De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1910 17 juli pagina 1

17 juli 1910 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

f725 DE AM8TEEDAMMEK 1°. 1910 WEEKBLAD VOOR NEDEKLAND Hit nimmer bevat een IMJr. H. IF. L. W uitgevers: VAN HOLEEMA ft W ARENDOEF, Keizersgracht 333, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (StaaUMad No. 124). per 3 maanden f 1.50, fr, p. post f 1.65 Voor hdiëper jaar, bjj vooruitbetaling . mail . 10. ?fcoadarujke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/» Zondag 17 Juli Advertentiën van 1?5 regels f 1.25, elke regel meer. . Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel Reclames per regel . . . . 0.30 . . . .0.40 IHBOUD: TAN VEEBE EN TAN NABIJ: De Circn laiie in den Baad. Geweld en Ligt, II, door F. T. d. Goee. Kroniek. - Ont boezemingen over Onderwijstoestanden, door 6. Z. F. N. FEUILLETON: Pierrot, door GUT do Manpassant. Vertaald door J. F. KUNST EN LETTEREN: Vilhelm Krag, Mtjoor von Knarren en sjjne vrienden, be?ordeeld door Frans Coenen. Per auto ?«?? den Haag naar Reims, door Van den bekhont Berichten. VROUWENKU KRIEK: Het meifje aan de B. B. S. en fijriBBttia, door Anna B. Jnngmann. ALLERLEI, door Allegra. UIT DE NA TUUR, door E. Heimans. Op de Vliegweek te Reims, met afb.. door Van den Xeekhout. Portret van R. W. J. C. van dom Wall Bake f. Muaiekbeoordeelingen, u, door Ant. Averkamp. Wille m Maria in Polchrl Studio, door Plasacbaert. ChariTari. INGEZONDEN. FINANC3EELE EN OECONOMI3CHE KRONIEK, door V. d. M. en V. d. S. SCHAAK SPEL. DAMRUBRIEK. ADVERTBKTIEN. De Circulaire in den Raad. Een ruïne ook al is het een ruïne ?een Liberaal paleis wekt niet in de eerste plaats vroolijke gevoelens. De volledige overgave van het libe rale bewind aan den antirevolutionair Mr. de Vries door de liberale Raads leden der Hoofdstad is niet in staat ons geestdriftig te stemmen. Misschien dat onder de hoeren, die Mr. Worst dezen verheffenden arbeid opdroegen, een enkele de wijze van overdracht i och wat al te minzaam vond. Waar het Handelsblad, dat deze heeren steeds bij de stembus met warmte aan beveelt", niet goedkeurt de onvoorwaar delijke instemming met den overigens voor het openbaar onderwijs geschikt grachten wethouder,?ligt het vermoeden voor de hand, dat men zelfs in de oogen van twee of drie der liberalen" te ver mag gegaan zijn. Maar gén ervan heeft zijn mond opengedaan. Wy voor ons zien in het verloop van de wel merkwaardige raadszitting niets anders dan een conservatieve manifestatie: een vnist-yertooning, men zou zeggen in 't voorbijgaan, ter opluchting van het gemoed, tegen de niet tevreden elemen ten in onze toch zoo comfortabele samen leving gericht: n.l. tegen de socialisten met hun aanhang. Uit het verslag, door het Handelsblad gegeven een zeer uitvoerig verslag deelen wij alles mee wat door liberalen" gesproken is. Hier volgt het: De heer WORST vraagt het w»ord. Hjj had willen spieken vóór de circulaire» n>*ar elk woord zon den indruk van de voortreffelijke rede van den wethouder echaden. Mede namens eenige politieke vrienden, verklaart spr. zjjn volkomen bevrediging over de toelichting van B. en W. in het vaste vertrouwen dat de circulaire met beleid tal worden toegepast. (Eenig applatu en beweging). Dit zeide blijkens het zwijgen van alle liberalen Mr. Worst namens de gansene liberale fractie, naiat de waar lijk succesvolle anti-revolntionair« wet houder de Vries o. a. verzekerd had, dat men, de neutraliteitsidee een beetje con sequent toepassend, van de Openbare School (Kappeijne, hebt ge het gehoord ?) een karakterloos ding" maakte, en na dat hu duidelijk had te verstaan gegeven, dat slechts een zekere groep het zou te ontgelden hebben. Geweld is soms z «rakheid. Niet in Mr. de Vries dezen keer. Die verbrandt wat hij niet kan bekeeren. Maar zwakheid, zwakheid als van wie, zijn koetjes op het drooge hebbend, bij elk donker ge zicht dat hij ziet de politie opbelt, blijkt duidelijk in de zich liberaal noemende Amsterdamsche behoudsmannen. "Wy willen naast deze voorloopige op merking nog eene Traag stellen: Is het wel geheel in orde, is het wel netjes", dat de als liberalen" gekozen heeren nog langer dien naam dragen? Is het niet iets als boerenbedrog zich in die qualiteit te laten candideeren ? Het woord heeft reeds, voorzeker, zooveel aan beteekenis ingeboet l Maar er loopen toch nog kiezers rond, eenvoudigen, menschen die niet dagelijks de politiek in de krant volgen, «n die men vangt met den naam.... "Wy stellen de vraag maar. Geweld en List. II. (Slot). De List. De ingediende verandering van de Arbeidswet wil, in de voornaamste plaats, den werkdag van vrouwen en kinderen, bij de wet van 1889 bepaald op ten hoogste elf uur, tot tien uur terug brengen. Het misleidende manifest yan de Enschedésche textielfabrikanten richt zich dan ook alleerst tegen dit voorstel. Beperking van den arbeidstijd voor vrouwen en kinderen wij willen hier over met de stellers yan het adres aan de Tweede Kamer niet twisten beteekent beperking van den arbeidsdag ook voor het mannelijk personeel. Een tien-urige werkdag voor vrouwen en kinderen schrijven ze staat gelijk met.een tien-urigen arbeidstijd voor de geheele industrie." De verwachting dat de wetswijziging inderdaad voor de ge heele industrie" van beteekenis zal wor den, doet ons, die geen faktor tot be schaving kennen welke ook maar in de verte bij .de bekorting van arbeid in loondienst te vergelijken is, aan die wij ziging groote waarde hechten. Voor de patroons, daarentegen, is het een reden om tegen deze bepaling met de meeste beslistheid en overtuiging in verzet te komen." Bij wijze van toelichting en argumen tatie, verder, brengt het adres de officieele cijfers in herinnering waaruit thans ieder zien kan dat de grootheid van deze textielbaronnen voor geen klein deel be rust op de uitbuiting van zwakke kin deren en ekonomisch weerlooze vrou wen. Van de ruim 9000 personen in hun barmhartigen dienst, zijn slechts 5000 mannen boren 16 jaar,.. Zijn er, willen wij vragen, lezers van dit Weekblad, die een werktijd yan 11 uur, doorgebracht in een katoenspinnerij of anderen zoodanigen tempel der industrie, voor hun vrouwen en kinderen kinderen yan twaalf jaar daarbij! niet een gruwelijke schennis zouden achten P Welnu, deze achtbare heeren, vele rijke lieden onder hen, industrieelen van hooge positie, komen hier met een beroep op de stati stische gegevens aan de Tweede Kamer verklaren, dat, zoo men hen voortaan noodzaken zal, die schennis aan duizende kinderen en vrouwen, geenszins geheel op te geven, maar met n enkel uur per dag te beperken, het met hun groot heid gedaan zal zijn. Wij hebben in ons vorig artikel gezegd: schande over een stelsel, dat met het middel van uithon gering op grooten voet gehandhaafd moet worden. Doch deze methode is een bui tengewone maatregel, genomen in tijden van oorlog. Nu, echter, ziet men wat dit stelsel in gewone dagen, in tijden van vrede is: het kan niet lijden, zeggen de belanghebbenden, die vermindering met n enkel uur: schenden wij niet, zoo hebben wij niet; wij werken voor de helft met vrouwen en kinderen en wij staan en vallen met de vrijheid hen elf uur te laten zwoegen... De belanghebbenden, echter, zijn hier erger dan het stelsel. Dat zij zoo durven spreken, bewijst wat het stelsel van hen maakt. Wat zij zeggen is de waarheid niet. Adressanten weten dat wat zij zeggen de waarheid niet is. Zij weten dat sedert jaren in Duitschland tamelijk algemeen nu sinds l Januari al wette lijk en in Engeland nog veel langer, de textielindustrie een tienurendag heeft, en dat geen van de voorspelde en ge dreigde onheilen is gebeurd. Doch dit belet hen niet, in strijd met de bekende waarheid, hun eigen stelsel zwarter te maken dan het is. Zij bedenken niet of geven er niet om dat zij, door te proklameeren de absolute onmogelijkheid van de geringste verlichting voor vrouwen en kinderen, hun eigen bedrijf, hun ge roemde industrie, bron en basis van al het hunne, oneindig doodelijker treffen dan de felste vijand zou vermogen. Voor alle tijden is in dit officieele stuk vastgelegd, wat deze importante tak van Nederlandsche nijverheid werkelijk is, n wat de kapitalisten die haar exploiteeren, niet schromen er van te beweren. * * Adressanten zeggen in het bijzonder twee noodlottige gevolgen te vreezen van dedoorde regeering voorgestelde beperking van den werkdag. De produktiekosten zullen toenemen; het arbeidsloon zal verminderen. M. a. w.: de belangen zoo wel van ondernemers als arbeiders (in het kapitalistisch jargon: van werkgevers en werknemers) worden door het voorstel bedreigd. Wij antwoorden dat deze bewering, schijnbaar ernstig en zakelijk in het adres geformuleerd, enkel kletspraat is, in werkelijke waarde niet daar door verhoogd, dat men haar klassieke kletspraat kan noemen. Klassiek te noemen is de formuleering van deze bezwaren om vele redenen. Zij heeft, letterlijk zóó, nooit ontbroken bij eenige, wanneer of waar ook in den loop der kapitalistische tijden aangekondigde verkorting van den arbeidsdag. Daarmee begonnen zijn de Engelsche industrieelen in de jaren vóór 1847, toen eindelijk de tien-uren we t doorging. Na Engeland om van nog andere landen niet te spreken kwam Duitschland aan de beurt. De eerste wet die algemeen den kinder- en vrouwenarbeid regelde, dateert van 1891. Zij kwam tegen den wil van de fabrikanten tot stand, die van de reduktie der arbeidsuren tot elf, het ver derf voorspelden zoowel van de industrie als van de arbeiders. De tweede wet die den vrouwenarbeid beperkte met 1904 is een nieuwe wet op den kinderar beid ingevoerd is op l Januari 1910 van kracht geworden. Zij heeft weinig meer gegeven dan een wettelijke bevestiging van hetgeen reeds de eischen der techniek in het belang van den ondernemer, en ver der de invloed der arbeidersorganisatie, hadden verwezenlijkt. Doch noch de ervaring sedert 1891 opgedaan, noch dit laatste feit dat de tien-urige arbeidsdag ambtelijke verslagen van de fabrieksinspektie bewijzen het reeds voor een groot deel der bedrijven bestond, heeft de Duitsche industrieelen weerhouden van alle krachten waarover zij beschik ken (daaronder de stem van sommige der bedreigde" arbeidsters zelf) tegen het ontwerp mobiel te maken. Het zou weer den patroons en ook den werklieden groote schade toebrengen! De industrie kon de nieuwe lasten niet dragen, het arbeiderspersoneel het uittevallen loon niet missen! Dat zeiden de patroons nadat herhaaldelijk de vakyereenigingen in de laatste tijden verkorting van den arbeids dag gelijk met loonsverhooging hadden weten doprtezetter. JDat zeiden ze met de gunstige ondervinding" van de wet van '91 nog in aller geheugen... Vermeerdering van produktie, uitbrei ding van de industrie, tot zekere hoogte stijging van het arbeidsloon, is deregelmatige begeleiding van alle generale beperking van den arbeidsdag tot heden geweest, en geen enkele reden laat zich denken, waarom de thans voorgestelde, in de toonaangevende landen reeds ge bruikelijke beperking een uitzondering zou maken op den alom beproefden en gebleken regel. Hetgeen de patroons evenwel willen is een onbeperkte vrijheid van uitbuiting. Zij rebelleeren daarom tegen ieder plan tot een wettelijke be teugeling. De levenskracht van de arbeidende bevolking hebben zij eenmaal leer«n beschouwen als hun priraatbezit, en elke poging om hen in de exploitatie te hinderen, verwerpen zij bij voorbaat als een aanslag op het heilig eigendomsrecht. Een betoog dat zoo dikwijls en zoo radikaal door de werkelijkheid ont zenuwd is, behoeft nauwelijks een theo retische weerlegging. Intusschen heeft men niet zoo dikwijls de gelegenheid een authentieke proeve van ekonomische wijsheid direkt uit het fabriekskantoor te ontmoeten, dan dat wij ons bjj deze niet een oogenblik zouden wenschen op te houden. Het is, zeggen de heeren vooral voor inrichtingen die zeer kostbaar van aanleg zijn", dat de produktiekosten verzwaard zullen worden. In zoodanige inrichtingen drukken rente en afschrijving bijzonder zwaar pp de produktiekosten; hetgeen natuurlijk bij verminderden arbeidstijd in omgekeerde verhouding toeneemt". Wij kunnen den penvoerder van de Fabrikanten-vereeniging dankbaar zijn dat hij ons de geheimenissen van het kapitalistische stelsel, zij het in de taal des boekhouders, onwillens openlegt. Bij al het fraais dat bij deze gelegenheid omtrent het stelsel bekend is geworden, komt nu nog het volgende. Vooral de zeer kostbare inrichtingen" kunnen niet buiten het ellendige afbeulen van de vrouwen en de kinderen, zegt de man uit Enschedé. Voor argelooze optimisten, die geloofd hebben dat, naarmate de industrieele inrichtingen grooter worden, op ruimeren voet gesticht, beter gemachineerd, in n woord kostbaarder van aanleg" worden, de toestand ook van de arbeiders vooruitgaat, is dit een verklaring die nieuwe en onaangename gedachten opdringt. Hun wordt hier ronduit gezegd dat juist de verbeteringen van de techniek oorzaak zijn van het hardnekkige verzet tegen ieder verlichting van den druk op onmondige en zwakke arbeidskrachten. Hoe volmaakter het dopde produktiemiddel wordt, hoe ellendiger het lot van den levenden arbeider, des te minder kan men ook hem in deze vorderingen» van de beschaving doen deelen! En nu zegt men nog vaak dat de machine be stemd is het werk van den mensch te verlichten, dat hij een vrijer en nobeler wezen wordt naarmate de wetenschap hem leert de natuur te onderwerpen, in dienst te stellen van de stoffelijke voort brenging enz.! Allemaal gekheid, zegt deze aanzienlijke vertegenwoordiger van het daadwerkelijke kapitalisme: de zeer kostbare inrichting" moge in de boeken van onze theoretische verdedigers, de professoren in de ekonómie e. a. als een prachtvol hulpmiddel worden geprezen dat alle menschen ten goede komt, in de boeken van onze praktische ad ministrateurs zijn het eenvoudig dingen, gebouwen, machines enz., die zoo snel mogelijk moeten worden afgeschreven. En o ai ze snel te kunnen afschrijven, moeten ze ook zooveel mogelijk gebruikt worden, liever nog twintig uur per dag dan tien uur, en zeker elf of twaalf uur. zoolang wij iets te vertellen hebben aan meneer Talma en aan de Kamer Hetgeen de woordvoerder der kapita listen hier verzwijgt is natuurlijk dat de ondernemer, door den aanleg" nog kostbaarder" te maken dan hij reeds is, door op steeds grooteren voet te produceeren, door den gang der machines te versnellen, het tijdverlies kan inhalen. De verbeterde inrichting kan voortaan in 10 uur evenveel, of meer, produceeren dan de vroegere in 11 uur. Ongerekend het betere werk van de arbeiders in den korterea werktijd, is dit inderdaad ge woonlijk zoo gebeurd, ala gevolg van de wettelijke of andere verkorting van den arbeidsdag. En dan is het nadeel van den kapitalist opgeheven of zelfs in voor deel veranderd. Kleine, weinig kapitaal krachtige ondernemers,!; atuurlij k, kunnen dit middel om zich schadeloos te stellen niet toepassen. Zij zullen de konkurrentie tegen de grootere en beter ingerichte zaken niet kunnen volhouden. Maar de kapi talisten zijn waarachtig onderling niet zoo zachtaardig in den omgang, de grooten niet zoo teeder voor de belangen yan de kleinen, dat zij nu, om een heilzame hervorming van groote principieele beteekesis te keeren, billijkerwijze een be roep zouden mogen doen op het publieke medelij des. Doch waarom ook de groote onder nemer protesteert is dit: hij wil niet gedwongen worden de produktie uit te breiden, om op die manier den aanleg" te kunnen afschrijven. Hij heeft toch aan alle produktie maling, en dubbele maling hèaft hij aan verhoogde produktie. Hij kijkt alleen naar winst. Hij wil meer pro duceeren, zooveel iemand maar wil, als er meer mee te verdienen valt en dat is hem natuurlijk niet absoluut te-garandeeren door verkorting van den werkdag. De gewone loop der gebeurtenissen is dat een industrieel technische verbeteringen toepast om zijn produktonder de oogenblikkelijk geldende waarde te kunnen verkoopen. Wat thans een kwartje moet kosten, tracht hij voor een dubbeltje te kunnen leveren. Om dat te bereiken is hem f een aanleg te kostbaar. Maar zoodra alle onkurrenten, behalve de kleineren die inmiddels gefailleerd zijn, zich de inrich ting hebben aangeschaft die hen in staat stelt hetzelfde te doen, is de buitenge wone winst verdwenen van den man die het spel begon, zoodat hij op nieuwe middelen moet zinnen om wederom een voorsprong te kunnen maken. De steeds overvloediger produktie is, in dezen nim mer eindigenden konkurrentiestrijd der kapitalen, niets dan een middel. Om het middel met het grootst mogelijk voor deel te kunnen gebruiken is o. a. noodig met de nieuwe en betere machines zoo veel mogelijk te produceeren in zoo kort mogelijken tijd. Ieder oogenblik kan een uitvinding worden gedaan die een nog betere (snellere) machine in gebruik stelt, of de bestaande goedkooper voortbrengt. Snel afschrijven" is dus de boodschap... Maar tot uitbreiding van kapitaal ia ge bouwen, machines enz. om de produktie te vergrooten: daartoe te worden gewongen anders dan door de natuurlijke" eischen van de konkurrentie, anders dan met een redelijke zekerheid van grootere winst, te worden gedwongen alleen omdat de arbeiders niet meer zoo lang als vroe ger verkiezen te werken dat schijnt den kapitalist een gruwel, een onnatuurlijk geweld hem aangedaan, waartegen hij zich steeds heeft verzet en met zijn laatste woord zal blijven verzetten. Is eenmaal de arbeidsdag inderdaad verkort, dan leggen de kapitaalkrachtige ondernemers zich van zelf toe op de grootere produktiviteit; zij maken een dankbaar gebruik van den hun aldus verschaften voorsprong op de kleinere konkurrenten; zij weten nauwelijks meer wat hen bewoog tegen de beperking van den werktijd samen te spannen. De blij ven ie nuttigheid van hun verzeg echter, valt den beschouwer van het kapitalis tische stelsel ten deel, die ook weer bij deze gelegenheid heeft kunnen konstateeren dat het stelsel geen enkel motief bevat dat den kapitalist het goede: de overvloediger produktie, doet beminnen om het goede zelf. Dit goede is voor den kapitalist een noodzakelijk kwaad, waartoe men hem met geweld moet nood zaken. En niets prikkelt hem zoozeer tot toorn en tot weerstand, als het vooruit zicht dat hij tot dit goede zal worden gedwongen als gevolg van een hervor ming yan nog grootere nuttigheid: de verkorting van den arbeidsdag: allereerst dien van vrouwen en van kinderen. * ** Ten tweede achten de adresseerende fabrikanten zich bezwaard wijl de voor gestelde maatregel leiden zal tot ver mindering van loon voor de arbeiders." In goed ingerichte en beheerde fabrie ken van heden, schrijven zij, is de pro duktie ongeveer tot het theoretisch maximum opgevoerd. Elke vermindering van arbeidsduur beteekent een evenredige vermindering van de produktie en dus van het loon." Was dit, mag men vragen, niet het geval bij vroegere inkrimpingen van den werkdag? B.7. in de Duitsche textiel fabrieken voor twintig of voor tien jaar ? Is het theoretisch maximum' niet voor verhpoging vatbaar door technische ver betering ? Heeft de technische verbetering voor de Twentsche industrieelen haar laatste woord gesproken? Staan zij niet ieder oogenblik voor de mogelijkheid dat zij, genoopt door een uitvinding, hetzij in hun eigen kring, hetzjj daar buiten, in welke streek ook van de internationale werkplaats, het theoretisch maximum, willen zij konkurrenzfahig" blijven, zullen moeten verhoogen? En waarom, wat een alledaagsche gebeurtenis moet heeten in het bedrijfsleven, waarvan de historie ook in hun bedrijf als aan elkander hangt, waarom een nood zakelijkheid die de kapitalisten, in de bevrediging van den winst honger, elkaar onophoudelijk opdringen, nu zoo angstig vermeden als zij ten voordeele kan strekken van duizenden, en nogmaals duizenden ? Bovendien en in elk geval: het dus" in den laatsten zin van de adresseerenden ie, zoo mogelijk, nog leugenachtiger dan de stelling in de eerste helft van dien zin. Vermindering van arbeidsduur beteekent nkt vermindering van produktie. Als dat waar was, dan zou de Europeesche produktie thans minstens een vierde minder moeten bedragen dan voor een dertig of veertig jaar. En evenmin be teekent vermindering van produktie ver laging van het loon. Natuurlijk moet er produktie zijn, wil er arbeidsloon ;eproduceerd kunnen worden. Doch bealve arbeidsloon voor zich, produceert de arbeider ook winst voor het kapitaal. Waarom dan zeggen de fabrikanten, dat door vermindering van produktie?? een oogenblik dit gevolg onderstellende het aandeel van den arbeider zal dalen ? Dit is een absoluut willekeurige ver zekering, waarvan de theoretische onge rijmdheid een manier is om te zeggen dat de fabrikanten, helaas, zich nog sterk genoeg voelen om een eventueele winst derving op de arbeiders te verhalen, en vast besloten zijn zoo te doen. Het loon is het stuk van de produktswaarde dat de arbeider minstens behoeft voor zijn onderhoud, dat hij door machtsontwikkeling kan vergrooten, maar dat ook door overmacht van den anderen kant gedrukt kan worden. De Enschedesche arbeidere, die op dit oogenblik in 't geheel geen loon ontvangen, gewikkeld in een konflikt dat achteraf blijkt uitgelokt te zijn door de patroons, omdat hun arbeid, en die yan hun lotgenooten elders, te produktie f is geweest, die arbeiders kunnen het zich voor gezegd houden: Komt de herziening van de arbeidswet tot stand, dan zullen zij de kosten daar van hebben te betalen. * * * Wij moeten hier af breken, de beschik bare ruimte veroorlooft niet den schrijver uit Enschedéverder op ien voet te volger. Wij zeiden reeds dat de meeste andere bepalingen yan het ontwerp waaronder de gewichtige verhooging van de leeftijds grens voor het gebruik van kinderen van 12 op 13 jaar even onvoorwaardelijk door hem, namens zijn principalen, worden verworpen. Of de minister Talma, of de Tweede Kamer het voorbeeld zullen volgen van Begeering en Rijksdag in Duitschland, die het dreigende protest der vereenigde grootindustrieelen tegen de op l Januari van dit jaar in toepassing gekomen tien

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl