De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 12 juni pagina 1

12 juni 1910 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

»F" ??v ---.i. E T? TT "R T ailBJJ 1°. YOOR FSDIKLAN Dit menner bevat een WövoegseL 'redactie -vajn. ZMZr. ZEï. IP. L. uitgeven; VAN HOLKESU ft WARENDORF, Keizersgracht 333, Amhterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden . . ... - ? <? ??-*-?. t ',???? opr IndiS per jaar, büvooruitbetaling, .' . AfiEonderirJke glimmers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . . . . 0.12'/i f 1.50, fr. p. post f 1.65 . . ,* mail B 10. Zondag 12 Juni Advertentiën van 1?5 regels f 1.25, elke regel meer. . Advertentiën op de finanüeele- en kunstpagina per regel Reclames per regel ?0.25 ,030 ,0.40 rifHOUD: VJLN VERRE -EN VAN NA^IJ: Kunst Begeeringazaak. >? Kroniek. Een nzijdige Biamtaeornmiesie, tioor C. I. _?SOCIALE AANGFELEéENHEDEN ? Staatsvoogdij over da vrouw, door Martin» O. Eramer. FEUILLETON: KarVa ontmoeting, door ftrita van Loon. KUNST en LETTEREN : Eweedsche boeken, beoord. door Margaretha Mégbooom. Plane Vir, door N. J. Singels. Siehard Btranss-karikatnren, door Cornelij Veth. Berichten. VROUV^BNRUBRIEK: Vroawelflke toonpelbeambten, door H. v. d. Moer. ALLERLEI, door Interim. UIT DE NATUUR, door E. Hei mans. Bedol ven steden: Timgad en Pompeji, met afb., door N. van Kol. Gedachtenis van Jules Benard, met portret, door Carel Scbarten. Amsterdam Stat Lncas, door Piasscbaert. jDMterieujke , liefie, door P. H. Hogen holte Je. . Naar aanleiding van de Collec tieve Arbeidsovereenkomst, door mr. H. MMerkélbacb,'beoordeeld door mr. B. Hes. Feiten en Fantaisieën, 'door Feit en Van Tut. Uit déoude doos, door D. v. Z. FINAKCIEELEEN ©ECONOMISCHE KRO NIEK, door V. d. M. en V. d. 8. SCHAAK SPEL. DAMRUBRIEK. ADVER TENTIES. Kunst Begeeringszaak. , + Het Arsenaal is den dans ontspron gen! Het heeft niet Teel gescheeld of het was door de Regeering-zelve aan sloopera overgegeven, maar naeentweedaagsch debat heeft de Kamer het met 41 tegen 30 stemmen gered. Die meerderheid is vrij behoorlijk, grooter dan eigenlijk werd verwacht, vooral daar men zelfs eerst voor een nederlaag had gevreesd. Wij kunnen niet nalaten onze vol doening hierover uit te spreken, te minder ?waar het door ons voor eenige weken uitgelokt en gepubliceerd artikel van den heer Hecri Polak, waarvan door den N«d. Oudheidkundigen Bond aan elk kamerlid een overdruk was gezonden, tot het behoud der Arsenaal-gebouwen roor Amsterdam blijkbaar medegewerkt heeft. Toch geeft de gewonnen zaak nog wel enkele dingen te overdenken. Er waren «en paar kanten aan die in het licht moeten worden gesteld, omdat zij van rader en grooter belang geacht kunnen worden, dan het met alle mogelijke moeite redden van n monument. Het was een narrow escape" en wo dringt de vraag zich op: ligt hier oiet een gróót gevaar voor al onze monu menten F Zal het ons gelukken morgen een > ander monument te redden, dat ?wie weet door Waterstaat, door Land bouw, rdöor Koloniën met ondergang kan worden bedreigd P Dan zal misschien een aan anderen zich zacht spiegelende amb tenaar een Memorie ontwerpen met wat mér kennis van zaken, en met wat min der malle argumenten; dan zal misschien «en wat voorzichtiger minister geen «taatestukken aan de Kamer overleggen, zonder dat hij hun inhoud besproken heeft met den ambtenaar die ze opstellen moet; dan zal misschien laten wij het hopen van niet een warme, een oogenblik zelfs wat al te warme, maar toch in alles beerlijk-geestdriftige verdediger als de heer Stuers er niet wezen; dan zal misschien deze of gene kleinigheid zelfs in de wereld der politiek zijn kleinigheden van gewicht! anders uitrallen ... en dan ontspringt het monu ment den dans tft i;e t. _: . In een overwinning als deze ligt te reel toeval. Dat is het gevaar. Het moest aiet mogelijk wezen, dat waar er n onzer Departementen is, dat een afdeeling Kunsteaa en Wetenschappen heeft, -, die sedert jaren zooveel mogelijk steun geeft aan al wat er gedaan wórdt om hetgeen «r. pa» voör^etpen van goiebiedknndig en artistiek belang nog ten onzent ««er ia, te. redden van-ondergang, te be houden en te bewaren, dat daar zoo maar een ander Departement waardevolle din gen kan g^aa *ejFkwanselen. Het is mis schien n «gebrek m' de organisatie van het ^eg*BW«otdig"-K*binet, het ligt missohieft - ,v#or eaa rd*el aan ? den bekenden zacht- van 3*n ffiaièter van Binnenland«che Zaken om het zich niet noodeloos moeilijk te maken, dat het ArsenaalSval mogelijk was. Maar het w&s het n toch en de herhaling «r van is dat iederen dag. Bovendien het gevaar schuilt niet «Heen bij de Regeering-zelf. Van onze gemeentebesturen, : onder de kleine niet alleen, ook onder de groote zullen er zijn die, «r niet tegen opzien het voor beeld van het. Rijk te volgen om een poort, een waag, een stadshuis te ver nietigen ofte bederven. Hoe kerkbesturen kunnen optreden, na do historie der Nieuwezij ds-kapel is het ergste mogelijk. En particulieren, zij doen zonder dat er eenig ander middel dan overredingjg; om hem ervan af te houden, met watt! zij bezitten precies wat zij willen. ; Er zijn goede particulieren, kerkbe sturen, gemeenteraden, er is een Tweede Kamer die het Arsenaal gered heeft. Het is zoo, en het zij dankbaar erkend. Maar, tegenover de slechten staan wij mach teloos. Da geschiedenis van het Arsenaal kan het leeren, dat het ge vaar van al Ie kanten en op elk oogenblik dreigt, en dat ons monumenten-behoud afhangt van toeval en goeden wil. Dat mag toch eigenlijk niet. Gelukkig ligt de redding, de eenige, voor de hand in de bescherming onzer kunstschatten door de wet. Dit middel is niet nieuw. Reeds in 1462 heeft de Kerkelijke Staat het toegepast, Gustaaf Adolf deed het in Zweden, het bekende doch wat al te rigorieuse Edictum Pacca dateert van 1820. Maar het is nieuw voor ons. Vóór eenige maanden is het aan de orde gesteld door den Ned. Oudheidkundigen Bond, door het publiceeren van een aan hem uitgebracht rapport van de hand eener commissie van deskundigen. Dat rapport, dat door een vergadering van oudheid kundige vereenigingen met instemming is ont rangen, wordt ingevolge besluit dier vergadering aan de regeering door ge zonden als leiddraad voor een wettelijke bescherming onzer monumenten. Wij kunnen hier op de zaak niet in gaan, maar nemen slechts deze hoofdbepalingen uit die voorstellen over: 1. Van Rykswege werden onroerende zaken, die tenminste 50 jaar oud zijn, of onderdeelen daarvan, beschermd: a. voor zoover zij behooren aan openbare lichamen, instellingen onder openbaar bestuur, kerkgenootschappen of kerkelijke instellingen, indien zij belangrijk zijn voor geschiedenis of kunst; b. voor zoover zij behooren aan particulieran of aan niet onder a vallende stichtingen of zedelijke lichamen, indien zij bizonder belangrij k ayn voor geschiedenis of kunst; »2. Ten behoeve hunner bescherming worden de bedoelde onroerende zaken of onderdeelen daarvan geklasseerd als beschermde monumenten van geschiedenis en kunst", bij besluiten vaneene daartoe in te stellen Rijkscommissie, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van den eigenaar, enz. 4. Een geklasseerde onroerende zaak of het geklasseerde onderdeel daarvan mag niet worden vernietigd, gewijzigd, hersteld of aan aanbouw onderworpen, dan na verkregen machtiging van de in punt 2 bédeelde Rijkscommissie. Aan die machtiging kunnen voorwaarden verbonden worden in het belang van geschiedenis en kunst." Hier is..wat wij noodig hebben, en wat het in deze week gebeurde ons nog weer duidelijker dan alle vorige vernielingsen reddingsverhalen voor oogen stelt als de eenige weg is om te komen tot wer kelijke veiligheid van hetgeen ons uit onzen grooten rijkdom van weleer nog rest. Dat men niet te lang meer wachte ! men make nu werkelijk metterdaad kunst tot regeeringszaak. KRONIEK. MISKENNING. + Het volgende treffende bericht heeft Reuter de wereld rondgeseind: Bjj de voortzetting der beraadslagingen in de Russische Doema over het wets ontwerp omtrent Finland, gaf Poerisjkewitsj van de uiterste rechterzijde, zijn afkeuring te kennen over de inmen ging van buitenlandera, speciaal uit zulk een weinig beteekénenden staat als Nederland, dat bekend is wegen» zyn kaas en visch, maar niet wegens zjjn parlement. Hq scheurde het Nederlandtche verzeekschrift op de tribune io stokkenen verklaarde, dat het leger gereed behoort te staan om in Finland zjj n plicht te doen. ' Dat is van dien Russischen reactionair schandelijk onbillijk tegenover ons Parle ment. Laten wühopen uit onwetendheid. Immers had hu van de muilband-stemming bühet verzefcerings- debat en van die over de enquête kennis gedragen, hu zou het zijn lof wel niet hebben ontbonden. Dat onze rechterzijde zich miikend voelt i* begrijpelijk. Als de hrer Duymaer eens naar Rusland ging om Poerifjkewitej beter in te lichten? *** ONZE VLOOT. + Een deel onzer vloot heeft dezer dagen een grootsche, indruk wekkende demonstratie gehouden. De Nieuwe Courant werd erdoor : geïnspireerd tot een stukje van dat welluidend proza, waarvan de gpecimina 'tegenwoordig in onze groote, deftige kran ten, als lieflijk geurende rozen langs den . weg, de 'lezers plegen te verkwikken: Gist er namiddag lagen er drie onzer oorlogsschepen voor Scheveniugea, dicht ? onder den wal, heel nabij de pier. De oorlogêbodemp, donker tegen den avondIjjken hemel, vooral waar ze, van de kust tegen 't ondergaande zonlicht te zien : waren,-trokken zeer de aandacht en heel wat wandelaars begaven zich naar de Fier om de schepen zoo nabjj mogelijk te zien. Daar werd natuurlijk eens een kijker op de schepen gericht, 't Waren Hr. Ma. pantierichepen Evertsen, Piet Heim en Heemskeick, laatstgenoemde oorlogs bodem, de grootste van het drietal, lag in het midden. De Heemskerck ging aan't seinen met het zoeklicht en lichtte den stralen-bundel ook op het Kurhans, waarbij een baan van gond-geel licht over de Fier gescho ven werd. De lampjes der electrische illuminatie, toen nog niet ontstoken, hingen als zilverblinkende tranen van de jjzeren bogen af... Vóór halftien waren de oorlogsschepen reeds weder vertrokken. "Wij willen maar zeggen, dat dit goed gezien is van ons marine-bestuur. Zoo heb ben wij tenminste plezier van onze dure schepen. Die zilverblinkende tranen" op de Scheveningsche Pier, meneer "Wentholt, dat is de ware populariteit! *** CHRISTELIJKE ECONOMIE. + De Standaard toornt in twee nummers tegen den ongehuwden man." Die moest er niet zijn/' Behalve in geval van volsla gen imbeciliteit. Als hij trouwde was het met de ongehuwde vrouwen en met de vrouwenbeweging ook gedaan. Het vraag stuk is zoo eenvoudig! De ongehuwdeman" wete wat hem te doen staat. De krant geeft hem bovendien een levensregel medei die tevens waarborgt een gezonde economie. Ze is curieus genoeg en deze en gene on gehuwde" wordt er misschien door aangezet de dwalingen zijns weegg te verlaten door hem hier te lezen. Niet ieder leest helaas De Standaard; (wij spatieeren): Dit huwelijk behoeft niet ver haast. Te jong te huwen i B den man veeleer te ontraden. Hij moet hnwen in de jaren van zijn volle manlijke kracht. Voor de vrouw isdeleeftjjd iets la ger te stellen,mits ook bq haar het hu weljjk niet alit vroeg -intrede. En zijn ze gehuwd, dan moet het verwekte kroost niet als een bijkomend iets, maar als een der hoofddoeleinden van het hnweljjk geëerd worden. De kindeien moeten als een van God geschonken zegen worden beschouwd, en gezinnen van vier, v\jf kinderen m o, e ten regel z ij n. Dan voelt de man, dat hy werken moet in het zweet zjjnt aansch^jns. Dan beeft de vrouw haar gestadige bezig heid. Dan wordt de weelde vanzelf inge toomd, de qdelheid langs een geheel natuurlijken weg beteugeld. Soberheid en zelf beheer Behing geven dan den toon in de maatschappelijke samenleving aan." Is het niet aanlokkelijk ? Komaan, welke ongehuwde man-van-rechts" geeft het voor beeld? '? ? -' Een nzijdige Staatscommissie. nzijdig, niet te verwarren met partijdig, hetgeen dikwijls geschiedt en waarvan geen vermoeden bestaat bij de samenstelling der Staatscommissie, .die hier bedoeld wordt en die is ingesteld bij Eon. Besluit van 18 April jl. Elders is zij reeds Hydrologische com missie genoemd en bij hare installatie schijnt de Minister, haar te hebben betiteld a»: Commissie in zake het waterleidinglvr^agstuk, terwijl z\j zich zelf den naaii geeft van Staatscommissie voor drinkwater voor ziening, -i . , Zij is samengesteld als volgt: lid en voorzitter: dr. D. BosiJid van de Tweede Kamer der Staten-generaal, te 's Gravenhage; leden: .????'. L. "W. Havelaar, directeur der gemeente lijke duinwaterleiding te Haarlem; dr. G. A. F. Molengraaff, hoogleeraar aan de Techniiche Hoogesohool, te 's-Gravenhage; M. On nep, luitenant-kolonel, commandant in het genie-commandement, te Utrecht; J. M. K. Pennink, directeur van de ge meente-waterleiding, te Amsterdam; J. C. Ramaer, hoOtdingeBieur-directeur Ie khvne van demRükawaierrtaat, chef van den algemeenen dienet, to 't-Grav*nhage; C. P. E. Ribbiuydiwtor derDelftfcche waterleiding, te Delft, «a --?? . secretaris, dr. J. W. Jenny Weijerman, lid en secretaris van den Centralen Gezond heidsraad, te Utrecht. Waarschijnlijk zal niemand de uitnemende bekwaamheden betwisten van de hiergenoemde personen, elk in het vak of de wetenschap, die hu beoefent en daarmede wordt tevens erkend, dat zij waarborgen opleveren voor de deugdelijkheid, voor zoo ver die onderwerpen betren, der adviezen, welke de Regeering verlangt en waarvoor de Commissie is ingesteld. Doch allen, de voorzitter alleen uitge zonderd, zijn technici; mannen, die zeer zeker volkomen in staat zijn, de technische bezwaren voor waterleidingen onder ver schillende omstandigheden in al hun om vang te doorgronden en zoo mogelijk op te lossen, om nieuwe plannen van waterleidinge i te beoordeelen, zoowel in hun geheel als in onderscheidene onderdeelen en om daarna de Regeeriog te adviseeren omtrent hunne meer of mindere waarde en uit voer baarheid. De besprekingen in de Tweede Kamer pp 16 Dec. jl. hebben echter bij velen den indruk achtergelaten, dat iets anders en meer bedoeld was, toen het benoemen dezer Staatscommissie door den Minister van B. Z. in het vooruitzicht werd gesteld, terwijl juist de benoeming van haren voor zitter bewijst, dat niet alleen een techni sche Commissie bedoeld is. Trouwens in bovengenoemde zitting der Tweede Kamer is dit duidelijk genoeg te kennen gegeven. Gelijk de geachte afgevaardigde uit Winschoten te recht opmerkte, zeide de Minister, komen büdeze zaak achtereen volgens ter sprake de technische vraag, de financieele vraag en de juridische vraag en ten slotte de quaestie van het verleenen van steun; men moet weten of er op een bepaalde plaats water te vinden is en aan den bodem kan onttrokken worden zonder al te veel schade voor den landbouw; om nu te kunnen beoordeelen wat al of niet noodzakelijk is, is volstrekt noodig een deugdelijk advies." Elders reeds noemde de minister deze drinkwatervoorziening een groot volksbe lang, bijzonder met het oog op de volks gezondheid. Büde installatie der Commissie werd in denzelfden geest door den minister gesproken, bijzonder den nadruk weliswaar leggende op het zoeken van het prise d'eau, maar toch niet minder op de rentabiliteit, die door de leden der Commissie zal moeten worden beoordeeld. In het algemeen zullen deze gesteld worden voor een cömplej- van vragen, waarop het antwoord slechts door speciale vakkundigen kan worden gegeven." De hoofipunten, waarop de minister prijs stelt en waaromtrent hij inlichtingen wenscht te ont rangen bütoekenning van Rijkssteun, z\jn dus vele, een complex noemde hu ze; z\j springen in hun aantal en belangrijk heid in het oog door het volgende lijstje: lo. techniek der waterleidingen, waartoe behoort niet alleen den aanleg met alles wat er bübehoort, maar ook het onderzoek van het water, enz. Niemand zal betwijfelen of de benoemde Commissie zal het meest betrouwbare advies uitbrengen. 2o. financieele opzet der exploitatie,waartoe behoort hèt berekenen,bijeenbrengen en even tueel een plan van aflossing van het benoodigde kapitaal,de rentabiliteit in verband met den prijs van het water enz. Bijzondere des kundige voorlichting zal hier wel allerminst kunnen gemist worden, nu in de 2e Kamer, bij de bespreking eener nieuw ontworpen onderneming door een kring van gemeente besturen in * Zeeland, als doelmatig wordt aangeprezen: leening der gelden tot een bedrag groot genoeg om in de eerste jaren daaruit rente en aflossing reeds te kunnen vol doen. Eene becijfering, waarbij toonde hulp van financieele specialiteiten niet gemist kan worden; 3o. landbouwbelangen. Indertijd is door de Heidemaatschappij en den lateren direc teur-generaal van landbou w, mr. Sickesz in een uitvoerig rapport aangetoond, de groote nadeeleu aan den landbouw toegebracht in den omtrek van den Haag en eldèn door het onttrekken van water aan den bodem ten be hoeve van stedelijke waterleidingen; het zelfde is onltpga geschiedt door prof. Dri»oi, wat betreft 4feöjg«ving van Bloemendaal; zullen nu dénWioteuren van soortgelijke waterleidingen en de andere ingenieurs waaruit de Staatscommissie is samengesteld, de aangewezen mannen «ün om de Regeering te dienen van nutd en advies omtrent deze en andere landbouwbelangen? 4o. de juridische zijde; nadat door den minister en enkele leden in de Kamer was aangeraden of liever als noodzakelijk werd geacht, dat verschillende gemeenten zich onderling vereenigen voor het tot stand brengen van waterleidingen, is gezegd, dat een naamlooze vennootschap daarvoor de beste vorm zou zijn; er is echter ook ge vraagd of een onderling samengaan volgens art. 121 der gemeentewet niet mogelijk zou kannen zijn, terwyl waarschijnlijk evenmin de weg der coöperatie is buitengesloten; vergissen wy ons niet dan heeft de secretaris der Commissie het recht mr. voor zijn naam te lehriiven, mag médaarom aannemefi, dat hij daarmee het zoo noodzakelijke juridische element vertegenwoordigt? 5o. de volksgezondheid komt b\j het on derwerp op de eerste plaats;,er zijn weinig zaken, die van zooveel belang zgn voor d* volksgezondheid aU goede waterleidin gen", zeide de Minister, en d* meeste hygiënisten zullen bet met hem ew« zgn. Sedert ettelyke j «W» is er in ons land: een Staatstoezicht op de volksgezondheid, büde wet geregeld en volgens Art. 2 der ge zondheidswet bestaande uit : a. den Centralen Gezondheidsraad (samengesteld uit 8 leden en 57 buitengewone leden); b. hoofdinspec teurs van de volksgezondheid (4 in getal); c. inspecteurs van de volksgezondheid (16 iu getal) en d. gezondheidscommissiën (be staande uit meer dan duizend leden). Aan deze gezamenlijke collegae is opgedragen de Regeering te adviseeren omtrent de middelen ter verbetering der.' volksgezond heid; moet men nu alweer aannemen, dat waar het dit waterleidingsvraagatuk betreft. volgens den Minister zelf van zulk een b uitstek hoog belang voor de volksgezond heid, deze taak van adviseur kan worden overgenomen door een college van ingeni eurs en vaktechnici, tenzij k die last wordt opgedragen aan haren secretaris, tevens lid en secretaris van den Centralen Raad, doek zonder dee» ais fii in deze Commissie op te nemen ? Eindelijk en als niet het minst belangrijke: 60. de Oeconomische kwestie en het Al gemeen Belang. Er zijn gelden uitgetrok ken op de Staatsbegrooting van dit jaar, met da zekerheid dat grootere som men volgende jaren beschikbaar zullen ?worden gesteld. Zij zullen dienen ter be kostiging van onderzoekingen, plannen en ontwerpen van meer of minderen omvang; in verband daarmede is het vooruitzicht geopend om voorschotten, misschien zelfs subsidies van het Rijk te verkrijgen ten be hoeve van den aanleg dier waterleidingen. Doch dit beschikken over een publieke kas, over belastingpenningen van allen zal zeker niet geoorloofd zijn, indien niet duidelijk het algemeen belang op den voorgrond treedt. De Minister heeft het trouwens zelf te ken nen gegeven : eigenlijk moeten al die onder nemingen, meende bij, zich zelf bedruipen en alleen hulp worden verstrekt om ze heen te helpen over de eerste moeielyke jaren. Doch het valt niet 4e ontkennen ook aan zulke tijdelijke hulp zyn kosten verbonden, rente verlies bij voorschotten en risico's van verschillenden aard, doch zeer in het bijzonder wordt de algemeene kas er mee gemoeid, wanneer wordt overgegaan tot het verstrekken van bijdragen. Hoe belangrük zij ook pp zichzelf moge zijn, niet iedere waterleiding is daarom van algemeen belangen met nauwkeurigheid zal telkens moeten worden nagegaan of een geheele streek gebaat wordt of de meerder heid der inwoners naarmate hunner behoefte voorzien wordt van drinkwater dan wel of alleen eene of meer industrieën, enkele be voorrechte kommen in de mogelijkheid wor den gesteld gebruik te maken van de water leiding en of b. v. de onderneming is inge richt op eene wijze, dat zy de uitvoering gemakkelijk maakt van art. 5 der "Woning wet, waarbij bepaald is, dat in de toekomst iedere woning moet kunnen beschikken over goed drinkwater. Al zal voorzeker de Staatscommissie, zooals zij thans is samengesteld, al deze uiteenloopende belangen niet uit het oog verliezen, de mannen die allen zulk een' bepaald vak vertegenwoordigen (al weder de voorzitter uitgezonderd ; de secretaris is geen lid der Commissie) het kan niet anders of deze zullen het meeste oog hebben voor hot deel hnnner taak, dat het meest over eenkomst met hun bijzondere studie en wetenschap, maar dan ook zullen zij allicht minder gewicht hechten aan of minder tot oordeelen bevoegd zijn over verschillende andere onderdeelen: Hun advies als geheel moet daardoor aan kracht verliezen. Het is te betreuren dat dit bij de samenstelling der commissie is uit het oog verloren. C. I. ?" IIIMIimiimilllllllllllllllllllllllllMlltlllllllllMHIIIIUII Sociafó Staatsrosgdüorer do QBW, De N. R. C., sprekende over het wetsont werp. van minister. Tal ma tot uitsluiting van niet geheel gezonde jongelieden van de 'gteenhouwersarbeid, vraagt zich ernstig af, of het geen gevaarlik nieuw beginsel is, dat hier de Staat niet slechts ouderzorg overnemen, maar zelfs de individuen tegen zich zelven in bescherming nemen" z.al. Generlei zulke twijfel was echter te ont waren bij de redaktie van het grote liberale orgaan, teen het blad de tijding bracht, dat minister Heemskerk een we t «ontwerp; had ingediend, waarvan art l luidt: -?Vrouwe lijke Rijksambtenaren, die in het. huwelijk treden, worden met ingang van den dag van .haar huwelijk eervol uit 's landsdienst ontslagen." En toch geldt het daar dezelfde soort van vaderlike zorg van regering'Bw#ge voor de onderdanen, die in het gevel >?fth de steenhouwersleerlingen heel wat- beter aangebracht en heel wat nuttiger zou jTezen, immers, daar worden onge«oï»de personen beschermd door de wet tegen een moordend bedrijf, terwijl bülaatstgenoemd wetsont werp volkomen gezonde, volwassen periopen worden belemmerd in de uitoefening va"h haar beroep, 't Ia bübeide ontworpen het zelfde streven van het zittend .ministerie om' door een soort z.'g. sociale wetgejipg zijn ijver te toonen en bewijs, .van zijn kriitenkheid en hoge zedelike beginselen te geven, ronder daardoor gevaar t e. lopen, stemmen te verliezen büeen :vfttg«Séi » erkiezing. Ja, zo'n brevet van krjstelikieid .en beschermende goedheid is wat waerd, en toch ia dit geval' met .duw; dieaieWike jongens zöoden waaflik voor steenhouwer

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl