Historisch Archief 1877-1940
AMSTERDAM MER-WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1721
derenswaardige specimina van hun soort
waren, of omdat ik zoo bizonder belust was
op al het blinkende, kleurige en zoete dat
er Terkocht werd. Maar alleen omdat die
kramen telken j ara het nieuwe voorjaar
verkondigden.
Züwaren, na de grauwe winterdagen,
de dagen van arbeid en de avonden aan
opera, schouwburg of o gruwel, aan
politieke vergaderingen gewijd, de eerste
waarlijke lente-boden, de blijde begeleiders
Y»B het eerste jeugdige boomengroen.
De jolige drukte die om deze
voorjaarskermis keen roezemoesde, was als een zang
van naderende verlossing uit de sleurgang
en de berusting van den saaien wintertijd.
Dat nu is thans voorbij. Het Voorhout
blijft in de laatste jaren vrij van deze
kermisvroolijkheid die zijn deftigheid
heiligschennend doorjuichte.
De kermis is nu verhuisd naar den
Dierentuin.
En ofschoon züdaar eenigszins doet als
een getemde leeuw in een tralie-hok, toch
heeft zij nog steeds een groote beteekenis
voor het uitgaand Den Haag, wijl zij altijd
op denzelfden tijd van het jaar gehouden
Vrordt, en dus nog immer den overgang
tusschen winter- en zomergenoegens vormt.
En als zoodanig vervult zij dan ook haar
roeping.
Want onpartüdiglijk verdeelt zij haar
gunsten over alle klassen en standen onzer
bevolking.
Verbeeldt u niet, dat ik u de geneuchten
van den Dierentuin-kermis zal beschrijven.
Ik zal u niet spreken van het specialiteiten
gezelschap dat in de groote zaal te be
wonderen was, noch van de draaimolen,
noch van de Toboggan, noch zelfs van de
Kue de Blidah" met zijn Oostersche"
dansen en zijn harem" waarvan de toegang
zelfs aan heeren verboden wast
Dat alles is thans voorbij; en thans zijn
wij, zooals gezegd, weer geheel gefascineerd
door het Kurhaus.
Het is moeilijk om aan een|niet-Hagenaar
volkomen duidelijk te maken, hoe groot, hoe
voornaam en hoe gelukkig Lde plaata is,
welke het Kurhaus in het zomerlevea onzer
stad inneemt, %
Het Kurhaus... dat is het philharmonisch
orkest.
En hei^philharmonisch orkest is de
tyranliek» verleider, die vele honderde gezinnen
uit de .welgestelde burgerij dwingt om
's middags in groote haast het diner naar
binnen te werken, zich hals over kop te
kleeden" en naar de naastbijzijnde tram
halte te loopen, ten einde zich een plaatsje
te veroveren in de o ver vulde wagens; die
hen daarna dwingt om in een benauwde
volgepropte zaal, opeen gepakt te zitten op
stoelen, die zoodanig ia rijen aan elkaar
zijn verbonden, dat, zoodra iemand zich be
weegt, alle anderen in dezelfde rij
medetrillen."
De heerlijkste zomeravonden worden al
dus opgeëischt door den muzikalen heerscher.
En hoewel het concert op gewone avonden
wanneer het mooi weer is, op het terras
wordt gegeven, en men dus tenminste van
de zeelucht kan genieten, zijn er toch ge
regeld twee of drie avonden per week,
waarop de aard van het programma of de
medewerking van solisten een uitvoering in
de zaal Boodig maken.
Zoo is dus het geregeld bezoek van 'het
Kurhaus op de symphonie- en
solistenavonden een daad die heel wat uithoudings
vermogen ei&cht.
'_ Maar de echte Hagenaar laat zich
daar? door niet afschrikken.
Het Kurhaus neemt in zijn zomerleven
au eenmaal een zeer belangrijke plaats in,
en geen enkele orerwegiag en geen enkel
ongemak is in staat hem er van af te
trekken.
Er is nog een andere rol die het
Seheveningsche Kurhaus en zijn directie al
meer en meer hier gaat verruilen: de
rol van vertegenwoordigster onzer stad Jby
congressen, wedstrijden en anderen plechtige
gelegenheden, waarbij aan aiet-stadgenooten
en vreemdelingen gastvrijheid moet wordrn
verleend.
Wat zouden wij tegenwoordig beginton
wanneer er geen Kurhaus was?
lllllllllMlllllllllINmilllllllMlllllilNimlIlUlllllllllllltltlllllllillllllllHIII
oFiuilkton.
ly&üeïe w\\\\\mi uit IJsland.
Uit een bundel verhalen, n»ar mondelinge
overleveringen verteld door
THIT JBNSEN.
Vertaling van EMIL WEGELIN.
I.
HOK SYAVA DANSTE.
In vroeger jaren was de beroemde, oude
kerk van Skalholt eenvoudig uit leem opge
trokken, zooals alle andere onde kerken ia
IJsland. En op het kerkhof lagen overal in
het rond verspreid de kostbare, oeroude
grafs'eenen, prachtig uitgehouwen zerken
van graniet of marmer. Zij werden door den
regen verweerd en langzamerhand met mos
en schimmel bedekt; en eerst, toen de bouw
vallige kerk herbouwd werd, werden alle
grafsteenen in het gebouw aan beide zijden
van de doorgang en het altaar gerestau
reerd.
In vroeger jaren werden de kerken voor
allerlei practlsche doeleinden gebezigd, daar
in het arme land nergens een lokaliteit te
vinden was, waarin een behoorlijk aantal
meuschen bijeen konden zijn. De reizigers
sliepen daar, werklieden oefenden er hun
arbeid uit, enorme manden met eenden
eieren werden daar ondergebracht en bij
feestelijke gelegenheden kwam de jeugd daar
bijeen, om van spel en dans te gemeten.
En sop lang dat in alle eer en deugd ge
schiedde, was daaria dan ook niets stuitende.
Langzamerhand echter ontaardden deze feeste
lijkheden in woeste drinkgelagen I Entoen
was het eensklaps uit met dat alles, en op
zulk een wijze, dat men nog heden, als de
duisternis invalt, de toehoorders mj dat ver
haal ziet verbleeken.
Kerstfeest, Kerstfeest, zong Svava. Züwas
dol van pleiner; het lang verwachte Kerst
feest was er eindelijk en in de kerk zou
gedanst worden!
Als witte rehten stonden de besneeuwde
fjorden rondom Skalholt, het water lag
als een poedel aan hunne voeten, sneeuw
vlokken daalden op de wateroppervlakte
Waar zonden onze congresleden de
eerew\jn moeten drinken,.waar zonden de leden
van vredes-conferenties hun diners moeten
geven, waar zouden zij zich laten bekijken
en, begluren, en bewonderen door vle tout
La Haye," wanneer het niet was in de zalen
of op het terras van het Kurtaus?
Zoo heeft dan deze nooit volprezen in
stelling zich thans weer verdienstelijk ge
maakt ten opzichte van het congres voor
gemeentebedrijven.
Dit congres, dat gelijk men weet, bijeen
kwam op initiatief van een onzer mid
denstandsorganisaties, is niet alleen op het
Kurhaus verwelkomd, maar het heeft er
zelfs ziju zittingen gehouden.
Noch ove_r de prae-adviezen noch over de
gevoerde discussie zal ik hier spreken.
Ik laat dit alles in zijn waarde, doch
meen dat niet daarin de werkelijke
beteekenis van dat congres is gelegen,
Dat wat voor mij deze samenkomst vooral
belangrijk maakt is uitsluitend de omstan
digheid, dat zij heeft plaats gehad en dat
zij is bijgewoond door een zoo betrekkelijk
groot aantal menschen van zeer
uiteenloopende levensrichting en politieke over
tuiging.
In wijden kring zal men zich thans kun
nen gaan bezighouden met het vraagstuk
der gemeente-bedrijven.
In de eerste plaats zal nu kunnen worden
getracht om uit de praetijk, die zoo onge
merkt tot de onteigening of tot de oprich
ting van allerlei bedrijven en industrieën
door de stedelijke gemeenschap heeft ge
voerd, een bruikbare theorie op te bouwen
omtrent de gevallen, waarin zulk een ge
meentelijk exploitatie in het algemeen
belang noodig moet worden geacht. En
verder zijn daar nog zoovele andere vraag
stukken de retributies aan de gemeente,
de vraag in hoeverre het maken van winst
geoorloofd is, de grenzen waar binnen de
tarieven mogen worden verhoogd of ver
laagd, de arbeidsvoorwaarden der
gemeentewerklieden en de vraag of het geoorloofd
is om hun een of meer politieke rechten
te ontnemen enz. die allen een oplossing
eischen, zal het nieuwe instituut kunnen
beantwoorden aan de verwachtingen, die
er op worden gebouwd.
Al deze vraagstukken zijn als het ware
thans onder het groote publiek geslingerd,
waar zij zich een recht op voortdurende
aandacht zullen veroveren.
En hiermede heeft dit congres waar
men terecht heeft afgezien van het nemen
van besluiten of het stemmen over moties
het beste verricht waartoe het in de
gegeven omstandigheden in staat was.
JAS BKAMSEX.
De nieuwste pauselike Encykliek.
Saepe editae Dei".
Het is een overbekend feit, dat de
geestelike horizont van Pius X, in tegenstelling
met die van Leo XIII, zeer beperkt is. AU
ieder mens is Pius een produkt van zijn
opvoeding. En dia is de denkbaarst slechte
geweest. De opvoeding van de katholieke
klerus in Italiëis allengs tot karrikatuur
geworden. Het gezegende apenijnse schier
eiland telt H 280 bisdommen. Ieder bis
dom heeft zijn groot- en klein seminarie.
Hoe het daar met de onderwijskrachten
gesteld is, laat zich begrypen. De profes
soren" worden uit de dioecesaan klerus ge
rekruteerd en ontvangen door het feit van
hun benoeming tegelijk de kunde voor hun
professoraal ambt. Op de kadeter dragen
ze dan voor, wat z\j vroeger gehoord
hebben van de professoren, die in hun jeugd
vertelden, wat ze van de vorige generatie
hadden overgenomen. Zo is het gekomen,
dat er in het italjaans klerikaal onderricht
een werkelike verstening heeft plaats ge
grepen. In duitse katholieke theologen krin
gen wordt niet zuinig gelachen over deze
zoutpilaar, over dat wondervolle anachro
nisme van het seminarie-onderwijs. Het
is een lust, om met een italjaanse priester,
hoog -of laag gesteld, te praten over
historie en de problemen der geschiedenis.
In zo een italjaanse priesterkop heerst
volkomene onbesmetheid van zaakkennis.
neder en smolten direct, alsof het wilt?
hagelkorrels waren, welke dadelijk zonken.
Maar alle armoedige kruisen van bet kerk
hof zagen er uit, alaof zij pas gewit waren,
en ook het eigenaardigste van al deze monu
meuten: een uit ruwe planken samengesteld
bed". Dit gedenkleeken had een treurend
echtgecoot zelf voor zyn jonge vrouw, die
met haar eerste kind gestorvan was, ver
vaardigd. Onder in dat diepe bed sliep zij,
naar het hem toescheen; verdwenen was
daardoor het ontzettende van den dood, zy'
wachtte daar op hem.
Vlak er naast lag de groote, prachtige zerk
van een der bisschoppen, een gedenkteeken
uit IJsland's bloeityd. Uïtgehouwen
druiventakken, engelen en christuskoppen, alsmede
allerlei versieringen vormden een lyst om
de sierlijke letters, welke verkondigden, dat
daar de door God zeer geliefde bisschop
Eiriknr rustte, die wel een streng, doch een
godgevallig man was geweest.
Zachtkens spreidde de sneeuw zijn witte
wade over den grafsteen van den gestrengen
keer, juist zoo, als vergetelheid een oude
schuld bedekt. Bisschop Eirikur had met
strenge hand de kerkelijke belastingen ge-ind
en steeds toegezien, dat de menschen de kerk
in eere hielden. Op den steen stond, dat hy'
een godvruchtig maa was geweest.
Kerstfeest, Kerstfeest! zong Svava. Zy
sierde zich met al haar zondagsche kleederen
en trok haar beste rok aan; onder langs den
rand, liep een breede zoom; daarop waren
rozen en vergeetmijnielj es en alle mogelijke
bloemen in heldere kleuren gestikt. De breede,
van haar moeder geërfde, gouden ceintuur
bestond uit plaatjes, welke op de zijde vast
genaaid waren; op iedere plaat zag men in
relief Christus en de apostelen en andere
btjbeleehe voorstellingen. Zij had het haar
hoog opgemaakt en sloeg een langen, zijden
sluier om; toen snelde zij naarde kerk, waar
de reeds vrij talrijk aanwezige jeugd in
groepjes gekheid stond te maken.
Zjj was een godvergeten schepseltje, die
Svava; om maar op tijd te zijn, sprong zij
over het bed" heen, waarin de doode vrouw
lag met haar kind in den arm, en toen juist
op den groóteri grafsteen, waaronder de
bisschop lag; hare rokken deden de sneeuw
wegstuiven en nu lag de steen daar in al
zyn afschuwelijke, graniete naaktheid.
Nu hebt gij den bisschop de huid afge
Vooral op het gebied van de hervorming. De
italjaanse priesters kannen absoluut niet
begrijpen, dat protestanten goede mensen
kunnen zijn, ze vinden zelfs de katholieken
van het Noorden, die te midden van pro
testanten wonen, maar halve katholieken.
De hervormers zijn voor hen zwijnen"!
Letterlik waar. Rn hun aanhang vinden ze
niet veel beter. Van het probleem der
konfessionele vrede weten ze niets, willen ze
niets weten. Ze zijn fanatiek intollerant.
Pius X, die nooit over de Alpen gekeken
heeft en nooit buiten het cirkeltje zijner
rasechte italjaanse opvoeding is getreden,
trekt met een kalm gezicht de konklusies
uit de praemissen zijner dogmatiese onver
draagzaamheid. Hij doet niets anders dan
de lijn zijner opvoeding konsekwent door
trekken. Met woorden, die niets aan
duidelikheid te wensen overlaten, zegt hij
eenvoudig weg zijn mening en zal nu
waarschijnlik zeer verbaasd zijn, dat niet alle
katholieken zijn opvatting van de geschie
denis delen. Dat zijn opvatting niet de ware
is, zal niet in zijn geest opkomen, die het
wondere paladium der onfeilbaarheid bezit.
De raadgevers van Pius X zijn de kar
dinalen Merry del Val en Vives y Tuto, twee
Spanjaarden. Hun nationaliteit zegteigelik
al genoeg. Deze twee beheersen de Paus
geheel en al. Pius vertrouwt hen blinde
lings. De andere kardinalen, allen groepe
rend om Bjmpolla' komen niet meer in 't
Vatikaan, tenzij ambtshal re. Tussen henen
Merry del Val is strijd op leven en dood.
Tot dusver, is de Spanjaard den Italjanen
de baas.
De politiek van Merry del Val is een zeer
onheil volle op alle gebied. Ze heeft maar
n verdienste, ze is konstant; ze bestreeft
de volkomene vernietiging der aieuwe
levens-ideeën, vooral de vernietiging van
de invloed dier ideeën op de leden der kerk.
In deze lijn liggen de syllabus, de ency
kliek Pascendi dominici gregis" en het
nieuwste rondschrijven van de Paus ter
gelegenheid van het eeuwfeest van Carolus
Borromeus, de man Aan fanatieke
protestantenhaat, de doorvoerder van de theoriën
van 't concilie van Trente in de praktijk,
de schepper van de Catechismis Romanus".
De gevolgen van de vervolginspolitiek
van Pius X, of beter van Merry del Val,
zijn genoeg bekend. Edele mannen zijn de
kerk uitgedwongen, eminente geleerden zijn
afgemaakt of gedegradeerd' Namen als
Sehell, Ehrhard, Brémond, Tyrel, Schnitzer
zeggen genoeg.
Hoeveel stille woede tegen het Vatikaan
in vooruitstrevende wetenschappelik katho
lieke kringen heerst, hoeveel echte smart
daar geleden wordt, heb ik in Holland en
Duitschland kunnen waarnemen. Men denkt
immer dat zulke mannen de moed niet
hebben om met de kerk te breken. Dat is
een vergissing. Al die mannen, die werken
willen naar den geest van de onvergetelike
Sjhell aan het katholicisme als beginsel
van vooruitgang, gaan van de idee uit, dat,
als ze met de kerk breken, hun hele
levensarbeid voor de kerk door dat feit verloren
gaat. Door deze idee gelaid, ii ook Schell
kerkelik' gebleven, ofschoon hij innerlik
alleen maar katholiek" was.
De professoren der kerkgeschiedenis zul
len hun ideeën over de hervorming dienen
te wijzigen. Toen Denifla wetenschappelik
Luther aangreep op uiterst grove wijze,
stonden, vooral in Duitsland, 1) de katho
lieke historici loflik in n gelid met hun
protestantse koliegas om Denifles' smaad
af te weren. Maar tans? De Paus grijpt de
hele hervorming, zeer onwetenschappelik,
allén met een scheldpartij aan. De hervor
mers zijn volgens hem hoogmoedige en
oproerige mannen," vijanden van Christus'
Kruis", mannen, bezield met aardse gevoe
lens (voor geestelike hervormers wel de
denkbaarst zware belediging) en met hun
buik als Go I", verkrachters van Europa's
welvaart", zeden bedervers", vleiars van
de hartstochten der meest verdorven vor
sten en volken", ware tirannen." Steek
maar in je zak. Je krijgt werkelik een ge
voel, of je op de vismarkt bent.
Wat zullen de katholieke historici nu
doen? Al die historiese" enormiteiten slik
ken? De schim van Denitie waart om.
WeiimiliiimiilliiMilliuiiiiiliiMliluiitiiiiii
stroopt l" lachte een. Doch Srava was niet
op haar mondje gevallen. ?
Dan geschiedt hem slechts, wat hij zooveel
bij anderen deed, die gierigaard!" riep zy' als
antwoord, veegde met hare voeten de rest
der sneeuw weg en bleef op den steen staan,
tartend om te zien in haar rijk gestikt feest
gewaad. Daarna begon zij te dansan op de
kleine dansvloer, welke de steen haar bood,
klapte in da handen en zong er bij. De sluier
slingerde om het jonge, gedachtelooze hoofd,
de zijden schort fladderde en de breede,
kleurrijke zoom slingerde en kronkelde
om hare voeten als een stralende slang Z'j
danste bijzonder licht op hare IJslandscae
schoentjes van dun, groen Ie ier, zonder hak
ken, en midden onder het dansen lachte zij
spottend: D/uk ik je maag niet in, oude
jongen?'
Pas wat op je woorden!" meende een
der omstanders.
Maar S rara lachte nog barder. Hij kan
immers zelf komen, om mij het zwy'gen op
te leggen," lachte zij. Overigens zal ik nu
eerst direct hem doen zwijgen." En tegelij
kertijd nam zy een handvol sneeuw, wierp
dien op den mond van den in den steen ge
houwen bisschop-figuur en stampte de sneeuw
stevig vast met den voet. Zjjt gij vol, of
kunt gij nog meer kanwen?" spotte zij. Een
uitgelaten lachen weerklonk. En het scheen
wel, alsof S va va's tartende spot in allen be
gon te werken. Zij schreeuwden en sprongen
in het rond, uitten godslasterlijke vloeken
en eindelijk rukte de geheele schaar met de
brandewy'rjflesschen de kerk binnen.
Allen waren als bezeten. Wat gaven zy om
den heiligsten nacht van het jaar of om de
kerk I Weldra ontstond een vechtpartij, dron
ken tolden zij rond tusschen stoelen en kansel,
vloekend en schreeuwend. Boven voor het
altaar stond Svava; zij deelde het avondmaal
rond. Zij had het oude, onbruikbare misge
waad nit den katholieken tijd aangetrokken,
een zwaar zijden kleed van verbleekt-blauwe
kleur met statige versierselen. In twee lange,
vierhoekige lappen hing het over haar rug
en borst omlaag, en wanneer zy af en toe
overmoedig ronddanste, fladderde het om
haar heen als een met goud gestikt gewaad
eener grieksche danseres. In de eene hand
hield zy' den misbeker, in de andere * de
kleine doos met witte ouwels. Zooals zij daar
stond, dichtte zij voor de vuist weg zooals
tenschap hebben ze afgewezan, omdat die
wetenschap met de waarheid op gespannen
voet stond. Zullen ze nu de scheldende
onwetenschappelikheid ongestraft laten be
gaan?
De toon van de Encykliek is dezelfde
als die van Pascendi dominici gregis",
alleen nog wat grover. Opstandig rumoer",
heet de hervorming, die onder de naam
van evangeliese vrijheid het bederf der
ondeugden en de verkrachting der tucht"
bevorderde. Een taaltje wel. Voeg daarbij
de lieiiike benamingen en eeretitels aan 't
adres der hervormers en men hoort weer
een echt middeleeuws twistgesprek, waarin
het gewooate was, elkander te trachten te
overkrijsen. Rome neemt dit standpunt nu
nog in, ook het slechtste uit de middel
eeuwen weet 't niet af te schudden.
Professor Ehrhard in Strassburg waagde
het, na het verschijnen van de
modernistenbrief, in het Internationale Wochenschrift",
er schuchter op te wijzen, dat de toon in
de encyklieken van Leo XIILveel voor
namer was, dat er nooit in gescholden werd.
Toen hij zijn artikel had opgezonden, zei
hij tot mij: Ik heb ze zo zacht mogelik
de waarheid gezegd." Ik antwoordde: Ik
ben benieuwd wat voor straf u krijgen
zult." Straf?" vroeg de professor verbaasd.
En ja. Een paar dagen daarna was zijn
praelatuur hem ontnomen. Ze hebben 't
tach ten minste gelezen," zei de professor
gelaten, misschien helpt 't wel", Arme
Ehrhard, 't is nog een graad erger ge
worden !
Op politiek gebied kunnen de gevolgen
van 's Pausen brief groot zijn. Ik zeg met
opzet kunnen. Want of er iets gebeuren zal,
hangt van verschillende inponderabilien"
af. Ik bedoel, dat de protestantse zijde van
de klerikale koalities ia Holland en Duits
land haar liefde voor de katholieke twee
lingzuster nu juist niet zal voelen groeien.
Maar geen nood. Tenminste in Holland
niet. Het eten aan de staatsruif is veel te
gezellig en die gezelligheid gaat niet te
loor, als n van de broeders de andere
even een trap geeft. Jhr. de Sivornin
Lohman heeft het in de Nederland" den volke
reeds kond gedaan. Niettegenstaande de
paaselike scheldpartij wordt de koalitie op
dezelfde wijze voortgezet En Abraham zal
de broederen ook niet terugtrekken.
Maar in Duitsland?2)
Niet alleen denationaalliberalen, maar ook
de Konservati ven en Frei-konservativen heb
ben in de pruisiese Linddag interpellaties
aangekondigd over de Borromeus-encykliek.
De Duitsers zijn zeer onverdraagzaam.
Zullen de konservatieven hun kiezers, die
toch al zoo ontevreden zijn, niet voor het
hoofd stoten, als het schwarz-blaue Block"
intakt blijft ? Men kan niet weten, ofschoon
het beste en veiligste zal zij o aan te nemen,
dat ook in Duitsland de Wille zur Macht"
bij de konservatieven sterker zal zijn op de
duur dan de verontwaardiging tegen Paus
en katholieken 3).
Het ergste er aan toe, zijn de katholieke
bladen en politici. De Tijd is zo dapper,
om de encykliek niet af te drukken. Het
zou ook gênant voor haar zijn zulke ruwe
woorden in haar kolommen over te nemen,
die pas nog vol gestaan hebben over
hoffelikheid in de polemiek. De Maasbode drukte
de brief natuurlik dadelik af, zag er in een
Anerkennung1' voor haar lof der grof heid.
Als De Tijd eens haar polemiek met De
Maasbode naar Rome zond!
De Paus wedijvert toch met De Maasbode
in grof heid, overwint haar zelfs in glanzend
record!
De katholieke politici verzuchten, dat je
1) In Holland tellen de meeste katholieke
seminarieprofessoren ia de wetenschappelike
wereld niet mee Terecht, ze hebben zich zeli
uitgesloten van de universiteiten.
2) In Engeland zyn de katholieken boos
op de encykliek, wijl ze zo ongelegen komt,
op 't ogenblik, dat de engelse koninklike
scheld-eed tegen de katholieken misschien
zal worden afgeschaft.
3) Inmiddels zyn die interpellaties gehou
den. De muilkorving van het debat door de
Konservativen terwiüe van het Centrum
zegt meer dan genoeg.
alleen IJslanders het kunnen een versje,
zoo grapppig, doch tegelijkertijd zoo schaam
teloos, dat wel niemand het zoa hebben toe
gelaten, die niet dronken of balf dol was
geweest.
Eensklaps beefde de kerk tot in hare grond
vesten, als bij een aardbeving alsof de
hardbeyroren grond ergens in de buurt spleet. Doch
zy waren te dronken, om het op te merken.
Voehtig-koude grafluctit drong de kerk
binnen; en toen de kerkdeur, de rij k-gesneden,
zware eiken kerkdeur dreunend dichtsloeg,
toen een ijzige koude over allen heen streek,
toen keken zij op.
En hy, die daar kwam, was bisschop
Eirikar, zoo juist uit zjjn graf verrezen. En
hij zag er uit wel, zooals iemand er uitzien
moet, die tweehonderd jaren in bisschops
gewaad in h at graf gelegen heef f.
Vol waardigheid en strak naar het altaar
starend, liep de bisschop door de doorgang,
en zijn gestalte was zoo ontzettend, dat het
plotseling doodstil werd.
Uit het grauwe, wormstekige gelaat staar
den de roode oogen met vlammende blikken,
verterende vlammen, die reeds om Srava
heenkronkelden. Doodelijk verschrikt en zon
der eenige beweging stond zij nog voor het
altaar, met den misbeker in de opgeheven
hand en de doos met de witte ouwals in de
andere. Haar gelaat leek wel een masker
van sneeuwwitten steen, waarin twee groote,
zwarte, glanzende paarlen waren gezet.
Toen de bisschop naderde, roken zij ook
de scherpe graflucht, welke hem als een wolk
omgaf. En zy zagen, dat hier en daar gaten
dwars door hem heen liepen, alsof het onge
dierte zich tusschen de ribben, en overal
waar het maar door kon, een weg gebaand
had. De lange, bisschoppelijke mantel fladderde
ruim om hem heen, alsof hij slechts een
zeer mager lichaam bedekte. Hy zat vol met
leemklompenen vochtig*grafaarde, was worm
stekig en vol schimmelplekken, en had een
kleur, alaof hy van zwarte slangen vellen
aaneengenaaid wa». De bloote voeten sloegen
klap klap" op den grond, de hooge bisschops
muts stak schrikwekkend boven den
beenderigen schedel in de lucht.
Toen hy voorby' was, zagen zy, dat hy op
den rug geen mantel droeg; daar keek het
gele gebeente in al zijn naaktheid naar buiten l
De sappen van zyn yleesch waren reeds lang
door den op den rug liggenden bisschop
heen't maar van je vrienden hebbeo moet!
Vooral in Duitsland, hier zijn ze altijd
zoet en den bisschoppen braaf onderdanig,
waar de Centrums afgevaardigden,
op'vporbeeld van Windhorst, kerkelike direktiven
op politiek gebied niet erkennen willen. In
't interessante duel tussen de richtingen
Bachem en Roeren in 't Centrum, waarvan
de eerste de partij vrij van kerkelike in
vloed, en de andere het tegendeel wil, komt
de encykliek zich scharen aan de zijde der
star-orthodoxen. De Paus wil nog immer
zyn aanspraken op het staatswezen doen
gelden. Dat is weer het springende punt.
Niet dat hij van zijn standpunt uit de her
vormers voor ketters scheldt. De
fcónsekwentie voor de katholieke politici, is de
vraag: Kan, moet en mag men een grens
trekken tussen het machtgebied van de kerk
en dat van de staat, tussen de geestelike
belangen en de politiek-oekonomiese der
katholieken of moet alles tesamen vlieten
in het streven naar het oer-oude ideaal der
roomse wereldkerk, die haar macht over lijf
en ziel met niemand deelt.
De katholieken moeten zelf zien, hoe ze
zich uit dit dilemma redden. Ik vrees, dat
de Roeren-richting, de orthodoxe, de
steilstarre, in n woord de Hollandse, ten slotte
wel allén over zal blijven.
WEUZEL FBAKKEMÖLLE.
iiiiiiiHiiiiiiiiuiiiiiiMiiiiiiiimtii
De Ruige Hoeve. Roman door J. EIGENHUIS.
Amersfoort, Valkhoff & Co. (1910).
Om te beginnen een citaat uit... een
vorig boek van dezen schryVer, Ergernitsen
getiteld. Dat vangt aldus aan: Bernaidua
Theophilua Bleekers spoelde zyn stokdweil
in het Kikkerslootje heftig om, zette een
ondeugend gezicht tegen een voorbijloopenden
jongen, die aan het schelden sloeg, en spoedde
zich lachend naar den oven, onderwijl de
meid nog toesnauwend: Op zü, leelykerdl"
Lselykerd, leelykerdl Wat denk je wel, jij
met je kale-studenten-verbeelding! mopperde
Ant, die zich de grap te meer aantrok, omdat
ze werkelijk meer dan erg pokdalig was.
Zijn wit overhemd opgestroopt tot ver
boven de ellebogen en heel rumoerig en
onhandig den o ren dweilend, lachte hy
luidplagerig boven Ant's repliek uit: Ze worden
hier ook al nijdig als je de waarheid zegt."
Verloopen domenee," sart Ant terug . ..
Moet je'm zien dweilen, zoo'n luiwammes."
Bernardns grinnikte nu stil voor zich heen,
echter zoo genoegelijk, zoo recht gemeend,
dat het Ant razend maakte en ze geen woord
meer wist te zeggen. Toen ze een poos stom
van nijd hem met minachtende blikken had
aangestaard, keerde hy zich heftig om, de
zwart geworden dweil vooruit, als in woe
denden stormloop op haar af. Grillend week
ze uit en in dezelfde vaart plonste hy de
dweil op de stoep in de Klkkersloot en
spoelde die blijmoedig grinnekend om. Toen
hy daarmee klaar was, stond Ant nog op
dezelfde plaats .. . Bernardas ging weer de
bikkery in, haar vriendelijk aanziende in 't
voorbijgaan en op zyn liehten toon Mooierd"
tegen haar lachend. Gelukkig kwam juist
baas Dullewey de lange huisgang oversloflen,
enz.
... Toen Ant de bakkerij weer voorbj]
kwam, zag ze Bernardns met zyn bloote
voeten door het roggedeeg ploeteren in den
grootea trog.
Net 'n baantje voor 'm," plaagde ze op
haar beurt.
En de baas hielp haar: Studenten kuieren
graag in de vuiligheid.". . . Daar kwam de
vrouw zedig de bakkerij intrippelen, eppertjea
van boven tot beneden, de wangen altyd
blinkend en blozend: geen meelstofje scheen
vat op haar te hebben, terwijl de baas altijd
zoo wit zag als Pierlala.
Dullewey ... daar is 'n meneer, 'n domenee,
loof ik."
Bernardus bleef even in zijn
roggedeegMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIImilllllllllllllllllllllllllllllllllllll
geloopen en hadden het weefsel van den
mantel tot op den laatsten draad verteerd.
N'u had het bruiagele, door beschimmelde
manteloverblijfselen omhulde geraamte het
altaar bereikt, nn stond het voor Srava, de
verstijfde, de verstomde, die geen geluid kon
geven.
En hier bleef het staan. Met de geel ge
worden tkelethanden hief het den mantel
op en schudde hem, schudde hem zó5, dat
de kluiten grafaarde overal rondvlogen en
het meifja in het gelaat spatten; en toen
sloeg de bisschop haar op den mond. Hij
beefde van toorn.
En Svava liet eerst den beker vallen, toen
de doos, zoodat de witte ouwels als sneeuw
vlokken over de bloote voeten van den bis
schop stoven.
En deze draaide zich om ea schreed terug.
Half verblind van angst en afschuw zagen
allen den rug van het geraamte zonder de
mantel-bedekking, van onderen af: al de geel
bruine wervels tot boven aan het harde ach
terhoofd, waarover de bisschopsmuts zat. De
mantel fladderde in den tocht toen viel
de zware deur krakend achter hem toe.
En de kerk beefde tot in hare grondves
ten als bij een aardbeving, alsof ergens
in de buurt zich een spleet in den
hardbevroren groad sloot. Ea Srava lachte. S
?avalachte, dat zy schaterde, een gillenden lach,
die niet alleen uit haar ke,el voortkwam, neen,
ook uit hare wijdopen starende oogen, uit
haar gausche bevende lichaam.
Svava heeft haar verstand verloren", zeide
een der meisjes zachtje?. En zoo was bet.
Srava was waanzinnig geworden. Zy sprak
nooit meer een woord, zij lachte maar steeds
dien gillenden, waanzinnigen lacb.
Sedert dien tijd worden geen feestelijkheden
meer in de kerken gevierd. De doode bis
schoppen hebben sedert honderd jaren hun
vergeelde geraamten niet meer uit de graven
doen verrijzen. Dech niemand heeft hen ook
meer gekrenkt.- "?
Zoo-luid t de vertelling Tan het meisje, dat
in de kerk dauste. Ea als 03 op een winter
avond in een half-daistere kamer door iemand
verteld wordt, en d«. grond onder de voeten
daarbij onder een klein, waarschuwend
aardbeven trilt, zooals dit in IJsland zoo dikwijls
geschiedt, dan meent men, dat het graf vau
den bisschop zich opent en men ziet echnw
naar de deur....