De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 8 mei pagina 5

8 mei 1910 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Nó. 1715 DE AMSTERDAM M ERWEÊtfBL ADV OORNEDERLAND. Spaarzame Huisvrouwen MAGGI's Aroma verbetert oogeiiblikkeiyk den smaak van zwakke soepen, bouillon, groenten, sausen enz. gebruiken steeds N AG G I's lïoiliirten. MAGGI's Bouillon Blokjes. Deze dienen voor de bereiding van eenen beerlijken kop bouillon. IMIIIIIIIIIIIIIIUHHMtlHIlllllM MllllllllllllllllllllllllllllllllllMMimillll MAGGI's Soepen in Tabletten geven in korten tijd, slechts met water ge kookt, aangenaam smakende en voedzame soepen. Matriarchaat, Wie ruim 2öjaren geleden het bekende werkje van Friedrieh Engels o 7er het matri archaat (Der Urepiung der Familie, dea Pri vateigentums und dea Staats) gelezen heeft, die zal het nu een genot vinden in een beknopt bestek en in onderhoudende stijl een volledig overzicht te krijgen van de tegenwoordige ?tand van onze kennis op dit gebied. De Hollandia-Drukkerij te Baarn gaf namelik in haar serie Levensvragen" (Serie IX, No. 6) een studie uit van dr. J. Rutgerg onder de titel: De' Ontwikkelingsgeschiede nis van Matriarchaat en Hu wel g k" (prjjs/0.40). Wat bij Morgan en bjj Fr. Engels nog duister ww, is nu glashelder geworden, vele leemten »ijn aangevuld en wat vroeger nog onvol doende bewezen was, is sedert steeds meer bevestigd geworden door de nieuwere ethnologiese onderzoekingen en door berichten van zendelingen. Het beeld van het matri archaat, zoals het door dr. Bntgers geschetst wordt in het natnnrlik verband met de f entorganisatie, staat ons nn levendig voor ogen, in zijn oorsprong, zjjn ontwikkelingsvormen en zjjn verval. Ook het begin der geschreven geschiedenis, de klassieke oudheid enz., wordt na beter dan ooit verklaarbaar als de verdere ontwikkeling van al wat daaraan wal voor afgegaan. Dr. Rntgers behandelt z\jn onderwerp niet uit het oogpunt van enig politiek of sociaal stelsel, maar in verband met de evolutie der mensheid, in verband dus met de natuur studie en de levensleer van planten en dieren. De afstand, die er nog was tussen Darwin's Deecent of Man en het begin der geschreven geschiedenis, woidt door dergelijke behande ling alweer werkelik aangevuld. In dit ge schrift is ook het oude Egypte ala type van voprhistories despotisme binnen de gezichts kring getrokken, terwijl Morgan alleen de voorhiatoriese demokratie behandelde. Vooral is hierbij merkwaardig de paralel, die dr. Rutgers trekt tussen Oud-Mexico en Ond-Egypte (zie blz. 40 en 41 en ook de noot aldaar). Waar de ruimte te kort schoot, komt de schryver te hulp door te verwijzen naar hetgeen hij vroeger schreef in de Geschied kundige Bladen (2e jaargang 4e afl.) Ook van het onlangs verschenen juridies standaard werk van mr. G. D. Willinek is door de schrijver een dankbaar gebruik gemaakt ter bevestiging van de bestaande opvattingen. Men mag dus zeggen, dat dit uitgebreid gebied van de ontwikkelingsgeschiedenis van de mens, het matriarchaat eadegent-organitatie nu wel zover ontgonnen is en zó gemakkelik toegankelik is geworden, dat het histories onderwys zich niet langer behoeft te beperken tot het doceren van de aan geschreven doknmenten ontleende leerstof. Zij die, om de wording der vrouwenbeweging na te gaan, de oudste vormen van samenleving der mens heid opsporen, mogen aan de hier geschetste phase der ontwikkeling van het mensenras ook wel degelik aandacht schenken, en er niet zo licht overheen lopen als dr. Kaaymakers doet in zjjn brochure over vrouwen kiesrecht, die eenvoudig beweert dat het matriarchaat nooit bestaan heeft. De toehoorders, die op de knrzusavonden in verschillende afdelingen der Vereniging voor Vrouwenkiesrecht dr. Rutgers over dit onderwerp hebben horen spreken, zullen gaarne in de hier genoemde brochure de samenvatting vinden van zijn leerrijke rede. Rotterdam. MARTINA G. KHAIKBS. UIT DE NATUUR CCCLXXIV. Orchideeën. De eerste van onze inlandsche orchideeën begint al haast weer te bloeien; dit Harlekijntje, zooals zijn Nederlandsche naam luidt, is maar een klein plantje, een manshand hoog en zyn trofje blanw-paarsebloemen is er ook niet op berekend deze aard-orchidee in het oog te doen vallen van de wandelaar». Zeldzaam is deze harlekijnorchis anders heelemaal .niet. Wie in Mei langs voch tig veenachtig weiland loopt, moet er maar eens naar uitkijken; veel kans is er ook langs veenplaesen op onbebouwden grond. Wat de bla deren betreft, zou het een kleine tulp kunnen zijn, wat de wijze van bloeien aangaat, heeft deze orchis iets meer van een hyacinth; een heel kleine evenwel; maar met net zoo'n stijve bijna bladlooze bloeis t en gel en daar bovenaan verschei den bloempjes. Die bloempjes zelf blijken, zoodra ge het trofje in de hand neemt, in het geheel niet met hyacinthenbloemen overeen te komen; veel meer lijken ze op die van de ge vlekte doove-netel; net zoo'n tint: licht of donkerpaars met allerlei vlekken en stippen; ook zoo'n slip naar onder gericht: de onderlip, en een rechtopstaand bovenstuk, dat als de kap van een sjees of tilbury het binnenste ran de bloem overwelft. Maar juist dat inwendige van de bloem zegt ook van de eenvoudigste orchidee dadelijk, dat de plant tot de beroemdste van alle plantenfamilie's beheort, tot de meer begaafden; om zoo te zeggen tot de menschen onder de planten. Want,als ge maar ooit een bloem: een lelie, een wilde roos, of een witte doornoetel van binnen hebt bekeken, ziet ge onmiddellijk aan uw Aanschouwelijk onderricht in den tuin van een kleine kinderen schooltje in China. Het ploegen. IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMMMIMIMMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIII l ALrErEJ^ErEI Een iprootjeskked. Feeëriek van glana en schittering is eea damestoilet, dat tegenwoordig als soireekleed in Berlijn gedragen wordt, en dat men, met slechts een klein weinigje overdrijving, een kleed van glas zon kunnen noemen. Het geheele oppergedeelte van dit toilet is vervaardigd van geknoopt zijkoord met glaspaarlen. Van zilverkant en zilvergaas is het onderkleed, waarop de parelglans der kralen schittert als hadden ze waarlijk eenmaal op den bodem der zee in oesterschelpen ge sluimerd. Alleen de voorbaan van de rok is van een anderen tint van grijs, die het eento nige een weinig breekt en daardoor aan de cchittering nog meer relief geeft. Onder aan den rok hangen de paarlen in lange koorden los haar omlaag. Dit versterkt het toch reeds min of meer spaansche karakter der kleedjj, die verwachten doet, dat het kleine, in een zilvermuiltje schuilend voetje der draagster, ceqaet omhoog zal gaan voor den beginpas van een Afcdaïusischen dans. Onwillekeurig voelt ge neiging den seguedilla te neurien uit Bizet's Carmen: Pies des rempaits de Sévilla Chez mon ami Lilas Pastia... Intusschen brengt een nuchtere opmerking van den modekronikeur u uit de stemming;: hij deelt u mede, dat aan nerveuze dames het dragen van dit glazen kleed niet aan te raden valt, want elk der paarlen wordt een klein schellet j eg, dat rinkelt en tin kelt met een fijn, hoog geluidje en op een afstand van veertig passen de nadering der draagster hoorbaar maakt. Ook aan dit echjjnbare gebrek echter is een poëtische zijde te ontdekken. Men denke zich de eigenaardige, zoete, ruischende muziek, die een verzameling van deze glaskleedjes maken moet in een welgevulde balzaal... Berlioz' Danse des sylphea"! * ** Blouiei. De blouses zijn het klein-goed van de dames-garderobe. Over de keuze van een japon delibereert men, men past en meet, men wikt en weegt; blouses echter koopt men spontaan, koopt men hu kwart-dozijnen, koopt men & bont portant, koopt men vandaag iiiiiiitmiiiiiiiiiiiiitiiiiiiMtmiiiimiiitiniiiiiiiiiiiiiimiiiiiittiiiiiiiiitlm afgeplukt orchideeën-bloempje, dat [het van een geheel ander en vreemd type is. De meest in het oog vallende voortplantingsorganen van de gewone bloem, de meeldraden Een Padden-orchidee. (Megaclinium purpereorachis). mist ge geheel en ook de stempel, het knopje, waarop het bevruchtend poeder moet belan den, ontbreekt. Het lijkt een looze bloem, eene die ontaard is en die, nutteloos, zonder de plant van dienst te zijn geweest, moet vergaan. Toch bezit juist die schijnbaar geslachtsen morgen en overmorgen: blouses zijn het dagelyktch brood van de mode. Nieuwe blouses zijn eiken dag, zjjn er van uur tot uur. Wie met klokke-twaalf in de mode is, is er em n uur weer uit, en wie met z'n tijd mee wil gaan, moet om drie uur weer in het kersyersch en in het gloednieuw zijn. Een vriendin van miy heeft een ware blouseverzameling, en kan zich met tranen in de oogen over haar armoede beklagen, als ze minder dan drie dozijn blouses in huis heeft. Van de weelderige prinses Clementine van Belgiëdoet het verhaalde ronde, dat haar collectie blouses voortdurend honderden exemplaren telt, in alle nuances en met de grootste verscheidenheid van stoffen en vor men. Om de keuze uit dezen schitterenden voorraad te vergemakkelijken, is het noodig gebleken een blouse-catalogus te vervaardigen, die onder bizonder opzicht staat van een harer kameniers. Elk der blouses wordt op een afzonderlijk kaartje .beschreven, en de kamenier leest, onder bet bad der vorstin, eenige dier kaarten, flw vooraf met zorg gekozen zijn, voor. Al Sus' wordt de keuze voor den dag bepaald, en het volmaakte in elegance en gratie bereikt. Onder deze blouses zijn er enkele van de fijnste en kostbaarste kant, honderden guldens gekost hebben. Blouses van zeer fijne en doorzichtige kantstoffen zijn trouwens aan de orde van den dag, en zullen ook vooral dezen zomer en vogne zijn. * * ? lm Paradis der Frauen". Hoeveel duizenden en duizenden guldens de damesmode rollen doet ?... Neen, vrees niets... ik wil u geen rekensom opgeven, maar n alleen vertellen, dat volgens het Berliner Tageblatf van de 600 milionairs, die BerliJB bewonen, er honderd hun millioen of millioenen hebben verdiend met dames-con fectie, met hoedan en mantels en japonnen en blouse?, met linten en strikken en daisen en doekjes, van zijde, van kant, van alpakae, merrinos, satijn en moiré, shantnng, velvet, enz.... noem nog maar eea honderd namen, m'n zaakknndige lezeres. Berlijn is tegenwoordig haast evenzeer als Parijs een stad van de mode, die bij uitstek de kunst verstaat om een prachtig surrogaat der Fransche origineelen te leveren. Dit is looze orchideeën-bloem een inrichting om de plant van nakomelingen te voorzien, die aan het ongelooflijke, het wonderbaarlijke grenst. Neem maar een lucifer en druk die zacht even in de bloem; als ge het bontje terug trekt, zitten er op den kop, twea dingetjes die minieme peertjes lijkeu. Terwijl ge ze be kijkt op hun luciferkop, bewegen de stoeltjes, en de knopjes buigen n millimeter diep naar voren over. Steekt ge nu uw lucifer in een andere bloem van het harlekijntje, dan hebt gij de taak verricht, die aan bijen en hommels is opgedragen: ge hebt namelijk als transporteur gefungeerd voor het stuif meel, ge hebt dit zelf, en op de juiste door de bloem gevraagde wijze op den stempel over gebracht ; ge hebt, zooals het in de biologie heet, legitiem" bestoven. Zoek het zaakje nu maar verder uit; het is een half uur werk; het gebruik van een loupe is niet bepaald noodig als ge scherp toeziet; wel een speld of scherp mesje. Hebt ge nog nooit orchideeën nauwkeurig bekeken, dan moet ge er om denken dat het holle huisje, de spoor, lokaas voor de bijen bevat, dat het bloemsteeltje het verkapte vrucht beginsel met de eierstok is, en de glimmende plek, de losplaats voor het stuifmeel, de stempel. De naam stuifmeel voor de bevruchtingsstof is hier geheel misplaatst, het is een klompje dat uit talrijke korrels bestaat; bij sterke vergrooting lijken het precies koffiebalen. Treft ge het dat het juist warm en zonnig is terwijl ge uw orchideeën bekijkt,.verzuim dan niet de bestuiving in de natuur eens na te gaan ; gewoonlijk laten de bijen en hommels zich niet wachten en, durft ge er op uw knieën of hurken bij gaan zitten, zoodra er een bijtje aan de gang is, dan ziet ge met eigen oogen de stuifmeel-klompjei uit het beurfje komen; n oogenblik heeft hetdiertje met de kop tegen het gombakje gestooten waarin de hecht-schijfjes gebed liggen; die gegomde schijfjes zijn, zooals ge opmerkt, het onderste van de draadjes of stoeltjes, waarop de peervormige stuifmeelklompen staan, en de mekaniek is u opeens duidelijk. echter niet haar eenige eigenschap, want ze weet ook met virtuositeit fraaie nieuwe modellen te scheppen. De duizenden hande laars uit alle oorden van de wereld, die ge durende enkele dagen voor het begin Van een nieuw seizoen, als een zwerm op Berlijn neerstrijken, om er de nieuwste snufjes te treffen, zouden niet telken jare 'weer komen, indien er hier niet iets goeds te pauken viel, iets dat vrouwenharten veroveren en manmenharten vangen kan. Paaschdrie is de groote dag in dit Dnitiche mode-paradijs voor de voorjaarskeuze, en er heerscht dan een zeldzame bedrijvigheid in de onafzienbare magazijnen der groothande laars, eindelooze lanen van kapstokken, die tusschen de vijftig en zestig japonnen en mantels dragen Aan een boom zóó vol geladen mist men vijf zes mantels niet" zoudt ge misschien m»t een variant op Van Alphen mompelen, indien ge te midden van dit wond van kleederboomen dwalen mocht.... Maar de sehatten worden streng bewaakt, en bij alle kapstokken staan elegant gekleede Probir-Fraulein", die de schoonheid der modellen aan hun eigen slank figuurtje demonstreeren.... En met succes, want komt ge vier weken later dan is de geheele boom gaard leeg geplukt, en... eenigen tijd daarna zijn vier millioen vrouwen, alleen in Duitschland, gelukkig met een nieuwe mantel of een nieuwe jurk. * * * Moderne Riddert. Ehret die Frauenl Ik kan, ondanks het ietwat romantisch-ridderlijke van z'n gedrag, niet anders dan respect gevoelen voor dien dapperen theater-directeur Schach, die vele jaren geleden een Berlgnschen schouwburg bestuurde, en die bizonder gesteld was, zoowel op het gracelyk persoontje als op het talent van zijn schoonzueje Aiile Liebroth. Bij zekere gelegenheid trad het jonge meisje op in een spektakelstuk. Haar spel was fijn en gedistingneerd, weinig berekend dus op de grove effecten, die het volkspubliek in het gemoed grijpen, en de engelenbak doen ver drinken in een tranenstroom. Daarom mis haagde haar optreden aan een gedeelte van het publiek, dat door gefluit en gesis zijn afkeuring te kennen gaf. Zwagerlief stond tusschen de coulissen, hoorde het rumoer Op tien van mijn lezers zijn er stellig negen die dit allemaal allang geweten hebben, maar zelf gedaan en zelf gezien" dat scheelt nog wat. n hebt ge het inderdaad al vaak in de natuur nagegaan, deze orchideeën-bestuiving, doe bet dan nog eens over voor uw medewan delaars, uw kennissen, uw kinderen. Het is zoo iets verrassends en de verklaring is zoo eenvoudig en passend bij het geval, dat n zoo'n enkele waarneming in de natuur, iemand, die tot nu toe onverschillig was voor bet bloemenleven, er door gewonnen kan worden, en wellicht nog eens een vurig natuurvriend wordt. Die jjn er nog veel te weinig. Ook voor iemand, die meent au al wel zoowat alles van het uiterlijk orchideeën-leven te weten, is er nog wel nieuws te geven en verrassend nieuws zelfs. Een van de talrijke eigenaardigheden van deze zeer bijzondere plantenfamilie bestaat hierin,dat verscheiden soorten er van bloemen voortbrengen, die, oppervlakkig of van verre bedien, zeer veel gelijken op dieren en wel op insecten; er zijn orchideeën die daaraan een volksnaam danken. Zoo hebben wy een vliegen-orchis, een wespen- en een muggen-orchidee; elders bestaan ook spinnen- en bijen' orchideeën; de gelijkenis van de bloem met een insect is inderdaad groot genoeg, dat men zich een oogenblik verbeelden kan, een insect op den stengel te zien. Welke beteekenis deze vermomming hebben kan en of het zelfs iets in het leven van de bloem beteekent, daar over zijn alleen vermoedens uit te spreken; met zekerheid of ook maar met waarschijn lijkheid valt er niets van te zeggen; hypo thesen zijn er wel en vele; wat juist «en veeg teeken is. Ben van die onderstellingen is, dat de schijnbare aanwezigheid van een insect op de bloem een tweede zou afschrikken; want büde vliegen-orchis en zijn verwanten schijnt insecten-bezoek schadelijk te werken. Maar wat LU te denken van een orchidee die tot motief voor zijn bloemen de kikkerof paddengedaante kiest. in de zaal en werd daardoor plotseling zoo geprikkeld, dat hij een lange rijzweep, die in het volgende bedrijf gebruikt moest worden, van den wand greep, met groote, driftige passen naar het midden van het tooneel stapte en zijn zonderling wapen met zulke nijdige knallen over het parterre deed zwie pen, dat de eerste rijen van schrik achteruitdeinsden en onder de banken kropen. Toen retireerde hy weder doodkalm en de voor stelling verliep tot het einde zonder eeni? incident. In Parijs gebeurde er iets dergelijks met een jonge actrice, die vallen moest als slacht offer van den naijver eener oudere kunst zuster. Toen het kunstmatig opgezette schandaaltje in vollen gang was met jouwen en fluiten, stoof een jonge man met een gelaat rood van woede het tooneel op, balde z'n stevige komsten tegen de toesehronwers, pakte toen het dametje op zijn sterke» ;arm en droeg haar achter de coulissen. Hij was sedert kort met haar getrouwd en het had hem tot schreiens toe gepijnigd, dat zijn vrouwtje zoo-gekweld en gehoond werd. Toen het scherm viel overstemde een luid applaus het rumoer: de ridderlijke echtgenoot had een brillant succes. INTERIM. OciitemlstODil. Uit 't dichte loover, 't somb're bosch, Galmt thans een koor van stemmen los. Elk orgelt, neuriet, kweelt en fluit Zijn hoogste vrengdelied'ren uit. Bij duizend wijsjes, los en vrij. Bewegen dch de beentjes blij. Het is een springen heen-en-weer Van tak naar twijg, hier op, daar neer. En dia dat alles hoort en ziet, Bedwingt zijn keel en beenen niet, Die tript en neuriet zelf graag mé: Net als het vog'lendom daar deé. O zalig bosch en morgenstond, Als alles maat en toon verkondt. Dan breekt pok 't zoete lied mijn mond En slaan myn voeten van den grond: Ik waan me een vogel, bl\j en vrij, En galm: O eeuwig schoon zijt gij!" PÏBEKK DEK BELO. Stille Ik heb een traan zien glimmca Uit nat bekreten oogen, Gedruppeld op de peluw. Twee kleine roze handjes Van 't rustig droomend wichtjen Omvatten moeders wangen. 't Was in den vroegen morgen, Nog in den halven schemer, In goeddoende ochtendstilte. Vporoverbnigend kuste ik Die oogen en die handjes; Toen... ben ik weggeslopen: Met 'oogen neergeslagen, Met handen saamgevouwen, Inwendig vol van vreugde. St. Oedenrode, PEEBKE D«N BEI.G. Niet een zoo'n pad j e, maar heele rijen van die vermakelijke diertjes vertoont deze zon derlinge orchideeën-plant. In 1908 is zoo'n paddenprchidee in Engeland in bloei gebracht; de schijnknollen had men sedert lang in cul tuur; ze waren in het wonderland Uganda verzameld. Nu bloeit een orchidee in zijn vaderland lang niet zoo vaak en overvloedig als onze kweekplanten wel zouden doen den ken, zoodat de bloem van de ingezamelde knol dan ook onbekend was; alleen de over eenkomst van het blad met een vroeger in bloei ontdekte padden-orchidee deed ver moeden, dat het weer zoo'n Megaclinium zon worden. En het werd er een, maar een heel rare: In plaats van gewone bladerea komen uit de groene knollen, die het reserve-voedsel bevatten, drie of vier lange platte schijven te voorschijn, ze bestaan uit kleit e schijfjes die elkaar gedeeltelijk bedekken en zoo n lang en tamelijk stevig blad uitmaken. Op de randen van deze schijfjes zitten de padjes, ongesteelde bloemen, grijsbruin met roode vlekjes, net echte padjes; en wat het gekste van de heele geschiedenis is, ze kunnen zich bewegen ook, het onderlipje (tusschen de achterpooten) is heel slap en losjes met het lijfje verbonden, zoodat het by de minste t echt of schudding op en neer gaat. Naar een beteekenis hiervan voor het leven van de plant valt alweer te gissen; indien er een bestaat, moet die in de natuur ont dekt worden en daar is weinig kans op. Dat, zooals al beweerd is, die beweging wille? keurig door de bloemen kan uitgevoerd wor den, is ook iets, dat voorloopig nog wel niet bewezen zal worden. Wel zijn er beweeglijke orchideeën-bloe men, waarvan de inrichting volkoman ver klaarbaar is geworden, en ook een andere meer verborgen bijzonderheid, de samen leving met zwammen, is in den laatsten tijd tot klaarheid gebracht. Daarover later wel eens. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl