Historisch Archief 1877-1940
Na 1718
DE AMSTERDAMMER .WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
U SPAART
tijd, geld en arbeid
door het gebruik van
MAG-GI's
l Tablet a 5 et. geeft, slechts
korten tijd met water
gekookt, 2 porties
heerlijke'
soep.
mimiiin iiimnimiiiiitmiii
iiiiiiiimiiimiiiiiiii
Catfearioa Tai Siêia.
Eerst dezer dagen viel mij het nummer
van de Amsterdammer in handen van 23
Jan. 1910. Ik acht mjj gedrongen naar aan
leiding van de bespreking, aldaar te vinden.
van het boek van mevr. Erens-Bonvy: de
H. Catharina van Siëna" een woord te
zeggen. Naar aanleiding niet om over
deze zeer nuttige uitgave te spreken, maar
omdat daarin wordt gezinspeeld op mijn
boek: Katharina van Siëna". Roman uit
de geschiedenis van mystiek en occultisme.
Hier vind ik: De schitter van dit boek
trachtte een verklaring te geven van de
wonder volle feiten uit het leven van Ka t
harina door het stelsel der theosofie, dat in
wezen geheel en^l verschilt van het katho
lieke geloof, waarvoor de H. Katharina van
Siëna heeft geijverd en geleefd". En verder
lees ik: dat Catharina in merg en bioed
doortrokken was van het katholiek christen
dom en dat zy daarom van ze f niets gemeen
had met het occultisme". Nu luidt mijn
antwoord: ieder Katholiek, (dit zullen er
seer weinigen zy'c) die my'n roman: Catharina
van Siëna, heeft gelezen, zal moeten beken
nen, dat de levensbeschrijving dezer vrouw,
zooals ik die op zich zelf behandel, geheel
gelaten ia in de lijst van haar tijd en haar
godsdienst. Alleen de verklaring, zooals ik
die geef door het opvoeren van andere per
sonen in dit boek, door gesprekken hun in
den mond gelegd; ja deze verklaring is theo
sofisch, en behoott tot het gebied van het
occultisme. Maar occultisme en mystiek zy'n
woorden van nzelfde beteekems, schoon
van verschillend cachet, wat hiervan ook
leggen de Boomsche autoriteiten de Mirville
en des Mousseaux, die het eeiate tot het
ry'k van den satan, de tweede tot het rijk
van God verwijzen. Ja Catharina van S.ëna
was in merg en bloed doortrokken vau het
Katholiek Christendom, dit zal ieder theo
soof aanstonds toegeven, want het Katholiek
Christendom is niet anders dan Theosofie,
dan de eeuwenoude godsdienstwijsheid. Wel
geef ik toe, dat.Catharina van Siëna
onbewutt theosofe was en bewnst Katholieke, maar
zy was daarom niettemin beide, want bewust
esoterisch Katholicisme is onbewuste esote
rische theosofie. De levens der Roomache
myatieken met hunne extasen, lichtverschijn
selen, stigmata, opz we vingen, veranderingen
van pbysiek, psychisch en geestelijk gewaar
worden zijn m. i. alleen aanneembaar te
iiiifiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
UIT DE NATUUR.
CCCLXXVII. De Koekoek.
Den nacht van Vrijdag op Zaterdag voor
Pinksteren heb ik in Renkum doorgebracht
en wel in het hotel Nol in het Bosch, een
der rijkste vogelhoekjes van ons land. Het
venster stond natuurlijk open; voor last van
muggen was er nog weinig gevaar en het
was de eerste van de reeks lauwe Meinachten
die ons 1910 heeft geschonker.
Nu ia het altijd lekker slapen met open
venitera en vooral midden in een groot
bosch, bümaneschijn en zoele zomerwarmte;
maar voor iemand die een lichten slaap
heeft, brengt het eigenaardige bez varen mee.
En ik kon heel goed de geeuw, de zucht
en de klacht begrijpen, door een
logeergast bij 't ontbijt geuit: Ik wou dat het non
eens uit was met die vervelende nachtegalen,
ze slaan en fluiten je suf en houden je maar
uit den slaap; 't is of ze hoe langer hos
dichter by ja bed komen."
Inderdaad, wie niet van vogels houdt of
al blaeéis op dit stuk, moet wel kribbig
worden, als eerst tegen elf of half twaalf de
nachtegaal ophoudt en zoowat tegen half
drie de zanglijster begint te roepen, dat je
opschrikt in je bed.
Wat mij betreft, ik kan in het voor j aai
zoo weinig buiten zy'n en van nachtegaalcang
genieten, dat het mij voorloopig niet licht
te veel zal worden, maar daar in Renkum
begon er toch iets van wanhoop by' te komen.
Als je vam ver bent komen fietsen, en voor
den volgenden dag weer ean flinke trap is
vastgesteld, heb je je nachtrust broodnooiig.
Na, de nachtegalen konden mij 's avonds na
tienen niet wakker houden, en de zanglijster
die my voor dag en dauw al weer wekte was
er ook niet toe in staat; maar daar begon
precies om drie uur een koekoek te roepen,
zoo fel en zoo luid dat ik waarlijk meende
dat het dier in mijn kamer zat te schreeuwen.
EB deze koekoek heeft zonder eenige over
drijving een vol uur aan n stuk zonder
n minuut te staken, doorgeroepen; dat
vervelende, treiterige: koekoek, koekoek",
werkte op den langen duur zoo irriteerend,
dat ik hem graag een steen naar zy'n kop
gegooid zon hebben, den eenigen binnen myn
bereik: een zwaren puddingsteen uit de Vogezen
nog wel, den zelfden dag ge vonden by Bennekom
tuncben het grove Waalgrint op pas
onigewerkten grond. Maar het was nog zoo donker
verklaren in het licht der theos fie. Te
Katholiek m tg tevreden zy'n met de verkla
ring van uitverkorenheid, genade en op God
gericht en wil, van een samenwerking vol
harmonie tusschen vrijen wil en genade; de
moesten, die deze Ie.ten lezen, en geneigd
zijn ze aan te nemen, zullen met deze ver
klaring niet tevreden zy'n.
Tot nu toe biedt de theosofische litheratuur
nog geen werk aan, dat juist dit onderwerp
van christelijke mystiek met bevredigende
oplossing behandelt, toch zal een dergelijk
werk eerlang worden neergeschreven. Van
uit den boezem van het Europeesch Geheime
Genootschep der Rosenkruizers is een stem
opgerezen, die de christenen zal bekend
maken mit vele geheime van het Christen
dom, waarvan de kennis in de Kerk zelve
is verdwenen. De Oosteréche s'roomicgder
Theosofie bemoeit zich in hoofdzaak met bet
wezen der Oostersche Godsdiensten, al wy'dt
ook zy hare aandacht aan den grooten gods
dienst van het Westen, al buigt ook zij in
deemoed en aanbidding hoofd en knie voor
diens Stichter den hoogen Avatara, den
Christus, den Logos van ons stelsel.
Wie belang steit in de schitterende mystiek
der middeleeuwsche Roomsere Kerk, speurt
gemakkelijk na, dat die mystiek voor een
groot deel haar grondslag en haar alles
beheerschend voorbeeld vindt in da werken
van Dionysius de Areopagiet, die, wat ook
christentheologen hiervan zeggen, de kern
van zijn leer meebrengt uit de
Alexandrijnsche school, waarvan een on mi idelyke her
leving is: de moierne theosofie. Het wag
deze. leer, voor de Westerlingen bewerkt
door Scotna Erigena, Dionysius ie Karthnizer,
Al Oerlus de Groote, waarop het gansene
gebouw der middeleeuwsche mystiek in
waarheid turusr. Da kennis van deze leer,
zoowel als haar methode en vorm hebben
onzen mystieken den sleutel toegereikt
tot hun geestesvlucht; tot hun opstijgen en
hemelwerelden en werelden daarboven: zy
hebben hun die k ei, mi ontsloten, welke
voor den niet-mystek het geheim der
hoogere efeeren blijft. Het was daarvoor
niet noodig, dat ieder mysticus, ieder heilige.
met ongewone ziels- en geesteseigenschappen
begaafd, deze leer kende. De geest en inner
lijke .beteekenis er van was door degansche
Kenk verspreid en de meditatieve en
contenplatieve klo «ter-orden kregen meest baar
voedsel, soms onbewust, uit deze bror.
De woorden: meditatie en contemplatie zijn
woorden uit voor-Christelijke en Oostertche
bron. Behalve de leer der Oostersche gods
dienstwijsheid, die vooral door Anguslinus en
iiiiiiiiiimiifiiiiiiiiimiMimiiiiiiiimliiMijiiiiMNiiiiiiiiHiiiiuiiiiiiituiM
onder de boomen, dat ik den vogel niet kon
onderscheiden; misschien ook zat hy' juist
echter een stam, of hoogerop boven mijn
hoofd in de jonge benkebladeren.
Het was een ware marteling, dat koekoeks
uur; als ik vooruit geweten had, dat het eau
uur moest duren, zou ik natuurlijk zy'n opge
staan om buiten van de zomermorgen te
genieten, maar ieder oogenblik, dac it ik, kon
het einde komen van dien waren koekoeks
zang en ik had slaap noodig, meer dan het
zoetste vogelgezang. Daarvan kon ik haast
niets hooren, want ternauwernood was ik
in staat door dat heesche, hitsige geroep
hten, fitis en roodstaart, zwartkop en fluiter
te onderscheiden, en de poging daartoe
maakte my moe. Handen klappen, fluiten
trommelen op de ruiten, niets hielp; en eerst
toen tegen vieren de hond begon te blaffen
en de haan te kraaien, misschien ook dcor myn
lawaai, vloog het dier op en r.u zag ik hem
n oogenblik; hy sloeg de richting naar
Orarje-Naesauoord en maakte daarbij heel
zonderlinge, katachtige blaas-geluiden.
Nu was de rust hersteld, in de verte klonken
nog alleen wat zachte vogelstemmen. Ook
de nachtegaal was al weer op dreef, de
winterkoning maakte het een oogenblik weer
wat rumoerig, maar de fluiter dempte alles
met zyn mooie zachte wegzinkende
fluittrillers en heel in de verte trommelde een
bonte specht. By zoo'n pianisgimo, dut je
wel weer in; het laatste wat ik me herinner
was het voornemen, om van de week over
die vervelende koekoek wat in de Groene
te schrijven.
Toch zou ik het glad vergeten hebben, ik
had al weer wat anders bedacht, als ik er
niet aan herinnerd was door bygaand my
vandaag toegezonden briefje, dat ik hierbij
laat afdrukken:
...?Op een fietstocht, Bedarende
dePinksterdagen door Zuid-Beveland en Walcheren
gemaakt, ben ik eenige malen in de gelegen
heid geweest, een my eigenaardig voorkomend
verschijnsel waar te nemen.
Langs een weg met boomen gaande, vloog
plotseling uit een boom, dien we op 't punt
stonden te passeeren, een gry'ze vogel onder
een geluid, dat eenigszina op dat van een
" koerende duif geleek: roekoekoe, 2 maal, doch
duidelijker, dan een duif dat doet. De vogel
deed me onmiddellijk denken aan de koekoek.
Het dier werd in z'n vlucht van zeer naby
gevolgd door een klein vogeltje van de grootte
Dionysina het innerlijke leven der middel
eeuw scbe Christenkerk beheerschte, waren
in deze Kerk, in hoofdzaak door het vurig en
onge-chokt geloof in den levenden Christus
en in de voornaamste uitdrukking van dit
Christaaleven, het Altaarsacrament, de
zieltkraehten, van eerbied, toewijding, liefde
en vertrouwen voor den werkelijk
godsdienstigen mensch, alles beheerscheade krachten
en het zyn deze zielskrachten, die op zieh zelf
reeds in staat zyn, astrale en geestelijke ver
mogens te ontplooien en de zoogenaamde
wonderen mogelijk te maken, die wy by' deze
mystieken in zoo ruime mate vinden. Dat hier
bij vaak positieve natuur kennis van bovenzin
nelijke orde ontbrak, blykt uit de afdwalende
ontwikkeling waartoe eenige van deze ver
mogens geraakten: zoo b. v. het optreden van
innerlijk vuur naar buiten, waardoor de
kleederen van den mysticus rerzengden en het
water begon te koken, waarin hy' of zy handen
of voeten stak, zooals bij Catbarina van Genua,
Petrus van Alcantara en andere; het bekende
Knndalinivour ontsnapt hier zyn door evo
lutie en natuur voorge chrevan banen.
Het zou my te ver voeren al de
verechynaelen, waarmee wij bij het lezen der mystiaken
kennis maken, te bespreken. Maar wie zich in
deze wereld eens verdiepen wil en daarbij een i g
begrip heeft van het ware occultisme, moet
de duidelijke en onmiskenbare overeenkom
sten zien tusschen de christelijke mystiek
en iedere andere, die zich beroept op
goddelyken oorsprong. Dat Cathar na de besta barer
brieven in toestanden van extase dicteerde,
zooals ik in de Amsterdammer lees, wordt
dan ook duidelyk. Dat een man als dr. De
Hartog beweert, dat men de R jomtche heiligen
niet missen kan, zooals ik hier verder leep,
verwondert my m 't minst niet. Spraken alle
predikanten zoo ruim en onsektarisch l
Mej. E. WEGGBMAN GÜLDBMONT.
iMimiiMiniMMiiiiiiHiiiiiiiiiuMiiiimiiiiiimiiHiiiiiiiiiiiHjiiiiiiiimiiiii
ALDB^-DBI.
Groot maar eenvoudig.
Grootheid en eenvoud, de beide eigenschap
pep, die het hoogste sieraad van den mensch
zyn, zyn ook de hoofddeugden van de
modehoad. Da hoeden, die dezen zomer gedragen
worden, zyn feitelijk de eenvoudigste, dia er
ooit geweest zyn. Uit twee elementen, stroo
en een lint, stelt men een hoofdbedekking
samen zoo elegant en fraai, dat de meest
gen fineerde Parisienne er volkomen vrede
mee kan hebben. Kbtvormig zy'n de meest
gezoohte modellen der stroohoed, van glan
zend marineblauw of okerbruin; de strikken
in zwart of in twyfelklenren hebben den
vorm van reusachtige vlinders of grillige
rozetten en schijnen met n knappe hand
beweging in elkander gelegd, los en vlug
impressionistisch, om een kunstierm te
gebruiken.
* *
Bloemen- Waaiers.
Een zeer fraaie noviteit op het gebied der
bal-attributen maakte gedurende het voorjaar
inEngeland grooten opgang.namelijk de waaier
van verse hèbloemen, die de waaier van veeren
nagenoeg geheel heeft verdrongen. Het lijkt
mij geenszins te ver wonderen, dat deze even
fijne als effectvolle u$vinding zoo spoe iig
alier gunst won, want Ir gaat een zeldzame
bekooring uit van deze waaiers, die een
fijnheid van kleur bezitten, welke lantts
kunstmangen weg nimmer te bereiken valr. Men
heefc ze vaa de prachtige, volle teergetintte
Acjar*1, van La France roien en van Gloire
de Dyon, van ro'.en in a Ie nuancen en vor
men, van Chrysanthen, Kho lodendrum?,
zelfs van geurende Orchideeën; ook van
kleiner bloemen, geiy'K Mudeiiefjes, Koren
bloemen, Myoiitis enz.; maar de voller en
rijker bloesems winnen net toch in charme.
De waaier-latten zijn voorden van kleine
ringe'jes, waarin de bloemstelen worden
vastgehecht op zoo eenvoudige wijze, dat
men ze zander bezwaar zelf kan verwisselen.
Vouwt men den waaier, die van zeer buig
zame latten moet zyn, op, dan maakt ze den
indruk van een bouqaet. Z-) is du-t een sie
raad a doubléusage. Men kan op deze wijze,
dit is nog een ander voordeel van de bloe
men waaier, met betrekkelijk geringe kosten
De Koekoek. (Foto van Klarton.
Uit Nature Carok).
van een musch. Hoe de eerste ook zwenkte,
de kleine bleef de achtervolging een heel
eind volhouden en keerde eindelijk terug in
de richting, waar wy ons bevonden. Tegen
7 uur in den avond hadden we hetzelfde
nog eens, doch nu ging de grootste eens
zitten, de kleine liet hem niet met rust en
onder 't vliegen meenden we nma»! gezien
te hebben, dat de kleine den groote in het
achterste deel van 't lichaam pikte. Langs
op elk bal een anderen waaier hebber, die
zich geheel voegt naar het toilet.
***
In de wolken.
Dezer dagen ia te Roubaix een bekend
luchtschipper, de heer Ennery Teirlinck in
het huweljjk getreden met een jonge dame
uit deze plaats, mejuffrouw Angèle Quesnois,
die niet alleen schoon maar ook overmoedig
scbijnt te zyn.
Nadat Monseigneur Bert eau x het paar in
de kerk St: Martin .in den echt had verbon
den, begaf zich de geheele bruidsstoet naar
het Velodrome, waar een goudgele lucht
ballon, die blonk in den helderen
lentezonneschy'n, als was ze een voorbode van het
geluk zelf, voor een reis in de blauwe
oneindigheid gereed was.
Men had het geheele middengedeelte van
het net van dit luchtschip versierd met
slingers van heerlijke rozen, terwijl ook de
gondel in een geurig en kleurig looftmtje
herschapen was. Zonder de gasten vooruit
te waarschuwen had het jonge paar by wijze
van verrassing besloten hun huwelijksreis
per ballon te beginnen Dit heldhaftige
besluit van het bruidje maakte natuurlijk
geweldigen indruk, en dadelijk werden de
champagne flesechen ontkurkt en dronk men
onder luid gejubel het paar een veilige
brnidsvaart toe. Ean hartelijk afscheid van
de familieleden volgde waarvan men de
aandoen lij k beid door vroolyke uitroepen en
dwaze invallen trachtte te temperen, toen
stapte het paar in de luchtige
huwelijksnacelle; het commando: Laat vieren l" werd
met vaste stem uitgesproken, en statig ver
hief zich de ballon inde van de zo a gedrenkte
lucht. Het jonge paar was weldra in alle
opzichten in de wolken. Na drie uren
vliegeua daalde de huwelyksballon in een
klein dorpje naby Arras, en het jonge paar
spoorde terug naar Roubaix, waar het feest
werd voortgezet.
***
Hondenwetlde.
In het millioenenland Amerika heerscht
niet alleen weelde onder de menschen, maar
ook onder de dieren. Het rijkste hondje van
de wereld woont in Baltimore. Het is een
fraaie Black and Tan" met een geestig spits
kopje en twee glundere bruine oogen, die
min of . meer arrogant de wereld in gluren.
Toen dit keffertje elf jaar werd, gaf z'n
baas een schitterend diner. De vrienden, die
genoodigd waren, wisten niet waaraan ze deze
fuif te danken hadden... dat was een ver
rassing, die hun bij het begin van het dessert
werd opgehelderd door den gastheer, die een
roerenden toost op zy'n lieveling uitbracht,
en de gasten mededeelde, dat men heden den
elfden verjaardag van zyn hondje vierde.
Minder verwacht dan dit alles was echter de
slotapotheosa van de redevoering1. Uit een
fijn etui, dat hij naast zich had staan, haalde
de baas e-n halsband te voorschijn, een schit
terende collier van diamanten, die onder luid
gejubel en gelach van al de aanwezigen den
kleinen spitsneus werd omgehangen. Deze
kostbaarste honden-halsbani van de wereld
bevat zeven honderd kleinere en grootere
brillanten, en vertegenwoordigt een waarde
van niet minder dan zes en dertig duizend
gulden. B ack was er maar half méinge
nomen en schudde onwillig zyn kop, toen
het* zware ding om zy'n slank rrekje werd
bevestigd.
***
Qeuren.
Fransche odeurs zy'n de fijnste van allen,
Piver t>n Pinaud hebben den roep daarvan
gevestigd over de geheele wereld. Toch was
Frankrijk niet het vaderland van de kostbare
reuk wateren. Catbarina de Medicis bracht ze
uit Italiëmee aan het hof van Hendrik den
tweeden, en RenéIe Florentin" had in die
dagen naby de Pont au Change een bloeiende
handel van parfumerieën, waar de geheele
groote wereid van Pary's zich zijn geuren en
zabjea kocht... Het toppunt van
geparfumeerdbeid bereikte Pary's in de dagen van
Lodewy'k den Vijftienden, aan wiens hof de
etiquette voorschreef eiken dag naar een
ander geurtje te rieken. Een goedkoope lief
hebberij was dit blykbaar in die dagen niet,
den weg was een sloot met oude rietstengels
en nu bleek, dat de vog si hier niet zeldzaam
was. In 't geheel waren 't er vier, die door
ons aankomen, zich als het ware lieten
voortjagen.
Zoo schuw als een koekoek heet te zijn,
waren deze vogelg niet. Bij 't zich neerzetten
op buffeldraad wipte hun staart op, als van
een ekster.
Kunt u my den naam van dezen vogel
noemen; is 't werkelijk een koekoek? En is
die achtervolging misschien opzettelijk tot
wering van een koekoeksei?
Als Ie'.er van de Groene kan uw antwoord
my bereiken. Bij voorbaat enz.,
Den Haag. P. H.
Zonder eenigen twijfel, durf ik wel zeggen
was ook deze vogel een koekoek. Die zijn
in vele streken volstrekt niet zeldzaam en in
Zeeland stellig niet. Wel is het een buiten
gewoon gelukje als men er een onder de
oogen krygt; maar om dezen tijd van het jaar,
half Mei ongeveer, is de kans nog al groot,
dan ly'ken de koekoeken soms gek van, ja
van wat; waarschijnlijk van hartstocht, van
geslachtsdrift. Ze vliegen by drieën en vieren
rond, schreeuwend, blazend als uilen en ze
duikelen al vechtend uit de wilgenboschjes
op den grond. Gewoonlijk is de oorzaak
van het kabaal gelegen in een omstandigheid
die by den koekoek regel ie, dat er n
wy'fje gevierd en beflirt wordt door drie of
vier manne jee; en deze trachten elkaar voort
durend te imponeeren door schreeuwen,
scby'naan Tallen en gekke kuren.
Het najagen van elkaar en van het wy'fje
duurt voort tot het einde Juni toe. Nooit
zoolang er volop voedsel te krijgen is, heerscht
er rust in een koekoeksry'k; zy'n de mannetjes
stil dan komt het wy'fje den boel op stelten
zetten, en, dringt een mannetje door op het
terrein van een concurrent of mede-echtge
noot, (de koekoeken leven in polyandrie),
dan wordt het een heet gevecht, waarby nog
heel andere geluiden gehoord worden dan
het eenvoudige koekoek; het lawaai begint
gewoonlijk met koekóekoek, den drieklank,
het wijfje gilt er gigigi doorheen; het is of
ze de mannetjes ophitst tot vechten, het ge
heel krijgt iets tooneel-demonisch.
Waar maar weinig koekoeken huizen hoort
ge van dat krakeel in den regel niets of heel
weinig; wie echter 's morgens heel vroeg by'
de hand is en een beetje heeft opgelet waar
de koekoek roept, kan geregeld het
verEen Dollamriflses,
(Life, New Yo,k).
Eene Amerikaangcne dollarprinses zooala
men zich die in Europa voorstelt. (De letter
S, tweemaal doorstreept is het teeken van
iiiiHiiiiiiiiiiiiumiiMiiMHiiimiiMiiiiini
den
iiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii
want aan Madame de Pompadour kostte dit
spelletje gedurende een enkel jaar niet min
der dan vijf maal honderd duizend fiaacs.
Een koopje l
* #
Florence Nightingale.
De naam »an deze koningin der verpleeg
sters had in Engeland, vooral ook in militaire
kringen wondermacht. Ty'dena een optocht
van Suffragettes in Londen, enkele jaren
geleden, stonden eenige officieren op nogal
luidruchtige en ia 't oog loopende wijze te
schertsen over den stoet van vrouwen, die
hen voorbij trok. Daar naderde een groep
verpleegsters, die een banier droegen met
het portret van Florence Nightingale. Opeens
werd de lach van het gelaat der militairen
weggevaagd, er kwam stilte in de geleierea,
en toen de beeltenis vau de goede engel
der slagvelden" voorbijtrok, stelden zy' zich
in 't gelid en brachten haar een militair
saluut. Haar heldenmoed en zelfopoffering
had over de spotters gezegevierd.
* .*
Sarah de grootr.
Sarah Bernharf, de eeuwig jonge, wier
gouden stem nu door de jaren toch reeds
in zilver veranderd is, is nog immer de
aangebedene der Parysche bakvischjep.
Dezer dagen ging ze op reis voor een tour
nee in de provincie. De jonge aanbidsters
der groote actrice waren natuurlijk volkomen
op de hoogte van het juiste monent van ver
trek, en stonden om zeven uur 's morgens
reeds op de stoep van het hotel, om haar een
laat s t en groet toe te wuiven. Velen hadden
versnaperingen, bouquetten,kleine geschenken
meegebracht en toen de vereerde en gevierde
vriendin de deur uitkwam, om in haar au*o
te stappen, was ze weldra door een dichten
drom van elegante meiejeefiguurtjes omringd,
die drongen en reikten om een laatsten groet
van haar op te vangen. De actrice verdroeg
deze onstuimige hulde met engelen-geduld,
schudde de uitgestrekte handen, noemde
namen, sprak hier en daar een vriendelijk
woordje, en toen de auto wegreed werd zfi
met bloemen o verstrooid en door honderden
blanke handjes gewenkt en toegewuifd, zoo
lang men een tipje van haar hoed zien kon.
Helaas!
Meisjes zyn als schoone bloemen.
Eens, in Mei, hoe lief en frischi
Maar, o jammer, hoe verfrommeld,
Als 't eens, later, Najaar ie.
PBEBKE DEN BELG.
iiiiiMiiiMiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiifiimi»
schy'nsel zien, dat in dezen brief is
beschrever. Er wordt zelfs beweerd dat het koekoeks
mannetje de kleine vogel?, die het wijfje tot
voeders voor haar jong heeft uitverkozen,
van hnn nest weglokt.
Wat de roodstaartjes, piepers, bas ter
dnachtegalen en kwikstaarten dry f t om een
koekoek na te jagen, is moeilijk uit te maken.
Mogelijk is het, dat zy hem voor een sperwer
houden, een vergissing, die ook wel door
menechen wordt begaan, illes wat eenigszins
op een roofvogel lijkt, wekt de woede van
kleine vogeltjes: een uil, een valk en ook
een papegaai, die by toeval en voor eem korten
tyd zy'n vrijheid herkreeg. Eksters, kraaien,
gaaien, even groote nest r oo vers als sperwer
en uil, ziet men echter zelden door een bende
vogeltjes achtervolgen. Toch wel een enkelen
keer door een paartje, dat de kraai, de gaai
of de ekster betrapte op een poging om hnn
eieren of jongen te stelen. De vervolging
door de heele vogelbende echter, geldt alleen
de openlijke en cfficieele vy'anden, niet de
stiekemers en sluipmoordenaars.
Indien ge een keekoek door eea of twee
kleine vogels driftig ziet vervolgen, kunt ge
er zeker van zy'n, dat de groote koekoek te
dicht naar hnn zin by een nest is geweest.
Misschien kwam er een wy'fje om haar ei in
het nest te leggen of was een mannetje be
hulpzaam om de vogels van het nest weg t e
tronen, zeodat het wy'fje het pas gelegde ei
met haar bek .in het nest kon brengen of het
er onmiddellijk in kon leggen.
Het is gezien, hoe een vogeltje, dat een
koekoek een ei had zien deponeeren, woedend
op dat ei lospikte en het nest voor goed in
den steek liet; de vogels kennen den koekoek
wel, en wantrouwen hem; des te vreemder
is het dat zy' het rare groote ei, mits het zoo
maar in hun nest kwam waaien, by'na zonder
uitzondering aannemen ei uitbroeden en dat
zy het vreemde jong groot brengen, dat hun
eigen kinderen het nest uit wipte.
. Da broed- en voeder-instincten moeten wel
verbazend sterk zyn en zelfs de zucht tot
zelfbehoud overheerschen; want vaak genoeg
bezwyken de voedervogels van uitputting by
hun taak, om het hongerige steeds groeiende
jong, dat al aardig op een koekoek ^'aat ly'ken,
te voeden. Za schijnen dan nog geen ver
moeden te hebben, wat voor soort monster
zy te eten geven.
E. HEIMANS.