Historisch Archief 1877-1940
f l
I
12
DE' AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1716
de financieele- en de bedrijfesaugelegenheden
dezer Instelling weder in geregelde banen te
leiden en te honden, welke* poging met goed
gevolg ia bekroond geworden.
Bank-wmdeelen. ' 1909. 1910.
f 200 Amsterd. Bank. . .
200 Botterd. . . .
1000 Twenteche ...
500 Amst. Llqnid. Kas.
1000 Baitenl. Bank, . .
f 406.?? 428.
803-
2931450.
500 Credietver "n 540.
1475.560.?555.
640.?640.
575.
,i
50056025
68250
??löuO.
2150,
720.
1108.
1070.1177.50
47750
563.75
660.942.50
2150.
, 753
, 880.
, 10S5.
1218 75
500 Disconto Mij, .
500 Incasso Bank.,
t SOU Kasvereeniwi'no
^1000 Lab. Ovens CVJ
1000 Nederl. Bank .
£ . 100 Ned. Bk. v. Z. Afr.
? 800 Zekerheidst.Ambt.
1000 Ontv. en Betaalkas
1000 Provincie Bank
Onze Binnenlandtche Industtitële onderne-,
mingen zijn met weinig uitzonderingen
sedert l Mei 1909 flink in waarde toegeno
men, hetgeen als n bewijs van toenemende
ontwikkeling onzer nijverheid mag gelden,
daar diéwaarde-vermeerdering het gevolg
ia van bétere dividenden, ru.a.w. uitbreiding
van het bedrijf. ~ Over 't algemeen heeft op
het koersverloop van deze waarden de
marktatemming slechts geringen invloed, terwijl
de omzet daarin doorgaans binnen bescheiden
grenzen beperkt bljjft, doordien de houder?,
vooral bij hoogere dividenden, zich niet zoo
spoedig van dit bezit ontdoet*.
Aand. Binntnl. Induttr. 1909 1910
f 1000 Amst. Droogdok . . / 1700.?? 1700.
500 Dordr. Metaalw.fabr. 350.?425.
1000 Werkt, en Sprw. mat. 8"60.- 1045
1000Ned. Gist- nSp. fab. 2520.?2850.
£50Ned. Ind. Gasmij .?407.50 510.
1000 Ned. Béetw. suiker. 1135.
1250.1000 Kon. Mij.deBcheldp. 1060.?1210.
1000 Tandj. Priok Droogd. 1690.?1060.
1000 Zwavelzuur-Kei jen . 1120.- 1100.
1000 Wes*. Suikewaff. . 1500.?1590.
500 Cokes Oven Mij 1495.
SOOElectra 240.?183.
250Gron. Waterleiding. 527.50 575.
1000 HollandiaMelkprod. 1900.?2320.
1000 Pbarmaceut. H. V. 1280.
1200.1000 Mijnbon wk. tverken. 1375.?1997.50
Van 5e Scheepvaart-Aandeelen zijn het
voorBamelijk die, welke van den verbeterden
economischen toeetaid van Ameiika en van
de meerdere welvaart onzer Indi; che
Cultunrondernemingen konden prcfi eeren, waarvan
de waarde in het afgeloopen fiicale jaar is
vooruit gegaan.
Dit laatste geldt eveneens voor déIndische
spoorwegen, terwijl de groote Binnenlandsche
SpoorwegmaatEchappijen door het minder
winstgevende harer exploitatie in verhoogde
paieagierstarievtn het middel tot herstel
hopen 'te vinden.
De hervatting der dividend-uitkeering dcor
de Warschau-Weenen verklaart de belangrijke
toeneming der waarde van de aandeelen en
actions de jouissance dezer Maatschappij.
Scheepvaart en Spoor weg-a»nd.
1909 1910
f 1000 Holl. Stoomboot ?1070 ?1220.
1000 Java China Japan,, 87S.756,, 975
1000 Kon. Holl. Ltoyd 900.?878 75
SCOKon.Ned.Stoomv.,, 650.
1000 Paketvaart 1500.
1000 W.-ïnd Mail 927.50
1000 Muller & Co's. 1030.
500 Ned. Amer. Vftait 716.25
1000 Scheepvaart Unie 1430.
500 fttotterd. Lloyd
1000 Nedei-teïwi" .
250 Zeeland ? . .
$ 1000 Prèf. Mwtoè.
? 1000 Deli Spoor . .
800 Ha«r).-Zandvoort 296.
lOOOBoll.li"*. Spoor 885.
250 StaiteKpoor . . 238 75
250 Nied. Cefttr. Spoot 67 50
1000 Ned. Ie d. Spoor 2445.
170 Nïd.Wesïf. Spoor 484.50
Rb. 100 Warscb.-Weenen 12960
. AcfedéJtiuiS8W.w.h 48.
13/5 '10. (Stot volg-t).
610.
1660., 900.
, 960
, 733.75
,
1515-638.75 659.375
,137375 1430
100.?177.50
, 628.12" 448.44
1960.?2160.
, 304
, 825.
, 21906
6750
2625 _
516.80
207.92
106.
V. D. S.
Brief aan ie Met,
Mevrouu',
Ge zijt de Komeet, genaamd van Halley,
van -wie zeer belanrijke gebeurtenissen onze
aandacht een oogenblik afgetrokken hebben.
Ondanks uw astronomische belangrijkheid
hebt ge, als ik het zoo mag zeggen, niet
eens een naam die u eigen is. De menschen
hebben u behandeld als ze't den minsten telg
van hun ras niet zouden doen; een peet
vader heeft u zijn naam gegeven, en daar
mee uit. Aan u is het te danken, dat die
naam niet vregeten is. Het is zelfs door u
dat hij zoo roemrijk klinkt. Hij zal het
blijven zoolang het u believe in de rondte,
of in een ellips te draaien door het luchtruim.
Gij zijt de nieuwsagent van een rekenaar,
ge zijt de handelsreiziger van zijn roem.
Ge zijt zelfs het verlichtende motief' dat
alle avonden zijn naam van grooten
wetenschappelijken schildwacht in den nacht der
oneinrigheid doet schitteren.
Beroemde sterrenkundigen zijn de meest
begunstigde onder de groote mannen1 Zij
geven hun naam niet aan vergankelijke
?werken, zooals artisten en dichters het doen,
zij doopen sterren of kometen, en nu kun
nen zij voor een heel tijdje gerust zijn.
Men beeft als men denkt, waar een
Hcmerus, een Phidias of, een Rubens hun
onsterfelijkheid aan danken! Een beetje
geheugenverlies, en de Iliade en de Odyssee,
die door mondelinge traditie overgebracht
zijn, zouden voor ons niet bestaan hebben.
Een licht aardbevinkje en zie daar het werk
van Phidias in puin veranderd.
Een slecht-geveegde schoorsteen ran het
Louvre en.... de serie kunstwerken van
Bubens knettert en verdwijnt.
Hoe veel zekerder is de onsterfelijkheid
eens sterrekundigen! Verzekerd tegen aard
bevingen en brand. Hij hoeft maar de eerste
te zijn om een hemellichaam te ontdekken
in het bekende kiekeboe spelletje dat astro
nomie heet, om niets meer te vreezen te
hebben: Kiekeboe! O! daar is ze! zegt
hij, bij 't vinden van een onbeduidend klein
sterretje, heelemaal in de verte, dat zich
verstopte achter zes en dertig millioen mijlen
van luehtledigheid, en hij zit op den troon
der onsterfelijkheid voor den tijd van zes en
dertig millioen jaren.
Door uit zijn waarnemingen en zijn be
rekeningen te hebben afgeleid dat men U
al eens ergens gezien had, en dat gij geen
voorbijganster waart, maar een periodieke
Eacteriolcgièen
Een baeterio!oo£ huwde zijn
laboratoriumassistente. Zij leefde in bacteriologische
harmonie,
hun slaapkamer-ameublement beantwoordde
aan alle byg-ëoische eischen der bacteriolo
gische wetenschap,
het ontbijt werd genoten onder alle hygi
nische voorzorgen,
bacterie-overbrengende huisdieren werden
gevangen voor laboratorium-onderzoekingen,
niet uit wreedheid ...
Een kleine werd geboren,
bezoekster van onzen horizon, heeft genoem
de Edmond Halley zich een
ontfterfelijkheid geschapen even duurzaam als de Uwe
hetgeen volgens de algemeene opinie nog al
een behoorlijke huurceel is voor een broos
menschelijk wezen.
O! Halley wist wel aan -wie hij de zorg
voor zijn naam toevertrouwde! Hij kon
zonder angst den aardbodem verlaten. Voor
hij stierf in 1742, heeft hij U toegeroepen
om zijn naam te komen uitspreken, tegen
het einde van 1758 of het begin 1759. Een
klein geschil tusschen U en Jupiter ver
laatte U eenige dagen, 1) maar gij verscheent
in November 17E9, trouw aan Uwe zending
van hemelsche rondbazuinster van Halley's
roem. Toen hebt güU weer in duisternis
gehuld, om een wandelingetje te beginnen
van zes en zestig jaar. Gij zijt Uw omme
gang begonnen aan de andere zijde
van de baan van Neptunus en daarna
hebt ge den weg naar de aarde hervat,
want men praatte slechts zelden meer van
uwen peetoom, en dan nog maar alleen
onder de hoogste koepels yaar men praat
over zonsverte en zonsnabyheid...
Gy verseheent in 1835 en vermeagdet met
een absolute afwezigheid van elk
actualiteitsgevoel den naam van Uw peet met dien
van den hertog van Broglie, van den heer
Thiers en van Louis Philippe.
Na een minachtenden blik geworpen te
hebben op de elementaire vuurwerkers-kunst
van Fieschi- hetgeen zeer begrijpelijk is van
den kant eener komeet hebt ge alweer
uw koffers gepakt en gij zijt weer onvermoei
baar verder getrokken tegelijk met l"
is die beste Halley ook weer in de schaduw
teruggetreden, en wij hebben hem zoozeer
vergeten dat we slechts de f yllabische wel
luidendheid van zijn naam toeschrijven
aan een anderen Allais, den fijnen en immer
betreurdenAlphonsb*) die op zijn manier ook
een soort genie was.
Het schijnt dat gij van opinie zijt dat de
verwarring nu lang genoeg geduurd heeft,
aangezien allen die tot taak hebben U aan
te dienen bij de deuren van onzen horizon,
allen die U in 't oog hebben, en die over U
de laatste nieuwtjes hebben, beweren, dat
gij 20 Mei aanstaande uw plechtige intree
zult doen in onze bescheiden portie van
het firmament.
* *
*
Welnu, wees zoo goed binnen te komen
Mevrouw de Komeet; kom, petekind van
een grooten astronoom, en vertel ons van
hem, vertel ons veel van hem.
Gij zijt een vluchtige bezoekster, dat weten
?wij, en gij zult alweer moeten vertrekken
vóór gij goed en wel binnengekomen zijt, daar
gij nog heel wat andere satellieten tegeeselen
hebt meteen staart, maar niettemin is het ons
een genoegen U te zien, Uw bezoek is
troostend en bemoedigend. Gij zijt niet
slechts een licht in de duisternis in de
juiste beteekenis van het woord, maar gij
zijt ook een scbijn van hoop in de duister
nis van twijfel, wanhoop, ontmoediging en
ongeloof... Gij vertegenwoordigt temidden
van alle kleine wonderen waarvan de
dagelijksche vermenigvuldiging onze bewonde
ring en ons geloot' afgesleten heeft, het
prachtige en treffende wonder dat de
laksheid wakker schudt van ons ongeloof
en dat een oogenblik zegeviert over ons
gewoon-zijn aan de meest verwarrende, de
meest veelzeggende wonderen van een
onverklaarde andere wereld, van een
onverklaarbaar princiep...
Men gewent aan alles, men krijgt genoeg
van alle schoonheden, en men raakt ver
trouwd met de meest verwonderlijke
phenomenen; wij zien nog gaarne de schitte
rendste sterren en de mooiste planeten,
*) Alphonse illais, gestorven fransch
letterkundige.
Het ademde gezuiverde luchten,
genoot automatisch gekoelde pappen,
en werd gewikkeld in antiseptische luierp.
Doch als de speen werd uitgekookt, snoepte,
baby van moeder's stootkant,
maar wij verbazen ons er niet meer over.
Het zijn de bekende en verwachte lampions
van een hemel die eiken avond illumineert.
De poolster is niets meer dan een
hangendende vuurtoren, de Groote en de Kleine
Beer slechts voorwendsels tot nachtelijke
geleerdheid voor wien een villa buiten heeft.
Gelukkig zijt gij er met enkelen van Uw
gelijken om ons een beetje de slaperige
oogen te openen, en onze smeulende ver
beelding aan te wakkeren, keert gij van
tyd tot tijd terug van een van uw fantas
tische omzwervingen, dieongeloovige
menschen in verwarring moesten brengen, door
hun te toonen dat al gebeuren er geen
kleine wonderen meer, de meeste de wereld
nog niet uit zijn.
Uw bezoek is ons dus welkom, het vijf
en twintigste dat gij ons brengt sinds het
jaar vóór onze era, vóór welken datum, naar
men zegt, gij U meer in andere kringen
bewoogt.
» *
*
Hoe jammer dat men U niet kan verzoe
ken om een oogenblikje plaats te nemen,
dat men niet een praatje kan maken. Och,
alt de vliegende komeet kon spreken!...
Kondt gij ons maar enkele reisindrukken
meedeelen, o, vrouw uit verre gewesten, die
uw sleep van vuur over een blauw tapijt,
milliarden mijlen lang, laat sleepen, en die
den Melkweg oversteekt zonder uw rokken
op te nemen! gij die voorbij snelt met een
snelheid waarvan wij geen begrip kunnen
krijgen, terwijl gij in 't voorbijgaan een
kushand werpt naar Saturnus, Uranus en
Nepturus, eii die in uw helsche spoor do
zonnen voorbij ziet vliegen zooals wij de
telephoonpalen!
Helaas! Gy verwaardigt l niet eens om
uw kern naar ons duister en teer aardkorstje
toa te draaien. Wij zijn het die u met de
oogen moeten volgen terre de verre ver
liefd op een ster!
Gij ziet, mevrouw, met brutale onver
schilligheid onze kleine cODflikten, onze
geschiedenisjes, onze modetjes over 't hoofd.
Met minachting onze afschuwelijke nauwe
rokken voorbijgaand, toont gij u met een
eeuwig waaiervormigen japonsleep. Gij laat
uw kapsel in den wind waaien, zonder u
te storen aan onze leelijke tulbanden en
valsche haren. Gij trekt voorbij, schitterend,
lachend om de arme kleine menschen
die de hemelsohe lichten willen uitdooven,
en stroomen van licht werpend op die
duistere blasphémateurs !
Sommigen, mevrouw, rekenen u enkele
van onze rampen aan, zooals gij ziet, zijn
wij niet veranderd sinds het laatste bezoek
dat gij ons bracht in 1837; wij zijn even
bijgeloovig gebleven ondanks onze
wijggeerige pretenties! Nu hebt gij een goede
gelegenheid om u zelf in eere te herstellen.
Wil op uw doorgang onze vlakten opdro
gen, onze zaden zegenen, onzen oogst doen
rijpen, onze in aanbouw zijnde huizen wat
op laten schieten, onze gemeentewerken
opfrisschen en uw beruchten stempel zetten
op onze boomgaarden.... Dezen keer zult
gij dichter dan ooit langs onzen aardbol
schuiven: zachtjes aan komeet, wees in
godsnaam niet te ruw! Neem voorzichtig
uw sleep op als gij voorbij gaat en daar
gij de grootste inter-siderale touriste zijt
van het heelal, moet gij t maar verbeelden
dat een reusachtige Touring-club de volgende
lakonieke aanmaning voor U geschreven
heeft op den Himalaya: Gevaarlijke bocht,
Kometen vermindert uw vaart.'...
Naar het fransch van MIQTEL ZAMALOÏS.
1) Miquel Zamaloïs vergist zich een weinig.
Eenige dagen zou moeten zijn maanden, want
het aantal is 518, en November 1759 hebbe
men te veranderen in December 1758. RED.
en 's nachta was het inderdaad merkwaardig
hoe zoet hij werd op moeder's arm ...
Hy beet zijn eersten tand dóór op het
horloge van een ongehuwden oom in worst
en fijne vleeschwaren,
en ontwikkelde zijn eerste menschelü'ke eigen
schappen op een abjecten Teddybeer, een
broeinest van bacterüa.
Moraal:
Der Geilt der Btkterioloffïe isl kickt zu fatsen :
Man deiir>f kliert die grosse und kleine Welt,
m es am Ende gehen zu lassen,
W ie''t Gott gtfd'.U.
Eilasöjes nn
Een AmerikaanHche marine-specialiteit is
de schrik om het hart geslagen bij de steeds
eneller stygende onkosten, yereifcht voor een
modern oorlogsschip, en bij den steeds
korteren tijd waarin dit schip ouderwetsch wordt.
In een 15tal jaren is het nieuwste schip alleen
nog maar geschikt voor kuitverdediging na
reeds 5 jaar te voren de eer onwaardig te
trjn geworden om nog ernstig mee te doen".
Zelfs een paar jaar na het van stapel loopen
mag het niet meer in de voorste gelederen
meestryden. Deze minderwaardigheid ligt niet
zoozeer aan het geschut dat nog goede diensten
kan bewijzen, maar in het aantal
paardekrachten trjner machines, zijn snelheid en
bergruimte voor steenkool. In deze opzichten
wordt het spoedig overvleugeld en daardoor
onbruikbaar. Een pracht plan is echter bedacht
om deze antiquiteiten toch nog rentegevend
te laren zrjn, zoover een oorlogsichip rente
kan geven. Verschillend* punten van de
Amerikaangche kust zijn nog onvoldoende
verdedigd; weln«: laat men de onbi uikbaar
geworden E eb epen, waarvan het geschut nog
in uitmuntenden toestand is, omwerken tot
kustforten. Om een der groote oorlogsschepen
wordt eenvoudig een kunstmatig eiland ge
bouwd , zoodat een pantserfort ontstaat uit
een drijvende vecht-factor (wie denkt niet
aan het drijvende eiland Delos, waar Apollo's
moeder Leto zeezlek was, totdat Poseidon er
granieten pilaren onder zette?).
Om dit centrale fort heen, worden op
diverse klippen kleinere oorlogsschepen
gedeponeerd, besraven in een aanvulling van
grond en rpmme'. Zoodoende krijgt rnen met
geringe kosten uitmuntende forten op plaat
sen waar het bouwen van een nieuw fort
ontzaggelrjk kostbaar zou zrjn. Zoubyona
de Reinier Claessen, het vlot met de
verhuiirommel" P, d. Biet op die w^se gepoot
kunnen worden op een of andere zandplaat
brj onze zeegaten? v. O.
Mont ra Tilüsctiriftei.
De Nieuwe Gids, Mei '10. E. D. Baumann, De
eoc;aal-psycho!ogiechee7olutie hypothese ran
Karl Lamprecbt. K. H. de Raaf. Uit
Potgieter's jcngeiingfjareE. JoannesReddip.g:ua,
Cynthic. Andréde Bidder, Het werk van
Henry Bataille. Dr. W. Meyer, Christelijke
en maatschappelijke deugde». Jar.vanLooy,
Vervolg de wonderlijke avonturen van
Zebcdeus. Hein Botkerj, 't Scheelt rnaar een
baarker. Hein Boeken, Bloemen-schouw in
de Haarlemmerhout. Hein Boeken, Vier
gedichter, Willem Kloos, Literaire kroniek.
P. X. van Eyck, In memoriam Jeaii Moréap.
Willem Kloos, Varinm, en r.
Groot Xedtrland, Mei '10. Louis Coupeius,
Van twee gestolen liefJegodjes, die gekocht en
verkocht werden. Een morgen vol anecdo'
ter. Albertina de Haai, Late liefde. Just
Havelaar, Feit tn droom in de historie.
Henri van Booven, Tropenwee, I. Drama
tische kunst en literatuur.
Europa. ti\. 5. P. N. van Eyck, Het lied der
dichter?. Siegfried Hartman, Droomen.
Gerrit Timmermans, Willem Verhoop.
Joarmes Reddingïu?, Cynthio. Oscar Wild?,
Het eterre kind. Job. M. Pattist, Buurtje.
J. D. C. van Dokkutn, Berüoz' eerste en laatste
liefde. D^rk Coster, Proza van Novalis ver
taald. Julitn Berr de Turique, De vooravond
van een grooten dap. Over nieuwe boeken.
Di Vlaamtche Gids, Mei/Juni '10. Max
Roosei, Het huis van Rubens. Myra Verhuyck,
Mijn eerste aanzoek. Edmond Verstraeter,
Avond in Limburg. A. Martens, Teeltkeus
toegepast op het menechelijk rac. L, van
Keymeulen, Grazia Deledda, Italiaanfche ro
manschrijfster. Leo vanRiel, JeanMoiéas.
O. van Doorsselaer, Duitse letteren.
De Ploeg, No. 11. Enquête over Multatali
naar aanleiding van de Max Havelaar-herden
king, met een onuitgegeven portret van
Douwes Dekker. Mnltatuli en *ijn Max Have
laar, do ir L. P. B. P. v. d. Voo, Schetsen uit
ethnographie en Folklore: sympathie tasechen
menschen en planten, I. en?.
Onze Etuw, Mei '10. Jozef Coher, Ver van de
mengchen. De Hudson-Fulton feesten in
New-York, ReisiLdrukken van prtf. mr. J.
d'Aulnis de Bourouill. Dr. A. S. Kok, Sir
Philip Sidney. W. P. Kops, Het schimpdicht
en de spotprent tijder s de Franeehe Revolutie.
C, J. Hacselman, Neerlands
volksvertegnwoordigiug en Indie's autonomie. ??G. F.
Haspel?, Nieuwe boeken, enz.
De, Boekzaal, tü. 4. M. M. Kleerkooper,
Nieuwsblad en journalist vóór twee eeuwer.
Joh. H. Ekerin?, De
Nederlandecheblinlenbibliotheek. -- De boekzaa!-index (April), enz.
De Nietme Taalgids, afl. III. J. Koopmans,
Opmerkingen bij Coornhm's Beatus Ille'.
Pb. J. Simonp, Lessen over't lidwoord. K.
Poll, Warenar, en^.
De. Vrouw en haar Huil, No. 1. Elis M. Rogge,
Tafellinnen. S G. Reddingius-van
Harlingen, Aan Elsje. A, Broekman Klinkbamer,
De schilderes en haar hui?. H. Baart de la
Faiüe, Meiespel. Hooguéven, Jeanne Marie.
Vrouwenarbeid in beeld. B. Zweers,
Photografeeren van bloemen. Nederlan iech
vrouwenwerk te Brusael, I, Kleine kleedjes.
8. Grnys-Kruseroan, Moederplichten, I.
Marie Hildebrandt, Eenang-tig oogenblit.
Kinderkletdini". B. M. B. Zomerstoflen
en kleurencombinatie. -^ Randen voor blou
ses, (Tur.
Huiselijke Kuntt, afl. 2. F. W. Drij ?er, Huis
vlijt voor iedereen.?Diepbrand.
Hollandsche kurjfct. Volkskunst. Weefkunst.
Een tentoonstelling van stikkerjjen op de
Singer naaimachine, enz.
Schoonheid en Opvoeding. M. E. H. Sandberg,
Geisweit v. d. Netten, Een kinderspeelkamer.
enz.
Tijdschrift voor O.tdejwijs en Handenarbeid,
No. 3. A. J. Schreuder, De Bosscher cureut.
J. C. Max, Het mondeling gedeelte van het
examen in handenarbe'd.?Kloksommeu.??
J. Stam, Kartonarbeid, waarbij het niet nood
zakelijk is dat men alles beplakt?J. Stam,
Een toestelletje van papier oni de lengte van
kromme lijnen te meten, en?.
De Levende Natuur, pfl. I. Jacq. P. Thijsse,
Een spreeuwenwolt. F-. Haimans, Hoe de
doornenkroon ontstaat. J. Godefroy. Over
het maken van pentéekeningen. D. J. v. d.
Ven, Loss op de Veluwe. E. Heimans, Voor
het Aquarium. S. Leefmacs, Een zeer zeld
zame vlinder weergevonden.
De Revue der uitvindingen en Ontdekkingen
No. 1. De terugkeer van Halley's komeet.
Wanneer begon de moderne sterrekunde.
De Romein tche re»s versterkingen in
Duitechland. Het Mysterie van Egypte. De
nieuwste zonnewjjzer door Phos Fergusov.
Nieuw Vrouwenleven, Mei '10. Van wien is
het huishoudgeld? De werkende vrouw
in het huwelijk, Parrjïch
gezelechapsleven, enz.
Moleschott. Goed, goedkoop, gemakkelijk
verkrjjgbaar dinkwater. Dr. R. Bjjlema,
Aetigmatisme. Arts J. Batavier, De kunst
matige voeding van den zuigeling, enz.
De Aarde en haar Volken, N o. 23, Fruiyoia
Crartre, Door het moderne Argentinië.
Een schnbbejtk van Celebes. De treklast
der zigeunerf, enz.
Jeugd, afl. V. Mank, In «en auto de wereld
rond. De rekenkunst bg de Eskimo's.
D. v. L, Het verzamelen van planten en het
inrich'en van esn H^rbarluaa, en?.
Eigen Haard. De dijk, door J. Eigenhuis, I,
Dwangarbeidera, door W. A. P., met afb.
Nederland voor honderd jaren, door Generaal
Wüppermann. III, met afb. Schetsen van
het eiland Walcherer, II, Vlissingen, door B.
von Brucken Fock, met afb. Verscheiden
heid. Feuilleton. De Engeleche
trconsverwisseling. Zeilwedstrijd op de Zuiderzee.
Generaal Holtius, t- De boot met
liefdadigheidshengelaaraters in de
Amsterdamache grachten op Hemelvaartsdag 1910, alles
met afb.
Aan de Redactie,
De heer B. J. Kerkhof schrijft in het jongste
nummer van uw Weekb'ad dat de graphologie
veel succes had in de Dreyfuszaak.
Dat is beslist onwaar. De heer Kerkhof
weet stellig heel veel van de graphologie en
ik weet er niemendal van, maar 't is van
aliremeene bekendheid, 't is uitgebazuind o^er
al!e daken in de wereld, het borderel dat
volgens de schriftkundigen door Dreyfus zou
zrjn geschreven, was nitt door Dreyfas ge
schreven Ik had haast er brj gevoegd: maar
door Esterhazy. Dit is niet bewezen. Toch
is 't zoo. Als vaststaande waarheid mag 't
echter niet worden verkondigd. Wel staat
vast dat Dreyfus niet schreef het borderel
dat hem tweemaal gerechtelijk tot verrader
stempelde, omdat de graphologen zich had
den vergist.
Hoogachtend,
Den Haag, 10/4 1910. A. C. SCHUT..
De heer Schul verwart de begrippen
schriftkunde" en ,,graphologie!'. De
Parijsche schriftkundigen, die geen graphologen
waren, hebbeu Dreyfus als den schrijver van
het borderel genoemd, maar de eerste g
aphologen uit alle landen hebben later zeer
beslist Dreyfus' onschuld uitgesproken. (Zie
Wie beurteile^ich meine Handschrift von
Hans H. Busse, bladz. 73.)
Intussohen geef ik gaarne toe dat mijn
artikel daaromtrent niet zeer duidelijk was,
«,?-=« B< Ji K'
CORRESPONDENTIE.
De Spellingboom.
+ Wij ontvingen lal van ingezonden stuk
ken over de spellingkwestie, maar wij hebben
daar heuse1! geen ruimte voor. Laten wij,
voor- en tegenstanders, nu geduld hebben tot
de Staatscommissie gesproken heefc en dan
met braven moed den spellingboom opzetfer.
Misschien vallen er dan vruchten af. Nu
zijn wij nog te midden in de onzekere lente
om ze al te verwachten.
Nichtjes eer hersteld.
D. A. H. die in een vorig nommer over
het leenen van boeken" schreef en o. m. ziju
nichtje beschuldigde De kleine Johannes" ge
leend en niet teruggegeven te hebben, biedt
baar openlijk zijne verontschuldigingen aac.
Hij zelf had het boek en heeft het terugge
vonden.
De aanklacht was openlijk, daarom eischte
het nichtje handhavende de recbten der
vrouw openlijk eerherstel.
D. A. H. hoopt na dit eerhei «tel van Dicht j e
weer vrij-uit te kunnen gaan.