De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 3 juli pagina 7

3 juli 1910 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

Fo. 1723 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR .NEDERLAND. «mder «en menschenslachting aan te richten. K De inrichting is overigens van de andere Zeppelins niet verschillend. Twee gon dels (een vóór en een achter de passagekajuit) voeren de motoren en de equipage. De voorste n motor van 130 paardékracht, waarmee een tweebladige schroef byna duizendmaal in de minuut wordt rondgedreven. De achter-gondel twee motoren, die vierbladige schroeven met de helft van deze snelheid kunnen doen draaien, beide eveneens van 130 P.K. In de voorste bevinden ziek de ingenieur en twee staurIni met enkele monteurs, in de achterste alleen monteurs, een equipage van acht of negen koppen. r Nog eenige cyfers: een luohtschip als deze«'?Dentschland" was, en, hopen wü, binnenkort een andere, in zyn plaats, zanJl «al, mag, beter dan kathedralen (en daarvoor vergeet de goede Baedeker net nimmer 1) met cyfers gemeten wor den: zoo'n b«lloa is een cyfer- en voInmen-poëenf. Welnu, ze weegt, zonder gasinhoud, schoon aan den haak, het ronde getal van 16000 kilogram. Zyn haar cellen t «vnld, dan draagt zy aan haar flanken tot < ftn gewicht van 5000 kilogram toe, waar1 «n ktüds 12 a 1500 kilo benzine en olie. : Mfeécijfers zyn alle benaderend genomen want geluk men weet verandert het gewicht van een Voorwerp, naarmate het hoeger van de «Arde verwijderd is (een ballon als.de .Dentsohland" vermindert by elke 80 meter «ttfging 20Q kilogram), en iedere tempera tuurswisseling heeft mede invloed. Het spoedig echec van het eerste passagiers-lnchtschip mag geen reden zyn, zoolk würeeds zeiden, het historisch oogenblik van de eerste exploitatie eener bestuurbare luchtballon stilzwijgend voorbij tégaan. Nog was het maar tot nu toe spel en «port en wetenschap. Wat er thans hoe droef eindigend ook, geschied is, beteekent een nieuw merk op de geschiedenis van het verkeer. De nog alleen door de vogelen bewoonde luohtruimten zullen met groote «n kleine schepselen van mensehen-maaksel vervuld raken, en de eerste Luftsohifflinie" moet de moeder zijn van weldra den aardbol op nieuwe hoogte omspan nende draden. VAN DEN EECKHOITT. Borromeus en de Borromeusencycliek. De gissingen wie op last van Z. H. den Paus de samensteller of samenstellers waren der zoozeer bekend geworden Encycliek, doet eigenlijk weinig ter zake. Of de Staats«ékretaris Merry del Val of de Spaansehe kardinaal Vivesy Tuto of de aartsbisschop van Milaan,kardinaal Ferrari de hoofdleiding had bühet samenstellen van dezen zend brief dat alles kan buiten bespreking blyven. We hebben hier te doen met een aeer solemneel pauselijk rondschrijven, waarvoor paus Pius X de volle verantwoordelükheid heeft op zich genomen in zy'ne hoedanigheid als hoofd der kath. Kerk. Deze encycliek, eene volksuitgave der vroegere encycliek tegen de Modernisten was bestemd yoortgedragen te worden in zeer wyden kring. Het ultramontaansche Dagblad van Noord-JBrabant" (nummer van 4 Juni 1910), zegt van den aard van dezen zendbrief. Vooral, daar deze encycliek bestemd is «m gelezen te worden in breede kringen, wat niet gezegd kon worden van den diepgaanden zendbrief tegen het modernisme. Die heeft er moeten zyn, wie zal het ont kennen. De dwaling van het modernisme moest blootgelegd en daartoe was noodig een «choolsche uiteenzetting van de dwaalleer zelve. Echter hebben niet allen deze uiteenzet ting kunnen volgen. Toch wenscht de Paus, dat heel het katho lieke volk in verzet komt tegen het dry ven der valsche hervormers die de zuivere leer van Christus trachten te vertroebelen, en in de aderen der Kerk smetstof pogen te enten. Daarom heeft de H. Vader van zyn vroe gere encycliek tegen het modernisme een laten wüzeggen volksuitgave willen geven." Vandaar j»ok dat het oordeel over de Hervormers der 16e eeuw: vyanden van ui i ninnnn liin minimin i EUNSWAPPEÜJKE god hun kennis te Christus' kruis... lieden, wier buik is, vanzelf bestemd was ter komen aan al wat denkt en leest. Het oor spronkelijk wegmoffelen van deze yassage uit de encycliek door de Tijd" was dan ook onbegonnen werk. De encycliek toch was bestemd in breede kringen te worden gelezen." De correspondent van het Berl. Tagebl." had te Rome een gesprek met een ouden kardinaal, die onder paus Leo XIII meer malen een gewichtige rol had gespeeld. Deze kardinaal vroeg aan den correspondent: Zou Paus Lep ooit zooveel bereikt hebben, wanneer hu niet zulk een groote tegemoet koming jegens de Duitsohe regeering had betoond?" Deze oude prelaat moet er in bedoeld gesprek op gewezen hebben, dat de Paus en het Vatikaansche Staatssekretariaat niet meer als destijds Leo XIII deed, de tot oordeel bevoegde mannen om raad vragen en te Home heeft men gebrek aan diplomaten, zeide de ondervraagde. Het is algemeen bekend dat onder Pius X de Leo XlII-koers is losgelaten, de be rekenende politiek is op den achtergrond geschoven en dat reeds m 1903 büde ver kiezing van den kardinaal van Tenetiëtot* Paus er eene gedrukte stemming heerschte onder de pauselijke diplomaten. Kardinaal Rampolla trok zich terug en nu lezen we van kardinaal Gasparri dat hu wordt bezigE* iuden met de codificatie van het kerkerecht. Pius X houdt zich meer uit end bezie met de aangelegenheden zijner kerk, hare inwendige organisatie, terwijl Leo XIII invloed wilde uitoefenen op den gang van het wereld- gebeuren. On der een paus als Pius X moet dus meer uitkomen de diepe klove die er bestaat tusschen de R. K. kerk aan de eene en de kerken der Hervorming aan de andere zijde" waarvan de Noord-Brabantsche en Limburgsche Predikanten- Vereeniging spreekt in haar adres aan de Synode der Ned. Herv. kerk. De Hervorming besprekend, zou men dan ook Leo XIII kunnen noemen hoffe lijker in den toon, ofschoon den Protestan ten harde dingen worden gezegd, o. a. in de Encycliek aan de vorsten en volkeren der wereld, van den 20en Juni 1894, be vattende eene aansporing tot eenheid in het gelooven, en waar den Protestanten wordt verweten dat z\j de schuld dragen van het niet verder doordringen der be schaving onder niet-christen volken, waar Leo XIII zegt: . . . .waar er over de verscheidene stre ken der wereld nog zooveel ongelukkig bijgeloof bestaat, is zulks voor een .niet gering deel te wijten aan over den gods dienst ontstane geschillen. Want voor zoover de sterfelijke rede kon oordeelen uit het gebeurde, scheen dit de zending door God aan Europa gegeven: voortdurend aan de beschaving der christenvolken over alle werelddeelen verspreiden. Toen de aanvang en het voortgaan van een zoo groot werk, vrucht van het streven der voorafgaande tijden tot blijde winste voortschreed, toen brak eensklaps de Iweedrach t uit in de 16e eeuw. Toen de Christenheid verscheurd werd door strijd en redetwisten, toen de krachten van Europa werden uitgeput door twisten en oorlogen. ondervonden de heilige uitzendingen net noodlottige geweld dier tijden. Door het voortbestaan _dezer oorzaken van tweedracht, is het niet te verwonderen dat een zoo groot deel der stervelingen wordt vastgehouden door onmens«helijke zeden en dwaze godsdienstige gebruiken". . . en in dezelfde Encycliek waar allen over een kam worden geschoren en van hen gezegd wordt, dat ze geen enkele gezagvolle en zekere geloof sfor male meer bezitten. Met niet minder liefde zien wij naar die volkeren, die in de latere tijden door onfewone gebeurtenissen van de roomsche erk zijn afgescheiden. Yele feiten uit het verleden vergetend, richtten zij hunne ge dachten boven het menschelyke en ver langend naar de waarheid en het eeuwige heil meenen zij bij hen aanwezig de kerk ingesteld door Christus. Willen zy daarmede hunne vereenigingen vergelijken, en hun godsdienstzin is te waardeeren toch zullen ze moeten toegeven dat zy in zeer vele en gewichtige zaken, het oorspronkelijke ver geten, tot nieuwigheden door verscheiden heid van dwaling zijn gekomen en zij zullen niet ontkennen dat uit het erfdeel der waarheid dat de stichters der nieuwigheden bij hun afscheiding meevoeren, byna geen Welken afkeer wüook hebben vanpetroleumgeur, zoo zelfs dat liefde en petroleum niet standvastig naast elkaar het kunnen uit houden, toch is de menscbheid nog in veel opzichten afhankelijk van deze natuurlijke brandstof; al is het electrisch licht gemak kelijker ta hanteeren, en al liggen de gasbuizen gereed in alle kamers, toch blijf t het petroleumlicht de zachtste, gezelligste licht bron; maar ook op technisch gebied speelt de petroleum een groote rol. Hebben de Engelsche bladen niet zichzelf en de wereld trachten wys te maken, dat de Engelsche oorlogsvloot de steenkool, die tg d rooft bij het innemen, en die dan nog den vyand waarschuwt door de dichte rookpluimen die uit de pup opwoeien, zon vervangen door petroleum, die in zeer korten tyd in te pom pen is en die veel minder rook verspreidt. Al hebben de Engelichen erbjj vergeten dat Engeland dan eerst eens petrolenmbronnen in het eiland zelf moet hebben, evenals nu de steenkoolmijnen, om by oorlog geheel zelfstandig te kunnen zijn, toch is het niet te ontkennen dat andere landen die in dit opzicht gelukkiger zijn, zooals Amerika, een met petroleum-gestookte oorlogsvloot niet beelemaal zouden verwerpen. Juist over dezen petrolenmrykdom van Amerika wilde ik het hebben. Maar eerst een kort woord over petrolenm bronnen in het algemeen. Zonder een be paalde theorie te willen bevoordeelen, die handelt over de vorming van petroleum, de geheimzinnige reden waarom die brand bare vloeistof zich in de aarde gevormd heeft, is wel aan te geven dat de petroleum dikwijls voorkomt in combinatie met zee water of liever in 't algemeen gezegd: met peke). De eerste figuur geeft aan hoe de 8chematisch»toestand van een petroleumbron is. In een bepaald soort aardlagen vindt men groote ondergrondsche ruimten gevuld met pekel, petroleum en brandbare gassen. Het het oog op het soortelijk gewicht, en pp de feiten dat men gemakkelijker zwemt in zeewater dan in zoetwater en dat petro leum op zoetwater reeds drijft, is het voor iedereen wel duidelijk dat onderin de holte het zware zoete water ligt, dat hierboven een laag van de lichtere petroleum drijft en dat ten slotte bovenin de holte de gasten zich verzameld hebben. Meestal bevinden deze gassen zich onder een zeer groote span ning, dat wil zeggen: zij hebben een groote neiging om zich een flinker ruimte te ver schaffen. Heeft een expert op grond van onmisken bare geologische teekens de aanwezigheid van oliehoudende aardlagen bemerkt, dan worden op bepaalde plaatsen, die de meeste kans op succes opleveren, boortorens opgericht. Met eenig geduld wordt buis op buis geschroefd totdat plotseling het reservoir bereikt is. Er Fig. 1. SCHEMA VAN KEN PBTEOLEUMBRON MET DEIB BOORBBIZEN. enkele zekere en gezagvolle geloofsfomule meer bühen aanwezig is." Dat ook Leo XIII aan minder sterke tegenstanders wel eens de kwalifikatie van kwaden trouw durfde geven bewust zijne encycliek van 28 December 1878 over de sekte der Socialisten, Communisten en Nihilisten (zonderlinge combinatie voor zeker!) en T^aar het neet: Dit dnrvenvan volstrekt niet te vertrouwen menschen, waardoor de burgerlijke samenleving met voortdurend grooter wordend onheil is be dreigd en waardoor het gemoed van allen met angstige zorg is vervuld vindt zyu oorzaak en oorsprong in die vergiftigde leerstellingen, die in de laatste tijden als zaden des verderfs ender de volkeren ver spreid op hun tijd zulke pestdragende vruchten voortbrachten. Gij weet immers, eerbiedwaardige broeders, dat de meest verbitterde strijd in de 16e eeuw door de Hervormers tegen het katholiek geloof in gezet en die tot op onze dagen voortdurend in kracht won daarheen gericht is, dat met ter-zijde-stelling van alle openbaring en van alle bovennatuurlijke orde alleen plaats wordt gelaten voor de uitvindsels of liever krankzinnigheden (deliramentis) der rede." Waar Pius X zich in hoofdzaak bezig houdt met eigen verdere organisatie zijner kerk moeit van zelf zijne aandacht in 't bijzonder vallen op den 16en eeuwschen Carolus Borrpmaeus, die optrad als her vormer, vernieuwer binnen het raam der Roomsche kerk, nadat de groote stoot ter zoo noodzakelijk geworden hervorming of vernieuwing van buiten was gegeven door eigenlijke hervormers. Het Romeinsoh Bre vier, waaruit de priesters dagelijks hunne getijden bidden, geeft op 4 November eene beknopte levenschets van Borromaens, welke vertaald aldus luidt: HoezeerCarolus, te Milaan uit het adellijke geslacht der Borromaei geboren, zou uit munten door heiligheid, voorspelde een goddelijk licht, dat 's nachts schitterde boven de legerstede zijner moeder, die baarde. Als knaap büden geestelijken stand inge schreven en begiftigd met de opbrengsten eener abdij vermaande hij zy'nen vader de renten niet aan te wenden voor eigen gezin en toen hij zelf het beheer kon voeren, gaf hij alles wat overschoot aan de armen. Als jongeling legde hij zich toe op de vrije kunsten te Pavia. Zoozeer beoefende hy'de kuischheid, dat bij meermalen schaamtelooze vrouwen tot hem gezonden om zijne zedigheid aan het wankelen te brengen, met onverwinlijke standvastigheid van zich verdreef. Op 23 jarigen leeftijd door zyn oom Pius de vierde opgenomen in het heilige college der Kardinalen blonk hu uit door godsvrucht en de beoefening aller deugden. Weldra door denzelfden Paus tot aartsbisschop benoemd van Milaan, legde hij er zich vooral op toe de hem toever trouwde kerk van Milaan in te richten naar de voorschriften van het heilige Trentsche concilie, dat vooral tengevolge zijner werk zaamheid was ten einde gebracht. Om de verdorven zeden van zijn volk te ver beteren hield hij meerdere synoden 1) en toonde zichzelf een voorbeeld van deugd. Voor het verdrijven der ketters, waarvan hij er ook zeer" velen tot het Christendom bekeerde, uit Rhetiëen Helvetië, gaf liy' zich zeer Veel moeite. De naastenliefde van dezen man blonk bijzonder uit, toen hij na verkoop van het Uritaansche vorstendom de geheele op brengst, zijnde veertigduizend goudstukken in een dag uitdeelde onder de armen. Door dezelfde naastenliefde bezield, schonk hij 20.000 goudstukken, hem gelegateerd aan de armen. Yan de kerkelijke inkomsten hem door zy'n oom Pius IY in overvloed toegewezen, deed hij afstand, een gering gedeelte voor zich behoudend en voor de nooden der behoeftigen. Toen de pest te Milaan woedde, verkocht hij zyn huisraad, zelfs zijn bed, om de armen voedsel te be zorgen en hij zelf sliep op eene plank. IJverig bezocht hij de pestlijders, troostte hen met een vaderlijk woord en diende hun zelf toe de Sakramenten der Kerk. Door nederige smeekgebeden wilde hij God verzoenen met zijn volk schreef daarom openbare gebeden uit en ging in de processie, een koord om den hals gebonden, een kruis torschende, blootsvoets, de voeten met scherpe voorwerpen wondend. Hij zelf bood zich aan als een offer voor de zonden zijns volks en trachtte zoo de verontwaardiging Gods IIIIMnMIIIIKlIMIIIIItlMIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIhlIIIIIIIIIMIIHt kunnen dan verschillende dingen gebeuren, die te begrijpen zijn bij het beschouwen van fig. 1. Heeft men bij A. geboord, dan bereikt de buis het gas en dit zal dadelijk door de boorbuis naar buiten sissen ; maar petroleum komt er niet. Wel echter is dit gas een aan duiding dat er petroleum onder zit. Boort men bij B dan zal de buis de petroleum zelf bereiken en zoodra de petroleum aangeboord is, zal deze vloeistof door de zich uitzet tende gassen in de boorbuis naar boven worden gedreven en als een fontein uit het boorgat opspuiten met afnemende krachten, naarmate de gassen zich meer uitgezet heb ben. Ten flotte komt de petroleum niet van zelf naar omhoog, maar moet gepompt worden. Eindelijk is er ook de mogelijkheid dat het reservoir, door het boren bij C. geraakt wordt in het zoute-water-gedeelte. In dit geval zullen de gassen e venzoo verken als bij het «eval B, maar in plaats van petroleum komt zoutwater omhoog als voorspeller van de petroleum die volgen zal, zoodra zooveel pekel uitgestroomd is dat de petroleum, al zakkende, de boorbuis bereikt heeft. Een prachtig voorbeeld van een spuitende petroleumbron geeft de tweede afbeelding, de zoogenaamde Lakeview-gusher in Californië, de voordeeligete petrolenmbron van de wereld". Begin Maart van dit jaar was een boring aan den gang, die reeds op vele honderden meters diep gekomen was, zonder iets op te leveren. Bij een diepte van bijna 800 Meter gaf de directie de zaak op en gaf bevel de boring te staken; gelukkig hadden zij een eigenwyzen opzichter die het bevel vergat, en die nog een lö-tal meters verder boorde. Toen bereikte de boor de oliehoudende lagen, een geweldige gasdruk werd daar onder vonden, die stukken steen door de boorbuis omhoog slingerde, en kort daarop spoot de petrolenmfontein omhoog, den top van den boortoren meenemende. De eerste veertien dagen was reeds een hoeveelheid van 2,000,000 vaten petroleum omhoog gekomen en er werd nog geen vermindering in kracht gezien van den petroleumvulkaan. De stroom steeg eerst wel 100 M. hoog maar na eenigen trjd steeg af te weren. Voor de vryheid der Kerk was hu een allervurigst strijder. Daar hu de kerkelijke tucht wilde herstellen, werd hu onder het gebed door oproerigen met den vurigen kogel van een oorlogstuig ge troffen, doch door de goddelijke kracht bleef -hy ongedeerd. Carolus was een man van bewonderingswaardige onthouding. HU vastte zeer veel op water en brood, soms op enkel wat groenten. Hy kastijdde zijn lichaam door nacht waken, een bard boete kleed en voortdurende kastijdingen. Hij beoefende in hooge mate de nederigheid en de zachtmoedigheid. Al was hij met bezigheden overstelpt, liet hy' toch nooit na het gebed en de verkondiging van Gods woord. Hij deed bouwen vele ker ken, kloosters en geestelijke scholen. Yeel schreef hy, vooral zeer nuttige zaken tot voorlichting der Bischoppen; ook door zijne zorgen zag de catechismus der pas toors het licht. Eindelijk trok hy' zich terug in de eenzaamheid van het Yoralgebergte, waar de geheimen van des Heeren lyden in beeldhouwwerk waren voorgesteld. Daar vertoefde hij eenige dagen en leidde er een door vrijwillige zelfkastijding hard, door de overweging van Christus' smarten. zoet leven totdat de koorts hem overviel Te Milaan teruggekeerd verergerde de ziekte. HU deed boete in zak en asch en de oogen gevestigd op het beeld van den Gekruisde ging hij over naar den hemel in zyn 47e levensjaar, het jaar des Heeren 1584 den derden der nonen van November (4 Nov.) Door mirakelen beroemd, plaatste Paulns de Yijfde hem onder het getal der heiligen". Een ieder zal moeten toegeven dat die man, de Milaaneesche bisschop van 1561 1584, daargelaten de bijgeloovigheden van zy'nen tijd en zyn fanatisme tegen de z.g. ketters, wel eene eerbiedwaardige figuur was, vol zelfopoffering voor zijne taak. Fanatisme is een gevolg van streng door gevoerd dogmatisme dat zich bar zal uit spreken wanneer het niet wordt getemperd door politieke overwegingen, zooals bij Leo XIII. Borromaeus verdreef de ketters, Pius noemt ze lieden wier god hun buik is. Dat is de daad en de taal des harten van den fanatikus. Deze echt ultramontaansche geest wordt ons ook weergegeven in de huidige bespre kingen en polemieken door b. v. de Univers het groote fransche kath. dagblad. Het prpstantisme en het modernisme zoo schryft de Univers" bieden, hoe ver schillend men zich ook in de eeuwen tegen over den godsdienst plaatse, de treffendste vergelijking. Onder den schijn te herbouwen, streven beide naar vermeien. Alleen is het moder nisme daarbij nog radicaler en huichelachtiger, maar van dezelfde grondbeginselen doordrongen. E renais het vrije onderzoek er aanspraak op maakt, den Bijbel naar zyn welgevallen uit te leggen, willen ook onze koene vernieuwers van den tegenwoordigen tyd zoowel de H. schrift als de grondstellingen en begrippen van het katho lieke geloof naar hun believen behandelen. Hun leiders worden verdacht van dezelfde dwalingen in hun uitlatingen en denken als de predikers van het zuivere evangelie. Zij zijn valsche apostelen, heiligen zonder geweten en bevorderaars van de ergste, door trots ontketende hartstochten. Pius licht deze nauwe verwantschap van alle slechte herders duidelijk toe. En de in de protestantsche kringen door zijn woord gewekte echo bevestigt dit opnieuw en onwillekeurig". en het Nederl. kath. hoofdorgaan de Tijd" in zy'ne poleniek met de Nederlander .Overigens ziet men de valschheid van het beginsel in de consequenties van het pro testantisme, dat in zijn veelvoud van vormen, de willekeur van zijn vry onderzoeken, de veranderlijkheid zijner leer toch niet de .waarheid kan zijn. Wie deze consequenües doorwerkend tot in de geestelijke anarchie van onzen tijd, met eenige studie beschouwt, zal dan ook tot de conclusie komen, dat niet door, maar ondanks de Hervorming en haar vernielende hartstocht de Roomsche Kerk zich met haar eenheid in leer en leven heeft kunnen handhaven." De klove is diep tusschen Katholicisme en Protestantisme en deze klove zal blijven be staan, wil het Katholicisme zich zelf blijven. Breda, 21 Juni 1910. Dr. J. A. H. VAX DEN BRINK. 1) Zes provinciale en elf diocesane synoden. Eei nationaal part in Hieiw-ftöaiii. Het grootste en belangrijkste der NieuwZeelandsche parken, het Tongarlro National Park, gelegen op het noordelijkste der beide Nieuw-Zeelandsche eilanden, heeft zijn ont staan te danken aan een parlementsbeslnit van 1894 en is na kort geleden weer belangrijk uitgebreid, na een grondig natuurwetenschap pelijk onderzoek van den uitstekenden bota nicus L. Cockayne, (waarvan het verslag on langs op staatskosten is uitgegeven). Het ia misschien het best te vergelijken met het ,Amerikaansche Yellowstone-park, al heeft het niet die enorme uitgestrektheid, maar het doel is hetzelfde: het is bestemd te ZJJD een toevluchtsoord voor Nieuw-Zeelands grootsch natuurschoon en hoogst eigenaardig oor spronkelijk dieren- en plantenleven, dat door de moderne beschaving steeds meer verdron gen wordt en zonder ingry pende maatregelen binnen af zien baren tijd uitgestorven zou zyn. Wie met den trein Tongariro passeert, ont dekt zonder moeite waar het park ligt. Want hoog boven de bossen*» verheffen «ich de geweldige, deels met sneeuw bedekte, deels nog ropkende vulkanen en zwarte lava-vel den wijzen de plaats aan van vroegere uit barstingen. Aan den voet en op de hellingen der bergen leven nu nog een groot aantal van de dieren en planten, die Nieuw-Zee land bij de natnurvorschers zoo beroemd hebben gemaakt, maar overal elders ver drongen ijjn. De vulkanen zelf zijn wel de grootste aantrekkingskracht van het park, met hun heete bronnen, zwaveldampen en versterkende minerale wateren. De 2?3*00 meter hooge kraters liggen in een dichte rij, de hoogste top, Ruapehn, draagt een kroon van eeuwige sneeuw om den ouden krater, waarin kleine gletschers nitloopen, een cirkelrond meertje omrandend, waarvan het kokend heete water de kleine, uit het gietschery's ontstane ijsbergjes onmiddellijk doet smelten. Het ly'n de eenige gletschers van het noordelijke eiland. Euapehn blaast geen rookwolken meer nit, maar wel een paar andere kraters, Tongariro en Nganrnhoe, waaruit een voortdurend gesis opstijgt als uit een open stoomklep, en wier vroegere lavaof slykstroomen schitterden in bonte kleuren. Aan die vulkaan-reuzen zyn onde Maorisagen verbonden. Het gansche terrein was vroeger een heiligdom, was taboe en wee den blanke die, de wachters der maori's trotseerend, waagde binnen te dringen in het gebied der wrekende goden. Maar nu gaat de spoorweg rakelings langs den voet der rotsen en de toerist wandelt rustig door de bosschen met zyn kaart in de zak en zjjn camera bereid. Het is een leerrijke wandeling door een reeks van oerwoud-types, waar de eene boomsoort de andere afwisselt, allen opgroeiend uit hun natuurlijke omgeving van struiken en nog lager gewas; hier kan men werkelyk zien, hoe de Nieuw-Zeelandsche natuur was eer de beschaving er vasten voet kreeg. Eigenaardige benken van een familie die alleen nog hier en in Zuid Amerika voor komt, vreemde boom varens en hoogstammige lelies. In het park vindt men 260 soorten van phanegoramen en varens en daarvan komen 72 pCt. alleen in Nieuw-Zeeland voor. Dan komt men eind?lyk over de grens van het bosch en begint de eigenlijke bergflora de eerste plaats in te nemen; velden van de heeriykste alpenbloejnen schitterend tegen een achtergrond van vulkaankraters en glin sterende sneeuw. Op den lava-stroom kan bestudeer en, hoe het plantaardig leven lang zaam aan nieuw terrein in bezit neemt, te beginnen met de eerste mossen en varens, wier verbazend makkelijk zich verspreidende sporen ze zoo geschikt maken tot pioniers. Weldra worden ze door anderen gevolgd totdat een nieuwe kleine maatschappij" gevormd is. Een heerlijk vergezicht heeft men van een der toppen, want wat men bier ziet, is de oer-natuur van NieuwZeeland. Niet alleen de wetenschappelijke merkwaardigheden, dieren en planten, heeft men willen sparen, maar ook het landschap zelf; scenic reserves" is de karakteristieke naam der nationale parken, waarover een rijksambtenaar, de inspector of scenic reserves" is aangesteld. In zyn tegenwoordige uitgestrektheid be' at het Tongariropark ook een groot percentage inheemsche dieren, zeldzame vogels en insecten vooral, die ook al hier hun laatste, laten we hopen nog lang veilige, toevlucht vinden. A. VBBSCHOOK. iiiiiiiimtiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiliiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiii hy slechts van 60 tot 89 M. boven den grond op (dus by na tot den top van den Westertoren); tot een afstand van vier kilometer vliegen de droppels rond; de struiken zyn een kilometer in hètrond bedekt door petroleum. Da winst is enorm, want in de eerste veertien dagen was de opbrengst reeds ? 750,000. Drie pompen, die onmiddellijk geïnstalleerd werden, met een capaciteit van 25,000 vaten per dag, pompten zoo hard mogely'k. Toch heeft de petroleum nog het groote meer gemaakt dat op af b. 2 om den boertoren zichtbaar is, op den voorgrond. Pogingen om de fontein in bedwang te krijgen, zoodat minder verloren ging, mis lukten eerat geheel; na eenige weken werd een erboven aangebracht stevig balkendak tot splinters geblazen. Eindelijk zjjn de po gingen gedeeltelijk gelnkt. Om de booropening werd een wal gebouwd, van zand en takkenbossen, 5 M. hoog. Aan een zyde voerde een helling naar den bovenrand van den wal. Op deze helling werd een bewegelijk plankier gebouwd van stevige balken. De twee laagste hoeken van dit plan kier werden door stevige kabels vastgelegd aan y'ieren pijpen die in den grond gegraven waren. Daarna maakte men aan de twee bovenste hoeken ook kabels vast die over de bron heen werden gelegd en trok men het plankier tegen de helling op boven op den wal, op een oogenblik dat de fon tein even iets in kracht afnaai. Deze laatste kabels werden spoedig vastgelegd ook aan ijzeren pijpen, en het resultaat was dat de fontein bedwongen was, n.l. in zoover dat de petroleum niet meer zoovel in het rond vloog. Dat beteekende een groote bezuiniging van petroleum, en dus nog voordeeliger finantieel resnlt aat. De hier gegeven cijfers zyn een aanwijzing hoe ry'k deze bronnen kunnen zijn, en bovenFig. 2. DE LAKBVIEW PETROLEUMBRON IN CALIFORNIE.] dien dat 4m.er*a w,el denken r» r . j , , /...?? o/» ,.? j . j , kan aan het ideaal van een De hoogte der petroleum f,mtem u 80 M.; de uitgestroomde petrokum petrolenm-brandende oorlogsheeft het meer gevormd, dat op dtn voorgrond zichtbaar vloot. ii, met enkele struiken die er nog boven uit iteken. P. VAN OLST.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl