Historisch Archief 1877-1940
12
I>E AMST'ERD-AMMER WEEKBLAD VOO-R NEDERLAND.
No. 1722
Vooiali wat de. uithaamache beleggingsr
?wnsd^en betnaft. En. zoo. ban, het voorkomen
dat men, door e«n tijjdeljjk voordeel te
pr^fereeren, ondank», de theorie, ook, werkelijk
pBofljtelijt nancierf.
In verband, nut dien, abnormaal hoogera
geld&tand ten onzent, terwyl elder* het geld
overal ruim ia, dmUdaa die wisselkoersen
butteogfltöen. en, na,dert o, a. de koers op
Londaa. met rara, aeh/eden, het» gpudiwwesr
punt.
Uit hei vorenstaande ia, gemakkelijk af t»
leideB, dat voor, da, wrsebilleude uitgiften
van nieuwe leeninfjeH nu, jniak geen byater
gunstige horoscoop i» getrokken en is het
twijfelachtig of zij wel op dat succes zullen
kannen bogen, als daarvan oorspronkelijk
misschien is verwacht.
Zoo hoeft bjj de heeren van Loon & Co*
de inachrijvinfg. plaata op frs. 108 millioen
4 pCt. Obligatiën Bagdad Spoorweg Mij.
2de Serie, («gen den hoen* van 833» en by
deselfde firma, op $ 2.5 millioen 4 pCt.
Southern Bacific Co. late Hyp. Goud O ui»*
tle» »d- 92ÜpCti en-na l-Anril 1915 afloshaar
en bloo & 105 pCt.
Deze aflossing echter i» facultatief.
Minder hebben met die bovenyermelde
omstandigheid uit te staan de emissie van
? 400,060.?Aand. der- Hollandta",
Hollandgche Fabriek * van Melkproducten a
180 pCt. met en a 210 pCt. zonder recht
van voorkeur en die van ? 200,000,?Aand.
der Hollaadsehe M(j. tot het. maken van
werken in Gewapend.Beton regp. i 100 pCt,
en 120 pGt. met en zonder recht van voorkeur.
Wat nu echter de beid» eerstgeraelde
uitgiften betreft* deze vinder* tevens in het
buitenland plaats, zoodot de meerdere of min
dere deelname hier vermoedelijk van weinig
invloed, zal zij a; dit bljjkt ook uit de
inschryvingenopde 4\ pCt Moskou Kieuw Woronesch
obligatie», waarvan slechts 8 pCt. wordt
toegewezen.
Berlijn heeft daarvan- het leeuwen-aandeel
genomen. Wat: h et verloop der markt aangaat,
dient in de eerste plaata opgemerkt, dat de
New-Yorkfiche beurs, ofschoon nog geringe
omzetten! te zien gevend, in eene aanmerkelijk
betere stemming ia gekomen.
Dezerzijds is slechts geringe aandacht aan
die verbetering geschonken, wjjl hier de
beïftB£pt«Uin& voer loealeepeculatieve waard
den in den laatsten tijd overwegend is.
Zoodoend» i»«« oefc niet noemenswaard van
die koers verbetering geprofiteerd, welke voor
namelijk schijnt1 te-z$n gebaseerd op goede
oogstberiehten, eene meer conciliante bonding
van. vervrachters tegenover de- tariefkwestie
der spoorwegen en eenige waarneembare ver
betering in den metaal-handel.
Wjj geven hierachter de noteeringen van
enkele soorten op:
16 en 23 Juni.
Amalgamated Copper . . . 62 Ji 66 K
Amer, Gar. Foundiy.... 55 H 57
Smelting Bef, . . . 76 78
Ftóted; States Sterf . ... 78 80 J£
Atchison Topeka 104 K 106 X
Diaver & Bia 35^ 37K
Brie 27^ 28^5
KansM-City Soutern. ... 32% 33K
Miasouri Kangas Texas-. . . 38;, 38%
Ontario. 43% 45
Boek Island . 39>4 40%
Southera Pacific 120M 123K
South. Rails . . . . . . 25% 26%
irion Pacific 17334 177K
WabMft ............ 19* 20J*
In tegenstelling met deze opgaande
bewwging in. Amerikaansche waarden, hadden in
dB locaie soorten vrij aanmerkelijke-
fluctuatiea plaat».
Van Patroleum-waarden stegen aandöelen
tot bijna 570 pCt. om
succwechter, weer bjjn» op het niveau
xóór acht dagen aan te landen; de
overige soorten maakten vrijwel alle eens
dtagelpe beweging.
Aandeelen Geconsolideerde bereikten 395
p6t. om daarna, tot oircaf 385 pCt. terug te
loepen, Tarakans tot boven 150 pCt. geste*
gen, reageerden- weer tot eire» 143 pCt,;
ook Dordtsche en Moeara Enim volgde- dien
koersloop;
"Van Minwaarden traden de gewone en
gewone pref. aandeelen Paleleh andermaal
op den voorgrond met eene flinke
koersverbetering, die voor de eerste 4 pCt. en de
laatste 15 pCt. beliep.
Niet slechts ataat deze verheffing in verband
met de steeds toenemende extractie en der
halve gunstiger exploitatie-uitkomsten dezer
onderneming, doch meer nog met het feit
dat haar directeur die tegenover de eigene
Maatschappij steeds een ietwat
eigengerechtigde en zonderlinge houding heeft
aangenomei, zal aftreden.
Guyana's werden iets lager afgedaan.
Big' Cultuurwaarden valt slechts eene ver
betering vam 8 pCt. voor aand. Handelsver.
A'dam opteteekenen.
Bubber-aandeelen waren tamelijk
vastgestemd; aandeelen Lankat Bnbber echter
werden, na in langen tijd niet te zijn ver
handeld, c.a. 65 pCt. lager afgedaan.
Tabaks-aandeelen bizonder vaat voor ge
wone en pref. aandeelen Amsterdam?Langkat,
die onderscheidenlijk 18 en 13 pCt. mon
teerden ; de overige soorten varieerden slechts
binnen enge grenzen.
Onder de diverse soorten vermelden wij
nog eene koersverhefflng van 5 pCf. in aand.
General Trading Cy. naar aanleiding van
gunstige berichten over de ontwikkeling van
het bedrijf dezer maatschappij; Int.
Landsyndicaat daalden ft.?op het bericht, dat
slechts ?0.90 dividend zal worden uitgekeerd.
Boyal Solvent Zeepfabrieken werd op n
maal 45 pCt. lager afgedaan en vielen verder
tot 57 X pOt. om daarna tot 64 pCt. te her
stellen l aand. Ned. Ind. Portland Cement
Fabr., na tot 70 pCt. te zijn gedaald, her
wonnen 6 pCt.
Van lieverlede doet zich al scherper de
reactie gevoelen op de boom-periode", die
wij ten opzichte van verschillend* aandeelen
soorten achter den rug hebben en gaat men
daarvan de wrange vruchten plakken.
Eene genoegdoening voor diegenen, welke
hiertegenover steeds sceptisch hebban gestaan,
doch alles behalve aangenaam voor de opti
misten quand me me.
24/6 1910. v. D. M.
* *
*
Het eeuwfeest der Argentijnsche
Republiek.
1.
Ofschoon staatsrechtelijk de afschei
ding van het moederland eerst van 9 Juli
1816 dagteekent, zijn de Argentijnen reeds
in het laatst der vorige maand begonnen
met het 100-jarig bestaan hunner onafhan
kelijke republiek feestelijk te herdenken.
De gebeurtenissen van 1810, die meer het
karakter van-eenplaatselijkerevolutiedtoegen,
waren wél de voorboden van de afschudding
der Spaangche overheersching, maar hadden
aanvankelijk ten doel de overheidspersonen,
door Spanje aangesteld, te vervangen door
vrij gekozen vertegenwoordigers van bek volk,
die echter in naam van Ferdinand VII het
bewind, zouden, blijven voeren.
Hot Spaaneche ge^ag werd gev-estigd in
1535, toen de expeditie onder Pedro de
Mendoza in de wateren van den zilverstroom
aanlandde.
Z DO wel de zucht naar avonturen, als de
onbegrensde begeerigheid, geprikkeld door
de sprookjes van den fabelachtigen goud
rijkdom der Inca's, dael deze troepen ruste
loos en ondanks allerlei ontberingen tot in
het binnenland doordringen. Met hen ging
een generaal, met de waardigheid, van stad
houder bekleed, terwijl door uitzending uit
het moederland de gelederen voortdurend
werden aangevuld.
Allengs werd de Spaansche vlag geplant
tot aan de Cordillera's, die thans de weste
lijke grens der republiek Argentiniëvormen,
tot Juj'uy, La Biocha en Mendoza. De re
geering werd gevestigd al naar mate de
Spaansche troepen in het veroverd gebied
verder voorwaarts drongen.
Bij koninklijk besluit werd het tot
vicekoninkrök verheven Bnenoa Aires, verdeeld
in 8 provinciën, waarvan de feudale beheer
ders voortdurend onderling strijd voerden.
Hun voornaamste doel was door monopolie's
en belastingen, die de Staat tot zich had
getrokken, en door den verkoop van ambten
de bevolking zooveel mogelijk af te persen
en- een- zoo groot mogelijk bedrag: zich zei ven
toe te eigenen.
Van uit het moederland werd het beheer
gevoerd in den geest van het sombere abso
lutisme, van vooruitgang afkeerig, die over
't algemeen het Spaanech koloniaal bestuur
heeft gekenmerkt en waarcan ook de ge
schiedenis van onzen vrijheidsoorlog kan
gewagen.
De kolonie werd zorgvuldig tegen iedere
aanraking van andere natiën en hare
vrijheidlievende neigingen afgesloten, inboor
lingen noch den zonen van gemengd ras
werd eenige invloed op het bestuur toegestaan.
De economische politiek van Spanje was
uitslnitetd er op gericht, om alles wat het
land opbracht naar zich toe te halen voor de
schatkist, hetgeen den handel in de hoogste
mate beperkte en
bemoeielijkte.Slechts n in- en uitvoerhaven werd
opengesteld, niet echter in Argentinië, maar
in Peru, den zetel der hooge regeering van
alle Zuid-Amerifcaansche koloniën, n). Callao.
Van daaruit moeten de bewoners van Ar
gentiniëal hun verbruiksartikelen betrekken
en daarheen moesten zij over land per muil
ezel hunne verkoopwaren- laten transpor
teeren.
Inmiddels echter nam het aantal creolen
en kleurlingen, nakomelingen van blanken,
Indianen en negers, wier liefde tot den ge
boortegrond met de willekeur der vreemde
overheeKchers in botsing, kwam, tot een
steeds meer dreigende macht voor Spanje toe.
In de aanhoudende oorlogen, die zjj tegen
de koloniale vijanden van Spanje hadden te
voeren, werd die massa zich van hare kracht
en meerderheid bewust en wachtte slechts
op de gunstige- gelegenheid,, om zich te be
vrijden van het Spaansche juk.
Die gelegenheid kwam in 1807, toen het
vrijheidsideaal der bevolking tot rijpheid
scheen gekomen. Engeland'a invallen waren
glansrijk afgeslagen, Ferdinand VII had door
het optreden van Napoleon zijn troon verloren.
Dit was het sein voor een algemeenen
opstand in Argentinië.
De troepen, die den Britsehen generaal
Whitlock gedwongen hadden te capituleeren,
keerden zich tbans tegen hut ne eigene meer
deren. Uit de groote steden werden de
Spaansche overheidspersonen verdreven, ten
laatste ook het centraal bestuur, door den
Koning ingesteld, tot heengaan gedwongen
en in plaats daarvan, op 25 Mei 1910 een
regeering van creolen gekozen, die echter
bepaaMelyk in naam van Ferdinand VII het
bewind bleef uitoefenen.
Nu eerst begon feitelijk de vrijheidekamp en
wel te land en te water.
De koninklijke troepen, uit Paruaansche
militie gevormd, vielen vün uit Bolivia in
Argentiniëom de oproerlingen te tuchtigen
en tegeliykertijd trachtten Spaaneche oorlogs
schepen aan de kust den toevoer van wapens
en levensmiddelen aan de kolonie af te snijden.
Het Spaansche eskader werd 16 Mei 1814
door de zoo spoedig mogelijk gebouwde en
gekochte schepen der Argentijnen onder bevel
van Quillermo Brown, een genaturaliseerd
Engehschman, bij Montevideo zoo goed als
vernietigd.
Te land leidde Belgrano de opstandelingen
aanvankelijk voortdurend ter overwinning,
maar bij bat stoutmoedig voortdringen tot
de grens van Peru leed hij op de vlakte van
Vilcapuyo een gevoelige nederlaag op 10
October 1813 en moest met zijn gedemoraliseerd
leger op Jnjuy terugtrekken. Maar de dapper
heid van den vijand had de Spanjaarden zulk
een ontzag ingeboezemd, dat zij het niet
waagden hem op Argentijnsch grondgebied
te vervolgen en toen een jaar later te Buenos
Aires de tijding kwam, dat Ferdinand VII
zy'n troon weer had bestegen, trachtte men,
wederzijds uitgeput en oorlogsmoe, tot een
minnelijk vergelijk te komen.
Een gezantschap, met Belgrano aan het
hoofd, bood den Koning vrede aan op
VOTwaarde dat hij de vrijheid der bevolking en het
zelfbestuur der kolonie zou erkennen. Eerst
toen deze voorwaarden werden geweigerd,
volgde in een zitting van het congres, te
Tucuman bijeengeroepen, op 9 Juli 1816 de feite
lijke onafhankelijkheidsverklaring en de af
kondiging der gron iwet van de Argentijneche
Republiek.
(Slot volgt.) V. D. S.
llinMIIIIIIIItHllllllllllllllllllMlllMIIIIMHlIIIIIIIMIflIIIIIIIIIIIIMIIIflItUKI
HETSJES
filter. *>
We kwamen van heel ver, de oude jager
Hirwinnen en ik. We hadden hem ten einde
gereden, den stralend-kouden pooldag met
?) Een brief van den bekenden Deenschen
Groenlandsvaarder Ktmd Bas^iUiaen aan het
Daensche blad Politikm.
Lajies en Gentlemen... You know...
.. .ik heb kunnen geworden z^jn op mijn reis
de opvolger van President Kiüger van de
Transvaal-Rapubliek.,.
aan mij aangeboden is geweest door de
Hottentottenrepubliek de presidentsharem...
"'s
tn de presidentshamer door de grijns-apen
van centraal-Afrika, indeed.
Had de President geweest kunnen zijn in
Frankrijk...
en in Holland de President van de
mannenliederenkoor Loof den Heer" van Kedichem
en Klaaswaal;
Eén haudteekeaing van mij had gemaakt mij
President van de Republiek Pruisen (Ger
many)...
en men dacht ik worden zou President van
Groot-Brittannia, Ierland, Schotland en de
Koloniën na de begrafenis van Edward...
Maar, Ladies en Gentlemen, ik heb gezegd
tegen Afrika en Europa:
Very sorry indeed, but: America vraiti
her President'....
op den middag zijn ver wannend zonne-gloren
en tegen de schemering zijn vuur-omrande
zonsondergang-wolker. De sneeuw had ge
straald van kleuren en lioht. Nu had de
duisternis zich gelegd o ver de velden en over de
zwijgende bosschen met langs den hemel snel
voorttrekkende, telkens weer verdwijnende
noorderlicht-schijnsels. We waren begonnen
te verlangen naar warmte binnenshuis en
naar menschen en onze oogen deden haast
pijn van het boren door de duisternis of er
ook licht te bespeuren was.
Plotseling vlogen we op in de slee en ons
oude paard wierp de ooren in den nek,
uithinnekend zijn blijdschap ; een eind voor ons
uit brak een lichtstraal door de boomeu en
we roken rook. Dat was het huis van Guolna
en dat la? op tien mijlen afstand van zijn
naasten buur, ten noorden van alle andere
huizen, in een dal, waar Noorwegen en Fin
land samenstroomen in golven van door een
dikke sneeuwlaag afgeronde heuvels endoor
vorst verweerde dennenbosechen.
Gaola stond al buiten in de sneeuw om ons
te verwelkomen. Het paard werd op stal
gebracht en wit berijpt en dampend van de
kou traden we de warme algemeene kamer
binnen. Om den brandenden haard lagen
rondtrekkende Lappen de hitte in te zuigen.
Een oude, smerige afstammeliQg van het
nomaden-ras lag geknield voor het houtvuur
met de knokelige handen uitgestrekt boven
de vlan?. Het vuur prikkelde ons verwarmend
in 't gezicht.
Hier rook het eenvoudig naar oude sagen
en sprookjes en heidensch bijgeloof, hier in
die oud-Eoliede, berookte balkeu-kamer met
zijn groote, primitieve, stookplaats, die zich
tot midden in 't vertrek vooruitschoof met
een breeden rand van lucht en warmte om
zich heen.
En dan al die ruige in vellen gehulde ge
stalten in het flikkerend schijnsel van het
vuur, die doar kou verweerde, zwijgende ge
zichten, tot ernst verstard in vorst en
tegenspoed.
De dikke Spring-Brita, Guolna's vrouw,
kwam aangerend en omhelede ons ter verwel
koming, zooals dat hier de gewoonte is; toen
smeten we onze bovenkleeren uit, terwijl de
driepootige kot fiaketel op het vuur werd gezet.
De koffis is gauw klaar en wordt ge
schonken in witte kommen. Onze lichamen
nemen ze met wellust in zich op en
het gesprek begint op gang te komen.
Guolna u<elt voor om naar de badkamer
te gaan, waar juist het vuur is aangemaakt
dan kunnen we daarna meer eten en
'c is goed tegen de jeuk," voegt hij er
lachend bij.
In de algemetne kamer trekken we onze
kle«ren uit en gaan nu, d. w. z. Guolna, een
oude saeeuwhoender-jager, Kuhmunen, en
ik, door de sneeuw en de kou van 30 gr.
Celsius. Er woei een zwakke noorder, bries
en de ijskoude wind legde zich als een ijzeren
pantsea om onze ontbloote lichamen.
De badkamer lag een paar honderd el
van het huis zelf af, het was een klein
schuurije van ongeschaafde planken, voorzien
van een gemetselde steenen kachel. Er
brandde een geweldig vuur in, en als we
sneeuw of koud water op de sleenen gooiden,
sloegen er wolken van warmen damp op,
dia ons den adem benamen.
Langs de muren waren planken getimmerd
waarop we konden liggen, steunend, terwijl
de sneeuw langs onze dampende lichamen
neerstroomde. 't Was er een hitte van 50 gr.
Plotseling springt Gaolna op, rukt de deur
wijd open en werpt zich in de snetuiv. Ik lag
te doezelen in mijn zweetbad en had het
gevoel aliof iemand over een afgrond sprong.
Wat bezielde Gaolna? Nn kon ikniitsmeer
zien. Een vlaag van kou sloeg naar binnen
en vulde de kamer, ik kon haast geen.adem
meer halen. Toen sprong ik ook op en liep
naar buiten.
En kjjk: In de sneeuw lag Guolna rond
zwemmend met geweldige bewegingen als
van een walvisch die de golven klieit.
Ho-ho-hol" schreeuwde bij tegen me.
Kom, jij ook l ju ook l"
Een half uur hadden we daarbienen op
onze planken gelegen in die kokende hitte,
die onze spieren verslapte, nu stonden we
naakt in een kou van 30°, midden in den
wind die langs onze warme lenden streek,
ze heel even, zachtjes afkoelend.
Nooit in mijn leven heb ik zoo'n gevoel
van welbehagen in mijn spieren genoten, als
op dat oogenblik, toen ik in een dartele
opwelling, blootsvoets, spiernaakt over de
harde ijsvelden rende. Guolca lachte en
rende me na en als een paar Grieksche
wedloopers doorsneden we met onze lichamen
de kon en de duisternif. De sneeuw onder
onze voeten voelde volstrekt niet hard aan
en we renden in het Noorderhcht als een
paar geesten, wier voeten de aarde niet
raakten. We sprongen hoog in de lucht en met
uitgestrekte armen doorploegden we, naast
elkaar, met onze lichamen een geweldige, pas
opgewaaide snee u w wal. Lachend zwommen
we uit de zachte sneeuw en eer we nog geheel
afgekoeld waren, stonden we weer in de bad
kamer, waar de oude Kahmunen den stoom en
het vuur onderhield.
Nog een oogenblik gingen we liggen op onze
planken, wreven ons met sneeuw het zweet
van de leden en het bad was afaeloopen.
Zoo wascht men zich 's winters in Finland
en oo'n bad is een feestelyke gebeurtenis.
In de hut liepen we nu rond zonder kleeren,
zonder dat de vrou w of een paar j orige m«iej es,
die op haar doorreis daar uitrustten, er aanstoot
aan namen. Er was niets dan die eene kamer
en de Finnen kleeden zich nooit dadelijk weer
aan na een bad.
We kregen weer kofüa en de warme stroom,
die nu door ooze darmen gleed, maakte ons
spraakzaam.
Nu kwam ook het gekookte rendiercleasch
op tafel. O, wat kan na een lange, ingespannen
dagreis iemands levenslust toch opvlammen
onder den maalty d, als een vuur dat goed onder
honden wordt. Ia zulke oogenblikken doen
iemands gedachten zulke groote sprongen en
zelf» de weinig epraakzamen openen den
mond tot praten.
Het zyn de zielen die ontdooien; het is
de wil die nieuwe veerkracht krygt; het zij»
nieuwe besluiten die rijp worden en de
toekomit zelf schiet door onze hersenen, de
spanning van de nieuwe avonturen die we zien
opdoemen en van de onberekenbaarheid van
het wisselend lot.
En in zulke oogenbiikken is het, dat men
zijn rekening met zichzelf opmaakt en zijn
krachten weegt in hevig verlangen naar daden.
De haard is half uitgebrand en we zitten
in 't half duister. Men heeft een brandende
dennetak gestoken » een hoek van de 11
ookplaats en die onrustige vlam laait na en dan
op en warpt haar flikkerend ccbij&sel over
harde, onbewegelijke gezichten, die er uitzien
als waren ze in eikenhout uitgesneden.
Daarginds in een hoak, zet een oude Lap
een lange, slepende pialm-melodie in; hij is
kindeen en denkt, dat het aJtijd zomer is.
Ze hebben een soort vaa hokje voor hem
getimmerd bij het vuur, daar eet hij, daar
slaapt hij, daar gaan al zijn dagen voorbij.
En als het vuur opvlamt en zijn rimpelig
gezicht verwarmt, gelooft hij dat 'ede zou
is die zoo gloeit. En dan kan 't gebeuren,
dat hij half overeind gaat zitten in zijn hok
en roept, dat hij frissche bloemen wil hebben.
(Vert. A. VEBBCHOOE.)
dit te o&tó doos.
Medische Curiositeit.
Uit een zeventiende- ee u wsche reisbeschrij
ving neem ik hier over, hetgeen handelt
over de artsen in China. Deze regelen geven
niet alleen een vermakelijk beeld \au de
mediiche praktijk daar te Jande, maar doen
ons tevens zier, hoe onze voorouders vrosger
bedokterd werden.
Wat de artzenye belanït, die is by de
Sineaen ia hooger top, als men zou mogen
begeren, ter oprzake van de gtoote meenigte
der boeken, die zy van de aaioude schrijver»
hebben: want wat de onze belangt, tot noch
toe zijn die in Sina niet gekomen.
De Sinefen hebben geen gebruik van
aederlatinge, koppen, zyropeu, dranken, pillen,
noch veel min van gen&es-middelen door
kracht des vnurs: maer -werken alleenlijk
door enkele geneeE-middtlen, en ordonneren
niet dan bladen, wortelen, vruchten en
zaeden: en ook al droo?.
Ten dien einde zijn 'er merkten, daer niet
verkocht worden dan geuees-middelen, en
winkels, alleen gestelleen met enkele genees
middelen, daer men zich na behoefte van
voorzien kan.
Derhalve een arts, die zijnen kranken be
zoekt, doen hem ter zelfter uure zijne artsenye
innemen, zonder eenig recept voor
teschryven, of glas of kroeg te gebruiken. Bij dien
voorval neemt d'arts met zich een
aptekersjongen, beladen met een. gehele winkel: te
weten, met een kasee van vijf laden: waarvan
ieder verdeilt is in veertig vierkante vakjes,
gesttfleert met toebereide genees-middelen.
Zy weten wonderlijk de pols t'onderschei
den, en daer aen alle toevallen der ziekte te
kennen: ook de verheffing, en vermindering
der pijne. Zoodra zij de pols gevoelt hebben,
geven zij artsenye ie. Zoo het voor den
Keizer of Prins is, zij maken vier
zamenmengingen, alle in hoedanigheid en meenigte
gelijk: twee om den kranken in te geven,
en de twee andere om die te bewaren totdat
hij gezant is. Zoo het voor andere personen
zijn, zij mak en slechts twee zamen-mengingen:
een voor des uohtens en een voor des avonts.
Zij vragen ook noit den kranken: of hem
bet hooft of eenig ander deel des lichaems
zeer doet: maer na eenen t\jt lang de
bewecgenis der polse aengemerkt te hebben,
ontdekken zy aenslonts het beledigde deel.
B'artzen verbieden noit, water, aen den
kranke, hoewel het gakoofet moet zijn,
maer wel eeten: zulx zij e enen kranke, echoon
hongerig, geea eeten gevtn dan zeer weinig,
gelyk zij ook, wanneer er geen lust tot eeten
is, den. kranken daartoe niet perssen: ter
ooizake, gelijk zij voorgeven, wanneer het
lichaam ontstelt is, de maeg zijn a aap t en
niet kan doen; en alzoo de verdouwing, die
in dien ataet geschiet, altjjdts schadelijk «n
strijdig tegen de gezondheid is.
Noit komt een arts voor de tweede mael
weerom, zonder weer geroepen te zijn: door
welk middel de kranken de vrij heit hebben
van eenen anderen arts te nemen, wanneer
d'artzenijen na bun welgevallen niet komen
te werken.
De Sinese artzen overtreffen d'onzen vol
komen in het stuk van d'oefening of
uitwerkingb. Wel twist-redenen betrachten
d'onzen veel meer das zy lUden: maer zij
genezen weer lichten en beter de zieken.
Zij hebben zeer aeloude boeken van de
natuur der kruiden, stenen en bomen in een
licbaem gebragbt, en met afbeeldingen, na
de wijze van Dicskorides, verciert; daaren
boven vervatten hunne oude en nieuwe boe
ken de tekenen, uitwerkingen, oorzaken en
andere eigenschappen der ziekten.
Merendeels maeken zij de geneer-middelen
van enkele en gekookte. Branden en wrij
vingen zijn bij ben in gebiuik; maer gene
aederlatingen, die zij voor den grootsten
misslag houden; maar brengen liever met
vast een andre verkoelende middelen het
bloed tot een behoorlijke temper: want niet,
zegden zij, om dat het zop in de pot zied,
moet men het uitgieten, maer zoo men het
wil dwingen, het vuur onder weg nemen.
Zulke trefielijke geboden van de polsen
berusten by hen, dat zij door de kennis
derzelve bij wqle ook verborgen zweeren
ontdekken.
Zij bemerken in iedere hant zes bewe
gingen dar polsen aen; te weten: drie
opperpolsen en zoo veel van geringer orde, die
alle tot vergcheide deelen des lichaems
gehooren.
D'eerste brengen zij tot het herte, de
tweede tot de lever, de derde tot de maege;
en zoo vervolgens d'andere tot andere deelen
des lighaems.
Wanneer zij den kranke bezoeken, zijn
zij een halve uure in 't onderzoeken der
polse bezich, welke met de grootste stilte
der omstanders, maar niet zonder moeilijk
heden van den kranke toegaat.
Aenstonds, waaruit d'ongetempertheid
ontstaet, en in wat deel des lighaems het zij,
weten zij lichtelijk aen te wijzen en 't oor
delen.
C.