Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1718
JULIANA VAH STOLBBBG,Geb. 1506 Gest. 1580,
_j naar wie Koningin Wilhelmina bast
''? . fc, dochtertje genoemd heeft.
Blijde Inkomsten te Amsterdam.
Na schatert al da stad.eiks vreugd is uitgelaten,
Men iteekt de jnichklaroen, en klinkende
klaret
De gulle vrooltfkheid danst nn langs markt en
straten,
liet een poetaster de Amsterdamsche
Stedemaagd in 1768, Prins Willem V en
zjjne gemalin ter blijde verwelkoming
toe wens«hen, toen zij kort na hun huwelijk
Amsterdam bezochten.
De Schutterij stond van de Haarlem
merpoort tot aan den Dam. Yoor het
Stadhuis het Paleis van thans
wachtten de Burgemeesters het vorste
lijk paar op en geleidde het uit hunne
koetsen naar de Raadzaal, waar de
geheele regeering aanwezig was en de heer
Hoofd-officier eene fraaie welkomsrede
hield.
's Avonds zag men het stadhuis met
6000 ballons verlicht en de toren met
WILLBM DB KIJKB, Geb. 1484 Gest. 1559.
Gemaal van Juliana van Stolberg.
snaren spanden en in de openbare ver
tooningen der Rederijkers zelfs
regeeringsperspnen meewerkten.
Bij de verschillende inkomsten werden
op den Dam, op de Damsluis, op de
Varkenssluis en voor de Doelenstraat
eerepoorten en tooneelen opgericht. Hoe
veel gold de stad er voor over had, blijkt
wel uit de vereeringe van 5000 gulden
aan den Pensionaria Boreel, bij de feesten
voor Maria de Medicis, nit die aan dr.
Samuel Coster en Joan Victoryn voor de ver
tooningen, en uit die aan professor
Barlaeus voor het boek: Blijde inkomst
der allerdoorluchtigste Eoninginne Maria
de Medicis t'Amsterdam," dat in hetLatijn,
Hollandsch en Fransch het licht zag,
versierd met het portret der Koningin
en 16 platen. De stad zag er niet tegen
op voor dit werk 9255 Gld. te
betalen,waaronder begrepen was het graveeren en
uitgeven van zeven bladen, voorstellende
de cavalcade der ruiterij.
Het was een der prachtigste inkomsten.
Praalwagen De Oranje Stamboom. (Hist. optocht 30 Mei 1910.)
lantaarns, Bovendien was in stad een
algemeene illuminatie. De feesten volg
den elkander op. Verwelkoming in het
College der Admiraliteit, zeiltocht op het
IJ naar Zaandam, begroeting in de ver
gaderingen der Oost- en West-Indische
compagnie, groote maaltijd in de Sche
penkamer van het stadhuis, gala-voor
stelling in den schouwburg'op de Kei
zersgracht, te- water-lating van een schip,
bal voor 1100 genoodigden in de groote
zaal van het stadhuis, verlicht met 7000
lampen.
Toch was deze blijde inkomste niet
een der schitterendste. Er waren
groot?chere aan vooraf gegaan. De geschie
denis van Amsterdam telt tal van blijde
inkomsten. Aan de oudste, die van 1587,
1594, 1613, 1618, 1638 enz., zijn de
meeste uitgaven besteed. En hebben tot
het oprichten van eerepoorten en tooneel
bekende schilders als Dirck Barentsz,
Cornelis Ketel, Jacob Leenertz en Nicolaas
de Vries en bouwmeesters als Hendrik
de Kejjser medegewerkt, terwijl dichters
als Hendrik Laurens Spieghel, P.C. Hooft,
Jan Vos, Vondel, Samuel Coster e. a. de
Een cavalcade der voornaamste
Amsterdamsche jongelui wachtte Maria de
Medicis ver buiten Amsterdam, aan het
huis ter Hart op en geleidde het door
luchtig gezelschap naar stad, waar, bij
de Haarlemmerpoort, de schutterij onder
kolonel Andries Bicker en de regeering,
vertegenwoordigd door burgemeester Cor
nelis Boom de Vorstinne begroette. Bij de
ruiters van Davelaar voegden zich nu de
geheele schutterij en begeleidde het vorste
lijk gezelschap langs den Nieuwendij k
naar den Dam. Daar werd in het bovendeel
van een triomf poort vertoond het huwe
lijk van Maria de Medicis met Hendrik IV.
Na de vertooning toog de stoet van den
Dam door de Warmoesstraat en den
langen Niezel naar den
Oudezijds-Voorburgwal langs het Prinsenhof, waar boven
in de eerepoort op de Varkenssluis Maria
de Medicis zich zag voorgesteld als
Berecynthia op een zegen wagen te midden
van haar kroost. De stoet trok daarna
naar het Prinsen bof?het huidige
stadhu:s waar de Burgemeesteren haar
verwelkomden en om de eer verzochten
haar in de vorstelijke vertrekken van
het Prinsenhof ter waudschap te mogen
ontvangen, en aan Amalia van Solms het
huis van Trip (het latere schilderij
museum, thans slechts Koninklijke
Akademie van Wetenschappen) tot een ver
blijf aanboden.
Tot de merkwaardigheden van het
verblijf van Maria de Medicis behooren
o. a. de haar aangeboden maaltijd in het
Oost-Indische huis door de Bewind
hebbers der Oost-Indische Compagnie.
De zaal was geheel op z'n Oostersch
versierd en de maaltijd bestond louter
uit uitheemsche spijzen en specerijen.
Maria de Medicis was over het een al
meer opgetogen dan over het ander.
Professor van Baerle die ook deze blijde
inkomste beschreven heeft en wien eene
vereeringe niet onthouden werd, egt
over de vorstin in verband met dezen
maaltijd: Haere oogen verdwaeldenzen
zij heelde zich in, ziende en aentasten de
't uitheemsche en ongewone bancket,
dat ze bij de Indiaenen, Molucken,
Persiaenen, Arabiers, Japonesen en Chinezen
te gast was."
Een waterfeest in het RAin, destijds
broeder dan thans, behaagde Hare Majes
teit ongemeen. De Vorstinnen voeren
met Burgemeesteren in een rijk versierde
sloep door het Rokin, nu en dan stil
liggende. Op een eilandje, dat 's nachts
ver van de stad uit de veenen was gehaald,
werd vertoond het huwelijk van de ouders
der Vorstin, en het schenken van de
Keizerskroon aan Amsterdam door
Maximiliaan van Oostenrijk, en nog meerdere
vertooningen. Terwijl het hooge gezel
schap naar de rertooning keek, schoot
in eens uit het water der Osjesluis thans
gedempt Spui tusschen Kal verstraat en
Rokin met het gebouw van de maat
schappij : Arti et Amicitia" op den hoek
Neptunus in een zeeschelp met twee
paarden, en de Amsterdamsche maagd
met Mercurius en het Koggeschip, het
Rokin in.
Beiden zongen de lof der Koningin.
Terstond daarop ving een watersteek
spel aan alles in het Rokin . Tien
in het wit gekleede matrozen metroode
mutsen op, namen er deel aan.
In den vooravond eag de Vorstin op de
werf der O. I. Compagnie, een naar haar
te noemen schip van stapel loopen. De
koninklijke sloep werd gevolgd door een
groot aantal andere versierde sloepenen
vaartuigen. Deze allen te zamen deden
een spelevaart op het Y.
Niet minder ryk en prachtig was de
blijde inkomst te Amsterdam van Prins
Prederik Hendrik met zij n zoon en diens
verloofde, Maria van Engeland en hare
moeder Henriette van Engeland, 20 Mei
1642. Overal eerpoortën en vertooningen.
Een der mooiste stoad.op de Varkenssluis.
voor de Oude Doelenstraat, van boven
tot onder behangen met schilden op de
overwinningen in de Orerzeesche ge
westen. Boven op de eerepoort stond een
levend man, die Hercules voorstelde, de
wereldbol torsende. In de poort zelf weer
een vertooning. Op den Dam en andere
plaatsen tracteerde" men het hooge
gezelschap nog op velerlei vertoon.
Op 29 Augustus 1659 blijde inkomste
te Amsterdam van de Keurvorstin van
Brandenburg, Louise Henriette van
Oranje, Amalia van Solms en de vorsten
van Anhalt, Oranje en Nassau. Bij hun
bezoek aan het pas voltooide stadhuis,
werden op den Dam op 16 prachtig
versierde wagens zinnebeeldige vertoo
ningen gegeven, geregeld door Jan Vos,
dichter en glazenmaker.
Dergelijke, maar meerdere,
staatsiewagens dienden tot vertooning bij het
bezoek van Prias Willem van Oranje,
oud negen jaar, den lateren stadhouder en
koning van Engeland. B ij een waterfeest
op het IJ, stelde de negenjarige prins
zich als admiraal aan het hoofd van
honderd jachten.
Twaalf jaar later, 12 Au». 1672, weer
een blijde inkomste te Amsterdam van
den Prins, en wél als Stadhouder. Ook toen
een eerewacht. Over deze ontvangst was
de Prins zóó voldaan, dat hij bij het
afscheid van de vrijwillige ruiters uitriep:
Prinses Juliana, geb. 30 April 1909, genoemd naar de stammoeder van baar
geslacht, Juliana van Stolberg, met haar speelgoed.
Praalwagen: De Vrede", Vrede te Munater, 1648. (Bist. optocht 30 Mei 1910.)
Adieu, vrome Amsterdammers! Ik kan
u allen de hand niet geven, maar ik
geef u mijn hart!''
Er zijn te Amsterdam te vele blijde
inkomsten geweest om van alle te ge
wagen. Die van 26 Juni 1790 was de
laatste der Stadhouders. Eerst als Holland
koninkrijk geworden is. weder eene blijde
inkomste die van Koning Lodewijk,
welke bij zijn komst in hetPaleis de tijding
ontving, dat zijne gemalin te Parijs een
zoon het leven had geschonken, welke be
kend zou worden als Keizer Napoleon III.
De blijde inkomsten werden bij de
vernedering van Holland er niet minder
om. De plechtigheden en feesten gingen
in die dagen niet van harte, niet vrij
willig, maar op hoog bevel. Toen Keizer
Napoleon I in 1811, gezeten op een wit
paar l te Amsterdam zijn intocht hield,
waren alle versieringen, was
allehuldebetoon op hoog bevel.
Huis aan huis was op 5 October 1811
de kennisgeving bezorgd, luidende:
De Maire der Stad Amsterdam doet aan
de Bewoondera van elk Huis, aan wien dit
B liet wordt overgeleverd, aanzeggen, dat
dezelve zich binnen de Eerstvolgende Vier
en Twintig Uuren, zullen moeten voorzien
van een FRANSCHEN VLAG, geschikt om uit
elk Huis te worden uitgestoken, by de
intrede van Hunne Keizerlijke Majesteiten,
en verdors: om binnen de eerstvolgende
Vier en Twintig Uuren gereed te hebben
GROENB GUIRLANDES, zo veel mogeljjk van
EIKELOOF, tot Versiering der Voorgevels:
Welke versiering zal moeten worden gedaan
onder opzicht van Stadswegen.
DE MAIRK DKR STAD AMSTBBDAM
den 5 October 1811
P. P. CHARLÉ, ADJUNCT.
Na de bevryding der Fransche
overheersching volgen de blijde inkomsten
der Oranje's elkander weder op, aan
vangende met die in 1813. Van deze
meer bekende waren de geestdriftigste
die van 17 September 1815, na den slag
bij ,Waterloo, waarbij de Prins van Oranje
en Prins Frederik te Amsterdam als
overwinnaars gehuldigd werden, ook door
opschriften der eerepoorten. Op die aan
den Haarlemmerweg las men: Aan de
handhavers van Neêrlanda eer, het ge
trouw, eendragtig en dankbaar
Amster
WiJlem de Ry'ke en Juliara van Stolberg de gtamoniers van Koningin
Wilhelmina en Prinses Juliana. (Hist. optocht 30 Mei 1910).
Frelerik Hendrik en Amalia van Soloa».
(Hist. optocht 30 Mei 1910.)
P/ins Willem I, gezegd de Zwijger en zijne gemalin, Louise de Coligny.
(Siat. optocht 30 Mei 1910.)