest óók getuigen, maar ze won niet, pcb, och dat kind is zoo zenuwachtig en doét maar niks as schreien, maar m'n man zeit: ze moét, want is 't niet in 't algemeen belang ? Zóó 'n vieze vent zal je 't góéde voorhouden ?, dit kan toch zóó maar niet, hou-hou ! Maar van 't meiske is 't jammer, oeb, hélemaal overstuur is ze gisteravond thuis 'komen, en ze moesten haar direkt op bed brenge, en vanmorgen hebben ze Dokter der bij bad, 't echaap, ze kan nog wel gek worde; pas zestien jaar,... hé? Nee, 't allerergste scby'nt goddank nog niet gebeurd te z$n ; 't heeft zoo wezen moeten, dat ki kt ons meiske het zien heeft, want als't verder kamen was...ja, een wijziging des Heeren zon je zegge. En dan juist Van Eieren, een man die 't ook niet blanw-blanw blijve late zal, nee, die durft Dominee wel an! dat moet je cèt geloove. Non, baar moeke is vanmorgen óók al an de pastorie 'weest, en die heeft het hem 'zeid, hoor l Die vieslak, niet? 'n meieke van zestien jaar l Je moet je der over bedroeve, en dat in óns dorp, waar tooit zoowat an de hand is... 'n Half por d, zeiden jou f'... Zóó kruidde vrouw Douwes dien morgen de prozaïsche pcadjes suiker en stroop met 't pikante nieuws, want haar ra dn had geen tijd, die was n en al drukte, en in IIIIIIHIIIIIIIIIIIimilllllllllllllllllllllUIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIMIIIIIHIHIIIIMI de weer met Van Dieren en met de kerkeraadsleden, en adviseerde en konkelde en stookte, van fcèr naar der loopend vol van gewichtigheid en edele verontwaardiging. Maar 't meest veroi t vaardigd waren nog de fijnen. Ze zaten juist dien onrustigen middag bijeen in hun evangelisatie-lokaal, feestelijk vergaderd, en hadden een telegram afgezonden naar Doctor Abraham, om hem, den schandelijk belasterden leider, van hun onwankelbare trouw te getuigen. O, ze wonnen zoo mooi in dit dorp, de laatste jaren, en EU zou't geval van gister voor hen de triomf brengen. Want dit was toch wel de genadestoot voor het moderne ongeloof, dat tot onzedelijkheid en verwil dering meet leiden, noodwendig, naar de ordonnantiën Gcd*. Ja, ofschoon op zichzelf 't feit treurig, diep-treurig is en tot ootmoed stemt, want 't is toch de Kerke der Vaderen, nietwaar? en 't is een Dienaar des Woords, wettig be roepen en uitverkoren door de Gemeente Gods... maar, broeders, toch mogen we niet ontkennen, dat, nu 't geval er eenmaal ie, we reden tot dankzegging hebben door de bijkomstige omstandigheid, dat deze zondaar behoort tot de partij van het ongeloof. Omdat men van dien kant, niet waar, zich niet ontziet, ons belijdend Christendom aanspra kelijk te stellen voor de ontnchtelijk e zonden van onze Dienaren en onderwijzers, wanneer die, wat helaas niet ontkend kan worden, zieh óók soms een enkele maal op derge lijke droeve wijze vergrypeB." Maar broeders, hoeveel (èontzettender ig dit feit, daar er voor den be ijder gen&de is in Christus Jezu», terwijl h ier alle verlos sing ia buitengesloten..." Dacht ge dan, buurman, dat deze tiel door dit feit zooveel rger bezwaard wordt? Gróóter zonde dan de ontucht is en blijft toch altijd de Negatie..." Laat ons dan deze gelegenheid aan grijpen als een beschikking des Heeren, om hier de Negatie te krachtiger te gaan be strijden, en, zoo de Heer in zijn oneindige goedheid ons thans, want deze Dienaar zal wel worden ontzet uit zijn ambt, een Herder en Leeraar wil schenken, die den Christus belijdt, laat ons dan de ongeloovige zielen hier ter plaatse, thans zekerlijk wel van den Gruwel afkeerig geworden, voeren uit den Eeuwigen Poel des Verderft naar..." Vrouw Grutstra? nog 'n kop kcfliel" III. Toen 't begon te schemeren zat hij rog op zijn studeerkamer, waar hij dien verschrikkelijken dag zich had opgesloten; de gor dijnen toe. Want hg waa bilng voor de menschen, die buiten langs straat liepen, bang voor hun inglurende oogen, bang voor IIUIIUIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllMHIIIIHIMMflllllllllllinillllHImi kun stemmen die tégen elkaar fluisterden... O ginds die bonk op de ruiten gisteravond! Toen hij betrapt was, en Elske..., maar rger: toen zij beiden, al3plotseling wakker geschrikt, ruw en nuchter, uit schoonen droom, ieder voor zich tot ontzettende wèrklijkheid waren gekomen l Toen zij begre pen, op ns, pijnlijk-fel, den ernst van hun idyllisch »pelen ; en het hun door 't plotseliug-onjnuchterd brein flitste : dat, wat die mèuechen dachten, welke ben hadden bespied l Wat er tus;chen hen gekomen was als een kinderlijk sproot j «s-gespeel was nu, inéns, door die verraderlijke bonk op de ruiten zoo geheel tot iets ilnders geworden: tot zonde, tot lönde onverge«flijk l En in hun verbeelding rees op met afgrijglijke hel ierheid de voorstelling van de schande, van de schande die hen wachtte, straks op straat, in bui», overal, die hen zou ver volgen hun le?en lang, iederen dag. O, en zij dacht aan moeder-thuis e» hjj aan z'n vrouw die terugkwam: o God, zóó was 't niet bedoeld! o God, een onschuldig ip lletje was 't geweest; «en idylletje-van-'ndag, dat hen meegesleept bad door >ijn toet bekoren, maar gén zocde, niet dat rge, dat m»t ns gencèaad mag worden, waaraan gén van beide had gedacht... Maar nu d:\chten ze er aan, wakker ge schrikt door het plotselinge feit van bespied te zyn, o God, EU dachten ze er aas, «n schaamden zfch voor elkander, en durfden zich niet uitspreken... Totdat Eleke begon te builen, een uit barsting van door schrik en schaamte over spannen zenuwen, een wanhopig hijgen en gillen en schreien zonder tranen, tot ze neerviel, het hoofd op tafel, en dddr voor over gebogen bleef, schokkend en rillend, totdat eindlijk de tranen verlossing brachten. En hij was opgesprongen, en had sprake loos door de kamer geloopen, p-neer, ópneer, met bleek gelaat en verbijsterde oogep, als 'n gevangen dier, dat nergens uitkomst ziet in zijn onontwijkbare kooi. Had zich scfcu'dig gevoeld, tegen t&&r; hij die toch had moeten wéten II... ... Teen was ze weggeslopen, zonder hem meer aan te zien, en Lij had niets kannen zeggen, niets kunnen doen en liep maar: op-netr, op neer; als krankzinnig geworden. Tot diep in den nacht had hij, zonder klaar te kunnen denken, rondgeloopen door hui?, door zijn tuintje langs de schutting en de sloot, en d&n weer in huis, en in lle kamers was bij geweest als om iets tt zoeken, en hij wist niet wat of waar... Maar eindelijk was ook bij hém de verlossende uitbarsting gekomen, en ingeslapen waa hij, net k leer*-nen-al te bed, tot een heftig schellen hem riep. Teen was 't laat in den morgen, en't was haar moeder geweest, een temperament-volle arbeidersvrouw, die in n adem, schreeuwend en huilend en kermend, hem overstelpt had met klacht en verwijt en verwensching, en hem bad gedreigd en gescholden en gesmeekt en vervloekt, en toen weer wegging, zender van hem, die daar vóór haar s tor d, verbijs terd en stom, antwoord te wachten. Verslagen zat hy r u in zijn donker vertrek. Nog bad bij geen klare gedachte gehad al dien tijd: 't werkte en bruiste en soesde in zijn hoofd, en zijn hart beukte met zwaren slag, en klam «n loom waren zyn leden. Maar denken kon hij niet. Machinaal dronk hy 't eene glas water na 't andere, om bet schroeien van zyn keel te bedaren. Dan ineens gaf zyn kranke verbeelding hem de feiten terug, maar verergerd en schril gekleurd. Hu ... een echtbreker; en straks kwam Dina thuis die van niets wist, en die moeder met haar fel verwijt, kij vend zonder 't gewone ontzaggevoel voor d«n dominee, o straks hu overgeleverd aan den spot en 't veroordeel der menschea, en Elske, vervloekt! h|j had de reinbeid van 'n teer mooie kinderziel op z'n ge weten, o Elske, z'n kleine, vrome Bleke met haar groote vertrouwende oogen. En d;\n Dina we«r, z'n goede, trouwe vrouw, o zy met haar steile begrippfn van fat soen en eer; 't zou voor haar een doodelijke beleediging zijn, zy' waren van nu voor elkaar verloren, verloren om E iets, o zóó rg was 't niet bedoel d l... en zij zou begrij pen en vergeven ... Maar als de zaak rüchtbaar werd, haar Pothof-familie! O, schande te brengen over hun fatsoenlijken naam, dat zou niet worden vergeven l En zyn ambt, z'n heilig ambt hem zoo lief, zou bij niet het vertrouwen verspeeld hebben en de kracht van zijn goede voorbeeld... Een felle echok doorvoer zijn lijf. Daar was rumoer op de dorpsstraat. Tut gold hém 11 Ze gingen hem ketelmuziek brengen. Hij hoorde 't lawaai-gillen van opgeschoten jon gens, en verwarde stemmen daartuaechen; spotlachen en 't nadoen van krolsche katergeluiden. Een kluit modder bonsde tot stof tegen zyn ruit. Een straatdeun werd aange heven, maar barsche mannenstemmen gingen daartegen in: Allo, opgedonderd, ben jelui gek geworden l" Na eenig tumult verwijderde zich het rumoer. Als in een griezel zat hij roerloos, stijf, durfde zicb niet bewegen. Hij snakte naar adem, een rilling schokte zijn lijf. Toen ... galmde de bel, dreunend door 't holle huis. Hij slikte 't hart in zyn keel naar beneden, doodelyk verschrokken. Hij durfde niet naar de deur. Scherp sneed door zijn oor 't geknerp van de wachtende klompen cp de stoep. Dan, nogmaals, de bel... fel en driftig. Toen ging hij, schoorvoetend. iiiiiimiMriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimmiiHiiiiitMiiiiMiiiiiiiMiiiiniiiHitiiHi In den schemer stond ds koster met 'n brief: Dominee moet na maar :èlf opendoen, nu de meid. weg is en Mevrouw nog niet terug?" Hatelijk en «pottend beet de oude laf bek hem de beleediging toe, en hij voelde pijnlijk intens hoe zelfa déze 't respect voor hem na 't gebeurde ten nen male kwijt was, en hoe nu de ezel den dooden leeuw dutfde trappen. Werktnigeiyk stak hij z'n lamp op en lag. Maar 't warrelde hem voor de ontsteken oogen: ... kerkeraad ... op klacht van lidmaat P. van Dieren ... bezwaren tegen uw handel en wandel... verzoekt u te verschijnen in zrjn _vergadering.. ..hedenavond 8 nnr.... teneinde voormelde bezwaren te onder zoeken ... als getuigen gedagvaard ... Hilletje Donwes... Geertje ... Marie..." Hij zakte neer op zijn itoel en brak uit in hartstochtelijk snikken. De lamp walmde en een zwarte roetkolom stoomde naar boven. Hij merkte 't niet. De brief lag op den vloer, aan zijn onmachtige vingers ontglipt. Plotseling sprong bij «p, de banden wan hopig omhoog en op wankele beenen strom pelde bij de kamer uit. Hij opemde de achterdeur en ging den tuin in. Hij liep als een opgejaagd wild, tot wan hoop gedreven door 't haasten der honden. Tot hem door drongen verwarde praa.tge.luiden achter zij» tuinschntting; daar stonden ze weer en loerden en luisterden. Hij zag de schemerdonkre hoornen en daken ; daar zaten ze weer-en wezen hem na. Hu sloeg ly'n oogen naar boven en zag de sterren hem aankijken allemaal, spottend, honend, veroordeelend, priemden ze hem met hun fel geblikker; en op de boerenschuur gilde de uil zyn schande uit. Toen gebrilde een langgerekt gefluit van afkeuring tergend-brutaal door den stillen schemer. Even ging het dóór hem, dat dit de trein was die Dina thuis bracht, zyn vroüsv. Over vijf minuten zou ze binnendeur zijc... Een namelooze ontzetting greep beu aan. En, zooals hij in kinderlijke angstvisioenen zieh vroeger geworpen had op den veiligen schoot zy'ner moeder, en zooals in een zame worstling met de smart in later jaren het vreêbrengend bed zijn troostende toe vlucht was geweest, zoo wierp hu zieh snikkend in den stillen spiegel van 't vijverwater, dat in zijn geheimzinnig schemer-zwart-en-groen hem ontfermend opnam, tusschen rand van speen kruid en sneeuwklokjes en zacht oevergras, 't herbeginnend ontluikenswonder der lente.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl