De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 15 mei pagina 12

15 mei 1910 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

f l I 12 DE' AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1716 de financieele- en de bedrijfesaugelegenheden dezer Instelling weder in geregelde banen te leiden en te honden, welke* poging met goed gevolg ia bekroond geworden. Bank-wmdeelen. ' 1909. 1910. f 200 Amsterd. Bank. . . 200 Botterd. . . . 1000 Twenteche ... 500 Amst. Llqnid. Kas. 1000 Baitenl. Bank, . . f 406.?? 428. 803- 2931450. 500 Credietver "n 540. 1475.560.?555. 640.?640. 575. ,i 50056025 68250 ??löuO. 2150, 720. 1108. 1070.1177.50 47750 563.75 660.942.50 2150. , 753 , 880. , 10S5. 1218 75 500 Disconto Mij, . 500 Incasso Bank., t SOU Kasvereeniwi'no ^1000 Lab. Ovens CVJ 1000 Nederl. Bank . £ . 100 Ned. Bk. v. Z. Afr. ? 800 Zekerheidst.Ambt. 1000 Ontv. en Betaalkas 1000 Provincie Bank Onze Binnenlandtche Industtitële onderne-, mingen zijn met weinig uitzonderingen sedert l Mei 1909 flink in waarde toegeno men, hetgeen als n bewijs van toenemende ontwikkeling onzer nijverheid mag gelden, daar diéwaarde-vermeerdering het gevolg ia van bétere dividenden, ru.a.w. uitbreiding van het bedrijf. ~ Over 't algemeen heeft op het koersverloop van deze waarden de marktatemming slechts geringen invloed, terwijl de omzet daarin doorgaans binnen bescheiden grenzen beperkt bljjft, doordien de houder?, vooral bij hoogere dividenden, zich niet zoo spoedig van dit bezit ontdoet*. Aand. Binntnl. Induttr. 1909 1910 f 1000 Amst. Droogdok . . / 1700.?? 1700. 500 Dordr. Metaalw.fabr. 350.?425. 1000 Werkt, en Sprw. mat. 8"60.- 1045 1000Ned. Gist- nSp. fab. 2520.?2850. £50Ned. Ind. Gasmij .?407.50 510. 1000 Ned. Béetw. suiker. 1135. 1250.1000 Kon. Mij.deBcheldp. 1060.?1210. 1000 Tandj. Priok Droogd. 1690.?1060. 1000 Zwavelzuur-Kei jen . 1120.- 1100. 1000 Wes*. Suikewaff. . 1500.?1590. 500 Cokes Oven Mij 1495. SOOElectra 240.?183. 250Gron. Waterleiding. 527.50 575. 1000 HollandiaMelkprod. 1900.?2320. 1000 Pbarmaceut. H. V. 1280. 1200.1000 Mijnbon wk. tverken. 1375.?1997.50 Van 5e Scheepvaart-Aandeelen zijn het voorBamelijk die, welke van den verbeterden economischen toeetaid van Ameiika en van de meerdere welvaart onzer Indi; che Cultunrondernemingen konden prcfi eeren, waarvan de waarde in het afgeloopen fiicale jaar is vooruit gegaan. Dit laatste geldt eveneens voor déIndische spoorwegen, terwijl de groote Binnenlandsche SpoorwegmaatEchappijen door het minder winstgevende harer exploitatie in verhoogde paieagierstarievtn het middel tot herstel hopen 'te vinden. De hervatting der dividend-uitkeering dcor de Warschau-Weenen verklaart de belangrijke toeneming der waarde van de aandeelen en actions de jouissance dezer Maatschappij. Scheepvaart en Spoor weg-a»nd. 1909 1910 f 1000 Holl. Stoomboot ?1070 ?1220. 1000 Java China Japan,, 87S.756,, 975 1000 Kon. Holl. Ltoyd 900.?878 75 SCOKon.Ned.Stoomv.,, 650. 1000 Paketvaart 1500. 1000 W.-ïnd Mail 927.50 1000 Muller & Co's. 1030. 500 Ned. Amer. Vftait 716.25 1000 Scheepvaart Unie 1430. 500 fttotterd. Lloyd 1000 Nedei-teïwi" . 250 Zeeland ? . . $ 1000 Prèf. Mwtoè. ? 1000 Deli Spoor . . 800 Ha«r).-Zandvoort 296. lOOOBoll.li"*. Spoor 885. 250 StaiteKpoor . . 238 75 250 Nied. Cefttr. Spoot 67 50 1000 Ned. Ie d. Spoor 2445. 170 Nïd.Wesïf. Spoor 484.50 Rb. 100 Warscb.-Weenen 12960 . AcfedéJtiuiS8W.w.h 48. 13/5 '10. (Stot volg-t). 610. 1660., 900. , 960 , 733.75 , 1515-638.75 659.375 ,137375 1430 100.?177.50 , 628.12" 448.44 1960.?2160. , 304 , 825. , 21906 6750 2625 _ 516.80 207.92 106. V. D. S. Brief aan ie Met, Mevrouu', Ge zijt de Komeet, genaamd van Halley, van -wie zeer belanrijke gebeurtenissen onze aandacht een oogenblik afgetrokken hebben. Ondanks uw astronomische belangrijkheid hebt ge, als ik het zoo mag zeggen, niet eens een naam die u eigen is. De menschen hebben u behandeld als ze't den minsten telg van hun ras niet zouden doen; een peet vader heeft u zijn naam gegeven, en daar mee uit. Aan u is het te danken, dat die naam niet vregeten is. Het is zelfs door u dat hij zoo roemrijk klinkt. Hij zal het blijven zoolang het u believe in de rondte, of in een ellips te draaien door het luchtruim. Gij zijt de nieuwsagent van een rekenaar, ge zijt de handelsreiziger van zijn roem. Ge zijt zelfs het verlichtende motief' dat alle avonden zijn naam van grooten wetenschappelijken schildwacht in den nacht der oneinrigheid doet schitteren. Beroemde sterrenkundigen zijn de meest begunstigde onder de groote mannen1 Zij geven hun naam niet aan vergankelijke ?werken, zooals artisten en dichters het doen, zij doopen sterren of kometen, en nu kun nen zij voor een heel tijdje gerust zijn. Men beeft als men denkt, waar een Hcmerus, een Phidias of, een Rubens hun onsterfelijkheid aan danken! Een beetje geheugenverlies, en de Iliade en de Odyssee, die door mondelinge traditie overgebracht zijn, zouden voor ons niet bestaan hebben. Een licht aardbevinkje en zie daar het werk van Phidias in puin veranderd. Een slecht-geveegde schoorsteen ran het Louvre en.... de serie kunstwerken van Bubens knettert en verdwijnt. Hoe veel zekerder is de onsterfelijkheid eens sterrekundigen! Verzekerd tegen aard bevingen en brand. Hij hoeft maar de eerste te zijn om een hemellichaam te ontdekken in het bekende kiekeboe spelletje dat astro nomie heet, om niets meer te vreezen te hebben: Kiekeboe! O! daar is ze! zegt hij, bij 't vinden van een onbeduidend klein sterretje, heelemaal in de verte, dat zich verstopte achter zes en dertig millioen mijlen van luehtledigheid, en hij zit op den troon der onsterfelijkheid voor den tijd van zes en dertig millioen jaren. Door uit zijn waarnemingen en zijn be rekeningen te hebben afgeleid dat men U al eens ergens gezien had, en dat gij geen voorbijganster waart, maar een periodieke Eacteriolcgièen Een baeterio!oo£ huwde zijn laboratoriumassistente. Zij leefde in bacteriologische harmonie, hun slaapkamer-ameublement beantwoordde aan alle byg-ëoische eischen der bacteriolo gische wetenschap, het ontbijt werd genoten onder alle hygi nische voorzorgen, bacterie-overbrengende huisdieren werden gevangen voor laboratorium-onderzoekingen, niet uit wreedheid ... Een kleine werd geboren, bezoekster van onzen horizon, heeft genoem de Edmond Halley zich een ontfterfelijkheid geschapen even duurzaam als de Uwe hetgeen volgens de algemeene opinie nog al een behoorlijke huurceel is voor een broos menschelijk wezen. O! Halley wist wel aan -wie hij de zorg voor zijn naam toevertrouwde! Hij kon zonder angst den aardbodem verlaten. Voor hij stierf in 1742, heeft hij U toegeroepen om zijn naam te komen uitspreken, tegen het einde van 1758 of het begin 1759. Een klein geschil tusschen U en Jupiter ver laatte U eenige dagen, 1) maar gij verscheent in November 17E9, trouw aan Uwe zending van hemelsche rondbazuinster van Halley's roem. Toen hebt güU weer in duisternis gehuld, om een wandelingetje te beginnen van zes en zestig jaar. Gij zijt Uw omme gang begonnen aan de andere zijde van de baan van Neptunus en daarna hebt ge den weg naar de aarde hervat, want men praatte slechts zelden meer van uwen peetoom, en dan nog maar alleen onder de hoogste koepels yaar men praat over zonsverte en zonsnabyheid... Gy verseheent in 1835 en vermeagdet met een absolute afwezigheid van elk actualiteitsgevoel den naam van Uw peet met dien van den hertog van Broglie, van den heer Thiers en van Louis Philippe. Na een minachtenden blik geworpen te hebben op de elementaire vuurwerkers-kunst van Fieschi- hetgeen zeer begrijpelijk is van den kant eener komeet hebt ge alweer uw koffers gepakt en gij zijt weer onvermoei baar verder getrokken tegelijk met l" is die beste Halley ook weer in de schaduw teruggetreden, en wij hebben hem zoozeer vergeten dat we slechts de f yllabische wel luidendheid van zijn naam toeschrijven aan een anderen Allais, den fijnen en immer betreurdenAlphonsb*) die op zijn manier ook een soort genie was. Het schijnt dat gij van opinie zijt dat de verwarring nu lang genoeg geduurd heeft, aangezien allen die tot taak hebben U aan te dienen bij de deuren van onzen horizon, allen die U in 't oog hebben, en die over U de laatste nieuwtjes hebben, beweren, dat gij 20 Mei aanstaande uw plechtige intree zult doen in onze bescheiden portie van het firmament. * * * Welnu, wees zoo goed binnen te komen Mevrouw de Komeet; kom, petekind van een grooten astronoom, en vertel ons van hem, vertel ons veel van hem. Gij zijt een vluchtige bezoekster, dat weten ?wij, en gij zult alweer moeten vertrekken vóór gij goed en wel binnengekomen zijt, daar gij nog heel wat andere satellieten tegeeselen hebt meteen staart, maar niettemin is het ons een genoegen U te zien, Uw bezoek is troostend en bemoedigend. Gij zijt niet slechts een licht in de duisternis in de juiste beteekenis van het woord, maar gij zijt ook een scbijn van hoop in de duister nis van twijfel, wanhoop, ontmoediging en ongeloof... Gij vertegenwoordigt temidden van alle kleine wonderen waarvan de dagelijksche vermenigvuldiging onze bewonde ring en ons geloot' afgesleten heeft, het prachtige en treffende wonder dat de laksheid wakker schudt van ons ongeloof en dat een oogenblik zegeviert over ons gewoon-zijn aan de meest verwarrende, de meest veelzeggende wonderen van een onverklaarde andere wereld, van een onverklaarbaar princiep... Men gewent aan alles, men krijgt genoeg van alle schoonheden, en men raakt ver trouwd met de meest verwonderlijke phenomenen; wij zien nog gaarne de schitte rendste sterren en de mooiste planeten, *) Alphonse illais, gestorven fransch letterkundige. Het ademde gezuiverde luchten, genoot automatisch gekoelde pappen, en werd gewikkeld in antiseptische luierp. Doch als de speen werd uitgekookt, snoepte, baby van moeder's stootkant, maar wij verbazen ons er niet meer over. Het zijn de bekende en verwachte lampions van een hemel die eiken avond illumineert. De poolster is niets meer dan een hangendende vuurtoren, de Groote en de Kleine Beer slechts voorwendsels tot nachtelijke geleerdheid voor wien een villa buiten heeft. Gelukkig zijt gij er met enkelen van Uw gelijken om ons een beetje de slaperige oogen te openen, en onze smeulende ver beelding aan te wakkeren, keert gij van tyd tot tijd terug van een van uw fantas tische omzwervingen, dieongeloovige menschen in verwarring moesten brengen, door hun te toonen dat al gebeuren er geen kleine wonderen meer, de meeste de wereld nog niet uit zijn. Uw bezoek is ons dus welkom, het vijf en twintigste dat gij ons brengt sinds het jaar vóór onze era, vóór welken datum, naar men zegt, gij U meer in andere kringen bewoogt. » * * Hoe jammer dat men U niet kan verzoe ken om een oogenblikje plaats te nemen, dat men niet een praatje kan maken. Och, alt de vliegende komeet kon spreken!... Kondt gij ons maar enkele reisindrukken meedeelen, o, vrouw uit verre gewesten, die uw sleep van vuur over een blauw tapijt, milliarden mijlen lang, laat sleepen, en die den Melkweg oversteekt zonder uw rokken op te nemen! gij die voorbij snelt met een snelheid waarvan wij geen begrip kunnen krijgen, terwijl gij in 't voorbijgaan een kushand werpt naar Saturnus, Uranus en Nepturus, eii die in uw helsche spoor do zonnen voorbij ziet vliegen zooals wij de telephoonpalen! Helaas! Gy verwaardigt l niet eens om uw kern naar ons duister en teer aardkorstje toa te draaien. Wij zijn het die u met de oogen moeten volgen terre de verre ver liefd op een ster! Gij ziet, mevrouw, met brutale onver schilligheid onze kleine cODflikten, onze geschiedenisjes, onze modetjes over 't hoofd. Met minachting onze afschuwelijke nauwe rokken voorbijgaand, toont gij u met een eeuwig waaiervormigen japonsleep. Gij laat uw kapsel in den wind waaien, zonder u te storen aan onze leelijke tulbanden en valsche haren. Gij trekt voorbij, schitterend, lachend om de arme kleine menschen die de hemelsohe lichten willen uitdooven, en stroomen van licht werpend op die duistere blasphémateurs ! Sommigen, mevrouw, rekenen u enkele van onze rampen aan, zooals gij ziet, zijn wij niet veranderd sinds het laatste bezoek dat gij ons bracht in 1837; wij zijn even bijgeloovig gebleven ondanks onze wijggeerige pretenties! Nu hebt gij een goede gelegenheid om u zelf in eere te herstellen. Wil op uw doorgang onze vlakten opdro gen, onze zaden zegenen, onzen oogst doen rijpen, onze in aanbouw zijnde huizen wat op laten schieten, onze gemeentewerken opfrisschen en uw beruchten stempel zetten op onze boomgaarden.... Dezen keer zult gij dichter dan ooit langs onzen aardbol schuiven: zachtjes aan komeet, wees in godsnaam niet te ruw! Neem voorzichtig uw sleep op als gij voorbij gaat en daar gij de grootste inter-siderale touriste zijt van het heelal, moet gij t maar verbeelden dat een reusachtige Touring-club de volgende lakonieke aanmaning voor U geschreven heeft op den Himalaya: Gevaarlijke bocht, Kometen vermindert uw vaart.'... Naar het fransch van MIQTEL ZAMALOÏS. 1) Miquel Zamaloïs vergist zich een weinig. Eenige dagen zou moeten zijn maanden, want het aantal is 518, en November 1759 hebbe men te veranderen in December 1758. RED. en 's nachta was het inderdaad merkwaardig hoe zoet hij werd op moeder's arm ... Hy beet zijn eersten tand dóór op het horloge van een ongehuwden oom in worst en fijne vleeschwaren, en ontwikkelde zijn eerste menschelü'ke eigen schappen op een abjecten Teddybeer, een broeinest van bacterüa. Moraal: Der Geilt der Btkterioloffïe isl kickt zu fatsen : Man deiir>f kliert die grosse und kleine Welt, m es am Ende gehen zu lassen, W ie''t Gott gtfd'.U. Eilasöjes nn Een AmerikaanHche marine-specialiteit is de schrik om het hart geslagen bij de steeds eneller stygende onkosten, yereifcht voor een modern oorlogsschip, en bij den steeds korteren tijd waarin dit schip ouderwetsch wordt. In een 15tal jaren is het nieuwste schip alleen nog maar geschikt voor kuitverdediging na reeds 5 jaar te voren de eer onwaardig te trjn geworden om nog ernstig mee te doen". Zelfs een paar jaar na het van stapel loopen mag het niet meer in de voorste gelederen meestryden. Deze minderwaardigheid ligt niet zoozeer aan het geschut dat nog goede diensten kan bewijzen, maar in het aantal paardekrachten trjner machines, zijn snelheid en bergruimte voor steenkool. In deze opzichten wordt het spoedig overvleugeld en daardoor onbruikbaar. Een pracht plan is echter bedacht om deze antiquiteiten toch nog rentegevend te laren zrjn, zoover een oorlogsichip rente kan geven. Verschillend* punten van de Amerikaangche kust zijn nog onvoldoende verdedigd; weln«: laat men de onbi uikbaar geworden E eb epen, waarvan het geschut nog in uitmuntenden toestand is, omwerken tot kustforten. Om een der groote oorlogsschepen wordt eenvoudig een kunstmatig eiland ge bouwd , zoodat een pantserfort ontstaat uit een drijvende vecht-factor (wie denkt niet aan het drijvende eiland Delos, waar Apollo's moeder Leto zeezlek was, totdat Poseidon er granieten pilaren onder zette?). Om dit centrale fort heen, worden op diverse klippen kleinere oorlogsschepen gedeponeerd, besraven in een aanvulling van grond en rpmme'. Zoodoende krijgt rnen met geringe kosten uitmuntende forten op plaat sen waar het bouwen van een nieuw fort ontzaggelrjk kostbaar zou zrjn. Zoubyona de Reinier Claessen, het vlot met de verhuiirommel" P, d. Biet op die w^se gepoot kunnen worden op een of andere zandplaat brj onze zeegaten? v. O. Mont ra Tilüsctiriftei. De Nieuwe Gids, Mei '10. E. D. Baumann, De eoc;aal-psycho!ogiechee7olutie hypothese ran Karl Lamprecbt. K. H. de Raaf. Uit Potgieter's jcngeiingfjareE. JoannesReddip.g:ua, Cynthic. Andréde Bidder, Het werk van Henry Bataille. Dr. W. Meyer, Christelijke en maatschappelijke deugde». Jar.vanLooy, Vervolg de wonderlijke avonturen van Zebcdeus. Hein Botkerj, 't Scheelt rnaar een baarker. Hein Boeken, Bloemen-schouw in de Haarlemmerhout. Hein Boeken, Vier gedichter, Willem Kloos, Literaire kroniek. P. X. van Eyck, In memoriam Jeaii Moréap. Willem Kloos, Varinm, en r. Groot Xedtrland, Mei '10. Louis Coupeius, Van twee gestolen liefJegodjes, die gekocht en verkocht werden. Een morgen vol anecdo' ter. Albertina de Haai, Late liefde. Just Havelaar, Feit tn droom in de historie. Henri van Booven, Tropenwee, I. Drama tische kunst en literatuur. Europa. ti\. 5. P. N. van Eyck, Het lied der dichter?. Siegfried Hartman, Droomen. Gerrit Timmermans, Willem Verhoop. Joarmes Reddingïu?, Cynthio. Oscar Wild?, Het eterre kind. Job. M. Pattist, Buurtje. J. D. C. van Dokkutn, Berüoz' eerste en laatste liefde. D^rk Coster, Proza van Novalis ver taald. Julitn Berr de Turique, De vooravond van een grooten dap. Over nieuwe boeken. Di Vlaamtche Gids, Mei/Juni '10. Max Roosei, Het huis van Rubens. Myra Verhuyck, Mijn eerste aanzoek. Edmond Verstraeter, Avond in Limburg. A. Martens, Teeltkeus toegepast op het menechelijk rac. L, van Keymeulen, Grazia Deledda, Italiaanfche ro manschrijfster. Leo vanRiel, JeanMoiéas. O. van Doorsselaer, Duitse letteren. De Ploeg, No. 11. Enquête over Multatali naar aanleiding van de Max Havelaar-herden king, met een onuitgegeven portret van Douwes Dekker. Mnltatuli en *ijn Max Have laar, do ir L. P. B. P. v. d. Voo, Schetsen uit ethnographie en Folklore: sympathie tasechen menschen en planten, I. en?. Onze Etuw, Mei '10. Jozef Coher, Ver van de mengchen. De Hudson-Fulton feesten in New-York, ReisiLdrukken van prtf. mr. J. d'Aulnis de Bourouill. Dr. A. S. Kok, Sir Philip Sidney. W. P. Kops, Het schimpdicht en de spotprent tijder s de Franeehe Revolutie. C, J. Hacselman, Neerlands volksvertegnwoordigiug en Indie's autonomie. ??G. F. Haspel?, Nieuwe boeken, enz. De, Boekzaal, tü. 4. M. M. Kleerkooper, Nieuwsblad en journalist vóór twee eeuwer. Joh. H. Ekerin?, De Nederlandecheblinlenbibliotheek. -- De boekzaa!-index (April), enz. De Nietme Taalgids, afl. III. J. Koopmans, Opmerkingen bij Coornhm's Beatus Ille'. Pb. J. Simonp, Lessen over't lidwoord. K. Poll, Warenar, en^. De. Vrouw en haar Huil, No. 1. Elis M. Rogge, Tafellinnen. S G. Reddingius-van Harlingen, Aan Elsje. A, Broekman Klinkbamer, De schilderes en haar hui?. H. Baart de la Faiüe, Meiespel. Hooguéven, Jeanne Marie. Vrouwenarbeid in beeld. B. Zweers, Photografeeren van bloemen. Nederlan iech vrouwenwerk te Brusael, I, Kleine kleedjes. 8. Grnys-Kruseroan, Moederplichten, I. Marie Hildebrandt, Eenang-tig oogenblit. Kinderkletdini". B. M. B. Zomerstoflen en kleurencombinatie. -^ Randen voor blou ses, (Tur. Huiselijke Kuntt, afl. 2. F. W. Drij ?er, Huis vlijt voor iedereen.?Diepbrand. Hollandsche kurjfct. Volkskunst. Weefkunst. Een tentoonstelling van stikkerjjen op de Singer naaimachine, enz. Schoonheid en Opvoeding. M. E. H. Sandberg, Geisweit v. d. Netten, Een kinderspeelkamer. enz. Tijdschrift voor O.tdejwijs en Handenarbeid, No. 3. A. J. Schreuder, De Bosscher cureut. J. C. Max, Het mondeling gedeelte van het examen in handenarbe'd.?Kloksommeu.?? J. Stam, Kartonarbeid, waarbij het niet nood zakelijk is dat men alles beplakt?J. Stam, Een toestelletje van papier oni de lengte van kromme lijnen te meten, en?. De Levende Natuur, pfl. I. Jacq. P. Thijsse, Een spreeuwenwolt. F-. Haimans, Hoe de doornenkroon ontstaat. J. Godefroy. Over het maken van pentéekeningen. D. J. v. d. Ven, Loss op de Veluwe. E. Heimans, Voor het Aquarium. S. Leefmacs, Een zeer zeld zame vlinder weergevonden. De Revue der uitvindingen en Ontdekkingen No. 1. De terugkeer van Halley's komeet. Wanneer begon de moderne sterrekunde. De Romein tche re»s versterkingen in Duitechland. Het Mysterie van Egypte. De nieuwste zonnewjjzer door Phos Fergusov. Nieuw Vrouwenleven, Mei '10. Van wien is het huishoudgeld? De werkende vrouw in het huwelijk, Parrjïch gezelechapsleven, enz. Moleschott. Goed, goedkoop, gemakkelijk verkrjjgbaar dinkwater. Dr. R. Bjjlema, Aetigmatisme. Arts J. Batavier, De kunst matige voeding van den zuigeling, enz. De Aarde en haar Volken, N o. 23, Fruiyoia Crartre, Door het moderne Argentinië. Een schnbbejtk van Celebes. De treklast der zigeunerf, enz. Jeugd, afl. V. Mank, In «en auto de wereld rond. De rekenkunst bg de Eskimo's. D. v. L, Het verzamelen van planten en het inrich'en van esn H^rbarluaa, en?. Eigen Haard. De dijk, door J. Eigenhuis, I, Dwangarbeidera, door W. A. P., met afb. Nederland voor honderd jaren, door Generaal Wüppermann. III, met afb. Schetsen van het eiland Walcherer, II, Vlissingen, door B. von Brucken Fock, met afb. Verscheiden heid. Feuilleton. De Engeleche trconsverwisseling. Zeilwedstrijd op de Zuiderzee. Generaal Holtius, t- De boot met liefdadigheidshengelaaraters in de Amsterdamache grachten op Hemelvaartsdag 1910, alles met afb. Aan de Redactie, De heer B. J. Kerkhof schrijft in het jongste nummer van uw Weekb'ad dat de graphologie veel succes had in de Dreyfuszaak. Dat is beslist onwaar. De heer Kerkhof weet stellig heel veel van de graphologie en ik weet er niemendal van, maar 't is van aliremeene bekendheid, 't is uitgebazuind o^er al!e daken in de wereld, het borderel dat volgens de schriftkundigen door Dreyfus zou zrjn geschreven, was nitt door Dreyfas ge schreven Ik had haast er brj gevoegd: maar door Esterhazy. Dit is niet bewezen. Toch is 't zoo. Als vaststaande waarheid mag 't echter niet worden verkondigd. Wel staat vast dat Dreyfus niet schreef het borderel dat hem tweemaal gerechtelijk tot verrader stempelde, omdat de graphologen zich had den vergist. Hoogachtend, Den Haag, 10/4 1910. A. C. SCHUT.. De heer Schul verwart de begrippen schriftkunde" en ,,graphologie!'. De Parijsche schriftkundigen, die geen graphologen waren, hebbeu Dreyfus als den schrijver van het borderel genoemd, maar de eerste g aphologen uit alle landen hebben later zeer beslist Dreyfus' onschuld uitgesproken. (Zie Wie beurteile^ich meine Handschrift von Hans H. Busse, bladz. 73.) Intussohen geef ik gaarne toe dat mijn artikel daaromtrent niet zeer duidelijk was, «,?-=« B< Ji K' CORRESPONDENTIE. De Spellingboom. + Wij ontvingen lal van ingezonden stuk ken over de spellingkwestie, maar wij hebben daar heuse1! geen ruimte voor. Laten wij, voor- en tegenstanders, nu geduld hebben tot de Staatscommissie gesproken heefc en dan met braven moed den spellingboom opzetfer. Misschien vallen er dan vruchten af. Nu zijn wij nog te midden in de onzekere lente om ze al te verwachten. Nichtjes eer hersteld. D. A. H. die in een vorig nommer over het leenen van boeken" schreef en o. m. ziju nichtje beschuldigde De kleine Johannes" ge leend en niet teruggegeven te hebben, biedt baar openlijk zijne verontschuldigingen aac. Hij zelf had het boek en heeft het terugge vonden. De aanklacht was openlijk, daarom eischte het nichtje handhavende de recbten der vrouw openlijk eerherstel. D. A. H. hoopt na dit eerhei «tel van Dicht j e weer vrij-uit te kunnen gaan.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl