De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 19 juni pagina 2

19 juni 1910 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAM MER-WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1721 derenswaardige specimina van hun soort waren, of omdat ik zoo bizonder belust was op al het blinkende, kleurige en zoete dat er Terkocht werd. Maar alleen omdat die kramen telken j ara het nieuwe voorjaar verkondigden. Züwaren, na de grauwe winterdagen, de dagen van arbeid en de avonden aan opera, schouwburg of o gruwel, aan politieke vergaderingen gewijd, de eerste waarlijke lente-boden, de blijde begeleiders Y»B het eerste jeugdige boomengroen. De jolige drukte die om deze voorjaarskermis keen roezemoesde, was als een zang van naderende verlossing uit de sleurgang en de berusting van den saaien wintertijd. Dat nu is thans voorbij. Het Voorhout blijft in de laatste jaren vrij van deze kermisvroolijkheid die zijn deftigheid heiligschennend doorjuichte. De kermis is nu verhuisd naar den Dierentuin. En ofschoon züdaar eenigszins doet als een getemde leeuw in een tralie-hok, toch heeft zij nog steeds een groote beteekenis voor het uitgaand Den Haag, wijl zij altijd op denzelfden tijd van het jaar gehouden Vrordt, en dus nog immer den overgang tusschen winter- en zomergenoegens vormt. En als zoodanig vervult zij dan ook haar roeping. Want onpartüdiglijk verdeelt zij haar gunsten over alle klassen en standen onzer bevolking. Verbeeldt u niet, dat ik u de geneuchten van den Dierentuin-kermis zal beschrijven. Ik zal u niet spreken van het specialiteiten gezelschap dat in de groote zaal te be wonderen was, noch van de draaimolen, noch van de Toboggan, noch zelfs van de Kue de Blidah" met zijn Oostersche" dansen en zijn harem" waarvan de toegang zelfs aan heeren verboden wast Dat alles is thans voorbij; en thans zijn wij, zooals gezegd, weer geheel gefascineerd door het Kurhaus. Het is moeilijk om aan een|niet-Hagenaar volkomen duidelijk te maken, hoe groot, hoe voornaam en hoe gelukkig Lde plaata is, welke het Kurhaus in het zomerlevea onzer stad inneemt, % Het Kurhaus... dat is het philharmonisch orkest. En hei^philharmonisch orkest is de tyranliek» verleider, die vele honderde gezinnen uit de .welgestelde burgerij dwingt om 's middags in groote haast het diner naar binnen te werken, zich hals over kop te kleeden" en naar de naastbijzijnde tram halte te loopen, ten einde zich een plaatsje te veroveren in de o ver vulde wagens; die hen daarna dwingt om in een benauwde volgepropte zaal, opeen gepakt te zitten op stoelen, die zoodanig ia rijen aan elkaar zijn verbonden, dat, zoodra iemand zich be weegt, alle anderen in dezelfde rij medetrillen." De heerlijkste zomeravonden worden al dus opgeëischt door den muzikalen heerscher. En hoewel het concert op gewone avonden wanneer het mooi weer is, op het terras wordt gegeven, en men dus tenminste van de zeelucht kan genieten, zijn er toch ge regeld twee of drie avonden per week, waarop de aard van het programma of de medewerking van solisten een uitvoering in de zaal Boodig maken. Zoo is dus het geregeld bezoek van 'het Kurhaus op de symphonie- en solistenavonden een daad die heel wat uithoudings vermogen ei&cht. '_ Maar de echte Hagenaar laat zich daar? door niet afschrikken. Het Kurhaus neemt in zijn zomerleven au eenmaal een zeer belangrijke plaats in, en geen enkele orerwegiag en geen enkel ongemak is in staat hem er van af te trekken. Er is nog een andere rol die het Seheveningsche Kurhaus en zijn directie al meer en meer hier gaat verruilen: de rol van vertegenwoordigster onzer stad Jby congressen, wedstrijden en anderen plechtige gelegenheden, waarbij aan aiet-stadgenooten en vreemdelingen gastvrijheid moet wordrn verleend. Wat zouden wij tegenwoordig beginton wanneer er geen Kurhaus was? lllllllllMlllllllllINmilllllllMlllllilNimlIlUlllllllllllltltlllllllillllllllHIII oFiuilkton. ly&üeïe w\\\\\mi uit IJsland. Uit een bundel verhalen, n»ar mondelinge overleveringen verteld door THIT JBNSEN. Vertaling van EMIL WEGELIN. I. HOK SYAVA DANSTE. In vroeger jaren was de beroemde, oude kerk van Skalholt eenvoudig uit leem opge trokken, zooals alle andere onde kerken ia IJsland. En op het kerkhof lagen overal in het rond verspreid de kostbare, oeroude grafs'eenen, prachtig uitgehouwen zerken van graniet of marmer. Zij werden door den regen verweerd en langzamerhand met mos en schimmel bedekt; en eerst, toen de bouw vallige kerk herbouwd werd, werden alle grafsteenen in het gebouw aan beide zijden van de doorgang en het altaar gerestau reerd. In vroeger jaren werden de kerken voor allerlei practlsche doeleinden gebezigd, daar in het arme land nergens een lokaliteit te vinden was, waarin een behoorlijk aantal meuschen bijeen konden zijn. De reizigers sliepen daar, werklieden oefenden er hun arbeid uit, enorme manden met eenden eieren werden daar ondergebracht en bij feestelijke gelegenheden kwam de jeugd daar bijeen, om van spel en dans te gemeten. En sop lang dat in alle eer en deugd ge schiedde, was daaria dan ook niets stuitende. Langzamerhand echter ontaardden deze feeste lijkheden in woeste drinkgelagen I Entoen was het eensklaps uit met dat alles, en op zulk een wijze, dat men nog heden, als de duisternis invalt, de toehoorders mj dat ver haal ziet verbleeken. Kerstfeest, Kerstfeest, zong Svava. Züwas dol van pleiner; het lang verwachte Kerst feest was er eindelijk en in de kerk zou gedanst worden! Als witte rehten stonden de besneeuwde fjorden rondom Skalholt, het water lag als een poedel aan hunne voeten, sneeuw vlokken daalden op de wateroppervlakte Waar zonden onze congresleden de eerew\jn moeten drinken,.waar zonden de leden van vredes-conferenties hun diners moeten geven, waar zouden zij zich laten bekijken en, begluren, en bewonderen door vle tout La Haye," wanneer het niet was in de zalen of op het terras van het Kurtaus? Zoo heeft dan deze nooit volprezen in stelling zich thans weer verdienstelijk ge maakt ten opzichte van het congres voor gemeentebedrijven. Dit congres, dat gelijk men weet, bijeen kwam op initiatief van een onzer mid denstandsorganisaties, is niet alleen op het Kurhaus verwelkomd, maar het heeft er zelfs ziju zittingen gehouden. Noch ove_r de prae-adviezen noch over de gevoerde discussie zal ik hier spreken. Ik laat dit alles in zijn waarde, doch meen dat niet daarin de werkelijke beteekenis van dat congres is gelegen, Dat wat voor mij deze samenkomst vooral belangrijk maakt is uitsluitend de omstan digheid, dat zij heeft plaats gehad en dat zij is bijgewoond door een zoo betrekkelijk groot aantal menschen van zeer uiteenloopende levensrichting en politieke over tuiging. In wijden kring zal men zich thans kun nen gaan bezighouden met het vraagstuk der gemeente-bedrijven. In de eerste plaats zal nu kunnen worden getracht om uit de praetijk, die zoo onge merkt tot de onteigening of tot de oprich ting van allerlei bedrijven en industrieën door de stedelijke gemeenschap heeft ge voerd, een bruikbare theorie op te bouwen omtrent de gevallen, waarin zulk een ge meentelijk exploitatie in het algemeen belang noodig moet worden geacht. En verder zijn daar nog zoovele andere vraag stukken de retributies aan de gemeente, de vraag in hoeverre het maken van winst geoorloofd is, de grenzen waar binnen de tarieven mogen worden verhoogd of ver laagd, de arbeidsvoorwaarden der gemeentewerklieden en de vraag of het geoorloofd is om hun een of meer politieke rechten te ontnemen enz. die allen een oplossing eischen, zal het nieuwe instituut kunnen beantwoorden aan de verwachtingen, die er op worden gebouwd. Al deze vraagstukken zijn als het ware thans onder het groote publiek geslingerd, waar zij zich een recht op voortdurende aandacht zullen veroveren. En hiermede heeft dit congres waar men terecht heeft afgezien van het nemen van besluiten of het stemmen over moties het beste verricht waartoe het in de gegeven omstandigheden in staat was. JAS BKAMSEX. De nieuwste pauselike Encykliek. Saepe editae Dei". Het is een overbekend feit, dat de geestelike horizont van Pius X, in tegenstelling met die van Leo XIII, zeer beperkt is. AU ieder mens is Pius een produkt van zijn opvoeding. En dia is de denkbaarst slechte geweest. De opvoeding van de katholieke klerus in Italiëis allengs tot karrikatuur geworden. Het gezegende apenijnse schier eiland telt H 280 bisdommen. Ieder bis dom heeft zijn groot- en klein seminarie. Hoe het daar met de onderwijskrachten gesteld is, laat zich begrypen. De profes soren" worden uit de dioecesaan klerus ge rekruteerd en ontvangen door het feit van hun benoeming tegelijk de kunde voor hun professoraal ambt. Op de kadeter dragen ze dan voor, wat z\j vroeger gehoord hebben van de professoren, die in hun jeugd vertelden, wat ze van de vorige generatie hadden overgenomen. Zo is het gekomen, dat er in het italjaans klerikaal onderricht een werkelike verstening heeft plaats ge grepen. In duitse katholieke theologen krin gen wordt niet zuinig gelachen over deze zoutpilaar, over dat wondervolle anachro nisme van het seminarie-onderwijs. Het is een lust, om met een italjaanse priester, hoog -of laag gesteld, te praten over historie en de problemen der geschiedenis. In zo een italjaanse priesterkop heerst volkomene onbesmetheid van zaakkennis. neder en smolten direct, alsof het wilt? hagelkorrels waren, welke dadelijk zonken. Maar alle armoedige kruisen van bet kerk hof zagen er uit, alaof zij pas gewit waren, en ook het eigenaardigste van al deze monu meuten: een uit ruwe planken samengesteld bed". Dit gedenkleeken had een treurend echtgecoot zelf voor zyn jonge vrouw, die met haar eerste kind gestorvan was, ver vaardigd. Onder in dat diepe bed sliep zij, naar het hem toescheen; verdwenen was daardoor het ontzettende van den dood, zy' wachtte daar op hem. Vlak er naast lag de groote, prachtige zerk van een der bisschoppen, een gedenkteeken uit IJsland's bloeityd. Uïtgehouwen druiventakken, engelen en christuskoppen, alsmede allerlei versieringen vormden een lyst om de sierlijke letters, welke verkondigden, dat daar de door God zeer geliefde bisschop Eiriknr rustte, die wel een streng, doch een godgevallig man was geweest. Zachtkens spreidde de sneeuw zijn witte wade over den grafsteen van den gestrengen keer, juist zoo, als vergetelheid een oude schuld bedekt. Bisschop Eirikur had met strenge hand de kerkelijke belastingen ge-ind en steeds toegezien, dat de menschen de kerk in eere hielden. Op den steen stond, dat hy' een godvruchtig maa was geweest. Kerstfeest, Kerstfeest! zong Svava. Zy sierde zich met al haar zondagsche kleederen en trok haar beste rok aan; onder langs den rand, liep een breede zoom; daarop waren rozen en vergeetmijnielj es en alle mogelijke bloemen in heldere kleuren gestikt. De breede, van haar moeder geërfde, gouden ceintuur bestond uit plaatjes, welke op de zijde vast genaaid waren; op iedere plaat zag men in relief Christus en de apostelen en andere btjbeleehe voorstellingen. Zij had het haar hoog opgemaakt en sloeg een langen, zijden sluier om; toen snelde zij naarde kerk, waar de reeds vrij talrijk aanwezige jeugd in groepjes gekheid stond te maken. Zjj was een godvergeten schepseltje, die Svava; om maar op tijd te zijn, sprong zij over het bed" heen, waarin de doode vrouw lag met haar kind in den arm, en toen juist op den groóteri grafsteen, waaronder de bisschop lag; hare rokken deden de sneeuw wegstuiven en nu lag de steen daar in al zyn afschuwelijke, graniete naaktheid. Nu hebt gij den bisschop de huid afge Vooral op het gebied van de hervorming. De italjaanse priesters kannen absoluut niet begrijpen, dat protestanten goede mensen kunnen zijn, ze vinden zelfs de katholieken van het Noorden, die te midden van pro testanten wonen, maar halve katholieken. De hervormers zijn voor hen zwijnen"! Letterlik waar. Rn hun aanhang vinden ze niet veel beter. Van het probleem der konfessionele vrede weten ze niets, willen ze niets weten. Ze zijn fanatiek intollerant. Pius X, die nooit over de Alpen gekeken heeft en nooit buiten het cirkeltje zijner rasechte italjaanse opvoeding is getreden, trekt met een kalm gezicht de konklusies uit de praemissen zijner dogmatiese onver draagzaamheid. Hij doet niets anders dan de lijn zijner opvoeding konsekwent door trekken. Met woorden, die niets aan duidelikheid te wensen overlaten, zegt hij eenvoudig weg zijn mening en zal nu waarschijnlik zeer verbaasd zijn, dat niet alle katholieken zijn opvatting van de geschie denis delen. Dat zijn opvatting niet de ware is, zal niet in zijn geest opkomen, die het wondere paladium der onfeilbaarheid bezit. De raadgevers van Pius X zijn de kar dinalen Merry del Val en Vives y Tuto, twee Spanjaarden. Hun nationaliteit zegteigelik al genoeg. Deze twee beheersen de Paus geheel en al. Pius vertrouwt hen blinde lings. De andere kardinalen, allen groepe rend om Bjmpolla' komen niet meer in 't Vatikaan, tenzij ambtshal re. Tussen henen Merry del Val is strijd op leven en dood. Tot dusver, is de Spanjaard den Italjanen de baas. De politiek van Merry del Val is een zeer onheil volle op alle gebied. Ze heeft maar n verdienste, ze is konstant; ze bestreeft de volkomene vernietiging der aieuwe levens-ideeën, vooral de vernietiging van de invloed dier ideeën op de leden der kerk. In deze lijn liggen de syllabus, de ency kliek Pascendi dominici gregis" en het nieuwste rondschrijven van de Paus ter gelegenheid van het eeuwfeest van Carolus Borromeus, de man Aan fanatieke protestantenhaat, de doorvoerder van de theoriën van 't concilie van Trente in de praktijk, de schepper van de Catechismis Romanus". De gevolgen van de vervolginspolitiek van Pius X, of beter van Merry del Val, zijn genoeg bekend. Edele mannen zijn de kerk uitgedwongen, eminente geleerden zijn afgemaakt of gedegradeerd' Namen als Sehell, Ehrhard, Brémond, Tyrel, Schnitzer zeggen genoeg. Hoeveel stille woede tegen het Vatikaan in vooruitstrevende wetenschappelik katho lieke kringen heerst, hoeveel echte smart daar geleden wordt, heb ik in Holland en Duitschland kunnen waarnemen. Men denkt immer dat zulke mannen de moed niet hebben om met de kerk te breken. Dat is een vergissing. Al die mannen, die werken willen naar den geest van de onvergetelike Sjhell aan het katholicisme als beginsel van vooruitgang, gaan van de idee uit, dat, als ze met de kerk breken, hun hele levensarbeid voor de kerk door dat feit verloren gaat. Door deze idee gelaid, ii ook Schell kerkelik' gebleven, ofschoon hij innerlik alleen maar katholiek" was. De professoren der kerkgeschiedenis zul len hun ideeën over de hervorming dienen te wijzigen. Toen Denifla wetenschappelik Luther aangreep op uiterst grove wijze, stonden, vooral in Duitsland, 1) de katho lieke historici loflik in n gelid met hun protestantse koliegas om Denifles' smaad af te weren. Maar tans? De Paus grijpt de hele hervorming, zeer onwetenschappelik, allén met een scheldpartij aan. De hervor mers zijn volgens hem hoogmoedige en oproerige mannen," vijanden van Christus' Kruis", mannen, bezield met aardse gevoe lens (voor geestelike hervormers wel de denkbaarst zware belediging) en met hun buik als Go I", verkrachters van Europa's welvaart", zeden bedervers", vleiars van de hartstochten der meest verdorven vor sten en volken", ware tirannen." Steek maar in je zak. Je krijgt werkelik een ge voel, of je op de vismarkt bent. Wat zullen de katholieke historici nu doen? Al die historiese" enormiteiten slik ken? De schim van Denitie waart om. WeiimiliiimiilliiMilliuiiiiiliiMliluiitiiiiii stroopt l" lachte een. Doch Srava was niet op haar mondje gevallen. ? Dan geschiedt hem slechts, wat hij zooveel bij anderen deed, die gierigaard!" riep zy' als antwoord, veegde met hare voeten de rest der sneeuw weg en bleef op den steen staan, tartend om te zien in haar rijk gestikt feest gewaad. Daarna begon zij te dansan op de kleine dansvloer, welke de steen haar bood, klapte in da handen en zong er bij. De sluier slingerde om het jonge, gedachtelooze hoofd, de zijden schort fladderde en de breede, kleurrijke zoom slingerde en kronkelde om hare voeten als een stralende slang Z'j danste bijzonder licht op hare IJslandscae schoentjes van dun, groen Ie ier, zonder hak ken, en midden onder het dansen lachte zij spottend: D/uk ik je maag niet in, oude jongen?' Pas wat op je woorden!" meende een der omstanders. Maar S rara lachte nog barder. Hij kan immers zelf komen, om mij het zwy'gen op te leggen," lachte zij. Overigens zal ik nu eerst direct hem doen zwijgen." En tegelij kertijd nam zy een handvol sneeuw, wierp dien op den mond van den in den steen ge houwen bisschop-figuur en stampte de sneeuw stevig vast met den voet. Zjjt gij vol, of kunt gij nog meer kanwen?" spotte zij. Een uitgelaten lachen weerklonk. En het scheen wel, alsof S va va's tartende spot in allen be gon te werken. Zij schreeuwden en sprongen in het rond, uitten godslasterlijke vloeken en eindelijk rukte de geheele schaar met de brandewy'rjflesschen de kerk binnen. Allen waren als bezeten. Wat gaven zy om den heiligsten nacht van het jaar of om de kerk I Weldra ontstond een vechtpartij, dron ken tolden zij rond tusschen stoelen en kansel, vloekend en schreeuwend. Boven voor het altaar stond Svava; zij deelde het avondmaal rond. Zij had het oude, onbruikbare misge waad nit den katholieken tijd aangetrokken, een zwaar zijden kleed van verbleekt-blauwe kleur met statige versierselen. In twee lange, vierhoekige lappen hing het over haar rug en borst omlaag, en wanneer zy af en toe overmoedig ronddanste, fladderde het om haar heen als een met goud gestikt gewaad eener grieksche danseres. In de eene hand hield zy' den misbeker, in de andere * de kleine doos met witte ouwels. Zooals zij daar stond, dichtte zij voor de vuist weg zooals tenschap hebben ze afgewezan, omdat die wetenschap met de waarheid op gespannen voet stond. Zullen ze nu de scheldende onwetenschappelikheid ongestraft laten be gaan? De toon van de Encykliek is dezelfde als die van Pascendi dominici gregis", alleen nog wat grover. Opstandig rumoer", heet de hervorming, die onder de naam van evangeliese vrijheid het bederf der ondeugden en de verkrachting der tucht" bevorderde. Een taaltje wel. Voeg daarbij de lieiiike benamingen en eeretitels aan 't adres der hervormers en men hoort weer een echt middeleeuws twistgesprek, waarin het gewooate was, elkander te trachten te overkrijsen. Rome neemt dit standpunt nu nog in, ook het slechtste uit de middel eeuwen weet 't niet af te schudden. Professor Ehrhard in Strassburg waagde het, na het verschijnen van de modernistenbrief, in het Internationale Wochenschrift", er schuchter op te wijzen, dat de toon in de encyklieken van Leo XIILveel voor namer was, dat er nooit in gescholden werd. Toen hij zijn artikel had opgezonden, zei hij tot mij: Ik heb ze zo zacht mogelik de waarheid gezegd." Ik antwoordde: Ik ben benieuwd wat voor straf u krijgen zult." Straf?" vroeg de professor verbaasd. En ja. Een paar dagen daarna was zijn praelatuur hem ontnomen. Ze hebben 't tach ten minste gelezen," zei de professor gelaten, misschien helpt 't wel", Arme Ehrhard, 't is nog een graad erger ge worden ! Op politiek gebied kunnen de gevolgen van 's Pausen brief groot zijn. Ik zeg met opzet kunnen. Want of er iets gebeuren zal, hangt van verschillende inponderabilien" af. Ik bedoel, dat de protestantse zijde van de klerikale koalities ia Holland en Duits land haar liefde voor de katholieke twee lingzuster nu juist niet zal voelen groeien. Maar geen nood. Tenminste in Holland niet. Het eten aan de staatsruif is veel te gezellig en die gezelligheid gaat niet te loor, als n van de broeders de andere even een trap geeft. Jhr. de Sivornin Lohman heeft het in de Nederland" den volke reeds kond gedaan. Niettegenstaande de paaselike scheldpartij wordt de koalitie op dezelfde wijze voortgezet En Abraham zal de broederen ook niet terugtrekken. Maar in Duitsland?2) Niet alleen denationaalliberalen, maar ook de Konservati ven en Frei-konservativen heb ben in de pruisiese Linddag interpellaties aangekondigd over de Borromeus-encykliek. De Duitsers zijn zeer onverdraagzaam. Zullen de konservatieven hun kiezers, die toch al zoo ontevreden zijn, niet voor het hoofd stoten, als het schwarz-blaue Block" intakt blijft ? Men kan niet weten, ofschoon het beste en veiligste zal zij o aan te nemen, dat ook in Duitsland de Wille zur Macht" bij de konservatieven sterker zal zijn op de duur dan de verontwaardiging tegen Paus en katholieken 3). Het ergste er aan toe, zijn de katholieke bladen en politici. De Tijd is zo dapper, om de encykliek niet af te drukken. Het zou ook gênant voor haar zijn zulke ruwe woorden in haar kolommen over te nemen, die pas nog vol gestaan hebben over hoffelikheid in de polemiek. De Maasbode drukte de brief natuurlik dadelik af, zag er in een Anerkennung1' voor haar lof der grof heid. Als De Tijd eens haar polemiek met De Maasbode naar Rome zond! De Paus wedijvert toch met De Maasbode in grof heid, overwint haar zelfs in glanzend record! De katholieke politici verzuchten, dat je 1) In Holland tellen de meeste katholieke seminarieprofessoren ia de wetenschappelike wereld niet mee Terecht, ze hebben zich zeli uitgesloten van de universiteiten. 2) In Engeland zyn de katholieken boos op de encykliek, wijl ze zo ongelegen komt, op 't ogenblik, dat de engelse koninklike scheld-eed tegen de katholieken misschien zal worden afgeschaft. 3) Inmiddels zyn die interpellaties gehou den. De muilkorving van het debat door de Konservativen terwiüe van het Centrum zegt meer dan genoeg. alleen IJslanders het kunnen een versje, zoo grapppig, doch tegelijkertijd zoo schaam teloos, dat wel niemand het zoa hebben toe gelaten, die niet dronken of balf dol was geweest. Eensklaps beefde de kerk tot in hare grond vesten, als bij een aardbeving alsof de hardbeyroren grond ergens in de buurt spleet. Doch zy waren te dronken, om het op te merken. Voehtig-koude grafluctit drong de kerk binnen; en toen de kerkdeur, de rij k-gesneden, zware eiken kerkdeur dreunend dichtsloeg, toen een ijzige koude over allen heen streek, toen keken zij op. En hy, die daar kwam, was bisschop Eirikar, zoo juist uit zjjn graf verrezen. En hij zag er uit wel, zooals iemand er uitzien moet, die tweehonderd jaren in bisschops gewaad in h at graf gelegen heef f. Vol waardigheid en strak naar het altaar starend, liep de bisschop door de doorgang, en zijn gestalte was zoo ontzettend, dat het plotseling doodstil werd. Uit het grauwe, wormstekige gelaat staar den de roode oogen met vlammende blikken, verterende vlammen, die reeds om Srava heenkronkelden. Doodelijk verschrikt en zon der eenige beweging stond zij nog voor het altaar, met den misbeker in de opgeheven hand en de doos met de witte ouwals in de andere. Haar gelaat leek wel een masker van sneeuwwitten steen, waarin twee groote, zwarte, glanzende paarlen waren gezet. Toen de bisschop naderde, roken zij ook de scherpe graflucht, welke hem als een wolk omgaf. En zy zagen, dat hier en daar gaten dwars door hem heen liepen, alsof het onge dierte zich tusschen de ribben, en overal waar het maar door kon, een weg gebaand had. De lange, bisschoppelijke mantel fladderde ruim om hem heen, alsof hij slechts een zeer mager lichaam bedekte. Hy zat vol met leemklompenen vochtig*grafaarde, was worm stekig en vol schimmelplekken, en had een kleur, alaof hy van zwarte slangen vellen aaneengenaaid wa». De bloote voeten sloegen klap klap" op den grond, de hooge bisschops muts stak schrikwekkend boven den beenderigen schedel in de lucht. Toen hy voorby' was, zagen zy, dat hy op den rug geen mantel droeg; daar keek het gele gebeente in al zijn naaktheid naar buiten l De sappen van zyn yleesch waren reeds lang door den op den rug liggenden bisschop heen't maar van je vrienden hebbeo moet! Vooral in Duitsland, hier zijn ze altijd zoet en den bisschoppen braaf onderdanig, waar de Centrums afgevaardigden, op'vporbeeld van Windhorst, kerkelike direktiven op politiek gebied niet erkennen willen. In 't interessante duel tussen de richtingen Bachem en Roeren in 't Centrum, waarvan de eerste de partij vrij van kerkelike in vloed, en de andere het tegendeel wil, komt de encykliek zich scharen aan de zijde der star-orthodoxen. De Paus wil nog immer zyn aanspraken op het staatswezen doen gelden. Dat is weer het springende punt. Niet dat hij van zijn standpunt uit de her vormers voor ketters scheldt. De fcónsekwentie voor de katholieke politici, is de vraag: Kan, moet en mag men een grens trekken tussen het machtgebied van de kerk en dat van de staat, tussen de geestelike belangen en de politiek-oekonomiese der katholieken of moet alles tesamen vlieten in het streven naar het oer-oude ideaal der roomse wereldkerk, die haar macht over lijf en ziel met niemand deelt. De katholieken moeten zelf zien, hoe ze zich uit dit dilemma redden. Ik vrees, dat de Roeren-richting, de orthodoxe, de steilstarre, in n woord de Hollandse, ten slotte wel allén over zal blijven. WEUZEL FBAKKEMÖLLE. iiiiiiiHiiiiiiiiuiiiiiiMiiiiiiiimtii De Ruige Hoeve. Roman door J. EIGENHUIS. Amersfoort, Valkhoff & Co. (1910). Om te beginnen een citaat uit... een vorig boek van dezen schryVer, Ergernitsen getiteld. Dat vangt aldus aan: Bernaidua Theophilua Bleekers spoelde zyn stokdweil in het Kikkerslootje heftig om, zette een ondeugend gezicht tegen een voorbijloopenden jongen, die aan het schelden sloeg, en spoedde zich lachend naar den oven, onderwijl de meid nog toesnauwend: Op zü, leelykerdl" Lselykerd, leelykerdl Wat denk je wel, jij met je kale-studenten-verbeelding! mopperde Ant, die zich de grap te meer aantrok, omdat ze werkelijk meer dan erg pokdalig was. Zijn wit overhemd opgestroopt tot ver boven de ellebogen en heel rumoerig en onhandig den o ren dweilend, lachte hy luidplagerig boven Ant's repliek uit: Ze worden hier ook al nijdig als je de waarheid zegt." Verloopen domenee," sart Ant terug . .. Moet je'm zien dweilen, zoo'n luiwammes." Bernardns grinnikte nu stil voor zich heen, echter zoo genoegelijk, zoo recht gemeend, dat het Ant razend maakte en ze geen woord meer wist te zeggen. Toen ze een poos stom van nijd hem met minachtende blikken had aangestaard, keerde hy zich heftig om, de zwart geworden dweil vooruit, als in woe denden stormloop op haar af. Grillend week ze uit en in dezelfde vaart plonste hy de dweil op de stoep in de Klkkersloot en spoelde die blijmoedig grinnekend om. Toen hy daarmee klaar was, stond Ant nog op dezelfde plaats .. . Bernardas ging weer de bikkery in, haar vriendelijk aanziende in 't voorbijgaan en op zyn liehten toon Mooierd" tegen haar lachend. Gelukkig kwam juist baas Dullewey de lange huisgang oversloflen, enz. ... Toen Ant de bakkerij weer voorbj] kwam, zag ze Bernardns met zyn bloote voeten door het roggedeeg ploeteren in den grootea trog. Net 'n baantje voor 'm," plaagde ze op haar beurt. En de baas hielp haar: Studenten kuieren graag in de vuiligheid.". . . Daar kwam de vrouw zedig de bakkerij intrippelen, eppertjea van boven tot beneden, de wangen altyd blinkend en blozend: geen meelstofje scheen vat op haar te hebben, terwijl de baas altijd zoo wit zag als Pierlala. Dullewey ... daar is 'n meneer, 'n domenee, loof ik." Bernardus bleef even in zijn roggedeegMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIImilllllllllllllllllllllllllllllllllllll geloopen en hadden het weefsel van den mantel tot op den laatsten draad verteerd. N'u had het bruiagele, door beschimmelde manteloverblijfselen omhulde geraamte het altaar bereikt, nn stond het voor Srava, de verstijfde, de verstomde, die geen geluid kon geven. En hier bleef het staan. Met de geel ge worden tkelethanden hief het den mantel op en schudde hem, schudde hem zó5, dat de kluiten grafaarde overal rondvlogen en het meifja in het gelaat spatten; en toen sloeg de bisschop haar op den mond. Hij beefde van toorn. En Svava liet eerst den beker vallen, toen de doos, zoodat de witte ouwels als sneeuw vlokken over de bloote voeten van den bis schop stoven. En deze draaide zich om ea schreed terug. Half verblind van angst en afschuw zagen allen den rug van het geraamte zonder de mantel-bedekking, van onderen af: al de geel bruine wervels tot boven aan het harde ach terhoofd, waarover de bisschopsmuts zat. De mantel fladderde in den tocht toen viel de zware deur krakend achter hem toe. En de kerk beefde tot in hare grondves ten als bij een aardbeving, alsof ergens in de buurt zich een spleet in den hardbevroren groad sloot. Ea Srava lachte. S ?avalachte, dat zy schaterde, een gillenden lach, die niet alleen uit haar ke,el voortkwam, neen, ook uit hare wijdopen starende oogen, uit haar gausche bevende lichaam. Svava heeft haar verstand verloren", zeide een der meisjes zachtje?. En zoo was bet. Srava was waanzinnig geworden. Zy sprak nooit meer een woord, zij lachte maar steeds dien gillenden, waanzinnigen lacb. Sedert dien tijd worden geen feestelijkheden meer in de kerken gevierd. De doode bis schoppen hebben sedert honderd jaren hun vergeelde geraamten niet meer uit de graven doen verrijzen. Dech niemand heeft hen ook meer gekrenkt.- "? Zoo-luid t de vertelling Tan het meisje, dat in de kerk dauste. Ea als 03 op een winter avond in een half-daistere kamer door iemand verteld wordt, en d«. grond onder de voeten daarbij onder een klein, waarschuwend aardbeven trilt, zooals dit in IJsland zoo dikwijls geschiedt, dan meent men, dat het graf vau den bisschop zich opent en men ziet echnw naar de deur....

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl