De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 26 juni pagina 12

26 juni 1910 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 I>E AMST'ERD-AMMER WEEKBLAD VOO-R NEDERLAND. No. 1722 Vooiali wat de. uithaamache beleggingsr ?wnsd^en betnaft. En. zoo. ban, het voorkomen dat men, door e«n tijjdeljjk voordeel te pr^fereeren, ondank», de theorie, ook, werkelijk pBofljtelijt nancierf. In verband, nut dien, abnormaal hoogera geld&tand ten onzent, terwyl elder* het geld overal ruim ia, dmUdaa die wisselkoersen butteogfltöen. en, na,dert o, a. de koers op Londaa. met rara, aeh/eden, het» gpudiwwesr punt. Uit hei vorenstaande ia, gemakkelijk af t» leideB, dat voor, da, wrsebilleude uitgiften van nieuwe leeninfjeH nu, jniak geen byater gunstige horoscoop i» getrokken en is het twijfelachtig of zij wel op dat succes zullen kannen bogen, als daarvan oorspronkelijk misschien is verwacht. Zoo hoeft bjj de heeren van Loon & Co* de inachrijvinfg. plaata op frs. 108 millioen 4 pCt. Obligatiën Bagdad Spoorweg Mij. 2de Serie, («gen den hoen* van 833» en by deselfde firma, op $ 2.5 millioen 4 pCt. Southern Bacific Co. late Hyp. Goud O ui»* tle» »d- 92ÜpCti en-na l-Anril 1915 afloshaar en bloo & 105 pCt. Deze aflossing echter i» facultatief. Minder hebben met die bovenyermelde omstandigheid uit te staan de emissie van ? 400,060.?Aand. der- Hollandta", Hollandgche Fabriek * van Melkproducten a 180 pCt. met en a 210 pCt. zonder recht van voorkeur en die van ? 200,000,?Aand. der Hollaadsehe M(j. tot het. maken van werken in Gewapend.Beton regp. i 100 pCt, en 120 pGt. met en zonder recht van voorkeur. Wat nu echter de beid» eerstgeraelde uitgiften betreft* deze vinder* tevens in het buitenland plaats, zoodot de meerdere of min dere deelname hier vermoedelijk van weinig invloed, zal zij a; dit bljjkt ook uit de inschryvingenopde 4\ pCt Moskou Kieuw Woronesch obligatie», waarvan slechts 8 pCt. wordt toegewezen. Berlijn heeft daarvan- het leeuwen-aandeel genomen. Wat: h et verloop der markt aangaat, dient in de eerste plaata opgemerkt, dat de New-Yorkfiche beurs, ofschoon nog geringe omzetten! te zien gevend, in eene aanmerkelijk betere stemming ia gekomen. Dezerzijds is slechts geringe aandacht aan die verbetering geschonken, wjjl hier de beïftB£pt«Uin& voer loealeepeculatieve waard den in den laatsten tijd overwegend is. Zoodoend» i»«« oefc niet noemenswaard van die koers verbetering geprofiteerd, welke voor namelijk schijnt1 te-z$n gebaseerd op goede oogstberiehten, eene meer conciliante bonding van. vervrachters tegenover de- tariefkwestie der spoorwegen en eenige waarneembare ver betering in den metaal-handel. Wjj geven hierachter de noteeringen van enkele soorten op: 16 en 23 Juni. Amalgamated Copper . . . 62 Ji 66 K Amer, Gar. Foundiy.... 55 H 57 Smelting Bef, . . . 76 78 Ftóted; States Sterf . ... 78 80 J£ Atchison Topeka 104 K 106 X Diaver & Bia 35^ 37K Brie 27^ 28^5 KansM-City Soutern. ... 32% 33K Miasouri Kangas Texas-. . . 38;, 38% Ontario. 43% 45 Boek Island . 39>4 40% Southera Pacific 120M 123K South. Rails . . . . . . 25% 26% irion Pacific 17334 177K WabMft ............ 19* 20J* In tegenstelling met deze opgaande bewwging in. Amerikaansche waarden, hadden in dB locaie soorten vrij aanmerkelijke- fluctuatiea plaat». Van Patroleum-waarden stegen aandöelen tot bijna 570 pCt. om succwechter, weer bjjn» op het niveau xóór acht dagen aan te landen; de overige soorten maakten vrijwel alle eens dtagelpe beweging. Aandeelen Geconsolideerde bereikten 395 p6t. om daarna, tot oircaf 385 pCt. terug te loepen, Tarakans tot boven 150 pCt. geste* gen, reageerden- weer tot eire» 143 pCt,; ook Dordtsche en Moeara Enim volgde- dien koersloop; "Van Minwaarden traden de gewone en gewone pref. aandeelen Paleleh andermaal op den voorgrond met eene flinke koersverbetering, die voor de eerste 4 pCt. en de laatste 15 pCt. beliep. Niet slechts ataat deze verheffing in verband met de steeds toenemende extractie en der halve gunstiger exploitatie-uitkomsten dezer onderneming, doch meer nog met het feit dat haar directeur die tegenover de eigene Maatschappij steeds een ietwat eigengerechtigde en zonderlinge houding heeft aangenomei, zal aftreden. Guyana's werden iets lager afgedaan. Big' Cultuurwaarden valt slechts eene ver betering vam 8 pCt. voor aand. Handelsver. A'dam opteteekenen. Bubber-aandeelen waren tamelijk vastgestemd; aandeelen Lankat Bnbber echter werden, na in langen tijd niet te zijn ver handeld, c.a. 65 pCt. lager afgedaan. Tabaks-aandeelen bizonder vaat voor ge wone en pref. aandeelen Amsterdam?Langkat, die onderscheidenlijk 18 en 13 pCt. mon teerden ; de overige soorten varieerden slechts binnen enge grenzen. Onder de diverse soorten vermelden wij nog eene koersverhefflng van 5 pCf. in aand. General Trading Cy. naar aanleiding van gunstige berichten over de ontwikkeling van het bedrijf dezer maatschappij; Int. Landsyndicaat daalden ft.?op het bericht, dat slechts ?0.90 dividend zal worden uitgekeerd. Boyal Solvent Zeepfabrieken werd op n maal 45 pCt. lager afgedaan en vielen verder tot 57 X pOt. om daarna tot 64 pCt. te her stellen l aand. Ned. Ind. Portland Cement Fabr., na tot 70 pCt. te zijn gedaald, her wonnen 6 pCt. Van lieverlede doet zich al scherper de reactie gevoelen op de boom-periode", die wij ten opzichte van verschillend* aandeelen soorten achter den rug hebben en gaat men daarvan de wrange vruchten plakken. Eene genoegdoening voor diegenen, welke hiertegenover steeds sceptisch hebban gestaan, doch alles behalve aangenaam voor de opti misten quand me me. 24/6 1910. v. D. M. * * * Het eeuwfeest der Argentijnsche Republiek. 1. Ofschoon staatsrechtelijk de afschei ding van het moederland eerst van 9 Juli 1816 dagteekent, zijn de Argentijnen reeds in het laatst der vorige maand begonnen met het 100-jarig bestaan hunner onafhan kelijke republiek feestelijk te herdenken. De gebeurtenissen van 1810, die meer het karakter van-eenplaatselijkerevolutiedtoegen, waren wél de voorboden van de afschudding der Spaangche overheersching, maar hadden aanvankelijk ten doel de overheidspersonen, door Spanje aangesteld, te vervangen door vrij gekozen vertegenwoordigers van bek volk, die echter in naam van Ferdinand VII het bewind, zouden, blijven voeren. Hot Spaaneche ge^ag werd gev-estigd in 1535, toen de expeditie onder Pedro de Mendoza in de wateren van den zilverstroom aanlandde. Z DO wel de zucht naar avonturen, als de onbegrensde begeerigheid, geprikkeld door de sprookjes van den fabelachtigen goud rijkdom der Inca's, dael deze troepen ruste loos en ondanks allerlei ontberingen tot in het binnenland doordringen. Met hen ging een generaal, met de waardigheid, van stad houder bekleed, terwijl door uitzending uit het moederland de gelederen voortdurend werden aangevuld. Allengs werd de Spaansche vlag geplant tot aan de Cordillera's, die thans de weste lijke grens der republiek Argentiniëvormen, tot Juj'uy, La Biocha en Mendoza. De re geering werd gevestigd al naar mate de Spaansche troepen in het veroverd gebied verder voorwaarts drongen. Bij koninklijk besluit werd het tot vicekoninkrök verheven Bnenoa Aires, verdeeld in 8 provinciën, waarvan de feudale beheer ders voortdurend onderling strijd voerden. Hun voornaamste doel was door monopolie's en belastingen, die de Staat tot zich had getrokken, en door den verkoop van ambten de bevolking zooveel mogelijk af te persen en- een- zoo groot mogelijk bedrag: zich zei ven toe te eigenen. Van uit het moederland werd het beheer gevoerd in den geest van het sombere abso lutisme, van vooruitgang afkeerig, die over 't algemeen het Spaanech koloniaal bestuur heeft gekenmerkt en waarcan ook de ge schiedenis van onzen vrijheidsoorlog kan gewagen. De kolonie werd zorgvuldig tegen iedere aanraking van andere natiën en hare vrijheidlievende neigingen afgesloten, inboor lingen noch den zonen van gemengd ras werd eenige invloed op het bestuur toegestaan. De economische politiek van Spanje was uitslnitetd er op gericht, om alles wat het land opbracht naar zich toe te halen voor de schatkist, hetgeen den handel in de hoogste mate beperkte en bemoeielijkte.Slechts n in- en uitvoerhaven werd opengesteld, niet echter in Argentinië, maar in Peru, den zetel der hooge regeering van alle Zuid-Amerifcaansche koloniën, n). Callao. Van daaruit moeten de bewoners van Ar gentiniëal hun verbruiksartikelen betrekken en daarheen moesten zij over land per muil ezel hunne verkoopwaren- laten transpor teeren. Inmiddels echter nam het aantal creolen en kleurlingen, nakomelingen van blanken, Indianen en negers, wier liefde tot den ge boortegrond met de willekeur der vreemde overheeKchers in botsing, kwam, tot een steeds meer dreigende macht voor Spanje toe. In de aanhoudende oorlogen, die zjj tegen de koloniale vijanden van Spanje hadden te voeren, werd die massa zich van hare kracht en meerderheid bewust en wachtte slechts op de gunstige- gelegenheid,, om zich te be vrijden van het Spaansche juk. Die gelegenheid kwam in 1807, toen het vrijheidsideaal der bevolking tot rijpheid scheen gekomen. Engeland'a invallen waren glansrijk afgeslagen, Ferdinand VII had door het optreden van Napoleon zijn troon verloren. Dit was het sein voor een algemeenen opstand in Argentinië. De troepen, die den Britsehen generaal Whitlock gedwongen hadden te capituleeren, keerden zich tbans tegen hut ne eigene meer deren. Uit de groote steden werden de Spaansche overheidspersonen verdreven, ten laatste ook het centraal bestuur, door den Koning ingesteld, tot heengaan gedwongen en in plaats daarvan, op 25 Mei 1910 een regeering van creolen gekozen, die echter bepaaMelyk in naam van Ferdinand VII het bewind bleef uitoefenen. Nu eerst begon feitelijk de vrijheidekamp en wel te land en te water. De koninklijke troepen, uit Paruaansche militie gevormd, vielen vün uit Bolivia in Argentiniëom de oproerlingen te tuchtigen en tegeliykertijd trachtten Spaaneche oorlogs schepen aan de kust den toevoer van wapens en levensmiddelen aan de kolonie af te snijden. Het Spaansche eskader werd 16 Mei 1814 door de zoo spoedig mogelijk gebouwde en gekochte schepen der Argentijnen onder bevel van Quillermo Brown, een genaturaliseerd Engehschman, bij Montevideo zoo goed als vernietigd. Te land leidde Belgrano de opstandelingen aanvankelijk voortdurend ter overwinning, maar bij bat stoutmoedig voortdringen tot de grens van Peru leed hij op de vlakte van Vilcapuyo een gevoelige nederlaag op 10 October 1813 en moest met zijn gedemoraliseerd leger op Jnjuy terugtrekken. Maar de dapper heid van den vijand had de Spanjaarden zulk een ontzag ingeboezemd, dat zij het niet waagden hem op Argentijnsch grondgebied te vervolgen en toen een jaar later te Buenos Aires de tijding kwam, dat Ferdinand VII zy'n troon weer had bestegen, trachtte men, wederzijds uitgeput en oorlogsmoe, tot een minnelijk vergelijk te komen. Een gezantschap, met Belgrano aan het hoofd, bood den Koning vrede aan op VOTwaarde dat hij de vrijheid der bevolking en het zelfbestuur der kolonie zou erkennen. Eerst toen deze voorwaarden werden geweigerd, volgde in een zitting van het congres, te Tucuman bijeengeroepen, op 9 Juli 1816 de feite lijke onafhankelijkheidsverklaring en de af kondiging der gron iwet van de Argentijneche Republiek. (Slot volgt.) V. D. S. llinMIIIIIIIItHllllllllllllllllllMlllMIIIIMHlIIIIIIIMIflIIIIIIIIIIIIMIIIflItUKI HETSJES filter. *> We kwamen van heel ver, de oude jager Hirwinnen en ik. We hadden hem ten einde gereden, den stralend-kouden pooldag met ?) Een brief van den bekenden Deenschen Groenlandsvaarder Ktmd Bas^iUiaen aan het Daensche blad Politikm. Lajies en Gentlemen... You know... .. .ik heb kunnen geworden z^jn op mijn reis de opvolger van President Kiüger van de Transvaal-Rapubliek.,. aan mij aangeboden is geweest door de Hottentottenrepubliek de presidentsharem... "'s tn de presidentshamer door de grijns-apen van centraal-Afrika, indeed. Had de President geweest kunnen zijn in Frankrijk... en in Holland de President van de mannenliederenkoor Loof den Heer" van Kedichem en Klaaswaal; Eén haudteekeaing van mij had gemaakt mij President van de Republiek Pruisen (Ger many)... en men dacht ik worden zou President van Groot-Brittannia, Ierland, Schotland en de Koloniën na de begrafenis van Edward... Maar, Ladies en Gentlemen, ik heb gezegd tegen Afrika en Europa: Very sorry indeed, but: America vraiti her President'.... op den middag zijn ver wannend zonne-gloren en tegen de schemering zijn vuur-omrande zonsondergang-wolker. De sneeuw had ge straald van kleuren en lioht. Nu had de duisternis zich gelegd o ver de velden en over de zwijgende bosschen met langs den hemel snel voorttrekkende, telkens weer verdwijnende noorderlicht-schijnsels. We waren begonnen te verlangen naar warmte binnenshuis en naar menschen en onze oogen deden haast pijn van het boren door de duisternis of er ook licht te bespeuren was. Plotseling vlogen we op in de slee en ons oude paard wierp de ooren in den nek, uithinnekend zijn blijdschap ; een eind voor ons uit brak een lichtstraal door de boomeu en we roken rook. Dat was het huis van Guolna en dat la? op tien mijlen afstand van zijn naasten buur, ten noorden van alle andere huizen, in een dal, waar Noorwegen en Fin land samenstroomen in golven van door een dikke sneeuwlaag afgeronde heuvels endoor vorst verweerde dennenbosechen. Gaola stond al buiten in de sneeuw om ons te verwelkomen. Het paard werd op stal gebracht en wit berijpt en dampend van de kou traden we de warme algemeene kamer binnen. Om den brandenden haard lagen rondtrekkende Lappen de hitte in te zuigen. Een oude, smerige afstammeliQg van het nomaden-ras lag geknield voor het houtvuur met de knokelige handen uitgestrekt boven de vlan?. Het vuur prikkelde ons verwarmend in 't gezicht. Hier rook het eenvoudig naar oude sagen en sprookjes en heidensch bijgeloof, hier in die oud-Eoliede, berookte balkeu-kamer met zijn groote, primitieve, stookplaats, die zich tot midden in 't vertrek vooruitschoof met een breeden rand van lucht en warmte om zich heen. En dan al die ruige in vellen gehulde ge stalten in het flikkerend schijnsel van het vuur, die doar kou verweerde, zwijgende ge zichten, tot ernst verstard in vorst en tegenspoed. De dikke Spring-Brita, Guolna's vrouw, kwam aangerend en omhelede ons ter verwel koming, zooals dat hier de gewoonte is; toen smeten we onze bovenkleeren uit, terwijl de driepootige kot fiaketel op het vuur werd gezet. De koffis is gauw klaar en wordt ge schonken in witte kommen. Onze lichamen nemen ze met wellust in zich op en het gesprek begint op gang te komen. Guolna u<elt voor om naar de badkamer te gaan, waar juist het vuur is aangemaakt dan kunnen we daarna meer eten en 'c is goed tegen de jeuk," voegt hij er lachend bij. In de algemetne kamer trekken we onze kle«ren uit en gaan nu, d. w. z. Guolna, een oude saeeuwhoender-jager, Kuhmunen, en ik, door de sneeuw en de kou van 30 gr. Celsius. Er woei een zwakke noorder, bries en de ijskoude wind legde zich als een ijzeren pantsea om onze ontbloote lichamen. De badkamer lag een paar honderd el van het huis zelf af, het was een klein schuurije van ongeschaafde planken, voorzien van een gemetselde steenen kachel. Er brandde een geweldig vuur in, en als we sneeuw of koud water op de sleenen gooiden, sloegen er wolken van warmen damp op, dia ons den adem benamen. Langs de muren waren planken getimmerd waarop we konden liggen, steunend, terwijl de sneeuw langs onze dampende lichamen neerstroomde. 't Was er een hitte van 50 gr. Plotseling springt Gaolna op, rukt de deur wijd open en werpt zich in de snetuiv. Ik lag te doezelen in mijn zweetbad en had het gevoel aliof iemand over een afgrond sprong. Wat bezielde Gaolna? Nn kon ikniitsmeer zien. Een vlaag van kou sloeg naar binnen en vulde de kamer, ik kon haast geen.adem meer halen. Toen sprong ik ook op en liep naar buiten. En kjjk: In de sneeuw lag Guolna rond zwemmend met geweldige bewegingen als van een walvisch die de golven klieit. Ho-ho-hol" schreeuwde bij tegen me. Kom, jij ook l ju ook l" Een half uur hadden we daarbienen op onze planken gelegen in die kokende hitte, die onze spieren verslapte, nu stonden we naakt in een kou van 30°, midden in den wind die langs onze warme lenden streek, ze heel even, zachtjes afkoelend. Nooit in mijn leven heb ik zoo'n gevoel van welbehagen in mijn spieren genoten, als op dat oogenblik, toen ik in een dartele opwelling, blootsvoets, spiernaakt over de harde ijsvelden rende. Guolca lachte en rende me na en als een paar Grieksche wedloopers doorsneden we met onze lichamen de kon en de duisternif. De sneeuw onder onze voeten voelde volstrekt niet hard aan en we renden in het Noorderhcht als een paar geesten, wier voeten de aarde niet raakten. We sprongen hoog in de lucht en met uitgestrekte armen doorploegden we, naast elkaar, met onze lichamen een geweldige, pas opgewaaide snee u w wal. Lachend zwommen we uit de zachte sneeuw en eer we nog geheel afgekoeld waren, stonden we weer in de bad kamer, waar de oude Kahmunen den stoom en het vuur onderhield. Nog een oogenblik gingen we liggen op onze planken, wreven ons met sneeuw het zweet van de leden en het bad was afaeloopen. Zoo wascht men zich 's winters in Finland en oo'n bad is een feestelyke gebeurtenis. In de hut liepen we nu rond zonder kleeren, zonder dat de vrou w of een paar j orige m«iej es, die op haar doorreis daar uitrustten, er aanstoot aan namen. Er was niets dan die eene kamer en de Finnen kleeden zich nooit dadelijk weer aan na een bad. We kregen weer kofüa en de warme stroom, die nu door ooze darmen gleed, maakte ons spraakzaam. Nu kwam ook het gekookte rendiercleasch op tafel. O, wat kan na een lange, ingespannen dagreis iemands levenslust toch opvlammen onder den maalty d, als een vuur dat goed onder honden wordt. Ia zulke oogenblikken doen iemands gedachten zulke groote sprongen en zelf» de weinig epraakzamen openen den mond tot praten. Het zyn de zielen die ontdooien; het is de wil die nieuwe veerkracht krygt; het zij» nieuwe besluiten die rijp worden en de toekomit zelf schiet door onze hersenen, de spanning van de nieuwe avonturen die we zien opdoemen en van de onberekenbaarheid van het wisselend lot. En in zulke oogenbiikken is het, dat men zijn rekening met zichzelf opmaakt en zijn krachten weegt in hevig verlangen naar daden. De haard is half uitgebrand en we zitten in 't half duister. Men heeft een brandende dennetak gestoken » een hoek van de 11 ookplaats en die onrustige vlam laait na en dan op en warpt haar flikkerend ccbij&sel over harde, onbewegelijke gezichten, die er uitzien als waren ze in eikenhout uitgesneden. Daarginds in een hoak, zet een oude Lap een lange, slepende pialm-melodie in; hij is kindeen en denkt, dat het aJtijd zomer is. Ze hebben een soort vaa hokje voor hem getimmerd bij het vuur, daar eet hij, daar slaapt hij, daar gaan al zijn dagen voorbij. En als het vuur opvlamt en zijn rimpelig gezicht verwarmt, gelooft hij dat 'ede zou is die zoo gloeit. En dan kan 't gebeuren, dat hij half overeind gaat zitten in zijn hok en roept, dat hij frissche bloemen wil hebben. (Vert. A. VEBBCHOOE.) dit te o&tó doos. Medische Curiositeit. Uit een zeventiende- ee u wsche reisbeschrij ving neem ik hier over, hetgeen handelt over de artsen in China. Deze regelen geven niet alleen een vermakelijk beeld \au de mediiche praktijk daar te Jande, maar doen ons tevens zier, hoe onze voorouders vrosger bedokterd werden. Wat de artzenye belanït, die is by de Sineaen ia hooger top, als men zou mogen begeren, ter oprzake van de gtoote meenigte der boeken, die zy van de aaioude schrijver» hebben: want wat de onze belangt, tot noch toe zijn die in Sina niet gekomen. De Sinefen hebben geen gebruik van aederlatinge, koppen, zyropeu, dranken, pillen, noch veel min van gen&es-middelen door kracht des vnurs: maer -werken alleenlijk door enkele geneeE-middtlen, en ordonneren niet dan bladen, wortelen, vruchten en zaeden: en ook al droo?. Ten dien einde zijn 'er merkten, daer niet verkocht worden dan geuees-middelen, en winkels, alleen gestelleen met enkele genees middelen, daer men zich na behoefte van voorzien kan. Derhalve een arts, die zijnen kranken be zoekt, doen hem ter zelfter uure zijne artsenye innemen, zonder eenig recept voor teschryven, of glas of kroeg te gebruiken. Bij dien voorval neemt d'arts met zich een aptekersjongen, beladen met een. gehele winkel: te weten, met een kasee van vijf laden: waarvan ieder verdeilt is in veertig vierkante vakjes, gesttfleert met toebereide genees-middelen. Zy weten wonderlijk de pols t'onderschei den, en daer aen alle toevallen der ziekte te kennen: ook de verheffing, en vermindering der pijne. Zoodra zij de pols gevoelt hebben, geven zij artsenye ie. Zoo het voor den Keizer of Prins is, zij maken vier zamenmengingen, alle in hoedanigheid en meenigte gelijk: twee om den kranken in te geven, en de twee andere om die te bewaren totdat hij gezant is. Zoo het voor andere personen zijn, zij mak en slechts twee zamen-mengingen: een voor des uohtens en een voor des avonts. Zij vragen ook noit den kranken: of hem bet hooft of eenig ander deel des lichaems zeer doet: maer na eenen t\jt lang de bewecgenis der polse aengemerkt te hebben, ontdekken zy aenslonts het beledigde deel. B'artzen verbieden noit, water, aen den kranke, hoewel het gakoofet moet zijn, maer wel eeten: zulx zij e enen kranke, echoon hongerig, geea eeten gevtn dan zeer weinig, gelyk zij ook, wanneer er geen lust tot eeten is, den. kranken daartoe niet perssen: ter ooizake, gelijk zij voorgeven, wanneer het lichaam ontstelt is, de maeg zijn a aap t en niet kan doen; en alzoo de verdouwing, die in dien ataet geschiet, altjjdts schadelijk «n strijdig tegen de gezondheid is. Noit komt een arts voor de tweede mael weerom, zonder weer geroepen te zijn: door welk middel de kranken de vrij heit hebben van eenen anderen arts te nemen, wanneer d'artzenijen na bun welgevallen niet komen te werken. De Sinese artzen overtreffen d'onzen vol komen in het stuk van d'oefening of uitwerkingb. Wel twist-redenen betrachten d'onzen veel meer das zy lUden: maer zij genezen weer lichten en beter de zieken. Zij hebben zeer aeloude boeken van de natuur der kruiden, stenen en bomen in een licbaem gebragbt, en met afbeeldingen, na de wijze van Dicskorides, verciert; daaren boven vervatten hunne oude en nieuwe boe ken de tekenen, uitwerkingen, oorzaken en andere eigenschappen der ziekten. Merendeels maeken zij de geneer-middelen van enkele en gekookte. Branden en wrij vingen zijn bij ben in gebiuik; maer gene aederlatingen, die zij voor den grootsten misslag houden; maar brengen liever met vast een andre verkoelende middelen het bloed tot een behoorlijke temper: want niet, zegden zij, om dat het zop in de pot zied, moet men het uitgieten, maer zoo men het wil dwingen, het vuur onder weg nemen. Zulke trefielijke geboden van de polsen berusten by hen, dat zij door de kennis derzelve bij wqle ook verborgen zweeren ontdekken. Zij bemerken in iedere hant zes bewe gingen dar polsen aen; te weten: drie opperpolsen en zoo veel van geringer orde, die alle tot vergcheide deelen des lichaems gehooren. D'eerste brengen zij tot het herte, de tweede tot de lever, de derde tot de maege; en zoo vervolgens d'andere tot andere deelen des lighaems. Wanneer zij den kranke bezoeken, zijn zij een halve uure in 't onderzoeken der polse bezich, welke met de grootste stilte der omstanders, maar niet zonder moeilijk heden van den kranke toegaat. Aenstonds, waaruit d'ongetempertheid ontstaet, en in wat deel des lighaems het zij, weten zij lichtelijk aen te wijzen en 't oor delen. C.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl